EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52014DC0155
COMMUNICATION FROM THE COMMISSION TO THE EUROPEAN PARLIAMENT, THE COUNCIL, THE EUROPEAN CENTRAL BANK, THE EUROPEAN ECONOMIC AND SOCIAL COMMITTEE AND THE COMMITTEE OF THE REGIONS The 2014 EU Justice Scoreboard
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, DE EUROPESE CENTRALE BANK, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Het EU-scorebord voor justitie van 2014
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, DE EUROPESE CENTRALE BANK, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Het EU-scorebord voor justitie van 2014
/* COM/2014/0155 final */
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, DE EUROPESE CENTRALE BANK, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Het EU-scorebord voor justitie van 2014 /* COM/2014/0155 final */
1. Inleiding De
editie 2014 van het EU-scorebord voor Justitie (hierna "het
scorebord" genoemd) wordt gepresenteerd op een ogenblik dat een aantal
lidstaten bezig is met de hervorming van hun rechtsstelsel om het
doeltreffender te maken voor burgers en ondernemingen. Deze hervormingen zijn
van rechtstreeks belang voor de EU en worden op de voet gevolgd door de
Europese instellingen en belanghebbenden. Kwaliteit,
onafhankelijkheid en efficiëntie zijn de essentiële elementen van een
doeltreffend rechtsstelsel. Goed werkende rechtssystemen vormen een belangrijke
structurele voorwaarde waarop de lidstaten hun beleid inzake duurzame groei en
sociale stabiliteit baseren. Om deze redenen zijn nationale justitiële
hervormingen sinds 2011 integraal deel gaan uitmaken van de structurele
elementen in lidstaten die aan economische aanpassingsprogramma’s zijn
onderworpen[1].
Sinds 2012[2]
is de verbetering van de kwaliteit, onafhankelijkheid en efficiëntie van
rechtsstelsels ook een prioriteit voor het Europees Semester, de jaarlijkse
cyclus van economische beleidscoördinatie van de EU, zoals aangegeven in de
jaarlijkse groeianalyse 2014[3].
Het scorebord levert het Europees Semester informatie in de vorm van objectieve
gegevens over de werking van de nationale rechtsstelsels. Dit draagt bij tot
het vaststellen van problemen die bijzondere aandacht verdienen, teneinde
ervoor te zorgen dat hervormingen worden uitgevoerd. Toegang
tot een doeltreffend rechtsstelsel is een essentieel recht dat ten grondslag
ligt aan de Europese democratieën en wordt erkend in de constitutionele
tradities die de lidstaten delen. Om die reden is het recht op een
doeltreffende voorziening in rechte voor een rechter opgenomen in het Handvest
van de grondrechten van de Europese Unie (artikel 47). Telkens wanneer een
nationale rechter EU-wetgeving toepast, treedt hij op als "rechter van de
Unie" en moet hij doeltreffende rechtsbescherming bieden aan allen,
burgers en ondernemingen, van wie de door het EU-recht gewaarborgde rechten
werden geschonden. De doeltreffendheid van rechtsstelsels is derhalve cruciaal
voor de tenuitvoerlegging van het EU-recht en voor de versterking van het
wederzijdse vertrouwen. Wat
is het EU-scorebord voor justitie? Het
EU-scorebord voor justitie is een informatie-instrument dat als doel heeft de
EU en de lidstaten bij te staan in hun streven naar een meer doeltreffende
justitie, door objectieve, betrouwbare en vergelijkbare gegevens te verstrekken
over de kwaliteit, onafhankelijkheid en efficiëntie van rechtsstelsels in alle
lidstaten. Het
scorebord draagt bij tot het vaststellen van mogelijke tekortkomingen,
verbeteringen en goede praktijken en is bedoeld om ontwikkelingen te laten zien
in de werking van de nationale rechtsstelsels in de loop van de tijd. Het bevat
niet één enkele algemene rangschikking, maar wel een overzicht van de werking
van alle rechtsstelsels op basis van verschillende indicatoren die van
gemeenschappelijk belang zijn voor alle lidstaten. Het
scorebord pleit niet voor een bepaald type rechtsstelsel. Snelheid,
onafhankelijkheid, betaalbaarheid en gebruiksvriendelijke toegang zijn enkele
essentiële parameters van een doeltreffend rechtsstelsel, ongeacht de vorm
ervan of de rechtstraditie waarin het verankerd ligt. Het
scorebord van 2014 is toegespitst op geschillen in burgerlijke en handelszaken
en in administratieve zaken teneinde de lidstaten te helpen bij hun
inspanningen om het ondernemingsklimaat te verbeteren en de staatsschulden- en
financiële crisis te overwinnen. Het scorebord is een instrument dat in overleg
met de lidstaten en het Europees Parlement wordt ontwikkeld, met het doel de
essentiële parameters van een doeltreffend rechtsstelsel vast te stellen. Het
Europees Parlement heeft de Commissie opgeroepen om geleidelijk het
toepassingsgebied van het scorebord uit te breiden. Hoe levert het EU-scorebord voor
justitie informatie voor het Europees Semester? Wanneer
de indicatoren van het scorebord wijzen op slechte prestaties, is steeds een
grondigere analyse van de oorzaken van het resultaat vereist. Deze
landenspecifieke evaluatie wordt uitgevoerd in het kader van het Europees
semester door middel van een bilaterale dialoog met de betrokken autoriteiten
en belanghebbenden. Bij deze evaluatie wordt rekening gehouden met de
specifieke kenmerken van het rechtsstelsel en de context van de betrokken
lidstaten. Dit kan ertoe leiden dat de Commissie aan de Raad landenspecifieke
aanbevelingen doet over de noodzaak om rechtsstelsels te verbeteren[4]. Wat
is de methode van het EU-scorebord voor justitie? Het
scorebord maakt gebruik van verschillende informatiebronnen. Thans worden de
meeste kwantitatieve gegevens verstrekt door Commissie voor efficiëntie in
justitie van de Raad van Europa (CEPEJ) waarmee de Commissie een overeenkomst
heeft gesloten om een specifieke studie uit te voeren[5].
Deze gegevens zijn van 2012 en zijn door de lidstaten verstrekt overeenkomstig
de CEPEJ-methodologie[6].
De studie bevat ook landenfiches die meer context bieden en in samenhang met de
cijfers moeten worden gelezen. Voor
het scorebord van 2014 heeft de Commissie ook een beroep gedaan op aanvullende
informatiebronnen, namelijk Eurostat, de Wereldbank, het Economisch Wereldforum
en de Europese justitiële netwerken, in het bijzonder het Europees netwerk van
de Raden voor de rechtspraak, dat antwoorden gaf op een vragenlijst over de
onafhankelijkheid van de rechterlijke macht. Ook via twee proef-veldstudies
werden aanvullende gegevens verkregen over de werking van de nationale
rechterlijke instanties wat betreft de toepassing van regels van consumenten-
en mededingingsrecht.[7] De
doeltreffendheid van nationale rechtsstelsels als een structurele component van
groei Kwalitatief
hoogwaardige instellingen, met inbegrip van doeltreffende nationale
rechtsstelsels, zijn een bepalende factor voor economische prestaties. In
tijden van staatsschulden- en van financiële en economische crisis spelen zij
een doorslaggevende rol bij het herstel van het vertrouwen en het bevorderen
van het herstel van de groei. Voorspelbare, snelle en uitvoerbare justitiële
beslissingen zijn belangrijke structurele componenten van een aantrekkelijk
ondernemingsklimaat. Zij dragen bij aan vertrouwen en stabiliteit in de gehele
bedrijfscyclus, door ervoor te zorgen dat er vertrouwen blijft bestaan in het
opstarten van een zaak, het afdwingen van een overeenkomst, het aantrekken van
investeringen, het vereffenen van een particuliere schuld of het beschermen van
eigendomsrechten en andere rechten. De
impact van nationale rechtsstelsels op de economie wordt benadrukt door het
Internationaal Monetair Fonds[8],
de Europese Centrale Bank[9],
de OESO[10],
het Economisch Wereldforum[11]
en de Wereldbank[12].
De doeltreffendheid van het rechtsstelsel moedigt investeringen aan in een land[13].
Uit onderzoek blijkt dat er een positief verband bestaat tussen de grootte van
ondernemingen en de doeltreffendheid van rechtsstelsels en dat er een geringere
stimulans om te investeren en aan te werven is wanneer de werking van het
rechtsstelsel tekortkomingen vertoont[14].
Groei in meer innoverende sectoren, met name die welke vaak steunen op
immateriële activa zoals intellectuele-eigendomsrechten, is afhankelijk van een
goed werkend rechtshandhavingssysteem[15].
Doeltreffende rechtsstelsels stimuleren ook concurrentie op de markt. Wanneer
rechtsstelsels een goede tenuitvoerlegging van overeenkomsten waarborgen,
worden ondernemingen ontmoedigd zich in hun economische betrekkingen opportunistisch
te gedragen en dalen de transactiekosten. Tot slot bevordert vertrouwen in goed
werkende systemen het ondernemerschap. Tekortkomingen in rechtsstelsels leiden
tot hogere financieringskosten[16].
Schuldeisers zullen meer geneigd zijn leningen te verstrekken als zij erop
kunnen vertrouwen dat het rechtsstelsel zo doeltreffend is dat het ervoor zorgt
dat zij hun geld terug zullen zien. Een
breed debat over de doeltreffendheid van rechtsstelsels De
presentatie van de eerste editie van het scorebord heeft bijgedragen tot een
brede uitwisseling van standpunten over de doeltreffendheid van nationale
rechtsstelsels in de EU. In zijn resolutie van 4 februari 2014 over
het EU-scorebord voor justitie[17]
nam het Europees Parlement met grote belangstelling kennis van het scorebord en
riep het de Commissie op om verder invulling te geven aan dit initiatief. Het
benadrukte dat het belangrijk is een efficiënt en onafhankelijk justitieel
stelsel te waarborgen dat kan bijdragen tot economische groei in Europa en het
concurrentievermogen kan stimuleren, en onderstreepte dat een doeltreffend en
betrouwbaar justitieel stelsel bedrijven stimulansen biedt voor ontwikkeling en
investeringen op nationaal en grensoverschrijdend niveau. Op
de informele bijeenkomst van de Raad Justitie en Binnenlandse zaken van
december heeft de Raad van gedachten gewisseld over met justitie verband
houdende aspecten van het Europese semester 2014, met inbegrip van het
scorebord van 2013. Op de bijeenkomst van de Raad Justitie en Binnenlandse
Zaken van maart 2014 heeft de Commissie de belangrijkste kenmerken van het
verwachte EU-scorebord voor Justitie van 2014 de EU gepresenteerd. De Raad en
de lidstaten hebben op 4 maart Conclusies betreffende de civiel- en
handelsrechtelijke justitiestelsels van de lidstaten aangenomen.[18] De
doeltreffendheid van de nationale rechtsstelsels en het scorebord van 2013
werden ook besproken tijdens de “Assises de la Justice”, een
conferentie op hoog niveau over de vormgeving van het beleid inzake justitie in
Europa voor de komende jaren, georganiseerd door de Europese Commissie in
Brussel op 21 en 22 november 2013[19].
Vertegenwoordigers van de rechterlijke macht (bv. de hooggerechtshoven, de
raden voor de rechtspraak en rechters) en beoefenaars van andere juridische
beroepen (bv. advocaten en rechterlijke ambtenaren) hebben blijk gegeven van
hun belangstelling en suggesties gedaan voor de toekomstige ontwikkeling ervan.
Bepaalde lidstaten hebben bijgedragen aan de besprekingen en de aandacht
gevestigd op aspecten van de methodologie die verder zouden kunnen worden
verbeterd. Naar aanleiding van deze conferentie werd een Eurobarometer-enquête
over justitie in de Europese Unie[20]
gepubliceerd waarin met name werd onderstreept dat de mate van vertrouwen in
nationale rechtsstelsels van lidstaat tot lidstaat aanzienlijk verschilt. De
Commissie is een systematische dialoog gestart met deskundigen uit de lidstaten
om de uitwisseling van beste praktijken op het gebied van de doeltreffendheid
van rechtsstelsels te bevorderen en het scorebord verder te ontwikkelen. De
lidstaten is verzocht twee contactpersonen aan te wijzen, één van de
rechterlijke macht en één van het ministerie van Justitie. Op de eerste twee
bijeenkomsten van de contactpersonen werd gesproken over de beschikbaarheid van
gegevens over de werking van rechtsstelsels en goede praktijken op het gebied
van gegevensverzameling. 2. Follow-up van het EU-scorebord
voor justitie van 2013 De bevindingen naar
aanleiding van het scorebord van 2013 hebben, in combinatie met de specifieke
evaluatie van de situatie in de lidstaten, bijgedragen aan de opstelling van landenspecifieke
aanbevelingen op het gebied van justitie. Ingevolge een voorstel van de
Commissie heeft de Raad aan tien lidstaten[21]
aanbevelingen gericht om, afhankelijk van het betrokken land, de
onafhankelijkheid, de kwaliteit en/of de efficiëntie van hun rechtsstelsel te
verbeteren of om de rechterlijke macht verder te versterken. Van deze tien
lidstaten waren er in 2012 reeds zes aangewezen als lidstaten met problemen in
verband met de werking van hun rechtsstelsel.[22] Deze
lidstaten nemen thans maatregelen op het gebied van de werking van de rechterlijke
macht. Deze maatregelen variëren van operationele maatregelen, zoals de
modernisering van beheer van de gerechtelijke procedure, het gebruik van nieuwe
informatietechnologie, de ontwikkeling van alternatieve geschillenbeslechting,
tot meer structurele maatregelen, zoals de herstructurering van de organisatie
van de rechtbanken of de vereenvoudiging van het burgerlijk procesrecht, die
kunnen leiden tot kortere procedures. De intensiteit en de stand van de
hervormingen verschillen van lidstaat tot lidstaat. Sommige lidstaten hebben
reeds maatregelen genomen en voeren deze thans uit, terwijl de maatregelen van
andere lidstaten zich nog in het beginstadium bevinden. Het scorebord bevat
gegevens van 2012 en houdt dus nog geen rekening met de effecten van lopende
hervormingen, ook niet met die van lidstaten die reeds ambitieuze maatregelen
hebben genomen.[23] De
bevindingen van het scorebord zijn nuttig voor de vaststelling van de
prioriteiten voor de structuurfondsen van de EU. Eerdere ervaring heeft
aangetoond dat EU-middelen kunnen worden gebruikt ter verbetering van de
doeltreffendheid van rechtsstelsels. Estland heeft bijvoorbeeld
structuurfondsen gebruikt voor de ontwikkeling van e-justitie-instrumenten en
is nu een van de meest geavanceerde landen wat betreft het gebruik van
ICT-instrumenten voor het beheer van de rechtbanken en voor de communicatie
tussen rechtbanken en partijen. De
Commissie heeft justitie als een prioritair gebied aangemerkt voor twaalf
lidstaten wat betreft financiering in het kader van het meerjarig financieel
kader 2014-2020[24].
De lidstaten zetten hun strategie voor de inzet van EU-middelen ter
ondersteuning van de Europa 2020-strategie uiteen in de zogenaamde
"partnerschapsovereenkomsten". Deze overeenkomsten bieden een kans om
een adequate toewijzing van middelen te waarborgen teneinde volledig recht te
doen aan het belang van het doeltreffender maken van rechtsstelsels. 3. Indicatoren van het
EU-scorebord voor justitie van 2014 Doeltreffendheid van rechtsstelsels Het
scorebord van 2014 behoudt dezelfde indicatoren voor de doeltreffendheid van
procedures als die welke in 2013 werden gebruikt: de duur van de procedures,
het afhandelingspercentage en het aantal aanhangige zaken. Daarnaast worden in
het scorebord van 2014 ook de resultaten van twee proefstudies[25]
gepresenteerd die als doel hadden meer verfijnde gegevens te verstrekken over
de duur van gerechtelijke procedures in verband met mededingingsrecht en
consumentenrecht, uitgedrukt in gemiddelde dagen. De doeltreffendheid van rechtsstelsels
op deze twee gebieden is belangrijk voor de economie. Het negatief effect van
alle hard-core kartels voor het welzijn van de consument, uitgedrukt als een
percentage van het bruto binnenlands product van de EU, wordt bijvoorbeeld
geraamd op 0,20 % tot 0,55 % van het bbp van de EU in 2011[26].
Evenzo is de toepassing van het consumentenrecht net zo belangrijk voor de
economie aangezien de eindconsumptie van huishoudens 56 % van het bbp
vertegenwoordigt.[27] Kwaliteit
van rechtsstelsels Wat
de kwaliteit van rechtsstelsels betreft, maakt het scorebord van 2014 gebruik
van dezelfde indicatoren als in 2013. Centraal staan bepaalde factoren die
kunnen bijdragen aan de verbetering van de kwaliteit van de rechtspleging,
zoals opleiding, toezicht en evaluatie van rechterlijke activiteiten,
begroting, personeel, de beschikbaarheid van systemen op het gebied van informatie-
en communicatietechnologie (ICT) voor de rechtbanken (die met name de
verhouding tussen de partijen en de rechtbanken vergemakkelijkt) en de beschikbaarheid
van alternatieve wijzen van geschillenbeslechting waarmee partijen hun
geschillen op een andere manier kunnen oplossen. Daarnaast bevat het scorebord
van 2014 meer gedetailleerde gegevens over opleiding over EU-recht, het gebruik
van tevredenheidsenquêtes, begrotingsmiddelen voor rechtbanken en het aantal
rechters. Onafhankelijkheid van de rechterlijke
macht Het
scorebord bevat gegevens over de perceptie van de onafhankelijkheid van het
rechtsstelsel, zoals vastgesteld in het jaarlijkse Mondiaal
Competitiviteitsrapport van het Economisch Wereldforum. De
perceptie van onafhankelijkheid is weliswaar belangrijk, omdat zij van invloed
kan zijn op de investeringsbeslissingen, maar belangrijker is dat de
onafhankelijkheid van de rechter in een rechtsstelsel afdoende wordt beschermd
via juridische waarborgen. Zoals aangekondigd in het scorebord van 2013 is de
Commissie begonnen met samenwerking op het gebied van de structurele
onafhankelijkheid van de rechterlijke macht met de Europese justitiële netwerken,
met name het Europees netwerk van de Raden voor de rechtspraak. Het scorebord
2014 bevat als bijlage een eerste algemeen vergelijkend overzicht van de
juridische waarborgen voor de bescherming van de structurele onafhankelijkheid
van de rechterlijke macht in de rechtsstelsels van de lidstaten. 4. Belangrijkste bevindingen
van het EU-scorebord voor justitie van 2014
4.1 Doeltreffendheid van
rechtsstelsels
Te
laat recht doen is geen recht doen. Tijdige beslissingen zijn essentieel voor
ondernemingen en investeerders. Zij houden bij hun investeringsbeslissingen
rekening met de mogelijkheid betrokken te worden in handels-, arbeids- of
belastinggeschillen of insolventieprocedures. De efficiëntie waarmee in een
rechtsstelsel van een lidstaat geschillen worden beslecht, is zeer belangrijk.
Een overeenkomst inzake leveringen of diensten langs juridische weg afdwingen
wordt bijvoorbeeld zeer duur naarmate het geschil langer aansleept, en wordt na
zekere tijd zelfs zinloos, aangezien de kans om vergoed te worden via
betalingen en boetes, afneemt. 4.1.1
Duur van de procedure De duur van de procedure is de
tijd (in dagen) die nodig is om een zaak voor de rechter, met andere woorden,
de tijd die de rechter nodig heeft om een uitspraak te doen in eerste aanleg. De
indicator "beslissingstermijn" is het aantal niet-afgehandelde zaken
gedeeld door het aantal afgehandelde zaken aan het einde van een jaar,
vermenigvuldigd met 365 dagen[28]. Behalve in grafieken 4, 11 en 12
hebben alle cijfers betrekking op procedures in eerste aanleg. Hoewel
verschillende beroepsprocedures een belangrijke invloed kunnen hebben op de
duur van een procedure, zou de doeltreffendheid van een rechtsstelsel al in
eerste aanleg zichtbaar moeten zijn, aangezien dit een verplichte stap is voor
iedereen die zich tot de rechter wendt. Grafiek 1: Tijd nodig om uitspraak te doen in burgerlijke, handels-,
administratieve en andere zaken* (eerste aanleg/in dagen) (bron:
CEPEJ-studie[29]) *
Volgens de CEPEJ-methodologie heeft deze grafiek betrekking op alle litigieuze
en niet-litigieuze burgerlijke en handelszaken, handhavingszaken, kadastrale
zaken, administratiefrechtelijke zaken (litigieuze of niet-litigieuze) en
andere niet-strafrechtelijke zaken. Grafiek
2: Tijd nodig om uitspraak te doen in litigieuze burgerlijke en
handelszaken* (eerste aanleg/in dagen) (bron: CEPEJ-studie) *Litigieuze
burgerlijke zaken (en handelszaken) betreffen volgens de CEPEJ-methodologie
geschillen tussen partijen, bijvoorbeeld geschillen over overeenkomsten.
Daartegenover staan niet-litigieuze burgerlijke zaken (en handelszaken), die
niet-contentieuze procedures betreffen, zoals onbetwiste betalingsopdrachten.
Handelszaken worden in sommige landen behandeld door speciale
handelsrechtbanken, en in andere landen door de gewone (burgerlijke)
rechtbanken. Grafiek
3: Tijd nodig om uitspraak te doen in administratieve zaken* (eerste
aanleg/in dagen) (bron: CEPEJ-studie) *Administratieve zaken betreffen volgens de
CEPEJ-methodologie geschillen tussen burgers en lokale, regionale of nationale
autoriteiten. Administratieve zaken worden in sommige landen behandeld door
speciale administratieve rechtbanken, en in andere landen door gewone
(burgerlijke) rechtbanken. Grafiek
4: Tijd nodig om insolventie af te handelen* (in jaren) (bron:
Wereldbank: Doing Business) *
Termijn voor de schuldeisers om hun vorderingen te innen. De termijn loopt
vanaf het moment dat de onderneming in gebreke blijft tot de betaling van een
deel of het geheel van het aan de bank te betalen bedrag. Mogelijke vertragingsmanoeuvres
van partijen, zoals het aantekenen van dilatoir beroep of een verzoek om
verlenging, zijn in aanmerking genomen. De gegevens zijn verkregen via enquêtes
die werden voorgelegd aan lokale insolventiefunctionarissen, en gecontroleerd via
een studie van wet- en regelgeving en aan de hand van openbare informatie over
faillissementssystemen. 4.1.2
Afhandelingspercentage Het afhandelingspercentage is de
verhouding van het aantal afgehandelde zaken tot het aantal binnenkomende
zaken. Het meet of een rechtbank gelijke tred houdt met het aantal
binnenkomende zaken. De duur van de procedures hangt af van de snelheid waarmee
de rechtbanken de zaken afhandelen, het "afhandelingspercentage", en
van het aantal zaken waarin nog een uitspraak moet worden gedaan, de
"aanhangige zaken". Wanneer het afhandelingspercentage ongeveer 100%
of meer bedraagt, betekent dit dat het rechtsstelsel ten minste evenveel zaken
kan afhandelen als er binnenkomen. Ligt het afhandelingspercentage onder de
100%, dan komen er meer zaken binnen dan er door de rechtbanken worden
afgehandeld, waardoor deze op het einde van het jaar als aanhangige zaken, de niet-afgehandelde
zaken doen toenemen. Wanneer een dergelijke situatie enkele jaren aanhoudt, kan
dit wijzen op een meer systematisch probleem waarbij er achterstand ontstaat
die de werklast van de rechtbanken verder verhoogt, waardoor procedures steeds
langer duren. Grafiek
5: Afhandelingspercentage in burgerlijke, handels-, administratieve en
andere zaken (eerste aanleg/in % - waarden boven 100% geven aan dat meer
zaken worden afgehandeld dan er binnenkomen, terwijl waarden onder 100%
aangeven dat er minder zaken worden afgehandeld dan er binnenkomen) (bron:
CEPEJ-studie)
Grafiek
6: Afhandelingspercentage in litigieuze burgerlijke en handelszaken
(eerste aanleg/in %) (bron: CEPEJ-studie) Grafiek 7: Afhandelingspercentage in administratieve
zaken (eerste aanleg/in %) (bron: CEPEJ-studie) 4.1.3
Aanhangige zaken Het aantal aanhangige zaken is
het aantal zaken waarin nog uitspraak moet worden gedaan aan het eind van een
periode. Het aantal aanhangige zaken heeft een invloed op de beslissingstermijn.
Derhalve zijn, om de duur van de procedures te verkorten, maatregelen nodig om
het aantal aanhangige zaken te verminderen. Grafiek
8: Aantal burgerlijke, handels-, administratieve en andere aanhangige zaken
(eerste aanleg/per 100 inwoners) (bron: CEPEJ-studie) Grafiek
9: Aantal aanhangige litigieuze burgerlijke en handelszaken (eerste
aanleg/per 100 inwoners) (bron: CEPEJ-studie) Grafiek
10: Aantal aanhangige administratieve zaken (eerste aanleg/per 100
inwoners) (bron: CEPEJ-studie) 4.1.4.
Resultaten van de proef-veldstudies De resultaten van de
proef-veldstudies betreffende de duur van procedures op het gebied van mededingings-
en consumentenrecht laten het gemiddelde aantal dagen zien dat nodig is om een
beslissing ten gronde te verkrijgen in zaken die op deze twee gebieden
betrekking hebben. De gemiddelde duur in dagen is vastgesteld voor zaken in
eerste, tweede en, in voorkomend geval, derde aanleg waarvoor deze gegevens
beschikbaar zijn. Gezien de verschillen in de manier waarop de gegevens met
betrekking tot deze instanties worden weergegeven, worden de lidstaten
alfabetisch gerangschikt volgens hun originele taal. De hieronder aangegeven
gemiddelde tijd voor de rechterlijke toetsing in mededingingszaken, lijkt in
het algemeen langer te zijn dan de gemiddelde duur van burgerlijke, handels-,
administratieve en andere zaken die in figuur 1 is aangegeven. Dit kan te wijten
zijn aan de complexiteit van dit soort gespecialiseerde geschillenbeslechting.
Uit de onderstaande grafiek blijkt ook dat in verscheidene lidstaten de duur
van de rechterlijke toetsing in eerste, tweede en, in voorkomend geval, derde
aanleg aanzienlijk verschilt. Grafiek
11: Gemiddelde tijd die nodig is om de rechterlijke toetsing van besluiten
van nationale mededingingsautoriteiten op grond van de artikelen 101 en 102 af
te handelen* (in dagen) (bron: proef-veldstudie[30]) *De
berekening van de duur vond plaats op basis van een studie die als doel had
alle zaken in kaart te brengen waarin beroep werd aangetekend tegen besluiten
van nationale mededingingsautoriteiten op grond van de artikelen 101 en 102 van
het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en waarin tussen 2008
en 2013 rechterlijke beslissingen ten gronde werden gegeven. De cijfers hebben
betrekking op eerste en tweede aanleg, en, voor zover relevant, derde aanleg. Grafiek
12: Gemiddelde tijd nodig om zaken betreffende consumentenrecht* af te
handelen (in dagen) (bron: proef-veldstudie[31])
De gemiddelde duur lijkt
weliswaar langer te zijn dan de in grafiek 2 aangegeven duur van litigieuze
burgerlijke en handelszaken, maar er moet rekening worden gehouden met het feit
dat de duur is berekend op basis van gepubliceerde zaken betreffende
consumentengeschillen, die in het algemeen complexer zijn. De grafiek bevestigt
ook dat er in een aantal lidstaten significante verschillen bestaan tussen de
gemiddelde duur van de procedure in eerste, tweede en derde aanleg voor
consumentengeschillen. *
De berekening van de duur vond plaats op basis van steekproeven van zaken
betreffende de toepassing van de richtlijn oneerlijke bedingen, de richtlijn
verkoop op afstand, de richtlijn verkoop van en garanties voor
consumptiegoederen, de richtlijn oneerlijke handelspraktijken en de nationale
uitvoeringsbepalingen van deze richtlijnen, waarin tussen 2008 en 2013
beslissingen werden gegeven. Aangezien de omvang van de steekproef verschilde
naar gelang van de beschikbaarheid van gepubliceerde beslissingen, moeten de
opgegeven cijfers met de nodige voorzichtigheid worden geïnterpreteerd.[32] Ø Conclusies over de doeltreffendheid van rechtsstelsels · Het scorebord laat zien dat er lidstaten zijn die nog steeds worden geconfronteerd met specifieke problemen inzake de doeltreffendheid van hun rechtsstelsels, namelijk lange procedures in eerste aanleg in combinatie met lage afhandelingspercentages of een groot aantal aanhangige zaken. Deze lidstaten werden al aangewezen in het Europees semester van 2013 en de economische aanpassingsprogramma’s en zijn maatregelen aan het zoeken, vaststellen of uitvoeren om de werking van hun rechtstelsels te verbeteren. De cijfers bevestigen dat het belangrijk is alle noodzakelijke hervormingen door te voeren en vastbesloten door te gaan met deze inspanningen. · Voor een paar lidstaten laten de cijfers een toename van de duur van de procedure zien. Daarvoor kunnen verschillende redenen zijn. Voor landen die in het bijzonder te kampen hebben met de staatsschulden-, financiële en economische crisis, heeft de toename van binnenkomende zaken bijvoorbeeld een effect gehad op het functioneren van het rechtsstelsel[33]. · De effecten van de ambitieuze hervormingen die bepaalde lidstaten onlangs hebben doorgevoerd, komen nog niet tot uitdrukking aangezien de gegevens op 2012 betrekking hebben. Het vergt tijd om structurele justitiële hervormingen uit te voeren en de vruchten daarvan te plukken, met name in landen die aan economische aanpassingsprogramma’s zijn onderworpen.[34] Aangezien het scorebord een regelmatige exercitie is, kunnen de resultaten van deze hervormingen in toekomstige scoreborden zichtbaar worden.
4.2. Kwaliteit van rechtsstelsels
Een
doeltreffende rechtsbedeling vergt kwaliteit in de hele justitie-keten. Een
gebrek aan kwaliteitsvolle rechterlijke beslissingen kan leiden tot een toename
van de bedrijfsrisico's voor grote ondernemingen en kmo's en de keuzes van de
consument beïnvloeden. Bepaalde input-indicatoren, zoals opleiding, toezicht op
en evaluatie van activiteiten, beschikbaarheid van ICT-systemen en alternatieve
wijzen van geschillenbeslechting, en begrotings- en personele middelen, kunnen
bijdragen aan kwalitatief betere rechtsstelsels. 4.2.1
Toezicht en evaluatie helpen de duur van procedures verkorten Door
een kwaliteitsbeleid vast te stellen en de activiteiten van de rechterlijke
instanties te evalueren, kan de kwaliteit van de rechtsbedeling worden
verhoogd, hetgeen de toegang tot justitie, het vertrouwen, de voorspelbaarheid
en de snelheid van de rechtspraak verbetert. Dit kan de vorm aannemen van
toezicht op de dagelijkse activiteiten van de rechtbanken dankzij het
verzamelen van gegevens of de evaluatie van de prestaties van rechtsstelsels
door gebruik te maken van indicatoren of door de invoering van
kwaliteitssystemen in rechtbanken. Wanneer er geen betrouwbaar toezicht en
betrouwbare evaluatie bestaat, kan het moeilijker zijn om de werking van een
rechtsstelsel te verbeteren. Om bij de afhandeling van rechtszaken tot een goed
timemanagement te komen, moeten de rechtbanken, het gerechtelijk apparaat en
alle eindgebruikers van het rechtsstelsel kunnen worden geïnformeerd over het
functioneren van de rechterlijke instanties via een systeem van regelmatig
toezicht. De
gegevens voor de gelaagde grafieken over kwaliteitsfactoren hebben betrekking
op 2012, aangezien daarin beschrijvende indicatoren tot uitdrukking komen, die
in het algemeen stabiel blijven. Verschillen met vorige exercities betreffende
bepaalde lidstaten worden afzonderlijk verklaard. Voor de lidstaten zonder
waarden rechts op de grafiek, waren geen gegevens beschikbaar. Wanneer de
indicatoren niet bestaan of niet van toepassing zijn op bepaalde lidstaten,
wordt dat rechts op de grafiek uitdrukkelijk vermeld. Grafiek
13: Beschikbaarheid van toezicht op activiteiten van rechtbanken in 2012*
(bron: CEPEJ-studie) *
Er werd melding gemaakt van een toenemende beschikbaarheid van
toezichtsinstrumenten in CY en EL (jaarlijkse activiteitenverslagen) en in SI
(andere toezichtselementen) en van een afnemende beschikbaarheid in SK (geen
jaarlijks activiteitenverslag, aangezien de rechtbanken afzonderlijk
statistische gegevens moeten verstrekken aan het ministerie van Justitie, dat
de gegevens voor de volledige rechterlijke macht publiceert). Grafiek
14: Beschikbaarheid van evaluatie van activiteiten van rechtbanken in 2012*
(bron: CEPEJ-studie) *
Er werd melding gemaakt van een toenemende beschikbaarheid van deze
instrumenten in EE, HU en SI, en van een afnemende beschikbaarheid in LV. Grafiek
15: Enquêtes uitgevoerd bij gebruikers van rechtbanken en beoefenaars van
juridische beroepen in 2012* (bron: CEPEJ-studie) Enquêtes uitgevoerd bij
beroepsbeoefenaars die werkzaam zijn in rechtbanken en/of gebruikers van rechtbanken
kunnen relevante informatie verstrekken over de kwaliteit van het
rechtsstelsel. Er werd een aanvullende indicator ingevoerd om rekening te
houden met de doelgroepen en de mate waarin dergelijke enquêtes in de lidstaten
worden gebruikt. *
Enquêtes volgens de CEPEJ-methodologie, die gericht zijn op personen die direct
contact hadden met een rechtbank (beroepsbeoefenaars, procespartijen en andere
gebruikers van rechtbanken, bijvoorbeeld getuigen, deskundigen, tolken enz.). 4.2.2
Informatie- en communicatietechnologiesystemen dragen bij tot een kortere duur
van de procedures en een betere toegang tot justitie ICT-systemen
voor de registratie en het beheer van zaken zijn onmisbare instrumenten voor
rechtbanken om een effectief timemanagement te garanderen, aangezien met behulp
van deze systemen de rechtbanken zaken sneller kunnen behandelen en de
procedures daardoor minder lang duren[35]. Grafiek
16: ICT-systemen voor de registratie en het beheer van zaken (gewogen
indicator-min=0, max=4)[36]
(bron: CEPEJ-studie) Grafiek
17: Elektronische communicatie tussen rechtbanken en partijen (gewogen
indicator - min. = 0, max. = 4) (bron: CEPEJ-studie) ICT-systemen
voor de communicatie tussen rechtbanken en partijen (bv. elektronisch indienen
van vorderingen) kunnen de achterstand helpen wegwerken en de kosten voor
burgers en ondernemingen helpen verlagen door de toegang tot justitie te
vergemakkelijken. Ook voor de grensoverschrijdende samenwerking tussen
justitiële autoriteiten spelen ICT-systemen een steeds belangrijkere rol. Ze
vergemakkelijken op deze manier de tenuitvoerlegging van EU-wetgeving. Grafiek
18: Elektronische verwerking van geringe vorderingen* (0 = beschikbaar in 0%
van de rechtbanken; 4 = beschikbaar in 100% van de rechtbanken) (bron: CEPEJ-studie)
* Onder het
begrip "geringe vorderingen" wordt verstaan: burgerlijke zaken
waarbij de monetaire waarde van de vordering relatief laag is. Dit begrip
verschilt van lidstaat tot lidstaat en de CEPEJ-studie maakt gebruik van de
nationale definitie in elke lidstaat. Grafiek 19: Elektronische verwerking van
onbetwiste schuldvorderingen (0 = beschikbaar in 0% van de rechtbanken; 4 =
beschikbaar in 100% van de rechtbanken) (bron: CEPEJ-studie) Grafiek
20: Elektronisch indiening van vorderingen (0 = beschikbaar in 0% van de
rechtbanken; 4 = beschikbaar in 100% van de rechtbanken) (bron: CEPEJ-studie) 4.2.3 Methoden
voor alternatieve geschillenbeslechting dragen bij tot een lagere werklast van
rechterbanken Doeltreffende
bemiddeling en andere methoden voor alternatieve geschillenbeslechting bieden
burgers en ondernemingen meer mogelijkheden om hun geschillen op te lossen en
dragen bij tot een cultuur van vreedzame geschillenbeslechting. De
belangstelling voor dergelijke methoden wordt bevestigd door een
Eurobarometerenquête waaruit blijkt dat 89 % van de respondenten een
buitengerechtelijke schikking zou nastreven, terwijl 8 % zegt dat zij toch
naar de rechter zouden stappen[37].
Alternatieve geschillenbeslechting draagt ook bij tot het beter functioneren
van de rechtbanken. Door een vroegtijdige schikking tussen partijen op
vrijwillige basis vermindert alternatieve geschillenbeslechting het aantal
aanhangige zaken en kan zij een positieve invloed hebben op de werklast van
rechtbanken, die daardoor gemakkelijker binnen een redelijke tijd zaken kunnen
behandelen. Grafiek 21: Beschikbaarheid van methoden
voor alternatieve geschillenbeslechting in 2012* (bron: CEPEJ-studie) * Er werden
bijna geen wijzigingen gemeld inzake de beschikbaarheid van alternatieve
geschillenbeslechting, die leek toe te nemen in CY en af te nemen in LV, dat
zich in de eerste fase bevindt van de totstandbrenging van een nieuw
rechtskader voor bemiddeling en van een bemiddelingsinstituut. 4.2. Het
bevorderen van opleiding van rechters kan bijdragen tot een doeltreffender
rechtsbedeling Opleiding van
rechters is een belangrijk element voor de kwaliteit van rechterlijke
beslissingen. Er werd een aanvullende indicator ingevoerd om informatie te
verstrekken over het feitelijke percentage rechters dat deelneemt aan
permanente opleiding op het gebied van EU-recht of van het recht van een andere
lidstaat. Grafiek 22: Verplichte opleiding voor
rechters in 2012* (bron: CEPEJ-studie) *
EL, HU en LT hebben het aantal verplichte opleidingscategorieën verhoogd in
vergelijking met 2010, terwijl in LU, SE en RO sommige categorieën die
verplicht waren, facultatief zijn geworden. Grafiek 23: Rechters die deelnemen aan
activiteiten voor permanente opleiding op het gebied van EU-recht of van het
recht van een andere lidstaat (als % van het totaal aantal rechters)* (bron:
Europese Commissie, European Judicial Training, 2012[38]) *In
enkele door de lidstaten gemelde gevallen bedraagt het percentage deelnemers in
verhouding tot het aantal beoefenaars van een bepaald juridisch beroep meer dan
100%, hetgeen betekent dat de deelnemers meer dan één opleidingsactiviteit op
het gebied van EU-recht hebben gevolgd. Sommige uitzonderlijk hoge cijfers
wijzen erop dat de verstrekte gegevens betrekking hebben op opleiding over alle
onderwerpen en niet alleen over EU-recht. 4.2.5 Middelen Grafiek
24: Begrotingsmiddelen voor rechtbanken (in EUR per inwoner)* (bron:
CEPEJ-studie) *
Grafiek 24 duidt de jaarlijkse goedgekeurde begrotingsmiddelen aan die worden
toegewezen voor de werking van alle rechtbanken, ongeacht welke de bron is van
deze middelen en op welk niveau deze worden toegekend (nationaal of regionaal).
Er wordt geen rekening gehouden met de diensten van openbare aanklagers
(behalve in BE, DE, EL, ES (voor 2010), FR, LU, AT) of rechtsbijstand (behalve
in BE, ES (voor 2010) en AT).[39] Grafiek 25: Totale algemene
overheidsuitgaven voor rechtspleging* (in EUR per inwoner) (bron:
Eurostat) Deze aanvullende indicator voor
middelen is gebaseerd op de gegevens van Eurostat over overheidsuitgaven.
Daarin worden de feitelijk bestede begrotingsmiddelen weergegeven, hetgeen een
aanvulling vormt op de bestaande indicator voor toegewezen begrotingsmiddelen
voor rechtbanken. De vergelijking is gemaakt tussen 2010, 2011 en 2012. *
Terwijl grafiek 24 de jaarlijkse goedgekeurde begrotingsmiddelen aanduidt die
worden toegewezen voor de werking van alle rechtbanken, ongeacht welke de bron
is van deze middelen en op welk niveau deze worden toegekend (nationaal of
regionaal), geeft grafiek 25 de totale (feitelijke) algemene overheidsuitgaven
voor rechtspleging aan (gegevens uit de nationale rekeningen, classificatie van
overheidsfuncties, groep 03.3). Grafiek 25 heeft ook betrekking op
reclasseringssystemen en rechtsbijstand.[40] Grafiek 26: Algemene
overheidsuitgaven voor rechtspleging als een percentage van het bbp (bron:
Eurostat)[41] Grafiek
27: Aantal rechters* (per 100 000 inwoners) (bron: CEPEJ-studie) Om
de vergelijkbaarheid te verbeteren en te zorgen voor een meer gericht overzicht,
werd de indicator herzien ten opzichte van het scorebord van 2013. Rechtspfleger/griffiers
zijn er niet langer in opgenomen aangezien deze functies slecht in enkele
lidstaten voorkomen. Uitsluitend voltijdse rechters zijn in aanmerking genomen. *Volgens de
CEPEJ-methodologie bestaat deze categorie uit voltijds werkende rechters.
Rechtspfleger/griffiers, die slecht in enkele lidstaten voorkomen, zijn er niet
in opgenomen. Grafiek 28: Aantal advocaten* (per 100
000 inwoners) (bron: CEPEJ-studie) *
Een advocaat is een persoon die overeenkomstig het nationale recht
gekwalificeerd en bevoegd is om namens zijn of haar cliënt te pleiten en te
handelen, het recht te beoefenen, voor rechtbanken op te treden of zijn of haar
cliënt te vertegenwoordigen en te adviseren in juridische aangelegenheden
(Aanbeveling Rec(2000)21 van het Comité van Ministers van de Raad van Europa
inzake de vrije uitoefening van het beroep van advocaat). Ø Conclusies over de kwaliteit van rechtsstelsels · In de meeste lidstaten is er reeds sprake van toezicht op en evaluatie van de activiteiten van rechtbanken. Slechts een paar landen hebben geen evaluatiesysteem. In meer dan de helft van de lidstaten worden enquêtes gehouden onder gebruikers van rechtbanken of beoefenaars van juridische beroepen. · In bijna alle lidstaten zijn methoden voor alternatieve geschillenbeslechting beschikbaar. Geactualiseerde gegevens over het gebruik van dergelijke methoden zijn niet beschikbaar. · Er zijn meer instrumenten op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT) voor de rechtbanken beschikbaar. Deze zijn in grote mate beschikbaar voor de administratie en het beheer van rechtbanken en in mindere mate voor elektronische communicatie tussen rechtbanken en partijen. De elektronische verwerking van geringe vorderingen en onbetwiste schuldvorderingen, en het elektronisch indienen van vorderingen zijn in een aanzienlijk aantal lidstaten niet mogelijk. · In bijna een derde van de lidstaten bedraagt het aantal rechters dat deelneemt aan permanente opleidingsactiviteiten over EU-recht meer dan 50%. In de helft van de lidstaten neemt minder dan 20% van de rechters deel aan opleiding over EU-recht. · Opleiding van rechters en beoefenaars van juridische beroepen en ICT-hulpmiddelen zijn essentieel voor de goede werking van een Europese rechtsruimte die gebaseerd is op wederzijds vertrouwen. De bevindingen van het scorebord bevestigen dat opleiding en ICT essentiële onderdelen moeten zijn van het toekomstige EU-beleid inzake justitie en zullen helpen consolideren wat tijdens de afgelopen 15 jaar op dit gebied is bereikt.
4.3 Onafhankelijkheid
De
onafhankelijkheid van de rechter is belangrijk voor een aantrekkelijk
ondernemingsklimaat. Zij waarborgt de voorspelbaarheid,
zekerheid, eerlijkheid en stabiliteit van het rechtsstelsel waarin
ondernemingen werken. Om deze reden is een grotere onafhankelijkheid van
de nationale rechtsstelsels, samen met een betere kwaliteit en efficiëntie
ervan, een belangrijk element in het Europees semester. De onafhankelijkheid van
de rechterlijke macht is ook een vereiste die voortvloeit uit het recht op een
doeltreffende voorziening in rechte dat is opgenomen in het Handvest van de
grondrechten van de Europese Unie. De onafhankelijkheid van de rechterlijke
macht is ook van belang voor een doeltreffende bestrijding van corruptie, zoals
werd benadrukt in het EU-corruptiebestrijdingsverslag.[42] Om informatie te verstrekken over de
onafhankelijkheid van de rechterlijke macht in de lidstaten, maakte het
scorebord van 2013 gebruik van de indicator van de perceptie van
onafhankelijkheid van het rechtsstelsel. De perceptie van
onafhankelijkheid van de rechterlijke macht is immers een groeibevorderende
factor aangezien een gepercipieerd gebrek aan onafhankelijkheid investeringen
kan ontmoedigen. In de regel moet niet alleen recht worden gedaan, het moet ook
zichtbaar zijn dat recht is gedaan. Terwijl
de perceptie van onafhankelijkheid een relevante indicator is, is informatie
over de wijze waarop de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht wettelijk
wordt gewaarborgd en gehandhaafd noodzakelijk. Om deze reden werd in het
scorebord van 2013 aangekondigd dat de Commissie, samen met de netwerken van
rechters en gerechtelijke autoriteiten, zou onderzoeken hoe de kwaliteit en de
beschikbaarheid van vergelijkbare gegevens over structurele onafhankelijkheid
konden worden verbeterd. In
samenwerking met het Europees netwerk van de Raden voor de rechtspraak heeft de
Commissie een begin gemaakt met het verzamelen van informatie over de
juridische bescherming van de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht in de
lidstaten. De grafieken in de bijlage geven een eerste vergelijkend overzicht
van de manier waarop de nationale rechtsstelsels zijn georganiseerd om de
gerechtelijke onafhankelijkheid te beschermen in bepaalde soorten situaties
waarin die in het gedrang kan komen. Vijf indicatoren worden gebruikt ter
dekking van de volgende situaties: (i) de waarborgen in verband met de
onvrijwillige overplaatsing van rechters (ii) de afzetting van rechters,
(iii) de toewijzing van binnenkomende zaken binnen een rechtbank, (iv) de
onttrekking van zaken aan rechters en de wraking van rechters en (v) de
bedreiging van de onafhankelijkheid van een rechter. Voor dergelijke
situaties voorziet de Aanbeveling van de Raad van Europa van 2010 over
rechters: onafhankelijkheid, efficiëntie en verantwoordelijkheden (hierna
" de aanbeveling" genoemd) in normen die ervoor zorgen dat de
onafhankelijkheid van de rechterlijke macht wordt geëerbiedigd.[43] Grafiek 29: Perceptie van rechterlijke onafhankelijkheid
(perceptie – hogere waarden wijzen op betere perceptie) (source: Economisch
Wereldforum[44]) Ø Conclusies over de rechterlijke onafhankelijkheid · In verscheidene lidstaten is de perceptie van onafhankelijkheid verbeterd en in sommige lidstaten verslechterd. · Het scorebord van 2014 bevat als bijlage ook een eerste feitelijk vergelijkend overzicht van de juridische waarborgen ter bescherming van de rechterlijke onafhankelijkheid in een aantal situaties waarin die in het gedrang kan komen. De Commissie zal samen met de netwerken van justitiële autoriteiten en rechters, en met de lidstaten, verder onderzoeken hoe het scorebord vergelijkende gegevens over de doeltreffendheid van deze juridische waarborgen en over andere waarborgen betreffende de structurele onafhankelijkheid verder kan ontwikkelen. 5. Verdere stappen De bevindingen van het scorebord
zullen in aanmerking worden genomen bij de voorbereiding van de volgende
landenspecifieke analyse van het Europees semester 2014. Zij zullen ook in
aanmerking worden genomen in het kader van de economische
aanpassingsprogramma's. Het
scorebord van 2014 bevestigt dat het verzamelen van objectieve, vergelijkbare
en betrouwbare gegevens over de doeltreffendheid van rechtsstelsels voor alle
lidstaten een probleem blijft. Dit kan verschillende redenen hebben: een gebrek
aan beschikbaarheid van gegevens als gevolg van onvoldoende statistische
capaciteit, een gebrek aan vergelijkbaarheid als gevolg van procedures of
definities die aanzienlijk kunnen uiteenlopen of het gebrek aan bereidheid om
ten volle met de CEPEJ samen te werken. De
Commissie is van oordeel dat het belangrijk is om werkelijk vooruitgang te
boeken op het gebied van de mogelijkheden tot het verzamelen en verstrekken van
relevante gegevens over de kwaliteit, de efficiëntie en de onafhankelijkheid
van de rechtsstelsels. Aangezien een goed functionerend nationaal rechtsstelsel
essentieel is om de doelstellingen van de Unie te verwezenlijken, zouden alle
lidstaten prioriteit moeten geven aan het verzamelen van correcte,
onpartijdige, betrouwbare, objectieve en vergelijkbare gegevens en deze
gegevens moeten delen met het oog op het opstellen van het scorebord. Zowel de
lidstaten als de nationale rechtsstelsels hebben belang bij de ontwikkeling van
de verzameling van dergelijke gegevens teneinde het justitiebeleid beter te
kunnen bepalen. De
Commissie is voornemens de werkzaamheden van de deskundigengroep voor de
nationale rechtsstelsels te intensiveren ter verbetering van de beschikbaarheid,
de kwaliteit en de vergelijkbaarheid van de gegevens die van belang zijn voor
de EU. Naast de samenwerking met de CEPEJ, versterkt de Commissie ook de
samenwerking met de Europese netwerken op het gebied van justitie, met name het
Europees netwerk van de Raden voor de rechtspraak, het netwerk van voorzitters
van de Hoge Rechtscolleges in de Europese Unie, de Vereniging van Raden van
State en Hoogste Administratieve Rechtscolleges van de Europese Unie, en de
verenigingen van beoefenaars van juridische beroepen, met name van advocaten. Er
zal ook worden nagegaan of het mogelijk is gegevens over rechtsstelsels te
verzamelen op andere specifieke gebieden die van belang zijn voor groei, zoals
financiële en economische misdrijven. 6. Conclusies Het
EU-scorebord voor justitie draagt bij tot het vaststellen, in een open dialoog
met de lidstaten, van de goede voorbeelden en mogelijke tekortkomingen van de
nationale rechtsstelsels. Overeenkomstig het beginsel van gelijke behandeling
is het belangrijk dat het scorebord betrekking heeft op alle lidstaten en dat
deze de nodige gegevens verstrekken. Dit is een zaak van gemeenschappelijk
belang voor de goede werking van een gemeenschappelijke Europese rechtsruimte
op basis van wederzijds vertrouwen en meer in het algemeen van de Unie. Het
EU-scorebord voor justitie 2014 laat zien dat het belangrijk is om vastberaden
door te gaan met de inspanningen ter verbetering van de doeltreffendheid van
rechtsstelsels teneinde ten volle de vruchten te kunnen plukken van deze
hervormingen. Op basis van dit scorebord verzoekt de Commissie de lidstaten,
het Europees Parlement en alle belanghebbenden om een open dialoog en een
constructieve samenwerking om deze doelstelling te verwezenlijken. BIJLAGE:
STRUCTURELE RECHTERLIJKE ONAFHANKELIJKHEID Onderstaande
grafieken geven een eerste overzicht van de juridische waarborgen in bepaalde
soorten situaties zonder daarbij de doeltreffendheid ervan te beoordelen[45]. Deze
grafieken zijn gebaseerd op de antwoorden op een vragenlijst die de Commissie
in nauwe samenwerking met het Europees netwerk van de Raden voor de rechtspraak
heeft opgesteld[46]. Grafiek
I: De waarborgen in verband met de onvrijwillige overplaatsing van rechters
(rechters kunnen niet uit hun functie worden ontheven). De
grafiek behandelt het scenario waarin een rechter onvrijwillig wordt
overgeplaatst en geeft weer of een dergelijke overplaatsing is toegestaan en in
welke gevallen: (i) de autoriteiten die beslissingen nemen over dergelijke
overplaatsingen, (ii) de redenen (bv. organisatorisch, tuchtrechtelijk) waarom
een dergelijke overplaatsing wordt toegestaan, en (iii) of beroep tegen de
beslissing mogelijk is[47]. Grafiek II: De afzetting van
rechters in eerste en tweede aanleg Deze
grafiek geeft aan welke autoriteiten bevoegd zijn om voorstellen te doen en
besluiten te nemen over de afzetting van rechters in eerste en tweede aanleg in
de verschillende lidstaten[48].
In het bovenste gedeelte van de kolom wordt aangegeven wie het eindbesluit
neemt[49]
en in het onderste gedeelte - in voorkomend geval - wie de afzetting voorstelt
of wie moet worden geraadpleegd voordat een besluit wordt genomen. Grafiek
III: De
toewijzing van zaken binnen een rechtbank De
grafiek toont op welk niveau de criteria voor de toewijzing van zaken binnen
een rechtbank worden gedefinieerd (bijvoorbeeld wet, vaste praktijk), hoe zaken
worden toegewezen (bijvoorbeeld door de voorzitter van de rechtbank, personeel
van de rechtbank, willekeurige toewijzing, vooraf bepaalde volgorde) en welke
autoriteit toeziet op de toewijzing[50]. Grafiek
IV: De onttrekking van een zaak aan een rechter en de wraking van een rechter De
grafiek geeft weer of rechters aan sancties kunnen worden onderworpen wanneer
zij zich niet houden aan de verplichting om zich aan een zaak te onttrekken
waarin hun onpartijdigheid in vraag wordt gesteld of in het gedrang komt of
wanneer er sprake is van een redelijke perceptie van vooringenomenheid. In de
grafiek wordt ook aangegeven welke autoriteit[51]
besluit over een verzoek om wraking van een rechter[52]. Grafiek
V: De procedures in het geval van bedreiging van de onafhankelijkheid van een
rechter De
grafiek geeft aan welke autoriteiten kunnen optreden in specifieke procedures
voor de bescherming van de onafhankelijkheid wanneer rechters van oordeel zijn dat
hun onafhankelijkheid wordt bedreigd[53]. Zij
geeft ook de maatregelen aan die deze autoriteiten kunnen nemen (bijvoorbeeld
de afgifte van een formele verklaring, het indienen van klachten of sancties
tegen personen die rechters op ongeoorloofde wijze willen beïnvloeden). De
maatregelen ter bescherming van de rechterlijke onafhankelijkheid worden
getroffen door een dienst van de openbare aanklager of een rechtbank wanneer
het om sancties gaat en door de Raad voor de rechtspraak wanneer het om andere
maatregelen gaat. [1] In 2014 bevatten de economische aanpassingsprogramma’s in
Griekenland, Portugal en Cyprus voorwaarden inzake justitiële hervormingen. [2] Mededeling van de Commissie, Jaarlijkse groeianalyse 2013,
COM(2012) 750 final. [3] Mededeling van de Commissie, Jaarlijkse groeianalyse 2014,
COM(2013) 800 final. [4] De redenen/gronden voor landenspecifieke aanbevelingen worden door
de Commissie uiteengezet in een werkdocument van de diensten van de Commissie,
dat te vinden is op: http://ec.europa.eu/europe2020/europe-2020-in-your-country/index_en.htm [5] Beschikbaar op: http://ec.europa.eu/justice/effective-justice/scoreboard/index_en.htm
[6] Niet alle lidstaten hebben aan de CEPEJ gegevens verschaft. [7] Study on the functioning of national courts for the application
of competition law rules, uitgevoerd door GHK, ICF 2014; Study on the
functioning of national courts for the application of consumer law rules
uitgevoerd door het Centre for Strategy and Evaluation Services LPP, 2014. Beschikbaar op: http://ec.europa.eu/justice/effective-justice/scoreboard/index_en.htm [8] IMF, "Fostering Growth in Europe Now" 18 juni 2012. [9] Beschikbaar op: http://www.ecb.europa.eu/press/key/date/2013/html/sp130516.en.html [10] Zie bijvoorbeeld "What makes civil justice effective?”,
beleidsnota's van de Afdeling economische zaken van de OESO, nr. 18 juni 2013
en "The Economics of Civil Justice: New Cross-Country Data and
Empirics", werkdocument nr. 1060 van de Afdeling economische zaken van de
OESO. [11] World Economic Forum, "The Global Competitiveness Report;
2013-2014", beschikbaar op: http://www3.weforum.org/docs/WEF_GlobalCompetitivenessReport_2013-14.pdf [12] Beschikbaar op: http://www.doingbusiness.org/reports/global-reports/~/media/GIAWB/Doing%20Business/Documents/Annual-Reports/English/DB14-Chapters/DB14-Enforcing-contracts.pdf [13] Zie landenverslag nr. 13/299 van het IMF. [14] Zie werkdocument 1303 van de Spaanse centrale bank; werkdocument
898 van de Italiaanse centrale bank; hierboven aangehaald landenverslag nr.
13/299 van het IMF. [15] Hierboven aangehaalde Afdeling economische zaken van de OESO. [16] Landenverslag nr. 13/299 van het IMF. [17] Resolutie "EU-scorebord voor justitie – civiel en
bestuursrecht in de lidstaten". [18] Wat het Comité van de Regio’s betreft, heeft de voorzitter van de
Commissie Burgerschap, governance, institutionele en externe aangelegenheden
(CIVEX) een reeks opmerkingen ingediend waarin wordt gewezen op het belang van
doeltreffende justitie en groei op lokaal en regionaal niveau. [19] Informatie over de conferentie, toespraken en schriftelijke
bijdragen is te vinden op: http://ec.europa.eu/justice/events/assises-justice-2013/index_en.htm
[20] Flash Eurobarometer 385 "Justice in the EU", beschikbaar
op: http://ec.europa.eu/public_opinion/archives/flash_arch_390_375_en.htm#385 [21] Aanbeveling (2013/C 217/03) van de Raad van 9 juli 2013 over het
nationale hervormingsprogramma 2013 van Bulgarije en met een advies van
de Raad over het convergentieprogramma van Bulgarije voor de periode 2012-2016
(zie punt 5); Aanbeveling (2013/C 217/20) van de Raad van 9 juli 2013 over het
nationale hervormingsprogramma 2013 van Spanje en met een advies van de
Raad over het stabiliteitsprogramma van Spanje voor de periode 2012-2016 (zie
punt 9); Aanbeveling (2013/C 217/10) van de Raad van 9 juli 2013 over het
nationale hervormingsprogramma 2013 van Hongarije en met een advies van
de Raad over het convergentieprogramma van Hongarije voor de periode 2012-2016
(zie punt 5); Aanbeveling (2013/C 217/11) van de Raad van 9 juli 2013 over het
nationale hervormingsprogramma 2013 van Italië en met een advies van de
Raad over het stabiliteitsprogramma van Italië voor de periode 2012-2017 (zie
punt 2); Aanbeveling (2013/C 217/12) van de Raad van 9 juli 2013 over het
nationale hervormingsprogramma 2013 van Letland en met een advies van de
Raad over het stabiliteitsprogramma van Letland voor de periode 2012-2016 (zie
punt 7); Aanbeveling (2013/C 217/15) van de Raad van 9 juli 2013 over het
nationale hervormingsprogramma 2013 van Malta en met een advies van de
Raad over het stabiliteitsprogramma van Malta voor de periode 2012-2016 (punt
5); Aanbeveling (2013/C 217/16) van de Raad van 9 juli 2013 over het nationale
hervormingsprogramma 2013 van Polen en met een advies van de Raad over
het convergentieprogramma van Polen 2012-2016 (punt 7); Aanbeveling (2013/C
217/17) van de Raad van 9 juli 2013 over het nationale hervormingsprogramma
2013 van Roemenië en met een advies van de Raad over het convergentieprogramma
van Roemenië voor de periode 2012-2016 (punt 7); Aanbeveling (2013/C 217/19)
van de Raad van 9 juli 2013 over het nationale hervormingsprogramma voor 2013
van Slovenië en met een advies van de Raad over het
stabiliteitsprogramma van Slovenië voor de periode 2012-2016 (punt 7);
Aanbeveling (2013/C 217/18) van de Raad van 9 juli 2013 over het nationale
hervormingsprogramma 2013 van Slowakije en met een advies van de Raad
over het stabiliteitsprogramma van Slowakije voor de periode 2012-2016 (punt 6);
Beschikbaar op: http://eur-lex.europa.eu/JOHtml.do?uri=OJ:C:2013:217:SOM:EN:HTML
[22] BG, IT, LV, PL, SI, SK. [23] Portugal bijvoorbeeld heeft na de ondertekening van het economisch
aanpassingsprogramma in 2011 maatregelen genomen om de doeltreffende en tijdige
uitvoering van overeenkomsten te verbeteren, het gerechtelijk systeem te
herstructureren en achterstand in de behandeling van rechtszaken weg te werken.
Voorlopige gegevens over 2013 laten positieve ontwikkelingen zien, onder meer
wat betreft het afwikkelingspercentage van handhavingszaken. [24] BG, CZ, EL, HR, IT, LV, LT, HU, PL, RO, SI en SK. De standpunten van de diensten van de Commissie over de ontwikkeling
van partnerschapsovereenkomsten en programma’s voor deze landen zijn
beschikbaar op: http://ec.europa.eu/regional_policy/what/future/program/index_en.cfm
[25] Study on the functioning of national courts for the application
of competition law rules, uitgevoerd door GHK, ICF 2014; Study on the
functioning of national courts for the application of consumer law rules
uitgevoerd door het Centre for Strategy and Evaluation Services LPP, 2014. [26] Werkdocument van de diensten van de Commissie, effectbeoordeling
"Damages actions for breach of the EU antitrust rules" bij het
Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende
bepaalde regels voor schadevorderingen volgens nationaal recht wegens inbreuken
op de bepalingen van het mededingingsrecht van de lidstaten en van de Europese
Unie, 11 juni 2013, SWD 2013 (203) (punt 65). [27] Werkdocument van de diensten van de Commissie "Consumer
Empowerment in the EU", 7 april 2011, SEC (2011) 469 definitief, (punt 2). [28] De duur van de procedure, het afhandelingspercentage en het aantal
aanhangige zaken zijn standaard-indicatoren die door de CEPEJ zijn
gedefinieerd. De definitie van en het onderlinge verband tussen de indicatoren
zijn te vinden op http://www.coe.int/t/dghl/cooperation/cepej/evaluation/default_en.asp [29] Verslag over het functioneren van rechtsstelsels in de
EU-lidstaten, opgesteld door het secretariaat van de CEPEJ voor de Commissie. In alle grafieken
worden, indien beschikbaar, gegevens over 2010 vergeleken met gegevens over
2012. De gegevens over 2010 bevatten aanpassingen van de CEPEJ na de publicatie
van haar studie van 2013 die aan de Commissie is toegezonden. [30] Study on the functioning of national courts for the application
of competition law rules, uitgevoerd door ICF GHK, beschikbaar op: http://ec.europa.eu/justice/effective-justice/scoreboard/index_en.htm. [31] Study on the functioning of national courts for the application
of consumer law rules uitgevoerd door het Centre for Strategy & Evaluation
Services LLP, beschikbaar op: http://ec.europa.eu/justice/effective-justice/scoreboard/index_en.htm. [32] Voor sommige lidstaten (*) wordt alleen de duur in laatste aanleg
aangegeven, aangezien er niet voldoende gegevens beschikbaar waren voor andere
procesfases. Voor ES (**) verschilt de gemiddelde duur van de procedures in
derde aanleg tussen 2008 en 2012 aanzienlijk: in 2008 bedroeg die meer dan 2
600 dagen, terwijl die in 2012 was gereduceerd tot ongeveer 1 000 dagen. In UK
(* * *) hebben de gegevens betrekking op Engeland en Wales en op de gemiddelde
duur van een procedure in eerste aanleg voor de county court. [33] In EL bijvoorbeeld is het aantal binnenkomende litigieuze
burgerlijke en handelszaken tussen 2010 en 2012 met 42 % toegenomen. [34] Zie voetnoot 23. [35] CY, IE en SI hebben CEPEJ meegedeeld dat zij een aantal vragen over
ICT anders hebben geïnterpreteerd dan in 2010. Dit verklaart waarom de waarden
voor bepaalde ICT-indicatoren in 2012 lager zijn dan in 2010. [36] De grafieken 16 en 17 tonen uit verschillende ICT-indicatoren
samengestelde indicatoren die elk de beschikbaarheid van deze systemen meten
met een score van 0 tot 4 (0 = beschikbaar in 0% van de rechtbanken; 4 =
beschikbaar in 100% van de rechtbanken). [37] Flash Eurobarometer 385 van 30 november 2013, te vinden op: http://ec.europa.eu/public_opinion/flash/fl_385_en.pdf [38] Beschikbaar op: http://ec.europa.eu/justice/criminal/files/european_judicial_training_annual_report_2012.pdf
[39] In grafiek 24 is de aanzienlijke daling voor ES een gevolg van het
feit dat de gegevens van de autonome regio's en van de Raad voor de
rechterlijke macht niet zijn opgenomen in de gegevens over 2012. [40] De volgende waarden zijn voorlopig: BG, EL en HU voor alle jaren,
SE voor 2012. [41] De volgende waarden zijn voorlopig: BG, EL en HU voor alle jaren;
voor SE zijn de waarden voor 2012 voorlopig. [42] COM (2014)38 final, 4.2.2014, beschikbaar op: http://ec.europa.eu/dgs/home-affairs/e-library/documents/policies/organized-crime-and-human-trafficking/corruption/docs/acr_2014_en.pdf
and http://ec.europa.eu/anti-corruption-report/
[43] Aanbeveling CM/Rec(2010)12 van het Comité van Ministers aan de
lidstaten over rechters: onafhankelijkheid, efficiëntie en
verantwoordelijkheden. [44] De indicator van het Economisch Wereldforum is gebaseerd op
antwoorden op een enquête waarin de vraag werd gesteld: "In hoeverre is
het gerechtelijk apparaat in uw land onafhankelijk van de invloed van leden van
de regering, burgers of ondernemingen?". De enquête werd beantwoord door
een representatieve steekproef van ondernemingen uit alle landen, die de voornaamste
sectoren van de economie (landbouw, verwerkende industrie, niet-verwerkende
industrie en diensten) vertegenwoordigen. De enquête werd op verschillende
manieren afgenomen, onder meer via persoonlijke interviews met zakenlieden,
telefonische gesprekken en mailings. Als alternatief was er ook een online
enquête beschikbaar. Beschikbaar op: http://www.weforum.org/reports/global-competitiveness-report-2013-2014
[45] Dit overzicht bevat alleen basisinformatie over de wijze waarop de
rechtsstelsels zijn georganiseerd en wil niet de complexiteit en de details van
deze stelsels weergeven. Dit onderdeel heeft als doel een eerste overzicht te
geven van waarborgen voor de rechterlijke onafhankelijkheid en daarom worden de
lidstaten in de grafieken opgenomen in alfabetische volgorde op basis van hun
geografische naam in de oorspronkelijke taal. [46] Voor lidstaten die geen Raden voor de rechtspraak hebben, werden de
antwoorden op de vragenlijst verkregen in samenwerking met het netwerk van
voorzitters van de Hoge Rechtscolleges in de Europese Unie. [47] Punt 52 van de aanbeveling bevat garanties in verband met het feit
dat rechters niet uit hun functie kunnen worden ontheven, met name de garanties
dat een rechter niet zonder zijn instemming naar een andere gerechtelijke
dienst mag worden overgeplaatst, behalve in geval van tuchtrechtelijke sancties
of de reorganisatie van de rechterlijke macht. [48] De punten 46 en 47 van de aanbeveling vereisen dat de nationale
stelsels in waarborgen betreffende de afzetting van rechters voorzien. [49] Het kan gaan om één of twee verschillende organen, afhankelijk van de
reden voor de afzetting of het soort rechter (bv. voorzitter, enz.). [50] Punt 24 van de aanbeveling bepaalt dat de systemen voor de
toewijzing van zaken binnen een rechtbank op objectieve, vooraf bepaalde
criteria moeten gebaseerd zijn, teneinde het recht op een onafhankelijke en
onpartijdige rechter te waarborgen. [51] Soms kan meer dan een autoriteit een dergelijk besluit nemen,
afhankelijk van het niveau van de rechtbank waartoe de gewraakte rechter
behoort. [52] De punten 59, 60 en 61 van de aanbeveling bepalen dat rechters alle
zaken onafhankelijk en onpartijdig moeten behandelen, en zich aan een zaak
moeten onttrekken of moeten weigeren een zaak te behandelen wanneer daartoe bij
wet bepaalde gegronde redenen bestaan, en niet in andere gevallen. [53] Punten 8, 13 en 14 van de aanbeveling bepalen dat wanneer rechters
van oordeel zijn dat hun onafhankelijkheid wordt bedreigd, zij over
doeltreffende rechtsmiddelen moeten kunnen beschikken.