This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52013DC0209
REPORT FROM THE COMMISSION TO THE EUROPEAN PARLIAMENT AND THE COUNCIL on the functioning of the Memorandum of Understanding on the Sale of Counterfeit Goods via the Internet
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de werking van het memorandum van overeenstemming over de internetverkoop van namaakgoederen
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de werking van het memorandum van overeenstemming over de internetverkoop van namaakgoederen
/* COM/2013/0209 final */
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de werking van het memorandum van overeenstemming over de internetverkoop van namaakgoederen /* COM/2013/0209 final */
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES
PARLEMENT EN DE RAAD over de werking van
het memorandum van overeenstemming over de internetverkoop van namaakgoederen
(Voor de EER relevante tekst) INHOUDSOPGAVE 1........... Inleiding.......................................................................................................................... 4 2........... Het MvO....................................................................................................................... 5 2.1........ Een nieuwe coöperatieve benadering............................................................................... 5 2.2........ Reikwijdte en opzet van het MvO................................................................................... 6 2.3........ Zelfregulering op basis van het MvO............................................................................... 8 3........... De werking en het effect van het
MvO............................................................................ 9 3.1........ Het MvO laten functioneren............................................................................................ 9 3.2........ Procedures voor kennisgeving en
verwijdering – een hoeksteen van het MvO.................. 9 3.3........ Proactieve en preventieve
maatregelen – een belangrijke maatregel om namaak doeltreffend te bestrijden 11 3.4........ Recidivisten.................................................................................................................. 12 3.5........ Samenwerking, waaronder de
uitwisseling van informatie............................................... 14 3.6........ Consumentenvertrouwen, -informatie
en -bescherming................................................... 15 3.7........ Externe communicatie en bewustmaking........................................................................ 16 3.8........ Benchmarking van de effecten van het
MvO.................................................................. 16 4........... Volgende stappen......................................................................................................... 18 Bijlage: lijst van websites en merknamen waarop
het MvO van toepassing is................................. 21 Merken waarop het MvO van toepassing is................................................................................. 21 Websites waarop het MvO van toepassing is............................................................................... 23 1. Inleiding Dit verslag bevat een beoordeling van de
werking van het Memorandum van overeenstemming over de internetverkoop van
namaakgoederen (mei 2011), hierna het “MvO” genoemd[1]. De internetverkoop van namaakgoederen is
schadelijk voor iedereen met legitieme belangen, waaronder internetplatforms,
houders van intellectuele-eigendomsrechten en, eerst en vooral, consumenten.
Internetverkoop van namaakgoederen is een dynamisch fenomeen dat voortdurend
verandert en zich aanpast om in nieuwe bedrijfsmodellen te kunnen
infiltreren. Ondernemingen die illegaal goederen namaken zijn geraffineerd; zij
spelen in op strategieën die tegen namaak beschermen. Het MvO heeft als doel een praktijkcode vast
te stellen in de strijd tegen de internetverkoop van namaakgoederen en de
samenwerking tussen de ondertekenaars ervan te verbeteren, zodat zij effectief
op deze voortdurende dreiging kunnen inspelen.
Algemeen wordt erkend dat samenwerking veel beter is dan
geschillenbeslechting, die de doeltreffendheid van de markt niet verhoogd
en evenmin het consumentenvertrouwen bevordert. Het voornaamste doel is
vertrouwen in de markt te scheppen. Het MvO bevordert het vertrouwen in de
internetmarkt door gedetailleerde maatregelen vast te stellen tegen de
internetverkoop van namaakgoederen en door een betere bescherming voor
consumenten die ongewild een vervalsing kopen. Het MvO heeft zowel op de belangrijkste
platforms voor elektronische handel betrekking als op de voornaamste merken op
het gebied van consumptiegoederen met een hoge omzetsnelheid,
consumentenelektronica, mode, luxe artikelen, sportartikelen, films, software,
spelletjes en speelgoed, die allemaal op zowel mondiaal als regionaal niveau
opereren[2]. De ondertekenaars kwamen tijdens de
beoordelingsperiode[3]
regelmatig bijeen. Een samenvattend verslag van deze bijeenkomsten is
gepubliceerd op de website van DG Interne markt en diensten[4]. Dit verslag bevat een analyse van de
vooruitgang met en de tenuitvoerlegging en de werking van het MvO en
inventariseert de beoordeling door de ondertekenaars van de doeltreffendheid
daarvan voor het terugdringen van de internetverkoop van namaakgoederen in de
EU. Het beperkt zich uitsluitend tot het MvO en heeft geen betrekking op
aanverwante algemene beleidskwesties. Het laat zien dat de met het MvO gekozen
benadering werkt, maar benadrukt ook dat internetplatforms en houders van
rechten alert en waakzaam moeten blijven. Het verslag bevat de conclusie
dat het MvO nog eens twee jaar van kracht moet zijn en dat het lidmaatschap
ervan moet worden uitgebreid. De Commissie neemt verdere maatregelen in
overweging om de strijd tegen het namaken van goederen breder aan te gaan en
komt wellicht later dit jaar met een initiatief. 2. Het
MvO 2.1. Een
nieuwe coöperatieve benadering Zowel in haar mededeling uit 2009 inzake een
versterkte handhaving van intellectuele-eigendomsrechten in de interne markt[5] en haar mededeling uit 2011
inzake een eengemaakte markt voor intellectuele-eigendomsrechten[6] heeft de Commissie het belang
voor de bestrijding van namaak onderstreept van een op vrijwilligheid en
samenwerking gebaseerde aanpak door houders van intellectuele-eigendomsrechten
en andere belanghebbenden, zoals internetplatforms, groot- en detailhandelaars,
consumenten en handelsverenigingen. In de mededeling uit 2009 werd ervan uitgegaan
dat veeleer samenwerking dan geschillenbeslechting de overheersende
benadering moet worden van de belanghebbenden, die in een zich snel
ontwikkelende technologische en commerciële omgeving opereren. Als een
werkmethode om te komen tot mogelijk vrijwillige overeenkomsten, werden dialogen
met belanghebbenden voorgesteld, dat wil zeggen constructieve dialogen die
zich richten op concrete problemen en werkbare en praktische oplossingen, die
realistisch, evenwichtig, evenredig en billijk voor alle betrokkenen moeten
zijn. Een dergelijke gemeenschappelijke, inclusieve en op participatie
gebaseerde benadering past goed bij de agenda voor betere regelgeving van de Commissie. In het kader van dit MvO is de Commissie een
nieuwe rol gaan vervullen als facilitator van dergelijke dialogen, door het
bieden van administratieve en logistieke ondersteuning en door het waar nodig
zorgen voor een billijk evenwicht tussen de verschillende belangen die op het
spel staan, met name de legitieme rechten en verwachtingen van EU-burgers. De faciliterende rol van de Europese Commissie
waarborgt ook dat dergelijke dialogen met belanghebbenden en de mogelijk
daaruit voortvloeiende overeenkomsten transparant en volledig in
overeenstemming met het bestaande rechtskader zijn en de fundamentele rechten
en vrijheden nauwgezet eerbiedigen. Zowel het Europees Parlement[7] als de Raad[8] ondersteunden deze benadering
van de Commissie. Als een eerste voorbeeld van de coöperatieve
benadering lanceerde de Commissie een dialoog met belanghebbenden over de
internetverkoop van namaakgoederen, die resulteerde in een MvO waarbij 33
ondernemingen en handelsverenigingen waren betrokken en die op 39 verschillende
websites betrekking had. 2.2. Reikwijdte
en opzet van het MvO Internethandel biedt ondernemingen en
consumenten nog nooit vertoonde mogelijkheden om goederen te kopen en verkopen,
nationaal, over de interne grenzen van de interne markt heen en internationaal.
Binnen de interne markt vermindert het internet grensoverschrijdende
handelsbelemmeringen. Helaas is het internet ook een van de
voornaamste kanalen voor namaakgoederen geworden. De meeste elektronische
handel via internetplatforms is volledig legaal. Handelaren die illegaal of op
frauduleuze wijze in namaakgoederen handelen, exploiteren echter ook de
voordelen van elektronische handel voor het rechtstreeks aanbieden van
namaakgoederen aan consumenten. Sommige ondertekenaars wijzen bijvoorbeeld op
een nieuwe generatie van (kleinschalige) aanbieders van namaakgoederen die
goedkoop en in bescheiden hoeveelheden namaakgoederen verwerven via
internetsites of via meer traditionele distributiekanalen en deze goederen
vervolgens via het internet te koop aanbieden. Noch de oorspronkelijke verkoper
van de goederen noch de namaakgoederen bevinden zich noodzakelijkerwijze op het
grondgebied van de EU. Legale internetplatforms en houders van rechten die
verkopers en kopers diensten aanbieden, kunnen dus het slachtoffer worden van
handelaren in namaakgoederen, ten detrimente van consumenten, houders van
rechten, aanbieders van internetdiensten, de economie en de samenleving. Vóór de totstandkoming van het MvO namen
internetplatforms en houders van rechten al maatregelen tegen de
internetverkoop van namaakgoederen, maar als gevolg van het lanceren van de
dialoog met de belanghebbenden is er een algemeen inzicht ontstaan dat er meer
mogelijk is. Het MvO legt de nadruk op het ontwrichten
en ontmoedigen van de aanbodzijde van de markt voor namaakgoederen, dat wil
zeggen: het tracht het aanbod via het internet van namaakgoederen zo snel
mogelijk te elimineren. Het biedt evenredige, ontmoedigende maatregelen tegen
degenen die bij herhaling namaakgoederen proberen te verkopen. Bovendien
probeert het een betere bescherming te bereiken van consumenten die onbedoeld
een vervalsing kopen, of van legale verkopers van goederen, die het gevoel
kunnen hebben dat zij met onevenredige beperkingen of vertragingen te maken
hebben bij het via het internet te koop aanbieden van een product. Het MvO bevordert een strategie die op drie
verdedigingslinies is gebaseerd. Met deze linies wordt getracht ervoor te
zorgen dat illegaal aanbod niet op het internet verschijnt: en dat, wanneer dat
toch gebeurt, dit zo snel mogelijk van het internet wordt gehaald, en in elk
geval snel genoeg om te voorkomen dat er nog meer transacties plaatsvinden. De
maatregelen zijn allemaal tegelijkertijd en in real time werkzaam. Allereerst is het
erg belangrijk dat klanten, dat wil zeggen verkopers en kopers, het fenomeen
namaak, de daaraan verbonden risico’s voor consumenten en de schadelijke
gevolgen voor rechthebbenden begrijpen. Klanten kunnen actief partij zijn
bij de strijd tegen namaak. Internetplatforms hebben zich daarom ertoe
verbonden om aan potentiële verkopers en kopers eenvoudig toegankelijke
informatie beschikbaar te stellen, waar passend in samenwerking met de
houders van rechten. Zij dienen duidelijk te maken dat het aanbieden van
namaakgoederen illegaal is en voorzorgsmaatregelen voor te stellen die kopers
moeten nemen om te voorkomen dat zij deze goederen kopen. Goed geïnformeerde
verkopers op internetplatforms moeten zich ertoe verbinden dergelijke goederen
niet aan te bieden. Goed geïnformeerde consumenten dienen zich ervan bewust te
zijn welke instrumenten en procedures moeten worden toegepast wanneer zij
namaakgoederen hebben gekocht. Het MvO is volledig in overeenstemming met de
recente consumentenagenda van de Commissie, die tussenpersonen en handelaren
aanmoedigt om verder te gaan dan enkel de naleving van wetgeving en om
zelfregulerende maatregelen te ontwikkelen voor een betere
consumentenbescherming[9]. De tweede verdedigingslinie betreft “proactieve
en preventieve maatregelen” (PPM) als een tijdige en passende
reactie op pogingen om namaakgoederen te verkopen, hetzij voordat het aanbod
aan het publiek wordt gedaan, hetzij kort daarna. Door het nemen van dergelijke
maatregelen proberen houders van rechten en internetplatforms het online-aanbod
van vervalste goederen terug te dringen. Dergelijke maatregelen kunnen van
technische en/of procedurele aard zijn en vergen vaak menselijke interventie.
Zij zijn vaak specifiek voor de respectieve bedrijfsmodellen en de organisatie
van de houders van rechten en/of de internetplatforms. Een voorbeeld van een
PPM is het keuren van verkopers alvorens deze toestemming te geven om via een
internetplatform te verkopen en, in bepaalde gevallen, de voortdurende
beoordeling van hun prestaties. Doeltreffende PPM zijn vaak geavanceerd en
vergen substantiële middelen en doeltreffende samenwerking tussen houders van
rechten en internetplatforms. Met PPM's wordt getracht ervoor te zorgen dat
aangeboden namaakgoederen niet op het internet verschijnen. In de derde plaats
kunnen namaakgoederen, ondanks klantenvoorlichting en PPM, het publiek toch nog
via een internetplatform worden aangeboden. In dergelijke gevallen kunnen
houders van rechten en klanten het betrokken internetplatform van het bestaan
van een dergelijk aanbod in kennis stellen. Daardoor kan het platform passende
maatregelen nemen, waaronder het verwijderen van de aangeboden goederen van de
betrokken website. Procedures voor kennisgeving en verwijdering zijn bedoeld
om een eenvoudige, billijke en voortvarende wijze van verwijdering van
aangeboden namaakgoederen van het internet mogelijk te maken. Het MvO vult deze maatregelen aan door consumenten
een betere bescherming te bieden, onder meer door de mogelijkheid om
onder bepaalde voorwaarden een vervangend product of terugbetaling te
verkrijgen. Het MvO omvat ook maatregelen ter ontmoediging van personen die
bij herhaling inbreuk maken. De ondertekenaars van het MvO hebben zich
ertoe verbonden om samen te werken bij het opsporen van recidivisten. De
internetplatforms verplichten zich ertoe om overeenkomstig hun interne
richtsnoeren afschrikkingsmaatregelen in te voeren en te doen naleven. Het
beleid inzake recidive moet objectief en evenredig zijn en ten volle rekening
houden met de omstandigheden van het geval. Bij de uitwisseling van informatie
over recidivisten krachtens het MvO wordt wetgeving inzake gegevensbescherming
volledig in acht genomen. Consumenten moeten alle beschikbare informatie
gebruiken wanneer zij internetaankopen doen, teneinde te voorkomen dat zij namaakgoederen
kopen, maar kunnen desalniettemin schade lijden. Zij kunnen misleid zijn en
onbedoeld namaakgoederen hebben gekocht en daardoor economisch of anderszins
schade hebben geleden. Het MvO bevat een minimumreeks bepalingen inzake
consumentenbescherming. De compensatie voor economische of andere schade hangt
af van het beleid van de betrokken individuele ondertekenaars. Een consument
kan ook hebben aangeboden om een vermeend namaakproduct te verkopen dat werd
verwijderd, en schade hebben geleden wanneer deze verwijdering achteraf
ongerechtvaardigd bleek. Tot slot zorgt het MvO ervoor dat de
ondertekenaars tijdens de beoordelingsperiode jegens elkaar geen nieuwe
geschillen aanhangig maken over zaken waarop het MvO toepassing is. Dit
moratorium inzake geschillen is een belangrijke bepaling die de wederzijdse
verplichtingen van de ondertekenaars om in goed vertrouwen samen te werken,
benadrukt. 2.3. Zelfregulering
op basis van het MvO Vrijwillige samenwerking tussen een groot
aantal belanghebbenden met verschillende belangen en bedrijfsmodellen is vaak
moeilijk te realiseren. Het opbouwen van het vertrouwen dat voor het welslagen
van een dergelijke samenwerking nodig is, vraagt tijd. De aanloop naar de ondertekening van het MvO
alsook de ondertekening zelf zijn essentiële stappen gebleken voor de
totstandbrenging van een klimaat van wederzijds vertrouwen tussen de
ondertekenaars. De gestructureerde dialoog stelde de belanghebbenden in staat
een beter begrip te verkrijgen van hun respectieve punten van zorg alsook van
hun technische, organisatorische en commerciële beperkingen. Wederzijds
vertrouwen is de bindende factor. Zonder dat vertrouwen is vrijwillige
samenwerking gedoemd te mislukken. Andere kritische factoren voor succes waren: · de duidelijke stimulans die voor elke ondertekenaar van de vrijwillige
overeenkomst uitgaat; · waarborgen in de overeenkomst om de essentiële belangen van elke
ondertekenaar te beschermen, om rekening te houden met verschillende
bedrijfsmodellen en verschillend commercieel beleid en om te zorgen voor
rechtszekerheid, zodat weerstand binnen de respectieve organisaties overwonnen
wordt; · een duidelijk georiënteerde, vrijwillige overeenkomst met een duidelijk
gedefinieerde doelstelling, gepaard aan duidelijk geformuleerde, realistische
verplichtingen die evenredig over de partijen zijn verdeeld (“smart
enforcement”); · een hoog niveau van instemming en betrokkenheid binnen de ondernemingen
die de overeenkomst ondertekenen; · voldoende inherente flexibiliteit die aanpassingen aan veranderende
omstandigheden mogelijk maakt zonder opnieuw over de overeenkomst te hoeven
onderhandelen. Bovendien heeft de betrokkenheid van de
“faciliterende" diensten van de Europese Commissie de dialogen en
onderhandelingen gestructureerd en gemotiveerd en belanghebbenden aangemoedigd
om hindernissen te overwinnen. Politieke ondersteuning door nationale
autoriteiten en parlementen kan ook een bijdrage leveren. Externe transparantie vergroot de geloofwaardigheid en zorgt ervoor dat verantwoording moet
worden afgelegd en verantwoordelijkheid moet worden gedragen jegens
belanghebbenden, nationale autoriteiten en parlementen alsook jegens de
samenleving in haar geheel. Deze transparantie kan ook nieuwe belanghebbenden
aanmoedigen om zich bij de vrijwillige overeenkomst en de daardoor bevorderde
beste praktijken aan te sluiten. 3. De
werking en het effect van het MvO 3.1. Het
MvO laten functioneren Het MvO beperkt zich tot ondertekenaars die
diensten en goederen aanbieden in de EU/EER. Om het toepassingsbereik van het
MvO te verduidelijken, hebben de ondertekenaars vastgesteld op welke websites
en merken het betrekking heeft (zie bijlage). Er werd een lijst van contactpunten
opgesteld om de communicatie tussen de ondertekenaars over beleidskwesties
inzake het MvO te vergemakkelijken en om directe operationele contacten
mogelijk te maken tussen de met de merkbescherming belaste personeelsleden van
de houders van rechten in de verschillende lidstaten en de door de
internetplatforms geëxploiteerde websites. De beschikbaarheid van deze basisinformatie in
een eenvoudig beschikbare en regelmatig bijgewerkte vorm heeft de
ondertekenaars geholpen bij de toepassing van het MvO in de praktijk. Daardoor
zijn ook de plaatselijke organisaties van de ondertekenaars zich bewust geworden
van het MvO en het potentieel daarvan. Internetplatforms en houders van rechten namen
deel aan bilaterale ontmoetingen voor de totstandbrenging van contacten,
de uitwisseling van informatie en de discussie over praktische aangelegenheden.
Samen met het consistente gebruik van de respectieve programma's voor
bescherming van rechten van de internetplatforms stelden deze ontmoetingen de
ondertekenaars in staat hun kennis te bundelen, trends vast te stellen en, als
resultaat daarvan, de verwijdering van verdacht aanbod te bespoedigen en
zodoende de preventie te verbeteren. In het algemeen hebben de partijen bij het MvO
gesignaleerd dat het de communicatie tussen de ondertekenaars
aanmerkelijk heeft verbeterd, zodat de samenwerking is bevorderd. In
specifieke gevallen zijn er gezamenlijke maatregelen genomen, zoals snelle
reacties op gevallen van plotseling toename van bepaalde namaakgoederen. 3.2. Procedures
voor kennisgeving en verwijdering – een hoeksteen van het MvO Alle ondertekenaars zijn van mening dat procedures
voor kennisgeving en verwijdering onmisbare maatregelen in de strijd tegen de
internetverkoop van namaakgoederen zijn. In het kader van dit MvO zorgen regels
inzake kennisgeving en verwijdering voor: i) een mechanisme ter verwijdering van individueel
aangeboden goederen waarvan wordt beweerd dat zij zijn nagemaakt van de
websites van de internetplatforms en ii) een mechanisme om internetplatforms te
informeren over gebruikers die namaakgoederen verkopen (kennisgevingen inzake
verkopers). Dit is het belangrijkste instrument om toe te
passen wanneer aangeboden goederen waarvan wordt beweerd dat zij illegaal zijn,
online beschikbaar zijn geworden. Voorts hebben de ondertekenaars opgemerkt dat
het MvO heeft aangetoond dat het nuttig is. Regels inzake kennisgeving en
verwijdering mogen niet te dwingend zijn en moeten bepaalde mechanismen
omvatten om misbruik van het systeem aan te kunnen pakken. Ondernemingen hebben
hun eigen, pasklare methoden bedacht om inbreuken aan te pakken op hun
websites. Ondertekenaars maakten er melding van dat
internetplatforms jaarlijks duizenden verzoeken in het kader van kennisgeving
en verwijdering ontvangen, die op allerhande gronden zijn gebaseerd. In het
kader van het MvO en overeenkomstig het EU acquis[10], hebben de procedures voor
kennisgeving en verwijdering ten doel het aanbod van goederen waarvan wordt
beweerd dat zij zijn nagemaakt, tijdig en effectief van de websites van de
internetplatforms te verwijderen. Vóór de totstandkoming van het MvO was er bij
alle internetplatforms al sprake van bepaalde mechanismen voor kennisgeving en
verwijdering, waarmee het houders van rechten en andere benadeelde personen en
organisaties mogelijk/toegestaan was om melding te maken van vermoedelijke
vervalsingen. Sommige konden gemakkelijk op websites worden gevonden, maar van
veel andere procedures voor kennisgeving en verwijdering vond men dat zij niet
naar tevredenheid functioneerden. Bovendien maakten zelfs niet alle houders van
rechten gebruik van de beschikbare procedures voor kennisgeving en
verwijdering. Kennisgevingen waren onvolledig, niet voldoende specifiek,
moeilijk te verwerken en soms gericht op afzonderlijke objecten, maar ook wel
op een heel gamma van producten. De follow-up van kennisgevingen varieerde al
naar gelang het betrokken internetplatform en werd door de houders van rechten
die kennis gaven, niet altijd bevredigend geacht. Aangeboden goederen werden in
het geheel niet of te langzaam verwijderd of verschenen alweer snel opnieuw na
te zijn verwijderd. Sinds de introductie van het MvO heeft een
aantal internetplatforms gemeld dat zij voor het verwijderen van een aanbod van
het internet (ook wel “listing” genoemd) zo'n 24 uur, en soms zelfs tot wel 48
uur nodig hebben; andere internetplatforms hebben twee tot vijf uur nodig. Weer
andere delen mee dat omstreden aangeboden goederen nog dezelfde dag of vroeg de
volgende dag worden verwijderd. Houders van rechten hebben echter meegedeeld
dat de snelheid waarmee een en hetzelfde internetplatform tot verwerking
overgaat, per lidstaat kan verschillen. Voorts hebben de internetplatforms erop
gewezen dat zij een grote variatie hebben vastgesteld in het maandelijkse
gemiddelde aantal kennisgevingen door bepaalde houders van rechten inzake
namaakgoederen (variërend tussen één en een paar honderd). Sinds het MvO in
werking trad, hebben zij zelden verzoeken om verwijdering verworpen en zelden
om aanvullende informatie voor de verwerking van een kennisgeving hoeven te
vragen: verzoeken om aanvullende informatie hebben gewoonlijk betrekking op
kennisgevingen door houders van rechten die nog niet met de procedure voor
kennisgeving en verwijdering vertrouwd waren. Sommige houders van rechten waren
van mening dat in bepaalde gevallen overbodige details werden gevraagd. Wanneer
een vermoedelijk illegaal aanbod eenmaal van het internet is verwijderd, stelt
het internetplatform onder meer de betrokken verkoper daarvan op de hoogte,
waarbij ook de redenen voor de verwijdering worden genoemd. Kennisgevingen inzake gebruikers die
namaakgoederen verkopen, zijn – in tegenstelling tot kennisgevingen inzake
specifieke aangeboden goederen – betrekkelijk zeldzaam geweest. In het algemeen
worden kennisgevingen inzake verkopers omslachtig gevonden, omdat zij bijna
altijd een aanvullend onderzoek van elk afzonderlijk aangeboden goed vergen
alvorens een besluit kan worden genomen. Aangezien recidivisten (verkopers van
wie is vastgesteld dat zij te kwader trouw zijn) in elk geval zullen worden
gestraft (na kennisgevingen inzake aangeboden goederen), worden kennisgevingen
inzake verkopers niet geacht belangrijke voordelen te bieden. Een houder van
rechten deelde daarentegen mee dat, hoewel de samenwerking bij de procedures
voor kennisgeving en verwijdering efficiënt verloopt waar het om kennisgeving
en verwijdering inzake goederen gaat, de mate waarin internetplatforms
maatregelen nemen naar aanleiding van kennisgevingen inzake bij de verkoop van
namaakgoederen betrokken verkopers, onduidelijk is. De voorwaarden die de verschillende
internetplatforms toepassen, verbieden duidelijk de verkoop van goederen
waarmee inbreuk op de rechten van derden wordt gemaakt. Zij maken ook duidelijk
dat de goederen waarmee inbreuk wordt gemaakt, verwijderd zullen worden.
Sommige internetplatforms verstrekken houders van rechten formulieren voor
kennisgeving, hoewel deze beknopt zijn en in hoofdzaak ontworpen voor houders
van rechten die niet bij het MvO zijn aangesloten. Hoewel de feitelijke
verwerking van kennisgevingen een intern proces is, verschaffen de grotere
internetplatforms online toelichtingen over de procedure voor kennisgeving en
verwijdering. Deze dienen als een referentiepunt, met name voor houders van
rechten die het MvO niet ondertekend hebben. Deze toelichtingen kunnen ook
onderdeel uitmaken van het specifieke programma van het internetplatform voor
de bescherming van rechten of van het onderdeel “help” van de website. Sinds de inwerkingtreding van het MvO hebben
alle ondertekenaars melding gemaakt van verbeteringen op al deze gebieden van
de procedure voor kennisgeving en verwijdering. Verschillende internetplatforms
hebben hun instrumenten en procedures op het gebied van kennisgeving en
verwijdering herzien en vaak gestroomlijnd. Één internetplatform heeft zijn
procedure voor kennisgeving en verwijdering opnieuw georganiseerd en op al zijn
Europese sites een gemeenschappelijke procedure ingevoerd[11]. Houders van rechten deelden mee dat de
procedure voor kennisgeving en verwijdering op de websites van de
internetplatforms waarop het MvO van toepassing is, nu in het algemeen goed
werkt[12]. Voor houders van rechten is het echter vaak kostbaar om een
monitoringprogramma in stand te houden. 3.3. Proactieve
en preventieve maatregelen – een belangrijke maatregel om namaak doeltreffend
te bestrijden Proactieve en preventieve maatregelen (PPM)
zijn de maatregelen en procedures waarmee internetplatforms en houders van
rechten kunnen voorkomen dat op het internet illegale goederen beschikbaar
komen of die beschikbaarheid tot slechts een korte periode kan worden beperkt.
Deze maatregelen en procedures verschilden niet alleen tussen de
ondertekenaars, maar soms zelfs ook tussen de verschillende websites van een en
hetzelfde internetplatform. Volgens de ondertekenaars lijken reactieve
procedures voor kennisgeving en verwijdering op zich onvoldoende om het
probleem van de internetverkoop van namaakgoederen aan te pakken. Adequate
proactieve waarborgen om te voorkomen dat namaakgoederen via
internetmarktplaatsen worden aangeboden, zijn net zo belangrijk in de strijd
tegen de internetverkoop van namaakgoederen. Proactieve en preventieve maatregelen zijn
nauw gerelateerd aan de individuele bedrijfsmodellen en -praktijken van de
betrokken internetplatforms en houders van rechten. Zij vormen een van de
manieren waarop internetplatforms zichzelf kunnen onderscheiden van hun
concurrenten op de markt. Zij kunnen de tevredenheid en het vertrouwen van
klanten ten aanzien van de op een bepaalde website aangeboden goederen
aanzienlijk beïnvloeden. Verschillende internetplatforms zijn betrekkelijk transparant
over hun PPM. Internetplatforms hebben ook aangegeven dat PPM vaak verfijnd
moeten zijn en zich snel aan veranderende omstandigheden moeten kunnen
aanpassen, willen zij doeltreffend blijven. PPM zijn daarom vaak kostbaar om
uit te voeren. Proactieve en preventieve maatregelen maken voor de
rechthebbenden deel uit van de maatregelen waarmee zij hun merk beschermen en
zijn nauw verbonden met hun strategieën en handelwijze op het gebied van
merkbescherming. Alle ondertekenaars hebben herhaaldelijk benadrukt
dat het delen van informatie tussen rechthebbenden en internetplatforms
essentieel is voor de doeltreffendheid van PPM. Verschillende
ondertekenaars merkten op dat de doeltreffendheid van PPM in de tijd en naar
gelang de verschillende websites van de internetplatforms leek te fluctueren,
wat niet verrassend is gezien de behendigheid en het aanpassend vermogen van de
personen die namaakgoederen proberen te verkopen. Het toont aan dat
ondertekenaars steeds waakzaam moeten blijven en benadrukt de noodzaak van
voortdurende samenwerking. Een ondertekenaar deelde mee dat als gevolg
van de ondertekening van het MvO de investering in PPM zowel was toegenomen als
tot tastbare resultaten had geleid. Een internetplatform wees erop dat het
thans meer potentieel problematische listings op basis van vrijwilligheid en
proactief verwijdert dan reactief[13]. PPM variëren van technische maatregelen, zoals
de mogelijkheid voor een internetplatform om het gebruik van bepaalde
steekwoorden of het aanbod van inhoud voordat deze is vrijgegeven, op te
sporen, tot het delen van informatie met internetplatforms over indicatoren
voor namaakproducten en de modus operandi van aanbieders van namaakgoederen.
Sommige internetplatforms deelden mee dat zij bepaalde opsporingstechnologieën
gebruiken en preventieve verwijdering toepassen. Door het nemen van proactieve maatregelen om
de verkoop van namaakgoederen te voorkomen, waren sommige ondertekenaars
bezorgd dat zij geacht konden worden feitelijk op de hoogte te zijn van de
illegale activiteiten, waardoor zij buiten de regeling voor vrijstelling van
aansprakelijkheid van de richtlijn inzake elektronische handel zouden komen te
vallen. 3.4. Recidivisten Ingevolge punt 35 van het MvO moeten
internetplatforms kennisgevingen inzake recidivisten in acht nemen en beleid
invoeren en handhaven dat recidivisten ontmoedigt. Met het recidivebeleid van de diverse
internetplatforms worden in het algemeen ontmoedigingsmaatregelen beoogd
(bijvoorbeeld een tijdelijke blokkering van een account) die op de verkoper
zijn gericht (en niet slechts op het betreffende aanbod) nadat de tweede
inbreuk heeft plaatsgevonden. Wanneer een verkoper opnieuw namaakgoederen
blijkt aan te bieden, kunnen strengere ontmoedigingsmaatregelen worden
toegepast. Alle internetplatforms hebben maatregelen ingevoerd waarmee kan
worden voorkomen dat verkopers die zijn uitgesloten, zich opnieuw inschrijven. Hoewel ontmoedigingsmaatregelen belangrijk en
zelfs essentieel zijn, zijn er volgens de internplatforms andere manieren om
iets aan recidive te doen dan enkel de blokkering van een gebruikersaccount,
zoals educatie, veiligheidsmaatregelen, negatieve prikkels of beperkingen. Het ontmoedigingsbeleid is uiteengezet in de
voorwaarden van het internetplatform op de betrokken website. Sommige
internetplatforms geven de regeling ook nog eens beknopt weer in andere secties
van hun website, zoals in het programma inzake de bescherming van rechten of de
“help”-secties. Internetplatforms voeren hun
ontmoedigingsbeleid niet automatisch uit. Individuele correcties zijn soms
noodzakelijk en worden voor zover passend geacht, doorgevoerd. Een verkoper die
duidelijk te kwader trouw handelt, kan onmiddellijk uitgesloten worden, terwijl
een recidivist die lang geleden voor het eerst op kleine schaal inbreuk maakte,
een waarschuwing gegeven kan worden alvorens zijn account wordt geblokkeerd.
Sommige internetplatforms bekijken per geval of sancties moeten worden
opgelegd, zij het met dezelfde resultaten en doeltreffendheid. Wanneer het
erom gaat te beslissen welke ontmoedigingsmaatregelen moeten worden genomen,
moet met verschillende aspecten rekening worden gehouden, zoals de ernst
van de beleidsschending, het aantal beweerdelijke inbreuken, de herhaling van
de inbreuk, de tijd die sinds de eerste inbreuk is verstreken, feedback van de
verkoper, bewoordingen waaruit een duidelijke bedoeling blijkt, de omvang van
legale bedrijfsactiviteiten alsook ander meer verdacht gedrag, zoals pogingen
om ontdekking te voorkomen. Als gevolg daarvan is het niet mogelijk geweest
om een enkele, uniforme definitie van ontmoedigingsmaatregelen vast te stellen. Communicatie tussen houders van rechten en de
internetplatforms is ook hier weer cruciaal voor de tenuitvoerlegging van een
effectief recidivebeleid. Internetplatforms hebben informatie nodig van de
betrokken houders van rechten; anders is hun recidivebeleid minder
doeltreffend. Verschillende internetplatforms hebben speciale
rapporteringsinstrumenten ontwikkeld en deze voor houders van rechten
beschikbaar gemaakt om de wederzijdse uitwisseling van informatie, waaronder
feedback aan de kennisgevende houder van rechten, te vereenvoudigen, met
inachtneming van de legitieme belangen van de betrokken personen. Ontmoedigingsmaatregelen hebben een direct
effect op verkopers, ongeacht of ze gerechtvaardigd zijn: verlies van de
mogelijkheid het betreffende object te verkopen, tijdsinvestering in verplichte
opleiding of aanvullende veiligheidsmaatregelen; verlies van een speciale
vertrouwensstatus, die tot een lager consumentenvertrouwen leidt en dus tot
lagere gemiddelde verkoopprijzen; verkooprestricties waardoor ondernemingen
worden beperkt, zouden tot surplusvoorraden, vergeefse investeringen en
economische verliezen kunnen leiden; permanente blokkeringen kunnen hele
ondernemingen (en dus ook hun werknemers en zakenpartners) in gevaar brengen. Internetplatforms
passen daarom ontmoedigingsmaatregelen terughoudend en met de nodige
omzichtigheid toe. Recidivebeleid is voor houders van rechten erg
belangrijk omdat hen door recidivisten de meeste schade wordt berokkend, met
name wanneer deze door misleidende praktijken in staat zijn om in
namaakgoederen te blijven handelen. Houders van rechten blijven op het
standpunt staan dat er recidivisten zijn die al geruime tijd op verschillende internetplatforms
en onder een reeks namen namaakgoederen hebben verkocht. Houders van
rechten maken bij internetplatforms melding van recidivisten op grond van hun
eigen onderzoek; daarbij gaat het ook om het opnieuw verschijnen van aangeboden
goederen die eerder verwijderd waren. Houders van rechten kunnen echter niet
altijd recidivisten opsporen en vervolgens identificeren, bijvoorbeeld omdat de
betrokken website niet aan de hand van de gegevens van de verkoper kan worden
doorzocht. Van internetplatforms wordt gedacht dat zij, hetzij op eigen initiatief hetzij op instigatie van de betrokken
houder van rechten, voortvarender optreden tegen recidivisten dan voorheen,
maar zij gaan op hun eigen oordeel af en houden rekening met alle specifieke
omstandigheden van het geval[14].
Niet alle kennisgevingen inzake recidivisten worden dus gevolgd door de
blokkering of opheffing van een account. Sinds de inwerkingtreding van het MvO
zijn internetplatforms tegenover houders van rechten transparanter geworden
over hun ontmoedigingsbeleid en de toepassing daarvan. Sommige
internetplatforms en houders van rechten wisselen bilateraal informatie over
individuele gevallen uit, maar dit lijkt niet algemeen gebruikelijk te zijn. Alle internetplatforms hebben technische en
procedurele maatregelen ingevoerd voor het opsporen van recidivisten en om te
voorkomen dat uitgesloten recidivisten zich opnieuw op hun websites
inschrijven. Dergelijke pogingen kunnen slechts tot op zekere hoogte slagen
vanwege de heimelijke handelwijze van malafide verkopers. Alleen een grotere
wederzijdse uitwisseling van informatie en rechtstreekse samenwerking tussen
internetplatforms en houders van rechten kan de situatie verbeteren. Ondertekenaars investeren in instrumenten en
praktijken om recidivisten te bestrijden. Met betrekking tot het afgelopen jaar
laten deze gezamenlijke inspanningen steeds betere resultaten zien. In sommige
gevallen zijn opmerkelijke successen bereikt[15].
Niettemin kan een grotere inspanning om de praktische uitvoering te
verduidelijken, nuttig blijken om de concrete resultaten van maatregelen tegen
recidivisten te verbeteren. 3.5. Samenwerking,
waaronder de uitwisseling van informatie Samenwerking en uitwisseling van informatie is
van wezenlijk belang voor de doeltreffendheid van PPM. Alle
internetplatforms hebben hun IER-beleid vastgesteld en op hun respectieve
websites gepubliceerd. Zij delen allemaal duidelijk de bijzonderheden van
hun beleid mee. Dit beleid komt ook duidelijk tot uitdrukking in de voorwaarden
voor het gebruik van de betrokken sites en in de overeenkomsten met de
verkopers. Alle internplatforms zorgen voor de naleving van hun IER-beleid. Verschillende internetplatforms hebben
speciale samenwerkingsprogramma’s op het gebied van de bescherming van rechten
ontwikkeld, die vaak de basis vormen voor verdere
samenwerking tussen het betrokken internetplatform en merkhouders in het
algemeen. De deelname van houders van rechten aan deze programma’s verschilt
per website. Sinds de inwerkingtreding van het MvO zijn verschillende
houders van rechten aan deze programma’s gaan deelnemen, al naar gelang hun
specifieke behoeften[16]. Het MvO sluit niet uit dat ondertekenaars
andere of meer gedetailleerde informatie uitwisselen, bijvoorbeeld op
bilaterale basis en volgens aanvullende voorwaarden. Een aantal
internetplatforms heeft statistische analyses openbaar gemaakt van (proactief
dan wel na ontvangst van een verzoek in het kader van de procedure voor
kennisgeving en verwijdering) verwijderd aanbod en deze informatie is nuttig
gebleken. Internetplatforms hebben samen besloten om op verzoek de identiteit
en contactgegevens van vermoedelijke inbreukmakers openbaar te maken, voor
zover dit op grond van de toepasselijke wetgeving inzake gegevensbescherming is
toegestaan. Slechts in een geval zijn er door ondertekenaars problemen gemeld
in verband met dit aspect van het MvO[17]. 3.6. Consumentenvertrouwen,
-informatie en -bescherming Consumentenvertrouwen is een cruciale
succesfactor voor alle ondertekenaars. Alle
ondertekenaars streven er dan ook naar consumenten naar behoren tegen
namaakgoederen te beschermen en manieren te vinden om consumenten die te goeder
trouw en onbedoeld namaakgoederen hebben gekocht, schadeloos te stellen. Alle internetplatforms informeren consumenten
over de beste manier om veilig van hun diensten gebruik te maken en zich bewust
van verdacht aanbod te zijn. Alle belangrijke internetplatforms hebben
regelingen voor schadevergoeding. Deze regelingen ter
bescherming van kopers zijn echter alle zeer verschillend qua reikwijdte en
procedures. Een internetplatform biedt bijvoorbeeld een volledige garantie
tegen namaakgoederen aan en houdt het geld onder zich tot de transactie naar de
volle tevredenheid van de koper is voltooid. Naast terugbetaling via de
online-betalingsregeling compenseren internetplatforms consumenten via hun
eigen regeling voor de bescherming van kopers of op grond van een algemeen
retourneringsbeleid. Diverse internetplatforms helpen consumenten om van de
betrokken verkoper terugbetaling te verkrijgen. In dit verband moet worden
opgemerkt dat de EU-wetgeving minimumregels bevat ter bescherming van
consumenten die namaakgoederen van professionele verkopers kopen. In gevallen
waarin een internetplatform als een professionele verkoper handelt, geeft
Richtlijn 1999/44/EG betreffende de verkoop van en de garanties voor
consumptiegoederen consumenten het recht om de goederen te laten vervangen door
een echt product of, wanneer dat niet mogelijk is, terugbetaling te verkrijgen. Houders van rechten die niet bij een bepaalde
verkoop betrokken zijn, worden vaak benaderd door teleurgestelde consumenten
die namaakgoederen hebben gekocht[18].
Het spreekt voor zich dat houders van rechten geen algemene plicht hebben om
schadevergoeding aan te bieden of om de consument bij te staan om verhaal
trachten te halen. Een aantal houders van merken verricht echter speciale
inspanningen. Verschillende internetplatforms moedigen
consumenten systematisch aan om namaakgoederen bij de lokale
rechtshandhavingsinstanties te melden. Sommige nationale autoriteiten, zoals
instanties voor mededingingstoezicht en consumentenbescherming, zijn ook
genegen om vermoedelijke schendingen van consumentenbescherming te melden,
zoals misleidende reclame, oneerlijke handelspraktijken en schending van
etiketteringsvoorschriften. Alle ondertekenaars waren het erover eens dat
de verbetering van consumentenbescherming een van de voornaamste doelstellingen
van het MvO is. De ondertekenaars hebben geen enkele negatieve feedback van
consumenten gemeld[19].
Een internetplatform deelde zelfs mee dat het aantal meldingen met negatieve
feedback inzake verkopers en claims van ontevreden burgers sinds begin 2011 met
30% was afgenomen. 3.7. Externe
communicatie en bewustmaking Handelsverenigingen spelen een belangrijke rol bij het bereiken van de doelstellingen van
het MvO. Verschillende handelsverenigingen hebben een rol gespeeld bij de
totstandbrenging van constructieve relaties tussen houders van merken en
internetplatforms. Terwijl sommige handelsverenigingen ook daadwerkelijk namens
hun leden de eerbiediging van rechten afdwingen en ze allemaal ook de belangen
van hun leden vertegenwoordigen en de gezamenlijke standpunten coördineren die
namens hun leden inzake het MvO moeten worden ingenomen, spelen
handelsverenigingen een centrale rol waar het gaat om de verspreiding van de
ideeën die aan het MvO ten grondslag liggen en om het aansporen van hun leden
om de beginselen daarvan te eerbiedigen. De meeste handelsverenigingen hebben
via updates van hun website, e-mailcirculaires aan de leden en
informatiesessies tijdens hun conferenties bekendheid gegeven aan de
vooruitgang die met het MvO is geboekt en de voordelen ervan. De ondertekenaars erkenden dat het van belang
is om nationale autoriteiten te blijven betrekken bij de strijd tegen de
internetverkoop van namaakgoederen en om IER-instanties alsook de leden van het
Europees Parlement volledig op de hoogte te houden van het MvO en de daarmee
verband houdende ontwikkelingen. Zij beklemtoonden allemaal de voordelen die
het heeft wanneer na de vaststelling van dit verslag nog meer aan een
dergelijke bewustwording wordt gedaan. Op EU-niveau is in de relevante
beleidsmededelingen naar het MvO verwezen[20].
Ook op het niveau van de lidstaten zijn dergelijke initiatieven tot stand
gekomen[21].
Op internationaal niveau wordt bekendheid aan het MvO gegeven op internationale
fora als de WIPO[22]
en de WHO, alsook in discussies met de voornaamste handelspartners van de EU. 3.8. Benchmarking
van de effecten van het MvO De ondertekenaars hebben de Commissie ten
behoeve van dit verslag een aanzienlijke hoeveelheid gegevens verstrekt die de
werking van het MvO en het effect daarvan op hun onderneming aantonen. De
meeste gegevens worden als vertrouwelijk beschouwd vanwege hun commercieel
gevoelige aard en kunnen dus niet rechtstreeks worden aangehaald. Ondanks alle inspanningen worden op de
websites van alle internetplatforms nog namaakgoederen aangeboden. De
verkopers van namaakgoederen zijn behendiger geworden in het zodanig aanbieden
van hun goederen dat het niet altijd mogelijk is om aan het op het internet
aangebodene te zien of het om een nagemaakt of een authentiek product gaat.
Gelet daarop hebben op steekwoorden of afbeeldingen alsook op prijzen
gebaseerde PPM hun beperkingen laten zien. Veel ondertekenaars hebben geïnvesteerd in de
ontwikkeling van geschikte indicatoren (zogenoemde kernprestatie-indicatoren)
in een poging vooruitgang, implementatie en werking van het MvO op een
betrouwbare en transparante wijze te meten. Omdat dergelijke indicatoren
rekening moeten houden met de bijzondere kenmerken van verschillende
bedrijfsmodellen alsook met de betrokken goederen en sectoren, was het niet
mogelijk dat door de diverse ondertekenaars een enkele reeks indicatoren voor
metingen werd gebruikt. Daardoor is het nog niet mogelijk geweest om
totaalcijfers te verkrijgen die als kwantitatieve vector kunnen fungeren voor
de beoordeling van en de informatieverstrekking over de effecten van het MvO. Om trends inzake het aanbod van namaakgoederen
op de respectieve sites van de internetplatforms in de gaten te houden, hebben
diverse houders van rechten systematische testaankoopprogramma’s
uitgevoerd, die verschillende keren onder vergelijkbare omstandigheden zijn
herhaald. Deze zijn voor het vaststellen van trends waardevol gebleken. Één internetplatform deelde mee dat het sinds
medio 2011 een opvallende daling (20%) had waargenomen in het aantal door
houders van rechten aangespannen procedures inzake kennisgeving en
verwijdering, wat vermoedelijk overeenkomt met een op het platform
zichtbare afname van het aantal aangeboden verdachte goederen. Het stelde vast
dat gedurende dezelfde periode het aantal proactieve verwijderingen van
verdachte producten in het kader van zijn PPM bijna verdubbeld was. Een andere
houder van rechten deelde mee dat inzake zijn merken in het afgelopen jaar bij
internetproviders bijna 120 000 meldingen werden gemaakt van inbreukmakende
inhoud, waarvan slechts 0,005% niet gerechtvaardigd bleek. Een ander belangrijk internetplatform deelde
mee dat in het derde kwartaal van 2012 van meer dan 8 600 verkopers de account
geblokkeerd of ernstig beperkt werd nadat was gebleken dat zij verdachte
goederen online hadden gezet die een merk van ondertekenaars van het MvO
droegen. Hoewel er met betrekking tot dezelfde perioden in voorgaande jaren
geen specifiek op ondertekenaars van het MvO betrekking hebbende statistische
gegevens beschikbaar zijn, doet een voorzichtige extrapolatie van deze cijfers
vermoeden dat er ten opzichte van voorgaande jaren een toename heeft
plaatsgevonden. Een houder van rechten meldde dat sinds de totstandkoming van
het MvO het aantal recidivisten per kwartaal is gehalveerd. Een andere houder
van rechten maakte ook melding van een aanzienlijke afname van het aantal
recidivisten dat nog steeds op dezelfde internetplatforms actief is. In mei
2012 was 15,7 % van de recidivisten actief geweest; in augustus 2012 werd
slechts 5% van de recidivisten geregistreerd. Het effect van het MvO op de feitelijke
aanwezigheid van aangeboden namaakgoederen op de websites van de
internetplatforms is volgens de verslagen van de ondertekenaars variabel
geweest. Een rechthebbende maakte gewag van een daling op een belangrijk
internetplatform van 40% in de namaak van een specifieke productcategorie tot
een constante 0%. Dezelfde houder van rechten meldde een algemene afname
van namaakgoederen op de sites van een ander belangrijk internetplatform. Een
andere houder van rechten meldde een afname met 50% van het aantal frauduleuze
verkopers en een afname met 30% van het aantal aangeboden illegale goederen op
hetzelfde internetplatform. Weer een andere telde gedurende een week in de
herfst van 2012 ongeveer 12 000 op een bepaald internetplatform actieve
individuele verkopers van goederen met zijn merk, waarvan in totaal 9 % op de
vijf voornaamste EU-markten in namaakgoederen handelde. Deze resultaten laten
zien dat de verkoop van namaakgoederen ertoe neigt zich te verplaatsen naar
internetplatforms met een minder streng handhavingsbeleid (waarom het MvO
meestal niet van toepassing is), wat erop kan wijzen dat het MvO goede
praktijken bevordert en moet worden uitgebreid tot nieuwe ondertekenaars wil
het als vrijwillige maatregel effectief blijven. Slechts een internetplatform deelde cijfers
mee inzake meldingen van slechte koperservaringen (een afname met 30%
sinds begin 2011). Verslagen van de ondertekenaars laten zien dat
ondernemingen onderling een verschillende prioriteit toekennen aan de actieve
bestrijding van namaakgoederen. Deze prioriteiten blijken uit de toegekende financiële
en personele middelen. Merkbescherming is kostbaar. Een houder van rechten
deelde mee dat hij meer dan 3 miljoen EUR per jaar aan maatregelen voor
merkbescherming besteed, onder andere voor het toezicht op internetdiensten en
de melding van inbreukmakend aanbod. Een internetplatform rapporteerde een
totaal aan personeelskosten voor zijn programma voor de bestrijding van
namaakgoederen van dezelfde orde van grootte. Een andere belangrijke houder van
rechten stelde jaarlijkse kosten ten bedrage van 1 miljoen EUR te hebben. Aan
het andere einde van het spectrum bevindt zich een merkhouder die beweerde
slechts een paar duizend EUR per jaar te spenderen aan maatregelen voor
merkbescherming. Internetplatforms lijken een aanzienlijk bedrag van hun
middelen te investeren in maatregelen ter bestrijding van namaakgoederen. Meer
dan een internetplatform deelde mee dat ongeveer 40 personeelsleden op de een
of andere manier betrokken zijn bij maatregelen ter bestrijding van
namaakgoederen. Een platform heeft een speciaal team ter bestrijding van
namaakgoederen opgericht, dat het team dat zich met de betrekkingen met houders
van rechten bezighoudt, operationeel ondersteunt. Alle internetplatforms
blijven investeren in aanvullende computerfuncties op gebieden als procedures
in het kader van kennisgeving en verwijdering, PPM, toezicht op en kennisgeving
inzake recidivisten, alsmede klantenondersteuning. De bedragen die worden
uitgegeven, zijn natuurlijk evenredig aan de omvang en het geografische bereik
van het platform. Dit geldt mutatis mutandis voor individuele houders van
rechten. Verschillende platforms maakten melding van
een tamelijk aanzienlijke investering in bewustmakingsactiviteiten,
zoals campagnes ter bestrijding van namaakgoederen in samenwerking met
ontwerpers, educatieve workshops voor kleine en middelgrote ondernemingen en
ook een jaarlijkse conferentie over de bestrijding van namaakgoederen.
Handelsverenigingen houden zich ook actief bezig met de bewustmaking van hun
leden. Sommige houders van rechten hebben op openbare conferenties over het MvO
gesproken. 4. Volgende
stappen De internetverkoop van namaakgoederen is een
bewegend doel. De door namakers gebruikte technologie en bedrijfsmodellen
veranderen voortdurend. Internetplatforms en houders van rechten moeten dus alert
blijven zodat zij indien nodig onmiddellijk passende maatregelen kunnen
nemen. Het MvO heeft zijn proefperiode doorstaan. Het
functioneert naar tevredenheid doordat de ondertekenaars zich ertoe hebben
verbonden het tot een succes te maken. Op dit moment is er geen duidelijke
noodzaak om de tekst van het MvO te wijzigen. De vigerende bepalingen zijn
dusdanig geformuleerd dat snel tegen nieuwe fenomenen kan worden opgetreden.
Niettemin zijn er nog steeds verbeteringen mogelijk met betrekking tot de
praktische uitvoering wil het uitgroeien tot de erkende “beste praktijk”. Het blijkt dat vooruitgang in de strijd tegen
de verkoop van namaakgoederen het best kan worden bereikt door dat wat al is
bereikt te consolideren en het MvO nog beter te laten werken. De ondertekenaars
hebben daarom de volgende aanpak op het oog: Verlenging van het MvO en een evaluatie
ervan na nog eens twee jaar Op basis van de huidige versie van het MvO verbinden
de ondertekenaars zich ertoe het nog eens twee jaar lang toe te passen[23]. De ondertekenaars wensen
tijdens deze periode tweemaal per jaar bijeen komen onder leiding van de
Europese Commissie. In het voorjaar buigt dan een plenaire vergadering zich
over algemene beleidskwesties. Tijdens de najaarsbijeenkomst moet de nadruk op
meer praktische kwesties liggen[24]. De ondertekenaars van het MvO en de Europese
Commissie zijn het erover eens dat zij periodiek moeten evalueren of het
MvO nog geschikt is om de internetverkoop van namaakgoederen tegen te gaan. De
Commissie zal daarom voor eind 2014 een tweede evaluatie plannen die analoog
aan de onderhavige is. Tegen die tijd moet een gezamenlijk kader inzake
kernprestatie-indicatoren zijn vastgesteld, waarmee kan worden vastgesteld
in hoeverre de ondertekenaar hun toezeggingen zijn nagekomen. De onderhavige evaluatie heeft laten zien dat
er nog ruimte voor verbetering bij de uitvoering van het MvO mogelijk is. Er
moeten bilaterale bijeenkomsten tussen de ondertekenaars blijven
plaatsvinden zodat zij elkaar over specifieke kwesties kunnen informeren en
gezamenlijk praktische oplossingen kunnen zoeken. Bovendien kan het, waar
nodig, doeltreffend zijn om de rol van de Commissie als katalysator uit
te breiden en deze zich tot een meer bemiddelende functie te laten
ontwikkelen voor de oplossing van specifieke kwesties. Dit kan zinvol zijn waar
het om gevoelige kwestie gaat die voor een beperkte groep ondertekenaars
relevant zijn. De ondertekenaars en de Europese Commissie
zullen gezamenlijk een verbeterde communicatiestrategie ontwikkelen, die
ertoe moet bijdragen zoveel mogelijk profijt te hebben van het MvO als een stap
in de richting tot de totstandkoming van beste praktijken voor houders van
rechten en internetplatforms ter beteugeling van het aanbod van namaakgoederen via
het internet. Uitbreiding van het lidmaatschap van het
MvO Op basis van hun ervaringen tot nu toe zijn de
ondertekenaars het erover eens dat het zinvol zou zijn om het lidmaatschap
van het MvO ook open te stellen voor nieuwe internetplatforms,
distributeurs, houders van rechten en handelsverenigingen. Uitbreiding van het
MvO door het aanvaarden van nieuwe ondertekenaars, met name uit aanvullende
sectoren of gebieden, die bereid en in staat zijn om aan de bepalingen ervan te
voldoen, wordt als een wezenlijke volgende stap gezien om de doeltreffendheid
ervan te vergroten. De nadruk moet liggen op ondernemingen en
handelsverenigingen die kunnen bijdragen tot de verwezenlijking van de
doelstellingen van het MvO en die voor toegevoegde waarde zouden zorgen. Om beste praktijken te verspreiden en
aansluiting bij het MvO te bevorderen, zullen de ondertekenaars en de Europese
Commissie internetplatforms en houders van rechten die het MvO niet
hebben ondertekend, trachten te helpen om hun bedrijfsprocessen en ondersteuningsinstrumenten
waar nodig aan te passen. Het EU-waarnemingscentrum inzake inbreuken op IER
moet daarbij ook een nuttige rol vervullen. Teneinde het consumentenbeschermingsaspect
van het MvO te blijven verbeteren en ervoor te zorgen dat bij het gebruik van
het MvO de fundamentele rechten rigoureus worden geëerbiedigd, zal de
Commissie blijven streven naar de betrokkenheid en bij voorkeur volledige
deelname van representatieve consumentenorganisaties en groeperingen voor
burgerrechten. Internetplatforms en houders van rechten moeten ook zoeken naar
nieuwe wegen om de bescherming van consumenten nog beter te maken dan in het
MvO al is overeengekomen. Bijlage: lijst van
websites en merknamen waarop het MvO van toepassing is Merken waarop
het MvO van toepassing is Adidas groep 1. Adidas 2. Y-3 3. Reebok 4. Rockport 5. Taylor Made 6. CCM Allianz Amer Sports groep 1. ARC’TERYX 2. MAVIC 3. SALOMON 4. SUUNTO 5. PRECOR 6. ATOMIC 7. WILSON 8. BONFIRE Burberry 1. Burberry Gant 1. GANT 2. GANT RUGGER Lacoste 1. Lacoste Lego groep 1. Lego LVMH groep 1. Louis Vuitton 2. Dior Couture Mattel, Inc. 1. Barbie 2. Hot Wheels 3. Fisher-Price 4. Matchbox 5. Corolle 6. UNO 7. Scrabble 8. Monster High Microsoft 1. Microsoft 2. XBOX 3. Microsoft Windows 4. Microsoft Office 5. Microsoft Windows Server Nike 1. NIKE 2. CONVERSE 3. UMBRO Nokia 1. NOKIA 2. CONNECTING PEOPLE 3. VERTU 4. V Procter & Gamble 1. Gillette 2. OralB 3. Olay Richemont 1. Alfred Dunhill 2. Azzedine Alaia 3. Baume Mercier 4. Cartier 5. Chloe 6. IWC 7. Jaeger LeCoultre 8. Lancel 9. Lange & Sohne 10. Montblanc 11. Panerai 12. Piaget 13. Purdey 14. Roger Dubuis 15. Shanghai Tang 16. Vacheron Constantin 17. Van Cleef & Arpels Unilever 1. Dove 2. Axe/Lynx 3. Sure/Rexona 4. Vaseline 5. Pond’s 6. Radox 7. Duschdas 8. St Ives 9. Persil (Alleen Verenigd Koninkrijk, Ierland, Frankrijk; elders eigendom Henkel) 10. Surf 11. Omo 12. Comfort 13. Cif 14. Sunsilk 15. VO5 16. TRESemmé 17. Nexxus 18. Brylcreem 19. Knorr 20. Lipton 21. PG Tips 22. Slimfast 23. Signal 24. Close Up 25. Prodent 26. Mentadent 27. Pepsodent 28. Zwitsal 29. Fissan Websites waarop het MvO van toepassing is MIH groep 1. allegro.pl 2. aukro.bg 3. aukro.cz 4. aukro.sk 5. osta.ee 6. qxl.dk 7. qxl.no 8. ricardo.ch 9. ricardo.gr 10. teszvesz.hu 11. tuktuk.lt 12. vatera.hu eBay 1. ebay.at 2. ebay.be 3. ebay.ch 4. ebay.cz 5. ebay.de 6. eim.ebay.dk 7. eim.ebay.fi 8. ebay.fr (excl. Petites Annonces) 9. eim.ebay.gr 10. eim.ebay.hu 11. ebay.ie 12. ebay.it/classico (excl. rubrieksadvertenties) 13. ebay.nl 14. eim.ebay.no 15. ebay.pl 16. eim.ebay.pt 17. ebay.es/classico (excl. rubrieksadvertenties) 18. eim.eBay.se 19. ebay.co.uk Price Minister/ Rakuten 1. http://www.priceminister.com 2. http://www.priceminister.fr 3. http://www.priceminister.es Amazon 1. amazon.co.uk 2. amazon.fr 3. amazon.de 4. amazon.it 5. Amazon.es. [1] Zoals bepaald in artikel 41 van het MvO,
http://ec.europa.eu/internal_market/iprenforcement/docs/memorandum_04052011_en.pdf. [2] Het MvO is ondertekend door: de Adidas groep, AIM
(European Brands Association), de Allianz Deutscher Produzenten — Film &
Fernsehen e.V, de Amer Sports groep, de Anti-Counterfeiting Group (ACG),
Amazon, het International Bureau of Societies Managing Recording and Mechanical
Reproduction Rights (BIEM), Burberry, Business Action to Stop Counterfeiting
and Piracy (BASCAP), eBay, de European Textile and Clothing Confederation
(EURATEX), de Federation of Sports and Play Associations (FSPA), de Federazione
Moda Italia, de Federation of the European Sporting Goods Industry (FESI), Gant
AB, het Bundesverband der Schuhindustrie e.V., de Interactive Software
Federation (ISFE), de International Video Federation (IVF), de Italian
Association of Foreign Trade (AICE), Lacoste, de Lego groep, de LVMH groep,
Mattel Inc, Microsoft, de MIH groep, de Motion Picture Association (MPA) EMEA,
Nike, Nokia, Price-Minister — Rakuten groep, Procter & Gamble, Richemont,
de Swedish Anti-Counterfeiting Group (SACG) en Unilever. [3] Artikel 40 van het MvO bepaalt dat de ondertekening van
het MvO (op 4 mei 2011) gevolgd wordt door een beoordelingsperiode van twaalf
maanden. Hoewel oorspronkelijk de beoordelingsperiode op 12 maanden was
gesteld, waren de ondertekenaars het er unaniem over eens dat deze periode met
zes maanden moest worden verlengd om een algehele beoordeling van alle
maatregelen uit het MvO mogelijk te maken. [4] http://ec.europa.eu/internal_market/iprenforcement/index_en.htm [5] COM(2009) 467 definitief van 11.09.2009: Voor een
versterkte handhaving van intellectuele-eigendomsrechten in de interne markt. [6] COM(2011) 287 definitief van 24.05.2011: Een eengemaakte
markt voor intellectuele eigendomsrechten - Creativiteit en innovatie
bevorderen met het oog op economische groei, kwaliteitsjobs en
eersteklasproducten en -diensten in Europa. [7] Resolutie
van het Europees Parlement van 22 september 2010 over versterkte handhaving van
intellectuele-eigendomsrechten in de interne markt;
http://www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?type=TA&language=NL&reference=P7-TA-2010-0340. [8] Resolutie van de Raad van 1 maart 2010 over versterkte
handhaving van intellectuele-eigendomsrechten in de interne markt,
PB C 56 van 6.3.2010, blz. 1. [9] Mededeling van de Commissie “Een Europese
consumentenagenda - Vertrouwen en groei stimuleren, COM 2012/225 final. [10] Richtlijn 2000/31/EG, Hoofdstuk II, afdeling 4; PB L178
van 17.7.2000, blz. 1. [11] Deze gemeenschappelijke procedure maakte het dit
internetplatform mogelijk om nog meer websites onder de paraplu van het MvO te
brengen. [12] Deze conclusie gaat uitsluitend op voor procedures inzake
kennisgeving en verwijdering in het kader van dit MvO en laat het functioneren
van procedures inzake kennisgeving en verwijdering op andere gebieden van
illegale inhoud of voor gevallen waarin geen sprake van ondertekening van het
MvO is, onverlet. Met name laat zij de conclusies onverlet van de Commissie in
het kader van het initiatief inzake meldings- en actieprocedures (http://ec.europa.eu/internal_market/e-commerce/notice-and-action/index_en.htm). [13] Q3 2011:
65/35, dat wil zeggen dat 65 % van de verdachte listings met betrekking
tot merken van ondertekenaars van het MvO proactief werden verwijderd tegenover
35 % reactief.
Q3 2012: 80/20, dat wil zeggen dat 80 % van de verdachte listings met
betrekking tot merken van ondertekenaars van het MvO proactief werden
verwijderd tegenover 20 % reactief. [14] Een internetplatform gaf in zijn jaarverslag over zijn
strijd tegen namaakgoederen aan dat het in 2011 1715 accounts heeft gesloten,
wat getalsmatig een toename inhoudt van 14% ten opzichte van 2010. Een ander
internetplatform sloot enkele duizenden verkopers van goederen van
ondertekenaars van het MvO af tijdens het derde kwartaal van 2012 of beperkte
deze rigoureus. Ook dit doet een toename ten opzichte van dezelfde periode in
het voorgaande jaar vermoeden. [15] Verschillende rechthebbenden constateerden op een aantal
internetplatforms een afname van het aantal recidivisten. Een rechthebbende
merkte zelfs op dat op een belangrijk internetplatform het aantal recidivisten
met betrekking tot zijn merken met 50% was afgenomen. [16] Bij een internetplatform zijn alle houders van rechten
inmiddels deel gaan nemen aan het programma voor de bescherming van rechten.
Bij een ander internetplatform zijn verschillende houders van rechten die veel
schade lijden door namaakgoederen, deel gaan nemen sinds de inwerkingtreding
van het MvO; anderen passen procedures inzake kennisgeving en verwijdering toe
zonder formeel aan het programma voor de bescherming van rechten deel te zijn
gaan nemen; een minderheid neemt geen deel aan het programma en past evenmin de
procedure inzake kennisgeving en verwijdering toe. [17] Zie voor meer achtergrondinformatie ook de opmerkingen van
de EDPS van 13 september 2012 over de openbare raadpleging door DG Markt over
de procedures voor de aangifte en bestrijding van illegale inhoud op servers
van providers;
http://www.edps.europa.eu/EDPSWEB/webdav/site/mySite/shared/Documents/Consultation/Opinions/2012/12-09-13_e-privacy_EN.pdf. [18] Typische voorbeelden zijn elektronische huishoudelijke
apparaten die niet werken of slecht op maat gemaakte sporthemden waarover de
koper zich bij de vermeende fabrikant beklaagt. Bij nadere beschouwing blijkt
het betrokken product niet door de fabrikant te zijn vervaardigd, maar
nagemaakt te zijn. [19] Geen enkele organisatie op het
gebied van consumentenbescherming heeft het MvO ondertekend. [20] COM(2012)
537 final van 26.09.2012: Steun aan culturele en creatieve sectoren ten behoeve
van groei en banen in de EU;
SWD(2012) 286 definitief van 26.09.2012: Competitiveness of the European High
End Industries;
COM(2012) 582 final van 10.10.2012: Actualisering van de mededeling over het
industriebeleid — Een sterkere Europese industrie om bij te dragen tot groei en
economisch herstel;
COM(2012) 784 final van 18.12.2012: The Digital Agenda for Europe — Driving
European growth digitally;
Resolutie van het Europees Parlement van 11 december 2012 inzake het voltooien
van de digitale interne markt; P7-TA(2012)0468, punt 56. [21] Bijvoorbeeld het Franse handvest inzake de strijd tegen
namaakgoederen op het internet (2009), aangevuld met speciale handvesten met
betrekking tot websites voor kleine advertenties en aanbieders van postdiensten
(2012). [22] http://www.wipo.int/meetings/en/2012/sct_info_net_ge_12/index.html. [23] Ingevolge artikel 44 van het MvO mag iedere ondertekenaar
te allen tijde zijn deelname aan het MvO beëindigen door middel van een
kennisgeving aan de andere ondertekenaars en de Europese Commissie. [24] Artikel 42 van het MvO voorziet een verlenging van het
MvO, na de evaluatieperiode, voor onbepaalde tijd, in combinatie met twee
jaarlijkse bijeenkomsten en een periodiek Commissie-verslag.