EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52014PC0191

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende de verdeling van de vangstmogelijkheden in het kader van het Protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Democratische Republiek Sao Tomé en Principe

/* COM/2014/0191 final - 2014/0116 (NLE) */

52014PC0191

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende de verdeling van de vangstmogelijkheden in het kader van het Protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Democratische Republiek Sao Tomé en Principe /* COM/2014/0191 final - 2014/0116 (NLE) */


TOELICHTING

1.           ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

De Raad heeft de Europese Commissie ertoe gemachtigd namens de Europese Unie te onderhandelen over de verlenging van het protocol bij de met de Democratische Republiek Sao Tomé en Principe gesloten partnerschapsovereenkomst inzake visserij. Ter afronding van deze onderhandelingen hebben de onderhandelaars op 19 december 2013 een ontwerp voor een nieuw protocol geparafeerd. Het nieuwe protocol heeft een looptijd van vier jaar, die ingaat op de in artikel 14 ervan vastgestelde datum van voorlopige toepassing, i.e. de datum van ondertekening van het nieuwe protocol.

Het protocol bij de overeenkomst is er in de eerste plaats op gericht om, binnen de grenzen van het beschikbare overschot, vangstmogelijkheden in de wateren van Sao Tomé en Principe toe te kennen aan de vaartuigen van de Europese Unie, met inachtneming van het beste beschikbare wetenschappelijke advies en de aanbevelingen van de Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen (ICCAT – International Commission for the Conservation of Atlantic Tunas). De Commissie heeft zich onder meer gebaseerd op de resultaten van een door externe deskundigen uitgevoerde ex-postevaluatie van het vorige protocol.

Het doel bestaat er eveneens in om in het belang van beide partijen de samenwerking tussen de Europese Unie en de Democratische Republiek Sao Tomé en Principe te verstevigen met het oog op de bevordering van een duurzaam visserijbeleid en de verantwoorde exploitatie van de visbestanden in de visserijzones van Sao Tomé en Principe.

Het protocol voorziet in vangstmogelijkheden in de volgende visserijtakken:

–          28 vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen;

–          6 vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug.

Er dient te worden bepaald hoe de vangstmogelijkheden over de lidstaten moeten worden verdeeld. De Commissie stelt voor dat de Raad op deze basis de verordening vaststelt.

2.           RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING

De belanghebbende partijen zijn geraadpleegd in het kader van de evaluatie van het protocol voor de periode 2011-2014. Ook zijn in het kader van technische vergaderingen de deskundigen uit de lidstaten geraadpleegd. Uit deze raadplegingen is gebleken dat het van belang is een protocol bij de visserijovereenkomst met de Democratische Republiek Sao Tomé en Principe in stand te houden.

3.           JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL

Parallel aan de onderhavige procedure worden procedures ingeleid met betrekking tot het besluit van de Raad betreffende de sluiting van het protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Democratische Republiek Sao Tomé en Principe, en met betrekking tot het besluit van de Raad waarbij machtiging wordt verleend tot ondertekening en voorlopige toepassing van het protocol zelf.

4.           GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De jaarlijkse financiële tegenprestatie van 710 000 EUR voor de eerste drie jaar en 675 000 EUR voor het vierde jaar is gebaseerd op een met een referentietonnage van 7 000 ton overeenstemmend bedrag van 385 000 EUR voor de eerste drie jaar en van 350 000 EUR voor het vierde jaar voor de toegang tot de visserijzone van Sao Tomé en Principe en b) steun voor de ontwikkeling van het sectorale visserijbeleid van de Democratische Republiek Sao Tomé en Principe ten bedrage van 325 000 EUR. Deze steun is in overeenstemming met de doelstellingen van het nationale visserijbeleid, en meer bepaald met de behoeften van de Democratische Republiek Sao Tomé en Principe op het gebied van steun voor de ambachtelijke visserij en bestrijding van illegale visserij.

2014/0116 (NLE)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

betreffende de verdeling van de vangstmogelijkheden in het kader van het Protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Democratische Republiek Sao Tomé en Principe

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 3,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)       De Europese Unie en de Democratische Republiek Sao Tomé en Principe hebben onderhandeld over een nieuw protocol bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij waarbij aan de vaartuigen van de Unie vangstmogelijkheden worden geboden in de wateren waarover de Democratische Republiek Sao Tomé en Principe de soevereiniteit of de jurisdictie voor visserijaangelegenheden heeft, en hebben dat protocol op 19 december 2013 geparafeerd.

(2)       Op […] heeft de Raad Besluit XXX/2010/EU[1] inzake de ondertekening en voorlopige toepassing van het nieuwe protocol vastgesteld.

(3)       De methode voor de verdeling van de vangstmogelijkheden over de lidstaten moet worden vastgesteld voor zowel de periode van de voorlopige toepassing als de volledige looptijd van het protocol.

(4)       Om ervoor te zorgen dat de vangstmogelijkheden waarover de Europese Unie in het kader van het protocol beschikt, volledig worden benut, moet de Commissie worden gemachtigd om de vangstmogelijkheden die de ene lidstaat niet gebruikt, tijdelijk toe te wijzen aan een andere lidstaat, onverlet de verdeling van de vangstmogelijkheden over of de uitwisseling van vangstmogelijkheden tussen de lidstaten krachtens het betrokken protocol.

(5)       Deze verordening dient in werking te treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

(1) De in het protocol vastgestelde vangstmogelijkheden worden als volgt over de lidstaten verdeeld:

(a) vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen:

Spanje || 15 vaartuigen

Frankrijk || 13 vaartuigen

(b) vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug:

Spanje || p.m. vaartuigen

Portugal || p.m. vaartuigen

(2) Verordening (EG) nr. 1006/2008 van de Raad van 29 september 2008 betreffende machtigingen voor visserijactiviteiten van communautaire vissersvaartuigen buiten de communautaire wateren en de toegang van vaartuigen van derde landen tot de communautaire wateren[2] is van toepassing onverminderd de partnerschapsovereenkomst.

(3) Als met de aanvragen voor vismachtigingen van de in lid 1 vermelde lidstaten niet alle in het protocol vastgestelde vangstmogelijkheden worden benut, neemt de Commissie overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1006/2008 vismachtigingsaanvragen van andere lidstaten in overweging.

(4) Als blijkt dat de in lid 1 vastgestelde vangstmogelijkheden niet volledig worden benut, stelt de Commissie de betrokken lidstaten daarvan in kennis en verzoekt zij hen te bevestigen dat zij van die vangstmogelijkheden geen gebruik maken. Als binnen een termijn van tien werkdagen geen antwoord wordt gegeven, wordt dit beschouwd als een bevestiging dat de vaartuigen van de betrokken lidstaat hun vangstmogelijkheden in de gegeven periode niet volledig benutten. Na bevestiging door de betrokken lidstaat worden de vangstmogelijkheden ter beschikking gesteld van de lidstaten.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van de datum van ondertekening van het protocol.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

                                                                       Voor de Raad

                                                                       De voorzitter

[1]               PB C […] van […], blz. […].

[2]               PB L 286 van 29.10.2008, blz. 33.

Top