Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52014JC0016

    Gezamenlijk voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EU) nr. 204/2011 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Libië

    /* JOIN/2014/016 final - 2014/0127 (NLE) */

    52014JC0016

    Gezamenlijk voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EU) nr. 204/2011 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Libië /* JOIN/2014/016 final - 2014/0127 (NLE) */


    TOELICHTING

    (1) Op 2 maart 2011 heeft de Raad Verordening (EU) nr. 204/2011 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Libië vastgesteld met het oog op de tenuitvoerlegging van de maatregelen die waren vastgesteld bij Besluit 2011/137/GBVB van 28 februari 2011.

    (2) Op 29 maart 2014 heeft de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties Resolutie 2146 (2014) goedgekeurd, waarbij een verbod wordt ingesteld op het laden, vervoeren of ontladen van ruwe olie zonder opdracht daartoe van de regering van Libië door vaartuigen die zijn aangewezen door het comité dat is ingesteld uit hoofde van Resolutie 1970 (2011) (hierna "aangewezen vaartuigen" genoemd) en die onder de rechtsbevoegdheid van een lidstaat vallen.

    (3) Resolutie 2146 (2014) riep de lidstaten tevens op te verhinderen dat aangewezen vaartuigen havens binnenkomen en stelde een verbod in op de verlening van bunker- en leveringsdiensten en van andere diensten aan aangewezen vaartuigen, tenzij de levering van dergelijke diensten nodig is voor humanitaire doeleinden of het vaartuig terugkeert naar Libië.  

    (4) Voorts besloot Resolutie 2146 (2014) van de Veiligheidsraad dat alle lidstaten een verbod dienen in te stellen op financiële transacties in verband met ruwe olie uit Libië aan boord van aangewezen vaartuigen.

    (5) Op X april 2014 werd Besluit 2014/XX/GBVB vastgesteld tot wijziging van Besluit 2011/137/GBVB van de Raad van 28 februari 2011 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Libië[1], teneinde uitvoering te geven aan deze maatregelen.

    (6) De hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Europese Commissie stellen gezamenlijk voor Verordening (EU) nr. 204/2011 dienovereenkomstig te wijzigen.

    2014/0127 (NLE)

    Gezamenlijk voorstel voor een

    VERORDENING VAN DE RAAD

    tot wijziging van Verordening (EU) nr. 204/2011 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Libië

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 215,

    Gezien Besluit 2011/137/GBVB van de Raad van 28 februari 2011 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Libië[2],

    Gezien het gezamenlijke voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Europese Commissie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)       Verordening (EU) nr. 204/2011 van de Raad van 2 maart 2011 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Libië[3] geeft uitvoering aan de maatregelen die waren vastgesteld bij Besluit 2011/137/GBVB.

    (2)       Op 29 maart 2014 heeft de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties Resolutie 2146 (2014) goedgekeurd, waarbij een verbod wordt ingesteld op het laden, vervoeren of ontladen van ruwe olie uit Libië zonder opdracht daartoe van de regering van Libië door vaartuigen die zijn aangewezen door het Sanctiecomité (hierna "aangewezen vaartuigen" genoemd) en die onder de rechtsbevoegdheid van een lidstaat vallen.

    (3)       Resolutie 2146 (2014) van de VN-Veiligheidsraad vereist het treffen van maatregelen om te verhinderen dat aangewezen vaartuigen havens binnenkomen en dat bunker- of leveringsdiensten of andere diensten worden verleend aan aangewezen vaartuigen.

    (4)       Voorts verbiedt Resolutie 2146 (2014) van de VN-Veiligheidsraad financiële transacties in verband met ruwe olie uit Libië aan boord van aangewezen vaartuigen.

    (5)       Om praktische redenen is het wenselijk dat de Commissie wordt gemachtigd de lijst van aangewezen vaartuigen waarop deze maatregelen van toepassing zijn, te wijzigen op basis van kennisgevingen of informatie die wordt verstrekt door de VN-Veiligheidsraad of het Sanctiecomité, naargelang het geval.

    (6)       Op X april 2014 werd Besluit 2011/137/GBVB gewijzigd bij Besluit 2014/X/GBVB, teneinde uitvoering te geven aan deze maatregelen. 

    (7)       Verordening (EU) nr. 204/2011 dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Verordening (EU) nr. 204/2011 wordt als volgt gewijzigd:

    1)           In artikel 1 worden de volgende punten h) en i) toegevoegd:

    h)         "aangewezen vaartuigen": vaartuigen die zijn aangewezen door het Sanctiecomité als bedoeld in punt 11 van Resolutie 2146 (2014) van de VN-Veiligheidsraad, als opgesomd in bijlage V bij deze verordening;

    i)          "contactpunt van de regering van Libië": het contactpunt dat is aangewezen door de regering van Libië en gemeld bij het Sanctiecomité overeenkomstig punt 3 van Resolutie 2146 (2014) van de VN-Veiligheidsraad.

    2)         Het volgende artikel 10 ter wordt ingevoegd:

    "Artikel 10 ter

    1)           Er geldt een verbod op het laden, vervoeren of ontladen van ruwe olie uit Libië op aangewezen vaartuigen die onder de rechtsbevoegdheid van een lidstaat vallen, tenzij de bevoegde autoriteit van de lidstaat na overleg met het contactpunt van de regering van Libië daartoe toestemming verleent.

    2)           Het is verboden aangewezen vaartuigen toe te laten in of aangewezen vaartuigen toegang te verlenen tot havens op het grondgebied van de Unie.

    3)           De bij lid 2 ingestelde maatregel is niet van toepassing indien de toegang tot een haven op het grondgebied van de Unie noodzakelijk is voor een inspectie, vanwege een noodsituatie of wanneer het vaartuig terugkeert naar Libië.

    4)           Er geldt een verbod op het verlenen door onderdanen van de lidstaten of vanuit het grondgebied van de lidstaten van bunker- of leveringsdiensten of van andere diensten aan aangewezen vaartuigen, met inbegrip van de voorziening met brandstof of andere benodigdheden.

    5)           De in bijlage IV genoemde bevoegde autoriteiten van de lidstaten kunnen vrijstellingen toestaan van de bij lid 4 ingestelde maatregel indien dit noodzakelijk is om humanitaire redenen of om veiligheidsredenen, of wanneer het vaartuig terugkeert naar Libië. Elke vergunning van die aard dient schriftelijk te worden gemeld bij het Sanctiecomité en de Commissie.  

    6)           Er geldt een verbod op financiële transacties in verband met ruwe olie aan boord van aangewezen vaartuigen, met inbegrip van de verkoop van de ruwe olie, het afsluiten van een verzekering voor het vervoer van de ruwe olie, het gebruik van de ruwe olie als krediet en het aannemen van havengeld van de scheepvaartmaatschappij die verantwoordelijk is voor het vervoer van de ruwe olie."

    3)         Artikel 15 wordt vervangen door:

    "Artikel 15

    De Commissie wordt gemachtigd:

    a)           bijlage IV te wijzigen op basis van door de lidstaten verstrekte informatie;

    b)           bijlage V te wijzigen op basis van de besluiten van de Veiligheidsraad of het Sanctiecomité van de Verenigde Naties."

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel,

                                                                           Voor de Raad

                                                                           De voorzitter

    [1]               PB L 58 van 3.3.2011, blz. 1.

    [2]               PB L 58 van 3.3.2011, blz. 1.

    [3]               PB L 58 van 3.3.2011, blz. 1.

    Top