Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52014PC0190

    Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van het Protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Democratische Republiek Sao Tomé en Principe

    /* COM/2014/0190 final - 2014/0115 (NLE) */

    52014PC0190

    Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van het Protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Democratische Republiek Sao Tomé en Principe /* COM/2014/0190 final - 2014/0115 (NLE) */


    TOELICHTING

    1.           ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

    De Raad heeft de Europese Commissie ertoe gemachtigd namens de Europese Unie te onderhandelen over de verlenging van het protocol bij de met de Democratische Republiek Sao Tomé en Principe gesloten partnerschapsovereenkomst inzake visserij. Ter afronding van deze onderhandelingen hebben de onderhandelaars op 19 december 2013 een ontwerp voor een nieuw protocol geparafeerd. Het nieuwe protocol heeft een looptijd van vier jaar met ingang van de in artikel 14 daarvan vastgestelde datum van voorlopige toepassing, i.e. de datum van ondertekening van dit nieuwe protocol.

    Het protocol bij de overeenkomst is er in de eerste plaats op gericht om, binnen de grenzen van het beschikbare overschot, vangstmogelijkheden in de wateren van Sao Tomé en Principe toe te kennen aan de vaartuigen van de Europese Unie, met inachtneming van het beste beschikbare wetenschappelijke advies en de aanbevelingen van de Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen (ICCAT – International Commission for the Conservation of Atlantic Tunas). De Commissie heeft zich onder meer gebaseerd op de resultaten van een door externe deskundigen uitgevoerde ex-postevaluatie van het vorige protocol.

    Het doel bestaat er eveneens in om in het belang van beide partijen de samenwerking tussen de Europese Unie en de Democratische Republiek Sao Tomé en Principe te verstevigen met het oog op de bevordering van een duurzaam visserijbeleid en de verantwoorde exploitatie van de visbestanden in de visserijzones van Sao Tomé en Principe.

    Het protocol voorziet in vangstmogelijkheden in de volgende visserijtakken:

    –          28 vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen;

    –          6 vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug.

    Op basis daarvan stelt de Commissie voor dat de Raad, met instemming van het Parlement, de sluiting van dit nieuwe protocol bij besluit goedkeurt.

    2.           RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING

    De belanghebbende partijen zijn geraadpleegd in het kader van de evaluatie van het protocol voor de periode 2011-2014. Ook zijn in het kader van technische vergaderingen de deskundigen uit de lidstaten geraadpleegd. Uit deze raadplegingen is gebleken dat het van belang is een protocol bij de visserijovereenkomst met de Democratische Republiek Sao Tomé en Principe in stand te houden.

    3.           JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL

    Parallel aan de onderhavige procedure worden procedures ingeleid met betrekking tot het besluit van de Raad waarbij machtiging wordt verleend tot ondertekening en voorlopige toepassing van het protocol zelf, en met betrekking tot de verordening van de Raad betreffende de verdeling van de vangstmogelijkheden over de lidstaten van de EU.

    4.           GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

    De jaarlijkse financiële tegenprestatie van 710 000 EUR voor de eerste drie jaar en 675 000 EUR voor het vierde jaar is gebaseerd op een met een referentietonnage van 7 000 ton overeenstemmend bedrag van 385 000 EUR voor de eerste drie jaar en van 350 000 EUR voor het vierde jaar voor de toegang tot de visserijzone van Sao Tomé en Principe en b) steun voor de ontwikkeling van het sectorale visserijbeleid van de Democratische Republiek Sao Tomé en Principe ten bedrage van 325 000 EUR. Deze steun is in overeenstemming met de doelstellingen van het nationale visserijbeleid, en meer bepaald met de behoeften van de Democratische Republiek Sao Tomé en Principe op het gebied van steun voor de ambachtelijke visserij en bestrijding van illegale visserij.

    2014/0115 (NLE)

    Voorstel voor een

    BESLUIT VAN DE RAAD

    betreffende de sluiting van het Protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Democratische Republiek Sao Tomé en Principe

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 2, juncto artikel 218, lid 6, onder a), en artikel 218, lid 7,

    Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

    Gezien de goedkeuring door het Europees Parlement[1],

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)       Op 23 juli 2007 heeft de Raad Verordening (EG) nr. 894/2007[2] betreffende de sluiting van een Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Democratische Republiek Sao Tomé en Principe en de Europese Gemeenschap vastgesteld (hierna de "overeenkomst" genoemd).

    (2)       Op 12 juli 2011 heeft de Raad Besluit 2011/420/EU[3] betreffende de sluiting van het Protocol[4] tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Democratische Republiek Sao Tomé en Principe aangenomen. Het bedoelde protocol beslaat een periode van drie jaar en verstrijkt op 12 mei 2014.

    (3)       De Unie heeft met de Democratische Republiek Sao Tomé en Principe onderhandeld over een nieuw protocol voor een periode van vier jaar, waarbij aan de vaartuigen van de Europese Unie vangstmogelijkheden worden geboden in de wateren waarover de Democratische Republiek Sao Tomé en Principe de soevereiniteit of de jurisdictie voor visserijaangelegenheden heeft.

    (4)       Dit nieuwe protocol is overeenkomstig Besluit 2014/../EU[5] ondertekend en wordt met ingang van de datum van ondertekening voorlopig toegepast.

    (5)       Het nieuwe protocol moet namens de Unie worden goedgekeurd.

    (6)       Bij de overeenkomst wordt een gemengde commissie opgericht die wordt belast met het toezicht op de toepassing van de overeenkomst. Voorts kan de gemengde commissie overeenkomstig het protocol bepaalde wijzigingen van het protocol goedkeuren. Om de goedkeuring van dergelijke wijzigingen te vergemakkelijken dient de Commissie er, onder bepaalde voorwaarden, toe te worden gemachtigd deze wijzigingen goed te keuren volgens een vereenvoudigde procedure,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Het tussen de Europese Unie en de Democratische Republiek Sao Tomé en Principe overeengekomen protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Democratische Republiek Sao Tomé en Principe, wordt namens de Unie goedgekeurd.

    De tekst van het protocol is opgenomen in bijlage I bij dit besluit.

    Artikel 2

    De voorzitter van de Raad verricht namens de Unie de in artikel 15 van het protocol bedoelde kennisgeving.

    Artikel 3

    De Commissie wordt er, overeenkomstig de bepalingen en voorwaarden van bijlage II bij dit besluit, toe gemachtigd om wijzigingen die door de gemengde commissie worden vastgesteld en in het protocol worden aangebracht, namens de Unie goed te keuren.

    Artikel 4

    Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

    Gedaan te Brussel,

                                                                           Voor de Raad

                                                                           De voorzitter

    [1]               PB C […] van […], blz. […].

    [2]               PB L 205 van 7 augustus 2007, blz. 35.

    [3]               PB L 188 van 19.7.2011, blz. 1.

    [4]               PB L 136 van 24.5.2011, blz. 5.

    [5]               PB L […] van […], blz. […].

    BIJLAGE I PROTOCOL tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Democratische Republiek Sao Tomé en Principe

    Artikel 1 Geldigheidsduur en vangstmogelijkheden

    1. De krachtens artikel 5 van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij aan de Europese Unie verleende vangstmogelijkheden worden voor een op de datum van voorlopige toepassing van het protocol ingaande periode van vier jaar vastgesteld voor de vangst van over grote afstanden trekkende soorten (soorten opgenomen in bijlage 1 bij het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties van 1982) met uitzondering van de door de ICCAT beschermde of verboden soorten.

    2. De vangstmogelijkheden worden toegewezen aan:

    (a) 28 vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen;

    (b) 6 vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug.

    3. Lid 1 is van toepassing behoudens de artikelen 5, 6, 7 en 8 van dit protocol.

    4. Overeenkomstig artikel 6 van de overeenkomst mogen vissersvaartuigen die de vlag van een lidstaat van de Europese Unie voeren, slechts visserijactiviteiten in de wateren van Sao Tomé en Principe uitoefenen indien daarvoor in het kader van dit protocol een machtiging (visvergunning) is afgegeven.

    Artikel 2 Financiële tegenprestatie - Betalingswijze

    1. De in artikel 7 van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij bedoelde financiële tegenprestatie wordt, voor de in artikel 1 bepaalde periode, vastgesteld op 2 805 000 EUR.

    2. De financiële tegenprestatie omvat:

    (a) een jaarlijks bedrag voor de toegang tot de EEZ van Sao Tomé en Principe van 385 000 EUR voor de eerste drie jaar en 350 000 EUR voor het vierde jaar, hetgeen overeenkomt met een referentietonnage van 7 000 ton per jaar, en

    (b) een specifiek bedrag van 325 000 EUR per jaar gedurende vier jaar voor de ondersteuning van de tenuitvoerlegging van het sectorale visserijbeleid van Sao Tomé en Principe.

    3. Lid 1 is van toepassing onverminderd de artikelen 3, 4, 5, 7 en 8 van dit protocol en de artikelen 12 en 13 van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij.

    4. De Europese Unie betaalt de in lid 1 bedoelde financiële tegenprestatie van 710 000 EUR per jaar gedurende de eerste drie jaar en van 675 000 EUR voor het vierde jaar, hetgeen overeenkomt met het totaal van de in lid 2, onder a) en b), bedoelde jaarlijkse bedragen.

    5. Indien de vaartuigen van de Europese Unie in de wateren van Sao Tomé en Principe in totaal meer dan het in punt 2 bedoelde referentietonnage vangen, wordt het totale bedrag van de jaarlijkse financiële tegenprestatie de eerste drie jaar met 55 EUR per extra ton en het vierde jaar met 50 EUR per extra ton verhoogd. De Europese Unie mag jaarlijks evenwel niet meer betalen dan het dubbele van het in lid 2, onder a), vermelde bedrag. Indien vaartuigen van de Europese Unie meer vangen dan de met het dubbele van het jaarlijkse totaalbedrag overeenstemmende hoeveelheid, wordt het voor de extra hoeveelheid verschuldigde bedrag het volgende jaar betaald.

    6. Voor het eerste jaar vindt de betaling uiterlijk negentig (90) dagen na de datum van voorlopige toepassing van het protocol plaats, en voor de volgende jaren uiterlijk op de verjaardag van het protocol.

    7. De benutting van de in lid 2, onder a), bedoelde financiële tegenprestatie is de exclusieve bevoegdheid van de autoriteiten van Sao Tomé en Principe.

    8. De in lid 2 van dit artikel bedoelde financiële tegenprestatie wordt overgemaakt op een rekening van het ministerie van Financiën bij de Centrale Bank van Sao Tomé en Principe en de in lid 2, onder b), bedoelde financiële tegenprestatie, die voor sectorale steun is bestemd, wordt ter beschikking van het directoraat Visserij gesteld. De gegevens van de bankrekening worden jaarlijks door de autoriteiten van Sao Tomé en Principe  aan de Commissie meegedeeld.

    Artikel 3 Bevordering van een duurzame en verantwoorde visserij in de wateren van Sao Tomé en Principe

    1. De partijen stellen uiterlijk drie (3) maanden na de inwerkingtreding van dit protocol in de in artikel 9 van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij bedoelde gemengde commissie een meerjarig sectoraal programma en de daarbij behorende uitvoeringsbepalingen vast, waarin het volgende is bepaald:

    (a) de op meerjarige en jaarbasis vastgestelde richtsnoeren voor het gebruik van het in artikel 2, lid 2, onder b), genoemde deel van de financiële tegenprestatie;

    (b) de doelstellingen die op meerjarige en jaarbasis moeten worden bereikt om op termijn tot een duurzame en verantwoorde visserij te komen, waarbij rekening wordt gehouden met de prioriteiten in het nationale visserijbeleid van Sao Tomé en Principe en andere beleidsterreinen die met de totstandbrenging van een duurzame en verantwoorde visserij verband houden of deze kunnen beïnvloeden, met name op het gebied van ambachtelijke visserij, toezicht, controle en de strijd tegen illegale, ongemelde en ongereglementeerde (IOO) visserij;

    (c) de criteria en de procedures voor de jaarlijkse beoordeling van de resultaten.

    2. Voorstellen tot wijziging van het meerjarige sectorale programma moeten door de partijen in de gemengde commissie worden goedgekeurd.

    3. De autoriteiten van Sao Tomé en Principe kunnen elk jaar besluiten een extra bedrag bovenop het in artikel 2, lid 2, onder b), bedoelde deel van de financiële tegenprestatie toe te wijzen aan de uitvoering van het meerjarenprogramma. Deze toewijzing moet uiterlijk twee (2) maanden vóór de verjaardag van het protocol aan de Europese Unie worden meegedeeld.

    4. Beide partijen verrichten elk jaar een beoordeling van de resultaten van de uitvoering van het meerjarige sectorale programma. Wanneer uit deze beoordeling blijkt dat de rechtstreeks uit het in artikel 2, lid 2, onder b), bedoelde deel van de financiële tegenprestatie gefinancierde doelstellingen niet op bevredigende wijze verwezenlijkt zijn, behoudt de Europese Commissie zich het recht voor om dit deel te herzien, om zodoende het bedrag dat is bestemd voor de uitvoering van het programma aan te passen aan de behaalde resultaten.

    Artikel 4 Wetenschappelijke samenwerking met het oog op verantwoorde visserij

    1. Beide partijen verbinden zich ertoe een verantwoorde visserij in de wateren van Sao Tomé en Principe te bevorderen zonder onderscheid te maken tussen de verschillende vloten die in die wateren aanwezig zijn.

    2. Gedurende de looptijd van dit protocol verbinden de Europese Unie en Sao Tomé en Principe zich ertoe om samen te werken bij het toezicht op de toestand van de visbestanden in de visserijzone van Sao Tomé en Principe.

    3. Beide partijen verbinden zich ertoe in de Centraal-Afrikaanse regio de samenwerking op het gebied van verantwoorde visserij te bevorderen. Beide partijen verbinden zich ertoe de aanbevelingen en resoluties van de Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen (ICCAT) in acht te nemen.

    4. Overeenkomstig artikel 4 van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij plegen de partijen, op basis van de aanbevelingen en de resoluties van de ICCAT en het beste beschikbare wetenschappelijke advies, overleg in de in artikel 9 van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij bedoelde gemengde commissie om maatregelen voor een duurzaam beheer van de onder dit protocol vallende visbestanden vast te stellen die van belang zijn voor de activiteiten van de EU-vaartuigen.

    Artikel 5 Herziening, in onderlinge overeenstemming, van de vangstmogelijkheden en technische maatregelen

    1. De in artikel 1 bedoelde vangstmogelijkheden kunnen in onderlinge overeenstemming worden herzien, mits de door de ICCAT vastgestelde aanbevelingen en resoluties bevestigen dat deze herziening het duurzame beheer van de onder dit protocol vallende visbestanden verzekert. De in artikel 2, lid 2, onder a), bedoelde financiële tegenprestatie wordt dan evenredig herzien pro rata temporis. Het door de Europese Unie betaalde jaarlijkse totaalbedrag van de financiële tegenprestatie mag evenwel niet meer bedragen dan het dubbele van het in artikel 2, lid 2, onder a), genoemde bedrag.

    2. Zo nodig kan de gemengde commissie de bepalingen inzake de voorwaarden voor de uitoefening van de visserij en de voorwaarden voor de toepassing van het onderhavige protocol en de bijlage daarbij onderzoeken en in onderling overleg aanpassen.

    Artikel 6 Nieuwe vangstmogelijkheden

    1. De autoriteiten van Sao Tomé en Principe kunnen de Europese Unie vragen de mogelijkheid tot bevissing van niet onder dit protocol vallende visbestanden in overweging te nemen op basis van de resultaten van een wetenschappelijke campagne waarbij rekening wordt gehouden met de beste wetenschappelijke adviezen die zijn gevalideerd door wetenschappelijke deskundigen van beide partijen.

    2. In het licht van die resultaten en indien de Europese Unie belangstelling toont voor die bevissing, plegen beide partijen overleg in de gemengde commissie vóór de autoriteiten van Sao Tomé en Principe beslissen de machtiging al dan niet te verlenen. Zo nodig spreken de partijen voorwaarden voor deze nieuwe vangstmogelijkheden af en passen zij dit protocol en de bijlage ervan aan.

    Artikel 7 Schorsing en herziening van de betaling van de financiële tegenprestatie

    1. De financiële tegenprestatie als bedoeld in artikel 2, lid 2, onder a) en b), kan worden herzien of geschorst wanneer zich één of meer van de onderstaande omstandigheden voordoen:

    (a) abnormale omstandigheden, zoals gedefinieerd in artikel 2, onder h), van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij, waardoor in de EEZ van Sao Tomé en Principe geen visserijactiviteiten kunnen plaatsvinden;

    (b) wanneer één van beide partijen ten gevolge van ingrijpende wijzigingen in de vaststelling en uitvoering van het visserijbeleid dat tot de sluiting van dit protocol heeft geleid, verzoekt om de herziening van deze bepalingen met het oog op de eventuele wijziging ervan;

    (c) indien een schending wordt geconstateerd van de essentiële en fundamentele elementen van de mensenrechten als bedoeld in artikel 9 van de Overeenkomst van Cotonou en naar aanleiding van de procedure van de artikelen 8 en 96 van die overeenkomst.

    2. De Europese Unie behoudt zicht het recht voor om de betaling van de in artikel 2, lid 2, onder b), bedoelde specifieke financiële tegenprestatie geheel of gedeeltelijk te schorsen:

    (a) wanneer bij een door de gemengde commissie uitgevoerde evaluatie blijkt dat de bereikte resultaten niet met de programmering overeenkomen;

    (b) in geval van niet-benutting van deze financiële tegenprestatie.

    3. De betaling van de financiële tegenprestatie wordt hervat nadat beide partijen overeenstemming hebben bereikt over het herstel van de aan de in lid 1 genoemde gebeurtenissen voorafgaande situatie en/of wanneer de resultaten van de in lid 2 bedoelde financiële uitvoering dat rechtvaardigen.  De in artikel 2, lid 2, onder b), bedoelde specifieke financiële tegenprestatie kan evenwel slechts worden betaald tot uiterlijk zes (6) maanden na het verstrijken van het protocol.

    Artikel 8 Schorsing van de tenuitvoerlegging van het protocol

    1. De toepassing van dit protocol kan worden geschorst op initiatief van één van beide partijen als zich een of meer van de volgende situaties voordoen:

    (a) abnormale omstandigheden, zoals gedefinieerd in artikel 2, onder h), van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij, waardoor in de EEZ van Sao Tomé en Principe geen visserijactiviteiten kunnen plaatsvinden;

    (b) wanneer één van beide partijen ten gevolge van ingrijpende wijzigingen in de vaststelling en uitvoering van het visserijbeleid dat tot de sluiting van dit protocol heeft geleid, verzoekt om de herziening van deze bepalingen met het oog op de eventuele wijziging ervan;

    (c) indien een van de partijen een schending constateert van de essentiële en fundamentele elementen van de mensenrechten als bedoeld in artikel 9 van de Overeenkomst van Cotonou en naar aanleiding van de procedure van de artikelen 8 en 96 van die overeenkomst;

    (d) als de Europese Unie de in artikel 2, lid 2, onder a), bedoelde financiële tegenprestatie  om andere dan de in artikel 8 van dit protocol genoemde redenen niet betaalt;

    (e) wanneer tussen beide partijen een geschil ontstaat over de toepassing of de interpretatie van dit protocol.

    2. De toepassing van dit protocol kan worden geschorst op initiatief van één van beide partijen wanneer het geschil tussen de partijen niet kon worden opgelost in het kader van het overleg in de gemengde commissie.

    3. De toepassing van het protocol kan pas worden geschorst indien de betrokken partij haar voornemen hiertoe schriftelijk en ten minste drie (3) maanden vóór de datum van inwerkingtreding van de schorsing meldt.

    4. Bij schorsing blijven de partijen in onderling overleg streven naar een minnelijke schikking van het geschil. Wanneer zij hierin slagen, wordt de toepassing van het protocol hervat en wordt het bedrag van de financiële tegenprestatie evenredig en pro rata temporis verlaagd overeenkomstig de duur van de periode waarin de toepassing van het protocol was geschorst.

    Artikel 9 Geldend nationaal recht

    1. De activiteiten van de vissersvaartuigen van de Europese Unie die in de wateren van Sao Tomé en Principe actief zijn, ressorteren onder het recht van Sao Tomé en Principe, tenzij daarover anders is bepaald in de partnerschapsovereenkomst inzake visserij of in dit protocol en de daarbij horende bijlage en aanhangsels.

    2. De autoriteiten van Sao Tomé en Principe informeren de Europese Commissie over iedere wetswijziging of nieuwe wetgeving op het gebied van de visserij.

    3. De Europese Commissie stelt de autoriteiten van Sao Tomé en Principe in kennis van iedere wetswijziging of nieuwe wetgeving in verband met de visserijactiviteiten van de verre vloot van de Europese Unie.

    Artikel 10 Informatisering van de uitwisseling van gegevens

    1. Sao Tomé en Principe en de Europese Unie verbinden zich ertoe zo spoedig mogelijk de informaticasystemen in te voeren die nodig zijn voor de elektronische uitwisseling van alle met de uitvoering van de overeenkomst verband houdende informatie en documenten.

    2. De elektronische versie van een document wordt als volledig gelijkwaardig aan de papieren versie beschouwd.

    3. Sao Tomé en Principe en de Europese Unie stellen elkaar onmiddellijk in kennis van iedere storing van een informaticasysteem. De met de uitvoering van de overeenkomst verband houdende informatie en documenten worden dan automatisch vervangen door de papieren versie.

    Artikel 11 Vertrouwelijkheid van de gegevens

    1. Sao Tomé en Principe en de Europese Unie zien erop toe dat alle in het kader van de overeenkomst verkregen nominatieve gegevens over de EU-vaartuigen en hun visserijactiviteiten te allen tijde strikt worden behandeld overeenkomstig de beginselen van vertrouwelijkheid en bescherming van gegevens.

    2. Beide partijen zien erop toe dat alleen de geaggregeerde gegevens over de visserijactiviteiten in de wateren van Sao Tomé en Principe openbaar worden gemaakt overeenkomstig de ter zake geldende ICCAT-bepalingen. Gegevens die als vertrouwelijk kunnen worden beschouwd, mogen door de bevoegde autoriteiten uitsluitend worden gebruikt voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst en voor visserijbeheer, -controle en -bewaking.

    Artikel 12 Looptijd

    Dit protocol en de bijlage daarbij zijn van toepassing voor een periode van 4 jaar vanaf de voorlopige toepassing overeenkomstig de artikelen 14 en 15, tenzij zij overeenkomstig artikel 13 worden opgezegd.

    Artikel 13 Opzegging

    1. In geval van opzegging van dit protocol stelt de betrokken partij de andere partij ten minste zes (6) maanden vóór de datum waarop de opzegging in werking treedt, schriftelijk in kennis van haar voornemen om het protocol op te zeggen.

    2. Door de kennisgeving als bedoeld in lid 1 te versturen wordt het overleg tussen de partijen geopend.

    Artikel 14 Voorlopige toepassing

    Het protocol is voorlopig van toepassing vanaf de datum van de ondertekening ervan, en op zijn vroegst op 13 mei 2014.

    Artikel 15 Inwerkingtreding

    Het onderhavige protocol en de bijlage erbij treden in werking op de datum waarop de partijen elkaar de voltooiing van de in dit verband te volgen procedures hebben gemeld.

    BIJLAGE BIJ HET PROTOCOL

    VOORWAARDEN VOOR DE UITOEFENING VAN DE VISSERIJ DOOR VAARTUIGEN VAN DE EUROPESE UNIE IN DE VISSERIJZONE VAN SAO TOMÉ EN PRINCIPE

    Hoofdstuk I - Formaliteiten voor het aanvragen en het afgeven van vismachtigingen

    Afdeling 1 Vismachtigingen

    Voorwaarden voor de afgifte van een vismachtiging

    1. Alleen daarvoor in aanmerking komende vaartuigen kunnen een vismachtiging (visvergunning) krijgen voor de visserijzone van Sao Tomé en Principe.

    2. Een vaartuig komt slechts voor een machtiging in aanmerking als voor de reder, de kapitein en het vaartuig zelf geen verbod tot uitoefening van de visserij in de wateren van Sao Tomé en Principe geldt. Zij mogen bij Sao Tomé en Principe geen verplichtingen hebben uitstaan uit hoofde van eerdere visserijactiviteiten in het kader van de met de Europese Unie gesloten visserijovereenkomsten. Verder moeten zij zich houden aan het bepaalde in Verordening (EG) nr. 1006/2008[1] inzake vismachtigingen.

    3. Vaartuigen van de Europese Unie waarvoor een vismachtiging wordt aangevraagd, mogen worden vertegenwoordigd door een in Sao Tomé en Principe verblijvende agent. De naam en het adres van deze agent mogen in de vismachtigingsaanvraag worden vermeld.

    Aanvraag van een vismachtiging

    4. De bevoegde autoriteiten van de Europese Unie dienen ten minste vijftien (15) werkdagen vóór het begin van de aangevraagde geldigheidsduur bij het voor visserij bevoegde ministerie van Sao Tomé en Principe elektronisch een aanvraag in voor elk vaartuig dat op grond van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij wil vissen, met een kopie aan de delegatie van de Europese Unie in Gabon. De originelen worden rechtstreeks door de bevoegde autoriteiten van de Europese Unie aan Sao Tomé en Principe toegezonden met een kopie aan de delegatie van de Europese Unie in Gabon.

    5. Voor het indienen van de aanvragen bij het voor visserij bevoegde ministerie wordt gebruikgemaakt van het formulier volgens het model in aanhangsel 1.

    6. Elke machtigingsaanvraag gaat vergezeld van de volgende documenten:

    – het bewijs van betaling van het forfaitaire voorschot voor de geldigheidsduur van de vismachtiging,

    – een recente kleurenfoto van het vaartuig (zijaanzicht).

    7. Het bedrag van de visrechten wordt overgemaakt op de door de autoriteiten van Sao Tomé en Principe opgegeven rekening als vermeld in artikel 2, lid 8, van het protocol.

    8. De visrechten omvatten alle nationale en lokale belastingen, met uitzondering van havenbelastingen en kosten voor dienstverlening.

    Afgifte van de vismachtiging

    9. De vismachtigingen voor alle vaartuigen worden, uiterlijk 15 werkdagen na de datum van ontvangst van alle in punt 6 bedoelde documenten, door het voor visserij bevoegde ministerie van Sao Tomé en Principe aan de reders of hun vertegenwoordigers afgegeven via de delegatie van de Europese Unie in Gabon. Teneinde de mogelijkheid om in het gebied te vissen niet te vertragen, wordt terzelfder tijd langs elektronische weg een kopie van de vismachtiging aan de reders toegezonden. Die kopie mag gedurende een periode van maximaal 60 dagen na de datum van afgifte van de vergunning worden gebruikt. Gedurende die periode wordt de kopie als gelijkwaardig aan het origineel beschouwd.

    10. De vismachtiging wordt afgegeven voor een bepaald vaartuig en is niet overdraagbaar.

    11. Wanneer wordt geconstateerd dat er sprake is van overmacht, kan de vismachtiging van een bepaald vaartuig op verzoek van de Europese Unie worden vervangen door een nieuwe vismachtiging op naam van een ander vaartuig van dezelfde categorie als het te vervangen vaartuig, zonder dat hiervoor nieuwe visrechten moeten worden betaald. In dit geval worden de totale vangsten van beide vaartuigen in aanmerking genomen voor het bepalen van eventuele aanvullende betalingen.

    12. De reder van het te vervangen vaartuig of diens vertegenwoordiger zendt de geannuleerde vismachtiging via de delegatie van de Europese Unie in Gabon terug aan het voor visserij bevoegde ministerie van Sao Tomé en Principe.

    13. De nieuwe vismachtiging gaat in op de datum waarop de geannuleerde vismachtiging is teruggezonden aan het voor visserij bevoegde ministerie van Sao Tomé en Principe. De delegatie van de Europese Unie in Gabon wordt van de overdracht van de vismachtiging in kennis gesteld.

    14. Onverminderd de bepalingen in punt 9 van deze afdeling wordt de vismachtiging permanent aan boord bewaard.

    Afdeling 2 Voorwaarden betreffende de vismachtiging – visrechten en voorschotten

    1.           De vismachtigingen zijn een jaar geldig.

    2.           De visrechten voor vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen en vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug worden per ton in de visserijzone van Sao Tomé en Principe gevangen vis als volgt vastgesteld:

    55 EUR in het eerste en tweede jaar van toepassing;

    60 EUR in het derde jaar van toepassing;

    70 EUR in het vierde jaar van toepassing.

    3.           De vismachtigingen worden afgegeven na betaling van de volgende forfaitaire bedragen aan de bevoegde nationale autoriteiten:

    -         voor vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen:

    -           6 930 EUR per vaartuig, wat overeenkomt met de visrechten voor een vangst van 126 ton per jaar in het eerste en tweede jaar van toepassing van het protocol,

    -           6 960 EUR per vaartuig, wat overeenkomt met de visrechten voor een vangst van 116 ton per jaar in het derde jaar van toepassing van het protocol,

    -           7 000 EUR per vaartuig, wat overeenkomt met de visrechten voor een vangst van 100 ton per jaar in het vierde jaar van toepassing van het protocol;

    -        voor vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug:

    -           2 310 EUR per vaartuig, wat overeenkomt met de visrechten voor een vangst van 42 ton per jaar in het eerste en tweede jaar van toepassing van het protocol,

    -           2 310 EUR per vaartuig, wat overeenkomt met de visrechten voor een vangst van 38,5 ton per jaar in het derde jaar van toepassing van het protocol,

    -           2 310 EUR per vaartuig, wat overeenkomt met de visrechten voor een vangst van 33 ton per jaar in het vierde jaar van toepassing van het protocol.

    4.           De afrekening van de voor een jaar n verschuldigde visrechten wordt uiterlijk zestig (60) dagen na de verjaardag van het protocol van het jaar n+1 door de Europese Commissie opgemaakt aan de hand van de door de reders opgestelde vangstaangiften die zijn bevestigd door de voor de verificatie van de vangstgegevens bevoegde wetenschappelijke instellingen van de lidstaten, zoals het Institut de Recherche pour le Développement (IRD), het Instituto Español de Oceanografia (IEO) en het Instituto Português do Mar e da Atmosfera (IPMA), via de delegatie van de Europese Unie in Gabon.

    5.           Deze afrekening wordt tezelfdertijd aan het voor visserij bevoegde ministerie van Sao Tomé en Principe en aan de reders toegezonden.

    6.           Uiterlijk drie (3) maanden na de verjaardag van het protocol van het jaar n+1 maken de reders eventuele extra bedragen (de betaling, berekend op het in lid 2 van de onderhavige afdeling vermelde bedrag per ton (55, 60 of 70 EUR, afhankelijk van het jaar) voor vangsten boven de in lid 4 van deze afdeling vermelde tonnages) ten gunste van de bevoegde nationale autoriteiten van Sao Tomé en Principe over op de in dit hoofdstuk, afdeling 1, lid 7, bedoelde rekening.

    7.           Als het bedrag van de definitieve afrekening evenwel kleiner is dan het in punt 3 van deze afdeling bedoelde voorschot, wordt het verschil niet aan de reder terugbetaald.

    Hoofdstuk II - Visserijzones

    1.           De vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen en de vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug die in het kader van dit protocol in de wateren van Sao Tomé en Principe vissen, mogen hun visserijactiviteiten uitoefenen in de wateren buiten 12 zeemijl, gemeten vanaf de basislijnen.

    2.           De coördinaten van de exclusieve economische zone van Sao Tomé en Principe zijn die in de kennisgeving van Sao Tomé en Principe aan de Verenigde Naties van 7 mei 1998[2].

    3.           Zonder onderscheid is elke visserijactiviteit in de voor gezamenlijke exploitatie door Sao Tomé en Principe en Nigeria bestemde zone, die wordt begrensd door de in aanhangsel 3 vermelde coördinaten, verboden.

    Hoofdstuk III – TOEZICHT EN CONTROLE

    Afdeling 1 Regeling voor de registratie van vangstgegevens

    1.           De kapitein van elk vaartuig dat in het kader van dit protocol in de wateren van Sao Tomé en Principe vist, moet zijn vangsten aangeven bij het voor visserij bevoegde ministerie van Sao Tomé en Principe met het oog op de controle van de gevangen hoeveelheden, die door de bevoegde wetenschappelijke instellingen volgens de in hoofdstuk I, afdeling 2, punt 4, van deze bijlage bedoelde procedure worden gevalideerd. De vangsten worden als volgt aangegeven:

    1.1     De vaartuigen van de Europese Unie die in het kader van dit protocol actief zijn in de wateren van Sao Tomé en Principe, vullen, volledig in overeenstemming met de logboekgegevens, de vangstaangifte in waarvan het model in aanhangsel 2 is opgenomen. Een kopie daarvan wordt, bij voorkeur per e-mail, elke week en bij het verlaten van de visserijzone van Sao Tomé en Principe toegezonden aan het visserijcontrolecentrum (VCC) van Sao Tomé en Principe.

    1.2     De kapitein van het vaartuig verstuurt uiterlijk 14 dagen na het einde van de aanlanding van de betrokken reis kopieën van het logboek naar het voor visserij bevoegde ministerie van Sao Tomé en Principe, alsook aan de in hoofdstuk I, afdeling 2, punt 4, vermelde wetenschappelijke instituten.

    2.           De kapitein noteert elke dag de gevangen en aan boord gehouden hoeveelheid van elke soort (die wordt aangeduid met de FAO-drielettercode) in de vangstaangifte, uitgedrukt in kilogram levend gewicht, of in voorkomend geval, in aantal exemplaren. Voor de belangrijkste soorten vermeldt de kapitein ook de nulvangsten. De kapitein noteert elke dag ook de teruggegooide hoeveelheden van elke soort in de vangstaangifte, uitgedrukt in kilogram levend gewicht of, in voorkomend geval, in aantal exemplaren.

    3.           De vangstaangiften worden leesbaar ingevuld en worden door de kapitein van het vaartuig ondertekend.

    4.           Wanneer de bepalingen van dit hoofdstuk niet worden nageleefd, kan de regering van Sao Tomé en Principe de vismachtiging van het betrokken vaartuig schorsen totdat de formaliteit is vervuld en ten aanzien van de reder van het vaartuig de sanctie toepassen waarin door de regelgeving van Sao Tomé en Principe is voorzien. De Europese Commissie en de betrokken vlaggenlidstaat worden hierover onverwijld ingelicht.

    5.           Beide partijen verklaren bereid te zijn over te schakelen naar een systeem voor elektronische vangstaangiften dat is gebaseerd op de in aanhangsel 5 beschreven technische kenmerken. De partijen spreken af om de methode voor de elektronische doorzending samen te bepalen met als doel het systeem met ingang van 1 juli 2015 operationeel te maken.

    Afdeling 2 Mededeling van de vangsten: binnenvaren en verlaten van de wateren van Sao Tomé en Principe

    1.           De vaartuigen van de Europese Unie die in het kader van dit protocol in de wateren van Sao Tomé en Principe actief zijn, stellen de  bevoegde autoriteiten van Sao Tomé en Principe ten minste zes (6) uur van tevoren in kennis van hun voornemen om de wateren van Sao Tomé en Principe binnen te varen of te verlaten.

    2.           Wanneer het vaartuig zijn voornemen om de EEZ van Sao Tomé en Principe binnen te varen/te verlaten meedeelt, moeten de vaartuigen onverminderd het bepaalde in afdeling 2 terzelfder tijd ook hun positie en de reeds aan boord aanwezige vangsten, geïdentificeerd door hun FAO-drielettercode, uitgedrukt in kilogram levend gewicht of, in voorkomend geval, in aantal stuks, meedelen. Deze mededelingen moeten per e-mail of per fax worden toegezonden aan de door de autoriteiten van Sao Tomé en Principe meegedeelde adressen.

    3.           Vaartuigen die bij de uitoefening van visserijactiviteiten worden betrapt, terwijl zij hun aanwezigheid niet bij de bevoegde autoriteit van Sao Tomé en Principe hebben gemeld, worden beschouwd als vaartuigen zonder vismachtiging en worden behandeld volgens het nationale recht.

    4.           Het e-mailadres, de fax- en telefoonnummers en de radiocoördinaten worden bij de vismachtiging gevoegd.

    Afdeling 3 Overlading en aanlanding

    1            Vaartuigen van de Europese Unie die in het kader van dit protocol in de wateren van Sao Tomé en Principe vissen, en die hun vangsten in deze wateren willen overladen, doen dat in een haven van Sao Tomé en Principe.

    De reders van die vaartuigen of hun vertegenwoordiger die willen aanlanden of overladen, stellen de bevoegde autoriteiten van Sao Tomé en Principe ten minste 24 uur van tevoren in kennis van:

    de naam van de vissersvaartuigen waaruit wordt overgeladen of aangeland;

    de naam van het vrachtschip waarop wordt overgeladen;

    de over te laden of aan te landen hoeveelheid (in ton) van elke soort;

    de dag waarop het overladen of het aanlanden plaatsvindt;

    de bestemming van de overgeladen of aangelande vangsten.

    2.           Overladingen zijn slechts toegestaan in de volgende zones: Fernão Dias, Neves, Ana Chaves.

    3.           Het overladen of aanlanden staat gelijk aan het verlaten van de wateren van Sao Tomé en Principe. Het betrokken vaartuig is derhalve verplicht de vangstaangiften bij de bevoegde autoriteiten van Sao Tomé en Principe in te dienen en deze autoriteiten op de hoogte te brengen van zijn voornemen om de visserij voort te zetten of de wateren van Sao Tomé en Principe te verlaten.

    4.           Overladen of aanlanden op een andere dan de hierboven beschreven wijze is niet toegestaan in de wateren van Sao Tomé en Principe. Overtredingen worden bestraft met de sancties waarin de geldende regelgeving van Sao Tomé en Principe voorziet.

    Afdeling 4 Satellietvolgsysteem voor vaartuigen (VMS)

    1.         Positieberichten van vaartuigen – VMS-systeem

    Tijdens hun aanwezigheid in de visserijzone van Sao Tomé en Principe moeten de vaartuigen van de Europese Unie die over een visvergunning beschikken, zijn uitgerust met een satellietvolgsysteem (Vessel Monitoring System – VMS) dat hun positie automatisch en permanent (om het uur) meedeelt aan het visserijcontrolecentrum (VCC) van hun vlaggenstaat.

    Elk positiebericht moet het volgende bevatten:

    a) de identificatiegegevens van het vaartuig;

    b) de laatste geografische positie van het vaartuig (lengtegraad, breedtegraad), met een foutenmarge van minder dan 100 meter en een betrouwbaarheidsinterval van 99 %;

    c) de datum en het tijdstip van de registratie van de positie;

    d) de snelheid en de vaarrichting van het vaartuig.

    Elk bericht moet zijn opgesteld volgens het model in aanhangsel 4 bij deze bijlage.

    De eerste positie die na het binnenvaren van de visserijzone van Sao Tomé en Principe wordt geregistreerd, wordt aangeduid met de code "ENT". Alle daaropvolgende posities worden aangeduid met de code "POS", met uitzondering van de eerste na het verlaten van de visserijzone van Sao Tomé en Principe geregistreerde positie, die wordt aangeduid met de code "EXI".

    Het VCC van de vlaggenstaat zorgt ervoor dat de positieberichten automatisch worden verwerkt en, in voorkomend geval, elektronisch worden doorgestuurd. De positieberichten moeten op een beveiligde manier worden geregistreerd en drie jaar lang worden bewaard.

    2.         Versturen van positieberichten bij uitval van het VMS-systeem

    De kapitein ziet erop toe dat het VMS-systeem van zijn vaartuig altijd volledig operationeel is en dat de positieberichten correct worden verstuurd aan het VCC van de vlaggenstaat.

    Bij uitval wordt het VMS-systeem van het vaartuig binnen 10 dagen hersteld of vervangen. Na verstrijking van deze termijn zonder herstelling of vervanging mag het vaartuig niet langer in de visserijzone van Sao Tomé en Principe vissen.

    Vaartuigen die in de visserijzone van Sao Tomé en Principe vissen en waarvan het VMS-systeem defect is, sturen hun positieberichten ten minste om de vier uur per e-mail, per radio of per fax door aan het VCC van de vlaggenstaat, met opgave van alle verplichte gegevens.

    3.         Beveiligde verzending van de positieberichten aan Sao Tomé en Principe

    Het VCC van de vlaggenstaat stuurt de positieberichten van de betrokken vaartuigen automatisch door aan het VCC van Sao Tomé en Principe. Het VCC van de vlaggenstaat en het VCC van Sao Tomé en Principe wisselen hun e-mailadres uit en stellen elkaar onverwijld in kennis van elke wijziging daarvan.

    De transmissie van de positieberichten tussen de VCC's van de vlaggenstaat en Sao Tomé en Principe gebeurt elektronisch via een beveiligd communicatiesysteem.

    Het VCC van Sao Tomé en Principe stelt het VCC van de vlaggenstaat en de EU onmiddellijk in kennis van elke onderbreking in de ontvangst van de opeenvolgende positieberichten van een vaartuig met een visvergunning dat niet heeft gemeld dat het de visserijzone zou verlaten.

    4.         Slechte werking van het communicatiesysteem

    Sao Tomé en Principe verzekert zich ervan dat zijn elektronische uitrusting compatibel is met die van het VCC van de vlaggenstaat en stelt de EU onverwijld in kennis van elk probleem bij de transmissie en de ontvangst van positieberichten, met het oog op een zo spoedig mogelijke technische oplossing.

    De kapitein wordt verantwoordelijk geacht voor iedere bewezen manipulatie van het VMS-systeem van het vaartuig die tot doel heeft de werking ervan te verstoren of de positieberichten te vervalsen. Inbreuken worden bestraft met de in de geldende wetgeving van Sao Tomé en Principe vastgestelde sancties.

    5.         Herziening van de frequentie van de positieberichten

    Op basis van gefundeerde aanwijzingen voor een overtreding kan Sao Tomé en Principe het VCC van de vlaggenstaat, met kopie aan de Europese Unie, verzoeken het interval voor het versturen van de positieberichten van een vaartuig voor een bepaalde onderzoeksperiode te beperken tot dertig minuten. Sao Tomé en Principe legt deze stavingselementen onmiddellijk over aan het VCC van de vlaggenstaat en aan de Europese Unie. Het VCC van de vlaggenstaat stuurt de positieberichten onmiddellijk volgens de nieuwe frequentie door naar Sao Tomé en Principe.

    Wanneer de onderzoeksperiode afloopt, stelt Sao Tomé en Principe het VCC van de vlaggenstaat en de Europese Unie onmiddellijk van dit feit in kennis; vervolgens stelt het land dit VCC en de Europese Unie in kennis van het vervolg dat in voorkomend geval aan het onderzoek wordt gegeven.

    Hoofdstuk IV – Aanmonstering van zeelieden

    1.           De reders van vaartuigen voor de tonijnvisserij en vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug nemen onderdanen van de ACS-landen in dienst onder de hierna vastgestelde voorwaarden en binnen de volgende grenzen:

    -        op de vloot van vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen moet ten minste 20 % van de zeelieden die tijdens het seizoen waarin in de visserijzone van derde landen op tonijn wordt gevist, worden aangemonsterd, afkomstig zijn uit Sao Tomé en Principe of eventueel uit een ACS-land;

    -        op de vloot van vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug moet ten minste 20 % van de zeelieden die tijdens het seizoen waarin in de visserijzone van derde landen wordt gevist, worden aangemonsterd, afkomstig zijn uit Sao Tomé en Principe of eventueel uit een ACS-land;

    2.           De reders spannen zich in om bovenop dit aantal nog meer zeelieden uit Sao Tomé en Principe in dienst te nemen.

    3.           De reders kiezen de op hun vaartuigen aan te monsteren zeelui vrij uit op basis van een lijst van geschikte en gekwalificeerde zeelui, die beschikbaar is bij de autoriteiten van Sao Tomé en Principe en bij de vertegenwoordigers van de reders.

    4.           De reder of diens vertegenwoordiger deelt aan de bevoegde autoriteit van Sao Tomé en Principe de namen van de op het betrokken vaartuig aangemonsterde zeelui mee, met vermelding van hun inschrijving op de bemanningslijst.

    5.           De verklaring van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) over de fundamentele beginselen en rechten op het werk is van rechtswege van toepassing op zeelieden die zijn aangemonsterd op vaartuigen van de Europese Unie. Het gaat daarbij met name om de vrijheid van vereniging, de effectieve erkenning van het recht op collectieve onderhandeling van werknemers en de bestrijding van discriminatie op het gebied van werk en beroep.

    6.           De arbeidsovereenkomsten van de zeelieden uit Sao Tomé en Principe en de ACS-landen, waarvan het ministerie van Arbeid, het ministerie van Visserij en de ondertekenende partijen een afschrift ontvangen, worden gesloten tussen de vertegenwoordiger(s) van de reders en de zeelieden en/of hun vakverenigingen of vertegenwoordigers. Die overeenkomsten garanderen de zeelieden de aansluiting bij de socialezekerheidsregeling die op hen van toepassing is, overeenkomstig het geldende recht, met inbegrip van een levens-, ziekte- en ongevallenverzekering.

    7.           Het loon van de zeelieden komt ten laste van de reder. Het loon wordt vastgesteld in onderling overleg tussen de reders of hun vertegenwoordigers en de zeelieden en/of hun vakverenigingen of hun vertegenwoordigers. De bezoldigingsvoorwaarden van de zeelieden mogen evenwel niet ongunstiger zijn dan die welke worden toegepast voor bemanningen uit hun land, en mogen in geen geval ongunstiger zijn dan de IAO-normen.

    8.           Alle op de vaartuigen van de Europese Unie aangemonsterde zeelieden moeten zich daags vóór de afgesproken datum van aanmonstering melden bij de kapitein van het aangewezen vaartuig. Als de zeeman zich niet op de voor de aanmonstering vastgestelde datum en tijd meldt, wordt de reder automatisch ontheven van zijn plicht die zeeman aan te monsteren.

    Hoofdstuk V - Waarnemers

    1.           De vaartuigen van de Europese Unie die in het kader van dit protocol in de wateren van Sao Tomé en Principe vissen, nemen overeenkomstig de onderstaande bepalingen waarnemers aan boord die zijn aangewezen door het ministerie van Visserij van Sao Tomé en Principe.

    1.1     Op verzoek van de bevoegde autoriteiten van Sao Tomé en Principe nemen de vaartuigen van de Europese Unie een door deze autoriteit aangewezen waarnemer aan boord, die de in de wateren van Sao Tomé en Principe gedane vangsten moet controleren.

    1.2     De bevoegde autoriteiten van Sao Tomé en Principe stellen de lijst vast van de vaartuigen die zijn aangewezen om een waarnemer aan boord te nemen, alsmede de lijst van de waarnemers die zijn aangewezen om aan boord te gaan. Deze lijsten worden geactualiseerd. Zij worden meteen na de opstelling ervan en vervolgens, als zij zijn bijgewerkt, om de drie (3) maanden aan de Europese Commissie meegedeeld.

    1.3     Bij de afgifte van de vismachtiging of uiterlijk 15 dagen vóór de datum waarop de waarnemer aan boord moet gaan, delen de bevoegde autoriteiten van Sao Tomé en Principe, bij voorkeur per e-mail, aan de delegatie van de Europese Unie in Gabon en aan de betrokken reders  de naam van de waarnemer mee die is aangewezen om aan boord te gaan van het desbetreffende vaartuig.

    2.           De waarnemer blijft gedurende één visreis aan boord. Op uitdrukkelijk verzoek van de bevoegde autoriteiten van Sao Tomé en Principe kan de periode aan boord, naargelang van de verwachte gemiddelde duur van de visreizen voor een bepaald vaartuig, evenwel over meerdere visreizen worden gespreid. Een dergelijk verzoek wordt door de bevoegde autoriteit gedaan bij de opgave van de naam van de waarnemer die is aangewezen om aan boord van het desbetreffende vaartuig te gaan.

    3.           De voorwaarden voor het aan boord nemen van de waarnemer worden door de reder of diens vertegenwoordiger en de bevoegde autoriteit in onderling overleg vastgesteld.

    4.           De waarnemer gaat aan en van boord in een door de reder gekozen haven. De waarnemer gaat aan boord aan het begin van de eerste visreis die na de mededeling van de lijst van aangewezen vaartuigen plaatsvindt in de wateren van Sao Tomé en Principe.

    5.           De betrokken reders krijgen twee weken de tijd om de data en de havens in de subregio te melden die voor het aan en van boord gaan van de waarnemers zijn vastgesteld, met dien verstande dat deze melding ten minste tien dagen van tevoren plaatsvindt.

    6.           Indien de waarnemer in een land buiten Sao Tomé en Principe aan boord gaat, zijn de reiskosten van de waarnemer voor rekening van de reder. Als een vaartuig dat een waarnemer aan boord heeft, de visserijzone van Sao Tomé en Principe verlaat, wordt alles in het werk gesteld om ervoor te zorgen dat de waarnemer zo spoedig mogelijk op kosten van de reder  kan terugkeren.

    7.           Als de waarnemer zich binnen twaalf uur na het afgesproken tijdstip nog niet op de afgesproken plaats heeft gemeld, is de reder automatisch ontheven van zijn verplichting om hem aan boord te nemen.

    8.           De waarnemer wordt aan boord als een officier behandeld. Wanneer het vaartuig zich in de wateren van Sao Tomé en Principe bevindt, verricht hij de volgende taken:

    8.1     hij observeert de visserijactiviteiten van de vaartuigen;

    8.2     hij controleert de positie van de vaartuigen die bij visserijactiviteiten betrokken zijn;

    8.3     hij noteert welk vistuig wordt gebruikt;

    8.4     hij controleert de in het logboek opgenomen gegevens over de vangsten die in de wateren van Sao Tomé en Principe zijn gedaan;

    8.5     hij controleert de percentages van de bijvangsten en schat de hoeveelheden teruggegooide verhandelbare vis;

    8.6     hij deelt aan zijn bevoegde autoriteit met alle geschikte middelen de visserijgegevens mee, waaronder de aan boord aanwezige hoeveelheden hoofd- en bijvangst.

    9.           De kapitein neemt binnen de grenzen van zijn bevoegdheid de nodige maatregelen om de fysieke en morele veiligheid van de waarnemer bij de uitoefening van zijn taken te garanderen.

    10          De waarnemer krijgt alle faciliteiten die nodig zijn voor de uitoefening van zijn taken. De kapitein laat de waarnemer de communicatiemiddelen gebruiken die deze voor zijn werk nodig heeft, stelt hem de documenten ter beschikking die rechtstreeks met de visserijactiviteit van het vaartuig verband houden, met inbegrip van met name het logboek en het navigatieboek, en verleent hem toegang tot de delen van het vaartuig waar hij dient te zijn voor de uitoefening van zijn taken.

    11.         Tijdens zijn verblijf aan boord gedraagt de waarnemer zich als volgt:

    11.1   hij zorgt ervoor dat zijn inscheping en zijn verblijf aan boord de visserijactiviteiten niet onderbreken of hinderen;

    11.2   hij gaat zorgvuldig om met de goederen en de installaties aan boord van het vaartuig, en bewaart geheimhouding over alle documenten van het betrokken vaartuig.

    12.         Aan het einde van de waarnemingsperiode stelt hij, vóór hij van boord gaat, een verslag van zijn activiteiten op, dat wordt overgelegd aan de bevoegde autoriteiten van Sao Tomé en Principe en waarvan een kopie wordt bezorgd aan de Europese Commissie. Hij ondertekent dat verslag in aanwezigheid van de kapitein, die er de door hem nuttig geachte opmerkingen aan kan toevoegen of laten toevoegen en daarbij zijn handtekening plaatst. De waarnemer geeft bij het verlaten van het vaartuig een kopie van het verslag aan de kapitein.

    13.         De reder zorgt, op zijn kosten en volgens de praktische mogelijkheden van het vaartuig, voor kost en logies van de waarnemers, die op dit punt als officier worden behandeld.

    14.         Het loon en de sociale premies voor de waarnemer zijn voor rekening van Sao Tomé en Principe.

    Hoofdstuk VI – Controle en inspectie

    1.           De vissersvaartuigen van de Europese Unie moeten de maatregelen en aanbevelingen van de ICCAT in acht nemen met betrekking tot het vistuig, de technische specificaties en andere, voor hun visserijactiviteiten en hun vangsten geldende technische maatregelen.

    2.           Inspectieprocedures:

    De inspectie op zee, in de haven of op de rede in de visserijzone van Sao Tomé en Principe van vergunninghoudende vaartuigen van de Europese Unie wordt verricht door vaartuigen en inspecteurs van Sao Tomé en Principe die duidelijk herkenbaar zijn als voor visserijcontrole aangewezen vaartuigen en inspecteurs.

    Alvorens aan boord te gaan, stellen de inspecteurs van Sao Tomé en Principe de vaartuigen van de Europese Unie in kennis van hun besluit om een inspectie uit te voeren. De inspectie wordt door maximaal twee inspecteurs uitgevoerd, die hun identiteit en kwalificatie als inspecteur moeten aantonen alvorens met de inspectie te beginnen.

    De inspecteurs van Sao Tomé en Principe blijven niet langer aan boord van de vaartuigen van de Europese Unie dan nodig is om de met de inspectie verband houdende taken te verrichten. Zij voeren de inspectie zo uit dat deze zo weinig mogelijk gevolgen heeft voor de vaartuigen, de visserijactiviteit en de lading.

    Sao Tomé en Principe kan de Europese Unie toestaan om als waarnemer deel te nemen aan de inspectie op zee.

    De kapiteins van de vaartuigen van de Europese Unie vergemakkelijken het aan boord gaan en de werkzaamheden van de inspecteurs van Sao Tomé en Principe.

    Aan het einde van elke inspectie stellen de inspecteurs van Sao Tomé en Principe een inspectieverslag op. De kapiteins van de vaartuigen van de Europese Unie mogen opmerkingen toevoegen aan het inspectieverslag. Het inspectieverslag wordt ondertekend door de inspecteur die het opstelt en door de kapitein van het betrokken vaartuig van de Europese Unie.

    De ondertekening van het inspectieverslag door de kapitein laat het recht van verweer van de reder tijdens de inbreukprocedure onverlet. Weigert hij het document te ondertekenen, dan moet hij dit schriftelijk motiveren en brengt de inspecteur de vermelding "weigert te ondertekenen" aan. De inspecteurs van Sao Tomé en Principe overhandigen een kopie van het inspectieverslag aan de kapiteins van de vaartuigen van de Europese Unie alvorens de vaartuigen te verlaten. Sao Tomé en Principe doet de Europese Unie uiterlijk 7 dagen na de inspectie een kopie van het inspectieverslag toekomen.

    HOOFDSTUK  VII – INBREUKEN

    1. Behandeling van inbreuken:

    Elke inbreuk door een vaartuig van de Europese Unie met een visvergunning overeenkomstig de onderhavige bijlage moet worden vermeld in een inspectieverslag. Dit verslag wordt binnen 24 uur  ingediend bij de Europese Unie en bij de vlaggenstaat.

    De ondertekening van het inspectieverslag door de kapitein laat het recht van verweer van de reder tijdens de inbreukprocedure onverlet. De kapitein van het vaartuig verleent zijn medewerking tijdens de inspectieprocedure.

    2. Aanhouding van het vaartuig – Informatievergadering:

    Wanneer de geldende wetgeving van Sao Tomé en Principe hier voor de betrokken inbreuk in voorziet, kan elk vaartuig van de Europese Unie dat een inbreuk begaat, worden verplicht zijn visserijactiviteit te beëindigen en zich, wanneer het zich op zee bevindt, naar een haven van Sao Tomé en Principe te begeven.

    Sao Tomé en Principe stelt de Europese Unie uiterlijk binnen 24 uur in kennis van iedere aanhouding van een vaartuig van de Europese Unie met een visvergunning. Deze kennisgeving gaat vergezeld van bewijsmateriaal betreffende de betrokken inbreuk.

    Alvorens tegen het vaartuig, de kapitein, de bemanning of de lading maatregelen te nemen, met uitzondering van maatregelen voor het veiligstellen van bewijsstukken, belegt Sao Tomé en Principe op verzoek van de Europese Unie binnen één werkdag na de kennisgeving van de aanhouding van het vaartuig een informatievergadering om de feiten die hebben geleid tot de aanhouding van het vaartuig, toe te lichten en de eventuele verdere maatregelen uiteen te zetten. Aan deze informatievergadering kan een vertegenwoordiger van de vlaggenstaat van het vaartuig deelnemen.

    3. Vervolging van de inbreuk – Schikkingsprocedure:

    De op de inbreuk toe te passen sanctie wordt door Sao Tomé en Principe volgens de bepalingen van de geldende nationale wetgeving vastgesteld.

    Wanneer de afhandeling van de inbreuk een gerechtelijke procedure vergt, wordt, voordat deze wordt ingeleid en voor zover de inbreuk geen strafbaar feit inhoudt, een schikkingsprocedure tussen Sao Tomé en de Europese Unie ingeleid om de aard en de hoogte van de sanctie te bepalen. Vertegenwoordigers van de vlaggenstaat van het vaartuig en van de Europese Unie kunnen aan deze schikkingsprocedure deelnemen. De schikkingsprocedure wordt uiterlijk 3 dagen na de kennisgeving van de aanhouding van het vaartuig afgesloten.

    4. Gerechtelijke procedure – Bankgarantie

    Indien geen minnelijke schikking tot stand komt en de inbreuk aan de bevoegde gerechtelijke instantie wordt voorgelegd, stelt de reder van het vaartuig dat de inbreuk heeft begaan, een bankgarantie bij een door Sao Tomé en Principe opgegeven bank ter hoogte van een door Sao Tomé en Principe vast te stellen bedrag dat de kosten van de aanhouding, de geschatte boetesom en de eventuele compenserende vergoedingen dekt. De bankgarantie wordt niet vrijgegeven voordat de gerechtelijke procedure is voltooid.

    De bankgarantie wordt onmiddellijk na de uitspraak van het vonnis vrijgegeven en aan de reder terugbetaald:

    a) in haar geheel, wanneer geen sanctie wordt opgelegd;

    b) ten bedrage van het saldo, wanneer de boetesom lager uitvalt dan de bankgarantie.

    Sao Tomé en Principe stelt de Europese Unie uiterlijk zeven dagen na de uitspraak van het vonnis in kennis van de uitkomst van de gerechtelijke procedure.

    5. Vrijgave van het vaartuig en de bemanning:

    Het vaartuig en de bemanning mogen de haven verlaten zodra de uit de schikkingsprocedure voortvloeiende sanctie is vereffend of zodra de bankgarantie is gesteld.

    Aanhangsels

    1 – Vismachtigingsaanvraag

    2 – Vangstaangiftemodel

    3 – Geografische coördinaten van het gebied waar niet mag worden gevist

    4 – Formaat van het VMS-positiebericht

    5 – Richtsnoeren voor het elektronische systeem voor registratie en melding van gegevens over visserijactiviteiten (ERS-systeem - Electronic Recording and Reporting System)

    Aanhangsel 1

    VISSERIJOVEREENKOMST SAO TOMÉ - EUROPESE UNIE

    AANVRAAG VAN EEN VISMACHTIGING

    I - AANVRAGER

    1.     Naam van de reder: ............................................................................................................................

    2.     Adres van de reder: ........................................................................................................................

    2.     Naam van de organisatie of van de vertegenwoordiger van de reder: .....................................................................

    3.     Adres van de organisatie of van de vertegenwoordiger van de reder: ................................................................

    4.     Telefoon:...................................................    Fax: ................................... E-mail: ……………

    5.     Naam van de kapitein: ......................................... Nationaliteit: ................. E-mail: …………………………

    II - VAARTUIG EN IDENTIFICATIE

    1.     Naam van het vaartuig: ...............................................................................................................................................

    2.     Vlaggenstaat:.......................................................................................................................

    3.     Extern registratienummer: …………....................................................................................

    4.     Haven van registratie: …………………. MMSI: ………….……IMO-nummer:…….…….…

    5.     Vaart onder de huidige vlag sinds: ........../........./.............. Vroegere vlag (indien van toepassing): ………...

    6.     Jaar waarin en plaats waar het vaartuig is gebouwd: ....../......./.......... te …………........ Radioroepnaam: ...............................

    7.     Radiofrequentie: ………….............. Satelliettelefoonnummer: ……………..…………...……

    8.     Materiaal vaartuig:       Staal ¨   Hout ¨   Polyester ¨          Ander ¨ …………………………….

    III - TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET VAARTUIG EN UITRUSTING

    1.     Lengte over alles: : ..................................................     Breedte: .......................................

    2.     Brutotonnage (in GT): ..................................            Nettotonnage: ……………….……………

    3.     Vermogen van de hoofdmotor in kW: .......................Merk: .................................      Type: ….....................

    4.     Vaartuigtype: ¨ Vaartuig voor de tonijnvisserij met de zegen ¨ Vaartuig voor de beugvisserij  5.          Vistuig: .......................

    6.     Visserijzones: ………………………………………   Doelsoorten: ……………………………….

    7.     Voor aanlandingsverrichtingen aangewezen haven: ………………………………….………………………

    8.     Totale bemanning aan boord: ....................................................................................................................

    9.     Conserveringsmethode aan boord:       Vers ¨         Gekoeld ¨                       Gemengd ¨         Bevroren ¨

    10.   Invriescapaciteit per 24 uur (in ton): .................Capaciteit van de ruimen: ...............    Aantal: .....

    11.        VMS-transponder:

                Fabrikant: …………………… Model: ………………….  Serienummer: …………………

                Softwareversie: ...........................................................  Satellietexploitant: ………………..

    Ondergetekende verklaart dat de gegevens in deze aanvraag juist zijn en te goeder trouw werden verstrekt.

               

    Gedaan te ..............................................., op ......................................

    Handtekening van de aanvrager ...................................................................

    Aanhangsel 2

    MODEL VOOR VANGSTAANGIFTEN ||

    || || Beug Levend aas Ringzegen Trawl Andere ||

    ||

    || || || || || || || || || || ||

    Naam van het vaartuig: ……………………………………………………………………. || Brutoregistertonnage:      …………………………………………………............................. || VERTREK vaartuig: TERUGKEER vaartuig: || Maand || Dag || Jaar || Haven || || ||

    Vlaggenstaat: ……………………………………………………………………........................... || Capaciteit (MT): ……………………………………………........ || || || || || || ||

    ||

    Registratienummer:        ………………………………………………………………................................... || Kapitein: ……………………………………………………….... || || || ||

    Reder: ………………………………………………………….......................... || Aantal bemanningsleden:   ….…………………………………………………........................ || || || || || || || ||

    Adres: ………………………………………………………………………….... || Datum van het verslag: ………………………………………………...... || || ||

    || (Auteur van het verslag):   ………………………………………………................................. || Aantal dagen op zee: || || Aantal visdagen: Aantal uitzetten: || || Nummer visreis: || ||

    ||

    ||

    || ||

    Datum || Sector || Temp. Opper-vlakte-water (ºC) || Visserij-inspanning Gebruikt aantal haken || Capturas (Vangsten) || Isco usado na pesca (Gebruikt aas) ||

    Maand || Dag || Breedtegraad N/Z || Lengtegraad O/W || Rode tonijn Thunnus thynnus of maccoyi || Geelvin­tonijn Thunnus albacares || (Grootoog-tonijn) Thunnus obesus || (Witte tonijn) Thunnus alalunga || (Zwaardvis) Xiphias gladius || (Gestreepte marlijn) (Witte marlijn) Tetraptunus audax of albidus || (Zwarte marlijn) Makaira indica || (Zeilvis) Istiophorus albicane of platypterus || Gestreepte tonijn Katsuwonus pelamis || (Diverse soorten) || Dagtotaal (alleen gewicht in kg) || Geep || Pijl­inktvis || Levend aas || (Andere) ||

    || || || || || || Aantal || Gewicht kg || Aantal || kg || Aantal || kg || Aantal || kg || Aantal || kg || Aantal || kg || Aantal || kg || Aantal || kg || Aantal || kg || Aantal || kg || Aantal || kg || || || || ||

    || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || ||

    || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || ||

    || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || ||

    || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || ||

    || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || ||

    || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || ||

    || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || ||

    || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || ||

    || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || ||

    || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || ||

    || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || ||

    || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || ||

    || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || ||

    || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || ||

    AANGELAND GEWICHT (IN KG) || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || ||

    Opmerkingen || || || || ||

    1 - Gebruik één blad per maand en één regel per dag. || || 2 - Met "dag" wordt bedoeld de dag van het uitzetten van de beuglijn. || 4 - Onderste regel (aangeland gewicht) pas invullen op het einde van de reis. Het daadwerkelijke gewicht bij het aanlanden moet worden opgegeven. || ||

    || || 3 - "Visserijzone" betekent de positie van het vaartuig. Minuten afronden en breedte- en lengtegraden opgeven. N/Z en O/W vermelden. || || 5 - Alle gegevens van dit logboek worden strikt vertrouwelijk behandeld. || || ||

    Aanhangsel 3

    Geografische coördinaten van het gebied waar niet mag worden gevist

    Breedtegraad || || Lengtegraad ||

    Graden || Minuten || Seconden || || Graden || || Minuten || Seconden

    03 || 02 || 22 || NB || || 07 || 07 || 31 || OL ||

    02 || 50 || 00 || NB || || 07 || 25 || 52 || OL ||

    02 || 42 || 38 || NB || || 07 || 36 || 25 || OL ||

    02 || 20 || 59 || NB || || 06 || 52 || 45 || OL ||

    01 || 40 || 12 || NB || || 05 || 57 || 54 || OL ||

    01 || 09 || 17 || NB || || 04 || 51 || 38 || OL ||

    01 || 13 || 15 || NB || || 04 || 41 || 27 || OL ||

    01 || 21 || 29 || NB || || 04 || 24 || 14 || OL ||

    01 || 31 || 39 || NB || || 04 || 06 || 55 || OL ||

    01 || 42 || 50 || NB || || 03 || 50 || 23 || OL ||

    01 || 55 || 18 || NB || || 03 || 34 || 33 || OL ||

    01 || 58 || 53 || NB || || 03 || 53 || 40 || OL ||

    02 || 02 || 59 || NB || || 04 || 15 || 11 || OL ||

    02 || 05 || 10 || NB || || 04 || 24 || 56 || OL ||

    02 || 10 || 44 || NB || || 04 || 47 || 58 || OL ||

    02 || 15 || 53 || NB || || 05 || 06 || 03 || OL ||

    02 || 19 || 30 || NB || || 05 || 17 || 11 || OL ||

    02 || 22 || 49 || NB || || 05 || 26 || 57 || OL ||

    02 || 26 || 21 || NB || || 05 || 36 || 20 || OL ||

    02 || 30 || 08 || NB || || 05 || 45 || 22 || OL ||

    02 || 33 || 37 || NB || || 05 || 52 || 58 || OL ||

    02 || 36 || 38 || NB || || 05 || 59 || 00 || OL ||

    02 || 45 || 18 || NB || || 06 || 15 || 57 || OL ||

    02 || 50 || 18 || NB || || 06 || 26 || 41 || OL ||

    02 || 51 || 29 || NB || || 06 || 29 || 27 || OL ||

    02 || 52 || 23 || NB || || 06 || 31 || 46 || OL ||

    02 || 54 || 46 || NB || || 06 || 38 || 07 || OL ||

    03 || 00 || 24 || NB || || 06 || 56 || 58 || OL ||

    03 || 01 || 19 || NB || || 07 || 01 || 07 || OL ||

    03 || 01 || 27 || NB || || 07 || 01 || 46 || OL ||

    03 || 01 || 44 || NB || || 07 || 03 || 07 || OL ||

    03 || 02 || 22 || NB || || 07 || 07 || 31 || OL ||

    || || || || || || || ||

    Aanhangsel 4

    FORMAAT VAN HET VMS-POSITIEBERICHT

    Gegeven || Code || Verplicht (V)/Optioneel (O) || Inhoud

    Begin record || SR || V || Berichtinformatie – geeft het begin van de record aan

    Geadresseerde || AD || V || Berichtinformatie – ISO-alfa-3-landcode (ISO-3166) van geadresseerde

    Verzender || FR || V || Berichtinformatie – ISO-alfa-3-landcode (ISO-3166) van verzender

    Vlaggenstaat || FS || V || Berichtinformatie – ISO-alfa-3-landcode (ISO-3166) van vlaggenstaat

    Berichttype || TM || V || Berichtinformatie – type bericht (ENT, POS, EXI)

    Radioroepnaam (IRCS) || RC || V || Vaartuiginformatie – internationale radioroepnaam van het vaartuig (IRCS)

    Intern referentienummer van de overeenkomstsluitende partij || IR || O || Vaartuiginformatie – uniek nummer van de overeenkomstsluitende partij ISO-alfa-3-code (ISO-3166), gevolgd door het nummer

    Extern registratienummer || XR || V || Vaartuiginformatie – nummer aangebracht op de romp van het vaartuig (ISO 8859.1)

    Breedtegraad || LT || V || Positie-informatie – positie in graden en decimale graden N/Z DD.ddd (WGS84)

    Lengtegraad || LG || V || Positie-informatie – positie in graden en decimale graden O/W DD.ddd (WGS84)

    Vaarrichting || CO || V || Vaarrichting van het vaartuig, op een schaal van 360°

    Snelheid || SP || V || Vaarsnelheid van het vaartuig in tienden van knopen

    Datum || DA || V || Positie-informatie – datum van registratie van de positie in UTC (JJJJMMDD)

    Tijdstip || TI || V || Positie-informatie – tijdstip van registratie van de positie in UTC (UUMM)

    Einde record || ER || V || Berichtinformatie – geeft het einde van de record aan

    De structuur van de gegevenstransmissie is als volgt:

    de gebruikte tekens dienen in overeenstemming te zijn met ISO-norm 8859.1,

    een dubbele schuine streep (//) en de letters "SR" geven het begin van een bericht aan,

    elk gegevenselement wordt aangegeven met de code ervan en wordt van de andere gegevenselementen gescheiden door een dubbele schuine streep (//),

    een enkele schuine streep (/) fungeert als separator tussen code en gegeven,

    de ER-code, gevolgd door een dubbele schuine streep (//) geeft het einde van het bericht aan,

    de optionele gegevens moeten worden opgenomen tussen het begin en het einde van het bericht.

    Aanhangsel 5

    Richtsnoeren voor het elektronische systeem voor registratie en melding van gegevens over visserijactiviteiten (ERS-systeem - Electronic Recording and Reporting System)

    Algemene bepalingen

    (1) Elk vissersvaartuig van de EU dat in de wateren van de Sao Tomé en Principe actief is, moet zijn uitgerust met een elektronisch systeem (hierna "ERS" genoemd) dat de gegevens over de visserijactiviteit van dat vaartuig (hierna "ERS-gegevens" genoemd) kan registreren en verzenden.

    (2) EU-vaartuigen zonder ERS-systeem of met een ERS-systeem dat niet werkt, mogen de wateren van Sao Tomé en Principe niet binnenvaren om daar visserijactiviteiten te verrichten.        

    (3) De ERS-gegevens worden overeenkomstig de procedures van de vlaggenstaat van het vaartuig verzonden, d.w.z. dat zij eerst worden toegezonden aan het visserijcontrolecentrum (hierna VCC genoemd) van de vlaggenstaat, dat vervolgens zorgt voor de automatische terbeschikkingstelling van de gegevens aan het VCC van Sao Tomé en Principe.

    (4) De vlaggenstaat en Sao Tomé en Principe zorgen ervoor dat hun VCC's zijn uitgerust met de informatica-apparatuur en de software die nodig zijn voor de automatische transmissie van de ERS-gegevens in XML-formaat (beschikbaar op: http://ec.europa.eu/cfp/control/codes/index_en.htm), en beschikken over een elektronische opslagprocedure om de ERS-gegevens te registreren en gedurende ten minste drie jaar leesbaar te bewaren.

    (5) Elke wijziging of bijwerking van dit formaat wordt vastgelegd en gedateerd en moet zes (6) maanden nadat zij is ingevoerd, operationeel zijn.

    (6) Voor de transmissie van de ERS-gegevens wordt gebruikgemaakt van de elektronische communicatiemiddelen die de Europese Commissie namens de EU beheert ("DEH" of "Data Exchange Highway" genoemd).

    (7) De vlaggenstaat en Sao Tomé en Principe wijzen elk een ERS-correspondent aan die als contactpersoon fungeert.

    (a) De ERS-correspondenten worden voor ten minste zes (6) maanden aangewezen.

    (b) Vóór de inbedrijfstelling van het ERS-systeem door de leverancier stellen het VCC van de vlaggenstaat en het VCC van Sao Tomé en Principe elkaar in kennis van de gegevens van hun ERS-correspondent (naam, adres, telefoonnummer, telex, e-mailadres).

    (c) Wijzigingen van de gegevens van de ERS-correspondent moeten onmiddellijk worden gemeld.

    Opstellen en verzenden van de ERS-gegevens

    (8) Het EU-vaartuig moet:

    (a) dagelijks de ERS-gegevens melden over elke dag die in de wateren van Sao Tomé en Principe is doorgebracht;

    (b) voor elke visserijactiviteit registreren welke hoeveelheid per soort is gevangen, aan boord is gehouden of is teruggegooid, als doelsoort of als bijvangst;

    (c) voor elke soort die vermeld staat op de door Sao Tomé en Principe afgegeven vismachtiging, ook melden als niets is gevangen;

    (d) elke soort identificeren aan de hand van de alfa-3-lettercode van de FAO;

    (e) de hoeveelheden uitdrukken in kg levend gewicht en, indien vereist, in aantal stuks;

    (f) voor elke soort opgeven welke hoeveelheden zijn overgeladen en/of aangeland;

    (g) telkens wanneer het de wateren van Sao Tomé en Principe binnenvaart (COE-bericht) en verlaat (COX-bericht) een specifiek bericht registreren met daarin voor elke soort die vermeld staat op de door Sao Tomé en Principe afgegeven vismachtiging, de hoeveelheden die bij het binnenvaren/verlaten aan boord worden gehouden;

    (h) elke dag uiterlijk om 23.59 UTC de ERS-gegevens aan het VCC van de vlaggenstaat toezenden in het in punt 3 bedoelde formaat.

    (9) De kapitein is verantwoordelijk voor de nauwkeurigheid van de geregistreerde en verzonden ERS-gegevens.

    (10) Het VCC van de vlaggenstaat zendt de ERS-gegevens onmiddellijk automatisch aan het VCC van Sao Tomé en Principe.

    (11) Het VCC van Sao Tomé en Principe bevestigt de ontvangst van de ERS-gegevens per omgaande en behandelt alle ERS-gegevens als vertrouwelijk.

    Mankement in het ERS-systeem aan boord van het vaartuig en/of in de transmissie van de ERS-gegevens tussen het vaartuig en het VCC van de vlaggenstaat

    (12) De vlaggenstaat stelt de kapitein en/of de eigenaar, of diens vertegenwoordiger, van een onder zijn vlag varend vaartuig onmiddellijk in kennis van technische mankementen van het op het vaartuig geïnstalleerde ERS-systeem en van mankementen in de transmissie van de ERS-gegevens tussen het vaartuig en het VCC van de vlaggenstaat.

    (13) De vlaggenstaat stelt Sao Tomé en Principe in kennis van het geconstateerde mankement en van de maatregelen die zijn genomen om het op te lossen.

    (14) Indien zich een defect in het ERS-systeem aan boord van het vaartuig voordoet, wordt er door de kapitein en/of de eigenaar op toegezien dat het ERS-systeem na uiterlijk tien dagen wordt gerepareerd of vervangen. Indien het vaartuig in die periode van tien dagen een haven aandoet, mag het zijn visserijactiviteiten in de wateren van Sao Tomé en Principe pas hervatten wanneer het ERS-systeem weer naar behoren werkt of, wanneer dat laatste niet het geval is, wanneer Sao Tomé en Principe daarvoor toestemming verleent.

    (15) Een vissersvaartuig dat een technisch mankement aan zijn ERS-systeem heeft gehad, mag de haven pas verlaten wanneer:

    (a) zijn ERS-systeem weer naar behoren werkt, tot tevredenheid van de vlaggenstaat en Sao Tomé en Principe ; of

    (b) het daarvoor toestemming krijgt van de vlaggenstaat. In dit laatste geval stelt de vlaggenstaat Sao Tomé en Principe vóór het vertrek van het vaartuig hiervan in kennis.

    (16) EU-vaartuigen die in de wateren van Sao Tomé en Principe actief zijn met een defect ERS-systeem, verzenden alle ERS-gegevens dagelijks, uiterlijk om 23.59 UTC, aan het VCC van de vlaggenstaat via om het even welk ander elektronisch communicatiemiddel waartoe het VCC van Sao Tomé en Principe toegang heeft.

    (17) ERS-gegevens die vanwege een  mankement in het ERS-systeem niet via dat systeem ter beschikking van Sao Tomé en Principe kunnen worden gesteld, worden door het VCC van de vlaggenstaat via een andere onderling afgesproken elektronische weg verzonden aan het VCC van Sao Tomé en Principe. Deze alternatieve transmissie wordt dan als prioritair beschouwd, aangezien de normaal geldende transmissietermijnen niet in acht kunnen worden genomen.

    (18) Indien het VCC van Sao Tomé en Principe drie opeenvolgende dagen geen ERS-gegevens van een vaartuig heeft ontvangen, kan Sao Tomé en Principe dat vaartuig het bevel geven zich onmiddellijk voor onderzoek naar een door Sao Tomé en Principe aangewezen haven te begeven.

    Mankement bij het VCC – Het VCC van Sao Tomé en Principe ontvangt geen ERS-gegevens

    (1) Indien een VCC geen ERS-gegevens ontvangt, meldt de betrokken ERS-correspondent dit onmiddellijk aan de ERS-correspondent van het andere VCC en werkt hij zo nodig mee aan de oplossing van het probleem.

    (2) Het VCC van de vlaggenstaat en het VCC van Sao Tomé en Principe spreken vóór de operationele invoering van het ERS-systeem af welke alternatieve elektronische communicatiemiddelen voor de transmissie van de ERS-gegevens moeten worden gebruikt wanneer zich een mankement bij het VCC voordoet, en stellen elkaar in kennis van elke wijziging in dit verband.

    (3) Wanneer het VCC van Sao Tomé en Principe signaleert geen ERS-gegevens te hebben ontvangen, gaat het VCC van de vlaggenstaat op zoek naar de oorzaak van het probleem en neemt het de nodige maatregelen om het probleem op te lossen. Het VCC van de vlaggenstaat stelt het VCC van Sao Tomé en Principe en de EU uiterlijk 24 uur nadat het mankement is geconstateerd, in kennis van de resultaten en de genomen maatregelen.

    (4) Indien meer dan 24 uur nodig is om het probleem op te lossen, verzendt het VCC van de vlaggenstaat de ontbrekende ERS-gegevens onmiddellijk aan het VCC van Sao Tomé en Principe aan de hand van een in punt 17 bedoeld alternatief elektronisch communicatiemiddel.

    (5) Sao Tomé en Principe stelt zijn bevoegde controlediensten (MCS) hiervan in kennis om te voorkomen dat de EU-vaartuigen in gebreke worden gesteld omdat het VCC van Sao Tomé en Principe geen gegevens heeft verzonden vanwege een mankement bij een van de VCC's.

    Onderhoud van een VCC

    (1) Een VCC dat (in het kader van een onderhoudsprogramma) onderhoudsactiviteiten plant die gevolgen kunnen hebben voor de uitwisseling van ERS-gegevens, moet het andere VCC ten minste 72 uur van tevoren hiervan in kennis stellen, zo mogelijk met opgave van de datum en de duur van het onderhoud. Informatie over niet-gepland onderhoud wordt zo spoedig mogelijk aan het andere VCC gemeld.

    (2) Tijdens het onderhoud kan de terbeschikkingstelling van ERS-gegevens worden geschorst totdat het systeem weer operationeel is. De betrokken ERS-gegevens worden in dat geval onmiddellijk na afloop van het onderhoud beschikbaar gesteld.

    (3) Neemt het onderhoud meer dan 24 uur in beslag, dan worden de ERS-gegevens aan het andere VCC toegezonden aan de hand van een in punt 17 bedoeld alternatief elektronisch communicatiemiddel.

    (4) Sao Tomé en Principe stelt zijn bevoegde controlediensten (MCS) hiervan in kennis om te voorkomen dat de EU-vaartuigen in gebreke worden gesteld voor het niet verzenden van ERS-gegevens vanwege onderhoudswerkzaamheden bij een van de VCC's.

    BIJLAGE II Reikwijdte van de verleende bevoegdheden en procedure voor de vaststelling van het Uniestandpunt in de gemengde commissie

    (1) De Commissie is gemachtigd om met de Democratische Republiek Sao Tomé en Principe te onderhandelen en, waar passend en indien is voldaan aan de voorwaarden van punt 3) van deze bijlage, wijzigingen van het protocol goed te keuren die betrekking hebben op de volgende aspecten:

    a)      herziening van de vangstmogelijkheden overeenkomstig de artikelen 5 en 6 van het protocol;

    b)      besluitvorming over de nadere bijzonderheden van de sectorale steun voor  overeenkomstig artikel 3 van het protocol;

    c)      technische specificaties en nadere bijzonderheden die overeenkomstig de bijlage bij het protocol onder de bevoegdheden van de gemengde commissie vallen.

    (2) In de gemengde commissie die bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij is opgericht:

    a)      handelt de Unie in overeenstemming met de doelstellingen die zij in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid nastreeft;

    b)      voegt de Unie zich naar de conclusies van de Raad van 19 maart 2012 over een mededeling inzake de externe dimensie van het gemeenschappelijk visserijbeleid;

    c)      ijvert de Unie voor standpunten die in overeenstemming zijn met de desbetreffende voorschriften die door de regionale organisaties voor visserijbeheer zijn vastgesteld.

    (3) Als er in een vergadering van de gemengde commissie een besluit moet worden genomen over wijzigingen van het protocol als bedoeld in punt 1, wordt het nodige gedaan om ervoor te zorgen dat het namens de Unie in te nemen standpunt rekening houdt met de meest recente statistische, biologische en andere relevante informatie die aan de Commissie is toegezonden.

    Daartoe zenden de diensten van de Commissie op basis van die informatie, en lang genoeg vóór de betrokken vergadering van de gemengde commissie, een document met de nadere bijzonderheden van het voorgestelde standpunt van de Unie ter bespreking en goedkeuring toe aan de Raad of zijn voorbereidende instanties.

    Met betrekking tot de in punt 1, onder a), bedoelde aspecten is voor de goedkeuring van het beoogde Uniestandpunt door de Raad een gekwalificeerde meerderheid van stemmen vereist. In de andere gevallen wordt het beoogde Uniestandpunt in het voorbereidende document geacht te zijn goedgekeurd, tenzij een aantal lidstaten, die een blokkerende minderheid vormen, daartegen bezwaar maken tijdens een vergadering van de voorbereidende instantie van de Raad of binnen 20 dagen na ontvangst van het voorbereidende document, naargelang welk tijdstip het vroegste is. Indien bezwaren worden gemaakt, wordt de zaak naar de Raad terugverwezen.

    Indien er tijdens latere vergaderingen, ook ter plaatse, geen overeenstemming kan worden bereikt over het verwerken van nieuwe elementen in het namens de Unie in te nemen standpunt, wordt de zaak voorgelegd aan de Raad of zijn voorbereidende instanties.

    De Commissie wordt verzocht te gelegener tijd stappen te ondernemen die noodzakelijk zijn voor de follow-up van het besluit van de gemengde commissie, met inbegrip van, waar passend, de bekendmaking van het betrokken besluit in het Publicatieblad van de Europese Unie, en de indiening van voorstellen die nodig zijn voor de uitvoering van dat besluit.

    [1]               PB L 286 van 29 oktober 2008, blz. 33.

    [2]               http://www.un.org/Depts/los/LEGISLATIONANDTREATIES/losic/losic9ef.pdf

    Top