This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52013DC0517
COMMUNICATION FROM THE COMMISSION TO THE EUROPEAN PARLIAMENT, THE COUNCIL, THE EUROPEAN ECONOMIC AND SOCIAL COMMITTEE AND THE COMMITTEE OF THE REGIONS Consultative Communication on the Sustainable Use of Phosphorus
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Consultatieve mededeling over duurzaam gebruik van fosfor
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Consultatieve mededeling over duurzaam gebruik van fosfor
/* COM/2013/0517 final */
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Consultatieve mededeling over duurzaam gebruik van fosfor /* COM/2013/0517 final */
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET
EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET
COMITÉ VAN DE REGIO'S Consultatieve mededeling over duurzaam
gebruik van fosfor (Voor de EER relevante tekst) 1. Inleiding Fosfor
is een essentiële bouwsteen van het leven. Het is een onvervangbaar bestanddeel
van de moderne landbouw, aangezien geen vervanging bestaat voor het gebruik
ervan in diervoeder en meststoffen. De huidige situatie, waarbij elk stadium
van de fosforcyclus afval en verspilling meebrengt, voedt de zorg over de
toekomstige voorziening en water- en bodemverontreiniging, zowel in de EU als
daarbuiten. Een doeltreffende productie en een efficiënt gebruik, alsook
afvalrecycling en -beperking zouden een grote vooruitgang betekenen naar
duurzaam gebruik van fosfor, waarbij de wereld op een efficiënt gebruik van de
hulpbronnen wordt gericht en wordt gezorgd dat voor de toekomstige generaties
nog reserves beschikbaar zijn. Deze consultatieve mededeling is bedoeld om de
aandacht te vestigen op de duurzaamheid van fosforgebruik en een debat op gang te
brengen over de stand van zaken en de te overwegen maatregelen. Zij is niet bedoeld
met het oog op specifieke wetgeving over fosfor. Dit initiatief is aangekondigd
in het Stappenplan voor efficiënt hulpbronnengebruik in Europa[1] en moet
worden beschouwd als onderdeel van het algemene streven het efficiënt gebruik
van hulpbronnen in de EU en de wereld te verbeteren. Er zijn in de hele wereld relatief
overvloedige fosforbronnen en de reserves zijn aanzienlijk. Er bestaan echter
verschillende factoren die tezamen inhouden dat voor de EU de aspecten die van
invloed zijn op de voorzieningszekerheid, moeten worden gemonitord. Ten eerste
zijn in de EU slechts kleine reserves aan fosfaatgesteente aanwezig. Ten tweede
is sprake van recente prijsvolatiliteit – in 2008 steeg de prijs van
fosforgesteente in iets meer dan een jaar tijd met 700 %, hetgeen bijdroeg tot
hogere meststoffenprijzen. Ten derde is er weinig ruimte om over te stappen van
minder belangrijke vormen van fosforgebruik, aangezien voor essentieel gebruik
van diervoeder en meststoffen al 90 % van de totale ontgonnen hulpbron wordt
verbruikt. Een beter gebruik van gerecyclede fosfor in de EU en de wereld zou
de voorziening van deze zeer belangrijke grondstof helpen veilig te stellen en
een gelijkmatiger verdeling van fosfor op regionaal en wereldwijd niveau bevorderen.
Economisch gezien zou het diversifiëren van de fosfaatvoorziening aan de
bedrijven in de EU die er afhankelijk van zijn, hun veerkracht verbeteren wanneer
zij met instabiele prijzen en andere trends worden geconfronteerd die hun
afhankelijkheid van de invoer kunnen vergroten. Daarnaast zouden het verbeteren van de
efficiëntie en het beperken van verliezen significant ten goede komen aan het
milieu en het gebruik van de hulpbronnen. Fosfor wordt momenteel in tal van
stadia van de levenscyclus niet doeltreffend gebruikt, hetgeen leidt tot
problematische waterverontreiniging en de verspilling van een hele reeks
bijbehorende hulpbronnen. Verontreinigende stoffen, zoals cadmium en uranium,
in de grondstoffen kunnen ook gezondheids- en milieuproblemen veroorzaken. Los
van het totale volume aan beschikbaar ontgonnen fosfaat en de aspecten in
verband met de voorzieningszekerheid zouden deze voordelen alleen al
rechtvaardigen dat maatregelen worden getroffen om fosfor efficiënter te
gebruiken en te recyclen. De maatregelen voor efficiënter gebruik en
efficiëntere recycling van fosfor zouden tal van andere voordelen hebben –
beter bodembeheer zou bijvoorbeeld voordelen voor het klimaat en de
biodiversiteit bieden. Het is niet eenvoudig om deze kwesties aan te
pakken. Hoewel in regio's in de EU waar akkerbouwgewassen worden geteeld, het
fosforgehalte in de bodem nagenoeg gestabiliseerd is, blijven deze regio's wel
afhankelijk van de toepassing van minerale fosfaatmeststoffen. Intensieve
dierproductie is geconcentreerd in specifieke gebieden nabij havens, grote
bevolkingscentra en beschikbare arbeidskrachten en knowhow. Deze concentratie
heeft in die regio's geleid tot een mestoverschot, waarbij het fosfaatgehalte
van de bodem geleidelijk toeneemt en het risico van waterverontreiniging groter
wordt. De groei van grote steden betekent bovendien dat fosforhoudend
afvalwater en voedselafval zich steeds verder weg bevinden van de
akkerbouwbedrijven die de fosfor na een passende behandeling zouden kunnen
gebruiken. Desondanks is er veel ruimte voor verbetering
van de situatie. Bruikbare fosfor gaat vooral verloren via bodemerosie en
-uitloging en inefficiënt gebruik van mest, biologisch afbreekbaar afval en
afvalwater. Stroomanalyses in Frankrijk tonen bijvoorbeeld aan dat 50 % van het
totaal aan aldaar gebruikte fosfor verloren gaat – ongeveer 20 % in afvalwater,
evenveel via erosie en uitloging en 10 % in de vorm van voedselafval en ander
bioafval[2].
Duurzaam gebruik van fosfor is nu het onderwerp van grondig onderzoek geworden.
In het Verenigd Koninkrijk hebben werkzaamheden in opdracht van het Department
for Environment, Food and Rural Affairs fosfor aangemerkt als een toekomstig
hulpbronnenrisico dat significant is voor de landbouw en dat deze lidstaat
alleen niet zou kunnen aanpakken[3].
Tal van wetenschappelijke publicaties hebben de gevaren en kosten van onze
huidige aanpak uiteengezet. Op nationaal, EU- en internationaal niveau
zijn reeds maatregelen genomen, voornamelijk om de problemen van
waterverontreiniging door fosfor aan te pakken en om de verspilling van
materialen, zoals voedselafval en ander biologisch afbreekbaar afval die ook
fosfor bevatten, te beperken. Deze maatregelen zijn echter ontwikkeld met het
oog op de preventie van waterverontreiniging of op andere
beleidsdoelstellingen, in plaats van ten behoeve van fosforrecycling en
-besparing. Initiatieven die direct zijn toegespitst op fosforefficiëntie en –terugwinning,
blijven fragmentair en worden zelden in beleidsontwikkeling opgenomen. Een
uitzondering hierop is Zweden, dat een nationaal tussentijds streefdoel
vaststelde: "Tegen 2015 moet ten minste 60 % van de fosforverbindingen in
afvalwater worden teruggewonnen voor gebruik op landbouwgrond. Ten minste de
helft hiervan moet opnieuw worden gebruikt op bouwland". In Nederland werd
een overeenkomst betreffende de fosfaatwaardeketen gesloten, waarbij een aantal
belanghebbenden zich hebben verbonden tot streefdoelen zoals het gebruik van
een vast percentage gerecyclede fosfor in hun productieproces[4].
Duitsland werkt momenteel aan wetgeving die de verspilling van fosfor moet
terugdringen. Na de eerste Europese conferentie over duurzame fosfor werd door
belanghebbenden een Europees fosforplatform opgericht om in Europa een markt
voor gerecyclede fosfor tot stand te brengen en duurzamer fosforgebruik te
bewerkstelligen[5]. Het is niet haalbaar en ook niet nodig om het
in de EU ontgonnen fosfaat in de nabije toekomst volledig te vervangen door
gerecyclede fosfor. Door meer recycling en gebruik van organische fosfor waar
dit nodig is, zouden de benodigde hoeveelheden ontgonnen fosfaat zich echter
kunnen stabiliseren en de problemen met bodem- en waterverontreiniging worden
beperkt. Dit zou ons dan op de goede weg zetten naar het sluiten van de
fosforkringloop op de lange termijn, wanneer de fysische beperkingen van de
hulpbron steeds groter worden. 2. Vraag en aanbod tot 2050 en daarna Historisch gezien waren de eerste
fosformeststoffen afkomstig van organische bronnen – voornamelijk mest via
gemengde landbouw en vervolgens beendermeel en guano, de eerste belangrijke verhandelbare
mestgrondstoffen. Daarna werden efficiënte technieken voor de winning en
productie van meststoffen uit fosfaatgesteente ontwikkeld en dit was een van de
voorwaarden voor de "groene revolutie" in de landbouwproductiviteit
vanaf de jaren veertig. Hoewel dierlijke mest een essentieel onderdeel van de
fosforvoorziening in meststoffen blijft (in de EU is dit een belangrijke
hulpbron – jaarlijks wordt 4,7 miljoen ton mest aangewend als meststof[6]), zijn
minerale fosfaatmeststoffen de belangrijkste bron van fosfor voor de wereldwijde
akkerbouw geworden en vormen zij de oorspronkelijke bron van alle nieuwe fosfor
in de kringloop. Fig. 1: Historische bronnen van
fosformeststoffen wereldwijd[7] 2.1. De voorziening van fosfor De huidige productie van fosfaatgesteente is
geconcentreerd in een klein aantal landen. Geen daarvan bevindt zich in de EU,
behalve Finland waar een geringe productie is. In 2011 was de EU voor ongeveer
92 % afhankelijk van de invoer van deze grondstof[8].
Twee derde van de huidige reserves aan fosfaatgesteente die in het jongste
onderzoek van het International Fertilizer Development Center (IFDC)[9] over dit
onderwerp werden geïdentificeerd, is afkomstig uit Marokko/de Westelijke
Sahara, China en de VS, hoewel tal van landen over kleinere reserves
beschikken. Het IFDC merkt in dit verslag op dat de grote, nieuwe reserves die
in Marokko/de Westelijke Sahara zijn ontdekt, omzichtig moeten worden
behandeld. Bijgevolg is het moeilijk om de omvang van de
voorziening van fosfaatgesteente precies te ramen en te voorspellen of deze
voorziening op de lange termijn aan de vraag zal kunnen voldoen. De beste
beschikbare bewijzen tonen aan dat er een toereikende voorziening voor meerdere
generaties bestaat en dat regelmatig nieuwe reserves worden aangetroffen, met
een duidelijke trend naar een verruiming van het geografische gebied waar de
toekomstige productie zal plaatsvinden. Ooit zal een punt worden bereikt waarop
de voorziening begint af te nemen, maar dat ligt niet in de nabije toekomst. De FAO verzamelt statistische gegevens over
het gebruik van meststoffen wereldwijd, maar deze hebben geen betrekking op
fosfaatgesteente en -reserves. Reserves aan fosfaatgesteente die in handen zijn
van bedrijven krijgen voor commerciële doeleinden meestal de Australische JORC[10]-code of
een gelijkwaardige code. Deze code is een industrienorm voor de indeling en
harmonisatie van reservebeschrijvingen, maar is niet bedoeld als grondslag voor
het samenstellen van nationale of internationale reserves. De referentie voor
dergelijke informatie is sinds jaar en dag de United States Geological Survey
(USGS), maar tussen 1990 en 2010 werden de statistieken van de USGS niet
volledig bijgewerkt met gegevens uit niet-gouvernementele bronnen. Zoals
hierboven vermeld, maakte het International Fertilizer Development Center
(IFDC) in 2010 op basis van informatie uit de sector nieuwe, aanmerkelijk
hogere schattingen van reserves bekend en in 2011 heeft het USGS zijn ramingen
dienovereenkomstig aangepast[11].
Deze cijfers, en de definities van hulpbron en voorraad die het USGS geeft,
zijn waar mogelijk in dit document gebruikt. Figuur 2 toont de wijziging in de
ramingen van reserves. Fig. 2: Effecten
van de herziening van de reserves aan fosfaatgesteente – uitgedrukt in miljard
ton P205[12] De vraag of het nodig is een officieel
rapportagesysteem en statistische follow-up op te zetten, is in diverse
academische publicaties aan de orde gesteld. Daarvoor zou informatie moeten
worden verzameld op een wijze die commerciële geheimhouding eerbiedigt, maar
die tegelijkertijd openbare organisaties en andere belanghebbenden ervan
overtuigt dat zij over correcte gegevens beschikken. De integratie van
bestaande nationale geologische diensten zou hierbij van cruciaal belang zijn. Organische fosforbronnen zijn vaak zware en
volumineuze materialen zoals mest of zuiveringsslib die niet gemakkelijk over
lange afstanden kunnen worden vervoerd. De voorziening zou echter beter op
regionaal niveau kunnen worden verdeeld en de beschikbaarheid van het materiaal
zou zowel kwantitatief als kwalitatief kunnen worden verbeterd. Deze kwestie
wordt verder onder de loep genomen in punt 4. 2.2. Toenemende vraag naar
meststoffen om de wereld te voeden FAO-prognoses van de wereldwijde vraag naar
meststoffen duiden erop dat gebruik van meststoffen in de wereld blijft
toenemen. Ze duiden op een verwachte toename van fosfaat als meststofnutriënt
met wel 43,8 miljoen ton per jaar in 2015 en 52,9 miljoen ton in 2030[13]. Deze
cijfers gaan uit van de veronderstelling dat de ongewenste toestand van zeer
gering meststoffengebruik in enkele ontwikkelingslanden, vooral in Afrika
bezuiden de Sahara, behouden blijft. Voor fosfor ligt het huidige wereldwijde
verbruik op ongeveer 20 miljoen ton per jaar. De vraag naar fosfor in
diervoeder zal naar verwachting ook stijgen, gestimuleerd door grote stijgingen
van de dierlijke productie[14]. Een aantal factoren wijzen erop dat de vraag
op de langere termijn waarschijnlijk blijft stijgen. De wereldbevolking zal
naar verwachting tegen 2050 toenemen tot meer dan negen miljard mensen. Op
basis van deze bevolkingsgroei en in combinatie met veranderingen in
eetgewoonten voorspelt de FAO tegen die tijd een 70 %[15] grotere
vraag naar voedsel als de huidige niet-duurzame trends doorzetten. Dat zal op
zijn beurt waarschijnlijk leiden tot meer grondgebruik voor de
landbouwproductie en/of grotere intensivering op het bestaande landbouwareaal.
Dit zal dan weer de vraag naar meststoffen opdrijven. De
stijgende vraag naar meststoffen zal ook een gevolg zijn van de groeiende
wereldwijde productie van biobrandstoffen[16]. In 2007-2008 werd het gebruik van
meststoffen voor de jaarlijkse productie van biobrandstoffen al geschat op 870
000 ton fosfaat[17]. 2.2.1. Onevenwichtige verdeling van
fosforgebruik in de wereld Fig. 3:
Wereldkaart van onevenwichtigheden in fosforgebruik op agronomisch gebied voor
2000[18] Figuur 3 is het resultaat van een onderzoek voor
de berekening van de wereldwijde verschillen in fosforgebruik. De kaart laat
zien dat in tal van ontwikkelingslanden significante fosfortekorten bestaan[19]. Het
niveau ligt er lager dan wat nodig zou zijn om de langdurige productiviteit van
de bodem te handhaven en de nodige hogere oogstopbrengsten mogelijk te maken.
Dat niveau zou enigszins kunnen worden verhoogd door beter gebruik van de
plaatselijke organische hulpbronnen, maar waarschijnlijk moet grotendeels aan deze
vraag worden voldaan met fosfaatgesteente. Aangezien de bevolking volgens de
prognoses vooral in de ontwikkelingslanden zal toenemen, zal de grootste
behoefte aan meer fosfaatmeststof zich situeren in de gebieden die momenteel
het laagste fosfaatgehalte in de bodem hebben. De toename van de wereldvraag zal deels worden
afgeremd door dalingen in het fosforgebruik in gebieden waar intensieve
dierlijke productie plaatsvindt. Door overmatige bemesting bevat de bodem daar
nu immers meer fosfor dan voor de akkerbouw nodig is (delen van de EU, de VS en
China). Die dalingen kunnen het gevolg zijn van economische factoren, aangezien
extra fosfor op verzadigd land geen voordelen voor het gewas meebrengt, of van
milieuwetgeving voor het aanpakken van waterverontreiniging. Op te merken valt
echter dat de vraag naar fosfor via diervoeder ongewijzigd blijft als de
dierlijke productie in deze gebieden niet vermindert. 2.3. Het evenwicht tussen vraag en
aanbod Sinds het begin van de industriële
meststoffenproductie zijn de voortdurende stijgingen van de vraag naar meststof
steeds gepaard gegaan met toenemende volumes aan ontgonnen fosfaatgesteente. Af
en toe bleef die productie haperen als gevolg van breedschalige geopolitieke
gebeurtenissen, met name toen de instorting van de Sovjet-Unie in de jaren
negentig tot een tijdelijke daling van de wereldwijde vraag naar meststoffen
leidde. Afgezien daarvan steeg de vraag gestaag. 2.3.1. De prijzenpiek van 2008 In 2007-2008 steeg de prijs van
fosfaatgesteente in veertien maanden tijd met meer dan 700 %. In 2008 hief
China uitvoerrechten van 110-120 % op fosfaatgesteente, die vervolgens in
verschillende stappen tot 35 % werden teruggebracht, een percentage dat momenteel
nog steeds wordt toegepast. De wereldwijde exploitatiecapaciteit voor
fosforzuur piekte tot het maximum bijna was bereikt. Deze hoge prijs trok veel
aandacht van de pers en belanghebbenden. De piek werd gevolgd door een
instorting tijdens de wereldwijde recessie, hoewel de prijzen sinds begin 2011
weer aan het stijgen zijn. Prijsstijgingen voor fosfaatgesteente hangen in
wezen af van vraag en aanbod, waarbij ook de groeiende vraag naar gewassen voor
biobrandstoffen een rol speelt. Ze weerspiegelen ook de voedselprijzen en
kunnen in enige mate bijdragen tot voedselprijsstijgingen, hoewel ze in dat
opzicht minder gewicht in de schaal leggen dan de olieprijzen. 2.3.2. De discussie over de
"fosforpiek" en de voorzieningszekerheid Op basis van de statistieken van het USGS, die
op dat ogenblik de enige openbaar toegankelijke bron waren, voorspelden enkele
academici en andere commentatoren dat "de fosforpiek", d.w.z. het
ogenblik waarop de wereldwijde productie van fosfaatgesteente een piek zou
bereiken en vervolgens zou beginnen te dalen, zich op de middellange termijn
zou voordoen[20]
of misschien zelfs al voorbij was[21].
Sindsdien heeft het USGS zijn ramingen van de reserves bijgewerkt en zijn deze
berekeningen niet langer relevant. Bovendien hebben enkele commentatoren uit de
academische wereld aangevoerd dat onderzoek naar de reserves met behulp van een
Hubbert-curve[22]
in wezen ongeschikt is voor fosfor, met name omdat fosfor kan worden gerecycled.
Ze wijzen er ook op dat wanneer de prijs stijgt, andere hulpbronnen zullen
worden gevonden, ook al zijn deze moeilijker te winnen of bevatten ze meer
onzuiverheden. Hoewel de fosforpiek door uitputting van
fosfaatgesteente waarschijnlijk voor de volgende generaties geen probleem zal
zijn, blijven de vraagstukken in verband met de voorzieningszekerheid die in
die discussie ter sprake werden gebracht, wel relevant. Hoewel momenteel nieuwe
fosformijnen en nieuwe technologieën – met name hulpbronnen in de zeebodem –
worden ontwikkeld en melding wordt gemaakt van nieuwe reserves, nemen andere
bronnen af. In de huidige technologische en ecologische omstandigheden hebben
mijnen in de Verenigde Staten wellicht nog een levensduur van iets meer dan
vijftig jaar. Van de levensduur van de binnenlandse productie in China hebben
we geen duidelijk beeld, maar gezien de enorme binnenlandse behoeften is het
weinig waarschijnlijk dat deze bron in de toekomst beschikbaar wordt voor
grootscheepse uitvoer. 2.3.3. Grondstoffeninitiatief In 2010 beoordeelde een werkgroep van de
Europese Commissie 41 grondstoffen met de bedoeling vast te stellen welke
grondstoffen van cruciaal belang zijn voor de EU. Nadat de werkgroep het
economische belang, het voorzieningsrisico en de milieueffecten van elke
grondstof had beoordeeld, keurde de Commissie een lijst met veertien
grondstoffen goed die zij cruciaal achtte. Deze beoordeling zal in 2013 opnieuw
plaatsvinden en zal dan een evaluatie van fosfaatgesteente omvatten. 2.3.4. Kwaliteit van de reserve aan
fosfaatgesteente Meer nog dan de omvang en de ligging van de
voorraden is het gehalte aan zware metalen van de resterende vindplaatsen een
mogelijke reden tot zorg. Natuurfosfaat is doorgaans in zekere mate
verontreinigd met cadmium, een giftig element. De fosfaathoudende gesteenten
die in Finland, Rusland en Zuid-Afrika worden ontgonnen, zijn
stollingsgesteenten met een zeer laag cadmiumgehalte (soms minder dan 10 mg
cadmium/kg P2O5). Het fosfaatgesteente dat in Noord- en
West-Afrika en in het Midden-Oosten wordt gevonden, is een afzettingsgesteente
met doorgaans een veel hoger cadmiumgehalte, dat in de ergste gevallen meer dan
60 mg cadmium/kg P2O5 bedraagt. De noodzaak om de
bodemverontreiniging door cadmium uit meststoffen in de hand te houden (punt
3.3) leidt ertoe dat, als schonere hulpbronnen zijn uitgeput, de kosten voor de
productie van meststoffen die voldoen aan bodembeschermingsnormen
waarschijnlijk zullen toenemen, of dat strengere normen in de EU zullen
uitmonden in de verkoop van grondstoffen met een hoog cadmiumgehalte elders.
Inefficiënt gebruik van schone reserves zal ons sneller bij dit punt brengen,
tenzij technologieën voor de verwijdering van cadmium[23]
economisch levensvatbaar worden. V1 – Bent u van oordeel dat de vraagstukken
inzake voorzieningszekerheid voor de EU ten aanzien van de verdeling van
fosfaatgesteente reden zijn voor bezorgdheid? Zo ja, wat moet er gebeuren om de
producerende landen erbij te betrekken om deze vraagstukken aan te pakken? V2 – Is het hier geschetste beeld van vraag
en antwoord accuraat? Wat zou de EU kunnen doen om de beperking van de
voorzieningsrisico's aan te moedigen via bijvoorbeeld de bevordering van
duurzame mijnbouw of het gebruik van nieuwe mijnbouwtechnologieën? V3 – Bent u van mening dat voldoende,
transparante en betrouwbare informatie over vraag en aanbod van
fosfaatgesteente en meststoffen op de wereldmarkt beschikbaar is? Zo nee, wat
zou de beste manier zijn om transparantere en meer betrouwbare informatie op
EU- en op wereldniveau te verkrijgen? 3. Milieueffecten in de gehele
fosforkringloop Duurzaam gebruik van fosfor gaat verder dan de
vraagstukken betreffende dat ene element. Wanneer fosfor wordt verspild, gaan
ook energie, water en andere hulpbronnen die tijdens de productiekringloop van
fosfor worden gebruikt, verloren. Bovendien veroorzaakt fosfor dat in
waterlichamen terechtkomt, zijn eigen milieuproblemen, met name in de vorm van
eutrofiëring. Figuur 4 toont de schaal van inefficiëntie op verschillende
plaatsen in de keten. Fig. 4: Verliezen op verschillende plaatsen
in de fosforketen[24] 3.1. Winning, verwerking en
omzetting in meststoffen of diervoerder Moderne fosfaatwinning gebeurt meestal in
dagbouw. Deze vorm van mijnbouw vereist grote landoppervlakten[25]. Er is
niet alleen land nodig voor de mijnbouw, maar ook voor de storthopen en voor de
kleibezinkingsbekkens. De totale hoeveelheid vast afval kan groot zijn,
maar varieert van bedrijf tot bedrijf – een onderzoek publiceert bevindingen
waarbij voor één ton geproduceerd fosforzuur 9,5 ton fosfaaterts nodig zijn en
21,8 ton uiteenlopende afvalstoffen en 6,5 ton residuen worden geproduceerd[26]. Fosforzuurbedrijven produceren ook grote
hoeveelheden fosforhoudend gips, een bijproduct. In sommige landen wordt
fosforhoudend gips in grote stapels opgeslagen vanwege de reglementering inzake
radioactiviteit of omdat de alternatieven (natuurgips en rookgasgips)
concurrerender zijn. In enkele landen, zoals Brazilië en China, wordt dit
bijproduct echter steeds meer in de bouw en de landbouw gebruikt[27]. Voor de winning en verwerking van
fosfaatgesteente is ook veel water nodig. Moderne mijnen kunnen wel 95 %
van het gebruikte water opnieuw gebruiken, maar deze mate van efficiëntie wordt
zeker niet overal bereikt. Bovendien bestaat soms het risico dat zeer zuur
proceswater overloopt of wegsijpelt, met name uit poeltjes op de stapels
fosforhoudend gips, waardoor aquatische ecosystemen verontreinigd kunnen raken.
Aangezien de vindplaatsen van fosfaatgesteente vaak in waterarme gebieden
liggen, kan de watervoorziening een factor zijn die de ontwikkeling van
fosfaatwinning sterk beperkt. Het winningsproces is ook energie-intensief.
De enige uitgebreide onderzoeken naar energiegebruik in de sector zijn
inmiddels achterhaald, maar hierin wordt vermeld dat 2,4 GJ primaire energie
nodig is per ton eindproduct – dit cijfer zou tweemaal zoveel zijn als het vervoer
naar Europa in aanmerking zou worden genomen[28]. Dankzij recente efficiëntieverbeteringen
in fosfaatmijnen is deze situatie waarschijnlijk verbeterd, hoewel in ieder
geval verschillen tussen de mijnen blijven bestaan. Jaarlijks worden in de hele
wereld miljoenen tonnen gesteente en meststoffen vervoerd, met alle milieukosten
van dien. 3.2. Waterverontreiniging door
landbouw en afvalwater Fosforresten, voornamelijk afkomstig uit de
intensieve land- en tuinbouw, zijn een belangrijke oorzaak van de eutrofiëring
van meren en rivieren. Slecht gecontroleerde of ongecontroleerde lozing van afvalwater
met menselijke uitwerpselen en afkomstig van ander huishoudelijk gebruik
alsmede industriële vervuiling dragen eveneens aanzienlijk bij tot deze
problemen. Minerale meststoffen zijn minder vaak de oorzaak van de regionale
onevenwichtigheden die symptomatisch zijn voor deze problemen, maar kunnen daar
in bepaalde regio's wel toe bijdragen. Door bodemerosie kunnen grote
hoeveelheden grondgebonden fosfor in het oppervlaktewater terechtkomen.
In een recentelijk door het JRC opgesteld model voor bodemerosie door
water wordt het getroffen gebied in de EU-27 op 1,3 miljoen km² geraamd[29]. In
bijna 20 % van dit gebied bedraagt het bodemverlies meer dan 10 ton per hectare
per jaar. Het wegvloeien van recentelijk aangebrachte meststoffen of dierlijke
mest kan de waterverontreiniging verergeren. De bodem overbelasten met zeer
hoge fosfaatgehalten zal doorgaans geen negatieve gevolgen hebben voor de groei
van de gewassen, maar kan wel schade toebrengen aan de biodiversiteit van
planten in natuurlijke ecosystemen. Eveneens zal de toenemende migratie van
fosfaten naar naburige waterlichamen het biologische evenwicht verstoren. Mest
gaat niet alleen indirect verloren, maar wordt in sommige delen van de wereld
nog altijd rechtstreeks in waterlopen of in de riolering geloosd, met extra verontreiniging
door stedelijk afvalwater tot gevolg. Bodemerosie is de belangrijkste route
waardoor fosfaten in het water van gebieden met zandgrond of onbegroeide
hellingen zijn terechtkomen, maar in verzadigde gebieden kunnen ze ook
doorsijpelen in het oppervlaktewater. Volgens het verslag SOER 2010[30] bedragen
de door de landbouw veroorzaakte emissies van fosfor naar zoet water in grote
delen van Europa meer dan 0,1 kg fosfor per hectare per jaar, maar worden in
kritieke gebieden zelfs niveaus bereikt van meer dan 1,0 kg P/ha/jaar.
Bijgevolg zijn in tal van mariene en kustwateren van de EU zeer hoge
fosforconcentraties aanwezig. Voorlopige resultaten van de beoordeling van
stroomgebiedbeheerplannen[31]
wijzen erop dat de landbouw in 82 % van de stroomgebieden een aanzienlijke
fosfordruk op waterlopen legt. Enkele onderzoeken[32] stellen
dat de grenzen van de zoetwaterverontreiniging door fosfor voor onze planeet
reeds zijn bereikt. Verlies van fosfor en andere nutriënten via
deze routes en door afvalwaterverontreiniging kan leiden tot een toename van
planten- en algengroei. Dit resulteert in eutrofiëring, wat kan
uitmonden in een verstoord evenwicht tussen de productie- en
consumptieprocessen van planten en algen dat negatieve effecten heeft op de
diversiteit van de soorten en de geschiktheid van water voor menselijk gebruik.
Het kan ook zeer sterke algengroei veroorzaken, waarbij sommige algen
schadelijk kunnen zijn en de dood van vissen en andere mariene fauna kunnen veroorzaken,
die – na ontbinding – mensen en dieren kunnen vergiftigen door zwavelwaterstofemissies. Het vergt jaren om een dergelijke toestand te verhelpen,
zelfs wanneer de bron van de verontreiniging is weggenomen, want fosfor blijft
aanwezig in het sediment dat vaak wordt losgewoeld, waardoor het
eutrofiëringsproces telkens wordt herhaald. 3.3. Bodemverontreiniging De verontreinigende stof in fosfaatmeststoffen
die momenteel de meeste zorgen baart, is cadmium (tenzij technologieën
voor verwijdering van cadmium zijn toegepast), hoewel het ook nodig kan zijn andere
zware metalen in de gaten te houden. Wanneer cadmium eenmaal in de bodem zit,
kan het niet gemakkelijk worden verwijderd, maar het kan wel migreren en zich
ophopen in planten. Bepaalde planten (zonnebloemen, koolzaad, tabaksplanten
enz.) hebben de neiging om grotere hoeveelheden cadmium op te hopen. In 2002 verzocht de Commissie het
Wetenschappelijk Comité voor toxiciteit, ecotoxiciteit en het milieu (WCTEM) om
advies[33]
in verband met de vraag hoe waarschijnlijk het is dat cadmium zich ten gevolge
van het gebruik van fosfaatmeststoffen in de bodem ophoopt. Op grond van
risicobeoordelingsonderzoeken door acht lidstaten (en Noorwegen) en van
aanvullende analyse schatte het WCTEM dat fosfaatmeststoffen die 60 mg
cadmium/kg P2O5 of meer bevatten naar verwachting in de
meeste bodemsoorten van de EU tot cadmiumaccumulatie zullen leiden.
Fosfaatmeststoffen die 20 mg cadmium/kg P2O5 of
minder bevatten, zullen daarentegen naar verwachting geen langdurige (meer dan 100jaar)
cadmiumaccumulatie in de bodem veroorzaken als andere cadmiuminputs niet worden
meegerekend. Sommige bodemsoorten hebben van nature reeds een hoog
cadmiumgehalte en daarom is in die gebieden een voorzichtigere aanpak nodig. Wat de gezondheidseffecten betreft, werd in
december 2007 het risicobeoordelingsrapport van de EU[34] inzake cadmium
en cadmiumoxide gepubliceerd. Daarin werd vastgesteld dat het grootste risico
van cadmium nierbeschadiging is via eten en roken. In het kader van de
strategie ter beperking van de risico's voor de stoffen cadmium en cadmiumoxide
is aanbevolen maatregelen te treffen om het cadmiumgehalte in voedingsmiddelen,
tabaksmelanges en fosfaatmeststoffen te verminderen, waarbij rekening moet
worden gehouden met de uiteenlopende omstandigheden in de verschillende regio's
van de EU[35].
Dit werd bevestigd door de risicobeoordelingen betreffende cadmium in
levensmiddelen die in 2009[36]
en 2011[37]
door de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) werden verricht, en
door de conclusies van het Gezamenlijk Comité van deskundigen voor
levensmiddelenadditieven van de FAO/WHO[38] in 2010. Tot dusver zijn de voorbereidende
werkzaamheden voor het merendeel van deze maatregelen niet voltooid, maar zijn
op basis van de maximumwaarde voor residuen in diervoeder en levensmiddelen wel
beslissingen getroffen in verband met risicobeheer. De verontreiniging van bodem en grondwater
door uranium – voornamelijk door de natuurlijke aanwezigheid ervan, maar
mogelijk verergerd door de aanwezigheid van uranium in fosfaatmeststoffen[39] – is
gesignaleerd in streken met zandgrond in Duitsland, wat in sommige gevallen
gevolgen heeft voor de behandeling van het drinkwater. Deze verontreiniging zou
kunnen leiden tot extra voorzorgsmaatregelen en bijkomende kosten in streken
waar drinkwater- en landbouwproductie plaatsvindt. V4 – Hoe moeten we het aan het
fosforgebruik in de EU gekoppelde risico van bodemverontreiniging aanpakken? 4. Mogelijkheden voor en belemmeringen van
efficiënter fosforgebruik Uit de stroomanalyses en onderzoeken blijkt
dat de fosforkringloop een aantal belangrijke punten kent waar momenteel grote
hoeveelheden fosfor verloren gaan. Er bestaan echter ook technieken die fosfor
kunnen terugwinnen of het gebruik ervan efficiënter kunnen maken[40]. Toen in
2008 de prijzen voor fosfaatgesteente en de daarvan afgeleide producten een
piek bereikten, werden enkele nieuwe alternatieve bronnen van gerecyclede
fosfor economisch interessant. Sindsdien hebben de prijzen met 200 dollar per
ton blijkbaar een nieuw plateau bereikt. De voorgaande analyse van de
kostenefficiëntie van fosforrecycling dateert grotendeels uit de periode vóór
de prijsstijgingen van fosfaatgesteente en is nu dus achterhaald. Naarmate de
technologie voor de verwerking van de meest belovende bronnen van gerecyclede
fosfor verbetert en de schaalvoordelen voelbaar worden, zal de kostprijs ervan
bovendien dalen. Naast prijskwesties is het belangrijkste economische voordeel
van het gebruik van gerecycled fosfor de veerkracht ervan – consistente
stromen, lokaal beschikbaar, zonder de prijsvolatiliteit van fosfaatgesteente. De ontwikkeling van modellen in het kader van
efficiënt gebruik van de hulpbronnen wijst erop dat de wereldwijde toename van
het gebruik van fosformeststoffen uit primaire bronnen tegen 2050 tot 11 % zou
kunnen worden beperkt, terwijl dit 40 % zou zijn in een scenario met
ongewijzigd beleid[41].
Uit economische modellen van de situatie in de VS blijkt dat, als de prijs van
minerale meststoffen stijgt en de belastingheffing wordt aangepast om zelfs een
klein gedeelte van de externe effecten van overmatig fosforgebruik aan te pakken,
het gebruik van fosfor uit gerecyclede bronnen zich zou verspreiden naar grote
oppervlakten bouwland[42].
Werkzaamheden betreffende het JRC-project over de verkenning van NPK hebben
bijgedragen tot de kennisbasis over waarschijnlijke ontwikkelingen[43]. Figuur 5 toont een analyse van de stromen en
verliezen in de wereld – in bepaalde opzichten is het beeld voor de EU duidelijk
anders, met name wat verliezen tijdens en na de oogst betreft. Andere
wereldwijde, nationale en regionale analyses kunnen nog altijd sterk
uiteenlopen en sommige van de vermelde verliezen worden betwist. Er zijn
momenteel academische werkzaamheden gaande die dit wereldwijde beeld proberen
te verbeteren. Fig. 5: Wereldwijde fosforstromen via landbouw, voeding en
riolering (afgeronde cijfers)[44] V5 – Welke technologieën bieden de grootste
kansen om duurzaam gebruik van fosfor te verbeteren? Welke kosten en voordelen
brengen deze mee? V6 – Welk verder onderzoek naar en welke verdere
innovatie van duurzaam gebruik van fosfor moet de EU bevorderen? 4.1. Efficiëntere winning en
verwerking en efficiënter industrieel gebruik Een eerdere academische analyse van de
efficiëntie van fosfaatwinning heeft aangetoond dat wel een derde van het
totale gesteente verloren kan gaan via winning, verwerking en verrijking[45], en nog
eens 10 % via vervoer en behandeling[46].
Na de prijsstijgingen zijn recentelijk echter investeringen gedaan die in
sommige mijnen tot een aanzienlijke verbetering van de efficiëntie hebben
geleid. Er worden tegenwoordig tal van technologische innovaties toegepast of
ontwikkeld die voorkomen dat producten of bijproducten worden verspild, die een
schoner product voortbrengen of die energie, water of chemicaliën besparen.
Hogere prijzen en uitputting van de optimale reserves zullen deze verbeteringen
zeer waarschijnlijk bevorderen, maar ook de consumptievoorschriften van de EU
(met name op het gebied van decontaminatie) kunnen een rol spelen. Ook wordt
gewerkt aan verbetering van de veiligheidskwaliteit van meststoffen en transparantie
van de inhoud ervan via etikettering, met name in het kader van de herziening
van de meststoffenverordening. De onlangs aangenomen herziening van de
detergentenverordening die het gebruik van fosfaten en andere
fosforverbindingen in was- en vaatwasmiddelen voor de consument verbiedt, zal
ook bijdragen tot vermindering van niet-essentieel gebruik en lozing van fosfor
afkomstig van het gebruik van detergenten. 4.2. Efficiënter gebruik en behoud
in de landbouw Efficiënte akkerbouw betekent dat in de grond
voldoende fosfor beschikbaar is (het kritische niveau) voor de planten tijdens
hun ontwikkeling, maar ook niet meer dan dat[47]. In de EU hebben verschillende initiatieven
al geleid tot efficiënter fosforgebruik en tot het terugdringen van
fosforverliezen in de landbouw. Deze omvatten de gedragscodes en actieprogramma's
in het kader van de nitratenrichtlijn[48],
en agromilieuregelingen in het kader van het beleid voor
plattelandsontwikkeling. De grotere belangstelling voor bodembescherming,
gestimuleerd door de thematische strategie voor bodembescherming, draagt samen
met het gedeelte van de goede landbouw- en milieucondities (GLMC) betreffende
de bodem[49]
binnen de randvoorwaarden van het gemeenschappelijk landbouwbeleid bij tot
beter bodembeheer en tot vermindering van de afname en erosie van organisch
materiaal, twee zaken die een rol spelen bij fosforverlies. Er blijft echter
nog aanzienlijke ruimte voor verdere verbetering van fosforgebruik en –efficiëntie,
wat landbouwbedrijven betreft[50].
Dit omvat technieken op het gebied van "precisielandbouw", zoals het
injecteren van mest en de opname van anorganische meststof, hoewel het testen
van het fosfor- en mestgehalte van velden ook belangrijk is om ervoor te zorgen
dat de juiste hoeveelheid meststof op de juiste plaats en het juiste ogenblik wordt
gebruikt – zodat het fosforgehalte op het kritische niveau wordt gebracht.
Grotere inspanningen om de wind- en watererosie te beperken en een betere
wisselteelt zouden in het algemeen helpen het bodemverlies en daarmee het
verlies van fosfor in de bodem te beperken. Het gebruik van meststoffen in de
tuinbouw kan ook worden verbeterd, met name via gesloten systemen. Bepaalde nieuwe technologieën die al in de
handel verkrijgbaar zijn of spoedig op de markt zullen komen, zouden de
efficiëntie van meststoffen kunnen vergroten, met name via op enzymen
gebaseerde technieken – zoals innovaties om de wortelgroei te verbeteren en het
gebruik van microbiële entmiddelen – die allemaal bedoeld zijn om de opname van
fosfor in de plant efficiënter te laten verlopen. Technieken die de fosforefficiëntie in
dierlijke productie verbeteren, zijn gemeengoed geworden. Zo wordt het
fosforgehalte in voeding tijdens de verschillende levensstadia van dieren
aangepast aan de behoeften ("phase feeding") en wordt het
fytase-enzym aan voeder voor niet-herkauwende dieren toegevoegd. Deze aanpak
draagt bij tot een verlaging van het fosforgehalte van diervoeder, omdat de
dieren de fosfor efficiënter verwerken. Deze aanpak wordt echter nog niet
volledig benut. Gaandeweg worden in de EU nieuwe fytase-enzymen toegestaan als
diervoederadditieven. De kostprijs en de praktische toepassing
vormen de belangrijkste belemmeringen voor een bredere toepassing van deze
technologieën. Terwijl het gebruik van het fytase-enzym al in brede kringen
aanvaard is, moet voor andere technologieën nog veel onderzoek worden verricht
– inclusief specifieke veldproeven –, voordat ze de maatstaf kunnen worden. In dit opzicht zouden het kaderprogramma voor
onderzoek voor de periode 2014-2020 en het aanstaande Europees
innovatiepartnerschap voor productiviteit en duurzaamheid in de landbouw een
belangrijke rol kunnen spelen bij de ontwikkeling van nieuwe oplossingen voor
een efficiënter gebruik en behoud van fosfor in de landbouw. V3 – Bent u van mening dat de beschikbare
informatie over de efficiëntie van fosforgebruik en het gebruik van gerecyclede
fosfor in de landbouw toereikend is? Indien niet, welke verdere statistische
informatie zou er nodig kunnen zijn? V8 – Hoe kan het Europees
innovatiepartnerschap voor productiviteit en duurzaamheid in de landbouw helpen
om duurzaam gebruik van fosfor te bevorderen? 4.2.1. Een beter gebruik van
dierlijke mest Tijdens de voorbije tien jaar heeft de
tenuitvoerlegging van de nitratenrichtlijn een veel beter mestbeheer in de hand
gewerkt. Er is een golf van interesse ontstaan in mestverwerking en in de
omzetting van het fosforrijke vaste deel van verwerkte mest in een product dat
kan worden verkocht buiten het productiegebied waar de velden vaak verzadigd
zijn van nutriënten. Hoewel gier aanvankelijk een watergehalte van ongeveer 95
% heeft, kan verwerking het volume van de vaste fractie beperken tot ongeveer
30 % van de oorspronkelijke gier, maar er bestaan nog steeds belemmeringen voor
de uitvoer van verwerkte mest, zoals de kostprijs (vervoer, energie). Ook is
het nog altijd de vraag of de landbouwbedrijven die de mest ontvangen, deze
aanvaardbaar vinden. Voor 15 van de 22 lidstaten[51] wordt
fosfor hoofdzakelijk aan landbouwgrond toegevoegd in de vorm van gerecyclede
fosfor in mest. In de andere lidstaten en in tal van regio’s in de hele EU
worden de mogelijkheden om meer mest te verwerken en in plaats van minerale
meststoffen te gebruiken nog niet volledig benut. V9 – Wat kunnen we doen om tot een beter
beheer en een ruimere verwerking van mest te komen in gebieden waar een
overschot bestaat en om het gebruik van verwerkte mest buiten deze gebieden te stimuleren? 4.3. Mogelijke voordelen in
verband met de preventie en terugwinning van voedselafval Minder voedselafval tijdens de productie- en
consumptiefase betekent dat het ook minder urgent is om nieuwe fosfor uit
gesteente in te voeren in het systeem. De situatie in verband met voedselafval
is grondig bestudeerd. Elke persoon in de EU gooit jaarlijks gemiddeld 180 kg
voedsel weg[52].
De manier waarop we voedsel produceren en consumeren, het type voedsel dat we
eten, de hoeveelheid ervan en hoeveel we weggooien - dit alles heeft een grote
invloed op het duurzame gebruik van fosfor. Daarom kan hier veel worden verbeterd.
Dit onderwerp zal verder worden onderzocht in een mededeling over duurzaam
voedsel, die in 2013 zal worden goedgekeurd. Dit werd aangekondigd in het
stappenplan voor een efficiënt hulpbronnengebruik waarin halvering van het
weggooien van eetbaar voedsel in de EU tegen 2020 als doel is gesteld. Naast het voorkomen van voedselafval zouden we
het afval dat wordt voortgebracht, ook beter kunnen gebruiken. Momenteel worden
grote hoeveelheden voedselafval en biologisch afbreekbaar afval verbrand en
vaak wordt de fosfor in de as niet opnieuw gebruikt. Bovendien gaan op de
stortplaats grote hoeveelheden fosfor verloren. Volgens de richtlijn
betreffende het storten van afvalstoffen[53] moeten de lidstaten tegen 2016 het storten
van gemeentelijk biologisch afbreekbaar afval gaandeweg verminderen tot 35 %
van de totale hoeveelheid van dergelijk afval die in 1995 werd geproduceerd.
Dankzij de richtlijn wordt nu veel meer bioafval gerecycled tot biogas en
nutriënten voor bodemverbetering en landbouw, maar de grondstof wordt niet
altijd optimaal benut. Door biologisch afbreekbaar afval in de vorm
van compost, digestaat of as van gft- of keukenafval te gebruiken, zouden grote
hoeveelheden fosfor samen met andere nutriënten worden gerecycled. De benutting
van deze afvalstroom wordt momenteel belemmerd door een uiterst gefragmenteerde
aanpak van passende normen voor het gebruik en de kwaliteit van biologisch
afbreekbaar afval in de EU. Op het niveau van de Unie worden momenteel
einde-afvalfase-criteria ontwikkeld die bepalen wanneer biologisch afbreekbaar
afval niet langer onder de definitie van afval valt. Dit zal helpen juridische
belemmeringen uit de weg ruimen. Ook de herziening van de
meststoffenverordening die in 2013 moet worden goedgekeurd, zal van groot belang
zijn. In dit verband zal worden nagegaan of het mogelijk is om de toegang tot
de EU-markt voor biologisch afbreekbaar afval dat voldoet aan deze einde-afvalfase-criteria,
verder te harmoniseren, aangezien dit afval dan kan worden aangewend als
uitgangsmateriaal voor organische meststoffen en bodemverbeteraars. Dit zal
worden voorgesteld als uitbreiding van het toepassingsgebied van de toekomstige
meststoffenverordening. Bovendien zijn er een aantal afvalstromen uit
de landbouw en bijproducten uit de voedselproductie waaruit aanzienlijke
hoeveelheden fosfor kunnen worden gerecycled, op voorwaarde dat ze goed worden
beheerd. Voor sommige van deze grondstoffen hebben problemen in verband met de
volksgezondheid en de maatregelen die nodig zijn om deze aan te pakken, dit
proces de voorbije jaren minder efficiënt gemaakt. Eén opmerkelijk voorbeeld is
vleesbeendermeel en verwerkte dierlijke eiwitten, aangezien fosfor voornamelijk
in het beenderstelsel geconcentreerd is. Hoewel vleesbeendermeel soms wordt
verbrand en de as ervan wordt gebruikt als meststof, rechtstreeks in de vorm
van bodemverbeteraar, of in de fosforproductie[54], gaat veel fosfor gewoon verloren.
Verwerkte dierlijke eiwitten mogen in diervoeder en organische meststoffen
worden gebruikt en zijn in grote hoeveelheden op de markt verkrijgbaar.
Wellicht is het mogelijk om het wettelijke kader[55] dat het
gebruik van zulke stoffen regelt, te verfijnen als er andere, veilige vormen
van gebruik worden vastgesteld. V10 – Wat kunnen we doen om de terugwinning
van fosfor uit voedselafval en ander biologisch afbreekbaar afval te
verbeteren? 4.4. Afvalwaterverwerking Afval na menselijke consumptie is
onvermijdelijk, maar er bestaan een aantal technologieën die fosfor uit
afvalwaterzuiveringsstations kunnen terugwinnen. Deze technieken zijn de afgelopen
jaren duidelijk verder ontwikkeld, waarbij diverse proefprojecten en inmiddels
ook activiteiten op commerciële schaal in West- en Noord-Europa zijn opgezet. Hoewel de verwijdering van fosfor uit
afvalwater een eis is krachtens artikel 5 van de richtlijn inzake de
behandeling van stedelijk afvalwater[56],
is de winning van fosfor in bruikbare vorm geen verplichting. Bijzonder aan
deze richtlijn is dat de uitvlokking van fosfor met behulp van ijzer is
toegestaan. Hierbij ontstaat een sterk gebonden verbinding waaruit de fosfor
niet gemakkelijk commercieel kan worden teruggewonnen en voor planten niet
volledig beschikbaar kan komen. Andere technieken om fosfor uit afvalwater te
winnen, leiden niet tot dit probleem. Zo kan fosfor uit afvalwater worden
verwijderd in de vorm van struviet, door het zuiveringsslib te verbranden en de
as te gebruiken en door het zuiveringsslib na een passende behandeling
rechtstreeks op de velden te verspreiden. In alle gevallen is de agronomische kwaliteit
van het product cruciaal om ervoor te zorgen dat de fosfor daadwerkelijk voor
de gewassen beschikbaar is en erdoor wordt opgenomen. Ongeveer 25 % van de
fosfor in afvalwater wordt momenteel opnieuw gebruikt. De meest gebruikelijke
methode is de directe verspreiding van zuiveringsslib op de velden. Het totale
herwinningspotentieel is zeer hoog – ongeveer 300 000 ton fosfor per
jaar in de EU[57]
– en uit de grote verschillen tussen de lidstaten in de EU in de gebruikte hoeveelheid
zuiveringsslib (rechtstreeks of in de vorm van as) blijken mogelijkheden tot
harmonisatie op basis van de beste praktijken. De commerciële en ecologische
levensvatbaarheid van de meeste van deze methoden hangt af van de mate waarin
de grondstof is verdund. Ontwatering en de verplaatsing van grote hoeveelheden
vloeistof zijn energie-intensieve en kostbare processen. Het is ook van
cruciaal belang dat er geen verontreinigende stoffen aanwezig zijn. Er zijn
immers hoge normen en zorgvuldige controleprocedures vereist en in het geval
van verbranding van zuiveringsslib betekent dit dat het slib tijdens het
verbrandingsproces niet met ander afval mag worden vermengd. Hoewel de richtlijn betreffende het gebruik
van zuiveringsslib[58]
de voorwaarden voor een veilig gebruik van dat slib in de landbouw heeft
vastgesteld, wordt deze richtlijn momenteel als achterhaald beschouwd, vooral wat
de maximale grenswaarden voor cadmium en andere verontreinigende stoffen betreft;
die worden namelijk te hoog geacht. Zestien lidstaten hebben strengere normen vastgesteld
dan in de richtlijn. De harmonisatie van strengere kwaliteitsnormen zou het
vertrouwen van boeren en consumenten in het veilige gebruik van slib in de EU
vergroten. Om een efficiënter gebruik van deze grondstof in de toekomst te stimuleren,
moeten deze vraagstukken worden behandeld zodat productnormen voor
zuiveringsslib vertrouwen wekken in de hele keten van eindgebruikers: boeren,
handelaren en, uiteindelijk, consumenten. Zuiveringsslib kan ook worden
gecomposteerd en de einde-afvalfase-criteria die momenteel worden ontwikkeld
onderzoeken of dit slibcompost kan voldoen aan de strenge normen om het gebruik
ervan door boeren na het composteren veilig te stellen. V11 – Moet een vorm van terugwinning van
fosfor uit afvalwaterverwerking verplicht gesteld of gestimuleerd worden? Welke
maatregelen kunnen we treffen om zuiveringsslib en biologisch afbreekbaar afval
beter beschikbaar en aanvaardbaarder te maken voor de akkerbouw? 4.5. Gebruik van organische
meststoffen Eén voordeel van het efficiënter gebruik van
fosfaat uit organische bijproducten en afvalstoffen zou zijn dat dit het totale
volume aan cadmium in het Europese ecosysteem niet verhoogt, voor zover deze
bijproducten en afvalstoffen afkomstig zijn van in Europa geproduceerde
levensmiddelen en diervoeder, die op hun beurt cadmium bevatten die uit de
Europese bodem is geabsorbeerd. Bij sommige organische meststoffen kan
verontreiniging met koper en zink echter een probleem vormen. Hoewel tal van industriële technologieën voor
de terugwinning van fosfor (uit mest, zuiveringsslib en biologisch afbreekbaar
afval) reeds in bedrijf zijn en in uiteenlopende mate worden toegepast, is er
geen gemeenschappelijke strategie die het gebruik van dergelijke hernieuwbare
bronnen door boeren bevordert. De prijs van teruggewonnen meststof is doorgaans
hoger dan de prijs van minerale fosfaatmeststof. Er kan veel meer worden gedaan
om markten voor gerecyclede fosfor en belemmeringen voor een intensiever
gebruik ervan te identificeren en om de reeds beschikbare technologieën toe te
passen. 5. Volgende stappen Deze consultatieve mededeling zet voor de
eerste keer de vraagstukken in verband met duurzaam fosforgebruik in de EU
uiteen. Het is nu de bedoeling om een debat op te starten over de stand van
zaken en de te overwegen maatregelen. De Europese instellingen en alle belanghebbenden – organisaties of
particulieren – wordt verzocht hun reactie op de vragen in deze consultatieve
mededeling in te dienen en eventuele andere kwesties betreffende duurzaam
gebruik van fosfor aan de orde te stellen. Alle belanghebbenden wordt verzocht hun
opmerkingen uiterlijk 1 december 2013 via e-mail te sturen naar: env-use-of-phosphorus@ec.europa.eu Het is belangrijk dat u de specifieke
privacyverklaring leest die bij deze raadpleging is gevoegd. U vindt er
informatie over de manier waarop uw persoonsgegevens en uw bijdrage worden
behandeld. Beroepsorganisaties wordt verzocht zich in het register van
belangenvertegenwoordigers van de Commissie (http://:ec.europa.eu/transparency/regrin)
in te schrijven. Dit register is opgezet in het kader van het Europees
transparantie-initiatief. De Commissie zal de bijdragen van de belanghebbenden op
het internet bekendmaken, tenzij u ons uitdrukkelijk vraagt dit niet te doen. De resultaten van de openbare raadpleging
zullen de verdere werkzaamheden van de Commissie betreffende de bijdrage van de
EU tot duurzaam gebruik van fosfor mee helpen vormgeven. [1] COM/2011/0571
definitief. [2] http://www.bordeaux-aquitaine.inra.fr/tcem_eng/seminaires_et_colloques/colloques/designing_phosphorus_cycle_at_country_scale [3] Review of
the future resource risks faced by UK Business and an assessment of future
viability, AEA, 2010. [4] http://www.nutrientplatform.org/?p=306 [5] http://www.phosphorusplatform.org/ [6] Phosphorous
imports, exports, fluxes and sinks in Europe, Richards & Dawson 2008. [7] The
Story of phosphorus: Global food security and food for thought, Cordell et al,
2009. [8] De
afhankelijkheid van import wordt berekend als netto-import / (netto-import +
productie in de EU) – methodiek afkomstig uit COM(2011) 25 defnitief, Grondstoffen
en grondstoffenmarkten: uitdagingen en oplossingen. [9] World
Phosphate rock reserves and resources, IFDC, 2010. [10] Joint Ore
Reserves Committee – meer informatie beschikbaar op www.jorc.org [11] http://minerals.usgs.gov/minerals/pubs/commodity/phosphate_rock/mcs-2011-phosp.pdf [12] Aangepast
op basis van een presentatie door Blanco, 2011. [13] Forecasting
Long-term Global Fertiliser Demand, FAO, 2008. [14] Rosegrant
et al, 2009 in verband met voorspellingen over de stijging van het aantal
dieren. [15] Nieuwe
evaluaties kunnen wijzen op een percentage dat rond de 60 % ligt – zie
Verkenning NPK van het JRC, 2012. [16] The Impact
of First-Generation Biofuels on the Depletion of the Global Phosphorus Reserve,
Hein & Leemans, 2012. [17] Medium
Term Outlook for Global Fertilizer Demand, Supply and Trade 2008-2012 Heffer
& Prud'homme, 2008. [18] Agronomic
P imbalances across the world's croplands, Macdonald et al, 2011. [19] Zie ook
http://www.africafertilizer.org/ [20] A rock and
a hard place – peak phosphorus and the threat to our food security, Soil
Association, 2010. [21] 'Peak P'
what it means for farmers, Déry & Anderson, 2007. [22] Een Hubbert-curve
is een benadering van de productiesnelheid van een hulpbron in de loop van de
tijd, die aanvankelijk werd gebruikt om de oliepiek te voorspellen en sindsdien
is toegepast voor ramingen van de uitputting van andere hulpbronnen (definitie
afkomstig van Wikipedia). [23] Verwijdering
van cadmium uit het verwerkte product. [24] Sustainable
use of phosphorus, Cordell et al, 2010 – cijfers op publicatiedatum. [25] De
fosfaatwinning in Florida verstoort jaarlijks ongeveer 5 000 – 6 000 acre
(2 023 – 2 428 ha), waarbij 9 000 Amerikaanse ton (8 165 metrische
ton) per ontgonnen acre wordt opgenomen. [26] Global phosphorus
flows in the industrial economy from a production perspective, Villalba et al,
2008. [27] De
natuurlijke radioactiviteit in fosfaatgesteente kan erg verschillen,
afhankelijk van de geologie van de mijn. [28] Materials
flow and energy required for the production of selected mineral commodities,
Kippenberger, 2001 (maar de energiecijfers zelf dateren van 1994). [29] Tenuitvoerlegging
van de Thematische strategie voor bodembescherming en lopende activiteiten,
COM(2012) 46 final. [30] The
European environment - state and outlook 2010: http://www.eea.europa.eu/soer [31] Op basis
van 38 stroomgebiedbeheerplannen. [32] Reconsideration
of the planetary boundaries for phosphorus, Carpenter & Bennett, 2011. [33] http://ec.europa.eu/health/ph_risk/committees/sct/documents/out162_en.pdf [34] http://esis.jrc.ec.europa.eu/doc/risk_assessment/REPORT/cdmetalreport303.pdf [35] PB C 149
van 14.6.2008, blz. 6. [36] EFSA
Journal (2009) 980, 1-139; http://www.efsa.europa.eu/en/efsajournal/pub/980.htm [37] EFSA
Journal (2011); 9(2):1975;
http://www.efsa.europa.eu/en/efsajournal/pub/1975.htm [38] WHO Food
Additives Series 64, 73rd meeting of the Joint FAO/WHO Expert
Committee on Food Additives (JECFA), World Health Organisation, Genève, 2011. [39] Rock
phosphates and P fertilizers as sources of U contamination in agricultural
soils, Kratz & Schnug, 2006. [40] Een aantal van deze technieken
wordt besproken op de website http://www.phosphorus-recovery.tu-darmstadt.de [41] EU
Resource Efficiency Perspectives in a Global Context, PBL, 2011. [42] Shakhramanyan
et al, Working Paper, 2012. [43] http://eusoils.jrc.ec.europa.eu/ESDB_Archive/eusoils_docs/other/EUR25327.pdf [44] Global
phosphorus flows through the agricultural, food and sewage systems, Van Vuuren et
al. (2010). [45] Kippenberger
2001. [46] Phosphate
rock, Lauriente 2003. [47] Efficiency
of soil and fertilizer phosphorus use, Syers, et al, 2008. [48] Richtlijn
91/676/EEG van de Raad inzake de bescherming van water tegen verontreiniging
door nitraten uit agrarische bronnen. [49] GLMC,
goede landbouw- en milieucondities, een lijst met normen die ervoor moet zorgen
dat alle landbouwgrond in goede landbouw- en milieuconditie wordt gehouden en
die onderdeel is van het stelsel van randvoorwaarden. [50] Improved
phosphorus use efficiency in agriculture: A key requirement for its sustainable
use, Schroder et al, 2011. [51] Geen
gegevens beschikbaar voor Cyprus, Luxemburg, Bulgarije, Roemenië en Malta. [52] Voorbereidend
onderzoek van de EU over voedselafval in de EU-27; BIO IS, oktober 2010. [53] Richtlijn
1999/31/EG van de Raad betreffende het storten van afvalstoffen. [54] Thermochemical
processing of meat and bone meal, a review, Cascarosa et al, 2011. [55] Wetgeving
inzake dierlijke bijproducten en wetgeving inzake overdraagbare spongiforme
encephalopathie (OSE). [56] Richtlijn
91/271/EG van de Raad inzake de behandeling van stedelijk afvalwater. [57] Standpuntnota
van EUREAU over het hergebruik van fosfor, 2006. [58] Richtlijn
86/278/EEG van de Raad betreffende de bescherming van het milieu, in het
bijzonder de bodem, bij het gebruik van zuiveringsslib in de landbouw.