This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52013DC0605
RECOMMENDATION FROM THE COMMISSION TO THE COUNCIL to authorise the Commission to negotiate on behalf of the European Union amendments to the Energy Community Treaty
AANBEVELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD tot machtiging van de Commissie om namens de Europese Unie te onderhandelen over wijzigingen van het Energiegemeenschapsverdrag
AANBEVELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD tot machtiging van de Commissie om namens de Europese Unie te onderhandelen over wijzigingen van het Energiegemeenschapsverdrag
/* COM/2013/0605 final */
AANBEVELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD tot machtiging van de Commissie om namens de Europese Unie te onderhandelen over wijzigingen van het Energiegemeenschapsverdrag /* COM/2013/0605 final - 2013/ () */
AANBEVELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD tot machtiging van de Commissie om namens de
Europese Unie te onderhandelen over wijzigingen van het
Energiegemeenschapsverdrag
1.
TOELICHTING
Het Verdrag tot oprichting van de
Energiegemeenschap is op 25 oktober 2005 te Athene ondertekend door de
Europese Gemeenschap en negen verdragsluitende partijen uit Zuidoost-Europa en
is op 1 juli 2006 in werking getreden. Overeenkomstig artikel 16 van
het verdrag wordt onder het "acquis communautaire op milieugebied"
verstaan: ·
Richtlijn 85/337/EEG van de Raad van 27 juni 1985
betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere
projecten, gewijzigd bij Richtlijn 97/11/EG van de Raad van 3 maart 1997
en Richtlijn 2003/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei
2003; ·
Richtlijn 1999/32/EG van de Raad van 26 april 1999
betreffende een vermindering van het zwavelgehalte van bepaalde vloeibare
brandstoffen en tot wijziging van Richtlijn 93/12/EEG; ·
Richtlijn 2001/80/EG van het Europees Parlement en
de Raad van 23 oktober 2001 inzake de beperking van de emissies van
bepaalde verontreinigende stoffen in de lucht door grote stookinstallaties
(GSI-richtlijn); ·
artikel 4, lid 2, van Richtlijn 79/409/EEG van de
Raad van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand. Artikel 12 van het Energiegemeenschapsverdrag
bepaalt dat elke verdragsluitende partij het acquis communautaire op
milieugebied volgens het tijdschema in bijlage II bij het verdrag uitvoert. De GSI-richtlijn is met ingang van
7 januari 2013 voor nieuwe installaties vervangen door en zal met ingang
van 1 januari 2016 voor bestaande installaties worden vervangen door
hoofdstuk III en artikel 72, leden 3 en 4, van en bijlage V bij Richtlijn
2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010
inzake industriële emissies (geïntegreerde preventie en bestrijding van
verontreiniging). De GSI-richtlijn wordt met ingang van 1 januari 2016
ingetrokken. Daarom moeten het in artikel 16 van het
Energiegemeenschapsverdrag beschreven acquis communautaire op milieugebied en
het in bijlage II daarbij opgenomen tijdschema voor uitvoering
dienovereenkomstig worden gewijzigd. Op 29 april 2013 heeft de Commissie haar
goedkeuring gehecht aan Besluit C(2013) 2364 final tot
vaststelling van de voorstellen van de Commissie aan de ministerraad van de
Energiegemeenschap inzake de uitvoering van Richtlijn 2001/80/EG van het
Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2001 inzake de beperking van
de emissies van bepaalde verontreinigende stoffen in de lucht door grote
stookinstallaties, inzake de uitvoering van hoofdstuk III en
artikel 72, leden 3 en 4, van en bijlage V bij Richtlijn
2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010
inzake industriële emissies (geïntegreerde preventie en bestrijding van
verontreiniging) en tot wijziging van artikel 16 van en bijlage II
bij het Verdrag tot oprichting van de Energiegemeenschap. In artikel 5, lid 2, van
Besluit 2006/500/EG van de Raad van 29 mei 2006 betreffende de
sluiting van het Verdrag tot oprichting van de Energiegemeenschap door de
Europese Gemeenschap wordt de procedure uiteengezet die moet worden gevolgd
voordat in de Energiegemeenschap een standpunt kan worden ingenomen over
wijzigingen van het Energiegemeenschapsverdrag. Tegen deze achtergrond beveelt de Commissie aan
dat de Raad haar machtiging verleent om binnen de instellingen van de
Energiegemeenschap te onderhandelen over de noodzakelijke wijzigingen van het
Energiegemeenschapsverdrag.
2.
AANBEVELING
De Commissie beveelt aan dat: · de Raad de Commissie machtigt om namens de Europese Unie te
onderhandelen over de noodzakelijke wijzigingen van het
Energiegemeenschapsverdrag; · de Raad de Commissie overeenkomstig het verdrag machtigt om op te
treden als onderhandelaar namens de Europese Unie en te onderhandelen over de
wijzigingen van het Energiegemeenschapsverdrag als bedoeld in de bij deze
aanbeveling gevoegde richtsnoeren voor de onderhandelingen (de
"onderhandelingsrichtsnoeren"); · de Raad een comité aanwijst dat tijdens de onderhandelingen zal worden
geraadpleegd, en · de Raad de onderhandelingsrichtsnoeren uitvaardigt. BIJLAGE Richtsnoeren voor de onderhandelingen over
wijzigingen van het Energiegemeenschapsverdrag De namens de Europese Unie overeen te komen
wijzigingen moeten zijn gebaseerd op die welke zijn voorgesteld in Besluit
C(2013) 2364 final van de Commissie en moeten erop gericht zijn zo
spoedig mogelijk convergentie te waarborgen met het bijgewerkte acquis
communautaire op milieugebied met betrekking tot de emissies van grote
stookinstallaties.