This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52013PC0316
Proposal for a REGULATION OF THE EUROPEAN PARLIAMENT AND OF THE COUNCIL concerning type-approval requirements for the deployment of the eCall in-vehicle system and amending Directive 2007/46/EC
Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD inzake typegoedkeuringseisen voor de uitrol van het eCall-boordsysteem en houdende wijziging van Richtlijn 2007/46/EG
Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD inzake typegoedkeuringseisen voor de uitrol van het eCall-boordsysteem en houdende wijziging van Richtlijn 2007/46/EG
/* COM/2013/0316 final - 2013/0165 (COD) */
Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD inzake typegoedkeuringseisen voor de uitrol van het eCall-boordsysteem en houdende wijziging van Richtlijn 2007/46/EG /* COM/2013/0316 final - 2013/0165 (COD) */
TOELICHTING 1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL Het doel van dit
voorstel is een eis voor de installatie van een eCall-boordsysteem op te nemen
in het EG-typegoedkeuringssysteem voor voertuigen. Dit maakt deel uit van een
reeks EU-wetgevingsbesluiten die ervoor moeten zorgen dat het op 112 gebaseerde
eCall-systeem op 1 oktober 2015 in dienst kan worden genomen. De andere
wetsbesluiten die verband houden met dit eCall-initiatief zijn: ·
Aanbeveling 2011/750/EU
van de Commissie van 8 september 2011 ter ondersteuning van een EU-wijde
eCall-dienst in elektronischecommunicatienetwerken voor de transmissie van op 112
gebaseerde noodoproepen uit voertuigen ("eCalls")[1]. ·
Gedelegeerde Verordening
(EU) nr. 305/2013 van de Commissie van 26.11.2012 tot aanvulling van Richtlijn 2010/40/EU
van het Europees Parlement en de Raad, wat de geharmoniseerde voorziening in de
gehele Unie van een interoperabele eCall betreft[2]. ·
Voorstel voor Besluit (EU)
nr. .../.. van xx.xx.20xx van het Europees Parlement en de Raad inzake de
uitrol van de interoperabele eCall in de hele EU[3]. Deze teksten vullen
elkaar aan en zullen er samen voor zorgen dat de 112 eCall-dienst volledig
operationeel is op 1 oktober 2015. 2. RESULTATEN
VAN DE RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING 2.1. Raadpleging
van belanghebbende partijen Dit voorstel is het
resultaat van uitgebreid overleg met de belangrijkste belanghebbenden. De belanghebbenden,
en met name de groep op hoog niveau CARS21, zijn geraadpleegd tijdens het
proces dat geleid heeft tot de vaststelling van het actieplan "CARS 2020:
Actieplan voor een concurrerende en duurzame Europese
automobielindustrie". Het onderhavige voorstel zorgt voor de uitvoering
van het volgende punt van het actieplan: "de uitrol van intelligente
vervoerssystemen (ITS: Intelligent Transport Systems) verder stimuleren, met
inbegrip van coöperatieve systemen, met name "eCall", het EU-wijde
systeem voor noodoproepen vanuit voertuigen". Alle raadplegingen
die in het kader van de effectboordeling over eCall hebben plaatsgevonden, zijn
eveneens in dit voorstel verwerkt. Het gaat dan met name om uitgebreide
bijdragen van belanghebbenden die actief zijn in verschillende fora, zoals het
Europese platform voor de implementatie van eCall (EeIP), de groep deskundigen
op het gebied van eCall en alarmcentrales en de eCall-stuurgroep in het kader
van het eSafety/i-Mobility-forum, en om een openbare raadpleging over de
invoering van eCall, die heeft plaatsgevonden van 19 juli tot 19 september 2010. In deze gedelegeerde
handeling is ten slotte ook rekening gehouden met het standpunt dat de 25 leden
van de Europese ITS-adviesgroep met betrekking tot de ontwerpspecificaties
hebben ingenomen; deze groep bestaat uit vertegenwoordigers op hoog niveau van
belanghebbende ITS-dienstaanbieders, verenigingen van gebruikers,
vervoersondernemers en infrastructuurexploitanten, fabrikanten, sociale
partners, beroepsverenigingen, lokale overheden en andere bevoegde fora. 2.2. Effectbeoordeling
en kostenbatenanalyse In het kader van de
effectbeoordeling over eCall zijn de kosten en baten van de drie voorgestelde
opties, waaronder de aanbevolen optie (regelgevingsmaatregelen), uitgebreid
geanalyseerd. Wat de
kosten-batenanalyse van de verkozen optie betreft (optie 3), is het onmogelijk
om de drie geplande regelgevingsmaatregelen voor eCall (boordapparatuur,
telecommunicatie, alarmcentrales) van elkaar los te koppelen. 2.2.1. Analyse
van de voornaamste baten Hieronder volgt een
overzicht van de baten die werden geïdentificeerd in de effectbeoordeling en in
diverse studies, waaronder nationale: – vermindering
van het aantal dodelijke slachtoffers (wanneer alle voertuigen met eCall zijn
uitgerust: tussen 1 % en 10 %, afhankelijk van de bevolkingsdichtheid
van het betrokken land en de weg- en noodhulpdienstinfrastructuur); – afname van
de ernst van de verwondingen (tussen 2 % en 15 %); – verlaging
van de kosten die gepaard gaan met filevorming als gevolg van
verkeersongevallen. Dit is terug te voeren op beter ongevallenbeheer: het
ongeval wordt immers onmiddellijk aan de alarmcentrale gemeld en de gegevens
erover kunnen worden doorgegeven aan de betrokken centrale meldkamer, die op
haar beurt onmiddellijk andere weggebruikers kan inlichten en secundaire
ongevallen kan helpen voorkomen; – vergemakkelijking
van het werk van de reddingdiensten en betere beveiliging van de
reddingsploegen (zoals brandweer) die bekneld geraakte inzittenden uit een
voertuig moeten bevrijden – omdat de MSD (Minimum Set of Data) in het
eCall-bericht onder meer informatie over het brandstoftype bevat; – minder
SOS-infrastructuur aan de kant van de weg, aangezien elke weggebruiker vanuit
zijn eigen voertuig een noodoproep kan initiëren. 2.2.2. Kosten-batenverhouding Voor elke optie en
voor elke betrokken categorie zijn de baten in geld uitgedrukt en is een
kosten-batenanalyse uitgevoerd. De ramingen zijn berekend tot 2033, aangezien
wordt verwacht dat de eCall-diensten in dat jaar volledig zullen zijn uitgerold
– op voorwaarde dat wordt gekozen voor de aanbevolen beleidsoptie. || Beleidsoptie 1 Geen EU-maatregelen || Beleidsoptie 2 Vrijwillige aanpak || Beleidsoptie 3 Regelgevingsmaatregelen Baten-kostenverhouding || 0,29 || 0,68 || 1,74 3. JURIDISCHE
ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL 3.1. Rechtsgrondslag De rechtsgrondslag is
artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. 3.2. Subsidiariteit
en evenredigheid Krachtens het
subsidiariteitsbeginsel (artikel 5, lid 3, Verdrag betreffende de Europese
Unie) treedt de Unie slechts op indien en voor zover de doelstellingen van het
overwogen optreden niet voldoende door de lidstaten alleen kunnen worden
verwezenlijkt, maar vanwege de omvang of de gevolgen van het overwogen optreden
beter door de Unie kunnen worden bereikt. Verkeersveiligheid is
een uitermate belangrijk onderwerp voor de hele Europese Unie en al haar
burgers. Het einddoel van het initiatief voor een EU-wijde interoperabele
eCall-dienst is in alle voertuigen in Europa de minimumfuncties te installeren
die nodig zijn voor een passende behandeling van noodoproepen door de noodhulpdiensten.
Momenteel worden in alle lidstaten samen jaarlijks meer dan 100 miljoen
vervoerstrajecten over de weg afgelegd. Dit aantal stijgt nog als gevolg van de
verdere consolidering van de Europese Unie (door het vrije verkeer van
goederen, personen en diensten). Om de interoperabiliteit en de continuïteit
van de dienst in heel Europa te garanderen, is een optreden op EU-niveau
vereist aangezien deze doelstelling niet voldoende door de lidstaten alleen kan
worden verwezenlijkt. Bovendien zal een optreden op EU-niveau aan de hand van
gemeenschappelijke Europese eCall-normen die zijn goedgekeurd door de Europese
normalisatieorganisaties (CEN en ETSI), borg staan voor een doeltreffende
verlening van noodhulpdiensten in heel Europa, bijvoorbeeld wanneer voertuigen
in het buitenland onderweg zijn. Een dergelijk optreden zal ook helpen
voorkomen dat de markt versnipperd raakt. De EU-wijde
eCall-dienst is zo ontworpen dat de impact op alle belanghebbenden in de
waardeketen (auto-industrie, exploitanten van mobiele netwerken, lidstaten,
alarmcentrales) tot een minimum wordt beperkt en deze impact bovendien billijk
wordt gespreid. 3.3. Nadere
uitleg van het voorstel, per hoofdstuk of per artikel De artikelen 2,
4 en 5: Volgens dit voorstel
moeten nieuwe types personenauto's en lichte bedrijfsvoertuigen zo worden
gebouwd dat bij een ernstig ongeval automatisch het noodnummer 112 (eCall)
wordt gebeld. Het moet ook mogelijk zijn manueel het noodnummer 112 te bellen. Artikel 6: Gezien de aard van de
informatie waarop deze dienst betrekking heeft, worden regels inzake privacy en
gegevensbescherming vastgesteld. De artikelen 5,
6 en 8: De Commissie is
bevoegd om gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot: ·
gedetailleerde technische
voorschriften en tests voor de typegoedkeuring van eCall-boordsystemen, welke
gebaseerd worden op de normen die vermeld zijn in artikel 5; ·
privacy en
gegevensbescherming; ·
vrijstellingen voor
voertuigen voor speciale doeleinden en in andere gerechtvaardigde gevallen. Het
aantal vrijstellingen wordt beperkt. Artikel 12: De verordening is van
toepassing met ingang van 1 oktober 2015. 4. GEVOLGEN
VOOR DE BEGROTING Er zijn geen gevolgen
voor de EU-begroting. 5. AANVULLENDE
INFORMATIE De voorgestelde
maatregel betreft een onderwerp dat onder de EER-overeenkomst valt en moet
daarom worden uitgebreid tot de Europese Economische Ruimte. 2013/0165 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN
DE RAAD inzake typegoedkeuringseisen voor de uitrol
van het eCall-boordsysteem en houdende wijziging van Richtlijn 2007/46/EG (Voor de EER relevante tekst) HET EUROPEES
PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag
betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114, Gezien het voorstel
van de Europese Commissie, Na toezending van het
ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen, Gezien het advies van
het Europees Economisch en Sociaal Comité[4],
Gezien het advies van
de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming, Handelend volgens de
gewone wetgevingsprocedure, Overwegende hetgeen
volgt: (1) Bij Richtlijn 2007/46/EG van
het Europees Parlement en de Raad van 5 september 2007 tot vaststelling van een
kader voor de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en van
systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn
bestemd (Kaderrichtlijn)[5], is een
allesomvattend EU-systeem voor de typegoedkeuring van motorvoertuigen
vastgesteld. (2) De technische voorschriften
voor de typegoedkeuring van motorvoertuigen, voor wat de talrijke veiligheids-
en milieuaspecten betreft, zijn geharmoniseerd op het niveau van de Unie
teneinde in de hele Unie een hoog niveau van verkeersveiligheid te garanderen. (3) Om de verkeersveiligheid nog
verder te verbeteren, worden in de mededeling "eCall: tijd voor
implementatie"[6] nieuwe
maatregelen voorgesteld om de dienst voor noodoproepen vanuit voertuigen in de
Unie sneller uit te rollen. Zo wordt onder meer voorgesteld alle nieuwe
voertuigen in de categorieën M1 en N1, zoals gedefinieerd in bijlage II bij
Richtlijn 2007/46/EG, verplicht uit te rusten met eCall-boordsystemen. (4) Op 3 juli 2012 heeft het
Europees Parlement het verslag "eCall: a new 112 service for
citizens"[7]
aangenomen, waarin de Commissie wordt aangespoord om in het kader van Richtlijn
2007/46/EG een voorstel in te dienen voor de verplichte implementatie tegen 2015
van een openbaar, op 112 gebaseerd eCall-systeem. (5) Naar verwachting zal het
eCall-systeem het aantal verkeersdoden in de Unie doen dalen en ook een
positief effect hebben op de ernst van de verwondingen ten gevolge van
verkeersongevallen. De verplichte invoering van het eCall-systeem zal ervoor
zorgen dat deze dienst beschikbaar is voor alle burgers en zal het menselijk
lijden en de gezondheids- en andere kosten doen afnemen. (6) Het verstrekken van
nauwkeurige en betrouwbare plaatsbepalingsinformatie is een essentieel
onderdeel van de effectieve werking van het eCall-boordsysteem. Het systeem
moet dan ook compatible zijn met de diensten die worden verleend door
satellietnavigatieprogramma's, inclusief de systemen die zijn ontwikkeld in het
kader van de programma's Galileo en EGNOS, zoals uiteengezet in Verordening
(EG) nr. 683/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008
betreffende de voortzetting van de uitvoering van de Europese programma’s voor
navigatie per satelliet (EGNOS en Galileo)[8]. (7) De verplichting om voertuigen
uit te rusten met het eCall-boordsysteem heeft in eerste instantie alleen
betrekking op nieuwe personenauto's en lichte bedrijfsvoertuigen (categorieën M1
en N1) waarvoor al een passend activeringsmechanisme bestaat. (8) De verplichte uitrusting van
voertuigen met het eCall-boordsysteem doet geen afbreuk aan het recht van alle
belanghebbenden, zoals autofabrikanten en onafhankelijke operatoren, om
aanvullende nooddiensten en/of diensten met toegevoegde waarde aan te bieden,
die gelijklopen met of voortbouwen op het op 112 gebaseerd eCall-boordsysteem.
Deze aanvullende diensten moeten echter zodanig zijn ontworpen dat ze de
bestuurder niet extra afleiden. (9) Om de vrije keuze van de
klanten en eerlijke concurrentie te garanderen, innovatie te stimuleren en de
concurrentiekracht van de informatietechnologiesector van de Unie op de
mondiale markt te versterken, moet het eCall-boordsysteem gratis en zonder
onderscheid tussen de onafhankelijke operatoren beschikbaar zijn en gebaseerd
zijn op een interoperabel platform dat het mogelijk maakt in de toekomst
toegang te bieden tot andere boordtoepassingen of -diensten. (10) Om de integriteit van het
typegoedkeuringssysteem in stand te houden, mogen met het oog op de toepassing
van deze verordening alleen eCall-boordsystemen worden aanvaard die volledig
kunnen worden getest. (11) In kleine series gebouwde
voertuigen zijn bij Richtlijn 2007/46/EG vrijgesteld van de eisen inzake de
bescherming van de inzittenden in geval van frontale of zijdelingse botsing.
Deze voertuigen moeten dan ook worden vrijgesteld van de verplichting om te
voldoen aan de eCall-vereisten. (12) Voertuigen voor speciale
doeleinden moeten voldoen aan de in deze verordening uiteengezette
eCall-vereisten, tenzij de typegoedkeuringsautoriteiten geval per geval
oordelen dat het voertuig wegens zijn speciale bestemming niet aan deze
vereisten kan voldoen. (13) Volgens de aanbevelingen van
de groep "gegevensbescherming artikel 29", die vervat zijn in het op 26
september 2006 goedgekeurde werkdocument betreffende de gevolgen van het
eCall-initiatief[9] moet de
verwerking van persoonsgegevens via het eCall-boordsysteem beantwoorden aan de
regels inzake de bescherming van persoonsgegevens die zijn vastgesteld in
Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995
betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking
van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens[10] en in Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad
van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de
bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische
communicatie (richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie)[11], met name om te garanderen dat voertuigen die met eCall zijn uitgerust
niet opspoorbaar zijn en niet permanent worden gevolgd wanneer 112 eCall zich
in de normale werkingsstand bevindt, en dat het eCall-boordsysteem minstens de
gegevens verstuurt die nodig zijn voor de passende afhandeling van
noodoproepen. (14) De Europese
normaliseringsorganisaties, ETSI en CEN, hebben gemeenschappelijke normen
opgesteld voor de uitrol van een pan-Europese eCall-dienst. Bij de toepassing
van de onderhavige verordening dienen deze normen te worden gevolgd omdat dit
de technologische evolutie van de eCall-dienst zal vergemakkelijken, de
interoperabiliteit en continuïteit van de dienst in de hele Unie zal garanderen
en de tenuitvoerleggingskosten voor de hele Unie zal drukken. (15) Om te garanderen dat
gemeenschappelijke technische voorschriften gelden voor het eCall-boordsysteem,
moet de Commissie worden gemachtigd om overeenkomstig artikel 290 van het
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie besluiten vast te stellen
inzake gedetailleerde regels voor de toepassing van de relevante normen inzake
tests en bescherming van persoonsgegevens en privacy en inzake vrijstellingen
voor bepaalde voertuigen of klassen van de voertuigcategorieën M1 en N1. Het is
van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot
passende raadpleging overgaat, onder meer op deskundigenniveau. De Commissie
moet er bij de voorbereiding en opstelling van de gedelegeerde handelingen voor
zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig en op gepaste wijze gelijktijdig
worden toegezonden aan het Europees Parlement en de Raad. (16) Voertuigfabrikanten moeten
voldoende tijd krijgen om zich aan te passen aan de technische voorschriften
van deze verordening. (17) Deze verordening is een nieuwe
afzonderlijke verordening in het kader van de EG-typegoedkeuringsprocedure die
is vastgesteld bij Richtlijn 2007/46/EG; bijlagen I, III, IV, VI, IX en XI bij
die richtlijn moeten dan ook dienovereenkomstig worden gewijzigd. (18) Daar de doelstellingen van
deze verordening, namelijk de voltooiing van de interne markt door de invoering
van gemeenschappelijke technische voorschriften voor nieuwe, met het
eCall-boordsysteem uitgeruste voertuigen waaraan typegoedkeuring is verleend, niet
voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve wegens de
omvang van het optreden beter door de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de
Unie overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese
Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel maatregelen nemen. Overeenkomstig het
in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening
niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken, HEBBEN DE
VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1
Onderwerp Bij deze verordening
worden de technische voorschriften vastgesteld voor de EG-typegoedkeuring van
voertuigen, voor wat het eCall-boordsysteem betreft. Artikel 2
Toepassingsgebied Deze verordening is
van toepassing op voertuigen van de categorieën M1 en N1, zoals gedefinieerd in
de punten 1.1.1 en 1.2.1 van bijlage II bij Richtlijn 2007/46/EG. Artikel 3
Definities Voor de toepassing
van deze verordening zijn naast de definities van artikel 3 van Richtlijn 2007/46/EG
en artikel 2 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 305/2013[12] de volgende definities van
toepassing: (1) "eCall-boordsysteem":
een systeem dat automatisch door sensoren in het voertuig of manueel wordt
geactiveerd, waarbij via draadloze mobielecommunicatienetwerken een
gestandaardiseerde minimumreeks van gegevens wordt doorgezonden en op basis van
het nummer 112 een audioverbinding tot stand wordt gebracht tussen de
inzittenden van het voertuig en een publieke alarmcentrale; (2) "boordsysteem":
de apparatuur aan boord van het voertuig, samen met de middelen om een
eCall-verbinding te activeren en te beheren en een boodschap te verzenden via
een openbare draadloze mobielecommunicatieverbinding tussen het voertuig en de
eCall-dienst. Artikel 4
Algemene verplichtingen van de fabrikant Fabrikanten moeten
aantonen dat alle nieuwe voertuigtypen waarnaar in artikel 2 wordt verwezen
zijn uitgerust met een eCall-boordsysteem, overeenkomstig deze verordening en
de gedelegeerde besluiten die krachtens deze verordening zijn vastgesteld. Artikel 5
Specifieke verplichtingen van de fabrikanten 1. De
fabrikanten zien erop toe dat al hun nieuwe voertuigtypes worden gebouwd en
goedgekeurd overeenkomstig de voorschriften die zijn uiteengezet in deze
verordening en de gedelegeerde besluiten die krachtens deze verordening zijn
vastgesteld. 2. De
fabrikanten tonen aan dat al hun nieuwe voertuigtypes zodanig zijn gebouwd dat
in geval van een ernstig ongeval op het grondgebied van de Unie automatisch een
eCall plaatsvindt naar het gemeenschappelijk Europees noodnummer 112. De
fabrikanten tonen aan dat nieuwe voertuigen zodanig zijn gebouwd dat een eCall
naar het gemeenschappelijk Europees noodnummer 112 ook manueel kan worden
geïnitieerd. 3. De
fabrikanten zien erop toe dat de ontvangers in de boordsystemen compatibel zijn
met de plaatsbepalingsdiensten van satellietnavigatiesystemen, inclusief
Galileo en EGNOS. 4. Alleen
eCall-boordsystemen die kunnen worden getest, worden aanvaard met het oog op
typegoedkeuring. 5. eCall-boordsystemen
moeten voldoen aan de voorschriften van Richtlijn 1999/5/EG[13] en VN/ECE-reglement nr. 10[14]. 6. Het
eCall-boordsysteem moet gratis toegankelijk zijn voor alle onafhankelijke
operatoren, waarbij minstens voor herstellingen en onderhoud geen onderscheid
mag worden gemaakt. 7. De Commissie
wordt overeenkomstig artikel 9 gemachtigd om gedelegeerde besluiten vast te
stellen waarbij de gedetailleerde technische voorschriften en tests voor de
typegoedkeuring van eCall-boordsystemen worden vastgesteld en Richtlijn 2007/46/EG
dienovereenkomstig wordt gewijzigd. De in alinea 1 vermelde
technische voorschriften en tests worden gebaseerd op de in de alinea's 3, 4 en
6 uiteengezette voorschriften en op de volgende normen, voor zover van
toepassing: a) EN 16072
'Intelligent transport system-ESafety-PanEuropean eCall-Operating
requirements'; b) EN 16062
'Intelligent transport systems-ESafety-ECall high level application
requirements (HLAP)'; c) EN 16454
'Intelligent transport systems - eSafety - eCall end to end conformance
testing', voor wat de conformiteit van het eCall-boordsysteem met de
pan-Europese eCall betreft; d) eventuele andere
Europese normen of VN/ECE-reglementen die betrekking hebben op eCall-systemen. Artikel 6
Voorschriften inzake bescherming van de privacy en gegevensbescherming 1 Overeenkomstig
Richtlijn 95/46/EG en Richtlijn 2002/58/EG zien de fabrikanten erop toe dat
voertuigen die zijn uitgerust met eCall-boordsystemen niet traceerbaar zijn en
niet permanent worden gevolgd wanneer eCall zich in de normale werkingsstand
bevindt. Om de gebruikers van
eCall het gewenste niveau van bescherming van hun privacy te bieden en de
nodige garanties te verschaffen om surveillance en misbruik te voorkomen,
worden technologieën ter versterking van de privacy ingebouwd in het
eCall-boordsysteem. 2. De
minimumreeks van gegevens die door het eCall-boordsysteem wordt doorgezonden,
moet alleen de minimuminformatie bevatten die vereist is voor een passende
afhandeling van noodoproepen. 3. De
fabrikanten zien erop toe dat eCall-gebruikers duidelijke en uitgebreide
informatie krijgen over de verwerking van de gegevens die via het
eCall-boordsysteem worden verstuurd, en met name over: a) de
rechtsgrondslag voor de verwerking; b) het feit dat het
eCall-boordsysteem automatisch wordt geactiveerd; c) de specifieke
voorwaarden van de gegevensverwerking door het eCall-boordsysteem; d) de doeleinden
van de verwerking; e) het type
gegevens dat wordt verzameld en verwerkt en de ontvangers van die gegevens; f) de termijn voor
de bewaring van de gegevens in het boordsysteem; g) het feit dat het
voertuig niet permanent wordt gevolgd; h) de specifieke
voorwaarden waaronder degenen op wie de gegevens betrekking hebben hun rechten
kunnen doen gelden; i) eventuele
noodzakelijke aanvullende informatie over de verwerking van persoonsgegevens in
verband met het verlenen van particuliere eCall-diensten en/of diensten met
toegevoegde waarde. 4. De
Commissie wordt gemachtigd om overeenkomstig artikel 9 gedelegeerde besluiten
vast te stellen, waarin het verbod op traceren en volgen en de in lid 1
vermelde privacyversterkende technologieën verder worden gedefinieerd, alsmede
de in lid 3 vermelde voorwaarden voor de verwerking van privégegevens en
gebruikersinformatie. Artikel 7
Verplichtingen van de lidstaten Met ingang van 1
oktober 2015 verlenen de nationale autoriteiten, voor wat de
eCall-boordsystemen betreft, alleen EG-typegoedkeuring aan nieuwe voertuigtypes
die beantwoorden aan deze verordening en de gedelegeerde besluiten die
krachtens deze verordening zijn vastgesteld. Artikel 8 Vrijstellingen 1. De Commissie kan bepaalde
voertuigen of voertuigklassen van de categorieën M1 en N1 vrijstellen van de in
artikel 4 uiteengezette verplichting om eCall-boordsystemen te installeren als
uit een kostenbatenanalyse, die door of in opdracht van de Commissie is
uitgevoerd, blijkt dat het niet loont die systemen in te bouwen in het
desbetreffende voertuig of de desbetreffende voertuigklasse, rekening houdende
met alle relevante veiligheidsaspecten. 2. De Commissie is gemachtigd om
overeenkomstig artikel 9 gedelegeerde handelingen vast te stellen waarbij de in
lid 1 vermelde vrijstellingen worden vastgesteld. Die vrijstellingen hebben
bijvoorbeeld betrekking op voertuigen voor speciale doeleinden en voertuigen
zonder airbags, en het aantal vrijstellingen wordt beperkt. Artikel 9 Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie 1. De bevoegdheid om
gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend onder
de in dit artikel neergelegde voorwaarden. 2. De in artikel 5, lid 7,
artikel 6, lid 4, en artikel 8, lid 2, bedoelde bevoegdheid tot vaststelling
van gedelegeerde handelingen wordt voor onbepaalde tijd aan de Commissie
verleend met ingang van [...] [Publicatiebureau: gelieve de exacte datum van
inwerkingtreding in te voegen]. 3. Het Europees Parlement of de
Raad kan de in artikel 5, lid 7, artikel 6, lid 4, en artikel 8, lid 2,
bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot
intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid.
Het besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het
Publicatieblad van de Europese Unie of op een in dat besluit genoemde
latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde
gedelegeerde handelingen onverlet. 4. Zodra de Commissie een
gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig
kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad. 5. Een overeenkomstig artikel 5,
lid 7, artikel 6, lid 4, en artikel 8, lid 2, vastgestelde gedelegeerde
handeling treedt alleen in werking als het Europees Parlement of de Raad binnen
een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het
Europees Parlement of de Raad daartegen geen bezwaar heeft gemaakt, of als
zowel het Europees Parlement als de Raad vóór het verstrijken van de termijn
van twee maanden de Commissie hebben meegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar
zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement
of de Raad met twee maanden verlengd. Artikel 10
Sancties voor niet-naleving 1. De
lidstaten stellen de sancties vast die worden opgelegd wanneer fabrikanten deze
verordening niet naleven en zij nemen alle nodige maatregelen om ervoor te
zorgen dat die sancties worden uitgevoerd. Deze sancties moeten doeltreffend,
evenredig en afschrikkend zijn. De lidstaten stellen de Commissie in kennis van
die bepalingen en melden onverwijld eventuele wijzigingen daarvan. 2. Ten minste
de volgende types niet-naleving geven aanleiding tot een sanctie: a) het afleggen van
valse verklaringen tijdens de goedkeuringsprocedures of de procedures die tot
een herroeping leiden; b) het vervalsen
van testresultaten voor typegoedkeuring; c) het achterhouden
van gegevens of technische specificaties die tot de herroeping of intrekking
van een typegoedkeuring kunnen leiden. Artikel 11
Wijzigingen van Richtlijn 2007/46/EG De bijlagen I, III,
IV, VI, IX en XI bij Richtlijn 2007/46/EG worden gewijzigd overeenkomstig de
bijlage bij deze verordening. Artikel 12
Inwerkingtreding Deze verordening treedt
in werking op de twintigste dag volgende op die van de bekendmaking ervan in
het Publicatieblad van de Europese Unie. Zij is van toepassing
met ingang van 1 oktober 2015. Deze
verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk
in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, Voor het
Europees Parlement Voor de Raad De voorzitter De
voorzitter BIJLAGE
Wijzigingen van Richtlijn 2007/46/EG Richtlijn 2007/46/EG
wordt als volgt gewijzigd: (1) in bijlage
I worden de volgende punten 12.8 en 12.8.1 toegevoegd: "12.8 eCall-systeem 12.8.1 beschrijving of
tekeningen"; (2) in bijlage
III, deel I, onder A, worden de volgende punten 12.8 en 12.8.1 toegevoegd: "12.8 eCall-systeem 12.8.1 aanwezig: ja/nee (1)"; (3) Deel 1 van
bijlage IV wordt als volgt gewijzigd: a) Het
volgende item 71 wordt aan de tabel toegevoegd: Item || Onderwerp || Regelgeving || Van toepassing op M1 || M2 || M3 || N1 || N2 || N3 || O1 || O2 || O3 || O4 71. || eCall-systeem || Verordening (EU) nr. … || X || || || X || || || || || || b) Aanhangsel 1
wordt als volgt gewijzigd: i) het volgende
item 71 wordt aan tabel 1 toegevoegd: Item || Onderwerp || Regelgeving || Specifieke kwesties || Toepasbaarheid en specifieke voorschriften 71. || eCall-systeem || Verordening (EU) nr. … || || n.v.t. ii) Het volgende
item 71 wordt aan tabel 2 toegevoegd: Item || Onderwerp || Regelgeving || Specifieke kwesties || Toepasbaarheid en specifieke voorschriften 71. || eCall-systeem || Verordening (EU) nr. … || || n.v.t. (4) in het
aanhangsel bij Model A in bijlage VI wordt het volgende item 71 aan de tabel
toegevoegd: Item || Onderwerp || Regelgeving (1) || Gewijzigd bij || Van toepassing op uitvoeringen 71. || eCall-systeem || Verordening (EU) nr. … || || (5) Bijlage IX
wordt als volgt gewijzigd: a) Deel I,
model B, wordt als volgt gewijzigd: i) Bladzijde 2
"Voertuigcategorie M1" wordt als volgt gewijzigd: - punt 52 wordt
vervangen door: "52. eCall
aanwezig: ja/nee", - het volgende punt 53
wordt toegevoegd: "53. Opmerkingen (11):
……………."; ii) Bladzijde 2
"Voertuigcategorie N1" wordt als volgt gewijzigd: - punt 52 wordt
vervangen door: "52. eCall aanwezig:
ja/nee", - het volgende punt 53
wordt toegevoegd: "53. Opmerkingen (11):
……………."; b) in Deel II
wordt model C2 als volgt gewijzigd: i) Bladzijde 2
"Voertuigcategorie M1" wordt als volgt gewijzigd: - punt 52 wordt vervangen
door: "52. eCall aanwezig:
ja/nee", - het volgende punt 53
wordt toegevoegd: "53. Opmerkingen (11):
……………."; ii) Bladzijde 2
"Voertuigcategorie N1" wordt als volgt gewijzigd: - punt 52 wordt vervangen
door: "52. eCall aanwezig:
ja/nee", - het volgende punt 53
wordt toegevoegd: "53. Opmerkingen (11):
……………."; (6) In
aanhangsel 1 van bijlage XI wordt het volgende item 71 aan de tabel
toegevoegd: Nr. || Onderwerp || Regelgeving || M1 ≤ 2 500 (1) kg || M1 > 2 500 (1) kg || M2 || M3 71. || eCall-systeem || Verordening (EU) nr. … || A || A || n.v.t. || n.v.t. [1] PB L 303 van 22.11.2011, blz. 46. [2] PB L 91 van 3.4.2013, blz. 1. [3] PB L […], […], blz. […]. [4] PB C […] van […], blz.. […]. [5] PB L 263 van 9.10.2007, blz. 1. [6] COM(2009) 434 definitief. [7] 2012/2056(INI). [8] PB L 196 van 24.7.2008, blz. 1. [9] 1609/06/EN – WP 125. [10] PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31. [11] PB L 201 van 31.7.2002, blz. 37. [12] PB L 91 van 3.4.2013, blz. 1. [13] PB L 91 van 7.4.1999, blz. 10. [14] PB L 254 van 20.9.2012, blz. 1.