EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52014JC0010

Gezamenlijk voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Oekraïne

/* JOIN/2014/010 final - 2014/0062 (NLE) */

52014JC0010

Gezamenlijk voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Oekraïne /* JOIN/2014/010 final - 2014/0062 (NLE) */


TOELICHTING

(1) Op 20 februari 2014 heeft de Raad in de krachtigste bewoordingen elk gebruik van geweld in Oekraïne veroordeeld. Hij heeft opgeroepen tot een onmiddellijk staken van het geweld en volledige eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden. Hij heeft de Oekraïense regering opgeroepen om uiterste terughoudendheid te betrachten, en de oppositieleiders om zich te distantiëren van degenen die hun toevlucht zoeken tot radicale actie, waaronder het gebruik van geweld.

(2) Op … februari 2014 heeft de Raad Besluit 2014/…/GBVB betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Oekraïne vastgesteld.

(3) Besluit 2014/…/GBVB voorziet in het bevriezen van de tegoeden en economische middelen van personen die zich schuldig hebben gemaakt aan schendingen van de mensenrechten, geweld of inzet van buitensporige machtsmiddelen. Deze natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen worden vermeld in de bijlage bij het genoemde besluit.

(4) Ter uitvoering van Besluit 2014/…/GBVB is verder optreden van de Unie nodig.

(5) De hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Europese Commissie dienen daarom een voorstel te doen voor een verordening betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Oekraïne.

2014/0062 (NLE)

Gezamenlijk voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Oekraïne

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 215,

Gezien Besluit 2014/[…]/GBVB van de Raad[1] van […] betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Oekraïne,

Gezien het gezamenlijke voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)       Op 20 februari 2014 heeft de Raad in de krachtigste bewoordingen elk gebruik van geweld in Oekraïne veroordeeld. Hij heeft opgeroepen tot een onmiddellijk staken van het geweld en volledige eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden in Oekraïne. Hij heeft de Oekraïense regering opgeroepen om uiterste terughoudendheid te betrachten, en de oppositieleiders om zich te distantiëren van degenen die hun toevlucht zoeken tot radicale actie, waaronder het gebruik van geweld.

(2)       Op … februari 2014 heeft de Raad Besluit 2014/…/GBVB betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Oekraïne vastgesteld.

(3)       Besluit 2014/…/GBVB voorziet in het bevriezen van de tegoeden en economische middelen van personen die zich schuldig hebben gemaakt aan schendingen van de mensenrechten, geweld of inzet van buitensporige machtsmiddelen. Deze natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen worden vermeld in de bijlage bij het genoemde besluit.

(4)       Deze maatregelen vallen onder het toepassingsgebied van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en derhalve is, om te garanderen dat zij in alle lidstaten door de marktdeelnemers uniform worden toegepast, regelgeving op het niveau van de Unie noodzakelijk voor de tenuitvoerlegging van de maatregelen.

(5)       Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en beginselen die met name in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn erkend, in het bijzonder het recht op een effectief rechtsmiddel en op een eerlijk proces en het recht op de bescherming van persoonsgegevens. Deze verordening moet worden toegepast overeenkomstig deze rechten.

(6)       Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van deze verordening te waarborgen, dienen aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden te worden toegekend. Die bevoegdheden dienen te worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011[2].

(7)       Met het oog op de tenuitvoerlegging van deze verordening en op een zo groot mogelijke rechtszekerheid binnen de Unie dienen de namen en andere relevante gegevens over de natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen waarvan de tegoeden en economische middelen krachtens deze verordening dienen te worden bevroren, openbaar te worden gemaakt. Bij de verwerking van de persoonsgegevens dient te worden voldaan aan Verordening (EG) nr. 45/2001[3] en Richtlijn 95/46/EG[4].

(8)       Om de effectiviteit van de maatregelen waarin deze verordening voorziet te waarborgen, dient deze verordening onmiddellijk in werking te treden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a)           “vordering”: elke voor of na de datum van inwerkingtreding van deze verordening ingediende vordering, ook wanneer deze de vorm van een rechtsvordering heeft, die voortvloeit uit of verband houdt met de uitvoering van een contract of transactie, en met name:

i)       een vordering tot nakoming van een verplichting die voortvloeit uit of verband houdt met een contract of transactie;

ii)      een vordering tot verlenging of uitbetaling van financiële garanties of contragaranties, ongeacht de vorm;

iii)     een vordering tot schadeloosstelling in verband met een contract of een transactie;

iv)     een tegenvordering;

v)      een vordering, ook via een exequatur, waarmee wordt beoogd erkenning of uitvoering van een rechterlijke of arbitrale uitspraak of van een gelijkwaardige beslissing te verkrijgen, ongeacht de plaats van uitspraak;

b)           “contract of transactie”: elke verrichting, ongeacht de vorm en het recht dat erop van toepassing is, die een of meer contracten of soortgelijke verplichtingen tussen al dan niet dezelfde partijen omvat; in dit verband worden onder “contract” tevens begrepen obligaties, garanties en contragaranties, ook indien deze uit juridisch oogpunt op zichzelf staan, en met name financiële garanties of contragaranties en kredieten, alsmede alle uit een dergelijke transactie voortkomende of daarmee verband houdende bepalingen;

c)           “bevoegde autoriteiten”: de bevoegde autoriteiten van de lidstaten als aangegeven op de websites die zijn vermeld in bijlage II;

d)           “economische middelen”: activa van enigerlei aard, materieel of immaterieel, roerend of onroerend, die geen tegoeden zijn, maar kunnen worden gebruikt om tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen;

e)           “bevriezing van economische middelen”: voorkomen dat economische middelen worden gebruikt om op enigerlei wijze tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen, onder meer door deze te verkopen, te verhuren of te verhypothekeren;

f)            “bevriezing van tegoeden”: voorkoming van mutatie, overmaking, wijziging, gebruik of inzet van of omgang met tegoeden, op welke wijze ook, met als gevolg wijziging van hun omvang, bedrag, locatie, eigenaar, bezit, onderscheidende kenmerken, bestemming of andere wijzigingen waardoor het gebruik van bedoelde tegoeden, inclusief het beheer van een beleggingsportefeuille, mogelijk wordt gemaakt;

g)           “tegoeden”: financiële activa en financiële voordelen van welke aard ook, met inbegrip van, maar niet beperkt tot:

i)       contanten, cheques, geldvorderingen, wissels, postwissels en andere betaalmiddelen;

ii)      deposito’s bij financiële instellingen of andere entiteiten, saldi op rekeningen, schulden en schuldbewijzen;

iii)     in het openbaar en onderhands verhandelde waardepapieren en schuldbewijzen, inclusief aandelen, certificaten van waardepapieren, obligaties, promesses, warrants, schuldbekentenissen en derivatencontracten;

iv)     interesten, dividend of andere inkomsten uit of waarde voortkomende uit of gegenereerd door activa;

v)      krediet, recht op compensatie, garanties, uitvoeringsgaranties of andere financiële verplichtingen;

vi)     kredietbrieven, cognossementen, koopbrieven; en

vii)    bewijsstukken van belangen in fondsen of financiële middelen;       

h)           “grondgebied van de Unie”: het grondgebied van de lidstaten waarop het Verdrag van toepassing is, onder de in het Verdrag bepaalde voorwaarden, met inbegrip van hun luchtruim;

i)            “geldovermaking”:

i)       een transactie die door een betalingsdienstaanbieder langs elektronische weg wordt uitgevoerd voor rekening van een betaler met de bedoeling bij een betalingsdienstaanbieder gelden beschikbaar te stellen voor een begunstigde, ongeacht of de betaler en de begunstigde een en dezelfde persoon zijn. De termen “betaler”, “begunstigde” en “betalingsdienstaanbieder” hebben dezelfde betekenis als in Richtlijn 2007/64/EG[5];

ii)      een transactie langs niet-elektronische weg zoals contanten, cheques of betalingsopdrachten met de bedoeling gelden beschikbaar te stellen voor een begunstigde, ongeacht of de betaler en de begunstigde een en dezelfde persoon zijn.

Artikel 2

1.           Alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan of eigendom zijn, in het bezit zijn of onder zeggenschap staan van een in bijlage I vermelde natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam, worden bevroren.

2.           Aan of ten behoeve van de in bijlage I vermelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen worden geen tegoeden of economische middelen direct of indirect ter beschikking gesteld.

Artikel 3

1.           Bijlage I omvat natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen die overeenkomstig artikel […] van Besluit 2014/[…]/GBVB van de Raad van […] door de Raad zijn geïdentificeerd als verantwoordelijk voor schending van de mensenrechten, gebruik van geweld of inzet van buitensporige machtsmiddelen in Oekraïne, alsmede natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen die banden met hen onderhouden.

2.           In bijlage I wordt uitsluitend de volgende informatie opgenomen betreffende de vermelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen:

a)      voor identificatiedoeleinden: ten aanzien van natuurlijke personen: familienaam en voornamen, inclusief eventuele schuilnamen en titels, geboortedatum en geboorteplaats, nationaliteit, paspoort- en identiteitskaartnummers, fiscale en socialezekerheidsnummers, geslacht, adres of andere gegevens over de verblijfplaats, functie of beroep; ten aanzien van rechtspersonen, entiteiten en lichamen: naam, plaats en datum van registratie, registratienummer en plaats van vestiging;

b)      de datum waarop de natuurlijke persoon, de rechtspersoon, de entiteit of het lichaam in bijlage I is opgenomen;

c)      de redenen voor opname op de lijst.

3.           In bijlage I kan ook informatie worden opgenomen over gezinsleden van de personen op de lijst, mits de opname van deze informatie in een specifiek geval noodzakelijk wordt geacht uitsluitend ter verificatie van de identiteit van de betrokken natuurlijke persoon op de lijst.

Artikel 4

1.           In afwijking van artikel 2 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, onder voorwaarden die zij passend achten, toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen of de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen, indien zij hebben vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen:

a)      noodzakelijk zijn voor het dekken van uitgaven voor de basisbehoeften van de in de bijlage I genoemde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen, en de gezinsleden die van deze natuurlijke personen afhankelijk zijn, zoals betalingen voor levensmiddelen, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of medische behandelingen, belastingen, verzekeringspremies en nutsvoorzieningen;

b)      uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van redelijke honoraria of de vergoeding van gemaakte kosten in verband met de verlening van juridische diensten;

c)      uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten voor alleen het aanhouden of beheren van bevroren tegoeden of economische middelen;

d)      noodzakelijk zijn voor de betaling van buitengewone lasten, mits de relevante bevoegde autoriteit de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten en de Commissie ten minste twee weken vóór zij de toestemming verleent, in kennis stelt van de redenen waarom zij meent dat specifieke toestemming moet worden verleend;

e)      gestort zullen worden op of betaald zullen worden van een rekening van een diplomatieke of consulaire post of een internationale organisatie die bescherming geniet op grond van het internationale recht, voor zover die betalingen bestemd zijn voor de officiële doelen van de diplomatieke of consulaire post of de internationale organisatie;

f)       noodzakelijk zijn om de veiligheid van personen te verzekeren of het milieu te beschermen.

2.           De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van lid 1 verleende toestemming.

Artikel 5

1.           In afwijking van artikel 2 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)      de tegoeden of economische middelen zijn het voorwerp van een arbitragebesluit dat is vastgesteld voor de datum waarop de in artikel 2 bedoelde natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam is opgenomen in bijlage I, of van een rechterlijk of administratief besluit dat in de EU is uitgesproken, of van een rechterlijk besluit dat in de betrokken lidstaat uitvoerbaar is, en dat van voor of na die datum dateert;

b)      de tegoeden of economische middelen worden uitsluitend aangewend om te voldoen aan vorderingen die door een dergelijk besluit zijn gewaarborgd of geldig zijn verklaard, overeenkomstig de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen tot vaststelling van de rechten van de personen die titularis zijn van dergelijke vorderingen;

c)      het besluit komt niet ten goede aan een natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam vermeld in bijlage I; en

d)      erkenning van het vonnis is niet in strijd met de openbare orde van de betrokken lidstaat.

2.           De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van lid 1 verleende toestemming.

Artikel 6

1.           In afwijking van artikel 2 en mits een betaling verschuldigd is door een in bijlage I vermelde natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam op grond van een contract of overeenkomst die door deze is gesloten of een verplichting die voor hem is ontstaan vóór de datum waarop de betrokken natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam in bijlage I werd opgenomen, kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, onder door hen passend geachte voorwaarden, toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, indien de betrokken bevoegde autoriteit heeft vastgesteld dat:

a)      de tegoeden of economische middelen worden gebruikt voor een betaling door een natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam vermeld in bijlage I; en

b)      de betaling niet in strijd is met artikel 2, lid 2.

2.           De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van lid 1 verleende toestemming.

Artikel 7

1.           Artikel 2, lid 2, vormt geen beletsel voor de creditering van bevroren rekeningen door financiële instellingen of kredietinstellingen die tegoeden ontvangen die door derden naar de rekening van een in bijlage I opgenomen natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam zijn overgemaakt, mits de bijgeboekte bedragen eveneens worden bevroren. De financiële instelling of kredietinstelling brengt de relevante bevoegde autoriteit onverwijld op de hoogte van dergelijke verrichtingen.

2.           Artikel 2, lid 2, is niet van toepassing op de bijboeking op bevroren rekeningen van:

a)      interesten of andere inkomsten op die rekeningen;

b)      betalingen die verschuldigd zijn op grond van contracten, overeenkomsten of verplichtingen die zijn gesloten of ontstaan vóór de datum waarop de in artikel 2 bedoelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in bijlage I werden opgenomen; of

c)      betalingen die verschuldigd zijn uit hoofde van rechterlijke, administratieve of arbitragebesluiten die in een lidstaat zijn uitgesproken of in de betrokken lidstaat uitvoerbaar zijn; en

mits deze interesten, andere inkomsten en betalingen overeenkomstig artikel 2, lid 1, worden bevroren.

Artikel 8

1.           Onverminderd de geldende voorschriften inzake rapportage, vertrouwelijkheid en beroepsgeheim zijn natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen verplicht:

a)      alle informatie die de naleving van deze verordening vergemakkelijkt, zoals informatie in verband met rekeningen en bedragen die overeenkomstig artikel 2 zijn bevroren, onverwijld te verstrekken aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar zij hun woonplaats hebben of gevestigd zijn, en deze informatie, direct of via de autoriteiten van de lidstaat, aan de Commissie te doen toekomen; en

b)      samen te werken met de bevoegde autoriteit bij de verificatie van deze informatie.

2.           Alle rechtstreeks door de Commissie ontvangen aanvullende informatie wordt ter beschikking gesteld van de lidstaten.

3.           Overeenkomstig dit artikel verstrekte en ontvangen informatie mag uitsluitend worden gebruikt voor de doeleinden waarvoor de informatie is verstrekt of ontvangen.

Artikel 9

Het is verboden om bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die tot doel of gevolg hebben dat het in lid 2 bedoelde verbod wordt omzeild.

Artikel 10

1.           De bevriezing van tegoeden of economische middelen of de weigering om tegoeden of economische middelen beschikbaar te stellen, die plaatsvindt in het vertrouwen dat die maatregel in overeenstemming is met deze verordening, geeft geen aanleiding tot enigerlei aansprakelijkheid van de natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen die die maatregel uitvoeren, of van directeuren of werknemers daarvan, tenzij het bewijs wordt geleverd dat de tegoeden of economische middelen als gevolg van nalatigheid zijn bevroren of ingehouden.

2.           Handelingen van natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen geven geen aanleiding tot enigerlei aansprakelijkheid van de betrokkenen, indien zij niet wisten en geen gegronde reden hadden om te vermoeden dat hun handelingen een inbreuk zouden vormen op de bij deze verordening ingestelde verbodsmaatregelen.

Artikel 11

1.           Vorderingen in verband met contracten of transacties aan de uitvoering waarvan, direct of indirect, geheel of gedeeltelijk, afbreuk is gedaan door de maatregelen die uit hoofde van onderhavige verordening zijn ingesteld, met inbegrip van vorderingen tot schadeloosstelling of soortgelijke vorderingen, zoals een vordering tot schuldvergelijking of een garantievordering, met name een vordering tot verlenging of uitbetaling van een obligatie, garantie of contragarantie, met name een financiële garantie of contragarantie, ongeacht de vorm hiervan, worden niet toegewezen indien deze vorderingen worden ingesteld door:

a)      in bijlage I opgenomen natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen;

b)      natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen die handelen voor rekening of ten behoeve van een van de onder a) bedoelde personen, entiteiten of lichamen.

2.           In de procedure waartoe een vordering aanleiding geeft, wordt het bewijs dat de vordering niet op grond van lid 1 hoort te worden afgewezen, door de eisende natuurlijke persoon, rechtspersonen, entiteit of lichaam geleverd.

3.           Dit artikel geldt onverminderd het recht van de in lid 1 bedoelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen op toetsing door de rechter van de rechtmatigheid van de niet-nakoming van contractuele verplichtingen in overeenstemming met onderhavige verordening.

Artikel 12

1.           De Commissie en de lidstaten stellen elkaar om de drie maanden in kennis van de maatregelen die uit hoofde van deze verordening worden genomen en verstrekken elkaar alle relevante informatie waarover zij beschikken in verband met deze verordening, met name informatie:

a)      met betrekking tot tegoeden die zijn bevroren krachtens artikel 2 en toestemming die is verleend krachtens de artikelen 4, 5 of 6;

b)      met betrekking tot schendingen en problemen bij het toezicht op de naleving en vonnissen van nationale rechtbanken.

2.           De lidstaten stellen elkaar en de Commissie onverwijld in kennis van alle andere relevante informatie waarover zij beschikken die van invloed kan zijn op de doeltreffende tenuitvoerlegging van deze verordening.

Artikel 13

1.           De Commissie wordt gemachtigd:

a)      bijlage I te wijzigen op basis van besluiten die de Raad vaststelt in verband met bijlage […] bij Besluit 2014/[…]/GBVB van de Raad; en

b)      bijlage II te wijzigen op basis van door de lidstaten verstrekte informatie.

2.           De Commissie vermeldt in bijlage I de gronden voor haar besluit om een vermelding in die bijlage op te nemen, en deelt haar besluiten, met daarin de motivering voor plaatsing op de lijst, mede aan de natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen op die lijst, indien hun adres bekend is, of, indien hun adres niet bekend is, brengt zij haar besluiten ter kennis van de natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen op de lijst door publicatie van een kennisgeving in het Publicatieblad van de Europese Unie, waarbij de betrokken natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen de gelegenheid wordt geboden opmerkingen te maken.

3.           Indien opmerkingen worden ingediend of substantieel nieuw bewijsmateriaal wordt overgelegd, heroverweegt de Commissie haar besluit in het licht daarvan en van alle andere relevante informatie, volgens de procedure van artikel 14, lid 2, en stelt zij de natuurlijke persoon, de rechtspersoon, de entiteit of het lichaam van het resultaat van die heroverweging in kennis.

 Artikel 14

1.           De Commissie wordt bijgestaan door een comité. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.

2.           Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

 Artikel 15

1.           De Commissie verwerkt persoonsgegevens voor de uitoefening van haar taken uit hoofde van deze verordening. Deze taken omvatten het volgende:

a)      het opstellen en wijzigen van bijlage I;

b)      het opnemen van de inhoud van bijlage I op de elektronische geconsolideerde lijst van personen, groepen en entiteiten waarop financiële sancties van de EU van toepassing zijn, die beschikbaar is op de website[6];

c)      het verwerken van informatie over de gevolgen van de maatregelen van deze verordening, zoals de waarde van bevroren tegoeden, alsook informatie over door bevoegde autoriteiten verleende toestemming.

2.           De Commissie mag relevante gegevens verwerken die betrekking hebben op strafbare feiten die zijn gepleegd door natuurlijke personen op de lijst, en op strafrechtelijke veroordelingen of veiligheidsmaatregelen betreffende dergelijke personen, doch uitsluitend voor zover deze verwerking noodzakelijk is voor het opstellen van bijlage I bij deze verordening. Dergelijke gegevens worden niet openbaar gemaakt of uitgewisseld.

3.           Voor de toepassing van deze verordening geldt de in bijlage II genoemde dienst van de Commissie als de “verantwoordelijke voor de verwerking” voor de Commissie in de zin van artikel 2, onder d), van Verordening (EG) nr. 45/2001, teneinde te verzekeren dat de betrokken natuurlijke personen hun rechten uit hoofde van Verordening (EG) nr. 45/2001 kunnen uitoefenen.

Artikel 16

1.           De lidstaten stellen de regels vast betreffende de sancties die van toepassing zijn op inbreuken op de bepalingen van deze verordening en nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de regels ten uitvoer worden gelegd. De aldus vastgestelde sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.

2.           De lidstaten stellen de Commissie onverwijld na de inwerkingtreding van de verordening in kennis van deze regels, en stellen haar in kennis van alle latere wijzigingen.

Artikel 17

1.           De lidstaten wijzen de in deze verordening bedoelde bevoegde autoriteiten aan en identificeren hen op de in bijlage II vermelde websites. De lidstaten stellen de Commissie in kennis van elke wijziging van het adres van de in bijlage II genoemde websites.

2.           De lidstaten delen de Commissie na de inwerkingtreding van deze verordening onverwijld mede wie hun bevoegde autoriteiten zijn en hoe deze kunnen worden bereikt, en delen haar alle latere wijzigingen mede.

3.           Waar deze verordening een meldingsplicht vaststelt, of een verplichting de Commissie te informeren of op een andere wijze met haar te communiceren, wordt daartoe gebruik gemaakt van het adres en de andere contactgegevens die zijn vermeld in bijlage II.

Artikel 18

Deze verordening is van toepassing:

a)           op het grondgebied van de Unie, met inbegrip van haar luchtruim;

b)           aan boord van vlieg- of vaartuigen die onder de rechtsbevoegdheid van een lidstaat vallen;

c)           op alle zich op of buiten het grondgebied van de Unie bevindende personen die onderdaan van een lidstaat zijn;

d)           op alle volgens het recht van een lidstaat erkende of opgerichte rechtspersonen, entiteiten of lichamen, binnen of buiten het grondgebied van de Unie;

e)           op alle rechtspersonen, entiteiten of lichamen ten aanzien van alle geheel of gedeeltelijk binnen de Unie verrichte zakelijke transacties.

Artikel 19

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

                                                                       Voor de Raad

                                                                       De voorzitter                                                                        […]

[1]               PB L […] van […], blz. […].

[2]               Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).

[3]               Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1).

[4]               Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31).

[5]               Richtlijn 2007/64/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 13 november 2007 betreffende betalingsdiensten in de interne markt (PB L 319 van 5.12.2007, blz. 1).

[6]               http://eeas.europa.eu/cfsp/sanctions/consol-list_en.htm

BIJLAGEN

bij het

Gezamenlijke voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Oekraïne

“BIJLAGE I

Lijst van natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen bedoeld in artikel 2

A. Natuurlijke personen

B. Rechtspersonen, entiteiten en lichamen  

BIJLAGE II

Websites voor informatie over de bevoegde autoriteiten en adres voor kennisgevingen aan de Europese Commissie

BELGIË

http://www.diplomatie.be/eusanctions

BULGARIJE

http://www.mfa.bg/en/pages/135/index.html

TSJECHIË

http://www.mfcr.cz/mezinarodnisankce

DENEMARKEN

http://um.dk/da/politik-og-diplomati/retsorden/sanktioner/

DUITSLAND

http://www.bmwi.de/DE/Themen/Aussenwirtschaft/aussenwirtschaftsrecht,did=404888.html

ESTLAND

http://www.vm.ee/est/kat_622/

IERLAND

http://www.dfa.ie/home/index.aspx?id=28519

GRIEKENLAND

http://www.mfa.gr/en/foreign-policy/global-issues/international-sanctions.html

SPANJE

http://www.exteriores.gob.es/Portal/es/PoliticaExteriorCooperacion/GlobalizacionOportunidadesRiesgos/Documents/ORGANISMOS%20COMPETENTES%20SANCIONES%20INTERNACIONALES.pdf

FRANKRIJK

http://www.diplomatie.gouv.fr/autorites-sanctions/

KROATIË

http://www.mvep.hr/sankcije

ITALIË

http://www.esteri.it/MAE/IT/Politica_Europea/Deroghe.htm

CYPRUS

http://www.mfa.gov.cy/sanctions

LETLAND

http://www.mfa.gov.lv/en/security/4539

LITOUWEN

http://www.urm.lt/sanctions

LUXEMBURG

http://www.mae.lu/sanctions

HONGARIJE

http://www.kulugyminiszterium.hu/kum/hu/bal/Kulpolitikank/nemzetkozi_szankciok/

MALTA

http://www.doi.gov.mt/EN/bodies/boards/sanctions_monitoring.asp

NEDERLAND

www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/internationale-vrede-en-veiligheid/sancties

OOSTENRIJK

http://www.bmeia.gv.at/view.php3?f_id=12750&LNG=en&version=

POLEN

http://www.msz.gov.pl

PORTUGAL

http://www.portugal.gov.pt/pt/os-ministerios/ministerio-dos-negocios-estrangeiros/quero-saber-mais/sobre-o-ministerio/medidas-restritivas/medidas-restritivas.aspx

ROEMENIË

http://www.mae.ro/node/1548

SLOVENIË

http://www.mzz.gov.si/si/zunanja_politika_in_mednarodno_pravo/zunanja_politika/mednarodna_varnost/omejevalni_ukrepi/

SLOWAKIJE

http://www.mzv.sk/sk/europske_zalezitosti/europske_politiky-sankcie_eu

FINLAND

http://formin.finland.fi/kvyhteistyo/pakotteet

ZWEDEN

http://www.ud.se/sanktioner

VERENIGD KONINKRIJK

https://www.gov.uk/sanctions-embargoes-and-restrictions

Adres voor kennisgevingen aan de Europese Commissie:

Europese Commissie

Dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid (FPI)

EEAS 02/309

1049 Brussel

België

E-mail: relex-sanctions@ec.europa.eu”

Top