This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52013PC0649
Proposal for a COUNCIL DECISION on the signing, on behalf of the European Union, of the Protocol between the European Union and the Kingdom of Morocco setting out the fishing opportunities and financial contribution provided for in the Fisheries Partnership Agreement in force between the two Parties
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening namens de Europese Unie van het tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko overeengekomen protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen beide partijen
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening namens de Europese Unie van het tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko overeengekomen protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen beide partijen
/* COM/2013/0649 final - 2013/0316 (NLE) */
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening namens de Europese Unie van het tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko overeengekomen protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen beide partijen /* COM/2013/0649 final - 2013/0316 (NLE) */
TOELICHTING 1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL Op basis van het
mandaat van de Raad heeft de Europese Commissie met het Koninkrijk Marokko
onderhandelingen geopend met het oog op de verlenging van het protocol bij de
partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en het
Koninkrijk Marokko. Ter afronding van deze onderhandelingen hebben de
onderhandelaars op 24 juli 2013 een ontwerp van het nieuwe protocol
geparafeerd. Het nieuwe protocol bestrijkt een periode van vier jaar vanaf de
inwerkingtreding ervan. Het voornaamste
doel van het protocol bestaat erin vaartuigen van de Europese Unie in de
wateren van het Koninkrijk Marokko vangstmogelijkheden te bieden binnen de
grenzen van het beschikbare overschot. De Commissie heeft zich onder meer
gebaseerd op de resultaten van een door externe deskundigen uitgevoerde
ex-postevaluatie. Het algemene doel
bestaat erin om in het belang van beide partijen de samenwerking tussen de
Europese Unie en het Koninkrijk Marokko te verstevigen met het oog op de
instelling van een partnerschapskader voor de ontwikkeling van een duurzaam
visserijbeleid en de verantwoorde exploitatie van de visbestanden in de
visserijzone van Marokko. Meer in het bijzonder voorziet het protocol in
vangstmogelijkheden voor de volgende visserijtakken: –
kleinschalige pelagische visserij in het noorden: 20
zegenvisserijvaartuigen; –
kleinschalige visserij in het noorden: 35
vaartuigen voor de visserij met de grondbeug; –
kleinschalige visserij in het zuiden: 10 vaartuigen
(lijnvisserijvaartuigen en hengelvisserijvaartuigen); –
demersale visserij: 16 vaartuigen (vaartuigen voor
de visserij met de grondbeug en bodemtrawlers); –
tonijnvisserij: 27 hengelvisserijvaartuigen; –
industriële pelagische visserij: 80 000 ton
aan vangsten, 18 vaartuigen. Het vorige protocol, dat voorlopig wordt
toegepast sinds 28 februari 2011, verwierf geen instemming van het Parlement,
dat van oordeel was dat de kosten-batenverhouding ervan te zwak was, dat het de
duurzaamheid van de geëxploiteerde bestanden niet waarborgde en dat het, voor
zover niet bewezen was dat de economische en sociale voordelen ervan aan de
lokale bevolking ten goede komen, in strijd was met het internationaal recht. Er is aan de bezwaren van het Parlement
tegemoetgekomen, met name door: - een spectaculaire verbetering van de
kosten-batenverhouding van het nieuwe protocol, waarbij de vangstmogelijkheden
zijn verhoogd ten opzichte van het vorige protocol en de financiële bijdrage
van de Europese Unie is verlaagd; - het duurzaamheidsbeginsel, dat op
wetenschappelijke werkzaamheden berust en meermaals in de tekst wordt herhaald,
op de voorgrond te plaatsen als essentiële voorwaarde voor de beoogde
activiteit; - aan Marokko de verplichting op te leggen om periodieke
en uitvoerige verslagen over de aanwending van de voor sectorale steun bestemde
financiële tegenprestatie uit te brengen, waarin de economische en sociale
voordelen, met name uitgesplitst op geografische basis, worden vermeld. In het
protocol is voorts voorzien in een mechanisme voor schorsing, onder meer in geval
van schending van de mensenrechten en de democratische beginselen. De Commissie stelt op grond hiervan voor dat
de Raad toestemming geeft voor de ondertekening van dit nieuwe protocol. 2. RESULTATEN VAN DE
RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING De belanghebbende partijen zijn geraadpleegd
in het kader van de evaluatie van het protocol voor de periode 2007-2011. Ook
zijn in het kader van technische vergaderingen de deskundigen uit de lidstaten
geraadpleegd. Uit deze raadplegingen is gebleken dat een visserijprotocol met
het Koninkrijk Marokko behouden moet blijven. 3. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET
VOORSTEL De onderhavige
procedure loopt parallel aan de procedure met betrekking tot het besluit van de
Raad betreffende de sluiting van het protocol zelf en aan de procedure met
betrekking tot de verordening van de Raad betreffende de verdeling van de
vangstmogelijkheden over de EU-lidstaten. 4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING De jaarlijkse
financiële tegenprestatie van 30 000 000 EUR bestaat uit: a) een
bedrag voor de toegang tot de Marokkaanse visserijzone van 16 000 000
EUR en b) steun voor de ontwikkeling van het sectorale visserijbeleid van het
Koninkrijk Marokko ten bedrage van 14 000 000 EUR. Deze steun is in
overeenstemming met de doelstellingen van het nationale visserijbeleid, en meer
bepaald met de behoeften van het Koninkrijk Marokko op het gebied van de
bestrijding van illegale visserij. 2013/0316 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening namens de
Europese Unie van het tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko
overeengekomen protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de
financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst
inzake visserij tussen beide partijen DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, en met name artikel 43 juncto artikel 218, lid 5, Gezien het voorstel van de Commissie, Overwegende hetgeen volgt: (1) Op 22 mei 2006 heeft de Raad
Verordening (EG) nr. 764/2006 betreffende de sluiting van een
Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en het
Koninkrijk Marokko vastgesteld[1]. (2) Het vorige protocol bij deze
partnerschapsovereenkomst tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de
financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst
inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko[2], is
verstreken op 20 december 2011. (3) De Raad heeft de Commissie
gemachtigd om te onderhandelen over een nieuw protocol waarbij aan
EU-vaartuigen vangstmogelijkheden worden toegewezen in de wateren waarover het
Koninkrijk Marokko de jurisdictie voor visserijaangelegenheden heeft. Na afloop
van die onderhandelingen is op 24 juli 2013 een ontwerp van het nieuwe protocol
geparafeerd. (4) In afwachting van de sluiting
van het nieuwe protocol op een latere datum dient toestemming te worden
verleend voor de ondertekening van dit protocol, HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1 De ondertekening van het tussen de Europese
Unie en het Koninkrijk Marokko overeengekomen protocol tot vaststelling van de
vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de
partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen beide partijen (hierna
"het protocol" genoemd) wordt namens de Unie toegestaan, onder
voorbehoud van de sluiting ervan. De tekst van het protocol is aan dit besluit
gehecht. Artikel 2 Het secretariaat-generaal van de Raad stelt de
volmachtinstrumenten op die de persoon (personen) die daartoe door de
onderhandelaar van het protocol is (zijn) aangewezen, machtiging verlenen het
protocol, onder voorbehoud van de sluiting ervan, te ondertekenen Artikel 3 Dit besluit treedt in werking op de dag na die
van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Gedaan te Brussel, Voor
de Raad De
voorzitter BIJLAGE PROTOCOL tussen de Europese Unie en het Koninkrijk
Marokko tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie
waarin is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de
Europese Unie en het Koninkrijk Marokko Artikel 1 Algemene beginselen Het protocol, de bijlage en de
aanhangsels maken integrerend deel uit van de partnerschapsovereenkomst inzake
visserij tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko van 28 februari 2007
– hierna "de visserijovereenkomst" genoemd –, die past in het kader
van de Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt
gebracht tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko van 26 februari 1996
– hierna "de associatieovereenkomst" genoemd. Het protocol draagt bij
aan de realisatie van de algemene doelstellingen van de associatieovereenkomst
en is erop gericht de leefbaarheid van de visbestanden op ecologisch,
economisch en sociaal gebied te waarborgen. De uitvoering van dit protocol
geschiedt overeenkomstig artikel 1 van de associatieovereenkomst, inzake de
ontwikkeling van dialoog en samenwerking, en artikel 2 van diezelfde
overeenkomst, inzake de eerbiediging van de democratische beginselen en de
fundamentele rechten van de mens. Artikel 2 Toepassingsperiode, geldigheidsduur en
vangstmogelijkheden De krachtens artikel 5 van de
visserijovereenkomst verleende vangstmogelijkheden worden in de bij dit
protocol gevoegde tabel vastgesteld voor een periode van vier jaar die ingaat
op de datum van de inwerkingtreding ervan. De eerste alinea is van
toepassing onverminderd de artikelen 4 en 5 van dit protocol. Op grond van artikel 6 van de
visserijovereenkomst mogen vaartuigen die de vlag van een lidstaat van de
Europese Unie (EU) voeren slechts visserijactiviteiten in de Marokkaanse
visserijzone uitoefenen indien daarvoor in het kader van dit protocol en
overeenkomstig de bepalingen van de bijlage bij dit protocol een vergunning is
verleend. Artikel 3 Financiële tegenprestatie 1. De totale jaarlijkse waarde
van het protocol wordt geraamd op 40 000 000 EUR voor de in artikel 2
bedoelde periode. Dit bedrag is als volgt onderverdeeld: (a)
30 000 000 EUR in het kader van de in
artikel 7 van de visserijovereenkomst bedoelde financiële tegenprestatie, die
als volgt is onderverdeeld: i) 16 000 000 EUR
als financiële compensatie voor de toegang tot het bestand, ii) 14 000 000 EUR
als steun voor het sectorale visserijbeleid in Marokko; (b)
10 000 000 EUR, wat overeenkomt met het
geraamde bedrag van de door de reders verschuldigde rechten voor de op grond
van artikel 6 van de overeenkomst en volgens de voorwaarden van hoofdstuk I,
delen D en E, van de bijlage bij dit protocol afgegeven visvergunningen. 2. Lid 1 is van toepassing
behoudens de artikelen 4, 5, 6 en 8 van dit protocol. 3. Behoudens de bepalingen van
artikel 6, lid 9, betaalt de EU de in lid 1, onder a), bedoelde financiële
tegenprestatie voor het eerste jaar uiterlijk drie maanden na de datum waarop
dit protocol van toepassing wordt, en voor de volgende jaren uiterlijk op de
datum waarop het protocol verjaart. 4. De in lid 1, onder a),
bedoelde financiële tegenprestatie wordt overgemaakt ten name van de Thesaurier-generaal
van het Koninkrijk op een bij de Generale Thesaurie van het Koninkrijk geopende
rekening, waarvan de referenties door de Marokkaanse autoriteiten worden
meegedeeld. 5. Behoudens artikel 6 van dit
protocol valt de beslissing over de bestemming van de tegenprestatie onder de
exclusieve bevoegdheid van de Marokkaanse autoriteiten. Artikel 4 Coördinatie op het gebied van wetenschap en
experimentele visserij 1. Overeenkomstig artikel 4, lid
1, van de visserijovereenkomst, verbinden de partijen zich ertoe, op
regelmatige basis en in geval van behoefte, wetenschappelijke vergaderingen te
houden teneinde wetenschappelijke vraagstukken te onderzoeken die door de
gemengde commissie voor het beheer van en het technisch toezicht op dit
protocol zijn opgeworpen. De opdracht, samenstelling en
organisatie van de wetenschappelijke vergaderingen worden vastgesteld door de
bij artikel 10 van de visserijovereenkomst ingestelde gemengde commissie. 2. De twee partijen verbinden
zich ertoe verantwoorde visserij in de Marokkaanse visserijzone te bevorderen
zonder onderscheid te maken tussen de verschillende in die wateren aanwezige
vloten. 3. Overeenkomstig artikel 4, lid
2, van de visserijovereenkomst plegen de twee partijen, op basis van de
conclusies van de vergaderingen van het wetenschappelijke comité, overleg
binnen de bij artikel 10 van de visserijovereenkomst ingestelde gemengde
commissie om, in voorkomend geval en in onderlinge overeenstemming, maatregelen
te nemen die gericht zijn op het duurzame beheer van de visbestanden. 4. Met het oog op
wetenschappelijk onderzoek en de verbetering van de wetenschappelijke kennis
kan in de Marokkaanse visserijzone op verzoek van de gemengde commissie
experimentele visserij worden verricht. De uitvoeringsbepalingen inzake
experimentele visserij worden vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van
hoofdstuk IV van de bijlage bij dit protocol. Artikel 5 Herziening van de vangstmogelijkheden 1. De in artikel 2 bedoelde
vangstmogelijkheden kunnen in onderlinge overeenstemming door de gemengde
commissie worden herzien voor zover met die herziening de duurzaamheid van de
Marokkaanse visbestanden wordt beoogd. 2. In het geval van een
verhoging wordt de in artikel 3, lid 1, onder a) i), bedoelde financiële
tegenprestatie evenredig met de vangstmogelijkheden verhoogd pro rata temporis.
De verhoging wordt echter zo aangepast dat het totaalbedrag van de door de EU
betaalde financiële tegenprestatie niet meer bedraagt dan tweemaal het in
artikel 3, lid 1, onder a) i), genoemde bedrag. Wanneer de partijen
overeenstemming bereiken over een verlaging van de in artikel 2 bedoelde
vangstmogelijkheden, wordt de financiële tegenprestatie evenredig met de
vangstmogelijkheden verlaagd pro rata temporis. 3. De verdeling van de
vangstmogelijkheden over de verschillende visserijtakken kan eveneens worden
herzien, mits de partijen daartoe samen besluiten met inachtneming van de
voorwaarden voor de duurzaamheid van de bestanden die gevolgen van deze
herverdeling kunnen ondervinden. De
partijen spreken een overeenkomstige aanpassing van de financiële
tegenprestatie af indien de herverdeling van de vangstmogelijkheden dat
rechtvaardigt. Artikel 6 Steun voor het sectorale visserijbeleid van
Marokko 1. De in artikel 3, lid 1, onder
a) ii), van dit protocol bedoelde financiële tegenprestatie draagt bij aan de
ontwikkeling en de uitvoering van het sectorale visserijbeleid van Marokko in
het kader van de ontwikkelingsstrategie voor de visserijsector
"Halieutis". 2. De toewijzing en het beheer
van deze bijdrage door Marokko gebeuren op basis van doelstellingen die de
partijen in onderlinge overeenstemming in de gemengde commissie vaststellen en
de desbetreffende jaarlijkse en meerjarige programmering, en wel overeenkomstig
de strategie "Halieutis" en op basis van een raming van de effecten
van de uit te voeren projecten. 3. Wat betreft het eerste jaar
van geldigheid van het protocol wordt de toewijzing van de in lid 1 bedoelde
bijdrage door Marokko meegedeeld aan de EU zodra in de gemengde commissie de
richtsnoeren, doelstellingen en evaluatiecriteria en –indicatoren zijn
goedgekeurd. Deze toewijzing wordt door Marokko voor elk jaar aan de EU
meegedeeld vóór 30 september van het jaar daarvoor. 4. Elke wijziging van de
richtsnoeren, doelstellingen en evaluatiecriteria en -indicatoren wordt door
beide partijen in de gemengde commissie goedgekeurd. 5. Met betrekking tot de
projecten die worden uitgevoerd in het kader van de uit hoofde van dit protocol
verleende sectorale steun, dient Marokko een voorstgangsverslag in dat ter
bestudering aan de gemengde commissie wordt overgelegd. 6. Naargelang van de aard van de
projecten en de duur van de uitvoering ervan, dient Marokko met betrekking tot
de uitvoering van de projecten die in het kader van de uit hoofde van dit protocol
verleende sectorale steun zijn voltooid, een verslag in bij de gemengde
commissie met daarin een beschrijving van de verwachte economische en sociale
gevolgen van deze projecten, met name de effecten op de werkgelegenheid en de
investeringen en elke kwantificeerbare impact van de voltooide acties, alsmede
van de geografische spreiding daarvan. Die gegevens worden uitgewerkt op basis
van in de gemengde commissie nader te bepalen indicatoren. 7. Voorts dient Marokko vóór het
verstrijken van het protocol een eindverslag over de tenuitvoerlegging van de
uit hoofde van dit protocol verleende sectorale steun in, waarin de in de
voorgaande leden aangehaalde elementen worden opgenomen. 8. Beide partijen volgen de
tenuitvoerlegging van de sectorale steun zo nodig na het verstrijken van dit
protocol, alsmede, in voorkomend geval, tijdens de schorsing ervan, en wel
volgens de in dit protocol vastgestelde voorwaarden. 9. De specifieke voor de
sectorale steun bestemde tegenprestatie als bedoeld in artikel 3, lid 1, onder
a) ii), wordt in schijven betaald overeenkomstig een benadering die is
gebaseerd op de analyse van wat met de tenuitvoerlegging van de sectorale steun
is bereikt, en op de in het kader van de programmering vastgestelde behoeften. 10. Het kader voor de operationele
tenuitvoerlegging wordt vastgesteld in de gemengde commissie. Artikel 7 Economische integratie van de actoren van
de EU in de visserijsector van Marokko Overeenkomstig de geldende wet-
en regelgeving bevorderen de twee partijen contacten en samenwerking tussen de
economische actoren op de volgende gebieden: –
de ontwikkeling van de met de visserij verwante
industrie, met name scheepsbouw en ‑reparatie, de vervaardiging van
vismateriaal en vistuig; –
de bevordering van uitwisselingen op het gebied van
beroepskennis en opleiding van kaderpersoneel voor de zeevisserijsector; –
de afzet van visserijproducten; –
marketing; –
aquacultuur. Artikel 8 Schorsing van de toepassing van het
protocol wegens een geschil over de interpretatie of de toepasssing ervan 1. De partijen plegen in de bij
artikel 10 van de overeenkomst ingestelde gemengde commissie, zo nodig in een
bijzondere zitting ervan, overleg over eventuele onderlinge geschillen inzake
de interpretatie en de toepassing van de in dit protocol vastgestelde
bepalingen. 2. De toepassing van dit
protocol kan op initiatief van een partij worden geschorst, wanneer het geschil
tussen de twee partijen als ernstig wordt beschouwd en het overeenkomstig lid 1
in de gemengde commissie gevoerde overleg niet tot een minnelijke schikking
heeft geleid. 3. De toepassing van het
protocol kan pas worden geschorst, indien de betrokken partij haar voornemen
hiertoe schriftelijk en ten minste drie maanden vóór de datum van
inwerkingtreding van de schorsing meldt. 4. Bij schorsing blijven de
partijen in onderling overleg streven naar een minnelijke schikking van het
geschil. Zodra het geschil is opgelost, wordt de toepassing van het protocol
hervat. Het bedrag van de financiële tegenprestatie wordt evenredig en pro rata
temporis verlaagd, afhankelijk van de duur van de periode waarin de toepassing
van het protocol is geschorst. Artikel 9 Niet-naleving van de uit het protocol
voortvloeiende technische verplichtingen Overeenkomstig de bepalingen van dit protocol
en de geldende wetgeving behoudt Marokko zich het recht voor de in de bijlagen
bedoelde sancties toe te passen in geval van niet-naleving van de bepalingen in
dit protocol of van de eruit voortvloeiende verplichtingen. Artikel 10 Elektronische gegevensuitwisseling Marokko en de EU verbinden zich ertoe
onverwijld de nodige systemen in te voeren voor de elektronische uitwisseling
van alle met het technische beheer van het protocol verband houdende gegevens
en documenten, zoals vangstgegevens, VMS-posities van vaartuigen en meldingen
inzake het binnenvaren en verlaten van de zone. Artikel 11 Geldend nationaal recht Op de activiteiten van vaartuigen die onder dit protocol
en de bijlage daarbij vallen, met name op, onder meer, het overladen, het
gebruik van havendiensten en de aankoop van uitrusting, zijn de in Marokko
geldende wetten van toepassing. Artikel 12 Inwerkingtreding Het onderhavige protocol en de bijlage daarbij
treden in werking op de datum waarop de partijen de voltooiing van de
respectieve in dit verband te volgen interne procedures melden. Vangstmogelijkheden Kleinschalige visserij || Demersale visserij || Industriële pelagische visserij || Industriële pelagische visserij met koelvaartuigen Pelagische visserij noord: zegennetten || Kleinschalige visserij zuid: lijnen en hengels || Kleinschalige visserij noord: grondbeugen || Kleinschalige tonijnvisserij: hengels || Grondbeugen en bodemtrawls || Pelagische of semi-pelagische trawls || Pelagische of semi-pelagische trawls || || || || || Bestand C Quotum: 80 000 ton 20 vaartuigen || 10 vaartuigen || 35 vaartuigen || 27 vaartuigen || 16 vaartuigen || 18 vaartuigen BIJLAGE BIJ HET PROTOCOL Voorwaarden voor de uitoefening van de visserij door vaartuigen van de
Europese Unie in de Marokkaanse visserijzone Hoofdstuk I Bepalingen voor het aanvragen en het
afgeven van de vergunningen A.
Aanvragen van vergunningen 1. Alleen vaartuigen die aan
bepaalde voorwaarden voldoen, komen in aanmerking voor een vergunning voor de
visserij in de Marokkaanse visserijzone. 2. Een vaartuig komt slechts in
aanmerking wanneer voor de reder, de kapitein en het vaartuig zelf geen verbod
tot uitoefening van visserij in Marokko geldt en het vaartuig niet bij wet is
opgenomen in de lijst van IOO-vaartuigen. 3. Evenmin mogen zij bij Marokko
verplichtingen hebben uitstaan op grond van eerdere in Marokko verrichte
visserijactiviteiten in het kader van de met de Europese Unie gesloten
visserijovereenkomsten. 4. De bevoegde autoriteiten van
de Europese Unie (hierna "de Commissie" genoemd) dienen ten minste
twintig dagen vóór de datum van ingang van de geldigheid van de gevraagde
vergunningen bij het ministerie van Landbouw en Zeevisserij – departement
Zeevisserij (hierna "het departement" genoemd) de lijsten in van de
vaartuigen waarvoor, overeenkomstig de in de technische notities bij het
protocol vastgestelde grenzen, een vergunning wordt aangevraagd voor de
uitoefening van de visserij. Die lijsten worden elektronisch toegezonden in een
formaat dat compatibel is met de software van het departement. 5. Deze lijsten vermelden het
aantal vaartuigen per visserijtak en per zone, alsook, voor elk vaartuig, de
belangrijkste kenmerken en het bedrag van de betalingen uitgesplitst per
rubriek, en het vistuig dat tijdens de aangevraagde periode zal worden
gebruikt. 6. Voor de visserijtak
"industriële pelagische visserij" wordt in de lijst eveneens voor elk
vaartuig het gevraagde quotum in ton vangsten vermeld in de vorm van
maandelijkse ramingen. Indien de vangsten, in de loop van een bepaalde maand,
het geraamde maandelijkse quotum van het vaartuig bereiken vóór het einde van
die maand, kan de reder, via de Commissie, aan het departement een aanpassing
van zijn maandelijkse ramingen en een verzoek tot verhoging van dat geraamde
maandelijkse quotum toezenden. 7. Indien de vangsten, in de
loop van een bepaalde maand, onder het geraamde maandelijkse quotum van het
vaartuig blijven, wordt de overeenkomstige hoeveelheid toegevoegd aan het
quotum of het recht voor de volgende maand. 8. Individuele
vergunningsaanvragen worden, samengevoegd per visserijtak, gelijktijdig met de
in de leden 4 en 5 bedoelde lijsten ingediend, overeenkomstig het
modelformulier in aanhangsel 1. 9. Elke vergunningsaanvraag gaat
vergezeld van de volgende documenten: –
een door de vlaggenlidstaat naar behoren voor
eensluidend gewaarmerkte kopie van de meetbrief; –
een recente, gecertificeerde kleurenfoto met een
zijaanzicht van het vaartuig. Deze foto dient ten minste 15 x 10 cm groot te
zijn; –
het bewijs van betaling van de rechten voor de
visvergunningen, de andere rechten en de kosten van de waarnemers. Voor de
visserijtak "industriële pelagische visserij" moet het bewijs van
betaling van de rechten worden toegezonden vóór de eerste dag van de maand
waarin een activiteit is gepland in de visserijzone waar mag worden gevist,
zoals afgebakend in de overeenkomstige technische notitie; –
elk ander document of attest dat op grond van de
bijzondere bepalingen per vaartuigtype in het kader van dit protocol vereist
is. 10. Bij de verlenging van een
vergunning met een jaar uit hoofde van dit protocol gaat het verzoek tot
verlenging voor een vaartuig waarvan de technische kenmerken niet zijn
gewijzigd enkel vergezeld van de bewijzen van betaling van de rechten voor de
visvergunningen, de andere rechten en de kosten van de waarnemers. 11. De formulieren voor het aanvragen
van een vergunning en alle in punt 6 genoemde documenten die voor het opstellen
van visvergunningen vereiste informatie bevatten, mogen elektronisch worden
toegezonden in een formaat dat compatibel is met de software van het
departement. B. Afgifte
van de visvergunningen 1. De visvergunningen worden
voor alle vaartuigen na ontvangst van alle in punt 6 hierboven bedoelde
documentatie binnen een termijn van vijftien dagen door het departement
afgegeven aan de Commissie, via de delegatie van de Europese Unie in Marokko
(hierna "de delegatie" genoemd). In voorkomend geval deelt het
departement aan de Commissie mee om welke redenen een vergunning is geweigerd. 2. De visvergunningen worden
opgesteld conform de gegevens in de technische notities bij het protocol, onder
vermelding van met name de visserijzone, de afstand uit de kust, de gegevens
over het satellietcommunicatiesysteem voor permanente positiebepaling en
lokalisering (serienummer van de VMS-transponder), het toegestane vistuig, de
hoofdsoorten, de toegestane maaswijdten, de gedoogde bijvangsten en, voor de
visserijtak "industriële pelagische visserij", de geraamde
maandelijkse quota van de toegestane vangsten van het vaartuig. Een verhoging
van het geraamde maandelijkse quotum van het vaartuig kan worden toegekend
binnen de in de desbetreffende technische notitie vastgestelde
vangstmogelijkheden. 3. De visvergunningen kunnen
slechts worden afgegeven voor vaartuigen waarvoor alle voor de afgifte van de
vergunningen vereiste administratieve formaliteiten zijn vervuld. 4. De partijen komen overeen de
invoering van een elektronisch vergunningssysteem te bevorderen. C.
Geldigheid en gebruik van de vergunningen 1. De geldigheidsperioden van de
vergunningen vallen samen met een kalenderjaar, met uitzondering van de eerste
periode, die ingaat op de toepassingsdatum en afloopt op 31 december, en de
laatste periode, die ingaat op 1 januari en afloopt op de datum waarop het
protocol verstrijkt. 2. De visvergunning geldt
uitsluitend voor de periode waarvoor de rechten zijn betaald en voor de
visserijzone, de soorten vistuig en de visserijtak die in de vergunning zijn
vermeld. 3. Elke visvergunning wordt
afgegeven voor een bepaald vaartuig en is niet overdraagbaar. In geval van
aantoonbare overmacht, zoals verlies of langdurige immobilisatie van een
vaartuig vanwege door de bevoegde autoriteiten van de vlaggenstaat naar behoren
geconstateerde ernstige technische averij, wordt de visvergunning van het
betrokken vaartuig op verzoek van de Europese Unie echter zo snel mogelijk
vervangen door een nieuwe visvergunning op naam van een ander vaartuig van
dezelfde visserijtak waarvan de tonnage niet hoger is dan die van het vaartuig
dat averij heeft opgelopen. 4. De reder van het vaartuig dat
averij heeft opgelopen of diens vertegenwoordiger zendt de geannuleerde
visvergunning terug aan het departement. 5. De visvergunning moet aan
boord van het betrokken vaartuig worden bewaard en moet bij elke controle aan
de hiertoe gemachtigde autoriteiten worden voorgelegd. 6. De visvergunningen zijn
geldig voor de duur van een kalenderjaar, een semester of een trimester. Onder
"semester" wordt verstaan een periode van zes maanden beginnende op 1 januari
of 1 juli, behalve in de eerste en de laatste periode van het protocol. Onder
"trimester" wordt verstaan een periode van drie maanden beginnende op
1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober, behalve in de
eerste en de laatste periode van het protocol. D.
Rechten voor de visvergunning en andere rechten 1. De jaarlijkse rechten voor de
visvergunningen worden bij de vigerende Marokkaanse wetgeving vastgesteld. 2. De vergunningsrechten hebben
betrekking op het kalenderjaar waarin de vergunning wordt afgegeven en worden
betaald bij de eerste vergunningsaanvraag van het lopende jaar. De bedragen
voor de vergunningen omvatten alle andere desbetreffende rechten of heffingen,
met uitzondering van de havenheffingen of heffingen voor dienstprestaties. 3. Naast de rechten voor
visvergunningen worden rechten aangerekend voor elk vaartuig op basis van tarieven
die zijn vastgesteld in de technische notities bij het protocol. 4. De berekening van het recht
vindt plaats naar rato van de feitelijke geldigheidsduur van de visvergunning,
rekening houdend met eventuele biologische rustperioden. 5. Elke wijziging van de
wetgeving inzake visvergunningen wordt uiterlijk twee maanden vóór de
toepassing ervan aan de Commissie meegedeeld. E.
Betalingswijze De betaling van de rechten voor de
visvergunningen, de andere rechten en de kosten van de waarnemers gebeurt vóór
afgifte van de visvergunningen ten name van de ministerieel thesaurier van het
ministerie van Landbouw en Zeevisserij van Marokko op rekeningnummer 0018100078000
20110750201 bij Bank Al-Maghrib – Marokko. De betaling van het recht voor de aan trawlers
van de visserijtak "industriële pelagische visserij" toegewezen quota
gebeurt als volgt: –
het recht voor het door de reder aangevraagde
geraamde maandelijkse quotum van het vaartuig wordt betaald vóór de aanvang van
de visserijactiviteit, of op de eerste dag van elke maand; –
in geval van verhoging van het geraamde
maandelijkse quotum, zoals vastgesteld in hoofdstuk I, deel A, punt 6, wordt
het met die verhoging overeenstemmende recht vóór de voortzetting van de
visserijactiviteiten vastgesteld door de Marokkaanse autoriteiten; –
in geval van overschrijding van het geraamde
maandelijkse quotum en van de eventuele verhoging daarvan, wordt het bedrag van
het met die overschrijding overeenkomende recht verhoogd met een factor 3. Het
maandelijkse saldo, berekend op basis van de werkelijke vangsten, wordt betaald
binnen de twee maanden volgende op de maand waarin de bedoelde vangsten zijn
verricht. Hoofdstuk II Bepalingen voor
tonijnvisserijvaartuigen 1. De rechten worden vastgesteld
op 35 EUR per ton vis die in de Marokkaanse visserijzone wordt gevangen. 2. De vergunningen worden
afgegeven voor een kalenderjaar na overmaking van een forfaitair voorschot van 7
000 EUR per vaartuig. 3. Het voorschot wordt berekend
naar rato van de geldigheidsduur van de vergunning. 4. De kapiteins van de
vaartuigen die houder zijn van vergunningen voor sterk migrerende soorten
houden een logboek bij volgens het model in aanhangsel 6 van deze bijlage. 5. Zij zijn eveneens verplicht
uiterlijk vijftien dagen na de aanlanding van de vangsten, een kopie van dat
logboek aan hun bevoegde autoriteiten te zenden. Deze autoriteiten zenden de
kopieën onverwijld toe aan de Commissie, die deze aan het departement
doorzendt. 6. De Commissie dient vóór 30
april bij het departement een afrekening van de voor het vorige visjaar
verschuldigde rechten in op basis van de door elke reder opgestelde
vangstaangiften die zijn geverifieerd door de bevoegde wetenschappelijke
instellingen van de lidstaten en van Marokko, zoals het IRD (Institut de
Recherche pour le Développement), het IEO (Instituto Español de Oceanografía),
het IPMA (Instituto Português do Mar e da Atmosfera) en het INRH (Institut
National de Recherche Halieutique). 7. Voor het laatste jaar van
toepassing wordt de afrekening van de rechten die voor het afgelopen visjaar
verschuldigd zijn, meegedeeld binnen vier maanden na het verstrijken van het
protocol. 8. De eindafrekening wordt
toegestuurd aan de betrokken reders, die na de kennisgeving van de goedkeuring
van de cijfers door het departement dertig dagen de tijd hebben om aan hun
financiële verplichtingen te voldoen. Het in euro luidende bewijs van betaling
door de reder ten name van de hoofdthesaurier van Marokko op het in hoofdstuk
I, deel E, vermelde rekeningnummer wordt door de Commissie uiterlijk anderhalve
maand na de bedoelde kennisgeving aan het departement toegestuurd. 9. Indien de afrekening echter
lager is dan het bovengenoemde voorschot, kan de reder het betrokken verschil
niet terugvorderen. 10. De reders doen al het nodige
om ervoor te zorgen dat de kopieën van de logboeken worden verstuurd en de
eventuele aanvullende betalingen binnen de in de punten 5 en 8 gestelde
termijnen worden verricht. 11. Niet-nakoming van de in de
punten 5 en 8 vastgestelde verplichtingen leidt automatisch tot schorsing van
de visvergunning totdat de reder deze verplichtingen is nagekomen. Hoofdstuk III Visserijzones Marokko stelt de Europese Unie, vóór de
toepassingsdatum van het protocol, in kennis van de geografische coördinaten
van de basislijnen van zijn visserijzone en alle daarin gelegen zones waarin de
visserij verboden is, behalve van de mediterrane zone van Marokko gelegen ten
oosten van 35°47’18’’NB – 5°55’33’’WL (Kaap Spartel), die is uitgesloten van
dit protocol. De visserijzones voor elke visserijtak in de
Atlantische zone van Marokko worden afgebakend in de technische notities
(aanhangsel 2). Hoofdstuk IV Uitvoeringsbepalingen inzake de
experimentele visserij De partijen bepalen samen (i) welke EU-actoren
de experimentele visserij zullen beoefenen, (ii) welke periode daarvoor het
meest geschikt is en (iii) welke voorwaarden gelden. Om het verkennende werk
van de vaartuigen te vergemakkelijken, zendt het departement de beschikbare
wetenschappelijke informatie en andere fundamentele gegevens door. De twee
partijen komen een wetenschappelijk protocol overeen dat ter ondersteuning van
die experimentele visserij wordt uitgevoerd en aan de betrokken actoren wordt
toegezonden. De Marokkaanse visserijsector wordt hierbij nauw
betrokken (coördinatie en dialoog inzake de uitvoeringsvoorwaarden voor de
experimentele visserij). De duur van de acties bedraagt maximaal zes
maanden en minimaal drie maanden, behoudens wijziging door de partijen in
onderlinge overeenstemming. De Commissie stelt de Marokkaanse autoriteiten
in kennis van de aanvragen voor vergunningen voor experimentele visserij. Zij
verstrekt hun een technisch dossier met nauwkeurige vermelding van: –
de technische kenmerken van het vaartuig; –
het expertiseniveau van de scheepsofficieren
betreffende de visserij; –
het voorstel betreffende de technische parameters
van de actie (duur, vistuig, exploratiegebieden enz.); –
de wijze van financiering. Indien nodig organiseert het departement een
dialoog betreffende de technische en financiële aspecten met de Commissie en,
eventueel, met de betrokken reders. Vóór het vaartuig van de Europese Unie de
experimentelevisserijactie aanvat, meldt het zich in een Marokkaanse haven om
zich aan de in hoofdstuk IX, punten 1.1 en 1.2 van deze bijlage vastgestelde
controles te onderwerpen. Vóór het begin van de actie dienen de reders bij
het departement en bij de Commissie het volgende in: –
een verklaring betreffende de vangsten die zich
reeds aan boord bevinden; –
de technische kenmerken van het voor de actie
gebruikte vistuig; –
de waarborg dat zij aan de Marokkaanse
visserijvoorschriften zullen voldoen. Tijdens de uitvoering van de actie op zee doen
de betrokken reders het volgende: –
zij zenden het departement en de Commissie
wekelijks een rapport toe betreffende de dagelijks gevangen hoeveelheden en de
bij elke trek gevangen hoeveelheden, met nauwkeurige vermelding van de
technische parameters van de actie (positie, diepte, datum en tijdstip,
vangsthoeveelheden en andere waarnemingen of opmerkingen); –
zij vermelden de positie, snelheid en de
vaarrichting van het vaartuig per VMS; –
zij zien erop toe dat er een wetenschappelijke
waarnemer met de Marokkaanse nationaliteit of een door de Marokkaanse
autoriteiten gekozen waarnemer aan boord is. De waarnemer heeft tot taak
wetenschappelijke informatie over de vangsten te verzamelen en de vangsten te
bemonsteren. De waarnemer wordt op voet van gelijkheid behandeld met een
scheepsofficier en de reder neemt diens kosten van levensonderhoud voor zijn
rekening tijdens diens verblijf aan boord van het schip. De beslissing
betreffende de tijd die de waarnemer aan boord doorbrengt, de duur van zijn
verblijf en de haven waar hij aan boord en van boord gaat, wordt in
overeenstemming met de Marokkaanse autoriteiten genomen. Tenzij de partijen
anders besluiten, kan een vaartuig niet worden verplicht meer dan eenmaal per
twee maanden naar de haven terug te keren; –
zij onderwerpen hun schip vóór het verlaten van de
Marokkaanse visserijzone aan inspectie indien de Marokkaanse autoriteiten
daarom vragen; –
zij respecteren de visserijregelgeving van Marokko. De vangsten, inclusief de bijvangsten, die
tijdens de wetenschappelijke actie worden gedaan, blijven eigendom van de
reder, behoudens naleving van de in die zin door de gemengde commissie
vastgestelde bepalingen en de bepalingen van het wetenschappelijke protocol. Het departement wijst een contactpersoon aan
voor de afhandeling van onvoorziene problemen die het verloop van de
experimentele visserij zouden kunnen belemmeren. Hoofdstuk V bepalingen betreffende het volgen per
satelliet van de vissersvaartuigen van de Europese Unie die op basis van deze
overeenkomst in de marokkaanse visserijzone actief zijn 1. Algemene bepalingen 1.1. De regelgeving van Marokko
inzake de werking van systemen voor positiebepaling en lokalisering per
satelliet is van toepassing op de vaartuigen van de Europese Unie die in het
kader van dit protocol in de Marokkaanse visserijzone activiteiten verrichten
of voornemens zijn die te verrichten. De vlaggenstaat ziet erop toe dat de
vaartuigen die zijn vlag voeren, de bepalingen van die regelgeving naleven. 1.2. Ten behoeve van het volgen per
satelliet melden de Marokkaanse autoriteiten aan de EU de coördinaten
(lengtegraad en breedtegraad) van de Marokkaanse visserijzone en van elke zone
waar vissen verboden is. (1)
Het departement zendt die gegevens door aan de
Commissie vóór de datum van toepassing van dit protocol. (2)
Die gegevens worden in elektronische vorm
verstrekt, uitgedrukt in decimaal formaat N/Z GGMM (WGS84); (3)
Elke wijziging van die coördinaten wordt onverwijld
meegedeeld. 1.3. De vlaggenstaat en Marokko
wijzen elk een VMS-correspondent aan die als contactpersoon fungeert. (1)
De Centra voor visserijbewaking en -toezicht (CSCP)
van de vlaggenstaat en van Marokko delen elkaar vóór de datum van toepassing
van het protocol de coördinaten (naam, adres, telefoonnummer, faxnummer,
e-mailadres) van hun respectieve VMS-correspondent mee. (2)
Elke wijziging van de coördinaten van de
VMS-correspondent wordt onverwijld meegedeeld. 2. VMS-gegevens 2.1. De positie van de vaartuigen
wordt bepaald met een foutenmarge van minder dan 100 m en een
betrouwbaarheidsinterval van 99 %. 2.2. Wanneer een op grond van de
overeenkomst vissend vaartuig dat krachtens dit protocol via satelliet wordt
gevolgd, de Marokkaanse visserijzone binnenvaart, meldt het CSCP van de
vlaggenstaat de daaropvolgende positieberichten onmiddellijk aan het CSCP van
Marokko. Deze meldingen gebeuren als volgt: (1)
langs elektronische weg volgens een beveiligd
protocol; (2)
met een frequentie van twee uur of minder; (3)
in het in aanhangsel 3 vastgestelde formaat; (4)
als positieberichten. 2.3. Voorts worden de VMS-posities
als volgt aangeduid: (1)
de eerste na het binnenvaren van de Marokkaanse
visserijzone geregistreerde positie wordt aangeduid met de code
"ENT"; (2)
alle daaropvolgende posities worden aangeduid met
de code "POS"; (3)
de eerste na het verlaten van de Marokkaanse
visserijzone geregistreerde positie wordt aangeduid met de code
"EXI"; (4)
posities die overeenkomstig punt 13 manueel worden
meegedeeld, worden aangeduid met de code "MAN". 2.4. De componenten van de software
en van de apparatuur van het satellietvolgsysteem moeten aan de volgende eisen
voldoen: (1)
ze moeten betrouwbaar zijn: het moet onmogelijk
zijn de posities te vervalsen of manueel te bewerken; (2)
ze moeten volledig automatisch en permanent
operationeel zijn en mogen niet worden beïnvloed door milieu- en
klimaatfactoren. 2.5. Het is verboden het voor
datatransmissie aan boord van het vaartuig geplaatste
satellietcommunicatiesysteem voor permanente lokalisering, te verplaatsen, los
te koppelen, te vernietigen, te beschadigen of onklaar te maken, of om bewust
de door dit systeem verzonden of geregistreerde gegevens te manipuleren, te
verduisteren of te vervalsen. 2.6. De kapiteins van de vaartuigen
zien er te allen tijde op toe dat: (1)
de gegevens niet worden gewijzigd; (2)
de antenne of antennes van de
satellietvolgapparatuur niet worden gestoord; (3)
de elektrische voeding van de
satellietvolgapparatuur niet wordt onderbroken; (4)
de satellietvolgapparatuur niet wordt gedemonteerd. 2.7. De partijen komen overeen
elkaar op verzoek de gegevens betreffende de gebruikte satellietvolgapparatuur
mee te delen om na te gaan of alle apparatuur volledig compatibel is met de
voor de toepassing van deze bepalingen door de andere partij opgelegde eisen,
alsook om in het geval van integratie van functies, mogelijke
uitwisselingsprotocollen op te stellen die de overdracht van vangstgegevens
mogelijk maken. 3. Technische storing of defect
van de positiebepalingsapparatuur aan boord van een vaartuig 3.1. Indien de aan boord van een
vissersvaartuig aanwezige satellietapparatuur voor permanente positiebepaling
onklaar is, worden het departement en de Commissie daarvan onverwijld in kennis
gesteld door de vlaggenstaat. 3.2. De defecte apparatuur wordt
binnen tien werkdagen na de vaststelling van het defect vervangen. Wanneer die
termijn is verstreken zonder dat het defect is verholpen, moet het betrokken
vaartuig de Marokkaanse visserijzone verlaten of een Marokkaanse haven
binnenvaren voor reparatie. 3.3. Zolang de apparatuur niet is
vervangen, verzendt de kapitein van het vaartuig elke vier uur manueel langs
elektronische weg, radio of fax een algemeen positiebericht dat de
positieberichten omvat welke door de kapitein van het vaartuig zijn geregistreerd
overeenkomstig punt 5. 3.4. Die manuele berichten worden
toegezonden aan het CSCP van de vlaggenstaat, die ze onverwijld doorzendt aan
het Marokkaanse CSCP. 4. Niet-ontvangst van
VMS-gegevens door het Marokkaanse CSCP 4.1. Indien het Marokkaanse CSCP
vaststelt dat de vlaggenstaat de in punt 5 bedoelde informatie niet verstrekt,
worden de Commissie en de betrokken vlaggenstaat daarvan onmiddellijk in kennis
gesteld. 4.2. Het CSCP van de vlaggenstaat
die in gebreke blijft en/of het Marokkaanse CSCP melden onmiddellijk elk
probleem met betrekking tot het verzenden en ontvangen van positieberichten
tussen de CSCP's teneinde zo snel mogelijk een technische oplossing te vinden.
De Commissie wordt in kennis gesteld van de door de twee CSCP's gevonden oplossing. 4.3. Alle berichten die gedurende
de storing niet zijn verzonden, worden verzonden zodra de verbinding tussen het
CSCP van de betrokken vlaggenstaat en het Marokkaanse CSCP is hersteld. 4.4. Het CSCP van de vlaggenstaat
en het Marokkaanse CSCP spreken vóór de inwerkingtreding van het protocol af
welke alternatieve elektronische middelen voor de transmissie van de
VMS-gegevens moeten worden gebruikt wanneer zich een mankement bij de CSCP's
voordoet, en stellen elkaar onverwijld in kennis van elke wijziging in dit
verband. 4.5. Communicatiestoringen tussen
de CSCP's van Marokko en van de vlaggenstaten van de EU mogen de normale
visserijactiviteiten van de vaartuigen niet hinderen. De in het kader van punt 4.4
overeengekomen transmissiewijze moet evenwel onmiddellijk worden toegepast. 4.6. Marokko waarschuwt zijn
bevoegde controlediensten om te voorkomen dat de EU‑vaartuigen in gebreke
worden gesteld wegens niet-transmissie van VMS-gegevens vanwege een mankement
bij een van de CSCP's of een mankement van het uit hoofde van punt 4.4
vastgestelde transmissie-instrument. 5. Bescherming van VMS-gegevens 5.1. Alle overeenkomstig deze
bepalingen door de ene partij aan de andere partij gemelde bewakingsgegevens
zijn uitsluitend bestemd enerzijds om de Marokkaanse autoriteiten in staat te
stellen de in het kader van deze overeenkomst vissende EU-vloot te volgen, te
controleren en te bewaken, en anderzijds voor door de Marokkaanse partij in het
kader van het beheer van de visgronden gevoerde onderzoeksstudies. 5.2. Deze gegevens mogen in geen
geval en onder geen beding aan derde partijen worden meegedeeld. 5.3. Geschillen over de
interpretatie of de toepassing van deze bepalingen worden door de partijen in
onderling overleg behandeld in de bij artikel 10 van de overeenkomst ingestelde
gemengde commissie, die ter zake een uitspraak doet. 5.4. De partijen komen overeen
indien nodig deze bepalingen te herzien in de bij artikel 10 van de
overeenkomst ingestelde gemengde commissie. Hoofdstuk VI vangstaangiften 1. Logboek 1.1. De kapiteins van de vaartuigen
zijn verplicht gebruik te maken van het logboek dat speciaal is ingevoerd voor
het verrichten van visserijactiviteiten in de Marokkaanse visserijzone en dit
logboek bij te houden conform de bepalingen in de toelichting bij dat logboek;
het model van dit logboek is opgenomen in aanhangsel 7 van de bijlage. 1.2. De reders zijn verplicht
uiterlijk 15 dagen na de aanlanding van de vangsten, een kopie van het genoemde
logboek aan hun bevoegde autoriteiten toe te zenden. Deze autoriteiten zenden
de kopieën onverwijld toe aan de Commissie, die deze aan het departement
doorzendt. 1.3. Niet-nakoming van de in de
punten 1 en 2 vastgestelde verplichtingen door de reders leidt automatisch tot
schorsing van de visvergunning totdat de reder deze verplichtingen is
nagekomen. De Commissie wordt onverwijld in kennis gesteld van een dergelijke
beslissing. 2. Kwartaalaangiften van
vangsten 2.1. Vóór het einde van de derde
maand van elk trimester meldt de Commissie de hoeveelheden die alle EU-vaartuigen
in het voorgaande trimester hebben gevangen aan het departement, overeenkomstig
de modellen in de aanhangsels 8 en 9 van deze bijlage. 2.2. De gemelde gegevens zijn
maandgegevens en zijn met name uitgesplitst per visserijtak, per vaartuig en
per in het logboek gespecificeerde soort. 2.3. Deze gegevens worden eveneens
aan het departement gezonden door middel van een elektronisch bestand in een
formaat dat compatibel is met de software van het ministerie. 3. Betrouwbaarheid van de
gegevens Om bruikbaar te zijn
als grondslag voor het toezicht op de ontwikkeling van de visbestanden, moeten
de gegevens in de in de punten 1 en 2 bedoelde documenten in overeenstemming
zijn met het feitelijke verloop van de visserij. 4. Overgang naar een
elektronisch systeem De twee partijen hebben
een protocol vastgesteld voor de elektronische uitwisseling van alle vangst- en
aangiftegegevens (hierna "ERS-gegevens" genoemd, waarbij
"ERS" staat voor "Electronic Reporting System"), dat in
aanhangsel 11 is opgenomen. De twee partijen voorzien in de tenuitvoerlegging
van dit protocol en in de vervanging van de papieren versie voor de aangifte
van vangsten door ERS-gegevens zodra Marokko de nodige apparatuur en software
heeft ingevoerd. 5. Aanlandingen buiten Marokko De reders zijn
verplicht, uiterlijk vijftien dagen na de aanlanding, aan hun bevoegde
autoriteiten aangifte te doen van aanlandingen van in het kader van dit
protocol verrichte vangsten. Deze autoriteiten zenden de kopieën onverwijld toe
aan de delegatie, die zorgt voor de doorzending. Hoofdstuk VII Aanmonstering van Marokkaanse zeelieden
1. De reders die houder zijn van
een visvergunning in het kader van deze overeenkomst monsteren gedurende de
hele periode dat zij aanwezig zijn in de Marokkaanse visserijzone Marokkaanse
zeelieden aan volgens de in de technische notities in aanhangsel 2 vastgestelde
bepalingen. 2. De reders kiezen uit de op
hun vaartuigen aan te monsteren zeelieden uit de officiële lijst van geslaagden
van maritieme instituten, die door het departement aan de Commissie wordt
toegezonden en door de Commissie op haar beurt aan de betrokken vlaggenstaten
wordt doorgegeven. De lijst wordt elk jaar bijgewerkt op 1 februari. De reders
kiezen uit de afgestudeerden in alle vrijheid de kandidaten met de beste competenties
en de adequaatste beroepservaring. 3. De arbeidsovereenkomsten van
de Marokkaanse zeelieden, waarvan de ondertekenende partijen een afschrift
ontvangen, worden gesloten tussen de vertegenwoordiger(s) van de reders en de
zeelieden en/of hun vakverenigingen of vertegenwoordigers, in samenwerking met
de bevoegde autoriteit van Marokko. Die overeenkomsten garanderen de zeelieden
de aansluiting bij de socialezekerheidsregeling die op hen van toepassing is,
met inbegrip van een overlijdens-, ziekte- en ongevallenverzekering. 4. Zodra de bevoegde
autoriteiten van de betrokken lidstaat de overeenkomst hebben geparafeerd,
zendt de reder of diens vertegenwoordiger een kopie ervan via de delegatie toe
aan het departement. 5. De reder of diens vertegenwoordiger
deelt het departement, via de delegatie, de namen van de aan boord van elk
vaartuig aangemonsterde Marokkaanse zeelui mee, met vermelding van hun
inschrijving op de bemanningslijst. 6. De delegatie verstrekt het
departement, op 1 februari en op 1 augustus, een semestrale samenvatting, per
vaartuig, van de aan boord van vaartuigen van de Europese Unie aangemonsterde
Marokkaanse zeelieden, met vermelding van hun inschrijvingsnummer. 7. De verklaring van de
Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) over de fundamentele beginselen en
rechten op het werk is van rechtswege van toepassing op zeelieden die zijn
aangemonsterd op vissersvaartuigen van de Europese Unie. Het gaat daarbij met
name om de vrijheid van vereniging, de effectieve erkenning van het recht op
collectieve onderhandeling van werknemers en de bestrijding van discriminatie
op het gebied van werk en beroep. 8. Het loon van de Marokkaanse
zeelieden komt ten laste van de reder. Het loon wordt vóór de afgifte van de
vergunningen vastgesteld in onderling overleg tussen de reders of hun
vertegenwoordigers en de betrokken Marokkaanse zeelieden of hun
vertegenwoordigers. De bezoldigingsvoorwaarden van de Marokkaanse zeelieden
mogen evenwel niet ongunstiger zijn dan die voor Marokkaanse bemanningen, en moeten
in overeenstemming zijn met en mogen in geen geval ongunstiger zijn dan de
IAO-normen. 9. Indien een of meer
aangemonsterde zeelieden niet op het voor het vertrek van het vaartuig
vastgestelde tijdstip verschijnen, mag het vaartuig de geplande visreis
aanvangen na aan de bevoegde autoriteiten van de haven van inscheping te hebben
gemeld dat er onvoldoende zeelieden aan boord zijn, en na zijn bemanningslijst
te hebben bijgewerkt. Deze autoriteiten brengen het departement daarvan op de
hoogte. 10. De reder is verplicht de
nodige maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat zijn vaartuig uiterlijk bij
de volgende visreis het op grond van deze overeenkomst vereiste aantal
zeelieden aan boord heeft. 11. Bij niet-aanmonstering van
Marokkaanse zeelieden om andere redenen dan die welke zijn bedoeld in het
vorige punt, zijn de reders van de betrokken vaartuigen van de Europese Unie
verplicht binnen een maximumtermijn van drie maanden per niet-aangemonsterde
Marokkaanse zeeman een forfaitair bedrag van 20 EUR per visdag over te maken. 12. Dat bedrag wordt gebruikt voor
de opleiding van Marokkaanse zeevissers en wordt overgemaakt op de bij Bank
Al-Maghrib – Marokko geopende bankrekening 0018100078000 20110750201. 13. Behoudens het in punt 9
bedoelde geval wordt, indien de reders de bepaling inzake de aanmonstering van
het aantal Marokkaanse vissers herhaaldelijk niet nakomen, de visvergunning van
het vaartuig automatisch geschorst totdat wel aan die verplichting is voldaan.
De delegatie wordt onverwijld in kennis gesteld van een dergelijke beslissing. Hoofdstuk VIII Monitoring en observatie van de
visserij Observatie
van de visserij 1. De vaartuigen die in het
kader van dit protocol een vergunning hebben om te vissen in de Marokkaanse
visserijzone nemen overeenkomstig de onderstaande voorwaarden waarnemers aan
boord die zijn aangewezen door Marokko. 1.1. Per kwartaal neemt 25 %
van de visgerechtigde vaartuigen met een tonnage van meer dan 100 BT waarnemers
aan boord. 1.2. Vaartuigen voor de industriële
pelagische visserij dienen tijdens heel hun periode van activiteit in de
Marokkaaanse visserijzone permanent een waarnemer aan boord te hebben. 1.3. De andere vissersvaartuigen
van de Europese Unie met een tonnage van minder dan of gelijk aan 100 BT worden
per jaar en per visserijtak gedurende maximaal tien visreizen geobserveerd. 1.4. De lijst van vaartuigen die
zijn aangewezen om een waarnemer aan boord te nemen en de lijst van waarnemers
die zijn aangewezen om aan boord te gaan, worden door het departement
vastgesteld. Zodra deze lijsten zijn opgesteld, worden ze aan de delegatie
toegezonden. 1.5. Bij de afgifte van de
vergunning of uiterlijk 15 dagen vóór de datum waarop de waarnemer aan boord
moet gaan, deelt het departement aan de betrokken reders via de delegatie de
naam van de waarnemer mee die is aangewezen om aan boord van het vaartuig te
gaan. 2. Op pelagische trawlers blijft
de waarnemer permanent aan boord aanwezig. Voor de andere visserijtakken zijn
de waarnemers gedurende één visreis per vaartuig aan boord. 3. De voorwaarden voor het aan
boord nemen van de waarnemer worden door de reder of diens vertegenwoordiger en
de autoriteiten van Marokko in onderlinge overeenstemming vastgesteld. 4. De waarnemer gaat aan boord
in een door de reder gekozen haven aan het begin van de eerste visreis die na
de mededeling van de lijst van aangewezen vaartuigen plaatsvindt in de
Marokkaanse visserijzone. 5. De betrokken reders delen
uiterlijk twee weken vóór de waarnemers aan boord moeten gaan de datums en de
Marokkaanse havens mee die voor het aan boord nemen van de waarnemers zijn
vastgesteld. 6. Als de waarnemer in een ander
land aan boord gaat, zijn de reiskosten van de waarnemer voor rekening van de
reder. Als een vaartuig dat een Marokkaanse waarnemer aan boord heeft, de Marokkaanse
visserijzone verlaat, wordt alles in het werk gesteld om ervoor te zorgen dat
de waarnemer zo spoedig mogelijk naar Marokko kan terugkeren; de kosten hiervan
zijn voor rekening van de reder. 7. Wanneer de waarnemer
tevergeefs komt, omdat de reder zijn verbintenissen niet nakomt, betaalt de
reder diens reiskosten, alsmede, voor elke dag waarop de waarnemer niet kan
werken, een dagvergoeding, die gelijk is aan die van nationale Marokkaanse
ambtenaren van een overeenkomstige rang. Ook wanneer de inscheping later
gebeurt door de schuld van de reder, betaalt deze de waarnemer de hierboven
beschreven dagvergoeding. 8. Elke wijziging in de
regelingen inzake de dagvergoedingen wordt uiterlijk twee maanden vóór de
toepassing ervan aan de delegatie meegedeeld. 9. Indien de waarnemer zich
binnen twaalf uur na het afgesproken tijdstip nog niet op de afgesproken plaats
heeft gemeld, is de reder automatisch ontheven van de verplichting hem aan
boord te nemen. 10. De waarnemer wordt aan boord
als een officier behandeld. Hij verricht de volgende taken: 10.1. hij observeert de
visserijactiviteiten van de vaartuigen; 10.2. hij controleert de positie van
de vaartuigen die bij visserijactiviteiten betrokken zijn; 10.3. hij verricht
bemonsteringsactiviteiten voor biologische doeleinden in het kader van
wetenschappelijke programma's; 10.4. hij noteert welk vistuig wordt
gebruikt; 10.5. hij controleert de in het
logboek opgenomen gegevens over de vangsten die in de Marokkaanse visserijzone
zijn gedaan; 10.6. hij controleert de percentages
van de bijvangsten en schat de hoeveelheden teruggegooide verkoopbare vis,
schaaldieren en koppotigen; 10.7. hij deelt per fax of per radio
de visserijgegevens mee, waaronder de aan boord aanwezige hoeveelheden hoofd-
en bijvangst. 11. De kapitein neemt binnen de
grenzen van zijn bevoegdheid de nodige maatregelen om de fysieke en morele
veiligheid van de waarnemer bij de uitoefening van zijn taken te garanderen. 12. De waarnemer krijgt alle
faciliteiten die nodig zijn voor de uitoefening van zijn taken. De kapitein
vergemakkelijkt voor de waarnemer de toegang tot de communicatiemiddelen die
deze voor zijn werk nodig heeft, tot de documenten die rechtstreeks met de
visserijactiviteit van het vaartuig verband houden, met inbegrip van met name
het logboek en het navigatieboek, en tot de delen van het vaartuig waar hij
dient te zijn voor de uitoefening van zijn taak. 13. Tijdens zijn verblijf aan
boord gedraagt de waarnemer zich als volgt: 13.1. hij zorgt ervoor dat zijn
inscheping en zijn verblijf aan boord de visserijactiviteiten niet onderbreken
of hinderen, 13.2. hij gaat zorgvuldig om met de
inventaris en de installaties van het vaartuig, en hij bewaart geheimhouding
over alle aan het vaartuig toebehorende documenten. 14. Aan het einde van de
waarnemingsperiode stelt hij, vóór hij van boord gaat, een verslag van zijn
activiteiten op dat wordt overgelegd aan de bevoegde Marokkaanse autoriteiten
en waarvan een afschrift wordt bezorgd aan de delegatie. Hij ondertekent dat
verslag in aanwezigheid van de kapitein, die er de door hem nuttig geachte
opmerkingen aan kan toevoegen of laten toevoegen en daarbij zijn handtekening
plaatst. De waarnemer geeft bij het verlaten van het vaartuig een kopie van het
verslag aan de kapitein. 15. De reder moet, op zijn kosten
en volgens de mogelijkheden van het vaartuig, zorgen voor kost en logies van de
waarnemer, die op dit punt als officier wordt behandeld. 16. Het loon en de sociale premies
voor de waarnemer zijn voor rekening van de bevoegde Marokkaanse autoriteiten. 17. Als vergoeding voor de kosten
die voor Marokko verbonden zijn aan de waarnemers aan boord van de vaartuigen,
betalen de reders naast de rechten een "waarnemersbijdrage" ten
bedrage van 5,5 EUR/BT/trimester voor elk vaartuig dat in de Marokkaanse
visserijzone vist. 18. Deze bijdrage wordt
overeenkomstig de bepalingen in hoofdstuk I, deel E, van deze bijlage voldaan. 19. Niet-nakoming van de in
bovenstaand punt 4 vastgestelde verplichtingen leidt automatisch tot schorsing
van de visvergunning totdat de reder deze verplichtingen is nagekomen. De
delegatie wordt onverwijld in kennis gesteld van een dergelijke beslissing. Systeem
voor gezamenlijke monitoring van de visserij 1. De overeenkomstsluitende
partijen zetten een gezamenlijk systeem voor monitoring en observatie van de
aanlandingscontroles op, dat erop gericht is de doeltreffendheid van die
controle te verbeteren met het oog op de naleving van de bepalingen van dit
protocol. 2. De partijen stellen een
jaarlijkse planning van de gezamenlijke monitoring op die alle onder dit
protocol vallende visserijtakken omvat. 3. Daartoe wijzen de bevoegde
autoriteiten van elke overeenkomstsluitende partij hun vertegenwoordiger aan
voor het bijwonen van de controle op de aanlandingen en het observeren van de
wijze waarop deze verlopen en stellen zij de andere overeenkomstsluitende
partij in kennis van diens naam. 4. De vertegenwoordiger van de
Marokkaanse autoriteit woont als waarnemer de door de nationale
controlediensten van de lidstaten verrichte inspecties bij van de aanlanding
door vaartuigen die in de Marokkaanse visserijzone actief zijn geweest. 5. De waarnemer vergezelt de
nationale controleambtenaren bij hun bezoeken in havens, aan boord van
vaartuigen, aan de kade, in vismijnen, in magazijnen van groothandelaren in
vis, in koelhuizen en andere ruimten die verband houden met de aanlanding en
opslag van vis vóór de eerste verkoop, en heeft toegang tot de documenten
waarop deze inspecties betrekking hebben. 6. De vertegenwoordiger van de
Marokkaanse autoriteit stelt een rapport op over de controles waarbij hij
aanwezig is geweest en dient dit in. Een kopie van het rapport wordt aan de
delegatie toegezonden. 7. Het departement nodigt de
delegatie een maand vóór de inspectiedatum uit tot het bijwonen van de in de
havens van aanlanding geplande inspecties. 8. Op verzoek van de Commissie
mogen de visserijinspecteurs als waarnemer aaanwezig zijn bij door de
Marokkaanse autoriteiten in de Marokkaanse havens verrichte inspecties van
aanlandingsactiviteiten door vaartuigen van de Europese Unie. 9. De praktische wijze van
uitvoering van deze activiteiten wordt in gemeenschappelijke overeenstemming
door de bevoegde autoriteiten van de twee partijen vastgelegd. Hoofdstuk IX Controle 1. Technische inspecties 1.1. De vaartuigen van de Europese
Unie die houder zijn van een vergunning overeenkomstig de bepalingen van dit
protocol, melden zich eens per jaar voor de voorgeschreven inspecties in de
Marokkaanse haven aan, en verder na elke wijziging van hun technische kenmerken
of elk verzoek tot overschakeling naar een andere visserijtak waarvoor andere
soorten vistuig worden gebruikt. Deze inspecties vinden verplicht plaats binnen
48 uur na aankomst van het vaartuig in de haven. 1.2. Wanneer het vaartuig in orde
is bevonden, wordt aan de kapitein van het vaartuig een verklaring afgegeven
met een geldigheidsduur die gelijk is aan die de vergunning en die de facto
wordt verlengd voor vaartuigen die hun vergunning in de loop van het jaar
vernieuwen. De totale geldigheidsduur van de verklaring bedraagt echter niet
meer dan één jaar. Deze verklaring wordt te allen tijde aan boord van het
vaartuig bewaard. 1.3. Bij de technische inspectie
wordt nagegaan of de technische kenmerken van het vaartuig en het vistuig aan
boord in overeenstemming zijn met de bepalingen van de overeenkomst, wordt de
werking van de aan boord geïnstalleerde apparatuur voor positiebepaling en
lokalisering per satelliet geverifieerd en wordt geverifieerd of aan de
voorwaarden wat betreft de Marokkaanse bemanning is voldaan. 1.4. De kosten van de inspectie
worden aan de reder in rekening gebracht volgens de in de Marokkaanse wetgeving
vastgestelde tariefregeling. Deze kosten mogen niet hoger zijn dan de
gewoonlijk door andere vaartuigen voor dezelfde diensten betaalde bedragen. 1.5. Als de in de bovenstaande
punten 1.1 en 1.2 vastgestelde bepalingen niet worden nageleefd, wordt de
visvergunning automatisch geschorst totdat de reder deze verplichtingen is
nagekomen. De delegatie wordt onverwijld in kennis gesteld van een dergelijke
beslissing. 2. Binnenvaren en verlaten van
de zone 2.1. De vaartuigen van de Europese
Unie die houder zijn van een vergunning overeenkomstig de bepalingen van dit
protocol, stellen het departement minstens zes uur van tevoren in kennis van
hun voornemen de Marokkaanse visserijzone binnen te varen of te verlaten en van
de volgende informatie: 2.1.1. datum en tijdstip van de
verzending van het bericht; 2.1.2. de positie van het vaartuig
overeenkomstig hoofdstuk V, punt 5; 2.1.3. het gewicht in kilogram per
soort van de aan boord aanwezig vangsten, geïdentificeerd met de alfa-3-code; 2.1.4. de aard van het bericht zoals
"catch on entry" (COE) en "catch on exit" (COX). 2.2. Deze mededelingen worden bij
voorkeur per fax doorgestuurd; vaartuigen die daarmee niet zijn uitgerust,
mogen hun gegevens via de radio meedelen (zie daarvoor de referenties in
aanhangsel 10). 2.3. Vaartuigen van de visserijtak
"industriële pelagische visserij" moeten voorafgaande toestemming van
het departement krijgen om de Marokkaanse visserijzone definitief te verlaten.
Die toestemming wordt binnen 24 uur na de aanvraag door de kapitein of een
gemachtigde van het vaartuig afgegeven, behalve als de aanvraag de dag voor een
weekenddag binnenkomt, in welk geval de toestemming de daaropvolgende maandag
wordt afgegeven. Indien de toestemming wordt geweigerd stelt het departement de
reder van het vaartuig en de Commissie onverwijld in kennis van de redenen voor
die weigering. 2.4. Vaartuigen die in de
visserijzone vissen zonder de nodige meldingen te hebben gedaan aan het
departement worden aangemerkt als vaartuigen zonder vergunning. 2.5. De reder vermeldt op het
formulier voor de aanvraag van een visvergunning het fax- en telefoonnummer van
het vaartuig en het e-mailadres van de kapitein. 3. Controleprocedures 3.1. De kapiteins van de vaartuigen
van de Europese Unie die houder zijn van een vergunning overeenkomstig de
bepalingen van dit protocol, staan elke met de inspectie en controle van de
visserij belaste Marokkaanse ambtenaar toe aan boord te gaan en zijn taken te
vervullen en staan hem daarin bij. 3.2. Deze ambtenaren blijven niet
langer aan boord dan voor het uitvoeren van hun taken nodig is. 3.3. Na elke inspectie en controle
wordt aan de kapitein van het vaartuig een attest afgegeven. 4. Aanhouding 4.1. Wanneer een vaartuig van de
Europese Unie in de Marokkaanse visserijzone wordt aangehouden of een sanctie
krijgt opgelegd, stelt het departement de delegatie daarvan zo snel mogelijk en
uiterlijk binnen 48 uur in kennis. 4.2. Terzelfder tijd ontvangt de
Commissie een beknopt verslag over de omstandigheden van en de redenen voor de
aanhouding. 5. Proces-verbaal van de
aanhouding 5.1. De kapitein van het vaartuig
ondertekent het proces-verbaal waarin de geconstateerde feiten door de
Marokkaanse controleautoriteiten zijn opgetekend. 5.2. Deze ondertekening heeft geen
consequenties voor de rechten en de middelen die de kapitein ter verdediging
kan aanvoeren ten aanzien van de hem ten laste gelegde overtreding. 5.3. De kapitein brengt zijn
vaartuig naar de door de Marokkaanse controleautoriteiten opgegeven haven over.
Het vaartuig dat de vigerende Marokkaanse zeevisserijregelgeving heeft
overtreden, wordt in de haven vastgehouden totdat de gebruikelijke
administratieve aanhoudingsformaliteiten zijn vervuld. 5.4. Afwikkeling van de
overtreding: voordat een gerechtelijke procedure wordt ingeleid, wordt ernaar
gestreefd de vermoedelijke overtreding via een schikkingsprocedure af te
handelen. Deze procedure moet uiterlijk drie werkdagen na de aanhouding zijn
afgewikkeld. 5.5. Bij een minnelijke schikking
wordt het bedrag van de boete vastgesteld overeenkomstig de Marokkaanse
visserijregelgeving. 5.6. Als de zaak niet via een
minnelijke schikking kan worden afgehandeld en door een bevoegde rechterlijke
instantie in behandeling moet worden genomen, stelt de reder bij een door de
bevoegde autoriteit van Marokko opgegeven bank een bankgarantie die wordt
vastgesteld met inachtneming van de met de aanhouding gepaard gaande kosten, de
boetesom en de vergoedingen die moeten worden betaald door degenen die
verantwoordelijk zijn voor de overtreding. 5.7. De bankgarantie wordt niet
vrijgegeven voordat de gerechtelijke procedure is voltooid. De bankgarantie
wordt vrijgegeven wanneer de procedure niet tot een veroordeling heeft geleid.
Als bij veroordeling de boete kleiner is dan de gestelde bankgarantie, wordt
het saldo na de uitspraak vrijgegeven door de bevoegde autoriteit van Marokko. 5.8. Het vaartuig mag de haven
verlaten: –
zodra is voldaan aan de bij de schikkingsprocedure
vastgestelde verplichtingen; of –
zodra, in afwachting van de voltooiing van de
gerechtelijke procedure, een bankgarantie als bedoeld in bovenstaand punt 5.6
is gesteld en deze door de bevoegde autoriteit van Marokko is aanvaard. 6. Overladingen 6.1. Overlading op zee is verboden
in de Marokkaanse visserijzone. Industriële pelagische trawlers van de Europese
Unie die houder zijn van een visvergunning overeenkomstig de bepalingen van dit
protocol en die toch vangsten in de Marokkaanse visserijzone wensen over te
laden, doen dit in een Marokkaanse haven of op een andere door de bevoegde
Marokkaanse autoriteiten aangewezen plaats, nadat zij daarvoor toestemming
hebben gekregen van het departement. Dit overladen gebeurt onder supervisie van
de waarnemer of een vertegenwoordiger van de delegatie Zeevisserij en de
controleautoriteiten. Overtredingen worden bestraft met de sancties waarin de
geldende Marokkaanse regelgeving voorziet. 6.2. Voordat wordt overgeladen,
stellen de reders van de betrokken vaartuigen het departement ten minste 24 uur
van tevoren in kennis van: –
de naam van de vissersvaartuigen waaruit wordt
overgeladen; –
de naam van het vrachtschip waarop wordt
overgeladen, zijn vlaggenstaat, registratienummer en oproepnaam; –
de over te laden hoeveelheid (in tonnen) van elke
soort; –
de bestemming van de vangst; –
de datum en de dag waarop wordt overgeladen. 6.3. De Marokkaanse partij behoudt
zich het recht voor de overlading te weigeren indien het transportvaartuig zich
binnen of buiten de Marokkaanse visserijzone aan illegale, onaangemelde en
ongereglementeerde visserij schuldig heeft gemaakt. 6.4. Overladen wordt beschouwd als
het verlaten van de Marokkaanse visserijzone. De betrokken vaartuigen moeten
derhalve de vangstaangiften bij het departement indienen en hun voornemen
bekendmaken om de visserij voort te zetten of de Marokkaanse visserijzone te
verlaten. 6.5. De kapiteins van de
industriële pelagische trawlers van de Europese Unie die houder zijn van een
vergunning overeenkomstig de bepalingen van dit protocol en die hun vangst in
een Marokkaanse haven aanlanden of overladen, staan de controle op deze
verrichtingen door Marokkaanse inspecteurs toe en vergemakkelijken deze. Na
elke inspectie en controle in de haven wordt aan de kapitein van het vaartuig
een attest afgegeven. Hoofdstuk X Aanlanding van de vangsten In het belang van een
betere integratie met het oog op een gezamenlijke ontwikkeling van hun
respectieve visserijsector, komen de overeenkomstsluitende partijen overeen de
volgende bepalingen vast te leggen inzake aanlandingen in Marokkaanse havens
van een deel van de vangsten die in de Marrokkaanse visserijzone door
vaartuigen van de Europese Unie zijn verricht. De verplichte
aanlanding gebeurt volgens de bepalingen in de technische notities die bij dit
protocol zijn gevoegd. Financiële prikkels: 1. Aanlandingen 1.1. De vaartuigen van de Europese
Unie voor de tonijnvisserij en van het type RSW (die op de C-bestanden van
kleine pelagische soorten vissen), die houder zijn van een vergunning
overeenkomstig de bepalingen van dit protocol en die in een Marokkaanse haven
meer dan 25 % van de in de technische notities nr. 5 en 6 vastgestelde
verplichte vangsten aanlanden, genieten op het recht een korting van 5 %
voor elke ton die boven de verplichte minimumhoeveelheid wordt aangeland. 2. Uitvoeringsbepalingen 2.1. Tijdens de
aanlandingsactiviteiten stelt de vismijn een weegbriefje op dat dient als basis
voor de traceerbaarheid van de producten. 2.2. Met betrekking tot de verkoop
van producten in de vismijn wordt een attest "afrekening verkoop en
inhoudingen" (AVI) opgesteld. 2.3. De kopieën van de weegbriefjes
en de AVI's worden aan de delegatie Zeevisserij van de haven van aanlanding
gezonden. Na goedkeuring door het departement worden de betrokken reders op de
hoogte gesteld van de bedragen die hun worden teruggegeven. Die bedragen worden
in mindering gebracht op de bij de volgende vergunningsaanvragen verschuldigde
rechten. 3. Evaluatie 3.1. Het niveau van de financiële
prikkels zal in het kader van de gemengde commissie worden aangepast op grond
van het sociaaleconomische effect van de aanlandingen. 4. Sancties in geval van
niet-nakoming van de aanlandingsverplichtingen 4.1. Indien vaartuigen die behoren
tot de visserijtakken waarvoor een verplichting tot aanlanding geldt, deze
verplichting niet nakomen zoals vastgesteld in de desbetreffende technische
notities, wordt de vergoeding voor het volgende recht met 5 % verhoogd.
Bij recidive worden de genoemde sancties in de gemengde commissie vastgesteld. Aanhangsels (1)
Formulier voor het aanvragen van een visvergunning (2)
Technische notities (3)
Melding van de VMS-gegevens aan Marokko,
positiebericht (4)
Coördinaten van de visserijzones (5)
Coördinaten van het CSCP van Marokko (6)
ICCAT-logboek voor de tonijnvisserij (7)
Logboek (andere visserijen) (8)
Formulier voor de aangifte van vangsten
(industriële pelagische visserij) (9)
Formulier voor de aangifte van vangsten (andere dan
industriële pelagische visserij en tonijnvisserij) (10)
Kenmerken van het radiostation van het departement
Zeevisserij van Marokko (11)
ERS-protocol Aanhangsel 1 VISSERIJOVEREENKOMST
MAROKKO - EUROPESE UNIE AANVRAAG VAN
EEN VISVERGUNNING NUMMER VAN DE
VISSERIJTAK:… I - AANVRAGER 1. Naam van de reder:
.................................................................................................................................................... 2. Naam van de organisatie of van de
vertegenwoordiger van de reder:
............................................................................................ 3. Adres van de organisatie of van de
vertegenwoordiger van de reder:
....................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... 4. Telefoon:........................................... Fax:
................................... E-mail: …………………………………………….. 5. Naam van de kapitein: ..............................
Nationaliteit: ............................. E-mail: …………………………..… II - VAARTUIG EN IDENTIFICATIE 1. Naam van het vaartuig:
........................................................................................................................................................... 2. Vlaggenstaat:
............................................................................................................................................... 3. Externe
identificatieletters en -nummers: .................................................................................................................................. 4. Haven van
registratie: ……………………. MMSI: ……………. IMO-nummer :…………………………… 5. Vaart
onder de huidige vlag sinds: .......................
Vroegere vlag (indien van toepassing): ………………………… 6. Jaar waarin en
plaats waar het vaartuig is gebouwd: ...................................
Radioroepnaam:
................................................................. 7. Radiofrequentie:
…………………............
Satelliettelefoonummer: ……….………………………… 8. Materiaal van de romp: Staal ¨ Hout ¨ Polyester ¨ Ander ¨ III - TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET
VAARTUIG EN UITRUSTING 1. Lengte over alles:
.................................................. Breedte: .................................................................................... 2. Bruto tonnage (in BT): ............... Netto tonnage:…………………………… 3. Vermogen van de hoofdmotor in kW:
................ Merk: .............................. Type: .......................................... 4. Vaartuigtype:
.................................................. Visserijtak:
…................................................................ 5. Vistuig:
.......................................................................................................................................................... 6. Visserijzones: …………………………………….. Doelsoorten: ………………………………………..
7. Totale bemanning aan boord:
............................................................................................................................... 8. Conserveringsmethode aan boord: Vers
¨ Gekoeld ¨ Gemengd ¨ Bevroren ¨ 9. Invriescapaciteit per 24 uur (in ton):
................................................................................................... 10. Capaciteit van de ruimen:
.................................................................... Aantal:
................................................................ 11. VMS-transponder: Fabrikant: …………………………………Model:
……………………. Serienummer: ……………………… Versie software:
..................................................... Satellietexploitant:
………………………..…………..… Gedaan te
.............................................................., , op
............................. Handtekening van de aanvrager
................................................................... Aanhangsel
2 De
voorwaarden voor de uitoefening van de visserij in elke visserijtak worden elk
jaar vóór de afgifte van de vergunningen in onderling overleg vastgesteld. Technische
notitie voor de visserij nr. 1 Kleinschalige
visserij in het noorden: Pelagische soorten Aantal vaartuigen met een vergunning || 20 Toegestaan vistuig || Zegen Toegestane maximumafmetingen die overeenstemmen met de voorwaarden die gelden in de zone: 500 m x 90 m. Verbod op het vissen met lampara's Vaartuigtype: || < 100 GT Rechten || 75 EUR per BT en per trimester Geografische grens van de toegestane zone || Ten noorden van 34°18'00" NB Een uitbreiding tot 33°25'00" is toegestaan voor 5 vaartuigen tegelijk, die opereren volgens een aan wetenschappelijke observatie onderworpen rotatiesysteem. Buiten de 2 zeemijl Doelsoorten || Sardine, ansjovis en andere kleine pelagische soorten Verplichting tot aanlanding in Marokko || 30 % van de aangegeven vangsten Biologische rustperiode || Twee maanden: februari en maart Aanmonsteringsverplichting || 3 Marokkaanse zeelui per vaartuig Opmerkingen || De uitbreiding van de activiteit van 5 zegenvisserijvaartuigen ten zuiden van 34°18'00"NB wordt na een jaar toepassing geëvalueerd om het effect van de eventuele interacties met de nationale vloot en de impact op het bestand te meten. Technische
notitie voor de visserij nr. 2 Kleinschalige
visserij in het noorden Aantal vaartuigen met een vergunning || 35 Toegestaan vistuig || Grondbeug Cat a) < 40 BT – Maximumaantal haken per beug: 10 000 aan de lijn vastgemaakte, gemonteerde en gebruiksklare haken, met een maximum van 5 grondbeugen. Cat. b) ≥ 40 BT en < 150 BT - 15 000 aan de lijn vastgemaakte, gemonteerde en gebruiksklare haken, met een maximum van 8 grondbeugen. Vaartuigtype: || a)< 40 GT: 32 vergunningen b) ≥ 40 GT en < 150 GT: 3 vergunningen Rechten || 67 EUR per BT en per trimester Geografische grens van de toegestane zone || Ten noorden van 34°18'00" NB Een uitbreiding tot 33°25'00" is toegestaan voor 4 vaartuigen tegelijk[3], die opereren volgens een aan wetenschappelijke observatie onderworpen rotatiesysteem. Buiten de 6 zeemijl Doelsoorten || Haarstaartvis, sparidae en andere demersale soorten Verplichting tot aanlanding in Marokko || Vrijwillige aanlanding Biologische rustperiode || Van 15 maart tot 15 mei Bijvangsten || 0 % zwaardvis en pelagische haaien Aanmonsteringsverplichting || < 100 BT: vrijwillig ≥ 100 GT: 1 Marokkaanse zeeman Opmerkingen || De uitbreiding van de activiteit van 4 beugvisserijvaartuigen ten zuiden van 34°18'00"NB wordt na een jaar toepassing geëvalueerd om het effect van de eventuele interacties met de nationale vloot en de impact op het bestand te meten. Technische
notitie voor de visserij nr. 3 Kleinschalige
visserij in het zuiden Aantal vaartuigen met een vergunning || 10 Toegestaan vistuig || Lijn en hengel Vaartuigtype: || < 80 GT Rechten || 67 EUR per BT en per trimester Geografische grens van de toegestane zone || Ten zuiden van 30°40'00''NB Buiten de 3 zeemijl Doelsoorten || Ombervis en sparidae Verplichting tot aanlanding in Marokko || Vrijwillige aanlanding Biologische rustperiode || - Toegestane zegen voor de vangst van levend aas || Maaswijdte van 8 mm voor de vangst van levend aas Zegen gebruikt buiten de 3 zeemijl Bijvangsten || 0 % koppotigen en schaaldieren 5 % andere demersale soorten Aanmonsteringsverplichting || 2 Marokkaanse zeelui per vaartuig Technische notitie voor de visserij nr. 4 Demersale visserij Aantal vaartuigen met een vergunning || 16 vaartuigen: 5 trawlers en 11 beugvisserijvaartuigen Toegestaan vistuig || – Voor trawlers: § bodemtrawl: o Maaswijdte kuil van 70 mm o Het gebruik van trawls met dubbele kuil is verboden. o Het gebruik van trawls waarvan de kuil van dubbel garen is vervaardigd, is verboden. – Voor beugvisserijvaartuigen: § grondbeug: o maximaal 20 000 haken per vaartuig Vaartuigtype: || Trawlers: § Maximumtonnage van 600 BT per vaartuig; Beugvisserijvaartuigen: § maximumtonnage van 150 BT per vaartuig. Rechten || 60 EUR per BT en per trimester Geografische grens van de toegestane zone || Ten zuiden van 29°NB Voorbij de 200 m-dieptelijn voor trawlers Buiten de 12 zeemijl voor beugvisserijvaartuigen Doelsoorten || Zwarte heek, haarstaartvis, grote gaffelmakreel/ongestreepte bonito Verplichting tot aanlanding in Marokko || 30 % van de vangsten per visreis Biologische rustperiode || - Bijvangsten || 0 % koppotigen en schaaldieren en 5 % grondhaaien Aanmonsteringsverplichting || 4 Marokkaanse zeelui voor beugvisserijvaartuigen 7 Marokkaanse zeelui voor trawlers Technische
notitie voor de visserij nr. 5 Tonijnvisserij Aantal vaartuigen met een vergunning || 27 Toegestaan vistuig || Hengel en sleeplijn Geografische grens van de toegestane zone || Meer dan 3 mijl De gehele Atlantische zone van Marokko, met uitzondering van het beschermde gebied ten oosten van de lijn die de punten 33°30’NB/7°35’WL en 35°48’NB/6°20’WL verbindt Doelsoorten || Tonijnachtigen Verplichting tot aanlanding in Marokko || 25 % van de aangegeven vangsten bestaande uit gestreepte tonijn (Katsuwonus pelamis), boniet (Sarda sarda) en fregattonijn (Auxis thazard) per visreis Biologische rustperiode || - Toegestane zegen voor de vangst van levend aas || Maaswijdte van 8 mm voor het vangen van levend aas, zegen gebruikt buiten de 3 zeemijl. Rechten || 35 EUR per ton gevangen vis Voorschot || Op het moment van de aanvraag van de jaarlijkse vergunning wordt een forfaitair voorschot van 7 000 EUR betaald. Aanmonsteringsverplichting || 3 Marokkaanse zeelui per vaartuig Technische
notitie voor de visserij nr. 6 Industriële
pelagische visserij Aantal vaartuigen met een vergunning || 18 Toegestaan vistuig || Pelagische of semipelagische trawls Toegewezen quotum || 80 000 ton per jaar, § met een maximum van 10 000 ton per maand voor de gehele vloot, § met uitzondering van de maanden augustus tot en met oktober, waarin het maandelijkse plafond tot 15 000 ton wordt opgetrokken. Vaartuigtype || Industriële pelagische trawl Toegestaan aantal vaartuigen || Onderverdeling van de vaartuigen die mogen vissen: § 10 vaartuigen met een tonnage van meer dan 3000 BT § 3 vaartuigen met een tonnage van 150 tot en met 3000 BT § 5 vaartuigen met een tonnage van minder dan 150 BT Maximaal toegestaan tonnage per vaartuig || 7 765 GT, daarbij rekening houdend met de structuur van de visserijvloot van de Europese Unie Geografische grens van de toegestane zone || Ten zuiden van 29°NB § Buiten de 15 zeemijl voor vriestrawlers § Buiten de 8 zeemijl voor RSW-trawlers Doelsoorten || Sardine, sardinella, makreel, horsmakreel en ansjovis Vangstsamenstelling (per soortengroep) || § horsmakreel/makreel/ansjovis: 65 % § sardine/sardinella: 33 % § bijvangsten: 2 % Deze vangstsamenstelling kan worden herzien in het kader van de gemengde commissie. Verplichting tot aanlanding in Marokko || 25 % van de vangsten per visreis Biologische rustperiode || De toegelaten vissersvaartuigen moeten alle biologische rustperioden in acht nemen die het departement heeft ingesteld in de visserijzone waarvoor de vergunning geldt, en er tijdens die perioden alle visserijactiviteiten stopzetten[4]. Toegestane netten || De minimummaaswijdte (gestrekte mazen) van de pelagische of semipelagische trawl bedraagt 40 mm. De kuil van de pelagische of semipelagische trawl kan worden verstevigd door een netwerk met een minimummaaswijdte van 400 mm (gestrekte mazen) en verstevigingsstroppen met een tussenafstand van minimaal anderhalve meter (1,5 m), behalve voor die aan het achterste gedeelte van de trawl, die ten minste op 2 m afstand van het venster van de kuil moet worden aangebracht. Het gebruiken van verstevigingen of het verdubbelen van de kuilen met andere middelen is verboden en met de trawls mogen in geen geval andere soorten worden bevist dan de kleine pelagische soorten waarvan de vangst is toegestaan. Bijvangsten || Maximaal 2 % andere soorten De lijst van toegestane soorten in de bijvangsten is vastgesteld in de Marokkaanse regelgeving inzake de "visserij op kleine pelagische soorten in het zuidelijke gedeelte van de Atlantische Oceaan". Industriële verwerking || De industriële verwerking van de vangsten tot vismeel of visolie is strikt verboden. Beschadigde vissen en uit de behandeling van de vangst voortkomend afval mogen wel worden verwerkt tot vismeel of visolie, voor zover het maximum van 5 % van de totale toegestane vangst niet wordt overschreden. Rechten || Voor industriële pelagische vriestrawlers: § 100 EUR/ton vooraf te betalen op maandelijkse basis. Voor industriële pelagische koeltrawlers: § 35 EUR/ton vooraf te betalen op maandelijkse basis. Verhoging van het recht in geval van overschrijding van de toegestane vangsten met een factor 3. Aanmonsteringsverplichting || Tonnage van het vaartuig < 150 BT : § 2 Marokkaanse zeelui 150 BT ≤ Tonnage van het vaartuig <1 500 BT: § 4 Marokkaanse zeelui 1 500 GT ≤ Tonnage van het vaartuig < 5 000 GT: § 8 Marokkaanse zeelui 5 000 GT ≤ Tonnage van het vaartuig < 7 765 GT: § 16 Marokkaanse zeelui Aanhangsel 3 MELDING VAN DE
VMS-GEGEVENS AAN MAROKKO POSITIEBERICHT Gegeven || Code || Verplicht (V)/Optioneel (O) || Inhoud Begin record || SR || V || Berichtinformatie – geeft het begin van de record aan Geadresseerde || AD || V || Berichtinformatie – ISO-alfa-3-landcode (ISO-3166) van geadresseerde Verzender || FR || V || Berichtinformatie – ISO-alfa-3-landcode (ISO-3166) van verzender Vlaggenstaat || FS || V || Berichtinformatie – ISO-alfa-3-landcode (ISO-3166) van vlaggenstaat Berichttype || TM || V || Berichtinformatie – type bericht (ENT, POS, EXI) Radioroepnaam (IRCS) || RC || V || Vaartuiginformatie – internationale radioroepnaam van het vaartuig (IRCS) Intern referentienummer van de overeenkomstsluitende partij || IR || O || Vaartuiginformatie – uniek volgnummer van de overeenkomstsluitende partij ISO-alfa-3-landcode (ISO-3166), gevolgd door het nummer Extern registratienummer || XR || V || Vaartuiginformatie – nummer aangebracht op de romp van het vaartuig (ISO 8859.1) Breedtegraad || LT || V || Positie-informatie – positie in graden en minuten N/Z GGMM (WGS84) Lengtegraad || LG || V || Positie-informatie – positie in graden en minuten O/W GGMM (WGS84) Vaarrichting || CO || V || Vaarrichting van het vaartuig, op een schaal van 360° Snelheid || SP || V || Vaarsnelheid van het vaartuig in tienden van knopen Datum || DA || V || Positie-informatie – datum van registratie van de positie in UTC (JJJJMMDD) Tijdstip || TI || V || Positie-informatie – tijdstip van registratie van de positie in UTC (UUMM) Einde record || ER || V || Berichtinformatie – geeft het einde van de record aan De volgende informatie is
vereist bij de transmissie om het Marokkaanse CSCP in staat te stellen het CSCP
van verzending te identificeren: IP-adres van de server van
het CSCP en/of de referenties van het DNS; SSL-certificaat (volledige
keten van de certificeringsautoriteiten). De structuur van de
gegevenstransmissie is als volgt: de gebruikte tekens dienen in
overeenstemming te zijn met ISO-norm 8859.1; een dubbele schuine streep
(//) en de letters "SR" geven het begin van een bericht aan; elk gegevenselement wordt
aangegeven met de code ervan en wordt van de andere gegevenselementen
gescheiden door een dubbele schuine streep (//); een enkele schuine streep (/)
fungeert als separator tussen code en gegeven; de ER-code, gevolgd door een
dubbele schuine streep (//) geeft het einde van het bericht aan; de optionele gegevens moeten
worden opgenomen tussen het begin en het einde van het bericht. Aanhangsel 4 COÖRDINATEN
VAN DE VISSERIJZONES Technische notitie || Visserijtak || Visserijzone (breedtegraad): || Afstand van de kust 1 || Kleinschalige visserij in het noorden: pelagische visserij || 34o18'00"NB— 35o48'00"NB (uitbreiding tot 33°25'00"NB, volgens de voorwaarden van technische notitie nr. 1) || Meer dan 2 mijl 2 || Kleinschalige visserij in het noorden: Beug || 34°18'00"NB— 35°48'00"NB (uitbreiding tot 33°25'00"NB, volgens de voorwaarden van technische notitie nr. 2) || Meer dan 6 mijl 3 || Kleinschalige visserij in het zuiden || Ten zuiden van 30o40'00" || Meer dan drie mijl 4 || Demersale visserij || Ten zuiden van 29o00'00" || Beugvisserijvaartuigen: meer dan 12 mijl || || || Trawlers: buiten de dieptelijn van 200 meter 5 || Tonijnvisserij || De gehele Atlantische Oceaan, met uitzondering van volgend gebied: 35o48'NB; 6o20'WL/33o30'NB; 7o35'WL || Meer dan 3 mijl en 3 mijl voor aas 6 || Industriële pelagische visserij || Ten zuiden van 29o00'00"NB || Meer dan 15 mijl (vriesschepen) Meer dan 8 mijl (RSW-vaartuigen) Vóór de inwerkingtreding verstrekt het departement de
Commissie de geografische coördinaten van de Marokkaanse basislijn, van de
Marokkaanse visserijzone en van de voor scheepvaart en visserij verboden
gebieden. Het departement deelt, ten minste
één maand van tevoren, ook alle wijzigingen van deze afbakening mee. Aanhangsel 5 Coördinaten van het Marokkaanse CSCP Naam van het
marokkaanse cspcp: CNSNP (Centre National de Surveillance des Navires de Pêche) Tel. CNSNP: +212 5 37 68 81 45/46 Fax CNSNP: +212 537 68 83 29/ 82 E-mail CNSNP: cnsnp@mpm.gov.ma cnsnp.radio@mpm.gov.ma Coördinaten van het
radiostation: Roepnaam: CNM 1. Banden || 2. Zendfrequentie van het vaartuig || 3. Ontvangstfrequentie van het vaartuig 4. 8 || 5. 8285 khz || 6. 8809 khz 7. 12 || 8. 12245 khz || 9. 13092 khz 10. 16 || 11. 16393 khz || 12. 17275 khz E-mailadressen van de met het protocol voor de
transmissie van VMS-gegevens belaste personen: boukhanfra@mpm.gov.ma belhad@mpm.gov.ma abida@mpm.gov.ma Aanhangsel 6 ICCAT-LOGBOEK VOOR DE TONIJNVISSERIJ || || || Beug Levend aas Ringzegen Trawl Andere || || || || || || || || || || || || || Naam van het vaartuig: ……………………………………………………………………. || Brutotonnage: …………………………………………………............................. || VERTREK vaartuig: TERUGKEER vaartuig: || Maand || Dag || Jaar || Haven || || || Vlaggenstaat: ……………………………………………………………………........................... || Capaciteit (MT): ……………………………………………........ || || || || || || || || Registratienummer: ………………………………………………………………................................... || Kapitein: ……………………………………………………….... || || || || Reder: ………………………………………………………….......................... || Aantal bemanningsleden: ….…………………………………………………........................ || || || || || || || || Adres: ………………………………………………………………………….... || Datum van het verslag: ………………………………………………...... || || || || (Auteur van het): ………………………………………………................................. || Aantal dagen op zee: || || Aantal visdagen: Aantal uitzetten: || || Nummer visreis: || || || || || || Datum || Sector || Temp. oppervlaktewater (ºC) || Visserijinspanning Gebruikt aantal haken || Capturas (Vangsten) || Isco usado na pesca (Gebruikt aas) || Maand || Dag || Breedtegraad N/Z || Lengtegraad O/W || Rode tonijn Thunnus thynnus of maccoyi || Geelvintonijn Thunnus albacares || (Grootoogtonijn) Thunnus obesus || (Witte tonijn) Thunnus alalunga || (Zwaardvis) Xiphias gladius || (Gestreepte marlijn) (Witte marlijn) Tetraptunus audax of albidus || (Zwarte marlijn) Makaira indica || (Zeilvis) Istiophorus albicane of platypterus || Gestreepte tonijn Katsuwonus pelamis || (Diverse soorten) || Dagtotaal (alleen gewicht in kg) || Geep || Pijlinktvis || Levend aas || (Andere) || || || || || || || Aantal || Gewicht kg || Aantal || kg || Aantal || kg || Aantal || kg || Aantal || kg || Aantal || kg || Aantal || kg || Aantal || kg || Aantal || kg || Aantal || kg || Aantal || kg || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || AANGELAND GEWICHT (IN KG) || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || Opmerkingen || || || || 1 - Gebruik één blad per maand en één regel per dag. || || 3 - Met "dag" wordt bedoeld de dag van het uitzetten van de beuglijn. || 5 - Onderste regel (aangeland gewicht) pas invullen aan het einde van de reis. Het daadwerkelijke gewicht bij het aanlanden moet worden opgegeven. || 2 - Na afloop van elke reis een afschrift van het formulier bezorgen aan uw correspondent of aan ICCAT, Calle Corazón de María, 8, 28002 Madrid Spanje. || || 4 - "Visserijzone" betekent de positie van het vaartuig. Minuten afronden en breedte- en lengtegraden opgeven. N/Z en O/W vermelden. || || 6 - Alle gegevens van dit logboek worden strikt vertrouwelijk behandeld. || || Aanhangsel 7
VISSERIJLOGBOEK (VOOR ANDERE
SOORTEN DAN TONIJN) Het formaat van het
visserijlogboek voor andere visserijactiviteiten dan tonijnvisserij wordt in
onderling overleg opgesteld vóór de inwerkingtreding van dit protocol. R U B R I E K Nr. 1 || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || Dag || || Maand || || Jaar || Tijdstip || || Naam van het vaartuig (1) …………………………….. || Vertrek van (4)………………. || || Datum (6) || || || || || || || || || || || || || || Radioroepnaam (2)………………………………. || || || || || || || || || || || || || || || || || Naam van de kapitein (3)…………………………… || Terugkeer van (5)………………... || || Datum (6) || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || Vistuig (7) Code vistuig (8) || || || Maaswijdte (9) || || || || Afmetingen vistuig (10) || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || Handtekening van de kapitein (11) || || RUBRIEK nr. 2 || RUBRIEK nr. 3 (het onnodige doorhalen op lijst "A" of "B") || RUBRIEK nr. 4 Datum (12) || Statistische sector (13) || Aantal visserij activiteiten (14) || Aantal visserij uren (15) || Schatting van de vangsthoeveelheid per soort: (in kilogram) (16) (of toelichtingen betreffende de onderbrekingen bij het vissen) || Totaal- gewicht vangsten (kg) (17) || Totaal- Gewicht van de vis (kg) (18) || Totaal gewicht vismeel (kg) (19) Hors- makreel A || Sardines || Sardi- nella's || Ansjovis || Mak- reel || Haarstaarten || Tonijnachtigen || Heek || Zee- brasem || Pijlinktvissen || Zeekatten || Octopussen || Garna len || Lan goesten || Andere vissen Lan goest B || (Zuidelijke roze garnaal ("gamba") || Roze diepzee garnaal ("astado") || Reuzendiepzeegarnaal ("carabineros") || Andere garnalen || Witte tonijn || Roze langoest || Andere schaaldieren || Zeeduivel || Heek || Andere vissen || Diverse koppotigen || Diverse schelpdieren || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || Aanhangsel 8 VPO - MAROKKO || || Octopussen || || || || || || || || || || || || || || || JAAR - TRIMESTER || || || || || || || || || || || || || || || || || Vangstaangiften (industriële pelagische vaartuigen) || || || || || || || || || || || || || || || || || || Naam van het vaartuig || || || || || Vlaggenstaat || || || || || || || Categorie || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || Vangsten uitgedrukt in kilogram || || || Maand || Horsmakreel || Sardine || Sardinellas || Ansjovis || Makreel || Haarstaarten || Tonijnachtigen || Heek || Zeebrasem || Pijlinktvissen || Zeekatten || Octopussen || Garnalen || Langoesten || Andere vissen || Totaalgewicht vangsten || Totaalgewicht vissen || Totaalgewicht meel (CODE FAO) || || || || || || || || || || || || || || Januari || || || || || || || || || || || || || || || || || || Februari || || || || || || || || || || || || || || || || || || Maart || || || || || || || || || || || || || || || || || || April || || || || || || || || || || || || || || || || || || Mei || || || || || || || || || || || || || || || || || || Juni || || || || || || || || || || || || || || || || || || Juli || || || || || || || || || || || || || || || || || || Augustus || || || || || || || || || || || || || || || || || || September || || || || || || || || || || || || || || || || || || Oktober || || || || || || || || || || || || || || || || || || November || || || || || || || || || || || || || || || || || || December || || || || || || || || || || || || || || || || || || In Marokko aangeland subtotaal || || || || || || || || || || || || || || || || || || Totaal || || || || || || || || || || || || || || || || || || Aanhangsel 9 VPO - MAROKKO || || || || || || || || || || || || || || || || JAAR - TRIMESTER || || || || || || || || || || || || || || || Vangstaangiften (andere vaartuigen dan vaartuigen voor industriële pelagische visserij of tonijnvisserij) || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || Naam van het vaartuig || || || || || Vlaggenstaat || || || || || Categorie || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || Vangsten uitgedrukt in kilogram || || || Maand || Langoest || Roze diepzeegarnaal || Zuidelijke roze garnaal || Reuzendiepzeegarnaal || Andere garnalen || Witte tonijn || Roze langoest || Andere schaaldieren || Zeeduivel || Heek || Andere vissen || Diverse koppotigen || Diverse schelpdieren || Totaalgewicht vangsten || Totaalgewicht vissen || Totaalgewicht meel (CODE FAO) || || || || || || || || || || || || Januari || || || || || || || || || || || || || || || || Februari || || || || || || || || || || || || || || || || Maart || || || || || || || || || || || || || || || || April || || || || || || || || || || || || || || || || Mei || || || || || || || || || || || || || || || || Juni || || || || || || || || || || || || || || || || Juli || || || || || || || || || || || || || || || || Augustus || || || || || || || || || || || || || || || || September || || || || || || || || || || || || || || || || Oktober || || || || || || || || || || || || || || || || November || || || || || || || || || || || || || || || || December || || || || || || || || || || || || || || || || In Marokko aangeland subtotaal || || || || || || || || || || || || || || || || Totaal || || || || || || || || || || || || || || || || Aanhangsel 10 KENMERKEN VAN HET
RADIOSTATION VAN HET DEPARTEMENT ZEEVISSERIJ van MAROKKO MMSI: || 242 069 000 Roepnaam: || CNM Plaats: || Rabat Frequentiebereik: || 1,6 tot 30 MHz Zendklasse: || SSB-AIA-J2B Zendvermogen: || 800 W Werkfrequenties Banden || Kanalen || Emissie || Ontvangst Band 8 || 831 || 8 285 kHz || 8 809 kHz Band 12 || 1206 || 12 245 kHz || 13 092 kHz Band 16 || 1612 || 16 393 kHz || 17 275 kHz Radiomeldingen Periode || Dienstregeling Werkdagen || van 8.30 tot 16.30 uur Zaterdag, zondag en feestdagen || van 9.30 tot 14 uur VHF: || Kanaal 16 || Kanaal 70 ASN Radiotelex: || || || Categorie: || DP-5 || Zendklasse: || ARQ-FEC || Nummer: || 31356 Fax: || || || Nummers || 212 5 37 68 8329 Aanhangsel 11 PROTOCOL
VOOR HET KADER EN DE TOEPASSING VAN HET ELEKTRONISCHE SYSTEEM VOOR MEDEDELING
VAN GEGEVENS INZAKE VANGSTACTIVITEITEN (ERS-SYSTEEM) Algemene bepalingen 1. Elk vissersvaartuig van de
Europese Unie dat in de Marokkaanse visserijzone actief is, moet zijn uitgerust
met een elektronisch systeem, hierna ERS-systeem genoemd, dat de gegevens over
de visserijactiviteit van dat vaartuig, hierna ERS-gegevens genoemd, kan
registreren en verzenden. 2. Vaartuigen van de Europese
Unie zonder ERS-systeem of met een defect ERS-systeem mogen de Marokkaanse
visserijzone niet binnenvaren om daar visserijactiviteiten te verrichten. 3. De ERS-gegevens worden
overeenkomstig de procedures van de vlaggenstaat van het vaartuig verzonden
naar het Centrum voor visserijbewaking en -toezicht (hierna "CSCP"
genoemd) van de vlaggenstaat. 4. Het CSCP van de vlaggenstaat
zendt instantberichten (COE, COX, PNO) die afkomstig zijn van het vaartuig
automatisch en onverwijld door aan het CSCP van Marokko. De gegevens over de
dagelijkse vangst (FAR) worden automatisch en onverwijld ter beschikking van
het CSCP van Marokko gesteld. 5. De vlaggenstaat en Marokko
zorgen ervoor dat hun CSCP is uitgerust met de informatica-apparatuur en de
software die nodig zijn voor de automatische transmissie van de ERS-gegevens in
XML-formaat (beschikbaar op de website van het directoraat-generaal Maritieme
Zaken en Visserij van de Europese Commissie) en beschikt over een elektronische
opslagprocedure om de ERS-gegevens te registreren en gedurende ten minste drie
jaar leesbaar te bewaren. 6. Elke wijziging of bijwerking
van het formaat wordt vastgelegd en gedateerd en moet zes maanden nadat ze is
ingevoerd, operationeel zijn. 7. Voor de transmissie van de
ERS-gegevens wordt gebruik gemaakt van de elektronische communicatiemiddelen
die de Europese Commissie namens de EU beheert (DEH of Data Exchange Highway
genoemd). 8. De vlaggenstaat en Marokko
wijzen elk een ERS-correspondent aan die als contactpersoon fungeert. 9. De ERS-correspondenten worden
voor ten minste zes maanden aangewezen. 10. Zodra het ERS-systeem
operationeel is, stellen het CSCP van de vlaggenstaat en het CSCP van Marokko
elkaar in kennis van de gegevens van hun ERS-correspondent (naam, adres,
telefoonnummer, faxnummer, e-mailadres). Wijzigingen van de gegevens van de
ERS-correspondent moeten onmiddellijk worden gemeld. Opstellen en verzenden
van de ERS-gegevens 11. Het EU-vaartuig moet: (a)
dagelijks de ERS-gegevens opstellen over elke dag
die in de Marokkaanse visserijzone is doorgebracht; (b)
telkens wanneer er met een zegen, trawl of beug
wordt gevist, registreren welke hoeveelheid per soort is gevangen, aan boord is
gehouden of is teruggegooid, als doelsoort of als bijvangst; (c)
voor elke soort die staat vermeld op de door
Marokko afgegeven visvergunning, ook melden als er niets is gevangen; (d)
elke soort identificeren aan de hand van de alfa-3-lettercode
van de FAO; (e)
de hoeveelheden uitdrukken in kg levend gewicht en,
indien vereist, in aantal stuks; (f)
voor elke soort opgeven welke hoeveelheden zijn
overgeladen en/of aangeland; (g)
telkens wanneer het de Marokkaanse visserijzone
binnenvaart (COE) en verlaat (COX) een specifiek bericht registreren met daarin
voor elke soort die vermeld staat op de door Marokko afgegeven visvergunning,
de hoeveelheden die bij het binnenvaren/verlaten aan boord worden gehouden; (h)
elke dag uiterlijk om 23.59 UTC de ERS-gegevens aan
het CSCP van de vlaggenstaat toezenden in het in punt 4 bedoelde XML-formaat. 12. De kapitein is
verantwoordelijk voor de nauwkeurigheid van de geregistreerde en verzonden
ERS-gegevens. 13. Het CSCP van de vlaggenstaat
stelt de ERS-gegevens automatisch en zo snel mogelijk, in het in punt 5
bedoelde XML-formaat, ter beschikking aan het CSCP van Marokko. 14. Het CSCP van Marokko bevestigt
de ontvangst van alle ERS-berichten door een retourbericht (RET) te verzenden. 15. Het CSCP van Marokko behandelt
alle ERS-gegevens als vertrouwelijk. Mankement in het
ERS-systeem aan boord van het vaartuig en/of in de transmissie van de
ERS-gegevens tussen het vaartuig en het CSCP van de vlaggenstaat 16. De vlaggenstaat stelt de
kapitein en/of de eigenaar, of diens vertegenwoordiger, van een onder zijn vlag
varend vaartuig onmiddellijk in kennis van technische mankementen van het op
het vaartuig geïnstalleerde ERS-systeem en van mankementen in de transmissie
van de ERS-gegevens tussen het vaartuig en het CSCP van de vlaggenstaat. 17. De vlaggenstaat stelt Marokko
in kennis van het geconstateerde mankement en van de maatregelen die zijn
genomen om het op te lossen. 18. Indien zich een defect in het
ERS-systeem aan boord van het vaartuig voordoet, wordt er door de kapitein
en/of de reder op toegezien dat het ERS-systeem na uiterlijk tien werkdagen
wordt gerepareerd of vervangen. Indien het vaartuig in die periode van tien
werkdagen een haven aandoet, mag het zijn visserijactiviteiten in de
Marokkaanse visserijzone pas hervatten wanneer het ERS-systeem weer naar
behoren werkt of, wanneer dat laatste niet het geval is, wanneer Marokko
daarvoor toestemming verleent. 19. Een vissersvaartuig dat een
technisch mankement aan zijn ERS-systeem heeft gehad, mag de haven pas verlaten
wanneer: (i)
zijn ERS-systeem volgens de vlaggenstaat weer naar
behoren werkt; of (j)
het daarvoor toestemming krijgt van de
vlaggenstaat. In het laatst bedoelde geval stelt de vlaggenstaat Marokko vóór
het vertrek van het vaartuig hiervan in kennis. 20. Vaartuigen van de Europese Unie
die in de Marokkaanse visserijzone actief zijn met een defect ERS-systeem,
verzenden alle ERS-gegevens dagelijks, uiterlijk om 23.59 UTC, naar het CSCP
van de vlaggenstaat via om het even welk ander beschikbaar elektronisch
communicatiemiddel. 21. De in punt 11 bedoelde
ERS-gegevens die vanwege een mankement niet ter beschikking van Marokko zouden
worden gesteld, worden door het CSCP van de vlaggenstaat via een andere,
onderling afgesproken elektronische weg naar het CSCP van Marokko verzonden.
Deze alternatieve transmissie wordt dan als prioritair beschouwd, aangezien de
normaal geldende transmissietermijnen niet in acht kunnen worden genomen. 22. Indien het CSCP van Marokko
drie opeenvolgende dagen geen ERS-gegevens van een vaartuig heeft ontvangen, kan
Marokko dat vaartuig het bevel geven zich onmiddellijk voor onderzoek naar een
door Marokko aangewezen haven te begeven. Mankement bij het CSCP –
Het CSCP van Marokko ontvangt geen ERS-gegevens 23. Indien een CSCP geen
ERS-gegevens ontvangt, meldt de betrokken ERS-correspondent dit onmiddellijk
aan zijn collega van het andere CSCP en werkt hij indien nodig zo lang als
noodzakelijk mee aan de oplossing van het probleem. 24. Het CSCP van de vlaggenstaat
en het CSCP van Marokko spreken af welke alternatieve elektronische middelen
voor de transmissie van de ERS-gegevens moeten worden gebruikt wanneer zich een
mankement bij het CSCP voordoet, en stellen elkaar onverwijld in kennis van
elke wijziging in dit verband. 25. Wanneer het CSCP van Marokko
signaleert geen ERS-gegevens te hebben ontvangen, gaat het CSCP van de
vlaggenstaat op zoek naar de oorzaak van het probleem en neemt het de nodige
maatregelen om het probleem op te lossen. Het CSCP van de vlaggenstaat stelt
het CSCP van Marokko en de EU binnen een termijn van 24 uur in kennis van de
resultaten en de genomen maatregelen. 26. Indien meer dan 24 uur nodig
is om het probleem op te lossen, verzendt het CSCP van de vlaggenstaat de
ontbrekende ERS-gegevens onmiddellijk naar het CSCP van Marokko aan de hand van
het in punt 24 bedoelde alternatieve elektronische communicatiemiddel. 27. Marokko waarschuwt zijn
bevoegde controlediensten om te voorkomen dat de vaartuigen van de Europese
Unie in gebreke worden gesteld wegens niet-verzending van ERS-gegevens vanwege
een mankement bij een CSCP. Onderhoud van een CSCP 28. Een CSCP dat (in het kader van
een onderhoudsprogramma) onderhoudsactiviteiten plant die gevolgen kunnen
hebben voor de uitwisseling van ERS-gegevens, moet het andere CSCP ten minste 72
uur van tevoren hiervan in kennis stellen, zo mogelijk met opgave van de datum
en de duur van het onderhoud. Informatie over niet-gepland onderhoud wordt zo
spoedig mogelijk aan het andere CSCP gemeld. 29. Tijdens het onderhoud kan de
terbeschikkingstelling van ERS-gegevens worden opgeschort totdat het systeem
weer operationeel is. De betrokken ERS-gegevens worden in dat geval
onmiddellijk na afloop van het onderhoud beschikbaar gesteld. 30. Neemt het onderhoud meer dan 24
uur in beslag, dan worden de ERS-gegevens aan het andere CSCP toegezonden aan
de hand van het in punt 24 bedoelde alternatief elektronisch
communicatiemiddel. 31. Marokko waarschuwt zijn
bevoegde controlediensten om te voorkomen dat de vaartuigen van de Europese
Unie in gebreke worden gesteld wegens niet-verzending van ERS-gegevens vanwege
onderhoudswerkzaamheden bij een CSCP. FINANCIEEL
MEMORANDUM 1. KADER VAN HET
VOORSTEL/INITIATIEF 1.1. Benaming van het voorstel/initiatief 1.2. Betrokken
beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur 1.3. Aard
van het voorstel/initiatief 1.4. Doelstellingen
1.5. Motivering
van het voorstel/initiatief 1.6. Duur
en financiële gevolgen 1.7. Beheersvorm(en)
2. BEHEERSMAATREGELEN 2.1. Regels
inzake het toezicht en de verslagen 2.2. Beheers-
en controlesysteem 2.3. Maatregelen
ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden 3. GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN
VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF 3.1. Rubriek(en)
van het meerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor
uitgaven 3.2. Geraamde
gevolgen voor de uitgaven 3.2.1. Samenvatting
van de geraamde gevolgen voor de uitgaven 3.2.2. Geraamde
gevolgen voor de beleidskredieten 3.2.3. Geraamde
gevolgen voor de administratieve kredieten 3.2.4. Verenigbaarheid
met het huidige meerjarige financiële kader 3.2.5. Bijdrage
van derden aan de financiering 3.3. Geraamde gevolgen voor de ontvangsten FINANCIEEL
MEMORANDUM KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF Benaming
van het voorstel/initiatief Voorstel voor
een besluit van de Raad betreffende de ondertekening van het tussen de Europese
Unie en het Koninkrijk Marokko overeengekomen protocol tot vaststelling van de
vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de
partnerschapsovereenkomst in de visserij tussen beide partijen. Betrokken
beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur[5] 11. –
Maritieme zaken en visserij 11.03 –
Internationale visserij en zeerecht Aard van het
voorstel/initiatief ¨ Het voorstel/initiatief betreft een
nieuwe actie ¨ Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe
actie na een proefproject/een voorbereidende actie[6] X Het voorstel/initiatief betreft de
verlenging van een bestaande actie ¨ Het voorstel/initiatief betreft een actie
die wordt omgebogen naar een nieuwe actie Doelstellingen De met
het voorstel/initiatief beoogde strategische meerjarendoelstelling(en) van de
Commissie Het
onderhandelen over en het sluiten van visserijovereenkomsten met derde landen
past bij de algemene doelstelling, namelijk de EU-vissersvaartuigen toegang
verlenen tot visserijzones in de exclusieve economische zone (EEZ) van derde
landen en met die derde landen een partnerschap ontwikkelen om de duurzame
exploitatie van de visbestanden buiten de EU-wateren te stimuleren. De
visserijpartnerschapsovereenkomsten (VPO's) zorgen eveneens voor coherentie
tussen de beginselen van het gemeenschappelijk visserijbeleid en de
verbintenissen in het kader van andere Europese beleidslijnen (duurzame
exploitatie van de visbestanden van derde landen, bestrijding van illegale,
ongemelde en ongereglementeerde visserij (IOO), integratie van de partnerlanden
in de wereldeconomie en een beter politiek en financieel visserijbeheer). Specifieke
doelstelling(en) en betrokken ABM/ABB-activiteiten Specifieke
doelstelling nr. 1 Bijdragen tot
de duurzame visserij in de wateren buiten de Unie, de Europese aanwezigheid in
de verre visserij handhaven en de belangen van de Europese visserijsector en de
consument beschermen door het onderhandelen over en het sluiten van
partnerschapsovereenkomsten inzake visserij met kuststaten, in samenhang met
andere Europese beleidslijnen. Betrokken
ABM/ABB-activiteit(en) Maritieme
zaken en visserij, internationale visserij en zeerecht, internationale
visserijovereenkomsten (begrotingsonderdeel 11.03 01) Verwachte
resulta(a)t(en) en gevolg(en) Vermeld de gevolgen die het
voorstel/initiatief zou moeten hebben op de begunstigden/doelgroepen Met de
sluiting van het protocol worden de vangstmogelijkheden van de Europese
vaartuigen in de visserijzone van Marokko beter gehandhaafd. Via financiële
steun (sectorale steun) voor de tenuitvoerlegging van op nationaal niveau door
het partnerland vastgestelde programma's, met name op het gebied van controle
en bestrijding van illegale visserij, draagt het protocol voorts bij tot een
beter beheer en een betere instandhouding van de visbestanden. Resultaat-
en effectindicatoren Vermeld de indicatoren aan de hand waarvan
kan worden nagegaan in hoeverre het voorstel/initiatief is uitgevoerd. Gebruik van de
vangstmogelijkheden (percentage van de gebruikte visvergunningen ten opzichte
van de door het protocol geboden mogelijkheden); verzameling en
analyse van gegevens over de vangsten en de handelswaarde van de overeenkomst; bijdrage aan
de werkgelegenheid en de toegevoegde waarde in de EU en aan de stabilisering
van de EU-markt (op geaggregeerd niveau met andere partnerschapsovereenkomsten
inzake visserij); het aantal
technische vergaderingen en bijeenkomsten van de gemengde commissie. Motivering
van het voorstel/initiatief Behoefte(n)
waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien Het protocol
is van toepassing vanaf de datum van inwerkingtreding ervan. Op grond het
nieuwe protocol wordt een kader geschapen voor de visserijactiviteiten van de
Europese vloot in de Marokkaanse visserijzone en kunnen de Europese reders
vergunningen aanvragen om in de Marokkaanse wateren te mogen vissen. Bovendien
wordt met het nieuwe protocol de samenwerking tussen de EU en het Koninkrijk
Marokko met het oog op het bevorderen van een duurzaam visserijbeleid
versterkt. Met name voorziet het protocol in
het volgen van de vaartuigen met VMS en bevordert het de elektronische
transmissie van vangstgegevens. De sectorale
steun wordt versterkt om het Koninkrijk Marokko te helpen met haar nationale
visserijstrategie, "Halieutis", onder meer op het gebied van de
bestrijding van IOO-visserij. Toegevoegde
waarde van de deelname van de EU Als de EU geen
nieuw protocol sluit, worden er particuliere overeenkomsten gesloten, die de
duurzaamheid van de visserij niet zouden garanderen. De EU verwacht tevens dat
het Koninkrijk Marokko op grond van dit protocol doeltreffend met de EU zal
blijven samenwerken, met name op het gebied van de bestrijding van illegale
visserij. Nuttige
ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan Als gevolg van
de analyse van de vangsten in het kader van het vorige protocol hebben de
partijen de referentietonnage opgetrokken. De sectorale steun wordt versterkt
om rekening te houden met de prioriteiten van de nationale visserijstrategie en
met de behoeften van Marokko op het gebied van versterking van
visserijbeheercapaciteit. Samenhang en
eventuele synergie met andere relevante instrumenten De middelen
die in het kader van de partnerschapsovereenkomsten inzake visserij worden
overgemaakt, vormen vrij besteedbare inkomsten in de begrotingen van de derde
partnerlanden. Voorwaarde voor de sluiting en de follow-up van de
partnerschapsovereenkomsten inzake visserij is evenwel dat een deel van deze
middelen wordt geoormerkt voor de tenuitvoerlegging van maatregelen in het
kader van het sectorale beleid van het land. Deze financiële middelen zijn
verenigbaar met financieringsbronnen van andere internationale geldschieters
voor de uitvoering van projecten en/of programma's in de visserijsector op
nationaal niveau. Duur en
financiële gevolgen X Voorstel/initiatief met een beperkte
geldigheidsduur X Voorstel/initiatief dat met ingang
van de datum van ondertekening voor een periode van drie jaar van kracht is. X Financiële gevolgen vanaf 2014 tot
en met 2017 (vier jaar). ¨ Voorstel/initiatief met een onbeperkte
geldigheidsduur Uitvoering met een opstartperiode vanaf JJJJ
tot en met JJJJ, gevolgd door een volledige uitvoering. Beheersvorm(en)[7] X Direct gecentraliseerd beheer door de
Commissie ¨ Indirect gecentraliseerd beheer door uitvoeringstaken te delegeren aan: ¨ uitvoerende agentschappen ¨ door de Unie opgerichte organen[8] ¨ nationale publiekrechtelijke organen of organen met een
openbaredienstverleningstaak ¨ personen aan wie de uitvoering van specifieke acties in het
kader van titel V van het Verdrag betreffende de Europese Unie is toevertrouwd
en die worden genoemd in het betrokken basisbesluit in de zin van artikel 49
van het Financieel Reglement ¨ Gedeeld beheer met
de lidstaten ¨ Gedecentraliseerd beheer met derde landen ¨ Gezamenlijk beheer
met internationale organisaties BEHEERSMAATREGELEN Regels
inzake het toezicht en de verslagen Vermeld frequentie en voorwaarden. De Commissie
(DG MARE, in samenwerking met zijn attaché in de delegatie van de Europese Unie
te Rabat) zal regelmatig toezicht houden op de uitvoering van dit protocol, met
name wat betreft het gebruik van de vangstmogelijkheden door de marktdeelnemers
en de gegevens over de vangsten. Voorts
voorziet de partnerschapsovereenkomst inzake visserij in ten minste één
jaarlijkse bijeenkomst van de gemengde commissie. Tijdens deze bijeenkomst
bespreken de Commissie en het derde land de tenuitvoerlegging van de
overeenkomst en het protocol en worden zo nodig de programmering en de
financiële tegenprestatie aangepast. Beheers- en
controlesysteem Mogelijke
risico's Aan de
invoering van een protocol bij de visserijovereenkomst is een aantal risico's
verbonden die met name betrekking hebben op de bedragen voor de financiering
van het sectorale visserijbeleid (onderprogrammering). Tijdens de
tenuitvoerlegging van het protocol voor de periode 2007-2011 hebben zich met
het Koninkrijk Marokko geen problemen van die aard voorgedaan. Controlemiddel(en)
Er is een
intensieve dialoog over de programmering en de uitvoering van het sectorale
beleid gepland. De in artikel 6 genoemde gezamenlijke analyse van de resultaten
maakt eveneens deel uit van deze controlemiddelen. Voorts
voorziet het protocol in specifieke bepalingen voor de schorsing ervan, onder
bepaalde voorwaarden en in bepaalde omstandigheden. Maatregelen
ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden Vermeld de bestaande en geplande preventie-
en beschermingsmaatregelen. De Commissie
zal streven naar een politieke dialoog en permanent overleg met het Koninkrijk
Marokko om het beheer van de overeenkomst te verbeteren en de bijdrage van de
EU aan het duurzame beheer van de visserijrijkdommen te vergroten. Onder alle
omstandigheden gelden voor alle betalingen die de Commissie in het kader van
een partnerschapsovereenkomst inzake visserij verricht, de normale begrotings-
en financieringsvoorschriften van de Commissie. Op grond hiervan moeten met
name de bankrekeningen van de derde landen waarop de bedragen van de financiële
tegenprestatie worden gestort, volledig kunnen worden geïdentificeerd. In het
kader van dit protocol moet de financiële tegenprestatie krachtens artikel 3,
lid 4, integraal worden overgemaakt op een rekening van het ministerie van
Financiën van het Koninkrijk Marokko. GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET
VOORSTEL/INITIATIEF Rubriek(en)
van het meerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor
uitgaven Bestaande begrotingsonderdelen voor uitgaven In volgorde van de
rubrieken van het meerjarige financiële kader en de begrotingsonderdelen Rubriek van het meerjarige financiële kader || Begrotingsonderdeel || Soort uitgave || Bijdrage Nummer [Omschrijving………………………...……………] || GK/NGK ([9]) || van EVA-landen[10] || van kandidaat-lidstaten[11] || van derde landen || in de zin van artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement 2 || 11.0301 Vaststelling van een governancekader voor visserijactiviteiten die vissersvaartuigen van de Unie in de wateren van derde landen verrichten (ODA) || GK || NEE || NEE || NEE || NEE Te creëren nieuwe begrotingsonderdelen (Niet van toepassing) In volgorde van
de rubrieken van het meerjarige financiële kader en de begrotingsonderdelen Rubriek van het meerjarige financiële kader || Begrotingsonderdeel || Soort uitgave || Bijdrage Nummer [Omschrijving………………………...……………] || GK/NGK || van EVA-landen || van kandidaat-lidstaten || van derde landen || in de zin van artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement || [XX.YY.YY.YY] || || JA/NEE || JA/NEE || JA/NEE || JA/NEE Geraamde
gevolgen voor de uitgaven Samenvatting
van de geraamde gevolgen voor de uitgaven in
miljoenen euro's (tot op 3 decimalen) Rubriek van het meerjarige financiële kader : || Nummer 2 || Bescherming en beheer van natuurlijke hulpbronnen DG: MARE || || || Jaar 2014 || Jaar 2015 || Jaar 2016 || Jaar 2017 || TOTAAL Beleidskredieten || || || || || Nummer begrotingsonderdeel: 11.03 01 Vaststelling van een governancekader voor visserijactiviteiten die vissersvaartuigen van de Unie in de wateren van derde landen verrichten (ODA) || Vastleggingen || (1) || 30,000 || 30,000 || 30,000 || 30,000 || 120,000 Betalingen || (2) || 30,000 || 30,000 || 30,000 || 30,000 || 120,000 Uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten[12] || || || || || Nummer begrotingsonderdeel: 11.010401 || || (3) || 0,131 || 0,131 || 0,131 || 0,191 || 0,584 TOTAAL kredieten voor DG MARE || Vastleggingen || =1+1a +3 || 30,131 || 30,131 || 30,131 || 30,191 || 120,584 Betalingen || =2+2a +3 || 30,131 || 30,131 || 30,131 || 30,191 || 120,584 TOTAAL beleidskredieten || Vastleggingen || (4) || 30,000 || 30,000 || 30,000 || 30,000 || 120,000 Betalingen || (5) || 30,000 || 30,000 || 30,000 || 30,000 || 120,000 TOTAAL uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten || (6) || 0,131 || 0,131 || 0,131 || 0,191 || 0,584 TOTAAL kredieten voor RUBRIEK 2 van het meerjarige financiële kader || Vastleggingen || =4+ 6 || 30,131 || 30,131 || 30,131 || 30,191 || 120,584 Betalingen || =5+ 6 || 30,131 || 30,131 || 30,131 || 30,191 || 120,584 Wanneer het
voorstel/initiatief gevolgen heeft voor meerdere rubrieken (Niet van toepassing) TOTAAL beleidskredieten || Vastleggingen || (4) || || || || || || || || Betalingen || (5) || || || || || || || || TOTAAL uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten || (6) || || || || || || || || TOTAAL kredieten voor de RUBRIEKEN 1 tot en met 4 van het meerjarige financiële kader (Referentiebedrag) || Vastleggingen || =4+ 6 || || || || || || || || Betalingen || =5+ 6 || || || || || || || || Rubriek van het meerjarige financiële kader || 5 || "Administratieve uitgaven" in
miljoenen euro's (tot op 3 decimalen) || || || Jaar 2014 || Jaar 2015 || Jaar 2016 || Jaar 2017 || TOTAAL DG: MARE || Personele middelen || 0,164 || 0,164 || 0,164 || 0,164 || 0,656 || Andere administratieve uitgaven || 0,006 || 0,006 || 0,006 || 0,006 || 0,024 || TOTAAL DG MARE || Kredieten || 0,170 || 0,170 || 0,170 || 0,170 || 0,680 || TOTAAL kredieten voor RUBRIEK 5 van het meerjarige financiële kader || (totaal vastleggingen = totaal betalingen) || 0,170 || 0,170 || 0,170 || 0,170 || 0,680 in
miljoenen euro's (tot op 3 decimalen) || || || Jaar 2014 || Jaar 2015 || Jaar 2016 || Jaar 2017 || TOTAAL TOTAAL kredieten voor de RUBRIEKEN 1 tot en met 5 van het meerjarige financiële kader || Vastleggingen || 30,301 || 30,301 || 30,301 || 30,301 || 121,204 Betalingen || 30,301 || 30,301 || 30,301 || 30,301 || 121,204 Geraamde
gevolgen voor de beleidskredieten ¨ Voor het voorstel/initiatief zijn geen beleidskredieten nodig X Voor het voorstel/initiatief zijn
beleidskredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven: Vastleggingskredieten,
in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen) Vermeld doelstellingen en outputs ò || || || Jaar 2014 || Jaar 2015 || Jaar 2016 || Jaar 2017 || TOTAAL || Type[13] || Gem. kosten van de output || Aantal || Kos-ten || Aantal || Kos-ten || Aantal || Kos-ten || Aantal || Kos-ten || Totaal aantal outputs || Totale kosten || SPECIFIEKE DOELSTELLING nr. 1[14]… || || || || || || || || || || || Vergunningen || vaartuigen || || 126 || 16,000 || 126 || 16,000 || 126 || 16,000 || 126 || 16,000 || || 64,000 || Vangsten (pelatische soorten) || Ton || || 80 000 || || 80 000 || || 80 000 || || 80 000 || || || || Sectorale steun || EUR || || || 14,000 || || 14,000 || || 14,000 || || 14,000 || || 56,000 || Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 1 || || 30,000 || || 30,000 || || 30,000 || || 30,000 || || 120,000 || TOTALE KOSTEN || || 30,000 || || 30,000 || || 30,000 || || 30,000 || || 120,000 || Geraamde
gevolgen voor de administratieve kredieten Samenvatting
¨ Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve
kredieten nodig. X Voor het voorstel/initiatief zijn
administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven: in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen) || Jaar 2014 || Jaar 2015 || Jaar 2016 || Jaar 2017 || TOTAAL RUBRIEK 5 van het meerjarige financiële kader || || || || || Personele middelen || 0,164 || 0,164 || 0,164 || 0,164 || 0,656 Andere administratieve uitgaven || 0,006 || 0,006 || 0,006 || 0,006 || 0,024 Subtotaal RUBRIEK 5 van het meerjarige financiële kader || 0,170 || 0,170 || 0,170 || 0,170 || 0,680 Buiten RUBRIEK 5[15] van het meerjarige financiële kader || Jaar 2014 || Jaar 2015 || Jaar 2016 || Jaar 2017 || TOTAAL Personele middelen || 0,125 || 0,125 || 0,125 || 0,125 || 0,500 Andere uitgaven van administratieve aard || 0,006 || 0,006 || 0,006 || 0,066 || 0,084 Subtotaal buiten RUBRIEK 5 van het meerjarige financiële kader || 0,131 || 0,131 || 0,131 || 0,191 || 0,584 TOTAAL || 0,301 || 0,301 || 0,301 || 0,361 || 1,264 Voor de kredieten voor personele middelen zal
een beroep worden gedaan op de kredieten van het DG die reeds voor het beheer
van de actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel aangevuld
met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met
inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden
toegewezen. Geraamde personeelsbehoeften ¨ Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen
nodig X Voor het voorstel/initiatief zijn
personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven: Raming in een geheel getal (of met hoogstens 1 decimaal) || Jaar 2014 || Jaar 2015 || Jaar 2016 || Jaar 2017 11 01 01 01 (zetel en vertegenwoordigingen van de Commissie) || 1,25 || 1,25 || 1,25 || 1,25 11 01 01 02 (delegaties) || || || || 11 01 05 01 (onderzoek door derden) || || || || 10 01 05 01 (eigen onderzoek) || || || || 11 01 02 01 (AC, END, INT van de "totale financiële middelen") || || || || 11 01 02 02 (AC, AL, END, INT en JED in de delegaties) || || || || 11 01 04 01 [16] || - zetel[17] || || || || - delegaties || 1,00 || 1,00 || 1,00 || 1,00 11 01 05 02 (AC, END, INT – onderzoek door derden) || || || || 10 01 05 02 (AC, END, INT – eigen onderzoek) || || || || Ander begrotingsonderdeel (te vermelden) || || || || TOTAAL || 2,25 || 2,25 || 2,25 || 2,25 11 is het beleidsterrein of de begrotingstitel. De benodigde personele middelen zullen worden
gefinancierd uit de middelen die reeds voor het beheer van deze actie zijn
toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen
die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de
budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen. Beschrijving van de uit te voeren taken Ambtenaren en tijdelijke functionarissen || Beheer en follow-up van de (her)onderhandelingen over de partnerschapsovereenkomst inzake visserij, en goedkeuring van het resultaat van de onderhandelingen door de instellingen; beheer van de lopende partnerschapsovereenkomst inzake visserij, inclusief permanente financiële en operationele follow-up; beheer van de vergunningen. desk officer DG MARE + eenheidshoofd/adjunct-eenheidshoofd + secretariaat: geraamd op ongeveer 1,25 persoon/jaar. Berekening van de kosten: 1,25 personen/jaar x 131 000 EUR/jaar = 163.750 EUR => 0,164 M EUR Extern personeel || Follow-up van de tenuitvoerlegging van de sectorale steunverlening – arbeidscontractant in de delegatie (Rabat): geraamd op ongeveer 1 persoon/jaar. Berekening van de kosten: 1 personen/jaar x 125 000 EUR/jaar = 125 000 EUR => 0,125 M EUR Verenigbaarheid
met het huidige meerjarige financiële kader X Het voorstel/initiatief is
verenigbaar met het huidige meerjarige financiële kader ¨ Het voorstel/initiatief vergt herprogrammering van de
betrokken rubriek van het meerjarige financiële kader Zet uiteen
welke herprogrammering nodig is, onder vermelding van de betrokken
begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen. ¨ Het voorstel/initiatief vergt toepassing van het
flexibiliteitsinstrument of herziening van het meerjarige financiële kader[18]. Zet uiteen wat
nodig is, onder vermelding van de betrokken rubrieken en begrotingsonderdelen
en de desbetreffende bedragen. Bijdrage van
derden aan de financiering X Het voorstel/initiatief voorziet niet in
medefinanciering door derden. ¨ Het voorstel/initiatief voorziet in medefinanciering, zoals hieronder
wordt geraamd: Kredieten
in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen) || Jaar N || Jaar N+1 || Jaar N+2 || Jaar N+3 || zoveel kolommen als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) || Totaal Medefinancieringsbron || || || || || || || || TOTAAL medegefinancierde kredieten || || || || || || || || Geraamde
gevolgen voor de ontvangsten X Het voorstel/initiatief heeft geen
financiële gevolgen voor de ontvangsten ¨ Het voorstel/initiatief heeft de hieronder beschreven financiële
gevolgen: ¨ voor de eigen middelen ¨ voor de diverse ontvangsten in
miljoenen euro's (tot op 3 decimalen) Begrotingsonderdeel voor ontvangsten: || Voor het lopende begrotingsjaar beschikbare kredieten || Gevolgen van het voorstel/initiatief[19] Jaar N || Jaar N+1 || Jaar N+2 || Jaar N+3 || zoveel kolommen als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) Artikel …………. || || || || || || || || Voor de diverse ontvangsten die worden
"toegewezen", vermeld het (de)
betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven. Vermeld de wijze van berekening van de
gevolgen voor de ontvangsten. [1] PB L 141
van 29.5.2006, blz. 1. [2] PB L 202
van 5.8.2011, blz. 3. [3] Indien
de situatie gunstig blijkt te zijn, kan het aantal vaartuigen dat in het
uitbreidingsgebied mag vissen, na een jaar op advies van de gemengde commissie
worden herzien. [4] Het
departement stelt de Commissie vooraf in kennis van dit besluit, met vermelding
van de perioden waarin de visserij wordt stopgezet, en van de betrokken zones. [5] ABM: Activity
Based Management – ABB: Activity Based Budgeting. [6] In de
zin van artikel 49, lid 6, onder a) of b), van het Financieel
Reglement. [7] Nadere
gegevens over de beheersvormen en verwijzingen naar het Financieel Reglement
zijn beschikbaar op BudgWeb: http://www.cc.cec/budg/man/budgmanag/budgmanag_en.html [8] In de
zin van artikel 185 van het Financieel Reglement. [9] GK =
gesplitste kredieten/NGK = niet-gesplitste kredieten. [10] EVA: Europese
Vrijhandelsassociatie. [11] Kandidaat-lidstaten
en, in voorkomend geval, potentiële kandidaat-lidstaten van de Westelijke
Balkan. [12] Technische
en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering
van programma's en/of acties van de EU (vroegere "BA"-onderdelen),
onderzoek door derden, eigen onderzoek. [13] Outputs
zijn de te verstrekken producten en diensten (bijvoorbeeld: aantal
gefinancierde studentenuitwisselingen, aantal km aangelegde wegen enz.). [14] Zoals
beschreven in punt 1.4.2. "Specifieke doelstelling(en)…". [15] Technische
en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering
van programma's en/of acties van de EU (vroegere "BA"-onderdelen),
onderzoek door derden, eigen onderzoek. [16] Submaximum
voor extern personeel uit beleidskredieten (vroegere “BA”-onderdelen). [17] Hoofdzakelijk
voor de structuurfondsen, het Europees Landbouwfonds voor
Plattelandsontwikkeling (Elfpo) en het Europees Visserijfonds (EVF). [18] Zie de
punten 19 en 24 van het Interinstitutioneel Akkoord. [19] Voor
traditionele eigen middelen (douanerechten en suikerheffingen) moeten
nettobedragen worden vermeld, d.w.z. na aftrek van 25% aan inningskosten.