EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52012PC0729

Voorstel voor een AANBEVELING VAN DE RAAD tot invoering van een jongerengarantie

/* COM/2012/0729 final - 2012/0351 (NLE) */

52012PC0729

Voorstel voor een AANBEVELING VAN DE RAAD tot invoering van een jongerengarantie /* COM/2012/0729 final - 2012/0351 (NLE) */


TOELICHTING

1.           ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

De hoge en toenemende werkloosheid onder jongeren heeft dramatische gevolgen voor onze economieën, onze samenlevingen en de jongeren zelf.

Met 22,7 % (derde kwartaal 2012) beweegt de werkloosheid onder jongeren in de EU zich op een hoog niveau, dat twee keer zo hoog is als bij volwassenen[1], en het ziet er niet naar uit dat die trend zal ombuigen. Ongeveer 5,5 miljoen jongeren zijn werkloos en meer dan 7,5 miljoen jongeren onder de 25 jaar hebben momenteel geen werk en volgen geen onderwijs of opleiding ("not in employment, education or training" - NEET).

Afgezien van de onmiddellijke gevolgen van de crisis kosten zelfs geringere jeugdwerkloosheids- en inactiviteitspercentages veel geld en zijn zij schadelijk voor de maatschappij. Zij kosten thans veel geld doordat uitkeringen moeten worden betaald en er sprake is van gederfde inkomsten en belastingen, maar zij slaan ook "wonden" voor de toekomst, aangezien zij gedurende lange tijd negatief uitwerken op de inkomensniveaus, het toekomstige risico om werkloos te worden, de gezondheidsstatus, het welzijn en de pensioenreserves. Europa kan het zich niet veroorloven zijn talent en zijn toekomst te verkwanselen.

Van de noodzaak om actie te ondernemen en jongeren bij hun overgang van school naar werk te ondersteunen is reeds vóór de crisis gebleken. In 2005 is de Raad in het kader van de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid (2005‑2008) overeengekomen dat het beleid erop gericht moet zijn dat "aan alle werkloze jongeren voordat zij zes maanden werkloos zijn […] een nieuwe start [wordt] aangeboden". In 2008 heeft de Raad die termijn voor jonge schoolverlaters verkort tot "uiterlijk binnen vier maanden".

Aangezien een dergelijke maatregel eind 2010 nog steeds niet in de hele EU werd uitgevoerd, heeft zowel het Europees Parlement (EP) als het Europees Jeugdforum zich sterk gemaakt voor de invoering van jongerengaranties op EU-niveau.

In het kader van de Europa 2020-strategie en het vlaggenschipinitiatief "Jeugd in beweging" dat daarvan deel uitmaakt, heeft de Commissie in het bijzonder de lidstaten opgeroepen ervoor te zorgen dat alle jongeren binnen vier maanden nadat zij van school komen werk hebben, een vervolgopleiding volgen of aan activeringsmaatregelen deelnemen, en dit als een "jongerengarantie" aan te bieden.

In 2011 en 2012 hebben met name de Europese Raad, het Europees Parlement en het Europees Jeugdforum meermaals dergelijke opgeroepen gelanceerd, zonder dat dit in de praktijk tot veel resultaat heeft geleid.

In het werkgelegenheidspakket van april 2012 heeft de Commissie aangekondigd vóór het einde van het jaar met een voorstel voor een aanbeveling van de Raad inzake jongerengaranties te zullen komen.

Op 29 juni 2012 heeft de Europese Raad er bij de lidstaten op aangedrongen hun inspanningen ter bevordering van de werkgelegenheid voor jongeren op te voeren, opdat zij binnen enkele maanden nadat zij van school komen, een deugdelijk aanbod krijgen voor een baan, voortgezet onderwijs, een plaats in het leerlingstelsel of een stage. Ook is hij tot de conclusie gekomen dat voor deze maatregelen ondersteuning uit het Europees Sociaal Fonds (ESF) mogelijk is en dat de lidstaten gebruik moeten maken van de mogelijkheden om via het ESF subsidies voor tijdelijke aanwerving te financieren.

In de jaarlijkse groeianalyse 2013[2] heeft de Commissie benadrukt dat de lidstaten de overgang van school naar werk voor jongeren moeten garanderen en jongerengarantieregelingen moeten opzetten en invoeren, in het kader waarvan alle jongeren onder de 25 jaar binnen vier maanden nadat zij het formele onderwijs hebben verlaten of werkloos zijn geworden, een baan, voortgezet onderwijs, een plaats in het leerlingstelsel of een stage krijgen aangeboden. Dergelijke regelingen kunnen worden medegefinancierd door het Europees Sociaal Fonds.

De Commissie dient een voorstel in voor een aanbeveling van de Raad om ervoor te zorgen dat jongeren binnen vier maanden nadat zij werkloos zijn geworden of het formele onderwijs hebben verlaten, een deugdelijk aanbod krijgen voor een baan, vervolgonderwijs of een vervolgopleiding. In dit voorstel wordt ook beschreven hoe een jongerengarantieregeling moet worden opgezet. Het voorstel bevat een reeks richtsnoeren rond zes aandachtsgebieden: het opzetten van sterke partnerschappen met alle belanghebbenden, het zorgen voor vroegtijdige interventie en activering om te voorkomen dat jongeren geen werk hebben en geen onderwijs of opleiding volgen, het nemen van ondersteunende maatregelen met het oog op integratie in de arbeidsmarkt, het optimaal gebruikmaken van EU-financiering voor dat doel, het evalueren en voortdurend verbeteren van de jongerengarantieregelingen, en het snel invoeren van deze regelingen. Het voorstel beschrijft ook op welke wijze de Commissie de acties van de lidstaten zal ondersteunen: het EU-financieringskader, het uitwisselen van goede praktijken tussen de lidstaten, het monitoren van de acties van de lidstaten in het kader van het Europees semester en het ondersteunen van bewustmakingsactiviteiten.

Het voorstel gaat vergezeld van een werkdocument van de diensten van de Commissie, waarin nader wordt ingegaan op de vraag wat een jongerengarantie nu eigenlijk is, kwesties in verband met de kosten en baten van dergelijke regelingen worden behandeld, en één voor één de componenten worden beschreven die nodig zijn om van de jongerengarantie een succes te maken. Bovendien wordt in een bijlage bij dit werkdocument een overzicht gegeven van de in de 27 lidstaten en Kroatië reeds vigerende beleidsmaatregelen ter bevordering van de jeugdwerkgelegenheid, waarin de verschillende uitgangspunten tot uitdrukking komen die deze landen hanteren bij het opzetten van volwaardige jongerengarantieregelingen.

2.           RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Het Deense voorzitterschap heeft in het kader van de op 24 en 25 april 2012 in Horsens gehouden informele bijeenkomst van de ministers van Werkgelegenheid en Sociale Zaken een workshop georganiseerd over de manieren waarop aan een jongerengarantie uitvoering kan worden gegeven. Op deze bijeenkomst werd benadrukt dat het onderwijs- en opleidingsbeleid moet worden samengevoegd met het werkgelegenheidsbeleid, dat de inspanningen moeten worden toegespitst op probleemgroepen, namelijk zij die ongeschoold zijn of niet over een diploma beschikken, en dat de aanpak moet zijn toegesneden op de nationale context en de specifieke individuele problemen. Ten slotte werd er met nadruk op gewezen dat de overheid jongeren, met name zij die het kwetsbaarst zijn, dient te ondersteunen, maar ook dat jongeren zichzelf in het proces moeten inschakelen en taken en verantwoordelijkheden op zich moeten nemen. Ook werd de mogelijkheid van financiering uit het Europees Sociaal Fonds geopperd, in het bijzonder gezien de noodzaak om bezuinigings-/begrotingsconsolidatiemaatregelen te treffen.

In de editie 2012 van de jaarlijks aan het netwerk van openbare diensten voor arbeidsvoorziening (ODA's) toegezonden vragenlijst betreffende hun aanpassingsvermogen aan de crisis, die vanaf januari is verspreid, was een module opgenomen over maatregelen ter bestrijding van jeugdwerkloosheid. Met de antwoorden daarop is rekening gehouden bij het opstellen van het werkdocument van de Commissiediensten ter ondersteuning van het onderhavige voorstel.

In juni 2012 is de leden van dit netwerk in het kader van de onder Deens voorzitterschap gehouden bijeenkomst van de hoofden van de ODA's verzocht verslag uit te brengen over de ontwikkelingen die zich sinds januari 2012 specifiek met betrekking tot jongeren hebben voorgedaan.

Als follow-up van het werkgelegenheidspakket zijn op 19 en 20 juni 2012 met de sociale partners de kansen op een jongerengarantie-initiatief besproken.

Op de conferentie "Werkgelegenheid voor Europa"[3], die op 6 en 7 september 2012 in Brussel heeft plaatsgevonden en is bijgewoond door alle belanghebbenden, met inbegrip van de sociale partners en jongerenorganisaties, heeft een ruime meerderheid van de sprekers haar steun uitgesproken voor de invoering van een jongerengarantie in de hele EU, in het besef dat jongeren een goede start in het leven moet worden gegeven, juist in moeilijke tijden als deze.

In september 2012 heeft een ontmoeting plaatsgevonden met vertegenwoordigers van het Europees Jeugdforum en van sectoroverschrijdende organisaties van sociale partners.

Op de bijeenkomst van het Comité voor de sociale dialoog van 23 oktober 2012 is het jongerengarantie-initiatief opnieuw met de sociale partners besproken.

3.           JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL

Rechtsgrondslag: Artikel 292 VWEU vormt een passende rechtsgrondslag voor een voorstel voor een aanbeveling inzake jongerengaranties waarbij het zwaartepunt op het werkgelegenheidsbeleid (Titel IX VWEU) ligt. De bevoegdheid van de Unie met betrekking tot het werkgelegenheidsbeleid wordt omschreven in Titel IX VWEU, die niet in een specifieke rechtsgrondslag voor de vaststelling van een aanbeveling voorziet. Met name artikel 149 VWEU heeft enkel betrekking op "stimuleringsmaatregelen […] die erop gericht zijn de samenwerking tussen de lidstaten aan te moedigen en hun werkgelegenheidsbeleid te ondersteunen door middel van initiatieven ter ontwikkeling van de uitwisseling van informatie en optimale praktijken"; dergelijke maatregelen zijn geen voorwerp van deze aanbeveling.

Subsidiariteit en evenredigheid: De Commissie maakt zich samen met alle lidstaten ernstig zorgen over de huidige arbeidsmarktsituatie van jongeren en de voortdurende verslechtering daarvan. De dramatisch hoge werkloosheidscijfers onder jongeren doen zich in heel Europa gevoelen: er zijn hoge kosten mee gemoeid, nu en in de toekomst. Bij de besparingen die met de jongerengarantie worden bereikt, gaat het om meer dan louter besparingen op de uitgaven voor sociale zekerheid. Wanneer wordt voorkomen dat jongeren werkloos worden en dat hun vaardigheden achteruitgaan, levert dat voor hen en voor de economie langeretermijnvoordelen op doordat er sprake is van geringere werkloosheid tijdens de hele levenscyclus, hogere inkomens (en dus ook meer belastinginkomsten en hogere socialezekerheidsbijdragen) en minder maatschappelijke en gezondheidsproblemen[4].

Nadat een aantal politieke oproepen van zowel de Raad als het Europees Parlement om jongerengarantieregelingen op te zetten zijn verzand, moet thans deze aanbeveling tot de lidstaten worden gericht. In feite heeft tot nu toe slechts een handjevol lidstaten stappen gezet op weg naar de invoering van een uitgebreide jongerengarantieregeling.

Wanneer de lidstaten op EU-niveau richtsnoeren worden aangeboden inzake instrumenten die bijdragen tot een effectieve jongerengarantieregeling, zullen zij optimaal gebruik kunnen maken van de cohesiemiddelen, en in het bijzonder van het Europees Sociaal Fonds, met het oog op de bestrijding van jeugdwerkloosheid en inactiviteit.

Met het voorstel wordt erkend dat de uiteenlopende situaties in de afzonderlijke lidstaten (of op regionaal of lokaal niveau) kunnen leiden tot verschillen in de wijze waarop de regeling zal worden opgezet en verder ten uitvoer zal worden gelegd.

4.           GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Niet van toepassing.

5.           FACULTATIEVE ELEMENTEN

Niet van toepassing.

2012/0351 (NLE)

Voorstel voor een

AANBEVELING VAN DE RAAD

tot invoering van een jongerengarantie

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 292,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)       Nú investeren in het menselijk kapitaal van jonge Europeanen zal langetermijnvoordelen opleveren en bijdragen tot duurzame en inclusieve economische groei. Europa zal ten volle de vruchten kunnen plukken van actieve, innovatieve en gekwalificeerde arbeidskrachten en tegelijkertijd de zeer hoge kosten vermijden die worden veroorzaakt door jongeren die geen werk hebben en geen onderwijs of opleiding volgen ("NEET"), momenteel geschat op 1,2 % van het bbp[5].

(2)       Jongeren zijn door de crisis bijzonder hard getroffen. Zij zijn kwetsbaar vanwege de overgangsperioden in hun leven, hun gebrek aan beroepservaring, hun soms ontoereikende onderwijs of opleiding, hun vaak geringe sociale zekerheid, de beperkte toegang tot financiële middelen en precaire arbeid. Jonge vrouwen komen eerder in slecht betaalde en precaire banen terecht, terwijl voor jonge ouders, voornamelijk jonge moeders, goede maatregelen ontbreken om werk en privéleven te combineren. Bovendien worden sommige jongeren sterk benadeeld of lopen zij het risico te worden gediscrimineerd. Derhalve zijn passende ondersteunende maatregelen noodzakelijk.

(3)       Er zijn in heel Europa 7,5 miljoen jongeren die geen werk hebben en geen onderwijs of opleiding volgen, dat wil zeggen 12,9 % van de Europese jongeren tussen de 15 en 24 jaar. Velen hebben niet meer dan lager middelbaar onderwijs gevolgd, hebben de school of de opleiding voortijdig afgebroken, en hebben vaak een migratieachtergrond of zijn afkomstig uit kansarme milieus. De term "NEET" omvat verschillende subgroepen van jongeren met uiteenlopende behoeften.

(4)       30,1 % van de werklozen onder de 25 jaar is meer dan twaalf maanden zonder werk. Voorts neemt het aantal jongeren die niet actief op zoek zijn naar werk toe, waardoor zij mogelijkerwijs niet over structurele steun beschikken met het oog op terugkeer op de arbeidsmarkt. Uit onderzoek blijkt dat jeugdwerkloosheid permanente littekens kan achterlaten, zoals een hogere kans op toekomstige werkloosheid, minder inkomsten in de toekomst, verlies van menselijk kapitaal, intergenerationele overdracht van armoede of minder motivatie om een gezin te stichten, wat ongunstige demografische ontwikkelingen in de hand werkt.

(5)       Met "jongerengarantie" wordt hier bedoeld dat jongeren binnen vier maanden nadat zij werkloos zijn geworden of het formele onderwijs hebben verlaten, een deugdelijk aanbod krijgen voor een baan, voortgezet onderwijs, een plaats in het leerlingstelsel of een stage.

(6)       Een jongerengarantie draagt bij tot de verwezenlijking van drie doelstellingen van de Europa 2020-strategie, namelijk dat 75 % van de bevolking in de leeftijd van 20 tot en met 64 jaar een baan heeft, dat het aantal voortijdige schoolverlaters minder dan 10 % bedraagt en dat ten minste 20 miljoen mensen zijn bevrijd van armoede en sociale uitsluiting.

(7)       De richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten[6], met name de richtsnoeren 7 en 8, roepen de lidstaten op de integratie van jongeren in de arbeidsmarkt te bevorderen en hen, en meer bepaald degenen die geen werk hebben en geen onderwijs of opleiding volgen, in samenwerking met de sociale partners te helpen bij het vinden van een eerste baan, het opdoen van werkervaring of het volgen van aanvullend onderwijs of een extra opleiding, met inbegrip van stages, en snel in actie te komen wanneer jongeren werkloos worden.

(8)       Reeds in 2005 is de Raad in het kader van de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid (2005-2008)[7] overeengekomen dat "aan alle werkloze jongeren voordat zij zes maanden werkloos zijn […] een nieuwe start [wordt] aangeboden". In 2008[8] heeft de Raad die termijn voor jonge schoolverlaters verkort tot "uiterlijk binnen vier maanden".

(9)       In zijn resolutie "Het bevorderen van de toegang van jongeren tot de arbeidsmarkt en het versterken van de positie van stagiair en leerling"[9] uit 2010 heeft het Europees Parlement de Europese Commissie, de lidstaten, de sociale partners en andere belanghebbenden verzocht het nationale arbeidsmarkt-, onderwijs- en opleidingsbeleid te ondersteunen door middel van een jongerengarantie. Op basis daarvan zou elke jongere in de EU na maximaal vier maanden werkloosheid aanspraak kunnen maken op een baan, een stageplaats, een aanvullende opleiding of een combinatie van werk en opleiding.

(10)     In haar mededeling "Jeugd in beweging" uit 2010 heeft de Commissie de lidstaten aangespoord jongerengaranties in te voeren, wat tot dusver op zeer beperkte schaal is gebeurd. In deze aanbeveling wordt er nog eens met klem op gewezen dat de lidstaten deze doelstelling moeten nastreven, en wordt tegelijkertijd ook een bijdrage geleverd tot het ontwerpen, invoeren en evalueren van deze regelingen.

(11)     De Raad heeft in zijn conclusies van juni 2011 over de "Bevordering van de werkgelegenheid voor jongeren met het oog op de verwezenlijking van de doelstellingen van Europa 2020" de lidstaten verzocht snel te handelen door verdere onderwijs-, opleidings-, omscholings- of activeringsmaatregelen aan te bieden voor jongeren die geen werk hebben en geen onderwijs of opleiding volgen, met inbegrip van voortijdige schoolverlaters. Dit draagt ertoe bij dat zij zo snel mogelijk weer onderwijs of een opleiding gaan volgen of op de arbeidsmarkt terugkeren, en dat het risico op armoede, discriminatie en sociale uitsluiting wordt verminderd.

(12)     In de aanbeveling van de Raad van juni 2011 inzake beleid ter bestrijding van voortijdig schoolverlaten[10] is de nadruk gelegd op de ontwikkeling van wetenschappelijk gefundeerd, breed opgezet en sectoroverschrijdend beleid dat maatregelen omvat om degenen die het onderwijsstelsel verlaten hebben, te re-integreren en hechtere banden te smeden tussen de onderwijs- en opleidingsstelsels en de werkgelegenheidssector.

(13)     Bij de opstelling van de begroting 2012 heeft het Europees Parlement zijn steun voor deze benadering uitgesproken en de Commissie verzocht uitvoering te geven aan een voorbereidende actie ter ondersteuning van de invoering van jongerengaranties in de lidstaten.

(14)     In haar werkgelegenheidspakket "Naar een banenrijk herstel"[11] heeft de Commissie aangedrongen op de actieve inschakeling van de lidstaten, de sociale partners en andere belanghebbenden om de actuele uitdagingen op het gebied van de werkgelegenheid in de EU, met name de jeugdwerkloosheid, aan te pakken. Zij heeft de nadruk gelegd op het grote potentieel van de groene economie, de gezondheids- en de sociale zorgsector alsmede de ICT-sector om banen te creëren en heeft daartoe drie begeleidende actieplannen gepubliceerd voor een follow-up. Vervolgens heeft de Commissie ook gewezen op zes veelbelovende prioriteitsgebieden voor industriële innovatie die bijdragen tot de overgang naar een koolstofarme en hulpbronnenefficiënte economie[12]. In het werkgelegenheidspakket heeft zij tevens onderstreept dat de bevordering van de ondernemingszin, de grotere beschikbaarheid van diensten ter ondersteuning van startende bedrijven en microfinanciering, alsook regelingen om werkloosheidsuitkeringen in startsubsidies om te zetten, een belangrijke rol spelen, ook voor jongeren. Bovendien zijn in het pakket voorstellen gedaan voor het gebruik van loonsubsidies voor het stimuleren van de indienstneming van netto nieuw personeel en de gerichte verkleining van de belastingwig (vooral de verlaging van de socialezekerheidsbijdragen van de werkgevers) om de werkgelegenheid te helpen stimuleren alsmede voor evenwichtige hervormingen van de arbeidsbeschermingswetgeving waardoor jongeren toegang tot kwalitatief hoogwaardige werkgelegenheid zouden kunnen hebben.

(15)     In mei 2012 heeft het Europees Parlement[13] er bij de lidstaten op aangedrongen om snelle en concrete maatregelen op nationaal niveau te nemen om te waarborgen dat jongeren binnen vier maanden nadat zij van school komen ofwel behoorlijk werk hebben ofwel verder onderwijs of (om)scholing volgen. Het Parlement heeft er met klem op gewezen dat de jongerengarantieregeling juridisch afdwingbaar zou moeten zijn om de situatie van jongeren die geen werk hebben en geen onderwijs of opleiding volgen werkelijk te kunnen verbeteren en om het probleem van de jeugdwerkloosheid in de EU geleidelijk te kunnen oplossen.

(16)     Op 29 juni 2012 heeft de Europese Raad hernieuwde inspanningen bepleit ter bevordering van de werkgelegenheid voor jongeren, opdat zij binnen enkele maanden nadat zij van school komen, een deugdelijk aanbod krijgen voor een baan, voortgezet onderwijs, een plaats in het leerlingstelsel of een stage. Ook is hij tot de conclusie gekomen dat voor deze maatregelen ondersteuning uit het Europees Sociaal Fonds mogelijk is en dat de lidstaten gebruik moeten maken van de mogelijkheden om via het ESF subsidies voor tijdelijke aanwerving te financieren.

(17)     De mededeling van de Commissie van 20 november 2012, "Een andere kijk op onderwijs"[14], levert de EU-bijdrage hiervoor vanuit onderwijsperspectief. Hierin wordt verder ingegaan op belangrijke kwesties voor de hervorming en de doeltreffendheid van de onderwijs- en opleidingsstelsels, met het doel om de bij te brengen vaardigheden af te stemmen op de huidige en toekomstige behoeften van de arbeidsmarkt, open en flexibele manieren van leren te stimuleren en bij alle belanghebbenden de inspanning tot samenwerking, inclusief financiering, te bevorderen.

(18)     In de jaarlijkse groeianalyse 2013[15] heeft de Commissie benadrukt dat de lidstaten de overgang van school naar werk voor jongeren moeten garanderen en jongerengarantieregelingen moeten opzetten en invoeren in het kader waarvan alle jongeren onder de 25 jaar binnen vier maanden nadat zij het formele onderwijs hebben verlaten of werkloos zijn geworden, een baan, voortgezet onderwijs, een plaats in het leerlingstelsel of een stage krijgen aangeboden.

(19)     De jongerengarantie moet worden uitgevoerd door middel van een regeling die bestaat uit ondersteunende maatregelen en moet zijn aangepast aan de nationale, regionale en lokale omstandigheden. Deze maatregelen zijn gebaseerd op zes aandachtsgebieden: ontwikkeling van op partnerschap gebaseerde benaderingen, vroegtijdige interventie en activering, ondersteunende maatregelen met het oog op integratie in de arbeidsmarkt, gebruik van EU-structuurfondsen, beoordeling en voortdurende verbetering van de regeling, en snelle uitvoering ervan. Als zodanig zijn zij gericht op het voorkomen van voortijdig schoolverlaten, het bevorderen van de inzetbaarheid en het wegnemen van praktische obstakels voor arbeidsparticipatie. Zij kunnen worden ondersteund uit de EU-structuurfondsen en moeten voortdurend worden gemonitord en verbeterd.

(20)     Doeltreffende coördinatie en partnerschappen op de diverse beleidsgebieden (werkgelegenheid, onderwijs, jongeren, sociale zaken, enz.) zijn van cruciaal belang voor het stimuleren van kwalitatief goede werkgelegenheidsmogelijkheden, leerplaatsen en stages.

(21)     Jongerengarantieregelingen moeten rekening houden met de diversiteit en de verschillende uitgangsposities van de lidstaten wat betreft de omvang van de jeugdwerkloosheid, de institutionele structuur en de capaciteit van de diverse spelers op de arbeidsmarkt. Ook dienen zij rekening te houden met de uiteenlopende situaties op het gebied van overheidsbegrotingen en financiële beperkingen qua toewijzing van middelen[16]. In de jaarlijkse groeianalyse 2013 is de Commissie van mening dat investeringen in onderwijs voorrang moeten krijgen en waar mogelijk moeten worden opgevoerd, zonder de efficiëntie uit het oog te verliezen. Een bijzonder aandachtspunt is eveneens het op peil houden of versterken van arbeidsbemiddelingsdiensten, wat hun reikwijdte en effectiviteit betreft, en actieve arbeidsmarktmaatregelen, zoals opleiding van werklozen en jongerengarantieregelingen. De invoering van dergelijke regelingen is van betekenis voor de lange termijn, maar er is ook behoefte aan een kortetermijnreactie om de dramatische gevolgen van de economische crisis voor de arbeidsmarkt tegen te gaan,    

BEVEELT DE LIDSTATEN AAN:    

1)           ervoor te zorgen dat alle jongeren tot de leeftijd van 25 jaar binnen vier maanden nadat zij werkloos zijn geworden of het formele onderwijs hebben verlaten, een deugdelijk aanbod krijgen voor een baan, voortgezet onderwijs, een plaats in het leerlingstelsel of een stage.

De lidstaten betrekken bij het ontwerpen van een dergelijke jongerengarantieregeling overkoepelende kwesties als het feit dat jongeren geen homogene groep uit hetzelfde sociale milieu vormen, alsmede het beginsel van wederzijdse verplichtingen en de noodzaak om het risico van cycli van inactiviteit te ondervangen.

De jongerengarantieregelingen moeten op de volgende richtsnoeren zijn gebaseerd, naargelang de nationale, regionale en lokale omstandigheden, waarbij ook aandacht wordt besteed aan het geslacht en de diversiteit van de doelgroepjongeren:

Ontwikkeling van op partnerschap gebaseerde benaderingen

2)           de overheidsinstantie aan te wijzen die verantwoordelijk is voor het invoeren en het beheren van de jongerengarantieregeling en het coördineren van partnerschappen op alle niveaus en in alle sectoren;

3)           ervoor te zorgen dat jongeren volledig geïnformeerd zijn over de beschikbare diensten en ondersteuning, door de samenwerking tussen de diensten voor arbeidsvoorziening, diensten voor beroepskeuzevoorlichting, onderwijs- en opleidingsinstellingen en ondersteuningsdiensten voor jongeren te versterken, en door optimaal gebruik te maken van alle relevante informatiekanalen;

4)           partnerschappen tussen werkgevers en relevante spelers op de arbeidsmarkt (diensten voor arbeidsvoorziening, verschillende bestuursniveaus, vakbonden en jongerendiensten) te versterken teneinde de mogelijkheden voor werkgelegenheid, leerplaatsen en stages voor jongeren te stimuleren;

5)           partnerschappen tussen openbare en particuliere diensten voor arbeidsvoorziening, diensten voor beroepskeuzevoorlichting en andere gespecialiseerde jongerendiensten (ngo's, jongerencentra en -verenigingen) op te zetten die ertoe bijdragen de overgang van werkloosheid, inactiviteit of onderwijs naar de arbeidsmarkt soepeler te laten verlopen;

6)           erop toe te zien dat de sociale partners op alle niveaus actief betrokken zijn bij het uitstippelen en uitvoeren van specifiek op jongeren gericht beleid; synergieën te bevorderen in het kader van hun initiatieven voor de uitwerking van leerplaatsenprogramma's en stageregelingen;

7)           erop toe te zien dat vertegenwoordigers van jongeren en/of jongerenorganisaties betrokken zijn bij het ontwerpen en uitvoeren van de jongerengarantieregeling teneinde de dienstverlening af te stemmen op de behoeften van de begunstigden en ervoor te zorgen dat zij als multiplicator fungeren bij bewustmakingsactiviteiten;

Vroegtijdige interventie en activering

8)           doeltreffende strategieën voor het bereiken van jongeren uit te werken om te bewerkstelligen dat zij zich inschrijven bij de diensten voor arbeidsvoorziening, speciaal gericht op kwetsbare jongeren die met tal van obstakels worden geconfronteerd (zoals sociale uitsluiting, armoede of discriminatie) en degenen die geen werk hebben en geen onderwijs of opleiding volgen, en rekening houdend met hun uiteenlopende achtergrond (met name toe te schrijven aan armoede, handicap, laag onderwijsniveau of etnische minderheid/migratieachtergrond);

9)           na te gaan of "contactpunten" kunnen worden opgezet om jongeren beter te ondersteunen en het mogelijk ontbreken van kennis van bestaande vacatures aan te pakken, d.w.z. een structuur voor de coördinatie tussen alle betrokken instellingen en organisaties, in het bijzonder met de overheidsinstantie die verantwoordelijk is voor het beheer van de jongerengarantieregeling, zodat informatie kan worden uitgewisseld over jonge schoolverlaters, met name over degenen die het risico lopen geen werk te vinden of geen aanvullend onderwijs te kunnen volgen;

10)         de diensten voor arbeidsvoorziening in staat te stellen, samen met andere partners die jongeren ondersteunen, individuele begeleiding en individuele actieplanning te verstrekken, met inbegrip van op maat gesneden individuele steunregelingen, gebaseerd op het beginsel van wederzijdse verplichtingen in een vroeg stadium.

Ondersteunende maatregelen voor integratie in de arbeidsmarkt

Verbeteren van vaardigheden

11)         voortijdige schoolverlaters en laagopgeleide jongeren mogelijkheden tot re-integratie in onderwijs en opleiding te bieden dan wel tweedekans-onderwijsprogramma's die een leeromgeving bieden die beantwoordt aan hun specifieke behoeften en hen in staat stelt alsnog de kwalificaties te verkrijgen die zij zijn misgelopen;

12)         erop toe te zien dat alle op het verbeteren van vaardigheden en competenties gerichte maatregelen in het kader van een jongerengarantieregeling ertoe bijdragen dat de bestaande discrepanties worden teruggedrongen en dat wordt voorzien in de behoeften aan arbeidskrachten, met name in de sectoren groene economie, ICT en gezondheidszorg;

13)         ervoor te zorgen dat de inspanningen ter verbetering van vaardigheden en competenties ook ICT-/digitale vaardigheden omvatten; de status van vakkennis en ‑bekwaamheden te verbeteren door ervoor te zorgen dat ICT-onderwijsprogramma's en ‑certificeringen aan de normen voldoen en internationaal vergelijkbaar zijn;

14)         scholen (voor basis- en voortgezet onderwijs), met inbegrip van beroepsopleidingscentra, en de diensten voor arbeidsvoorziening ertoe aan te zetten permanente voorlichting over ondernemerschap en werken als zelfstandige voor jongeren te bevorderen en te verstrekken, onder meer door middel van cursussen over ondernemerschap;

15)         te zorgen voor validering van de via niet-formele en informele leerervaringen verworven vaardigheden, kennis en competenties door erkenning van de in het kader van deze activiteiten verworven vaardigheden, kennis en competenties en van het feit dat zij de kansen van werkzoekenden op de arbeidsmarkt vergroten;

Arbeidsmarktgerelateerde maatregelen

16)         de indirecte loonkosten te verlagen om jongeren meer kansen op een baan te bieden;

17)         gerichte en goed doordachte loon- en aanwervingssubsidies te gebruiken om de werkgevers ertoe aan te zetten nieuwe mogelijkheden voor jongeren te scheppen, zoals leerplaatsen, stages of arbeidsbemiddeling, met name voor degenen die het verst van de arbeidsmarkt af staan, in overeenstemming met de toepasselijke regels inzake staatssteun;

18)         de arbeidsmobiliteit te bevorderen door jongeren bewust te maken van vacatures, stages en leerplaatsen alsmede van de in verschillende streken, regio's en landen beschikbare steun, bijvoorbeeld door middel van diensten en regelingen als EURES, die mensen ertoe aanmoedigen om binnen de EU te reizen en te werken; erop toe te zien dat passende ondersteuning beschikbaar is om jongeren die werk in een andere streek of andere lidstaat vinden, te helpen zich aan hun nieuwe omgeving aan te passen;

19)         meer diensten ter ondersteuning van startende bedrijven ter beschikking te stellen, onder meer door nauwere samenwerking tussen de diensten voor arbeidsvoorziening, bedrijfsondersteuningsdiensten en verstrekkers van microfinanciering;

20)         de mechanismen te versterken voor de ondersteuning van jongeren die uit de activeringsregelingen zijn gestapt en niet langer toegang tot uitkeringen hebben;

Gebruik van EU-structuurfondsen

21)         in de periode 2014‑2020 volledig en optimaal gebruik te maken van de financieringsinstrumenten van het cohesiebeleid ter ondersteuning van de invoering van jongerengarantieregelingen; daartoe ervoor te zorgen dat de vereiste prioriteit wordt gegeven aan en de bijbehorende middelen worden toegewezen voor ondersteuning van het ontwerp en de uitvoering van bovenbedoelde maatregelen, met inbegrip van de mogelijkheden van financiering van gerichte aanwervingssubsidies uit het Europees Sociaal Fonds; tevens zo veel mogelijk gebruik te maken van de in de programmeringsperiode 2007‑2013 nog beschikbare middelen;

22)         in de context van de voorbereiding voor de periode 2014‑2020 in de partnerschapsovereenkomst de nodige aandacht te besteden aan de specifieke doelstellingen in verband met de invoering van de jongerengarantieregelingen en in de operationele programma's een beschrijving te geven van de in het kader van de desbetreffende investeringsprioriteiten van het Europees Sociaal Fonds te ondersteunen maatregelen, met name die betreffende de duurzame integratie in de arbeidsmarkt van jongeren die geen werk hebben en geen onderwijs of opleiding volgen, en de steun voor jonge ondernemers en sociale ondernemingen en hun respectieve bijdrage tot de verwezenlijking van de specifieke doelstellingen;

Evaluatie en voortdurende verbetering van de regelingen

23)         alle jongerengarantiemaatregelen en -programma's te monitoren en te evalueren, zodat meer wetenschappelijk gefundeerde beleidsmaatregelen en acties kunnen worden ontwikkeld op basis van wat waar en waarom werkt, om zo te zorgen voor een efficiënt gebruik van de middelen en een positief rendement op de investeringen; een bijgewerkt overzicht houden van de hoeveelheid middelen die zijn uitgetrokken voor het opzetten en uitvoeren van de jongerengarantie, met name in het kader van de operationele programma's van het cohesiebeleid;

24)         wederzijdse leeractiviteiten op nationaal, regionaal en lokaal niveau te bevorderen tussen alle partijen die betrokken zijn bij de bestrijding van de werkloosheid onder jongeren, met het oog op de verbetering van het ontwerp en de uitvoering van toekomstige jongerengarantieregelingen; volledig gebruik te maken van de resultaten van de projecten die zijn ondersteund tijdens de voorbereidende actie inzake jongerengarantieregelingen;

25)         de capaciteiten te versterken van alle belanghebbenden, met inbegrip van de desbetreffende diensten voor arbeidsvoorziening, die zijn betrokken bij het ontwerpen, uitvoeren en evalueren van de jongerengarantieregelingen, teneinde alle interne en externe obstakels in verband met het beleid en de manier waarop deze regelingen worden ontwikkeld, uit de weg te ruimen;

Uitvoering van de jongerengarantieregelingen

26)         zo spoedig mogelijk uitvoering te geven aan de jongerengarantieregelingen en ervoor te zorgen dat zij op de juiste wijze worden geïntegreerd in de toekomstige door de EU medegefinancierde programma's, bij voorkeur vanaf het begin van het meerjarig financieel kader 2014‑2020;  

NEEMT ER NOTA VAN DAT DE COMMISSIE:    

Financiering

27)         in overeenstemming met de desbetreffende investeringsprioriteiten van het Europees Sociaal Fonds voor de programmeringsperiode 2014‑2020 de lidstaten zal aanmoedigen om optimaal gebruik te maken van het Europees Sociaal Fonds voor de ondersteuning van het opzetten en uitvoeren van jongerengarantieregelingen als een beleidsinstrument ter bestrijding en voorkoming van jeugdwerkloosheid en sociale uitsluiting;

28)         de programmeringswerkzaamheden in het kader van de onder het gemeenschappelijk strategisch kader van de EU vallende fondsen (Europees Sociaal Fonds, Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, Cohesiefonds, Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij) zal ondersteunen, onder meer door middel van peer learning, netwerkactiviteiten en technische bijstand;

Goede praktijken

29)         volledig gebruik zal maken van het nieuwe programma voor sociale verandering en innovatie om voorbeelden van goede praktijken van jongerengarantieregelingen op nationaal, regionaal en lokaal niveau te verzamelen;

30)         gebruik zal maken van het programma voor wederzijds leren van de Europese werkgelegenheidsstrategie om de lidstaten aan te sporen hun ervaringen te delen en goede praktijken uit te wisselen;

Toezicht

31)         verder toezicht zal houden op en regelmatig zal rapporteren over de ontwikkelingen met betrekking het ontwerp, de uitvoering en de resultaten van de jongerengarantieregelingen als onderdeel van het jaarlijkse werkprogramma van het Europese netwerk van openbare diensten voor arbeidsvoorziening;

32)         toezicht zal houden op de uitvoering van deze aanbeveling en via het Comité voor de werkgelegenheid een multilateraal toezicht zal instellen op de uitvoering van de jongerengarantieregelingen in het kader van het Europees semester, door de gevolgen van het bestaande beleid te analyseren en, in voorkomend geval, landenspecifieke aanbevelingen tot de lidstaten te richten;

Bewustmaking

33)         bewustmakingsactiviteiten inzake het opzetten van jongerengaranties in alle lidstaten zal ondersteunen, door gebruik te maken van het Europees jongerenportaal en in het bijzonder een koppeling met haar voorlichtingscampagnes tot stand te brengen.

Gedaan te Brussel,

                                                                       Voor de Raad

                                                                       De voorzitter

[1]               Voornaamste indicatoren van de arbeidskrachtenenquête van Eurostat, seizoengecorrigeerde kwartaalgegevens, jongeren gedefinieerd als jonger dan 25, volwassenen als 25 jaar en ouder.

[2]               COM(2012) 750 van 28.11.2012.

[3]               Nadere informatie vindt u op: http://ec.europa.eu/social/main.jsp?langId=nl&catId=88&eventsId=641

[4]               Nadere informatie over de kosten en baten van de uitvoering van jongerengarantieregelingen is te vinden in het bijgaande werkdocument van de diensten van de Commissie.

[5]               Eurofound (2012) "NEETs – Young people not in employment, education or training: Characteristics, costs and policy responses in Europe", Bureau voor publicaties van de Europese Unie, Luxemburg.

[6]               Besluit 2010/707/EU van de Raad — PB L 308 van 24.11.2010, blz. 46.

[7]               Beschikking 2005/600/EG van de Raad — PB L 205 van 6.8.2005, blz. 21.

[8]               Beschikking 2008/618/EG van de Raad betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten (2008-2010) — PB L 198 van 26.7.2008, blz. 47.

[9]               P7-TA(2010) 0262 van 6.7.2010.

[10]             PB C 191 van 1.7.2011, blz. 1.

[11]             COM(2012) 173 van 18.4.2012.

[12]             COM(2012) 582 van 10.10.2012.

[13]             Resolutie van het Europees Parlement van 24 mei 2012 over het initiatief "Kansen voor jongeren" (2012/2617 (RSP)).

[14]             COM(2012) 669 van 20.11.2012.

[15]             COM(2012) 750 van 28.11.2012.

[16]             De uitgaven voor jongerengaranties maken geen deel uit van de post bruto-investeringen in vaste activa van de nationale rekeningen.

Top