Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52014PC0246

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot intrekking van Richtlijn 93/5/EEG van de Raad van 25 februari 1993 betreffende de bijstand aan de Commissie en de samenwerking van de lidstaten bij het wetenschappelijk onderzoek van vraagstukken in verband met levensmiddelen

/* COM/2014/0246 final - 2014/0132 (COD) */

52014PC0246

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot intrekking van Richtlijn 93/5/EEG van de Raad van 25 februari 1993 betreffende de bijstand aan de Commissie en de samenwerking van de lidstaten bij het wetenschappelijk onderzoek van vraagstukken in verband met levensmiddelen /* COM/2014/0246 final - 2014/0132 (COD) */


TOELICHTING

De Commissie dient een voorstel in voor een richtlijn van het Europees Parlement en de raad tot intrekking van Richtlijn 93/5/EEG van de Raad van 25 februari 1993 betreffende de bijstand aan de Commissie en de samenwerking van de lidstaten bij het wetenschappelijk onderzoek van vraagstukken in verband met levensmiddelen

1.         ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

In december 2012 heeft de Commissie het programma voor gezonde en resultaatgerichte regelgeving (Regulatory Fitness and Performance Programme - REFIT)[1] gestart om een eenvoudig, duidelijk, stabiel en voorspelbaar regelgevend kader voor ondernemingen, werknemers en burgers te garanderen.

In dit kader heeft de Commissie zich ertoe verbonden om overbodig geworden of achterhaalde regelgeving in te trekken.

Het doel van Richtlijn 93/5/EEG van de Raad was de soepele werking van het Wetenschappelijk Comité voor de menselijke voeding te waarborgen door wetenschappelijke steun van de lidstaten te bevorderen en door de samenwerking met de relevante nationale instanties inzake wetenschappelijke kwesties in verband met de veiligheid van levensmiddelen te organiseren. Het Wetenschappelijk Comité voor de menselijke voeding was oorspronkelijk opgericht bij Besluit 74/234/EEG van de Commissie[2], dat daarna werd vervangen door het Wetenschappelijk Comité voor de menselijke voeding dat werd opgericht bij Besluit 95/273/EG van de Commissie[3] en tot slot door het Wetenschappelijk Comité voor de menselijke voeding dat werd opgericht bij Besluit 97/579/EG van de Commissie[4].

Naar aanleiding van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad[5] zijn de wetenschappelijke taken die aan het Wetenschappelijk Comité voor menselijke voeding zijn toevertrouwd, overgenomen door het wetenschappelijk comité en de wetenschappelijke panels van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid. Besluit 97/579/EG van de Commissie, waarbij het Wetenschappelijk Comité voor de menselijke voeding is opgericht, is vervolgens ingetrokken bij Besluit 2004/210/EG[6].

Op grond van Verordening (EG) nr. 178/2002 is de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid ook de bevoegde autoriteit geworden om de wetenschappelijke samenwerking met de lidstaten en de relevante nationale instanties die actief zijn op de gebieden die tot de taakstelling van de Autoriteit behoren, te bevorderen.

Daarom is Richtlijn 93/5/EG achterhaald en dient zij te worden ingetrokken.

De aard van de richtlijn van de Raad vereist niet de toelichtende stukken als bepaald in de gezamenlijke politieke verklaring van 28 september 2011 van de lidstaten en de Commissie[7].

De Commissie wordt opgeroepen dit voorstel goed te keuren en het onverwijld naar het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en de nationale parlementen door te sturen.

2.         GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Unie.

2014/0132 (COD)

Voorstel voor een

RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot intrekking van Richtlijn 93/5/EEG van de Raad van 25 februari 1993 betreffende de bijstand aan de Commissie en de samenwerking van de lidstaten bij het wetenschappelijk onderzoek van vraagstukken in verband met levensmiddelen

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité[8],

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)       In het kader van het programma voor gezonde en resultaatgerichte regelgeving (Regulatory Fitness and Performance Programme - REFIT) heeft de Commissie zich verbonden tot een eenvoudig, duidelijk, stabiel en voorspelbaar regelgevend kader voor ondernemingen, werknemers en burgers.

(2)       Richtlijn 93/5/EEG van de Raad[9] was erop gericht de soepele werking van het Wetenschappelijk Comité voor de menselijke voeding te waarborgen door de wetenschappelijke steun van de lidstaten voor dat comité te bevorderen en door de samenwerking met de relevante nationale instanties inzake wetenschappelijke kwesties in verband met de veiligheid van levensmiddelen te organiseren.

(3)       Op grond van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad[10] zijn de taken van het in Richtlijn 93/5/EEG genoemde Wetenschappelijk Comité voor de menselijke voeding overgedragen aan de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en worden zij momenteel beschreven in Verordening (EG) nr. 178/2002.

(4)       Besluit 97/579/EG van de Commissie[11], waarbij het Wetenschappelijk Comité voor de menselijke voeding is opgericht, is ingetrokken bij Besluit 2004/210/EG[12].

(5)       Op grond van Verordening (EG) nr. 178/2002 is de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid ook de bevoegde autoriteit geworden om de wetenschappelijke samenwerking met de lidstaten en de relevante nationale instanties die actief zijn op het gebied van de Autoriteit, te bevorderen. Met name is in artikel 22 van Verordening (EG) nr. 178/2002 bepaald dat de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid in nauwe samenwerking met de bevoegde instanties in de lidstaten handelt en dat de lidstaten met de Autoriteit samenwerken met het oog op de vervulling van haar opdracht.

(6)       Daarom is Richtlijn 93/5/EG achterhaald en dient zij te worden ingetrokken,

 

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Richtlijn 93/5/EEG van de Raad wordt ingetrokken.

Artikel 2

De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op [de laatste dag van de twaalfde maand na de datum van bekendmaking van deze richtlijn in het Publicatieblad van de Europese Unie] aan deze richtlijn te voldoen. De lidstaten delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede; in die tekst, of bij de officiële bekendmaking daarvan, wordt naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement                        Voor de Raad

De Voorzitter                                                 De Voorzitter

[1]               COM(2012) 746 definitief.

[2]               Besluit 74/234/EEG van de Commissie van 16 april 1974 betreffende de instelling van een wetenschappelijk comité voor de menselijke voeding (PB L 136 van 20.5.1974, blz. 1).

[3]               Besluit 95/273/EG van de Commissie van 6 juli 1995 betreffende de instelling van een Wetenschappelijk Comité voor de menselijke voeding (PB L 167 van 18.7.1995, blz. 22).

[4]               Besluit 97/579/EG van de Commissie van 23 juli 1997 houdende de instelling van wetenschappelijke comités op het gebied van de gezondheid van de consument en de voedselveiligheid (PB L 237 van 28.8.1997, blz. 18).

[5]               Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).

[6]               Besluit 2004/210/EG van de Commissie van 3 maart 2004 tot instelling van wetenschappelijke comités op het gebied van de consumentenveiligheid, de volksgezondheid en het milieu (PB L 66 van 4.3.2004, blz. 45).

[7]               PB C 369 van 17.12.2011, blz. 14.

[8]               PB C […] van […], blz. […].

[9]               Richtlijn 93/5/EEG van de Raad van 25 februari 1993 betreffende de bijstand aan de Commissie en de samenwerking van de lidstaten bij het wetenschappelijk onderzoek van vraagstukken in verband met levensmiddelen (PB L 52 van 4.3.1993, blz. 18).

[10]             Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).

[11]             Besluit 97/579/EG van de Commissie van 23 juli 1997 houdende de instelling van wetenschappelijke comités op het gebied van de gezondheid van de consument en de voedselveiligheid (PB L 237 van 28.8.1997, blz. 18).

[12]             Besluit 2004/210/EG van de Commissie van 3 maart 2004 tot instelling van wetenschappelijke comités op het gebied van de consumentenveiligheid, de volksgezondheid en het milieu (PB L 66 van 4.3.2004, blz. 45).

Top