This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52012PC0787
Proposal for a COUNCIL REGULATION establishing criteria determining when copper scrap ceases to be waste under Directive 2008/98/EC of the European Parliament and of the Council
Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot vaststelling van criteria die bepalen wanneer koperschroot overeenkomstig Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad niet langer als afval wordt aangemerkt
Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot vaststelling van criteria die bepalen wanneer koperschroot overeenkomstig Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad niet langer als afval wordt aangemerkt
/* COM/2012/0787 final - 2012/0365 (NLE) */
Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot vaststelling van criteria die bepalen wanneer koperschroot overeenkomstig Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad niet langer als afval wordt aangemerkt /* COM/2012/0787 final - 2012/0365 (NLE) */
TOELICHTING Overeenkomstig artikel 6, lid 1, van Richtlijn
2008/98/EG betreffende afvalstoffen worden bepaalde soorten afval niet langer
als afval aangemerkt wanneer zij een behandeling voor nuttige toepassing hebben
ondergaan en wanneer zij voldoen aan specifieke criteria die worden opgesteld
overeenkomstig de in die bepaling vastgestelde wettelijke voorwaarden.
Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van de richtlijn moeten dergelijke criteria
voor specifieke materialen worden vastgesteld door de Commissie volgens de in
artikel 39, lid 2, van de richtlijn bedoelde regelgevingsprocedure met
toetsing. De Commissie heeft daarom een
ontwerp-verordening ter stemming voorgelegd aan het bij artikel 39 van de
richtlijn ingestelde comité. Op de vergadering van het comité van 9 juli 2012
is – vooral wegens het grote aantal onthoudingen (109) – geen gunstig advies
over de ontwerp-verordening uitgebracht. Het belangrijkste bezwaar dat door
sommige lidstaten is ingebracht, is dat het kwaliteitscriterium "minder
dan 2 gewichtsprocent aan vreemde materialen in het door terugwinning
verkregen koperschroot" te streng is. De Commissie heeft hiervan akte
genomen; zij handhaaft niettemin haar wetsvoorstel en geeft het door aan de
Raad. Zij baseert zich daarbij op het technisch verslag van het
Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC), waarin het JRC in overleg met
de belanghebbende partijen tot de conclusie komt dat 2 % een vanuit
milieuoogpunt veilige grenswaarde is voor vreemde materialen in koperschroot
dat niet langer afval is, conform voorwaarde d) in artikel 6,
lid 1, van Richtlijn 2008/98/EG. Daarom wordt, overeenkomstig de procedure van
artikel 5, onder a), van Besluit 1999/468/EG, het onderhavige voorstel voor een
verordening van de Raad ingediend bij de Raad en voorgelegd aan het Europees
Parlement. 2012/0365 (NLE) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot vaststelling van criteria die bepalen
wanneer koperschroot overeenkomstig Richtlijn 2008/98/EG van het Europees
Parlement en de Raad niet langer als afval wordt aangemerkt DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, Gezien Richtlijn 2008/98/EG van het Europees
Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot
intrekking van een aantal richtlijnen[1],
en met name artikel 6, lid 2, Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Overwegende hetgeen volgt: (1) Uit een evaluatie van diverse
afvalstromen blijkt dat de recyclingmarkten voor koperschroot baat zouden
hebben bij de opstelling van specifieke criteria die omschrijven wanneer uit
afval verkregen koperschroot niet langer als afval moet worden aangemerkt. Die
criteria moeten een hoge mate van milieubescherming waarborgen. Zij dienen de
indeling van teruggewonnen koperschroot als afval door derde landen onverlet te
laten. (2) Rapporten van het
Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek van de Europese Commissie hebben het
bestaan aangetoond van een markt voor en een vraag naar koperschroot als
grondstof in de non-ferrometaalproductie-industrie. Koperschroot moet daarom
voldoende zuiver zijn en voldoen aan de ter zake in de
non-ferrometaalproductie-industrie geldende normen of specificaties. (3) De criteria die bepalen
wanneer koperschroot niet langer als afval is aan te merken, moeten ervoor
zorgen dat koperschroot dat werd verkregen uit terugwinningsactiviteiten,
voldoet aan de technische vereisten van de non-ferrometaalproductie-industrie
en aan bestaande productwetgeving en -normen en dat er al met al geen negatieve
gevolgen zijn voor het milieu of de volksgezondheid. Uit rapporten van het
Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek van de Europese Commissie is gebleken
dat de voorgestelde criteria ten aanzien van afvalstoffen die als input worden
gebruikt voor terugwinningsactiviteiten, ten aanzien van de relevante
verwerkingsprocessen en -technieken en ten aanzien van het koperschroot dat
voortkomt uit de terugwinning, aan deze doelstellingen voldoen, aangezien zij
moeten resulteren in de productie van koperschroot zonder gevaarlijke
eigenschappen dat voldoende vrij is van niet-metallische verbindingen en van
andere metalen dan koper. (4) Om de naleving van deze
criteria te waarborgen, is het passend ervoor te zorgen dat informatie wordt
verstrekt over koperschroot dat niet langer als afval wordt aangemerkt, en dat
er een beheersysteem wordt toegepast. (5) Toetsing van de criteria kan
noodzakelijk blijken wanneer bij monitoring van de marktontwikkelingen voor
koperschroot nadelige effecten op de recyclingmarkten voor koperschroot worden
waargenomen, vooral met betrekking tot de beschikbaarheid van en de toegang tot
dergelijk schroot. (6) Om het voor marktpartijen
mogelijk te maken zich aan te passen aan de criteria die bepalen wanneer
koperschroot niet langer afval is, is het passend een redelijke termijn vast te
stellen alvorens deze verordening van toepassing wordt. (7) Het bij artikel 39 van
Richtlijn 2008/98/EG ingestelde comité heeft geen advies uitgebracht over de in
deze verordening vervatte maatregelen; de Commissie heeft bijgevolg een
voorstel betreffende deze maatregelen ingediend bij de Raad en voorgelegd aan
het Europees Parlement, HEEFT DE
VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Onderwerp In deze verordening worden criteria
vastgesteld die bepalen wanneer koperschroot niet langer afval is. Artikel 2 Definities In het kader van deze verordening zijn de
definities van Richtlijn 2008/98/EG van toepassing. Daarnaast zijn de volgende definities van
toepassing: 1. 'koperschroot': metaalschroot
dat voornamelijk bestaat uit koper en koperlegeringen; 2. 'houder': de natuurlijke of
rechtspersoon die in het bezit is van koperschroot; 3. 'producent': de houder die
voor de eerste keer koperschroot dat niet langer afval is, overdraagt aan een
andere houder; 4. 'importeur': een binnen de
Unie gevestigde natuurlijke of rechtspersoon die koperschroot dat niet langer
afval is, in het douanegebied van de Unie binnenbrengt; 5. 'gekwalificeerd personeel':
personeel dat door ervaring of opleiding gekwalificeerd is om de eigenschappen
van koperschroot te bewaken en te evalueren; 6. 'visuele controle': de
controle van koperschroot die alle onderdelen van een zending omvat en waarbij
gebruik wordt gemaakt van menselijke zintuigen of niet-gespecialiseerde
apparatuur; 7. 'zending': een partij
koperschroot die bestemd is voor levering van een producent aan een andere
houder en die kan zijn ingesloten in hetzij één, hetzij meerdere
vervoerseenheden, zoals containers. Artikel 3 Criteria
voor koperschroot Koperschroot geldt niet langer als afval
wanneer bij overdracht door de producent aan een andere houder aan alle hierna
volgende voorwaarden is voldaan: (1)
het door terugwinning verkregen koperschroot
voldoet aan de criteria van bijlage I, afdeling 1; (2)
de als input voor terugwinning gebruikte
afvalstoffen voldoen aan de criteria van bijlage I, afdeling 2; (3)
de als input voor terugwinning gebruikte
afvalstoffen zijn verwerkt overeenkomstig de criteria van bijlage I, afdeling 3; (4)
de producent heeft voldaan aan de voorschriften van
de artikelen 4 en 5. Artikel 4 Conformiteitsverklaring 1. De producent of de importeur
geeft voor elke zending koperschroot een conformiteitsverklaring af
overeenkomstig het in bijlage II opgenomen model. 2. De producent of importeur
draagt de conformiteitsverklaring over aan de volgende houder van de zending
koperschroot. De producent of importeur houdt een afschrift van de
conformiteitsverklaring tot ten minste één jaar na de datum van afgifte in zijn
bezit en stelt het op verzoek ter beschikking aan de bevoegde instanties. 3. De conformiteitsverklaring mag
in elektronische vorm zijn opgesteld. Artikel 5 Beheersysteem 1. De producent past een
beheersysteem toe waarmee kan worden aangetoond dat aan de criteria van
artikel 3 is voldaan. 2. Het beheersysteem omvat een
reeks gedocumenteerde procedures met betrekking tot elk van de volgende
aspecten: (a)
bewaking van de kwaliteit van het door terugwinning
verkregen koperschroot, zoals vastgelegd in bijlage I, afdeling 1 (inclusief
bemonstering en analyse); (b)
doeltreffendheid van de stralingsbewaking zoals
vastgelegd in bijlage I, punt 1.5; (c)
acceptatiecontrole van afvalstoffen die worden
gebruikt als input voor de terugwinningsactiviteit overeenkomstig bijlage I,
afdeling 2; (d)
bewaking van de in bijlage I, afdeling 3.3,
beschreven verwerkingsprocessen en -technieken; (e)
feedback van klanten met betrekking tot het behalen
van de vereiste kwaliteit van koperschroot; (f)
bijhouden van registers met de resultaten van de
krachtens de punten a) tot en met d) verrichte bewaking; (g)
toetsing en verbetering van het beheersysteem; (h)
opleiding van personeel. 3. Het beheersysteem schrijft
ook de in bijlage I voor elk criterium vastgestelde specifieke
bewakingseisen voor. 4. In de gevallen waarin een
vroegere houder een van de in bijlage I, punt 3.3, bedoelde verwerkingen
verricht, zorgt de producent ervoor dat de leverancier een beheersysteem
toepast dat voldoet aan de eisen van dit artikel. 5. Een
conformiteitsbeoordelingsinstantie als gedefinieerd in Verordening (EG)
nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad[2] die een accreditatie heeft verkregen
overeenkomstig die verordening, of een milieuverificateur als gedefinieerd in
artikel 2, punt 20, onder b), van Verordening (EG) nr. 1221/2009 van het
Europees Parlement en de Raad[3]
die een accreditatie of vergunning heeft verkregen overeenkomstig die
verordening, verifieert of het beheersysteem voldoet aan de eisen van dit
artikel. Deze verificatie vindt om de drie jaar plaats. Alleen verificateurs van wie de accreditatie of
vergunning betrekking heeft op de hierna genoemde gebieden en NACE-codes, als
omschreven in Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees Parlement en
de Raad[4],
worden geacht over voldoende specifieke ervaring te beschikken om de in deze
verordening bedoelde verificatie te verrichten: (a) * NACE-code 38 (inzameling, verwerking en
verwijdering van afval; terugwinning); of (b) * NACE-code 24 (vervaardiging van metalen in
primaire vorm), in het bijzonder met inbegrip van subcode 24.44 (productie van
koper). 6. De importeur verlangt van
zijn leveranciers dat zij een beheersysteem toepassen dat voldoet aan de eisen
van de leden 1, 2 en 3 en dat is gecontroleerd door een onafhankelijke externe
verificateur. Het beheersysteem van de leverancier wordt
gecertificeerd door een conformiteitsbeoordelingsinstantie die is
geaccrediteerd door een van de hierna genoemde instanties: (a)
een accreditatie-instantie die voor deze activiteit
met goed gevolg de collegiale toetsing door de overeenkomstig artikel 14
van Verordening (EG) nr. 765/2008 erkende instantie heeft doorstaan; (b)
een milieuverificateur die een accreditatie of
vergunning heeft verkregen van een accreditatie- of vergunningsinstantie
overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1221/2009 die tevens is onderworpen
aan collegiale toetsing overeenkomstig artikel 31 van die verordening. Verificateurs die activiteiten in derde landen
wensen te ontplooien, dienen een specifieke accreditatie of vergunning te
verkrijgen overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 765/2008 of
Verordening (EG) nr. 1221/2009 in samenhang met Besluit 2011/832/EU van de
Commissie[5]. 7. De producent geeft de
bevoegde instanties op hun verzoek toegang tot het beheersysteem. Artikel 6 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op de
twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de
Europese Unie. Zij is van toepassing [zes maanden na de dag
van de vaststelling]. Deze
verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk
in de lidstaten overeenkomstig de Verdragen. Gedaan te Brussel, Voor
de Raad De
voorzitter BIJLAGE I Criteria voor koperschroot Criterium || Voorschriften inzake interne controle Afdeling 1. Kwaliteit van het door terugwinning verkregen koperschroot 1.1 Het schroot wordt ingedeeld overeenkomstig een specificatie van de klant of de industrie of overeenkomstig een norm voor rechtstreeks gebruik bij de productie van metalen stoffen of voorwerpen door smelters, raffineerders, omsmelters of andere metaalproducenten. || Gekwalificeerd personeel deelt elke zending in. 1.2 De totale hoeveelheid vreemde materialen moet minder dan 2 gewichtsprocent bedragen. Vreemde materialen zijn: (a) andere metalen dan koper en koperlegeringen; (b) niet-metallische materialen zoals aarde, stof, isolatiemateriaal en glas; (c) brandbare niet-metallische materialen zoals rubber, kunststoffen, weefsel, hout en andere chemicaliën of organische stoffen; (d) slakken, metaalslakken, metaalschuim, luchtfilterstof, slijpstof en slib. || Gekwalificeerd personeel verricht een visuele controle van elke zending. Op gezette tijden (ten minste om de zes maanden) worden representatieve monsters van elke categorie koperschroot geanalyseerd om de totale hoeveelheid vreemde materialen te meten. Door weging wordt de totale hoeveelheid vreemde materialen gemeten nadat deeltjes en voorwerpen bestaande uit koper of een koperlegering zijn gescheiden van deeltjes en voorwerpen bestaande uit vreemde materialen door deze handmatig of anderszins te scheiden (bijvoorbeeld door magnetische of dichtheidsscheiding). De frequentie waarmee representatieve monsters moeten worden geanalyseerd, wordt vastgesteld met inachtneming van de volgende factoren: (a) het verwachte variabiliteitspatroon (bijvoorbeeld aan de hand van historische uitkomsten); (b) het risico dat inherent is aan de variabiliteit van de kwaliteit van de afvalstoffen die als input voor de terugwinningsactiviteiten worden gebruikt, alsook van de resultaten van het verwerkingsproces; (c) de inherente nauwkeurigheid van de bewakingsmethode; en (d) de mate waarin de resultaten de grenswaarden voor de totale hoeveelheid vreemde materialen benaderen. De procedure voor het vaststellen van de bewakingsfrequentie wordt gedocumenteerd als onderdeel van het beheersysteem en is beschikbaar voor controle. 1.3 Het schroot mag geen bovenmatige hoeveelheden metaaloxiden bevatten, in welke vorm dan ook, met uitzondering van de typische hoeveelheden die voortkomen uit de opslag van voorbereid schroot in de buitenlucht onder normale atmosferische omstandigheden. || Gekwalificeerd personeel verricht een visuele controle van elke zending. 1.4 Het schroot dient vrij te zijn van zichtbare olie, olie-emulsies, smeermiddelen of vet, met uitzondering van verwaarloosbare hoeveelheden die geen druppelvorming tot gevolg hebben. || Gekwalificeerd personeel verricht een visuele controle van elke zending, met speciale aandacht voor die delen waar de grootste kans op oliedruppels bestaat. 1.5 Responsmaatregelen op grond van nationale of internationale regels inzake monitoring- en responsprocedures voor radioactief metaalschroot zijn niet nodig. Dit voorschrift doet geen afbreuk aan de wetgeving voor de bescherming van de gezondheid van werknemers en van de bevolking, zoals aangenomen in het kader van hoofdstuk III van het Euratom-Verdrag, in het bijzonder Richtlijn 96/29/Euratom van de Raad. || Gekwalificeerd personeel controleert de radioactiviteit van elke zending. Elke zending schroot moet vergezeld gaan van een certificaat dat is opgesteld overeenkomstig nationale of internationale regels inzake monitoring- en responsprocedures voor radioactief schroot. Het certificaat mag gevoegd worden bij andere documenten die bij de zending horen. 1.6 Het schroot mag geen enkele van de gevaarlijke eigenschappen vertonen die voorkomen op de lijst van bijlage III bij Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad. Het schroot dient te voldoen aan de in Beschikking 2000/532/EG van de Commissie[6] vastgestelde concentratiegrenswaarden en mag de in bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 850/2004 van het Europees Parlement en de Raad[7] vastgestelde concentratiegrenswaarden niet overschrijden. De eigenschappen van legeringsmetalen die deel uitmaken van koperlegeringen zijn voor dit voorschrift niet relevant. || Gekwalificeerd personeel onderzoekt elke zending door een visuele controle te verrichten. Wanneer deze visuele controle het vermoeden doet rijzen van mogelijke gevaarlijke eigenschappen, worden gepaste aanvullende controlemaatregelen genomen, zoals het nemen van monsters en het uitvoeren van tests, waar nodig. Het personeel moet getraind zijn op het gebied van potentiële gevaarlijke eigenschappen die koperschroot kan vertonen en van de materiaalcomponenten of -kenmerken waaraan deze gevaarlijke eigenschappen zijn te herkennen. De procedure voor het herkennen van gevaarlijke stoffen moet worden gedocumenteerd binnen het beheersysteem. 1.7 In het schroot mogen zich geen omhulsels bevinden die onder druk staan, gesloten zijn of onvoldoende zijn geopend en daardoor explosies kunnen veroorzaken in een metaalsmeltoven. || Gekwalificeerd personeel onderzoekt elke zending door een visuele controle te verrichten. 1.8 Het schroot mag geen PVC bevatten in de vorm van coatings, verf of kunststofresiduen. || Gekwalificeerd personeel onderzoekt elke zending door een visuele controle te verrichten. Afdeling 2. Afvalstoffen die worden gebruikt als input voor terugwinningsactiviteiten 2.1 Alleen afvalstoffen die terugwinbaar koper of terugwinbare koperlegeringen bevatten, mogen als input worden gebruikt. 2.2 Gevaarlijke afvalstoffen mogen niet als input worden gebruikt, tenzij is aangetoond dat de processen en technieken voor het verwijderen van alle gevaarlijke eigenschappen, als omschreven onder 'criteria inzake verwerkingsprocessen en -technieken', zijn toegepast. 2.3 De volgende afvalstoffen mogen niet als input worden gebruikt: (a) vijlsel en draaibankafval dat vloeistoffen bevat zoals olie of olie-emulsies, en (b) vaten en containers, met uitzondering van onderdelen die van autowrakken afkomstig zijn, die olie of verfstoffen bevatten of hebben bevat. || Er wordt een acceptatiecontrole uitgevoerd van alle ontvangen afvalstoffen (door middel van visuele controle) en van de bijbehorende documenten; dit gebeurt door gekwalificeerd personeel dat getraind is in het herkennen van afvalstoffen die niet voldoen aan de in deze afdeling uiteengezette criteria. Afdeling 3. Verwerkingsprocessen en -technieken 3.1 Het koperschroot moet bij de bron of tijdens de inzameling gescheiden zijn, of anders moeten de voor input bestemde afvalstoffen zijn behandeld teneinde het koperschroot te scheiden van de niet-metallische componenten en van andere metalen dan koper. Het aldus verkregen koperschroot moet gescheiden van alle andere afvalstoffen worden bewaard. 3.2 Alle mechanische bewerkingen (zoals snijden, verknippen, versnipperen of granuleren, sorteren, scheiden, reinigen, ontgiften of ledigen) die nodig zijn om het metaalschroot voor te bereiden om te worden gebruikt als directe input voor eindgebruik, moeten zijn uitgevoerd. 3.3 Op afval dat gevaarlijke stoffen bevat, zijn de volgende specifieke voorschriften van toepassing: (a) inputmaterialen afkomstig van afgedankte elektrische of elektronische apparatuur of van autowrakken moeten alle bewerkingen hebben ondergaan die vereist zijn krachtens artikel 6 van Richtlijn 2002/96/EG van het Europees Parlement en de Raad[8] en artikel 6 van Richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad[9]; (b) chloorfluorkoolwaterstoffen in afgedankte apparatuur moeten zijn afgevangen door middel van een proces dat is goedgekeurd door de bevoegde instanties; (c) kabels moeten in stukken gehakt of gestript zijn. Als een kabel organische coatings (plastics) bevat, moeten deze zijn verwijderd in overeenstemming met de beste beschikbare technieken; (d) vaten en containers moeten zijn geledigd en schoongemaakt; (e) gevaarlijke stoffen in niet onder punt (1) genoemde afvalstoffen moeten doeltreffend verwijderd zijn middels een proces dat door de bevoegde instantie is goedgekeurd. || Bijlage II In
artikel 4, lid 1, bedoelde verklaring van conformiteit met de "einde
afvalfase"-criteria 1. || Producent/importeur van het koperschroot: Naam: Adres: Contactpersoon: Telefoon: Faxnummer: E-mail: 2. || a) naam of code van de categorie metaalschroot, in overeenstemming met een industriële specificatie of norm: b) waar relevant, de voornaamste technische elementen van een door de klant opgestelde specificatie, zoals samenstelling, grootte, type en kenmerken: 3. || De zending metaalschroot voldoet aan de industriële specificatie of norm als bedoeld in punt 2 a) of aan de door de klant opgestelde specificatie als bedoeld in punt 2 b). 4. || Grootte van de zending in kilogram: 5. || Er is een testcertificaat met betrekking tot radioactiviteit opgesteld overeenkomstig nationale of internationale regels inzake monitoring- en responsprocedures voor radioactief metaalschroot. 6. || De producent van metaalschroot maakt gebruik van een beheersysteem dat voldoet aan de eisen van Verordening (EU) nr. ... [referentie toevoegen wanneer de verordening is aangenomen] en dat is gecontroleerd door een geaccrediteerde conformiteitsbeoordelingsinstantie of door een milieuverificateur of, in het geval van niet langer als afval aangemerkt metaalschroot dat wordt ingevoerd in het douanegebied van de Unie, door een onafhankelijke externe verificateur. 7. || De zending metaalschroot voldoet aan de in artikel 3, leden 1, 2 en 3, van Verordening (EU) nr. ... [referentie toevoegen wanneer de verordening is aangenomen] bedoelde criteria. 8. || Verklaring van de producent/importeur van metaalschroot: Hierbij verklaar ik dat de bovenstaande informatie naar mijn beste weten volledig en correct is: Naam: Datum: Handtekening: [1] PB L 312 van 22.11.2008, blz. 3. [2] PB L 218 van 13.8.2008, blz. 30. [3] PB L 342 van 22.12.2009, blz. 1. [4] PB L 393 van 30.12.2006, blz. 1. [5] PB L 330 van 14.12.2011, blz. 25. [6] PB L 226 van 6.9.2000, blz. 3. [7] PB L 158 van 30.4.2004, blz. 7. [8] PB L 37 van 13.2.2003, blz. 24. [9] PB L 269 van 21.10.2000, blz. 34.