This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52012PC0584
Proposal for a DIRECTIVE OF THE EUROPEAN PARLIAMENT AND OF THE COUNCIL on the harmonisation of the laws of the Member States relating to the making available on the market of radio equipment
Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van radioapparatuur
Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van radioapparatuur
/* COM/2012/0584 final - 2012/0283 (COD) */
Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van radioapparatuur /* COM/2012/0584 final - 2012/0283 (COD) */
TOELICHTING 1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL · Achtergrond, doel en motivering van het voorstel De R&TTE-richtlijn, Richtlijn 1999/5/EG
van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 1999 betreffende
radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur en de wederzijdse erkenning
van hun conformiteit, stelt een kader vast voor het in de handel brengen, het
vrije verkeer en de ingebruikneming in de EU van radioapparatuur en
telecommunicatie-eindapparatuur. De richtlijn is in 1999 in werking getreden en
is van cruciaal belang geweest om op dit gebied een interne markt tot stand te
brengen. De richtlijn bevat essentiële eisen inzake de
bescherming van de gezondheid en de veiligheid, de bescherming van de
elektromagnetische compatibiliteit en de voorkoming van schadelijke
interferentie. Deze eisen worden omgezet in technische voorschriften in het
kader van niet-bindende geharmoniseerde normen, zoals in andere
"nieuwe-aanpak"-wetgeving. De regelgevingsaanpak wordt verder
deugdelijk geacht, zodat een fundamentele herziening van de richtlijn niet
nodig is. Uit de ervaring met de werking van de richtlijn is echter gebleken
dat aan een aantal punten aandacht moet worden besteed[1].
De belangrijkste doelstellingen van het ontwerpvoorstel zijn: –
het nalevingsniveau van de voorschriften van de
richtlijn verhogen en het vertrouwen van alle belanghebbenden in het
regelgevingskader vergroten; –
de richtlijn verduidelijken en vereenvoudigen, met
onder meer enkele beperkte aanpassingen van het toepassingsgebied, teneinde de
toepassing van de richtlijn te vergemakkelijken en onnodige lasten voor
marktdeelnemers en overheidsinstanties weg te nemen. De voorgestelde herziening maakt het ook
mogelijk om de richtlijn beter te integreren met andere verwante EU-wetgeving
die door DG CONNECT wordt beheerd, met name de Radiospectrumbeschikking[2].
De voorgestelde tekst is zo opgezet dat de richtlijn in overeenstemming is met
het nieuwe wetgevingskader voor het in de handel brengen van producten (NWK),
met Verordening (EG) nr. 182/2011 betreffende de uitoefening van
uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie, en met het Verdrag betreffende de
werking van de Europese Unie (VWEU). Het voorstel is gebaseerd op de artikelen 26
(interne markt) en 114 (aanpassing van de wetgevingen) van het VWEU. · Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied Door de R&TTE-richtlijn wordt het in de
EU in de handel brengen van de producten die onder haar toepassingsgebied
vallen, volledig geharmoniseerd. Alleen apparatuur die aan de voorschriften van
de richtlijn voldoet, mag in de handel worden gebracht, en de lidstaten mogen
geen verdere beperkingen instellen die op nationaal niveau dezelfde
voorschriften betreffen, namelijk de bescherming van de gezondheid en de
veiligheid, de bescherming van de elektromagnetische compatibiliteit en de
voorkoming van schadelijke interferentie. Andere EU-wetgeving betreffende
milieuaspecten is ook op deze producten van toepassing, met name de richtlijnen
betreffende BGS[3],
AEEA[4] en batterijen[5], alsook
uitvoeringsmaatregelen in het kader van de richtlijn inzake ecologisch ontwerp[6]. De
ingebruikneming en het gebruik van radioapparatuur vallen onder nationale
regelgeving. Bij de uitoefening van deze bevoegdheid moeten de lidstaten het
toepasselijke EU-recht naleven, met name: –
het algemene kader voor het spectrumbeleid dat in
het programma voor het radiospectrumbeleid[7] wordt beschreven; –
algemene criteria die zijn vastgesteld in Richtlijn
2002/21/EG (Kaderrichtlijn[8]) als onderdeel van het regelgevingskader
voor elektronische communicatie; –
voorwaarden voor machtigingen voor het gebruik van
het spectrum die zijn vastgesteld in Richtlijn 2002/20/EG (Machtigingsrichtlijn[9])
als onderdeel van het regelgevingskader voor elektronische communicatie; –
uitvoeringsmaatregelen op grond van Beschikking
676/2002/EG (Radiospectrumbeschikking[10]) waarbij de technische voorwaarden voor
het gebruik van bepaalde spectrumbanden in de EU worden geharmoniseerd en die
voor alle lidstaten bindend zijn. Voorbeelden van spectrumbanden die op
EU-niveau zijn geharmoniseerd, zijn die voor GSM, UMTS en
korteafstandsapparatuur; –
samenhang met andere beleidsgebieden en
doelstellingen van de Unie. Het voorstel is consistent met de beginselen
van het beleid van de Commissie inzake "slimme regelgeving"[11], met het beleid voor Europa
2020, met name ten aanzien van de regelgevingsherziening waarin het beleid voor
een Innovatie-Unie voorziet[12],
alsook met het programma voor het radiospectrumbeleid[13]. Het initiatief is consistent met het in 2008
goedgekeurde NWK-pakket (nieuw wetgevingskader), dat bestaat uit Verordening
(EG) nr. 765/2008 inzake accreditatie en markttoezicht en Besluit nr.
768/2008/EG betreffende een gemeenschappelijk kader voor het verhandelen van
producten. Het besluit bepaalt (in artikel 2) dat de bepalingen ervan moeten
worden gebruikt bij de opstelling en herziening van wetgeving. 2. RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN
BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING · Raadpleging van belanghebbende partijen Een eerste openbare raadpleging over de
werking van de richtlijn heeft in 2007 plaatsgevonden. De aandachtspunten die
uit deze raadpleging naar voren zijn gekomen, zijn opgenomen in het tweede
voortgangsverslag over de werking van de richtlijn[14]. De Commissie heeft in 2010 een tweede openbare
raadpleging gehouden waarbij het accent lag op het effect van enkele van de
maatregelen die werden overwogen. De Commissie heeft bijdragen ontvangen van
122 respondenten, waaronder 50 kmo's, 36 andere marktdeelnemers, nationale
autoriteiten, aangemelde instanties en normalisatie-instellingen[15].
· Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid In 2009 werd een extern onderzoek uitgevoerd
naar het effect van verschillende opties voor de totstandbrenging van de
noodzakelijke verbetering van de traceerbaarheid van producten en de conformiteit
ervan met de voorschriften van de richtlijn[16]. In het algemeen is er een grote consensus en
steun voor de afstemming van de richtlijn op het NWK-pakket en voor de
verduidelijking en vereenvoudiging van de richtlijn. De meningen lopen sterker
uiteen betreffende de eventuele invoering van een verplichting om producten te
registreren alvorens ze in de handel te brengen, en betreffende enkele
maatregelen voor administratieve vereenvoudiging. 3. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL · Rechtsgrondslag De artikelen 26 en 114 VWEU. · Subsidiariteitsbeginsel en evenredigheidsbeginsel Een optreden op EU-niveau is nodig om
bepalingen van de internemarktwetgeving op dit gebied aan te passen, te
verduidelijken of te vereenvoudigen. Het voorstel harmoniseert essentiële en
administratieve voorschriften waarvan de naleving de toegang tot de EU-markt
mogelijk maakt, en de voordelen ervan vergeleken met meerdere soortgelijke
maatregelen van individueel optredende lidstaten zijn duidelijk. Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel gaan
de voorgestelde wijzigingen niet verder dan nodig is om de beoogde
doelstellingen te verwezenlijken. De nieuwe of gewijzigde verplichtingen leiden
niet tot onnodige lasten en kosten voor het bedrijfsleven, en in het bijzonder
kleine en middelgrote ondernemingen, of voor overheidsinstanties. Voor
wijzigingen met negatieve gevolgen kon op basis van de analyse ervan de meest
evenredige oplossing voor de geconstateerde problemen worden gekozen. Bij een
aantal wijzigingen wordt de duidelijkheid van de bestaande richtlijn vergroot,
zonder dat nieuwe eisen worden opgelegd. · Keuze van instrumenten Het voorstel moet de huidige Richtlijn
1999/5/EG vervangen door een nieuwe richtlijn, die door de lidstaten door
middel van nationale rechtsinstrumenten moet worden omgezet. 4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING Het voorstel is verenigbaar met het huidige
meerjarige financiële kader: alle maatregelen of acties in de voorgestelde
richtlijn zijn consistent en verenigbaar met het huidige en het volgende
meerjarige financiële kader (2014 tot en met 2020), zoals voorgesteld door de
Commissie. Het voorstel voorziet in de mogelijkheid om te
eisen dat bepaalde categorieën radioapparatuur worden geregistreerd voordat zij
in de handel worden gebracht. Als deze mogelijkheid werkelijkheid wordt, moet
de Commissie een databank oprichten en beheren. Volgens de beschikbare
kostenraming impliceert dit een investering van 300 000 EUR en jaarlijkse
onderhoudskosten van 30 000 EUR. 5. AANVULLENDE INFORMATIE · Vereenvoudiging en vermindering van de administratieve kosten Het voorstel heeft tot doel de toepassing van
de richtlijn te verduidelijken en onnodige administratieve lasten voor
ondernemingen en overheidsinstanties weg te nemen door de spectrumflexibiliteit
te vergroten en de administratieve procedures voor het gebruik van het spectrum
te versoepelen. Het maakt deel uit van het lopende programma van de Commissie
voor de actualisering en vereenvoudiging van het acquis communautaire en van
haar werk- en wetgevingsprogramma onder referentienummer 2009/ENTR/021. · Evaluatie Het voorstel bepaalt dat de Commissie vier
jaar na de inwerkingtreding van de richtlijn en vervolgens om de vijf jaar de
werking van de richtlijn moet evalueren en daarover verslag moet uitbrengen. · Informatie van de lidstaten De lidstaten moeten de Commissie in kennis
stellen van de omzetting van de richtlijn en drie jaar na de inwerkingtreding
van de richtlijn en vervolgens om de twee jaar een verslag over de toepassing
van de richtlijn bij de Commissie indienen. · Europese Economische Ruimte De voorgestelde handeling is relevant voor de
EER en moet dus ook voor de EER gelden. · Nadere uitleg van het voorstel De belangrijkste elementen van het voorstel
ter herziening van de richtlijn zijn: 1. afstemming op Besluit nr.
768/2008/EG betreffende een gemeenschappelijk kader voor het verhandelen van
producten: –
artikel 2 bevat de definities die zijn opgenomen in
hoofdstuk R1 van Besluit nr. 768/2008/EG; –
de artikelen 10 tot en met 15 bevatten de
verplichtingen van marktdeelnemers die zijn opgenomen in hoofdstuk R2 van
Besluit nr. 768/2008/EG; –
artikel 17 en de bijlagen III, IV en V bevatten
drie modules voor conformiteitsbeoordeling die zijn opgenomen in bijlage II bij
Besluit nr. 768/2008/EG; –
de artikelen 22 tot en met 38 bevatten de verplichtingen
betreffende de aanmelding van conformiteitsbeoordelingsinstanties die zijn
opgenomen in hoofdstuk R4 van Besluit nr. 768/2008/EG; –
de artikelen 39 tot en met 43 bevatten de
vereenvoudigde vrijwaringsprocedures die zijn opgenomen in hoofdstuk R5 van Besluit
nr. 768/2008/EG; 2. artikel 2, lid 1, bevat een
nieuwe definitie van "radioapparatuur" die het gewijzigde
toepassingsgebied van de richtlijn afbakent: daaronder valt alle apparatuur,
met uitsluiting van alle andere, die intentioneel signalen uitzendt waarvoor
gebruik wordt gemaakt van het radiospectrum, ongeacht of dit voor communicatie‑
of andere doeleinden is. De essentiële eis van artikel 3, lid 2, is
dienovereenkomstig aangepast en betreft uitsluitend uitgezonden signalen. De voorgestelde nieuwe titel van de richtlijn
luidt dan ook als volgt: "richtlijn betreffende de harmonisatie van de
wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van
radioapparatuur"; 3. artikel 3, lid 3, onder a),
maakt het mogelijk om te eisen dat radioapparatuur interoperabel is met
accessoires zoals opladers; 4. artikel 3, lid 3, onder g),
maakt het mogelijk om te eisen dat softwaregedefinieerde radioapparatuur
garandeert dat alleen conforme combinaties van software en hardware tot stand
worden gebracht; artikel 4 maakt het mogelijk maatregelen vast te stellen om te
voorkomen dat dit voorschrift belemmeringen creëert voor de concurrentie op de
markt voor software van derden; 5. artikel 5 voert de
mogelijkheid in om te eisen dat producten die behoren tot categorieën met een
laag nalevingsniveau worden geregistreerd in een centraal systeem op basis van
informatie over de naleving die de lidstaten overeenkomstig artikel 47, lid 1,
verstrekken; 6. artikel 7 verduidelijkt het
verband tussen de R&TTE-richtlijn en wetgeving van de EU en de lidstaten
betreffende het gebruik van het radiospectrum; 7. vereenvoudiging en beperking
van administratieve verplichtingen: –
de nieuwe definitie van radioapparatuur in artikel
2, lid 1, bakent het toepassingsgebied duidelijk af ten opzichte van Richtlijn
2004/108/EG (de EMC-richtlijn[17]); –
zuivere ontvangers en eindapparatuur met vast
lijnen vallen niet langer onder het toepassingsgebied van de richtlijn, maar in
plaats daarvan onder het toepassingsgebied van Richtlijn 2004/108/EG en Richtlijn
2006/95/EG[18] of, afhankelijk van de
spanning waarvoor zij bedoeld zijn, onder het toepassingsgebied van Richtlijn
2004/108/EG en Richtlijn 2001/95/EG[19]; dit leidt tot een
zekere beperking van administratieve verplichtingen; –
de eis dat kennisgeving moet worden gedaan van het
in de handel brengen van apparatuur waarvoor frequentiebanden worden gebruikt
die niet in de hele EU geharmoniseerd zijn (huidig artikel 6, lid 4), wordt
opgeheven; –
de verplichting om de apparatuurklasse te vermelden
op het product (huidige bijlage VII, punt 5), wordt opgeheven; –
de eis dat de CE-markering moet worden aangebracht
op de gebruiksaanwijzing (huidige bijlage VII, punt 3), wordt opgeheven; –
de voorschriften ter ondersteuning van de
concurrentie op de markt voor eindapparatuur (het huidige artikel 4, lid 2, en
het huidige artikel 7, leden 3, 4 en 5) worden verwijderd uit de tekst van de
richtlijn. Soortgelijke voorschriften gelden op grond van Richtlijn 2008/63/EG[20]; 8. afstemming op het Verdrag
betreffende de werking van de Europese Unie en op Verordening (EG) nr. 182/2011
betreffende de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie: –
de procedures voor de uitoefening van uitvoerings‑
en gedelegeerde bevoegdheden zijn vastgesteld in de artikelen 44 (comitéprocedure)
en 45 (uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie); –
uitvoeringsbevoegdheden worden voorgesteld in
artikel 8, lid 3 (vaststelling van apparatuurklassen) en artikel 10, lid 9
(presentatie van informatie over het geografische gebied voor het gebruik van radioapparatuur
en over beperkingen op het gebruik van radioapparatuur); –
gedelegeerde bevoegdheden worden voorgesteld in
artikel 2, lid 3 (aanpassing aan de technische vooruitgang van bijlage II
waarin apparatuur wordt vermeld die al of niet onder de definitie van
radioapparatuur valt), artikel 3, lid 3 (aanvullende essentiële eisen), artikel
4, lid 2 (verstrekking van informatie over de conformiteit van
softwaregedefinieerde radioapparatuur) en artikel 5, lid 2 (eis dat
radioapparatuur van bepaalde categorieën moet worden geregistreerd). 2012/0283 (COD) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN
DE RAAD betreffende de harmonisatie van de
wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van
radioapparatuur (Voor de EER relevante tekst) HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN
DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, en met name artikel 114, Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Na toezending van het ontwerp van
wetgevingshandeling aan de nationale parlementen, Gezien het advies van het Europees Economisch
en Sociaal Comité[21], Na raadpleging van de Europese Toezichthouder
voor gegevensbescherming[22], Handelend volgens de gewone
wetgevingsprocedure, Overwegende hetgeen volgt: (1) Richtlijn 1999/5/EG van het
Europees Parlement en de Raad van 9 maart 1999 betreffende radioapparatuur en
telecommunicatie-eindapparatuur en de wederzijdse erkenning van hun
conformiteit[23] is meermaals wezenlijk
gewijzigd. Aangezien nieuwe wijzigingen noodzakelijk zijn, moet deze richtlijn
duidelijkheidshalve worden vervangen. (2) Verordening (EG) nr. 765/2008
van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van de
eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van
producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 339/93[24]
stelt regels vast inzake de accreditatie van
conformiteitsbeoordelingsinstanties, verschaft een kader voor het markttoezicht
op producten en voor de controle van producten uit derde landen, en voorziet in
de algemene beginselen inzake CE-markering. (3) Besluit nr. 768/2008/EG
van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende een
gemeenschappelijk kader voor het verhandelen van producten en tot intrekking
van Besluit 93/465/EEG van de Raad[25] stelt een
gemeenschappelijk kader van algemene beginselen en referentiebepalingen vast
die bedoeld zijn om in alle wetgeving tot harmonisatie van de voorwaarden voor
het verhandelen van producten te worden toegepast, zodat een coherente basis
voor de herziening of herschikking van die wetgeving wordt gelegd. Richtlijn
1999/5/EG moet derhalve aan dat besluit worden aangepast. (4) De essentiële eisen in
Richtlijn 1999/5/EG die relevant zijn voor eindapparatuur met vaste lijnen,
d.w.z. de bescherming van de gezondheid en de veiligheid en de bescherming van
de elektromagnetische compatibiliteit, zijn op adequate wijze vervat in
Richtlijn 2006/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006
betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke voorschriften der
lidstaten inzake elektrisch materiaal bestemd voor gebruik binnen bepaalde
spanningsgrenzen[26] en Richtlijn 2004/108/EG van het Europees
Parlement en de Raad van 15 december 2004 betreffende de onderlinge aanpassing
van de wetgevingen van de lidstaten inzake elektromagnetische compatibiliteit
en tot intrekking van Richtlijn 89/336/EEG[27]. Deze richtlijn
hoeft dan ook niet te gelden voor eindapparatuur met vaste lijnen. (5) De concurrentieproblemen op
de markt voor eindapparatuur zijn op adequate wijze geregeld bij Richtlijn
2008/63/EG van de Commissie van 20 juni 2008 betreffende de mededinging op de
markten van telecommunicatie-eindapparatuur[28], met name door
de verplichting voor de nationale regelgevende instanties om ervoor te zorgen
dat de technische specificaties van de interfaces voor toegang tot het netwerk
worden gepubliceerd. Daarom is het niet nodig in deze richtlijn voorschriften
van Richtlijn 2008/63/EG op te nemen om de concurrentie op de markt voor
eindapparatuur te vergemakkelijken. (6) Apparatuur die intentioneel
radiogolven uitzendt om de beoogde functie te vervullen, maakt systematisch
gebruik van het radiospectrum. Om ervoor te zorgen dat het spectrum efficiënt
wordt gebruikt en aldus schadelijke interferentie te voorkomen, moet al deze
apparatuur onder het toepassingsgebied van deze richtlijn vallen, ongeacht of
de apparatuur al of niet geschikt is voor communicatie. (7) Uit ervaring is gebleken dat
moeilijk uit te maken is of sommige producten onder het toepassingsgebied van
Richtlijn 1999/5/EG vallen. Met betrekking tot producten die het resultaat van
de technologische vooruitgang zijn en moeilijk in een categorie zijn onder te
brengen, is het met name nodig categorieën van producten te bepalen die al of
niet onder de definitie van radioapparatuur vallen. Teneinde bepaalde
niet-essentiële elementen van deze richtlijn aan te vullen of te wijzigen, moet
aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel
290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen
vast te stellen ten aanzien van wijzigingen van bijlage II om deze aan de
technische vooruitgang aan te passen. (8) De bij Richtlijn 2006/95/EG
vastgestelde essentiële eisen op het gebied van veiligheid zijn toereikend om
te gelden voor radioapparatuur, en daarom moeten zij de referentie zijn en
krachtens deze richtlijn toepasselijk worden gemaakt. Om onnodige doublures van
andere bepalingen dan de essentiële eisen te vermijden, mag Richtlijn
2006/95/EG niet gelden voor radioapparatuur. (9) De bij Richtlijn 2004/108/EG
vastgestelde essentiële eisen op het gebied van elektromagnetische
compatibiliteit zijn toereikend om te gelden voor radioapparatuur, en daarom
moeten zij de referentie zijn en krachtens deze richtlijn toepasselijk worden
gemaakt. Om onnodige doublures van andere bepalingen dan de essentiële eisen te
vermijden, mag Richtlijn 2004/108/EG niet gelden voor radioapparatuur. (10) Er moet voor worden gezorgd
dat het radiospectrum volgens de laatste stand van de techniek efficiënt wordt
gebruikt teneinde schadelijke interferentie te voorkomen. (11) Hoewel ontvangers zelf geen
schadelijke interferentie veroorzaken, zijn ontvangstmogelijkheden een factor
van toenemend belang om ervoor te zorgen dat het radiospectrum efficiënt wordt
gebruikt, en wel door middel van een grotere bestandheid van ontvangers tegen
interferentie en ongewenste signalen op basis van de essentiële eisen van
Richtlijn 2004/108/EG. (12) De ontvangstmogelijkheden van
alleen voor ontvangst geschikte apparatuur vallen onder de essentiële eisen van
Richtlijn 2004/108/EG, met name wat betreft ongewenste signalen die het gevolg
zijn van het efficiënte gebruik van gedeelde of aangrenzende frequentiebanden;
daarom is het niet nodig deze apparatuur in het toepassingsgebied van deze
richtlijn op te nemen. (13) In sommige gevallen kunnen
interactie met andere apparatuur via netwerken en aansluiting op interfaces van
het geschikte type in de gehele Unie noodzakelijk zijn. Interoperabiliteit
tussen radioapparatuur en accessoires zoals opladers kan het gebruik van
radioapparatuur vereenvoudigen en de hoeveelheid onnodig afval verminderen. (14) De bescherming van de
persoonsgegevens en de privacy van de gebruikers van radioapparatuur en de
bescherming tegen fraude kunnen worden verbeterd door middel van specifieke
mogelijkheden van radioapparatuur. Radioapparatuur moet daarom in passende
gevallen op zodanige wijze worden ontworpen dat zij die mogelijkheden
ondersteunt. (15) Radioapparatuur kan een rol
spelen bij het verlenen van toegang tot nooddiensten. Radioapparatuur moet
daarom in passende gevallen op zodanige wijze worden ontworpen dat zij de voor
toegang tot die diensten vereiste mogelijkheden ondersteunt. (16) Radioapparatuur is belangrijk
voor het welzijn en de werkgelegenheid van gehandicapten, die een groot en
groeiend deel van de bevolking van de lidstaten vormen. Radioapparatuur moet
daarom in passende gevallen op zodanige wijze worden ontworpen dat
gehandicapten er zonder of slechts met minimale aanpassingen gebruik van kunnen
maken. (17) De conformiteit van sommige
categorieën radioapparatuur met de essentiële eisen kan in het gedrang komen
door de toevoeging van software of de wijziging van de erin aanwezige software.
De gebruiker, de radioapparatuur of een derde mag alleen software in de
radioapparatuur kunnen laden als dat daarna de conformiteit van de
radioapparatuur met de toepasselijke essentiële eisen niet in het gedrang
brengt. (18) Er moet worden voorzien in de
mogelijkheid om aanvullende eisen te stellen teneinde te voldoen aan de
behoeften inzake interoperabiliteit, privacy van de gebruiker, fraudepreventie,
gebruik door gebruikers met een handicap, toegang tot nooddiensten of
voorkoming van de totstandbrenging van niet-conforme combinaties van software
en radioapparatuur. Teneinde bepaalde niet-essentiële elementen van deze
richtlijn aan te vullen of te wijzigen, moet aan de Commissie de bevoegdheid
worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende
de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen ten aanzien van de
specificatie van categorieën of klassen van radioapparatuur die moeten voldoen
aan aanvullende essentiële eisen inzake interoperabiliteit, privacy van de
gebruiker, fraudepreventie, gebruik door gebruikers met een handicap, toegang
tot nooddiensten of voorkoming van de totstandbrenging van niet-conforme
combinaties van software en radioapparatuur. (19) De verificatie door
radioapparatuur van de conformiteit van de combinatie ervan met software mag
niet worden misbruikt om het gebruik ervan met door onafhankelijke partijen
aangeboden software te voorkomen. De beschikbaarheid voor overheidsinstanties,
fabrikanten en gebruikers, van informatie over de conformiteit van voorgenomen
combinaties van radioapparatuur en software moet bijdragen tot het
vergemakkelijken van de concurrentie. Teneinde bepaalde niet-essentiële
elementen van deze richtlijn aan te vullen of te wijzigen, moet aan de
Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van
het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te
stellen ten aanzien van de specificatie van categorieën of klassen van
radioapparatuur waarvoor de fabrikanten informatie over de conformiteit van
voorgenomen combinaties van radioapparatuur en software moeten verstrekken, de
te verstrekken informatie en de voorschriften voor het beschikbaar stellen van
die informatie. (20) De verplichting om in de
handel te brengen radioapparatuur in een centrale databank te registreren kan de
efficiëntie en de effectiviteit van het markttoezicht vergroten en er aldus toe
bijdragen een hoog niveau van naleving van de richtlijn te garanderen. Een
dergelijke verplichting brengt voor de marktdeelnemers extra lasten mee en mag
dan ook alleen voor die categorieën radioapparatuur worden ingesteld waarvoor
geen hoog nalevingsniveau werd bereikt. Teneinde bepaalde niet-essentiële
elementen van deze richtlijn aan te vullen of te wijzigen, moet aan de
Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van
het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te
stellen ten aanzien van de bepaling, op basis van door de lidstaten te
verstrekken informatie over de naleving, van de desbetreffende categorieën
radioapparatuur die in een centrale databank moeten worden geregistreerd, en
ten aanzien van de specificatie van de te registreren informatie en van de
voorschriften die gelden voor de registratie en het aanbrengen van het
registratienummer. (21) Radioapparatuur die aan de
toepasselijke essentiële eisen voldoet, moet in het vrije verkeer kunnen worden
gebracht. Deze apparatuur moet voor het beoogde doel in gebruik kunnen worden
genomen en worden gebruikt, in voorkomend geval overeenkomstig voorschriften
inzake machtigingen voor het gebruik van het radiospectrum en de verlening van
de desbetreffende dienst. (22) Om onnodige belemmeringen voor
de handel in radioapparatuur in de interne markt van de Unie te voorkomen,
moeten de lidstaten op grond van Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement
en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied
van normen en technische voorschriften[29] de andere
lidstaten en de Commissie in kennis stellen van hun ontwerpen op het gebied van
technische voorschriften, zoals radio-interfaces, behalve indien deze de
lidstaten in staat stellen te voldoen aan bindende handelingen van de Unie
zoals uitvoeringsmaatregelen op grond van Beschikking 676/2002/EG van het
Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een regelgevingskader
voor het radiospectrumbeleid in de Europese Gemeenschap[30].
(23) Door de verstrekking van
informatie over de gelijkwaardigheid van gereguleerde radio-interfaces en de
gebruiksvoorwaarden ervan worden de belemmeringen voor de toegang van
radioapparatuur tot de interne markt beperkt. Daarom moet de Commissie de
gelijkwaardigheid van die gereguleerde radio-interfaces beoordelen en
vaststellen en deze informatie in de vorm van klassen van radioapparatuur
beschikbaar stellen. (24) Overeenkomstig Beschikking
2007/344/EG van de Commissie van 16 mei 2007 inzake de geharmoniseerde
beschikbaarheid van informatie over spectrumgebruik in de Gemeenschap[31]
moeten de lidstaten gebruikmaken van het ERO Frequency Information System
(EFIS) dat door het Europees Bureau voor Radiocommunicatie (ERO) is opgezet om
via internet vergelijkbare informatie over het spectrumgebruik in elke lidstaat
beschikbaar te stellen. De fabrikanten kunnen in EFIS frequentie-informatie
voor alle lidstaten van de Unie opzoeken voordat zij radioapparatuur in de
handel brengen; zo kunnen zij nagaan of en onder welke voorwaarden deze
radioapparatuur in elke lidstaat kan worden gebruikt. Daarom hoeven in deze
richtlijn geen aanvullende bepalingen te worden opgenomen, bijvoorbeeld betreffende
voorafgaande kennisgeving, om ervoor te zorgen dat de fabrikanten worden
ingelicht over de gebruiksvoorwaarden van radioapparatuur waarvoor
niet-geharmoniseerde frequentiebanden worden gebruikt. (25) Met het oog op de bevordering
van onderzoeks‑ en demonstratieactiviteiten moet het mogelijk zijn om in
het kader van handelsbeurzen, tentoonstellingen en soortgelijke evenementen
radioapparatuur tentoon te stellen die niet aan deze richtlijn voldoet en niet
in de handel kan worden gebracht, op voorwaarde dat de exposanten de bezoekers
voldoende informatie verstrekken. (26) De marktdeelnemers moeten de
verantwoordelijkheid dragen voor de conformiteit van producten, overeenkomstig
de respectieve rol die zij in de toeleveringsketen vervullen, teneinde te zorgen
voor een hoog niveau van bescherming van de gezondheid en de veiligheid en van
de elektromagnetische compatibiliteit, en voor een efficiënt gebruik van het
spectrum ter voorkoming van schadelijke interferentie, en teneinde eerlijke
concurrentie op de markt van de Unie te waarborgen. (27) Alle marktdeelnemers die een
rol vervullen in de toeleverings- en distributieketen moeten passende
maatregelen nemen om te waarborgen dat zij uitsluitend producten op de markt
aanbieden die aan deze richtlijn voldoen. Er moet worden gezorgd voor een
duidelijke en evenredige verdeling van de verplichtingen overeenkomstig de rol
van alle marktdeelnemers in de toeleverings- en distributieketen. (28) De fabrikant, die op de hoogte
is van de details van het ontwerp- en productieproces, is het best geplaatst om
de conformiteitsbeoordelingsprocedure volledig uit te voeren. De verplichting
een conformiteitsbeoordeling uit te voeren, moet daarom uitsluitend op de
fabrikant blijven rusten. (29) De fabrikant moet voldoende
informatie over het beoogde gebruik van de apparatuur verstrekken zodat deze
conform de essentiële eisen kan worden gebruikt. Het kan nodig zijn dat deze
informatie een beschrijving van accessoires zoals antennes, onderdelen zoals
software, en specificaties van het installatieproces van de apparatuur omvat. (30) Gebleken is dat het
voorschrift in Richtlijn 1999/5/EG dat een EU-conformiteitsverklaring bij de
apparatuur moet worden gevoegd, heeft gezorgd voor een vereenvoudiging en
verbetering van de informatie en voor een grotere efficiëntie van het
markttoezicht. Dankzij de mogelijkheid om een vereenvoudigde
EU-conformiteitsverklaring te verstrekken, konden de aan dit voorschrift
verbonden lasten worden verminderd zonder dat het daardoor minder doeltreffend
werd; in deze richtlijn moet in die mogelijkheid worden voorzien. (31) Er moet worden gewaarborgd dat
producten die vanuit derde landen in de Unie in de handel worden gebracht, aan
de eisen van deze richtlijn voldoen, en met name dat de fabrikanten adequate
beoordelingsprocedures met betrekking tot deze producten hebben uitgevoerd.
Daarom moet worden bepaald dat importeurs erop toezien dat de producten die zij
in de handel brengen aan de eisen van deze richtlijn voldoen en dat zij geen
producten in de handel brengen die niet aan deze eisen voldoen of een risico
inhouden. Er moet eveneens worden bepaald dat importeurs erop toezien dat er
conformiteitsbeoordelingsprocedures zijn uitgevoerd en dat de productmarkering
en de door de fabrikanten opgestelde documenten beschikbaar zijn voor inspectie
door de toezichthoudende autoriteiten. (32) De distributeur biedt
radioapparatuur op de markt aan nadat zij door de fabrikant of de importeur in
de handel is gebracht, en hij moet de nodige zorgvuldigheid betrachten om
ervoor te zorgen dat de wijze waarop hij met de radioapparatuur omgaat geen
negatieve invloed heeft op de conformiteit van de radioapparatuur. (33) Wanneer importeurs
radioapparatuur in de handel brengen, moeten zij hun naam en contactadres op de
radioapparatuur vermelden. Er dient te worden voorzien in uitzonderingen hierop
wanneer dit door de omvang of aard van de apparatuur niet mogelijk is. Dit is
bijvoorbeeld het geval wanneer de importeur de verpakking zou moeten openen om
zijn naam en adres op de radioapparatuur te vermelden. (34) Wanneer een marktdeelnemer
radioapparatuur onder zijn eigen naam of handelsmerk in de handel brengt of
radioapparatuur zodanig wijzigt dat de conformiteit met de eisen van deze
richtlijn in het gedrang kan komen, moet hij als fabrikant worden beschouwd en
de verplichtingen van de fabrikant op zich nemen. (35) Omdat distributeurs en
importeurs dicht bij de markt staan, moeten zij worden betrokken bij de
markttoezichttaken van de bevoegde nationale autoriteiten en moeten zij bereid
zijn actief medewerking te verlenen door die autoriteiten alle nodige
informatie over de desbetreffende radioapparatuur te verstrekken. (36) Het markttoezicht wordt
eenvoudiger en efficiënter wanneer gewaarborgd wordt dat radioapparatuur in de
hele toeleveringsketen traceerbaar is. Een efficiënt traceringssysteem verlicht
de taak van de markttoezichtautoriteiten wanneer zij marktdeelnemers moeten
opsporen die niet-conforme radioapparatuur op de markt hebben aangeboden. (37) Deze richtlijn moet beperkt
blijven tot het formuleren van essentiële eisen. Om de beoordeling van de
conformiteit met die eisen te vergemakkelijken, moet worden voorzien in het
vermoeden van conformiteit voor radioapparatuur die voldoet aan geharmoniseerde
normen die overeenkomstig Verordening (EU) nr. [../..] [betreffende Europese
normalisatie][32] worden vastgesteld met
het doel voor die eisen gedetailleerde technische specificaties te formuleren. (38) Verordening (EU) nr. [../..] [betreffende
Europese normalisatie] voorziet in een procedure voor bezwaren tegen
geharmoniseerde normen die niet volledig aan de eisen van deze richtlijn
voldoen. (39) Er moet worden gezorgd voor
conformiteitsbeoordelingsprocedures waarmee marktdeelnemers kunnen aantonen en
de bevoegde autoriteiten kunnen waarborgen dat op de markt aangeboden
radioapparatuur aan de essentiële eisen voldoet. Besluit nr. 768/2008/EG stelt
modules voor conformiteitsbeoordelingsprocedures vast, uiteenlopend van de
minst tot de meest stringente procedure, afhankelijk van de hoogte van het
risico en het vereiste veiligheidsniveau. Om voor coherentie tussen de sectoren
te zorgen en ad-hocvarianten te voorkomen, moeten
conformiteitsbeoordelingsprocedures uit die modules worden gekozen. (40) Fabrikanten moeten een
EU-conformiteitsverklaring opstellen waarin zij gedetailleerde informatie
verstrekken over de conformiteit van de radioapparatuur met de eisen van deze
richtlijn en van andere relevante harmonisatiewetgeving van de Unie. (41) De CE-markering, waarmee de
conformiteit van een product wordt aangegeven, is de zichtbare uitkomst van een
uitgebreid proces van conformiteitsbeoordeling in brede zin. In Verordening
(EG) nr. 765/2008 zijn algemene beginselen betreffende de CE-markering
vastgesteld. In deze richtlijn moeten voorschriften betreffende het aanbrengen
van de CE-markering worden vastgesteld. (42) Het voorschrift om de
CE-markering op producten aan te brengen, is belangrijk voor de voorlichting
van consumenten en overheidsinstanties. Dankzij de mogelijkheid in Richtlijn
1999/5/EG om op kleine apparatuur een kleinere CE-markering aan te brengen,
mits deze zichtbaar en leesbaar blijft, kon de toepassing van dit voorschrift
worden vereenvoudigd zonder dat het daardoor minder doeltreffend werd; daarom
moet in deze richtlijn in die mogelijkheid worden voorzien. (43) Gebleken is dat het
voorschrift in Richtlijn 1999/5/EG om de CE-markering op de verpakking van
apparatuur aan te brengen, de markttoezichttaak heeft vereenvoudigd; daarom
moet dit voorschrift in deze richtlijn worden opgenomen. (44) Bij de in deze richtlijn
beschreven conformiteitsbeoordelingsprocedures spelen
conformiteitsbeoordelingsinstanties, die door de lidstaten bij de Commissie
worden aangemeld, een rol. (45) De ervaring heeft geleerd dat
de in Richtlijn 1999/5/EG vastgestelde criteria waaraan
conformiteitsbeoordelingsinstanties moeten voldoen om bij de Commissie
aangemeld te kunnen worden, ontoereikend zijn om een uniform hoog
prestatieniveau van aangemelde instanties in de hele Unie te waarborgen. Het is
echter essentieel dat alle aangemelde instanties hun functie op hetzelfde
niveau en onder eerlijke concurrentievoorwaarden uitoefenen. Hiertoe moeten
verplichte eisen worden vastgesteld voor conformiteitsbeoordelingsinstanties
die willen worden aangemeld met het oog op het verlenen van
conformiteitsbeoordelingsdiensten. (46) Om bij de uitvoering van de
conformiteitsbeoordeling een consistent kwaliteitsniveau te kunnen waarborgen,
moeten ook eisen worden vastgesteld voor de aanmeldende autoriteiten en andere
instanties die bij de beoordeling en aanmelding van en bij het toezicht op
aangemelde instanties betrokken zijn. (47) Als een
conformiteitsbeoordelingsinstantie aantoont dat zij voldoet aan de in
geharmoniseerde normen vastgestelde criteria, dient zij te worden geacht te voldoen
aan de overeenkomstige eisen van deze richtlijn. (48) Het in deze richtlijn
beschreven systeem moet worden aangevuld met het accreditatiesysteem van
Verordening (EG) nr. 765/2008. Omdat accreditatie een essentieel middel is
om te controleren of de conformiteitsbeoordelingsinstanties bekwaam zijn, moet
accreditatie ook bij aanmelding worden gebruikt. (49) Transparante accreditatie, als
bedoeld in Verordening (EG) nr. 765/2008, die het noodzakelijke niveau van
vertrouwen in conformiteitscertificaten waarborgt, moet door de nationale
autoriteiten in de hele Unie worden beschouwd als het geprefereerde middel
waarmee de technische bekwaamheid van conformiteitsbeoordelingsinstanties kan
worden aangetoond. De nationale autoriteiten kunnen evenwel van oordeel zijn
dat zij over de passende middelen beschikken om deze evaluatie zelf uit te
voeren. In dat geval moeten zij, om te waarborgen dat de door andere nationale
autoriteiten uitgevoerde evaluaties voldoende geloofwaardig zijn, aan de
Commissie en de andere lidstaten het nodige bewijsmateriaal overleggen waaruit
blijkt dat de geëvalueerde conformiteitsbeoordelingsinstanties aan de relevante
regelgevingseisen voldoen. (50) Conformiteitsbeoordelingsinstanties
besteden vaak een deel van hun conformiteitsbeoordelingsactiviteiten uit of
doen een beroep op een dochteronderneming. Om het beschermingsniveau te kunnen
garanderen dat nodig is voor radioapparatuur die in de Unie in de handel wordt
gebracht, is het essentieel dat onderaannemers en dochterondernemingen bij de
uitvoering van conformiteitsbeoordelingstaken aan dezelfde eisen voldoen als
aangemelde instanties. Daarom is het belangrijk dat ook de activiteiten die
door onderaannemers en dochterondernemingen worden verricht, worden betrokken
in de beoordeling van de bekwaamheid en de prestaties van instanties die worden
aangemeld en in het toezicht op reeds aangemelde instanties. (51) De aanmeldingsprocedure moet
efficiënter en transparanter worden, en met name worden aangepast aan nieuwe
technologie, zodat de aanmelding online kan worden verricht. (52) Omdat aangemelde instanties
hun diensten in de gehele Unie kunnen aanbieden, moeten de andere lidstaten en
de Commissie in staat worden gesteld bezwaren in te brengen tegen een
aangemelde instantie. Daarom is het belangrijk te voorzien in een termijn
waarbinnen twijfels of bedenkingen omtrent de bekwaamheid van
conformiteitsbeoordelingsinstanties kunnen worden weggenomen alvorens zij als
aangemelde instantie gaan functioneren. (53) Uit concurrentieoogpunt is het
cruciaal dat de aangemelde instanties bij de toepassing van de
conformiteitsbeoordelingsmodules geen onnodige lasten voor marktdeelnemers
creëren. Bij de technische toepassing van de
conformiteitsbeoordelingsprocedures moet om dezelfde reden worden gezorgd voor
consistentie, zodat de marktdeelnemers gelijk worden behandeld. Dit kan het
best worden bereikt door passende coördinatie en samenwerking tussen de
aangemelde instanties. (54) Om rechtszekerheid te
waarborgen, moet duidelijk worden gemaakt dat de in Verordening (EG) nr.
765/2008 vastgestelde voorschriften inzake markttoezicht in de Unie en controle
van producten die de markt van de Unie binnenkomen, op radioapparatuur van
toepassing zijn. (55) In Richtlijn 1999/5/EG is al
een vrijwaringsprocedure opgenomen, die uitsluitend wordt toegepast wanneer de
lidstaten het niet eens zijn over de door een lidstaat genomen maatregelen. Om
de transparantie te vergroten en tijdverlies te beperken, moet de bestaande
vrijwaringsclausuleprocedure worden verbeterd teneinde deze efficiënter te
maken en van de deskundigheid in de lidstaten te profiteren. (56) Het bestaande systeem moet
worden aangevuld met een procedure om belanghebbenden te informeren over
voorgenomen maatregelen tegen radioapparatuur die een risico meebrengt voor de
gezondheid en de veiligheid van personen of voor andere aspecten van openbaar
belang waarop de essentiële eisen in deze richtlijn betrekking hebben. Deze
procedure moet ook markttoezichtautoriteiten in staat stellen samen met de
betrokken marktdeelnemers in een vroeger stadium tegen dergelijke apparatuur op
te treden. (57) Indien de lidstaten en de
Commissie het eens zijn dat een maatregel van een lidstaat gerechtvaardigd is,
is nadere betrokkenheid van de Commissie hierbij niet nodig, behalve wanneer de
niet-conformiteit kan worden toegeschreven aan tekortkomingen van een
geharmoniseerde norm. (58) Om eenvormige voorwaarden voor
de uitvoering van deze richtlijn te waarborgen, moeten aan de Commissie
uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Deze bevoegdheden moeten worden
uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees
Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene
voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten
de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren[33].
(59) Het is van bijzonder belang
dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden voor gedelegeerde
handelingen tot passende raadpleging overgaat, onder meer op deskundigenniveau.
De Commissie moet er bij de voorbereiding en opstelling van gedelegeerde
handelingen voor zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig en op gepaste
wijze gelijktijdig worden toegezonden aan het Europees Parlement en de Raad. (60) De lidstaten moeten
voorschriften vaststellen voor sancties op overtredingen van ingevolge deze
richtlijn vastgestelde nationale bepalingen en ervoor zorgen dat zij worden
toegepast. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. (61) Er moet in een
overgangsregeling worden voorzien waardoor radioapparatuur die op grond van
Richtlijn 1999/5/EG reeds in de handel is gebracht, op de markt kan worden
aangeboden en in gebruik kan worden genomen. (62) Daar de doelstelling van deze
richtlijn, namelijk waarborgen dat radioapparatuur op de markt aan de eisen
voldoet die een hoog niveau van bescherming van de gezondheid en de veiligheid
en van de elektromagnetische compatibiliteit, alsook een efficiënt gebruik van
het spectrum ter voorkoming van schadelijke interferentie bieden en
tegelijkertijd de werking van de interne markt garanderen, niet voldoende door
de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve vanwege de omvang en de
gevolgen ervan beter op het niveau van de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de
Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de
Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen vaststellen.
Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat
deze richtlijn niet verder dan wat nodig is om die doelstelling te
verwezenlijken. (63) Overeenkomstig de gezamenlijke
politieke verklaring van de lidstaten en de Commissie over toelichtende stukken
van 28 september 2011 hebben de lidstaten zich ertoe verbonden om in
gerechtvaardigde gevallen de kennisgeving van hun omzettingsmaatregelen
vergezeld te doen gaan van één of meer stukken waarin het verband tussen de
onderdelen van een richtlijn en de overeenkomstige delen van de nationale
omzettingsinstrumenten wordt toegelicht. Met betrekking tot deze richtlijn acht
de wetgever de toezending van dergelijke stukken gerechtvaardigd, HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN
VASTGESTELD: HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Onderwerp en toepassingsgebied 1. In deze richtlijn wordt een
regelgevingskader vastgesteld voor het op de markt aanbieden en de
ingebruikneming in de Unie van radioapparatuur. 2. Deze richtlijn is niet van
toepassing op de in bijlage I vermelde apparatuur. 3. Deze richtlijn is niet van
toepassing op radioapparatuur die uitsluitend wordt gebruikt voor activiteiten
die betrekking hebben op de openbare veiligheid, defensie, de staatsveiligheid
(met inbegrip van het economische welzijn van de staat wanneer de activiteiten
verband houden met aangelegenheden die de staatsveiligheid betreffen) en voor
de activiteiten van de staat op het gebied van strafrecht. 4. Op radioapparatuur die onder
het toepassingsgebied van deze richtlijn valt, is Richtlijn 2006/95/EG niet van
toepassing, behalve zoals beschreven in artikel 3, lid 1, onder a), van deze
richtlijn. Artikel 2 Definities 5. Voor de toepassing van deze
richtlijn gelden de volgende definities: 1) "radioapparatuur": product
dat intentioneel radiogolven uitzendt om de beoogde functie te vervullen, of
product dat moet worden aangevuld met een accessoire, zoals een antenne, om
radiogolven te kunnen uitzenden teneinde de beoogde functie te vervullen; 2) "radiogolven":
elektromagnetische golven met frequenties van 9 kHz tot 3 000 GHz, die
zich in de ruimte voortplanten zonder kunstmatige geleider; 3) "interface":
etherinterface waarin het radiopad tussen radioapparatuur is vastgelegd, en de
technische specificaties ervan; 4) "radioapparatuurklasse":
klasse ter aanduiding van bepaalde in het kader van deze richtlijn als
gelijksoortig beschouwde categorieën radioapparatuur en de interfaces waarvoor
de apparatuur is ontworpen; 5) "schadelijke
interferentie": schadelijke interferentie zoals gedefinieerd in Richtlijn
2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad[34]; 6) "op de markt aanbieden":
het in het kader van een handelsactiviteit, al dan niet tegen betaling,
verstrekken van radioapparatuur met het oog op distributie, consumptie of
gebruik op de markt van de Europese Unie; 7) "in de handel brengen":
het voor het eerst in de Europese Unie op de markt aanbieden van
radioapparatuur; 8) "fabrikant": natuurlijke
of rechtspersoon die radioapparatuur vervaardigt of laat ontwerpen of
vervaardigen, en deze apparatuur onder zijn naam of handelsmerk verhandelt; 9) "gemachtigde": in de
Europese Unie gevestigde natuurlijke of rechtspersoon die schriftelijk door de
fabrikant is gemachtigd om namens hem specifieke taken te vervullen; 10) "importeur": in de Europese
Unie gevestigde natuurlijke of rechtspersoon die radioapparatuur uit een derde
land in de Europese Unie in de handel brengt; 11) "distributeur": natuurlijke
of rechtspersoon in de toeleveringsketen, verschillend van de fabrikant of de
importeur, die radioapparatuur op de markt aanbiedt; 12) "marktdeelnemers": de
fabrikant, de gemachtigde, de importeur en de distributeur; 13) "technische specificatie":
een document dat de technische eisen voorschrijft waaraan radioapparatuur moet
voldoen; 14) "geharmoniseerde norm":
geharmoniseerde norm zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 1, onder c), van
Verordening (EU) nr. [../..] [betreffende Europese normalisatie][35]; 15) "accreditatie":
accreditatie zoals gedefinieerd in Verordening (EG) nr. 765/2008; 16) "nationale
accreditatie-instantie": nationale accreditatie-instantie zoals
gedefinieerd in Verordening (EG) nr. 765/2008; 17) "conformiteitsbeoordeling":
het proces waarin wordt aangetoond of voldaan is aan de essentiële eisen voor
radioapparatuur; 18) "conformiteitsbeoordelingsinstantie":
instantie die conformiteitsbeoordelingsactiviteiten verricht; 19) "terugroepen": maatregel
waarmee wordt beoogd radioapparatuur te doen terugkeren die al aan de gebruiker
ter beschikking is gesteld; 20) "uit de handel nemen":
maatregel waarmee wordt beoogd te voorkomen dat radioapparatuur die zich in de
toeleveringsketen bevindt, op de markt wordt aangeboden; 21) "CE-markering": markering
waarmee de fabrikant aangeeft dat radioapparatuur in overeenstemming is met de
toepasselijke eisen van de harmonisatiewetgeving van de Europese Unie die in
het aanbrengen ervan voorziet; 22) "harmonisatiewetgeving van de
Unie": alle wetgeving van de Unie die de voorwaarden voor het verhandelen
van producten harmoniseert. 6. Voor de toepassing van lid 1,
punt 1, van dit artikel worden de in bijlage II, punt 1, vermelde producten
beschouwd als radioapparatuur, en worden de in bijlage II, punt 2, vermelde
producten niet beschouwd als radioapparatuur. 7. De Commissie is bevoegd
overeenkomstig artikel 45 gedelegeerde handelingen tot wijziging van bijlage II
vast te stellen met het oog op de aanpassing ervan aan de technische
vooruitgang. Artikel 3 Essentiële eisen 8. Radioapparatuur moet zo
geconstrueerd zijn dat het volgende wordt gewaarborgd: a) de bescherming van de gezondheid en de
veiligheid van de gebruiker en van anderen, met inbegrip van de doelstellingen
met betrekking tot de veiligheidsvoorschriften van Richtlijn 2006/95/EEG, maar
zonder toepassing van de spanningsgrens; b) de bescherming van de elektromagnetische
compatibiliteit zoals beschreven in Richtlijn 2004/108/EG, met inbegrip van met
name niveaus van ongevoeligheid die leiden tot verbeteringen in het efficiënte
gebruik van gedeelde of aangrenzende frequentiebanden. 9. Radioapparatuur moet zo
geconstrueerd zijn dat de erdoor uitgezonden signalen het voor
aarde/ruimtecommunicatie toegewezen spectrum en de satellietcapaciteit
efficiënt gebruiken zonder schadelijke interferentie te veroorzaken. Alleen
radioapparatuur die in ten minste één lidstaat kan worden gebruikt zonder
inbreuk te maken op de toepasselijke voorschriften betreffende het gebruik van
het spectrum, kan aan dit voorschrift voldoen. 10. Radioapparatuur moet zo
geconstrueerd zijn dat zij voldoet aan de volgende essentiële eisen: a) radioapparatuur functioneert onderling
met accessoires, en/of zij functioneert via netwerken onderling met andere
radioapparatuur, en/of zij kan in de hele Unie worden aangesloten op interfaces
van het geschikte type; b) radioapparatuur schaadt het netwerk of de
werking ervan niet en maakt evenmin misbruik van de netwerkmiddelen waardoor
een onaanvaardbare achteruitgang van de dienst wordt veroorzaakt; c) radioapparatuur bevat beveiligingen om de
bescherming van de persoonsgegevens en de privacy van de gebruiker en de
abonnee te waarborgen; d) radioapparatuur ondersteunt bepaalde
mogelijkheden die fraudepreventie waarborgen; e) radioapparatuur ondersteunt bepaalde
mogelijkheden die de toegang tot nooddiensten waarborgen; f) radioapparatuur ondersteunt bepaalde
mogelijkheden die het gebruik ervan door gebruikers met een handicap
vergemakkelijken; g) radioapparatuur ondersteunt bepaalde
mogelijkheden om te waarborgen dat software alleen in de radioapparatuur kan
worden geladen als de conformiteit van de combinatie van de software en de
radioapparatuur is aangetoond. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel
45 gedelegeerde handelingen vast te stellen waarin wordt gespecificeerd op
welke categorieën of klassen radioapparatuur elk van de eisen a) tot en met g)
in de eerste alinea betrekking heeft. Artikel 4 Verstrekking
van informatie over de conformiteit van combinaties van software en
radioapparatuur 11. De fabrikanten van
radioapparatuur en van software die ervoor zorgt dat radioapparatuur kan worden
gebruikt zoals bedoeld, verstrekken de lidstaten en de Commissie informatie
over de conformiteit van voorgenomen combinaties van radioapparatuur en
software met de essentiële eisen van artikel 3. 12. De Commissie is bevoegd
overeenkomstig artikel 45 gedelegeerde handelingen vast te stellen waarin wordt
gespecificeerd op welke categorieën of klassen radioapparatuur de eis in lid 1
betrekking heeft, welke informatie vereist is en welke operationele
voorschriften gelden om de informatie over de conformiteit beschikbaar te
stellen. Artikel 5 Registratie
van radioapparatuur van sommige categorieën 13. Met ingang van [datum – vier
jaar na de datum van inwerkingtreding van de richtlijn] registreren
de fabrikanten typen radioapparatuur van categorieën apparatuur waarvoor een
laag niveau van naleving van de essentiële eisen van artikel 3 wordt
geconstateerd, in een centraal systeem als bedoeld in lid 3, voordat
radioapparatuur van die categorieën in de handel wordt gebracht. De Commissie
kent aan elk geregistreerd type een registratienummer toe, dat de fabrikanten
aanbrengen op de radioapparatuur die in de handel wordt gebracht. 14. De Commissie is bevoegd
overeenkomstig artikel 45 gedelegeerde handelingen vast te stellen waarin wordt
gespecificeerd op welke categorieën radioapparatuur de eis in lid 1 betrekking
heeft, rekening houdend met de door de lidstaten overeenkomstig artikel 47, lid
1, verstrekte informatie over de conformiteit van apparatuur, welke informatie
moet worden geregistreerd, welke operationele voorschriften gelden voor de
registratie, en welke operationele voorschriften gelden voor de aanbrenging van
het registratienummer op de radioapparatuur. 15. De Commissie stelt een
centraal systeem beschikbaar waarin de fabrikanten de vereiste informatie
kunnen registreren. Artikel 6 In de handel brengen De lidstaten zorgen
ervoor dat radioapparatuur alleen op de markt wordt aangeboden als zij voldoet
aan deze richtlijn wanneer zij naar behoren wordt geïnstalleerd en onderhouden
en voor het beoogde doel wordt gebruikt. Artikel 7 Ingebruikneming en gebruik De lidstaten staan de ingebruikneming en het
gebruik van radioapparatuur voor het beoogde doel toe wanneer zij aan deze
richtlijn voldoet. Onverminderd hun verplichtingen op grond van Beschikking
676/2002/EG en de voorwaarden verbonden aan machtigingen voor het gebruik van
frequenties overeenkomstig het recht van de Unie, met name artikel 9, leden 3
en 4, van Richtlijn 2002/21/EG, mogen de lidstaten slechts aanvullende eisen
voor de ingebruikneming en/of het gebruik van radioapparatuur stellen om
redenen die verband houden met het efficiënte gebruik van het radiospectrum, de
voorkoming van schadelijke interferentie, of de volksgezondheid. Artikel 8 Kennisgeving van
interfacespecificaties en radioapparatuurklassen 16. De lidstaten doen
overeenkomstig de in Richtlijn 98/34/EG beschreven procedure kennisgeving van
de interfaces die zij voornemens zijn te reguleren. 17. Bij de beoordeling van de
overeenkomst tussen radioapparatuur en gereguleerde interfaces houden de
lidstaten rekening met de gelijkwaardigheid met radio-interfaces waarvan andere
lidstaten kennisgeving hebben gedaan. 18. De Commissie stelt de
gelijkwaardigheid vast tussen interfaces waarvan kennisgeving is gedaan, en
kent een radioapparatuurklasse toe, waarvan de gegevens in het Publicatieblad
van de Europese Unie worden bekendgemaakt. Deze uitvoeringshandelingen worden
vastgesteld volgens de in artikel 44, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure. Artikel 9 Vrij verkeer van radioapparatuur 19. Het is de lidstaten niet
toegestaan het in de handel brengen op hun grondgebied van radioapparatuur die
aan deze richtlijn voldoet, te verbieden, te beperken of te belemmeren om
redenen die verband houden met de aspecten waarop deze richtlijn betrekking
heeft. 20. Het is de lidstaten niet
toegestaan het tonen op handelsbeurzen, tentoonstellingen, demonstraties en soortgelijke
evenementen van radioapparatuur die niet aan deze richtlijn voldoet, te
belemmeren, op voorwaarde dat een zichtbaar teken duidelijk aangeeft dat
dergelijke radioapparatuur niet in de handel mag worden gebracht of gebruikt
zolang zij niet aan de richtlijn voldoet. HOOFDSTUK II VERPLICHTINGEN VAN MARKTDEELNEMERS Artikel 10 Verplichtingen
van fabrikanten 21. Wanneer fabrikanten
radioapparatuur in de handel brengen, waarborgen zij dat zij is ontworpen en
vervaardigd overeenkomstig de essentiële eisen van artikel 3. 22. Fabrikanten stellen de in
artikel 21 bedoelde technische documentatie op en voeren de in artikel 17
bedoelde conformiteitsbeoordelingsprocedure uit of laten deze uitvoeren. Wanneer met die procedure is aangetoond dat de
radioapparatuur aan de toepasselijke eisen voldoet, stellen fabrikanten een
EU-conformiteitsverklaring op en brengen zij de CE-markering aan. 23. Fabrikanten bewaren de
technische documentatie en de EU-conformiteitsverklaring gedurende tien jaar
nadat de radioapparatuur in de handel is gebracht. 24. Fabrikanten zorgen ervoor dat
zij beschikken over procedures om de conformiteit van hun serieproductie te
blijven waarborgen. Er wordt terdege rekening gehouden met veranderingen in het
ontwerp of in de kenmerken van radioapparatuur en met veranderingen in de
geharmoniseerde normen of technische specificaties waarnaar in de
conformiteitsverklaring van de apparatuur is verwezen. Indien dit rekening houdend met de risico’s van
radioapparatuur passend wordt geacht, voeren fabrikanten steekproeven uit op
radioapparatuur die op de markt is aangeboden, onderzoeken zij klachten,
non-conforme radioapparatuur en teruggeroepen radioapparatuur en houden zij
daarvan zo nodig een register bij, en houden zij de distributeurs op de hoogte
van dit toezicht. 25. Fabrikanten zorgen ervoor dat
op radioapparatuur een type-, partij- of serienummer, dan wel een ander
identificatiemiddel is aangebracht, of wanneer dit door de omvang of aard van
de radioapparatuur niet mogelijk is, dat de vereiste informatie op de
verpakking of in een bij de radioapparatuur gevoegd document is vermeld. 26. Fabrikanten vermelden hun
naam, geregistreerde handelsnaam of geregistreerde merknaam en het contactadres
op de radioapparatuur of, wanneer dit door de omvang of aard van de
radioapparatuur niet mogelijk is, op de verpakking of in een bij de
radioapparatuur gevoegd document. Het adres moet één enkele plaats aangeven
waar de fabrikant kan worden gecontacteerd. 27. Fabrikanten zien erop toe dat
de radioapparatuur vergezeld gaat van instructies en veiligheidsinformatie in
een door de betrokken lidstaat bepaalde taal die de consumenten en andere
gebruikers gemakkelijk kunnen begrijpen. De instructies bevatten de voor het
beoogde gebruik van de radioapparatuur noodzakelijke informatie. Deze
informatie omvat, in voorkomend geval, een beschrijving van de accessoires
en/of onderdelen, met inbegrip van software, die het mogelijk maken dat de
radioapparatuur functioneert zoals bedoeld. Ook de volgende informatie wordt verstrekt: frequentieband(en) waarin de radioapparatuur
functioneert; radiofrequentievermogen uitgezonden in de
frequentieband(en) waarin de radioapparatuur functioneert. 28. Bij elk stuk radioapparatuur
wordt een kopie van de volledige EU-conformiteitsverklaring gevoegd. Aan dit
voorschrift kan ook worden voldaan door het verstrekken van een vereenvoudigde
EU-conformiteitsverklaring. Als slechts een vereenvoudigde
EU-conformiteitsverklaring wordt verstrekt, wordt deze onmiddellijk gevolgd
door het juiste internet- of e-mailadres waar de volledige
EU-conformiteitsverklaring te vinden is. 29. De op de verpakking verstrekte
informatie geeft aan in welke lidstaten of welk geografisch gebied in een
lidstaat de radioapparatuur in gebruik kan worden genomen en wijst de gebruiker
op eventuele beperkingen op of voorschriften voor machtiging tot het gebruik in
bepaalde lidstaten. Deze informatie wordt aangevuld in de bij de
radioapparatuur gevoegde instructies. De Commissie kan uitvoeringshandelingen
vaststellen waarin wordt gespecificeerd hoe deze informatie moet worden
gepresenteerd. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in
artikel 44, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure. 30. Fabrikanten die van mening
zijn of redenen hebben om aan te nemen dat door hen in de handel gebrachte
radioapparatuur niet conform is met deze richtlijn, nemen onmiddellijk de
nodige corrigerende maatregelen om die radioapparatuur conform te maken of zo
nodig uit de handel te nemen of terug te roepen. Bovendien brengen fabrikanten,
wanneer de radioapparatuur een risico vertoont, de bevoegde nationale
autoriteiten van de lidstaten waar zij de radioapparatuur op de markt hebben
aangeboden hiervan onmiddellijk op de hoogte, waarbij zij in het bijzonder de
non-conformiteit en alle genomen corrigerende maatregelen uitvoerig
beschrijven. 31. Fabrikanten verstrekken op een
met redenen omkleed verzoek van een bevoegde nationale autoriteit aan deze
autoriteit onverwijld alle benodigde informatie en documentatie om de
conformiteit van de radioapparatuur aan te tonen, in een taal die deze
autoriteit gemakkelijk kan begrijpen. Op verzoek van deze autoriteit verlenen
zij medewerking aan alle genomen maatregelen ter uitschakeling van de risico’s
van de door hen in de handel gebrachte radioapparatuur. Artikel 11 Gemachtigden 32. Een fabrikant kan via een
schriftelijk mandaat een gemachtigde aanstellen. De verplichtingen uit hoofde van artikel 10, lid
1, en de opstelling van technische documentatie maken geen deel uit van het
mandaat van de gemachtigde. 33. Een gemachtigde voert de taken
uit die gespecificeerd zijn in het mandaat dat hij van de fabrikant heeft
ontvangen. Het mandaat laat de gemachtigde toe ten minste de volgende taken te
verrichten: a) hij houdt de EU-conformiteitsverklaring
en de technische documentatie gedurende tien jaar nadat de radioapparatuur in
de handel is gebracht, ter beschikking van de nationale toezichtautoriteiten; b) hij verstrekt een bevoegde nationale
autoriteit op grond van een met redenen omkleed verzoek alle benodigde informatie
en documentatie om de conformiteit van de radioapparatuur aan te tonen; c) hij verleent op verzoek van de bevoegde
nationale autoriteiten medewerking aan eventueel genomen maatregelen ter
uitschakeling van de risico’s van radioapparatuur die onder het mandaat van de
gemachtigde valt. Artikel 12 Verplichtingen
van importeurs 34. Importeurs brengen alleen
radioapparatuur in de handel die aan de gestelde eisen voldoet. 35. Alvorens radioapparatuur in de
handel te brengen, zien importeurs erop toe dat de fabrikant de juiste
conformiteitsbeoordelingsprocedure heeft uitgevoerd. Zij zorgen ervoor dat de
fabrikant de technische documentatie heeft opgesteld, dat de radioapparatuur
voorzien is van de vereiste CE-markering en vergezeld gaat van de in artikel 10,
leden 7, 8 en 9, bedoelde informatie voor gebruikers en regelgevende
instanties, en dat de fabrikant aan de eisen in artikel 10, leden 5
en 6, heeft voldaan. Wanneer een importeur van mening is of redenen
heeft om aan te nemen dat radioapparatuur niet conform is met de essentiële
eisen van artikel 3, mag hij de radioapparatuur niet in de handel brengen
alvorens zij conform is gemaakt. Bovendien brengen importeurs, wanneer de
radioapparatuur een risico vertoont, de fabrikant en de markttoezichtautoriteiten
hiervan op de hoogte. 36. Importeurs vermelden hun naam,
geregistreerde handelsnaam of geregistreerde merknaam en het contactadres op de
radioapparatuur of, wanneer dit niet mogelijk is, op de verpakking of in een
bij de radioapparatuur gevoegd document. Dit is onder meer het geval wanneer de
omvang van de radioapparatuur het onmogelijk maakt of wanneer de importeur de
verpakking zou moeten openmaken om zijn naam en adres op de radioapparatuur aan
te brengen. 37. Importeurs zien erop toe dat
de radioapparatuur vergezeld gaat van instructies en veiligheidsinformatie in
een door de betrokken lidstaat bepaalde taal die de consumenten en andere
gebruikers gemakkelijk kunnen begrijpen. 38. Importeurs zorgen gedurende de
periode dat zij voor de radioapparatuur verantwoordelijk zijn, voor zodanige
opslag- en vervoersomstandigheden dat de conformiteit van de radioapparatuur
met de essentiële eisen van artikel 3 niet in het gedrang komt. 39. Indien dit rekening houdend
met de risico’s van radioapparatuur passend wordt geacht, voeren importeurs met
het oog op de bescherming van de veiligheid van de consumenten steekproeven uit
op radioapparatuur die op de markt is aangeboden, onderzoeken zij klachten,
non-conforme radioapparatuur en teruggeroepen radioapparatuur en houden zij
daarvan zo nodig een register bij, en houden zij de distributeurs op de hoogte
van dit toezicht. 40. Importeurs die van mening zijn
of redenen hebben om aan te nemen dat door hen in de handel gebrachte
radioapparatuur niet conform is met deze richtlijn, nemen onmiddellijk de
nodige corrigerende maatregelen om die radioapparatuur conform te maken of zo
nodig uit de handel te nemen of terug te roepen. Bovendien brengen importeurs,
wanneer de radioapparatuur een risico vertoont, de bevoegde nationale autoriteiten
van de lidstaten waar zij de radioapparatuur op de markt hebben aangeboden
hiervan onmiddellijk op de hoogte, waarbij zij in het bijzonder de
non-conformiteit en alle genomen corrigerende maatregelen uitvoerig
beschrijven. 41. Importeurs houden gedurende
een periode van tien jaar nadat de radioapparatuur in de handel is gebracht,
een kopie van de EU-conformiteitsverklaring ter beschikking van de
markttoezichtautoriteiten en zorgen ervoor dat de technische documentatie op
verzoek aan die autoriteiten kan worden verstrekt. 42. Importeurs verstrekken op een
met redenen omkleed verzoek van een bevoegde nationale autoriteit aan deze
autoriteit onverwijld alle benodigde informatie en documentatie om de
conformiteit van radioapparatuur aan te tonen, in een taal die deze autoriteit
gemakkelijk kan begrijpen. Op verzoek van deze autoriteit verlenen zij
medewerking aan alle genomen maatregelen ter uitschakeling van de risico’s van
de door hen in de handel gebrachte radioapparatuur. Artikel 13 Verplichtingen
van distributeurs 43. Distributeurs die
radioapparatuur op de markt aanbieden, betrachten de nodige zorgvuldigheid in
verband met de eisen van deze richtlijn. 44. Alvorens radioapparatuur op de
markt aan te bieden, controleren distributeurs of de radioapparatuur voorzien
is van de vereiste CE-markering en vergezeld gaat van de vereiste documenten en
van instructies en veiligheidsinformatie in een taal die de consumenten en
andere gebruikers in de lidstaat waar de radioapparatuur op de markt wordt
aangeboden, gemakkelijk kunnen begrijpen, en of de fabrikant en de importeur
aan de eisen in artikel 10, leden 5 tot en met 9, en artikel 12, lid 3, hebben
voldaan. Wanneer een distributeur van mening is of redenen
heeft om aan te nemen dat radioapparatuur niet conform is met de essentiële
eisen van artikel 3, mag hij de radioapparatuur niet op de markt aanbieden
alvorens zij conform is gemaakt. Bovendien brengen distributeurs, wanneer de
radioapparatuur een risico vertoont, de fabrikant of de importeur alsook de markttoezichtautoriteiten
hiervan op de hoogte. 45. Distributeurs zorgen gedurende
de periode dat zij voor de radioapparatuur verantwoordelijk zijn, voor zodanige
opslag- en vervoersomstandigheden dat de conformiteit van de radioapparatuur
met de essentiële eisen van artikel 3 niet in het gedrang komt. 46. Distributeurs die van mening
zijn of redenen hebben om aan te nemen dat door hen op de markt aangeboden
radioapparatuur niet conform is met deze richtlijn, zien erop toe dat de nodige
corrigerende maatregelen worden genomen om die radioapparatuur conform te maken
of zo nodig uit de handel te nemen of terug te roepen. Bovendien brengen
distributeurs, wanneer radioapparatuur een risico vertoont, de bevoegde
nationale autoriteiten van de lidstaten waar zij de radioapparatuur op de markt
hebben aangeboden hiervan onmiddellijk op de hoogte, waarbij zij in het
bijzonder de non-conformiteit en alle genomen corrigerende maatregelen
uitvoerig beschrijven. 47. Distributeurs verstrekken op
een met redenen omkleed verzoek van een bevoegde nationale autoriteit aan deze
autoriteit onverwijld alle benodigde informatie en documentatie om de
conformiteit van radioapparatuur aan te tonen. Op verzoek van deze autoriteit
verlenen zij medewerking aan alle genomen maatregelen ter uitschakeling van de
risico’s van de door hen op de markt aangeboden radioapparatuur. Artikel 14 Gevallen
waarin de verplichtingen van fabrikanten van toepassing zijn op importeurs en
distributeurs Een importeur of distributeur wordt voor de
toepassing van deze richtlijn als fabrikant beschouwd en hij moet aan de in
artikel 10 vermelde verplichtingen van de fabrikant voldoen wanneer hij
radioapparatuur onder zijn eigen naam of merknaam in de handel brengt of reeds
in de handel gebrachte radioapparatuur zodanig wijzigt dat de conformiteit met
de eisen van deze richtlijn in het gedrang kan komen. Artikel 15 Identificatie
van marktdeelnemers Marktdeelnemers delen, op verzoek, aan de
markttoezichtautoriteiten mee: a) welke marktdeelnemer radioapparatuur
aan hen heeft geleverd; b) aan welke marktdeelnemer zij
radioapparatuur hebben geleverd. Marktdeelnemers moeten gedurende tien jaar
nadat de radioapparatuur aan hen is geleverd en gedurende tien jaar nadat zij
de radioapparatuur hebben geleverd, de in de eerste alinea bedoelde informatie
kunnen verstrekken. HOOFDSTUK III CONFORMITEIT VAN RADIOAPPARATUUR Artikel 16 Vermoeden van conformiteit en
geharmoniseerde normen 48. Radioapparatuur die conform is
met geharmoniseerde normen of delen ervan waarvan de referenties in het
Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt, wordt geacht conform te
zijn met de essentiële eisen die door die normen of delen ervan worden
bestreken, zoals beschreven in artikel 3. 49. Wanneer een geharmoniseerde
norm voldoet aan de eisen die zij bestrijkt en die worden beschreven in artikel
3 of artikel 27, maakt de Commissie het referentienummer van die norm bekend in
het Publicatieblad van de Europese Unie. Artikel 17 Conformiteitsbeoordelingsprocedures 50. Fabrikanten kunnen de conformiteit
van radioapparatuur met de essentiële eisen van artikel 3, lid 1, onder a) en
b), aantonen door middel van een van de volgende
conformiteitsbeoordelingsprocedures: a) procedure voor interne productiecontrole
zoals beschreven in bijlage III; b) EU-typeonderzoek gevolgd door de
procedure voor conformiteit met het type zoals beschreven in bijlage IV; c) procedure voor volledige
kwaliteitsborging zoals beschreven in bijlage V. 51. Als de fabrikant bij de
beoordeling van de conformiteit van radioapparatuur met de essentiële eisen van
artikel 3, leden 2 en 3, geharmoniseerde normen heeft toegepast waarvan het
referentienummer in het Publicatieblad van de Europese Unie is bekendgemaakt,
kan hij gebruikmaken van een van de volgende procedures: a) procedure voor interne productiecontrole
zoals beschreven in bijlage III; b) EU-typeonderzoek gevolgd door de
procedure voor conformiteit met het type zoals beschreven in bijlage IV; c) procedure voor volledige
kwaliteitsborging zoals beschreven in bijlage V. 52. Als de fabrikant bij de
beoordeling van de conformiteit van radioapparatuur met de essentiële eisen van
artikel 3, leden 2 en 3, geharmoniseerde normen waarvan het referentienummer in
het Publicatieblad van de Europese Unie is bekendgemaakt, niet of slechts
gedeeltelijk heeft toegepast of als dergelijke geharmoniseerde normen niet
bestaan, wordt de radioapparatuur met betrekking tot die essentiële eisen aan
een van de volgende procedures onderworpen: (a)
EU-typeonderzoek gevolgd door de procedure voor
conformiteit met het type zoals beschreven in bijlage IV; (b)
procedure voor volledige kwaliteitsborging zoals
beschreven in bijlage V. Artikel 18 EU-conformiteitsverklaring 53. In de
EU-conformiteitsverklaring wordt vermeld dat aangetoond is dat aan de
essentiële eisen van artikel 3 is voldaan. 54. De EU-conformiteitsverklaring
heeft de structuur van het model in bijlage VII, bevat de daarin vermelde
elementen en wordt voortdurend bijgewerkt. Zij wordt vertaald in de taal of
talen zoals gevraagd door de lidstaat waar de radioapparatuur in de handel
wordt gebracht of op de markt wordt aangeboden. De vereenvoudigde EU-conformiteitsverklaring als
bedoeld in artikel 10, lid 8, bevat de in bijlage VIII vermelde elementen en
wordt voortdurend bijgewerkt. Zij wordt vertaald in de taal of talen zoals
gevraagd door de lidstaat waar de radioapparatuur in de handel wordt gebracht
of op de markt wordt aangeboden. De volledige EU-conformiteitsverklaring, die
via een internetadres of e-mailadres toegankelijk is, is beschikbaar in de taal
of talen zoals gevraagd door de lidstaat waar de radioapparatuur in de handel
wordt gebracht of op de markt wordt aangeboden. 55. Indien voor de radioapparatuur
uit hoofde van meer dan één handeling van de Unie een
EU-conformiteitsverklaring vereist is, wordt één EU-conformiteitsverklaring met
betrekking tot al die handelingen van de Unie opgesteld. In die verklaring moet
duidelijk worden aangegeven om welke handelingen het gaat, onder vermelding van
de publicatiegegevens. 56. Door de EU-conformiteitsverklaring
op te stellen neemt de fabrikant de verantwoordelijkheid voor de conformiteit
van de radioapparatuur op zich. Artikel 19 Algemene
beginselen van de CE-markering 57. De CE-markering is onderworpen
aan de algemene beginselen die zijn vastgesteld in artikel 30 van
Verordening (EG) nr. 765/2008. 58. Gezien de aard van
radioapparatuur kan de hoogte van de op radioapparatuur aangebrachte
CE-markering minder bedragen dan 5 mm, mits zij zichtbaar en leesbaar blijft. Artikel 20 Voorschriften
en voorwaarden voor het aanbrengen van de CE-markering 59. De CE-markering wordt
zichtbaar, leesbaar en onuitwisbaar op de radioapparatuur of op het
gegevensplaatje aangebracht, tenzij dat gezien de aard van de radioapparatuur
niet mogelijk of niet gerechtvaardigd is. De CE-markering wordt ook zichtbaar
en leesbaar op de verpakking aangebracht. 60. De CE-markering wordt
aangebracht voordat de radioapparatuur in de handel wordt gebracht. 61. De CE-markering wordt gevolgd
door het identificatienummer van de aangemelde instantie wanneer de in bijlage
V beschreven conformiteitsbeoordelingsprocedure wordt toegepast. Het identificatienummer van de aangemelde
instantie heeft dezelfde hoogte als de CE-markering. Het wordt aangebracht door de instantie zelf
of, volgens haar instructies, door de fabrikant of zijn gemachtigde. Artikel 21 Technische
documentatie 62. De technische documentatie
bevat alle relevante gegevens betreffende de door de fabrikant aangewende
middelen om ervoor te zorgen dat radioapparatuur voldoet aan de eisen van
artikel 3. Zij omvat ten minste de in bijlage VI vermelde documenten. 63. De technische documentatie
wordt opgesteld voordat radioapparatuur in de handel wordt gebracht en wordt
voortdurend geactualiseerd. 64. De technische documentatie en
de correspondentie in verband met de procedures van het EU-typeonderzoek worden
opgesteld in een officiële taal van de lidstaat waar de aangemelde instantie is
gevestigd of in een door die instantie aanvaarde taal. 65. Technische documentatie die is
opgesteld volgens de overeenkomstige specificaties van de nationale norm
waarmee de desbetreffende geharmoniseerde norm en/of technische specificatie
ten uitvoer wordt gelegd, wordt geacht een geschikte basis voor de
conformiteitsbeoordeling te vormen. 66. Op een met redenen omkleed
verzoek van de markttoezichtautoriteit van een lidstaat verstrekt de fabrikant
een vertaling van de relevante delen van de technische documentatie in de taal
van die lidstaat. Als een markttoezichtautoriteit een fabrikant
verzoekt om overlegging van technische documentatie, wordt deze onverwijld
verstrekt. Als een markttoezichtautoriteit een fabrikant verzoekt haar een
vertaling van technische documentatie of van delen ervan te verstrekken, kan
zij een termijn van dertig dagen voor de ontvangst van die vertaling
vaststellen, tenzij een kortere termijn gerechtvaardigd is omdat er een ernstig
en onmiddellijk risico bestaat. 67. Indien de technische
documentatie niet voldoet aan de leden 1, 2 of 3 van dit artikel en daardoor
onvoldoende relevante gegevens bevat over de middelen die zijn aangewend om de
conformiteit van radioapparatuur met de eisen van artikel 3 te waarborgen, kan
de markttoezichtautoriteit de fabrikant verzoeken op diens kosten binnen een
bepaalde termijn een test te laten uitvoeren door een voor de
markttoezichtautoriteit aanvaardbare instantie om na te gaan of aan de
essentiële eisen van artikel 3 is voldaan. HOOFDSTUK IV AANMELDING VAN CONFORMITEITSBEOORDELINGSINSTANTIES Artikel 22 Aanmelding De instanties die bevoegd zijn om conformiteitsbeoordelingstaken
van derden uit hoofde van deze richtlijn te verrichten, worden door de
lidstaten bij de Commissie en de andere lidstaten aangemeld. Artikel 23 Aanmeldende
autoriteiten 68. De lidstaten wijzen een
aanmeldende autoriteit aan die verantwoordelijk is voor de instelling en
uitvoering van de nodige procedures voor de beoordeling en aanmelding van
conformiteitsbeoordelingsinstanties en het toezicht op de aangemelde
instanties, met inbegrip van de naleving van artikel 28. 69. De lidstaten kunnen de
beoordeling en het toezicht als bedoeld in lid 1 overeenkomstig Verordening
(EG) nr. 765/2008 laten uitvoeren door een nationale accreditatie-instantie,
zoals gedefinieerd in die verordening. 70. Wanneer de aanmeldende
autoriteit de beoordeling, de aanmelding of het toezicht als bedoeld in
lid 1 delegeert of op andere wijze toevertrouwt aan een instantie die geen
overheidsinstantie is, is deze instantie een rechtspersoon en voldoet zij
mutatis mutandis aan de eisen die zijn vastgesteld in artikel 24,
leden 1 tot en met 6. Bovendien moet deze instantie maatregelen treffen om
de aansprakelijkheid voor haar activiteiten te dekken. 71. De aanmeldende autoriteit is
volledig verantwoordelijk voor de taken die de in lid 3 bedoelde instantie
verricht. Artikel 24 Eisen
voor aanmeldende autoriteiten 72. Een aanmeldende autoriteit is
zodanig opgericht dat zich geen belangenconflicten met
conformiteitsbeoordelingsinstanties voordoen. 73. Een aanmeldende autoriteit is
zodanig georganiseerd en functioneert zodanig dat de objectiviteit en
onpartijdigheid van haar activiteiten gewaarborgd zijn. 74. Een aanmeldende autoriteit is
zodanig georganiseerd dat elk besluit in verband met de aanmelding van een
conformiteitsbeoordelingsinstantie wordt genomen door bekwame personen die niet
de beoordeling hebben verricht. 75. Een aanmeldende autoriteit
verricht geen activiteiten die worden uitgevoerd door
conformiteitsbeoordelingsinstanties en verleent geen adviesdiensten op
commerciële basis of in concurrentie en biedt evenmin aan dergelijke
activiteiten te verrichten of dergelijke adviezen te verlenen. 76. Een aanmeldende autoriteit
waarborgt dat de verkregen informatie vertrouwelijk wordt behandeld. 77. Een aanmeldende autoriteit
beschikt over een voldoende aantal bekwame personeelsleden om haar taken naar
behoren uit te voeren. Artikel 25 Informatieverplichting
voor aanmeldende autoriteiten De lidstaten brengen de Commissie op de hoogte
van hun procedures voor de beoordeling en aanmelding van
conformiteitsbeoordelingsinstanties en voor het toezicht op aangemelde
instanties, en van alle wijzigingen daarvan. De Commissie maakt deze informatie openbaar. Artikel 26 Eisen
in verband met aangemelde instanties 78. Om te kunnen worden aangemeld
moeten conformiteitsbeoordelingsinstanties aan de eisen in de leden 2 tot en
met 11 voldoen. 79. Een
conformiteitsbeoordelingsinstantie is naar nationaal recht opgericht en heeft
rechtspersoonlijkheid. 80. Een
conformiteitsbeoordelingsinstantie is een derde partij die onafhankelijk is van
de door haar beoordeelde organisaties of radioapparatuur. Een instantie die lid is van een organisatie van
ondernemers of van een vakorganisatie die ondernemingen vertegenwoordigt die
betrokken zijn bij het ontwerp, de vervaardiging, de levering, de montage, het
gebruik of het onderhoud van de door hen beoordeelde radioapparatuur, kan als
een dergelijke instantie worden beschouwd op voorwaarde dat haar
onafhankelijkheid en de afwezigheid van belangenconflicten worden aangetoond. 81. Een conformiteitsbeoordelingsinstantie,
haar hoogste leidinggevenden en het personeel dat de
conformiteitsbeoordelingstaken verricht, zijn niet de ontwerper, fabrikant,
leverancier, installateur, koper, eigenaar, gebruiker of onderhouder van de
door haar beoordeelde radioapparatuur, noch de gemachtigde van een van deze
partijen. Dit belet echter niet het gebruik van beoordeelde radioapparatuur die
nodig is voor de activiteiten van de conformiteitsbeoordelingsinstantie of het
gebruik van de radioapparatuur voor persoonlijke doeleinden. Een conformiteitsbeoordelingsinstantie, haar
hoogste leidinggevenden en het personeel dat de conformiteitsbeoordelingstaken
verricht, zijn niet rechtstreeks of als vertegenwoordiger van de betrokken
partijen betrokken bij het ontwerpen, vervaardigen of bouwen, verhandelen,
installeren, gebruiken of onderhouden van deze radioapparatuur. Zij oefenen
geen activiteiten uit die hun onafhankelijk oordeel of hun integriteit met
betrekking tot conformiteitsbeoordelingsactiviteiten waarvoor zij zijn
aangemeld, in het gedrang kunnen brengen. Dit geldt met name voor
adviesdiensten. Conformiteitsbeoordelingsinstanties zorgen ervoor
dat de activiteiten van hun dochterondernemingen of onderaannemers geen afbreuk
doen aan de vertrouwelijkheid, objectiviteit of onpartijdigheid van hun
conformiteitsbeoordelingsactiviteiten. 82. Conformiteitsbeoordelingsinstanties
en hun personeel voeren de conformiteitsbeoordelingsactiviteiten uit met de
grootste mate van beroepsintegriteit en met de vereiste technische bekwaamheid
op het specifieke gebied en zij zijn vrij van elke druk en beïnvloeding, met
name van financiële aard, die hun oordeel of de resultaten van hun
conformiteitsbeoordelingsactiviteiten kunnen beïnvloeden, inzonderheid van
personen of groepen van personen die belang hebben bij de resultaten van deze
activiteiten. 83. Een
conformiteitsbeoordelingsinstantie is in staat alle conformiteitsbeoordelingstaken
te verrichten die bij deze richtlijn aan haar zijn toegewezen en waarvoor zij
is aangemeld, ongeacht of deze taken door de conformiteitsbeoordelingsinstantie
zelf of namens haar en onder haar verantwoordelijkheid worden verricht. De conformiteitsbeoordelingsinstantie beschikt te
allen tijde, voor elke conformiteitsbeoordelingsprocedure en voor elke soort of
elke categorie radioapparatuur waarvoor zij is aangemeld over: a) personeel met technische kennis en
voldoende passende ervaring om de conformiteitsbeoordelingstaken te verrichten; b) beschrijvingen van de procedures voor de
uitvoering van de conformiteitsbeoordeling, waarbij de transparantie en de
mogelijkheid tot reproductie van deze procedures worden gewaarborgd. Zij
beschikt over passend beleid en geschikte procedures om een onderscheid te
maken tussen taken die zij als aangemelde instantie verricht en andere activiteiten; c) procedures om bij de uitoefening van haar
activiteiten naar behoren rekening te houden met de omvang van een onderneming,
de sector waarin zij actief is, haar structuur, de mate van complexiteit van de
radioapparatuurtechnologie in kwestie en het massa- of seriële karakter van het
productieproces. Zij beschikt over de middelen die nodig zijn om de
technische en administratieve taken in verband met de
conformiteitsbeoordelingsactiviteiten op passende wijze uit te voeren. 84. Het voor de uitvoering van de
conformiteitsbeoordelingsactiviteiten verantwoordelijke personeel beschikt
over: a) een gedegen technische en
beroepsopleiding die alle conformiteitsbeoordelingsactiviteiten omvat waarvoor
de conformiteitsbeoordelingsinstantie is aangemeld; b) een bevredigende kennis van de eisen
inzake de beoordelingen die het verricht en voldoende bevoegdheden om deze
beoordelingen uit te voeren; c) voldoende kennis over en inzicht in de
essentiële eisen van artikel 3, de toepasselijke geharmoniseerde normen en de
relevante bepalingen van de harmonisatiewetgeving van de Unie en van de
nationale wetgeving; d) de bekwaamheid om certificaten, dossiers
en rapporten op te stellen die aantonen dat de beoordelingen zijn verricht. 85. De onpartijdigheid van de
conformiteitsbeoordelingsinstanties, hun hoogste leidinggevenden en het
beoordelingspersoneel moet worden gewaarborgd. De beloning van de hoogste leidinggevenden en het
beoordelingspersoneel van een conformiteitsbeoordelingsinstantie hangt niet af
van het aantal uitgevoerde beoordelingen of van de resultaten daarvan. 86. Conformiteitsbeoordelingsinstanties
sluiten een aansprakelijkheidsverzekering af, tenzij de wettelijke
aansprakelijkheid op basis van het nationale recht door de staat wordt gedekt
of de lidstaat zelf rechtstreeks verantwoordelijk is voor de
conformiteitsbeoordeling. 87. Het personeel van een
conformiteitsbeoordelingsinstantie is gebonden aan het beroepsgeheim ten
aanzien van alle informatie waarvan het kennisneemt bij de uitoefening van zijn
taken uit hoofde van deze richtlijn of bepalingen van nationaal recht die
daaraan uitvoering geven, behalve ten opzichte van de bevoegde autoriteiten van
de lidstaat waarin de werkzaamheden plaatsvinden. De eigendomsrechten worden
beschermd. 88. Conformiteitsbeoordelingsinstanties
nemen deel aan, of zorgen ervoor dat hun beoordelingspersoneel op de hoogte is
van de desbetreffende normalisatieactiviteiten, de regelgevingsactiviteiten op
het gebied van radioapparatuur en frequentieplanning, en de activiteiten van de
coördinatiegroep van aangemelde instanties die is opgericht uit hoofde van de
desbetreffende harmonisatiewetgeving van de Unie, en hanteren de door die groep
genomen administratieve beslissingen en geproduceerde documenten als algemene
richtsnoeren. Artikel 27 Vermoeden
van conformiteit van conformiteitsbeoordelingsinstanties Wanneer een conformiteitsbeoordelingsinstantie
aantoont dat zij voldoet aan de criteria in de ter zake doende geharmoniseerde
normen of delen ervan, waarvan de referentienummers in het Publicatieblad
van de Europese Unie zijn bekendgemaakt, wordt zij geacht aan de eisen van
artikel 26 te voldoen, op voorwaarde dat de van toepassing zijnde
geharmoniseerde normen deze eisen dekken. Artikel 28 Dochterondernemingen
en uitbesteding door aangemelde instanties 89. Wanneer de aangemelde
instantie specifieke taken in verband met de conformiteitsbeoordeling
uitbesteedt of door een dochteronderneming laat uitvoeren, waarborgt zij dat de
onderaannemer of dochteronderneming aan de eisen van artikel 26 voldoet, en
brengt zij de aanmeldende autoriteit hiervan op de hoogte. 90. Aangemelde instanties nemen de
volledige verantwoordelijkheid op zich voor de taken die worden verricht door
onderaannemers of dochterondernemingen, ongeacht waar deze gevestigd zijn. 91. Activiteiten mogen uitsluitend
met instemming van de klant worden uitbesteed of door een dochteronderneming
worden uitgevoerd. 92. Aangemelde instanties houden
de relevante documenten over de beoordeling van de kwalificaties van de
onderaannemer of de dochteronderneming en over de door de onderaannemer of
dochteronderneming uit hoofde van deze richtlijn uitgevoerde werkzaamheden ter
beschikking van de aanmeldende autoriteit. Artikel 29 Verzoek
om aanmelding 93. Een
conformiteitsbeoordelingsinstantie dient een verzoek om aanmelding in bij de
aanmeldende autoriteit van de lidstaat waar zij gevestigd is. 94. Het verzoek gaat vergezeld van
een beschrijving van de conformiteitsbeoordelingsactiviteiten, de
conformiteitsbeoordelingsmodule(s) en de categorieën radioapparatuur waarvoor
de instantie verklaart bekwaam te zijn en, indien dit bestaat, van een
accreditatiecertificaat dat is afgegeven door een nationale
accreditatie-instantie, waarin wordt verklaard dat de conformiteitsbeoordelingsinstantie
voldoet aan de eisen van artikel 26. 95. Wanneer de betrokken
conformiteitsbeoordelingsinstantie geen accreditatiecertificaat kan overleggen,
verschaft zij de aanmeldende autoriteit alle bewijsstukken die nodig zijn om
haar conformiteit met de eisen van artikel 26 te verifiëren en te erkennen en
daar geregeld toezicht op te houden. Artikel 30 Aanmeldingsprocedure 96. Aanmeldende autoriteiten mogen
uitsluitend conformiteitsbeoordelingsinstanties aanmelden die aan de eisen in
artikel 26 hebben voldaan. 97. Zij verrichten de aanmelding
bij de Commissie en de andere lidstaten door middel van het door de Commissie
ontwikkelde en beheerde elektronische aanmeldingssysteem. 98. Bij de aanmelding worden de
conformiteitsbeoordelingsactiviteiten, de conformiteitsbeoordelingsmodule(s),
de categorieën radioapparatuur in kwestie en de desbetreffende
bekwaamheidsattestatie uitvoerig beschreven. 99. Wanneer een aanmelding niet
gebaseerd is op een accreditatiecertificaat als bedoeld in artikel 29, lid 2,
verschaft de aanmeldende autoriteit de Commissie en de andere lidstaten de
bewijsstukken waaruit de bekwaamheid van de conformiteitsbeoordelingsinstantie
blijkt, evenals de regeling die waarborgt dat de instantie regelmatig wordt
gecontroleerd en zal blijven voldoen aan de eisen van artikel 26. 100. De betrokken instantie mag de
activiteiten van een aangemelde instantie alleen verrichten als de Commissie of
de andere lidstaten geen bezwaren hebben ingediend binnen twee weken na een
aanmelding indien een accreditatiecertificaat wordt gebruikt en binnen twee
maanden na een aanmelding indien geen accreditatiecertificaat wordt gebruikt. Alleen een dergelijke instantie wordt voor de
toepassing van deze richtlijn als aangemelde instantie beschouwd. 101. De Commissie en de andere
lidstaten worden in kennis gesteld van alle relevante latere wijzigingen in de
aanmelding. Artikel 31 Identificatienummers
en lijsten van aangemelde instanties 102. De Commissie kent aan
aangemelde instanties een identificatienummer toe. Zij kent per instantie slechts één nummer toe, ook
als de instantie uit hoofde van diverse handelingen van de Unie is aangemeld. 103. De Commissie maakt de lijst van
uit hoofde van deze richtlijn aangemelde instanties openbaar, onder vermelding
van de toegekende identificatienummers en de activiteiten waarvoor zij zijn
aangemeld. De Commissie zorgt voor de bijwerking van deze
lijst. Artikel 32 Wijzigingen
in aanmeldingen 104. Wanneer een aanmeldende
autoriteit heeft geconstateerd of vernomen dat een aangemelde instantie niet
meer aan de eisen van artikel 26 voldoet of haar verplichtingen niet nakomt,
wordt de aanmelding door de aanmeldende autoriteit beperkt, geschorst of
ingetrokken, afhankelijk van de ernst van het niet-voldoen aan die eisen of het
niet-nakomen van die verplichtingen. Zij brengt de Commissie en de andere
lidstaten daarvan onmiddellijk op de hoogte. 105. Wanneer de aanmelding wordt
beperkt, geschorst of ingetrokken, of de aangemelde instantie haar activiteiten
heeft gestaakt, doet de aanmeldende lidstaat het nodige om ervoor te zorgen dat
de dossiers van die instantie hetzij door een andere aangemelde instantie
worden behandeld, hetzij aan de verantwoordelijke aanmeldende autoriteiten en
markttoezichtautoriteiten op hun verzoek ter beschikking kunnen worden gesteld. Artikel 33 Betwisting
van de bekwaamheid van aangemelde instanties 106. De Commissie onderzoekt alle
gevallen waarin zij twijfelt of in kennis wordt gesteld van twijfels over de
bekwaamheid van een aangemelde instantie of over de vraag of een aangemelde instantie
nog aan de eisen voldoet en haar verantwoordelijkheden nakomt. 107. De aanmeldende lidstaat
verstrekt de Commissie op verzoek alle informatie over de grondslag van de
aanmelding of het op peil houden van de bekwaamheid van de betrokken instantie. 108. Alle gevoelige informatie die
de Commissie in het kader van haar onderzoek ontvangt, wordt door haar
vertrouwelijk behandeld. 109. Wanneer de Commissie vaststelt
dat een aangemelde instantie niet of niet meer aan de aanmeldingseisen voldoet,
brengt zij de aanmeldende lidstaat daarvan op de hoogte en verzoekt zij deze
lidstaat de nodige corrigerende maatregelen te nemen, en zo nodig de aanmelding
in te trekken. Artikel 34 Operationele
verplichtingen van aangemelde instanties 110. Aangemelde instanties voeren
conformiteitsbeoordelingen uit volgens de conformiteitsbeoordelingsprocedures
in de bijlagen IV en V. 111. De conformiteitsbeoordelingen
worden op evenredige wijze uitgevoerd, waarbij voorkomen wordt de
marktdeelnemers onnodig te belasten. De conformiteitsbeoordelingsinstantie
houdt bij de uitoefening van haar activiteiten naar behoren rekening met de
omvang van een onderneming, de sector waarin zij actief is, haar structuur, de
mate van complexiteit van de producttechnologie in kwestie en het massa- of
seriële karakter van het productieproces. Hierbij eerbiedigt zij echter de striktheid en het
beschermingsniveau die nodig zijn opdat de radioapparatuur aan deze richtlijn
voldoet. Wanneer een aangemelde instantie vaststelt dat een
fabrikant niet heeft voldaan aan de essentiële eisen van artikel 3 of aan de
overeenkomstige geharmoniseerde normen of technische specificaties, verlangt
zij van die fabrikant dat hij passende corrigerende maatregelen neemt en
verleent zij geen conformiteitscertificaat. 112. Wanneer een aangemelde
instantie bij het toezicht op de conformiteit na verlening van een certificaat
vaststelt dat de radioapparatuur niet meer conform is, verlangt zij van de
fabrikant dat hij passende corrigerende maatregelen neemt; zo nodig schorst zij
het certificaat of trekt zij dit in. 113. Wanneer geen corrigerende
maatregelen worden genomen of de genomen maatregelen niet het vereiste effect
hebben, worden de certificaten door de aangemelde instantie naargelang het
geval beperkt, geschorst of ingetrokken. Artikel 35 Beroep
tegen besluiten van aangemelde instanties De lidstaten voorzien in een beroepsprocedure
tegen besluiten van de aangemelde instanties. Artikel 36 Informatieverplichting
voor aangemelde instanties 114. Aangemelde instanties brengen
de aanmeldende autoriteit op de hoogte van: a) elke weigering, beperking, schorsing of
intrekking van certificaten; b) omstandigheden die van invloed zijn op de
werkingssfeer van en de voorwaarden voor hun aanmelding; c) informatieverzoeken over conformiteitsbeoordelingsactiviteiten
die zij van markttoezichtautoriteiten ontvangen; d) op verzoek, de binnen de werkingssfeer
van hun aanmelding verrichte conformiteitsbeoordelingsactiviteiten en andere
activiteiten, waaronder grensoverschrijdende activiteiten en uitbesteding. 115. Aangemelde instanties
verstrekken de andere uit hoofde van deze richtlijn aangemelde instanties die
soortgelijke conformiteitsbeoordelingsactiviteiten voor dezelfde categorieën
radioapparatuur verrichten, relevante informatie over negatieve
conformiteitsbeoordelingsresultaten, en op verzoek ook over positieve
conformiteitsbeoordelingsresultaten. 116. Aangemelde instanties komen de
in de bijlagen IV en V vermelde informatieverplichtingen na. Artikel 37 Uitwisseling
van ervaringen De Commissie voorziet in de organisatie van de
uitwisseling van ervaringen tussen de nationale autoriteiten van de lidstaten
die verantwoordelijk zijn voor het aanmeldingsbeleid. Artikel 38 Coördinatie
van aangemelde instanties De Commissie zorgt voor passende coördinatie
en samenwerking tussen instanties die zijn aangemeld uit hoofde van deze
richtlijn in de vorm van een sectorale groep van aangemelde instanties. De lidstaten zorgen ervoor dat de door hen
aangemelde instanties rechtstreeks of via aangestelde vertegenwoordigers aan de
werkzaamheden van die groep deelnemen. HOOFDSTUK V MARKTTOEZICHT IN DE UNIE, CONTROLE VAN PRODUCTEN DIE
DE MARKT VAN DE UNIE BINNENKOMEN, EN VRIJWARINGSPROCEDURES Artikel 39 Markttoezicht
in de Unie en controle van producten die de markt van de Unie binnenkomen Artikel 15, lid 3, en de artikelen 16 tot en
met 29 van Verordening (EG) nr. 765/2008 zijn van toepassing op
radioapparatuur. Artikel 40 Procedure
voor radioapparatuur die op nationaal niveau een risico vertoont 117. Wanneer de markttoezichtautoriteiten
van een lidstaat maatregelen hebben genomen krachtens artikel 20 van
Verordening (EG) nr. 765/2008 of voldoende redenen hebben om aan te nemen dat
onder deze richtlijn vallende radioapparatuur een risico voor de gezondheid of
veiligheid van personen of voor andere onder deze richtlijn vallende aspecten
van de bescherming van algemene belangen vormt, voeren zij een beoordeling van
de radioapparatuur in kwestie uit in het licht van alle in deze richtlijn
vastgestelde eisen. De desbetreffende marktdeelnemers werken op elke vereiste
wijze met de markttoezichtautoriteiten samen. Wanneer de markttoezichtautoriteiten bij deze
beoordeling vaststellen dat de radioapparatuur niet aan de eisen van deze
richtlijn voldoet, verlangen zij onverwijld van de betrokken marktdeelnemer dat
hij passende corrigerende maatregelen neemt om de radioapparatuur met deze
eisen conform te maken of binnen een door hen vast te stellen redelijke
termijn, die evenredig is met de aard van het risico, uit de handel te nemen of
terug te roepen. De markttoezichtautoriteiten brengen de
desbetreffende aangemelde instantie hiervan op de hoogte. Artikel 21 van Verordening (EG) nr. 765/2008
is van toepassing op de in de tweede alinea genoemde maatregelen. 118. Wanneer de markttoezichtautoriteiten
van mening zijn dat de non-conformiteit niet tot hun nationale grondgebied
beperkt is, brengen zij de Commissie en de andere lidstaten op de hoogte van de
resultaten van de beoordeling en van de maatregelen die zij van de
marktdeelnemer hebben verlangd. 119. De marktdeelnemer zorgt ervoor
dat alle passende corrigerende maatregelen worden toegepast op alle betrokken
radioapparatuur die hij in de Unie op de markt heeft aangeboden. 120. Wanneer de desbetreffende
marktdeelnemer niet binnen de in lid 1, tweede alinea, bedoelde termijn
doeltreffende corrigerende maatregelen neemt, nemen de
markttoezichtautoriteiten alle passende voorlopige maatregelen om het op hun
nationale markt aanbieden van de radioapparatuur te verbieden of te beperken, dan
wel de radioapparatuur in de betrokken lidstaat uit de handel te nemen of terug
te roepen. De markttoezichtautoriteiten brengen de Commissie
en de andere lidstaten onverwijld van deze maatregelen op de hoogte. 121. De in lid 4 bedoelde informatie
omvat alle bekende bijzonderheden, met name de gegevens die nodig zijn om de
non-conforme radioapparatuur te identificeren en om de oorsprong van de
radioapparatuur, de aard van de beweerde non-conformiteit en van het risico, en
de aard en de duur van de genomen nationale maatregelen vast te stellen,
evenals de argumenten die worden aangevoerd door de desbetreffende
marktdeelnemer. De markttoezichtautoriteiten vermelden met name of de
non-conformiteit een van de volgende redenen heeft: a) de radioapparatuur voldoet niet aan de in
deze richtlijn vastgestelde eisen ten aanzien van de gezondheid of veiligheid
van personen of andere aspecten van de bescherming van algemene belangen; b) tekortkomingen in de in artikel 16
bedoelde geharmoniseerde normen die een vermoeden van conformiteit vestigen. 122. De andere lidstaten dan die
welke de procedure in gang heeft gezet, brengen de Commissie en de andere
lidstaten onverwijld op de hoogte van door hen genomen maatregelen en van
aanvullende informatie over de non-conformiteit van de betrokken
radioapparatuur waarover zij beschikken, en van hun bezwaren indien zij het
niet eens zijn met de aangemelde nationale maatregel. 123. Indien binnen acht weken na de
ontvangst van de in lid 4 bedoelde informatie geen bezwaar tegen een voorlopige
maatregel van een lidstaat is ingebracht door een lidstaat of de Commissie,
wordt die maatregel geacht gerechtvaardigd te zijn. 124. De lidstaten zorgen ervoor dat
ten aanzien van het betrokken apparaat onmiddellijk de passende beperkende
maatregelen worden genomen. Artikel 41 Vrijwaringsprocedure
van de Unie 125. Wanneer na voltooiing van de
procedure in artikel 40, leden 3 en 4, bezwaren tegen een maatregel van een
lidstaat worden ingebracht of de Commissie van mening is dat de nationale
maatregel in strijd is met de wetgeving van de Unie, treedt de Commissie
onverwijld in overleg met de lidstaten en de betrokken marktdeelnemer(s) en
beoordeelt zij de nationale maatregel. Aan de hand van de resultaten van die
beoordeling besluit de Commissie of de nationale maatregel al dan niet
gerechtvaardigd is. De Commissie richt haar besluit tot alle lidstaten
en brengt de lidstaten en de betrokken marktdeelnemer(s) daarvan onmiddellijk
op de hoogte. 126. Indien de nationale maatregel
gerechtvaardigd wordt geacht, nemen alle lidstaten de nodige maatregelen om de
non-conforme radioapparatuur uit de handel te nemen of terug te roepen, en zij
stellen de Commissie daarvan in kennis. Indien de nationale maatregel niet
gerechtvaardigd wordt geacht, trekt de betrokken lidstaat de maatregel in. 127. Indien de nationale maatregel
gerechtvaardigd wordt geacht en de non-conformiteit van de radioapparatuur
wordt toegeschreven aan tekortkomingen in de geharmoniseerde normen als bedoeld
in artikel 16 van deze richtlijn, past de Commissie de procedure toe van
artikel [8] van Verordening (EU) nr. [../..] [betreffende Europese
normalisatie]. Artikel 42 Conforme
radioapparatuur die toch een risico voor de gezondheid en veiligheid meebrengt 128. Wanneer een lidstaat na
uitvoering van een beoordeling overeenkomstig artikel 40, lid 1, vaststelt dat
radioapparatuur die conform is met deze richtlijn toch een risico voor de
gezondheid of veiligheid van personen of voor andere onder deze richtlijn
vallende aspecten van de bescherming van algemene belangen meebrengt, verlangt
deze lidstaat van de desbetreffende marktdeelnemer dat hij alle passende
maatregelen neemt om ervoor te zorgen dat de radioapparatuur dat risico niet
meer meebrengt wanneer zij in de handel wordt gebracht, of om de radioapparatuur
binnen een door de lidstaat vast te stellen redelijke termijn, die evenredig is
met de aard van het risico, uit de handel te nemen of terug te roepen. 129. De marktdeelnemer zorgt ervoor
dat corrigerende maatregelen worden toegepast op alle betrokken
radioapparatuur. 130. De lidstaat brengt de Commissie
en de andere lidstaten daarvan onmiddellijk op de hoogte. Die informatie omvat
alle bekende bijzonderheden, met name de gegevens die nodig zijn om de
betrokken radioapparatuur te identificeren en om de oorsprong en de
toeleveringsketen van de radioapparatuur, de aard van het risico, en de aard en
de duur van de genomen nationale maatregelen vast te stellen. 131. De Commissie treedt onverwijld
in overleg met de lidstaten en de betrokken marktdeelnemer(s) en beoordeelt de
nationale maatregelen die zijn genomen. Aan de hand van de resultaten van die
beoordeling besluit de Commissie of de maatregel al dan niet gerechtvaardigd
is, en stelt zij zo nodig passende maatregelen voor. 132. De Commissie richt haar besluit
tot alle lidstaten en brengt de lidstaten en de betrokken marktdeelnemer(s)
daarvan onmiddellijk op de hoogte. Artikel 43 Formele
non-conformiteit 133. Onverminderd artikel 40
verlangt een lidstaat, wanneer hij een van de volgende feiten vaststelt, van de
betrokken marktdeelnemer dat deze een einde maakt aan de non-conformiteit: a) de CE-markering is in strijd met artikel
30 van Verordening (EG) nr. 765/2008 of met artikel 19 of 20 van deze richtlijn
aangebracht; b) de CE-markering is niet aangebracht; c) de EU-conformiteitsverklaring is niet
opgesteld; d) de EU-conformiteitsverklaring is niet
correct opgesteld; e) technische documentatie is niet
beschikbaar of is onvolledig; f) het product voldoet niet aan de eisen
van artikel 10, leden 5 en 6, en artikel 12, lid 3; g) bij de radioapparatuur is geen informatie
over het beoogde gebruik van de radioapparatuur, geen
EU-conformiteitsverklaring en geen informatie over gebruiksbeperkingen zoals
beschreven in artikel 10, leden 7, 8 en 9, gevoegd; h) aan de eisen van artikel 15 inzake de
identificatie van marktdeelnemers is niet voldaan; i) artikel 5 is niet nageleefd. 2. Wanneer de in lid 1 bedoelde
non-conformiteit voortduurt, neemt de betrokken lidstaat alle passende
maatregelen om het op de markt aanbieden van de radioapparatuur in kwestie te
beperken of te verbieden, of om ervoor te zorgen dat de radioapparatuur wordt
teruggeroepen of uit de handel genomen. HOOFDSTUK VI COMITÉ, UITVOERINGSHANDELINGEN EN GEDELEGEERDE
HANDELINGEN Artikel 44 Comitéprocedure 1. De Commissie wordt bijgestaan
door het Comité voor overeenstemmingsbeoordeling en markttoezicht inzake
telecommunicatie. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr.
182/2011. 2. Wanneer naar dit lid wordt
verwezen, is artikel 4 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing. Artikel 45 Uitoefening
van de bevoegdheidsdelegatie 134. De bevoegdheid om gedelegeerde
handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit
artikel neergelegde voorwaarden. 135. De in artikel 2, lid 3, artikel
3, lid 3, artikel 4, lid 2, en artikel 5, lid 2, bedoelde bevoegdheidsdelegatie
wordt toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van [datum van
inwerkingtreding]. 136. Het Europees Parlement of de
Raad kan de in artikel 2, lid 3, artikel 3, lid 3, artikel 4, lid 2, en artikel
5, lid 2, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit
tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde
bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in
het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere
datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde
handelingen onverlet. 137. Zodra de Commissie een
gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig
kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad. 138. Een overeenkomstig artikel 2,
lid 3, artikel 3, lid 3, artikel 4, lid 2, en artikel 5, lid 2, vastgestelde
gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement
of de Raad binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de
handeling aan het Europees Parlement en de Raad daartegen geen bezwaar heeft
gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het
verstrijken van de termijn van twee maanden de Commissie hebben medegedeeld dat
zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van
het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd. HOOFDSTUK VII OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN Artikel 46 Sancties De lidstaten stellen regels vast voor sancties
op overtredingen van ingevolge deze richtlijn vastgestelde nationale bepalingen
en nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat zij worden toegepast. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en
afschrikkend zijn. De lidstaten delen deze bepalingen uiterlijk
op [datum invoegen – de datum vermeld in de tweede alinea van artikel Omzetting(1)]
aan de Commissie mede en stellen haar onverwijld in kennis van eventuele latere
wijzigingen. Artikel 47 Evaluatie en verslaglegging 139. De lidstaten dienen uiterlijk
op [datum – drie jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn] en vervolgens
ten minste om de twee jaar bij de Commissie een verslag in over de toepassing
van deze richtlijn. Het verslag bevat een presentatie van de
markttoezichtactiviteiten van de lidstaten en verstrekt informatie over de
vraag of en in welke mate is voldaan aan de eisen van deze richtlijn, onder
meer en met name aan de eisen inzake identificatie van marktdeelnemers. 140. De Commissie evalueert de
werking van deze richtlijn en brengt daarover uiterlijk op [datum – vier jaar
na de inwerkingtreding van deze richtlijn] en vervolgens om de vijf jaar aan
het Europees Parlement en de Raad verslag uit. In dat verslag worden de bij de
opstelling van de betrokken normen gemaakte vooruitgang alsmede eventuele bij
de uitvoering van de richtlijn gerezen problemen behandeld. Het verslag geeft
ook een overzicht van de werkzaamheden van het comité, beoordeelt de
vooruitgang bij de totstandbrenging van een open en concurrerende markt voor
radioapparatuur op het niveau van de Unie en onderzoekt hoe het
regelgevingskader voor het in de handel brengen en de ingebruikneming van
radioapparatuur moet worden ontwikkeld om het volgende te verwezenlijken: a) waarborgen dat op het niveau van de Unie
een samenhangend systeem voor alle radioapparatuur tot stand wordt gebracht; b) de convergentie van de sectoren
telecommunicatie-, audiovisuele en informatietechnologie mogelijk maken; c) de harmonisatie van regelgeving op
internationaal niveau mogelijk maken. In het verslag wordt met name onderzocht of
nog voor alle betrokken categorieën radioapparatuur essentiële eisen
noodzakelijk zijn. Zo nodig mogen in het verslag verdere maatregelen worden
voorgesteld om het doel van deze richtlijn ten volle te verwezenlijken. Artikel 48 Overgangsbepalingen De lidstaten belemmeren niet dat onder
Richtlijn 1999/5/EG vallende radioapparatuur die met die richtlijn in
overeenstemming is en die vóór [datum vermeld
in de tweede alinea van artikel Omzetting(1)] in de handel
is gebracht, op de markt wordt aangeboden en/of in gebruik wordt genomen. Artikel 49 Omzetting 141. De lidstaten dienen uiterlijk
op [datum invoegen – 18 maanden na de vaststelling] de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke
bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan deze richtlijn te voldoen.
Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede. Zij passen die bepalingen toe vanaf [de dag na de
in de eerste alinea vermelde datum]. Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen,
wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze
richtlijn verwezen. In de bepalingen wordt tevens vermeld dat verwijzingen in
bestaande wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen naar de bij deze
richtlijn ingetrokken richtlijn gelden als verwijzingen naar de onderhavige
richtlijn. De regels voor die verwijzing en de formulering van die vermelding
worden vastgesteld door de lidstaten. 142. De lidstaten delen de Commissie
de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op
het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen. Artikel 50 Intrekking Richtlijn 1999/5/EG wordt met ingang van [datum vermeld in de tweede alinea van artikel Omzetting(1)van deze richtlijn] ingetrokken. Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijn
gelden als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn en worden gelezen volgens
de concordantietabel in bijlage IX. Artikel 51 Inwerkingtreding Deze richtlijn treedt in werking op de
twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de
Europese Unie. Artikel 52 Adressaten Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten. BIJLAGE I APPARATUUR DIE NIET ONDER DEZE
RICHTLIJN VALT 143. Door radioamateurs gebruikte
radioapparatuur als bedoeld in artikel 1, definitie 56, van het radioreglement
van de Internationale Unie voor Telecommunicatie (ITU), tenzij deze apparatuur
in de handel verkrijgbaar is. Bouwpakketten van losse door radioamateurs te
assembleren onderdelen en in de handel verkrijgbare apparatuur die door
radioamateurs is omgebouwd voor eigen gebruik worden niet beschouwd als in de
handel verkrijgbare apparatuur. 144. Uitrusting van zeeschepen die
onder het toepassingsgebied van Richtlijn 96/98/EG[36]
valt. 145. Kabels en snoeren. 146. Testapparatuur die uitsluitend
bedoeld is voor het testen van radioapparatuur door professionele gebruikers. 147. Luchtvaartproducten,
-onderdelen en –uitrustingsstukken in de zin van artikel 3 van Verordening (EG)
nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad[37]. BIJLAGE II PRODUCTEN DIE ONDER DE DEFINITIE VAN
RADIOAPPARATUUR VALLEN 148. Voor de toepassing van deze
richtlijn worden de volgende producten als radioapparatuur beschouwd: a) actieve antennes; b) stoorzenders (jammers). 149. Voor de toepassing van deze
richtlijn worden de volgende producten niet als radioapparatuur beschouwd: a) passieve antennes; b) cochleaire implantaten; c) magnetronovens. BIJLAGE III CONFORMITEITSBEOORDELING Module A (interne productiecontrole) 150. Met "interne productiecontrole"
wordt de conformiteitsbeoordelingsprocedure bedoeld waarbij de fabrikant de
verplichtingen in de punten 2, 3 en 4 nakomt en op eigen verantwoording
garandeert en verklaart dat de betrokken radioapparatuur voldoet aan de eisen
van artikel 3 en, in voorkomend geval, aan andere harmonisatiewetgeving die
daarop van toepassing is. 151. Technische documentatie De fabrikant stelt overeenkomstig artikel 21 de
technische documentatie samen. 152. Fabricage De fabrikant neemt alle nodige maatregelen om
ervoor te zorgen dat het fabricage‑ en controleproces waarborgt dat de
vervaardigde radioapparatuur conform is met de in punt 2 bedoelde technische
documentatie en met de toepasselijke essentiële eisen van artikel 3. 153. CE-markering en conformiteitsverklaring 153.1. De fabrikant brengt
overeenkomstig de artikelen 19 en 20 de vereiste CE-markering aan op elk stuk
radioapparatuur dat aan de toepasselijke eisen voldoet. 153.2. De fabrikant stelt voor elk type
radioapparatuur een conformiteitsverklaring op en houdt deze verklaring, samen
met de technische documentatie, gedurende tien jaar na het in de handel brengen
van de radioapparatuur ter beschikking van de nationale autoriteiten. In de
conformiteitsverklaring wordt de radioapparatuur beschreven. Een kopie van de conformiteitsverklaring wordt op
verzoek aan de bevoegde autoriteiten verstrekt. 154. Gemachtigde De in punt 4 vervatte verplichtingen van de
fabrikant kunnen namens hem en onder zijn verantwoordelijkheid worden vervuld
door zijn gemachtigde, op voorwaarde dat dit in het mandaat gespecificeerd is. BIJLAGE IV CONFORMITEITSBEOORDELINGSMODULES Modules B + C EU-typeonderzoek + Conformiteit met
het type op basis van interne productiecontrole Wanneer naar deze bijlage wordt verwezen,
verloopt de conformiteitsbeoordelingsprocedure volgens de hierna beschreven
modules B (EU-typeonderzoek) en C (Conformiteit met het type op basis van
interne productiecontrole). Module
B EU-typeonderzoek 155. Met
"EU-typeonderzoek" wordt dat gedeelte van een conformiteitsbeoordelingsprocedure
bedoeld waarin de aangemelde instantie het technisch ontwerp van
radioapparatuur onderzoekt om te controleren of het aan de toepasselijke eisen
van het wetgevingsinstrument voldoet, en een verklaring hierover verstrekt. 156. Het EU-typeonderzoek wordt op
de volgende wijze verricht: beoordeling van de geschiktheid van het technisch
ontwerp van radioapparatuur via onderzoek van de technische documentatie en het
bewijsmateriaal als bedoeld in punt 3, zonder onderzoek van een monster (ontwerptype). 157. De fabrikant dient een aanvraag
voor het EU-typeonderzoek in bij een aangemelde instantie van zijn keuze. De aanvraag omvat: –
naam en adres van de fabrikant en, indien de
aanvraag wordt ingediend door zijn gemachtigde, ook diens naam en adres; –
een schriftelijke verklaring dat er geen
gelijkluidende aanvraag bij een andere aangemelde instantie is ingediend; –
de technische documentatie. Aan de hand van de
technische documentatie moet kunnen worden beoordeeld of de radioapparatuur aan
de toepasselijke eisen van het wetgevingsinstrument voldoet; zij omvat een
adequate risicoanalyse en -beoordeling. In de technische documentatie worden de
toepasselijke eisen vermeld; zij heeft, voor zover relevant voor de
beoordeling, betrekking op het ontwerp, de fabricage en de werking van de
radioapparatuur. De technische documentatie bevat, indien van toepassing, de
elementen in bijlage V bij deze richtlijn; –
het bewijsmateriaal voor de geschiktheid van het
technisch ontwerp. Hierin worden de gevolgde documenten vermeld, in het
bijzonder wanneer de desbetreffende geharmoniseerde normen en/of technische
specificaties niet volledig zijn toegepast. Zo nodig worden ook de resultaten
vermeld van tests die door een geschikt laboratorium van de fabrikant of namens
hem en onder zijn verantwoordelijkheid door een ander laboratorium zijn
verricht. 158. De aangemelde instantie
onderzoekt de technische documentatie en het bewijsmateriaal om te beoordelen
of het technisch ontwerp van de radioapparatuur geschikt is. 159. De aangemelde instantie stelt
een evaluatieverslag op over de overeenkomstig punt 4 verrichte activiteiten en
de resultaten daarvan. Onverminderd haar verplichtingen als bedoeld in punt 8
maakt de aangemelde instantie de inhoud van het verslag uitsluitend met instemming
van de fabrikant geheel of gedeeltelijk openbaar. 160. Indien het type voldoet aan de
eisen van het specifieke wetgevingsinstrument die op de betrokken
radioapparatuur van toepassing zijn, verstrekt de aangemelde instantie de
fabrikant een certificaat van EU-typeonderzoek. Het certificaat bevat naam en
adres van de fabrikant, de conclusies van het onderzoek, de eventuele
voorwaarden voor de geldigheid van het certificaat en de noodzakelijke gegevens
voor de identificatie van het beoordeelde type. Het certificaat kan vergezeld
gaan van een of meer bijlagen. Het certificaat en de bijlagen bevatten alle
informatie die nodig is om de conformiteit van de vervaardigde radioapparatuur
met het onderzochte type te kunnen toetsen en controles tijdens het gebruik te
kunnen verrichten. Wanneer het type niet aan de toepasselijke eisen
van het wetgevingsinstrument voldoet, weigert de aangemelde instantie een
certificaat van EU-typeonderzoek te verstrekken en brengt zij de aanvrager
hiervan op de hoogte met vermelding van de precieze redenen voor de weigering. 161. De aangemelde instantie volgt
de ontwikkeling van de algemeen erkende stand van de techniek; indien het
goedgekeurde type vanwege deze ontwikkeling mogelijk niet meer aan de
toepasselijke eisen van het wetgevingsinstrument voldoet, beoordeelt zij of
nader onderzoek nodig is. Als dit het geval is, stelt de aangemelde instantie
de fabrikant daarvan in kennis. De fabrikant brengt de aangemelde instantie die de
technische documentatie betreffende het certificaat van EU-typeonderzoek
bewaart op de hoogte van alle wijzigingen van het beoordeelde type die van
invloed kunnen zijn op de conformiteit van de radioapparatuur met de essentiële
eisen van het wetgevingsinstrument of de voorwaarden voor de geldigheid van het
certificaat. Dergelijke wijzigingen vereisen een aanvullende goedkeuring in de
vorm van een aanvulling op het oorspronkelijke certificaat van
EU-typeonderzoek. 162. Elke aangemelde instantie
brengt de autoriteiten die haar hebben aangemeld op de hoogte van de door haar
verstrekte of ingetrokken certificaten van EU-typeonderzoek en aanvullingen
daarop en verstrekt deze autoriteiten op gezette tijden of op verzoek een lijst
van geweigerde, geschorste of anderszins beperkte certificaten en aanvullingen
daarop. Elke aangemelde instantie brengt de andere
aangemelde instanties op de hoogte van de door haar geweigerde, ingetrokken,
geschorste of anderszins beperkte certificaten van EU-typeonderzoek en
aanvullingen daarop alsmede, op verzoek, van de door haar verstrekte
certificaten en aanvullingen daarop. Elke aangemelde instantie brengt de lidstaten op
de hoogte van de door haar verstrekte certificaten van EU-typeonderzoek en
aanvullingen daarop in de gevallen waarin geharmoniseerde normen waarvan de
referentie in het Publicatieblad van de Europese Unie is bekendgemaakt,
beschikbaar zijn en niet volledig zijn toegepast. De lidstaten, de Commissie,
en de andere aangemelde instanties kunnen op verzoek een kopie van de
certificaten van EU-typeonderzoek en aanvullingen daarop ontvangen. De
lidstaten en de Commissie kunnen op verzoek een kopie van de technische
documentatie en de resultaten van het door de aangemelde instantie verrichte
onderzoek ontvangen. De aangemelde instantie bewaart een kopie van het
certificaat van EU-typeonderzoek, de bijlagen en aanvullingen, alsook het
technisch dossier, met inbegrip van de door de fabrikant overgelegde
documentatie, gedurende tien jaar nadat de radioapparatuur is beoordeeld of tot
het einde van de geldigheidsduur van het certificaat. 163. De fabrikant houdt gedurende
tien jaar na het in de handel brengen van de radioapparatuur een kopie van het
certificaat van EU-typeonderzoek, de bijlagen en aanvullingen, samen met de
technische documentatie, ter beschikking van de nationale autoriteiten. 164. De gemachtigde van de fabrikant
kan de in punt 3 bedoelde aanvraag indienen en de in de punten 7 en 9 vermelde
verplichtingen vervullen, op voorwaarde dat dit in het mandaat gespecificeerd
is. Module
C Conformiteit
met type op basis van interne productiecontrole 165. Met "conformiteit met het
type op basis van interne productiecontrole" wordt dat gedeelte van een
conformiteitsbeoordelingsprocedure bedoeld waarin de fabrikant de
verplichtingen in de punten 2 en 3 nakomt en garandeert en verklaart dat de
betrokken radioapparatuur overeenstemt met het type als beschreven in het
certificaat van EU-typeonderzoek en voldoet aan de toepasselijke eisen van het
wetgevingsinstrument. 166. Fabricage De fabrikant neemt alle nodige maatregelen om
ervoor te zorgen dat het fabricage‑ en controleproces waarborgt dat de
vervaardigde radioapparatuur conform is met het goedgekeurde type als
beschreven in het certificaat van EU-typeonderzoek en met de toepasselijke
eisen van het wetgevingsinstrument. 167. CE-markering en
conformiteitsverklaring 167.1. De fabrikant brengt
overeenkomstig de artikelen 19 en 20 de vereiste CE-markering aan op elk stuk
radioapparatuur dat conform is met het type als beschreven in het certificaat
van EU-typeonderzoek en voldoet aan de toepasselijke eisen van het
wetgevingsinstrument. 167.2. De fabrikant stelt voor elk type
radioapparatuur een conformiteitsverklaring op en houdt deze verklaring
gedurende tien jaar na het in de handel brengen van de radioapparatuur ter
beschikking van de nationale autoriteiten. In de EU-conformiteitsverklaring
wordt het type radioapparatuur beschreven. Een kopie van de EU-conformiteitsverklaring wordt
op verzoek aan de relevante autoriteiten verstrekt. 168. Gemachtigde De in punt 3 vervatte verplichtingen van de
fabrikant kunnen namens hem en onder zijn verantwoordelijkheid worden vervuld
door zijn gemachtigde, op voorwaarde dat dit in het mandaat gespecificeerd is. BIJLAGE V CONFORMITEITSBEOORDELING Module H Volledige kwaliteitsborging 169. Met "conformiteit op basis
van volledige kwaliteitsborging" wordt de
conformiteitsbeoordelingsprocedure bedoeld waarbij de fabrikant de
verplichtingen in de punten 2 en 5 nakomt en op eigen verantwoording garandeert
en verklaart dat de betrokken radioapparatuur aan de toepasselijke eisen van
het wetgevingsinstrument voldoet. 170. Fabricage De fabrikant past op het ontwerp, de fabricage, de
eindproductcontrole en de beproeving van de betrokken radioapparatuur een
goedgekeurd kwaliteitssysteem als bedoeld in punt 3 toe, waarop overeenkomstig
punt 4 toezicht wordt uitgeoefend. 171. Kwaliteitssysteem 171.1. De fabrikant dient voor de
betrokken radioapparatuur bij een aangemelde instantie van zijn keuze een
aanvraag tot beoordeling van zijn kwaliteitssysteem in. De aanvraag omvat: –
naam en adres van de fabrikant en, indien de
aanvraag wordt ingediend door zijn gemachtigde, ook diens naam en adres; –
de technische documentatie voor één type van elke
categorie te vervaardigen radioapparatuur. De technische documentatie bevat,
indien van toepassing, de elementen in bijlage VI bij deze richtlijn; –
de documentatie over het kwaliteitssysteem; –
een schriftelijke verklaring dat er geen
gelijkluidende aanvraag bij een andere aangemelde instantie is ingediend. 171.2. Het kwaliteitssysteem waarborgt
dat de radioapparatuur conform is met de toepasselijke eisen van het
wetgevingsinstrument. Alle door de fabrikant vastgestelde gegevens,
eisen en bepalingen dienen systematisch en geordend bijeen te worden gebracht
in een document met schriftelijk vastgelegde beleidsmaatregelen, procedures en
instructies. Aan de hand van deze documentatie van het kwaliteitssysteem moeten
de kwaliteitsprogramma’s, -plannen, -handboeken en -dossiers eenduidig kunnen
worden geïnterpreteerd. Zij dient met name een behoorlijke beschrijving te
bevatten van: –
de kwaliteitsdoelstellingen, het organisatieschema
en de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de bedrijfsleiding met
betrekking tot ontwerp‑ en productkwaliteit; –
de specificaties van het technisch ontwerp, met
inbegrip van normen, die worden toegepast en, indien de relevante
geharmoniseerde normen en/of technische specificaties niet volledig worden
toegepast, de middelen waarmee wordt gewaarborgd dat wordt voldaan aan de
essentiële eisen van deze richtlijn die op radioapparatuur van toepassing zijn; –
de controle- en keuringstechnieken voor het
ontwerp, de procedés en de systematische maatregelen die zullen worden
toegepast bij het ontwerpen van radioapparatuur van de betrokken
radioapparatuurcategorie; –
de daarbij gebruikte fabricage‑,
kwaliteitsbeheersings‑ en kwaliteitsborgingstechnieken en ‑procedés,
alsmede de in dat verband systematisch toe te passen maatregelen; –
de onderzoeken en tests die voor, tijdens en na de
fabricage worden verricht en de frequentie waarmee dat zal gebeuren; –
de kwaliteitsdossiers, zoals controleverslagen,
test‑ en ijkgegevens, rapporten betreffende de kwalificatie van het
betrokken personeel enz.; –
de middelen om controle uit te oefenen op het
bereiken van de vereiste ontwerp‑ en productkwaliteit en de doeltreffende
werking van het kwaliteitssysteem. 171.3. De aangemelde instantie
beoordeelt het kwaliteitssysteem om te controleren of het aan de in punt 3.2
van deze bijlage bedoelde eisen voldoet. Zij veronderstelt dat aan deze eisen wordt voldaan
voor elementen van het kwaliteitssysteem die voldoen aan de desbetreffende
specificaties van de nationale norm ter uitvoering van de relevante
geharmoniseerde norm en/of technische specificatie. Het auditteam moet ervaring hebben met
kwaliteitsmanagementsystemen; bovendien moet ten minste één lid van het team
ervaring hebben met beoordelingen op het gebied van de betrokken
radioapparatuur en radioapparatuurtechnologie en op de hoogte zijn van de
toepasselijke eisen van het wetgevingsinstrument. De audit omvat een
inspectiebezoek aan de fabrikant. Het auditteam evalueert de in punt 3.1,
tweede streepje, bedoelde technische documentatie om te controleren of de
fabrikant zich bewust is van de toepasselijke eisen van het
wetgevingsinstrument en het vereiste onderzoek kan verrichten om te waarborgen
dat de radioapparatuur aan deze eisen voldoet. De fabrikant of zijn gemachtigde wordt van de
beslissing in kennis gesteld. In deze kennisgeving zijn de conclusies van de
audit opgenomen, evenals de met redenen omklede beoordelingsbeslissing. 171.4. De fabrikant verbindt zich ertoe
de verplichtingen die voortvloeien uit het goedgekeurde kwaliteitssysteem na te
komen en te zorgen dat het passend en doeltreffend blijft. 171.5. De fabrikant brengt de
aangemelde instantie die het kwaliteitssysteem heeft goedgekeurd op de hoogte
van elke voorgenomen wijziging van het kwaliteitssysteem. De aangemelde instantie beoordeelt de voorgestelde
wijzigingen en beslist of het gewijzigde kwaliteitssysteem blijft voldoen aan
de in punt 3.2 bedoelde eisen dan wel of een nieuwe beoordeling noodzakelijk
is. Zij stelt de fabrikant van haar beslissing in
kennis. In deze kennisgeving zijn de conclusies van het onderzoek opgenomen,
evenals de met redenen omklede beoordelingsbeslissing. 172. Toezicht onder
verantwoordelijkheid van de aangemelde instantie 172.1. Het toezicht heeft tot doel te
controleren of de fabrikant naar behoren voldoet aan de verplichtingen die
voortvloeien uit het goedgekeurde kwaliteitssysteem. 172.2. De fabrikant verleent de aangemelde
instantie voor inspectiedoeleinden toegang tot de ontwerp‑, fabricage‑,
controle‑, test‑ en opslagruimten en verstrekt haar alle nodige
informatie, met name: –
de documentatie over het kwaliteitssysteem; –
de kwaliteitsdossiers als bedoeld in het deel van
het kwaliteitssysteem dat betrekking heeft op het ontwerp, zoals resultaten van
analyses, berekeningen, tests enz.; –
de kwaliteitsdossiers als bedoeld in het deel van
het kwaliteitssysteem dat betrekking heeft op de fabricage, zoals
controleverslagen, test‑ en ijkgegevens, rapporten betreffende de
kwalificatie van het betrokken personeel enz. 172.3. De aangemelde instantie verricht
periodieke audits om te controleren of de fabrikant het kwaliteitssysteem
onderhoudt en toepast en verstrekt de fabrikant een auditverslag. 172.4. De aangemelde instantie kan
bovendien onaangekondigde bezoeken aan de fabrikant brengen. Bij die bezoeken
kan de aangemelde instantie zo nodig radioapparatuurtests verrichten of laten
verrichten om te controleren of het kwaliteitssysteem goed functioneert. Zij
verstrekt de fabrikant een verslag van het bezoek en, indien tests zijn
verricht, een testverslag. 173. CE-markering en
conformiteitsverklaring 173.1. De fabrikant brengt
overeenkomstig de artikelen 19 en 20 de CE-markering en, onder
verantwoordelijkheid van de in punt 3.1 bedoelde aangemelde instantie, het
identificatienummer van die instantie aan op elk stuk radioapparatuur dat aan
de toepasselijke eisen van artikel 3 voldoet. 173.2. De fabrikant stelt voor elk type
radioapparatuur een EU-conformiteitsverklaring op en houdt deze verklaring
gedurende tien jaar na het in de handel brengen van de radioapparatuur ter
beschikking van de nationale autoriteiten. In de EU-conformiteitsverklaring
wordt het type radioapparatuur beschreven. Een kopie van de EU-conformiteitsverklaring wordt
op verzoek aan de relevante autoriteiten verstrekt. 174. De fabrikant houdt gedurende
een periode van ten minste tien jaar nadat de radioapparatuur in de handel is
gebracht de volgende gegevens ter beschikking van de nationale autoriteiten: –
de in punt 3.1 bedoelde technische documentatie; –
de in punt 3.1 bedoelde documentatie over het
kwaliteitssysteem; –
de in punt 3.5 bedoelde wijzigingen zoals deze zijn
goedgekeurd; –
de in de punten 3.5, 4.3 en 4.4 bedoelde
beslissingen en verslagen van de aangemelde instantie. 175. Elke aangemelde instantie
brengt de autoriteiten die haar hebben aangemeld op de hoogte van de verleende
en ingetrokken goedkeuringen voor kwaliteitssystemen en verstrekt deze
autoriteiten op gezette tijden of op verzoek een lijst van geweigerde,
geschorste of anderszins beperkte goedkeuringen voor kwaliteitssystemen. Elke aangemelde instantie brengt de andere
aangemelde instanties op de hoogte van de door haar geweigerde, geschorste of
ingetrokken goedkeuringen voor kwaliteitssystemen alsmede, op verzoek, van de
door haar verleende goedkeuringen voor kwaliteitssystemen. 176. Gemachtigde De in de punten 3.1, 3.5, 5 en 6 vervatte
verplichtingen van de fabrikant kunnen namens hem en onder zijn verantwoordelijkheid
worden vervuld door zijn gemachtigde, op voorwaarde dat dit in het mandaat
gespecificeerd is. . BIJLAGE VI Inhoud
van de technische documentatie De technische documentatie bevat, indien van
toepassing, ten minste de volgende elementen: a) een algemene beschrijving van de
radioapparatuur, met onder meer: foto's of illustraties die de uitwendige
kenmerken, de markering en de inwendige structuur tonen; versies van software
of firmware die van invloed zijn op de conformiteit met de essentiële eisen;
gebruikersinformatie en installatie-instructies; b) ontwerp‑ en
fabricagetekeningen, alsmede schema’s van onderdelen, subassemblages, circuits
en andere relevante soortgelijke gegevens; c) beschrijvingen en toelichtingen
die nodig zijn voor het begrijpen van die tekeningen en schema's en van
de werking van de radioapparatuur; d) een lijst van de geheel of
gedeeltelijk toegepaste geharmoniseerde normen en/of andere relevante
technische specificaties waarvan de referenties in het Publicatieblad van de
Europese Unie zijn bekendgemaakt, en indien de geharmoniseerde normen niet
zijn toegepast, een beschrijving van de wijze waarop aan de essentiële eisen
van artikel 3 is voldaan; bij gedeeltelijk toegepaste geharmoniseerde normen
wordt in de technische documentatie gespecificeerd welke delen zijn toegepast; e) een kopie van de
EU-conformiteitsverklaring; f) indien de
conformiteitsbeoordelingsmodule in bijlage IV is toegepast, een kopie van het
certificaat van EU-typeonderzoek en de bijlagen daarbij, zoals afgegeven door
de betrokken aangemelde instantie; g) de resultaten van uitgevoerde
ontwerpberekeningen en onderzoeken, alsmede andere relevante soortgelijke
gegevens; h) testverslagen. BIJLAGE VII Conformiteitsverklaring 177. Nr. … (uniek
identificatienummer van de radioapparatuur): 178. Naam en adres van de fabrikant
of zijn gemachtigde: 179. Deze conformiteitsverklaring
wordt afgegeven onder volledige verantwoordelijkheid van de fabrikant. 180. Voorwerp van de verklaring
(identificatie van de radioapparatuur waarmee deze traceerbaar is; dit kan,
indien relevant, een foto omvatten): 181. Het hierboven beschreven
voorwerp van de verklaring is conform de desbetreffende harmonisatiewetgeving
van de Europese Unie: Richtlijn XXXX/xx inzake radioapparatuur; andere harmonisatiewetgeving van de Europese Unie,
indien van toepassing. 182. Referenties van de toegepaste
relevante geharmoniseerde normen of van de specificaties waarop de
conformiteitsverklaring betrekking heeft. Bij de opgave van de referenties
worden het identificatienummer en de versie en, in voorkomend geval, de datum
van publicatie vermeld: 183. (Indien van toepassing) De
aangemelde instantie ... (naam, nummer) … heeft een … (beschrijving van de
werkzaamheden) … uitgevoerd en het certificaat van EU-typeonderzoek …
afgegeven. 184. Aanvullende informatie: indien van toepassing, beschrijving van de
accessoires en/of onderdelen, met inbegrip van software, die het mogelijk maken
dat de radioapparatuur functioneert zoals bedoeld en die onder de
conformiteitsverklaring vallen. Ondertekend voor en namens: ………………………………… (plaats en datum van afgifte): (naam, functie) (handtekening): BIJLAGE VIII Vereenvoudigde
conformiteitsverklaring De in artikel 10, lid 8, derde alinea,
bedoelde vereenvoudigde EU-conformiteitsverklaring wordt als volgt
geformuleerd: Hierbij
verklaar ik, [naam van de fabrikant], dat het type radioapparatuur [aanduiding
van het type radioapparatuur] conform is met Richtlijn
XXXX/xx inzake radioapparatuur. BIJLAGE
IX Concordantietabel CONCORDANTIETABEL Richtlijn 1999/5/EG || Deze richtlijn Artikel 1 || Artikel 1 Artikel 2 || Artikel 2 Artikel 3 || Artikel 3, met uitzondering van artikel 3, lid 3, onder g) Artikel 4, lid 1 || Artikel 8 Artikel 4, lid 2 || geschrapt Artikel 5 || Artikel 16 Artikel 6, lid 1 || Artikel 6 Artikel 6, lid 2 || geschrapt Artikel 6, lid 3 || Artikel 10, leden 7, 8 en 9 Artikel 6, lid 4 || geschrapt artikel 7, leden 1 en 2 || Artikel 7 Artikel 7, leden 3, 4 en 5 || geschrapt Artikel 8 || Artikel 9 Artikel 9 || Artikelen 39 tot en met 43 Artikel 10 || Artikel 17 Artikel 11 || Artikelen 22 tot en met 38 Artikel 12 || Artikelen 19 en 20, en artikel 10, leden 5 en 6 Artikelen 13 tot en met 15 || Artikel 44 Artikel 16 || geschrapt Artikel 17 || Artikel 47 Artikel 18 || Artikel 48 Artikel 19 || Artikel 49 Artikel 20 || Artikel 50 Artikel 21 || Artikel 51 Artikel 22 || Artikel 52 Bijlage I || Bijlage I Bijlage II || Bijlage III Bijlage III || geschrapt Bijlage IV || Bijlage IV Bijlage V || Bijlage V Bijlage VI || Artikel 26 Bijlage VII, punten 1 tot en met 4 || Artikelen 19 en 20 Bijlage VII, punt 5 || Artikel 10, lid 9 Nieuwe artikelen || Artikel 3, lid 3, onder g) || Artikel 4 || Artikel 5 || Artikel 10, leden 1 tot en met 4 en leden 10 en 11, artikelen 11 tot en met 15 || Artikel 18 || Artikel 21 || Artikel 45 || Artikel 46 || Bijlage II || Bijlage VI || Bijlage VII || Bijlage VIII FINANCIEEL
MEMORANDUM 6. KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF 6.1. Benaming van het
voorstel/initiatief 6.2. Betrokken
beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur 6.3. Aard van het
voorstel/initiatief 6.4. Doelstelling(en) 6.4.1. Met het voorstel beoogde
strategische meerjarendoelstelling(en) van de Commissie 6.4.2. Specifieke doelstelling(en) en
betrokken ABM/ABB-activiteit(en) 6.5. Motivering van het
voorstel/initiatief 6.6. Duur en financiële
gevolgen 6.7. Beheersvorm(en) 7. BEHEERSMAATREGELEN 7.1. Regels
inzake het toezicht en de verslagen 7.2. Beheers- en
controlesysteem 7.3. Maatregelen ter
voorkoming van fraude en onregelmatigheden 8. GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET
VOORSTEL/INITIATIEF 8.1. Rubriek(en) van het
meerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor
uitgaven 8.2. Geraamde gevolgen
voor de uitgaven 8.2.1. Samenvatting van de
geraamde gevolgen voor de uitgaven 8.2.2. Geraamde gevolgen
voor de beleidskredieten 8.2.3. Geraamde gevolgen
voor de administratieve kredieten 8.2.4. Verenigbaarheid met
het huidige meerjarige financiële kader 8.2.5. Bijdrage van derden
aan de financiering 8.3. Geraamde gevolgen
voor de ontvangsten FINANCIEEL
MEMORANDUM 1. KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF 1.1. Benaming van het
voorstel/initiatief Voorstel
voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de
harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake radioapparatuur
(richtlijn inzake radioapparatuur) en tot intrekking van Richtlijn 1999/5/EG
betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur
(R&TTE-richtlijn) 1.2. Betrokken beleidsterrein(en)
in de ABM/ABB-structuur[38] Titel
2 – Ondernemingen – Hoofdstuk 02 03: Interne goederenmarkt en sectoraal
beleid 1.3. Aard van het
voorstel/initiatief ¨ Het
voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie. ¨ Het
voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie na een proefproject/een
voorbereidende actie[39] X¨ Het
voorstel/initiatief betreft de verlenging van een bestaande actie. ¨ Het
voorstel/initiatief betreft een actie die wordt omgebogen naar een nieuwe
actie. 1.4. Doelstellingen 1.4.1. Met het voorstel/initiatief
beoogde strategische meerjarendoelstelling(en) van de Commissie 1.4.2. Specifieke doelstelling(en) en
betrokken ABM/ABB-activiteit(en) Specifieke doelstelling nr. 1 De
bestaande internemarktwetgeving voortdurend vernieuwen en zo nodig nieuwe
wetgeving of andere maatregelen voorstellen [IB, IU, DA]. Zie punt 1.5.1 voor
nadere gegevens. Betrokken ABM/ABB-activiteit(en) 02
03 1.4.3. Verwachte resulta(a)t(en) en
gevolg(en) Vermeld de gevolgen
die het voorstel/initiatief zou moeten hebben op de begunstigden/doelgroepen. Verwacht
wordt dat de voorgestelde herziening van de wetgeving zorgt voor een grotere
conformiteit van radioapparatuur met de essentiële eisen van de richtlijn,
namelijk de bescherming van de gezondheid en de veiligheid, elektromagnetische
compatibiliteit, en de voorkoming van schadelijke interferentie. Zij moet
bijgevolg zorgen voor een betere bescherming van de gebruikers en van de
eerlijke concurrentie, voor een grotere rechtszekerheid, een vlottere en
consistentere toepassing van de richtlijn, en een meeromvattende voorkoming van
schadelijke interferentie, waarbij de extra lasten voor de marktdeelnemers
beperkt blijven. 1.4.4. Resultaat- en
effectindicatoren Vermeld de indicatoren
aan de hand waarvan kan worden nagegaan in hoeverre het voorstel/initiatief is
uitgevoerd. De
kernindicatoren voor de voortgang bij de verwezenlijking van de doelstellingen
van de herziening van de richtlijn zijn: || Indicator || Aanpak Naleving || Nalevingspercentages op administratief en technisch gebied || Periodieke verslagen van de lidstaten Administratieve vereenvoudiging en wettelijke aanpassingen || Teweeggebrachte administratieve kosten en lasten, aantal en relatief belang van interpretatiekwesties || Regelmatige gedachtewisseling met belanghebbenden – marktdeelnemers, autoriteiten en aangemelde instanties Regelgevingsbarrières voor innovatie || Gepercipieerd gemak waarmee innovaties kunnen worden ingevoerd || Regelmatige gedachtewisseling met belanghebbenden Volgens
het voorstel zou voor de lidstaten de nieuwe verplichting gelden om
tweejaarlijkse verslagen over de toepassing van de richtlijn bij de Commissie
in te dienen. De verslagen zouden handelen over de uitgevoerde
markttoezichtactiviteiten en informatie verstrekken over het niveau van
naleving van de essentiële eisen van de richtlijn. Nadere
informatie moet worden verzameld via regelmatige gedachtewisselingen in het kader
van het TCAM, het bij de richtlijn opgerichte permanente comité, waarvan
behalve de lidstaten ook vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, Europese
normalisatie-instellingen, aangemelde instanties en consumentenorganisaties
deel uitmaken. De Commissie is voornemens de werking van deze richtlijn te
evalueren en daarover om de vijf jaar verslag uit te brengen aan het Europees
Parlement en de Raad. 1.5. Motivering van het
voorstel/initiatief 1.5.1. Behoefte(n) waarin op korte of
lange termijn moet worden voorzien De
richtlijn is van essentieel belang geweest voor de totstandbrenging van een
interne markt voor radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur. Zij
bevat essentiële eisen ter bescherming van de gezondheid en de veiligheid en
ter voorkoming van schadelijke interferentie. Deze eisen worden omgezet in
technische voorschriften in het kader van niet-bindende geharmoniseerde normen,
zoals in andere "nieuwe-aanpak"-wetgeving. De
regelgevingsaanpak wordt verder deugdelijk geacht, zodat een fundamentele
herziening van de richtlijn niet nodig is. Uit de ervaring met de werking van
de richtlijn is echter gebleken dat aan een aantal punten aandacht moet worden
besteed[40]. De belangrijkste
doelstellingen van het ontwerpvoorstel zijn: - de
bestaande situatie, met een laag nalevingsniveau van de voorschriften van de
richtlijn, ombuigen en het vertrouwen van alle belanghebbenden in het
regelgevingskader vergroten; - de
richtlijn verduidelijken en vereenvoudigen, met onder meer enkele beperkte
aanpassingen van het toepassingsgebied, teneinde de toepassing van de richtlijn
te vergemakkelijken en onnodige lasten voor marktdeelnemers en
overheidsinstanties weg te nemen. 1.5.2. Toegevoegde waarde van de
deelname van de EU De
herziene richtlijn moet worden gebaseerd op de artikelen 26 (interne markt) en
114 (aanpassing van de wetgevingen) van het VWEU. Een optreden op EU-niveau is
nodig om bepalingen die de hoeksteen van de internemarktwetgeving op dit gebied
vormen, aan te passen, te verduidelijken of te vereenvoudigen. Dit kan niet
door individueel optredende lidstaten worden gerealiseerd. Een eventuele nieuwe
verplichting om fabrikanten en/of apparatuur op EU-niveau te registreren, zou
de toegang tot de EU-markt mogelijk maken; de voordelen daarvan in vergelijking
met meerdere soortgelijke maatregelen op nationaal niveau zijn duidelijk. 1.5.3. Nuttige ervaring die bij
soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan In
het algemeen heeft het bij de richtlijn ingestelde regelgevingskader het
mogelijk gemaakt de doelstellingen te bereiken, namelijk een hoog niveau van
bescherming van de gezondheid en veiligheid van de gebruikers, de
elektromagnetische compatibiliteit (EMC) voor telecommunicatie-eindapparatuur
en radioapparatuur, en de voorkoming van schadelijke interferentie. De
belangrijkste problemen die moeten worden aangepakt, zijn het lage
nalevingsniveau van de richtlijn, en de dubbelzinnigheid en complexiteit van
sommige bepalingen in de richtlijn. 1.5.4. Samenhang en eventuele
synergie met andere relevante instrumenten De
voorgestelde herziening zal consistent zijn met de beginselen van het beleid
van de Commissie inzake "slimme regelgeving", met het beleid voor
Europa 2020, met name ten aanzien van de regelgevingsherziening waarin het
beleid voor een Innovatie-Unie voorziet, alsook met het voorgestelde programma
voor het radiospectrumbeleid. Het
initiatief zal ook consistent zijn met het in 2008 goedgekeurde NWK-pakket
(nieuw wetgevingskader). Dit bestaat uit twee elkaar aanvullende instrumenten:
Verordening (EG) nr. 765/2008 inzake accreditatie en markttoezicht en Besluit
nr. 768/2008/EG betreffende een gemeenschappelijk kader voor het verhandelen
van producten. Het besluit vult de verordening aan. De verordening stelt in
hoofdzaak de verplichtingen voor de lidstaten en hun autoriteiten vast om
ervoor te zorgen dat de producten op hun markt veilig zijn en aan de wettelijke
voorschriften voldoen, terwijl het besluit handelt over de ter zake geldende
verplichtingen voor de marktdeelnemers zoals fabrikanten, importeurs en
distributeurs, alsook de instanties die producten testen en certificeren. De
twee instrumenten zijn dus onlosmakelijk met elkaar verbonden en de
bestanddelen ervan ondersteunen en completeren elkaar onderling. In
tegenstelling tot de verordening heeft het besluit geen directe rechtsgevolgen
voor marktdeelnemers, personen of lidstaten; het bepaalt (in artikel 2) dat van
de bepalingen ervan gebruik dient te worden gemaakt wanneer wetgeving wordt
opgesteld of herzien. 1.6. Duur en financiële gevolgen ¨ Voorstel/initiatief met een beperkte
geldigheidsduur –
¨ Voorstel/initiatief is van kracht vanaf [DD/MM]JJJJ tot en met
[DD/MM]JJJJ –
¨ Financiële gevolgen vanaf JJJJ tot en met JJJJ X¨ Voorstel/initiatief
met een onbeperkte geldigheidsduur –
Uitvoering met een opstartperiode vanaf 2013, –
gevolgd door een volledige uitvoering. 1.7. Beheersvorm(en)[41] 1.8. X¨ Direct gecentraliseerd
beheer door de Commissie ¨ Indirect gecentraliseerd beheer door uitvoeringstaken te delegeren aan: –
¨ uitvoerende agentschappen –
¨ door de Unie opgerichte organen[42] –
¨ nationale publiekrechtelijke organen of organen met een
openbaredienstverleningstaak –
¨ personen aan wie de uitvoering van specifieke acties in het kader van
titel V van het Verdrag betreffende de Europese Unie is toevertrouwd en die
worden genoemd in het betrokken basisbesluit in de zin van artikel 49 van het
Financieel Reglement ¨ Gedeeld beheer met
lidstaten ¨ Gedecentraliseerd beheer met derde landen ¨ Gezamenlijk beheer
met internationale organisaties (geef aan welke) Verstrek, indien meer
dan een beheersvorm is aangekruist, extra informatie onder
"Opmerkingen". Opmerkingen 2. BEHEERSMAATREGELEN 2.1. Regels inzake het toezicht en
de verslagen Vermeld frequentie en
voorwaarden. Volgens
het voorstel zou voor de lidstaten de nieuwe verplichting gelden om
tweejaarlijkse verslagen over de toepassing van de richtlijn bij de Commissie
in te dienen. De verslagen zouden handelen over de uitgevoerde
markttoezichtactiviteiten en informatie verstrekken over het niveau van naleving
van de essentiële eisen van de richtlijn. Nadere
informatie moet worden verzameld via regelmatige gedachtewisselingen in het
kader van het TCAM, het bij de richtlijn opgerichte permanente comité, waarvan
behalve de lidstaten ook vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, Europese
normalisatie-instellingen, aangemelde instanties en consumentenorganisaties
deel uitmaken. De Commissie is voornemens de werking van deze richtlijn te
evalueren en daarover om de vijf jaar verslag uit te brengen aan het Europees
Parlement en de Raad. 2.2. Beheers- en controlesysteem 2.2.1. Mogelijke risico's - De
uiteenlopende tenuitvoerlegging van de herziene richtlijn door de lidstaten zou
een probleem kunnen worden. - De
aan de herziene richtlijn verbonden uitgaven op EU-niveau blijven beperkt tot
menselijke hulpbronnen en eventueel de oprichting van een databank voor de
registratie van sommige categorieën producten voordat zij in de handel worden
gebracht indien na de inwerkingtreding van de herziene richtlijn geen hoog
nalevingsniveau wordt bereikt. 2.2.2. Controlemiddel(en) - Om
de omzetting van de richtlijn op een voor alle lidstaten consistente wijze te
vergemakkelijken is de Commissie, in de lijn van wat de EU-wetgever wil,
voornemens een of meer workshops met de verantwoordelijke nationale ministeries
te organiseren in de periode die is vastgesteld voor de omzetting van de
richtlijn door de lidstaten. - De
eventuele oprichting van een databank voor de registratie van producten,
waarvan de kosten op 300 000 EUR worden geraamd, zou het voorwerp uitmaken
van een aanbesteding volgens de regels van het Financieel Reglement. 2.3. Maatregelen ter voorkoming
van fraude en onregelmatigheden Vermeld de bestaande
en geplande preventie- en beschermingsmaatregelen. - Geen
specifieke maatregelen behalve de toepassing van het Financieel Reglement 3. GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET
VOORSTEL/INITIATIEF 3.1. Rubriek(en) van het
meerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor
uitgaven · Bestaande begrotingsonderdelen voor uitgaven Rubriek van het meerjarige financiële kader || Begrotingsonderdeel || Soort krediet || Bijdrage Nummer [Omschrijving ……………...……….] || GK/ NGK[43] || van EVA-landen[44] || van kandidaat-lidstaten[45] || van derde landen || in de zin van artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement 1a. Concurrentievermogen voor groei en werkgelegenheid || 02.03.01, Werking en ontwikkeling van de interne markt, met name op het gebied van kennisgeving, certificering en sectorale harmonisatie || GK || NEE || NEE || NEE || NEE · Te creëren nieuwe begrotingsonderdelen: NEE In volgorde van de rubrieken van het meerjarige
financiële kader en de begrotingsonderdelen Rubriek van het meerjarige financiële kader || Begrotingsonderdeel || Soort krediet || Bijdrage Nummer [Omschrijving ……………………………..] || GK/NGK || van EVA-landen || van kandidaat-lidstaten || van derde landen || in de zin van artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement || [XX.YY.YY.YY] || || JA/NEE || JA/NEE || JA/NEE || JA/NEE 3.2. Geraamde gevolgen voor de
uitgaven 3.2.1. Samenvatting van de geraamde
gevolgen voor de uitgaven (miljoen EUR, tot op 3 decimalen) Rubriek van het meerjarige financiële kader || Nummer || 1a. Concurrentievermogen voor groei en werkgelegenheid DG: ENTR || || || Jaar N[46] || Jaar N+1 || Jaar N+2 || Jaar N+3 || … invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) || TOTAAL Beleidskredieten || || || || || || || || 02.03.01, Werking en ontwikkeling van de interne markt, met name op het gebied van kennisgeving, certificering en sectorale harmonisatie || Vastleggingen || (1) || 0 || 0 || 0 || 0,3 || 0,03 || 0,03 || 0,03 || Voorstel met een onbeperkte geldigheidsduur Betalingen || (2) || 0 || 0 || 0 || 0,3 || 0,03 || 0,03 || 0,03 || Voorstel met een onbeperkte geldigheidsduur Nummer begrotingsonderdeel || Vastleggingen || (1a) || || || || || || || || Betalingen || (2a) || || || || || || || || Uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten[47] || || || || || || || || Nummer begrotingsonderdeel || || (3) || || || || || || || || TOTAAL kredieten voor DG ENTR || Vastleggingen || =1+1a +3 || 0 || 0 || 0 || 0,3 || 0,03 || 0,03 || 0,03 || Voorstel met een onbeperkte geldigheidsduur Betalingen || =2+2a +3 || 0 || 0 || 0 || 0,3 || 0,03 || 0,03 || 0,03 || Voorstel met een onbeperkte geldigheidsduur TOTAAL beleidskredieten || Vastleggingen || (4) || || || || || || || || Betalingen || (5) || || || || || || || || TOTAAL uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten || (6) || || || || || || || || TOTAAL kredieten onder RUBRIEK 1a. Concurrentievermogen voor groei en werkgelegenheid van het meerjarige financiële kader || Vastleggingen || =4+ 6 || 0 || 0 || 0 || 0,3 || 0,03 || 0,03 || 0,03 || Voorstel met een onbeperkte geldigheidsduur Betalingen || =5+ 6 || 0 || 0 || 0 || 0,3 || 0,03 || 0,03 || 0,03 || Voorstel met een onbeperkte geldigheidsduur Wanneer het voorstel/initiatief gevolgen heeft voor
meerdere rubrieken: NEE TOTAAL beleidskredieten || Vastleggingen || (4) || || || || || || || || Betalingen || (5) || || || || || || || || TOTAAL uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten || (6) || || || || || || || || TOTAAL kredieten onder de RUBRIEKEN 1 tot en met 4 van het meerjarige financiële kader (referentiebedrag) || Vastleggingen || =4+ 6 || || || || || || || || Betalingen || =5+ 6 || || || || || || || || Rubriek van het meerjarige financiële kader || 5 || "Administratieve uitgaven" || || || Jaar N || Jaar N+1 || Jaar N+2 || Jaar N+3 || … invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) || TOTAAL DG: ENTR || Personele middelen || 0,635 || 0,635 || 0,635 || 0,635 || 0,635 || 0,635 || 0,635 || Voorstel met een onbeperkte geldigheidsduur Andere administratieve uitgaven || 0,092 || 0,092 || 0,092 || 0,092 || 0,092 || 0,092 || 0,092 || Voorstel met een onbeperkte geldigheidsduur TOTAAL DG ENTR || Kredieten || 0,727 || 0,727 || 0,727 || 0,727 || 0,727 || 0,727 || 0,727 || Voorstel met een onbeperkte geldigheidsduur TOTAAL kredieten onder RUBRIEK 5 van het meerjarige financiële kader || (Totaal vastleggingen = Totaal betalingen) || || || || || || || || 3.2.2. Geraamde gevolgen voor de
beleidskredieten –
¨ Voor het voorstel/initiatief zijn geen beleidskredieten nodig –
X¨ Voor het voorstel/initiatief zijn beleidskredieten nodig,
zoals hieronder nader wordt beschreven: Vastleggingskredieten (miljoen EUR, tot op 3
decimalen) Vermeld doelstellingen en outputs ò || || || Jaar N || Jaar N+1 || Jaar N+2 || Jaar N+3 || … invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) || TOTAAL OUTPUTS Soort output[48] || Gem. kosten van de output || Aantal outputs || Kos-ten || Aantal outputs || Kos-ten || Aantal outputs || Kos-ten || Aantal outputs || Kos-ten || Aantal outputs || Kos-ten || Aantal outputs || Kos-ten || Aantal outputs || Kos-ten || To-taal aan-tal out-puts || Totale kosten SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 1: De bestaande internemarktwetgeving voortdurend vernieuwen en zo nodig nieuwe wetgeving of andere maatregelen voorstellen[49] || || || || || || || || || || || || || || || || Oprichting van een IT-databank voor de registratie van producten || || || || || || || || || 1 || 0.3 || || || || || || || || Onderhoud van een IT-databank voor de registratie van producten || || || || || || || || || || || 1 || 0.03 || 1 || 0.03 || 1 || 0.03 || || Voorstel met een onbeperkte geldigheidsduur - Output || || || || || || || || || || || || || || || || || || Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 1 || || || || || || || || || || || || || || || || SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 2… || || || || || || || || || || || || || || || || - Output || || || || || || || || || || || || || || || || || || Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 2 || || || || || || || || || || || || || || || || TOTALE KOSTEN || || || || || || || || 0.3 || || 0.03 || || 0.03 || || 0.03 || || Voorstel met een onbeperkte geldigheidsduur 3.2.3. Geraamde gevolgen voor de
administratieve kredieten 3.2.3.1. Samenvatting –
¨ Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten
nodig –
X¨ Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten
nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven: (miljoen EUR, tot op
3 decimalen) || Jaar N[50] || Jaar N+1 || Jaar N+2 || Jaar N+3 || … invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) || TOTAAL RUBRIEK 5 van het meerjarige financiële kader || || || || || || || || Personele middelen || 0,635 || 0,635 || 0,635 || 0,635 || 0,635 || 0,635 || 0,635 || Voorstel met een onbeperkte geldigheidsduur Andere administratieve uitgaven || 0,092 || 0,092 || 0,092 || 0,092 || 0,092 || 0,092 || 0,092 || Subtotaal RUBRIEK 5 van het meerjarige financiële kader || 0,727 || 0,727 || 0,727 || 0,727 || 0,727 || 0,727 || 0,727 || Voorstel met een onbeperkte geldigheidsduur Buiten RUBRIEK 5[51] van het meerjarige financiële kader || || || || || || || || Personele middelen || || || || || || || || Andere administratieve uitgaven || || || || || || || || Subtotaal buiten RUBRIEK 5 van het meerjarige financiële kader || || || || || || || || TOTAAL || 0,727 || 0,727 || 0,727 || 0,727 || 0,727 || 0,727 || 0,727 || Voorstel met een onbeperkte geldigheidsduur 3.2.3.2. Geraamde personeelsbehoeften –
¨ Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig –
X¨ Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig,
zoals hieronder nader wordt beschreven: Raming in een geheel getal (of met hoogstens 1
decimaal) || Jaar N || Jaar N+1 || Jaar N+2 || Jaar N+3 || … invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) Posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijke functionarissen) 02 01 01 01 (zetel en vertegenwoordigingen van de Commissie) || 5 || 5 || 5 || 5 || 5 || 5 || 5 XX 01 01 02 (delegaties) || || || || || || || XX 01 05 01 (onderzoek door derden) || || || || || || || 10 01 05 01 (eigen onderzoek) || || || || || || || Extern personeel (in voltijdequivalenten VTE)[52] XX 01 02 01 (AC, END, INT van de "totale financiële middelen") || || || || || || || XX 01 02 02 (AC, AL, END, INT en JED in de delegaties) || || || || || || || XX 01 04 jj[53] || - zetel[54] || || || || || || || - delegaties || || || || || || || XX 01 05 02 (AC, END, INT – onderzoek door derden) || || || || || || || 10 01 05 02 (AC, END, INT – eigen onderzoek) || || || || || || || Ander begrotingsonderdeel (te vermelden) || || || || || || || TOTAAL || 5 || 5 || 5 || 5 || 5 || 5 || 5 XX is het
beleidsterrein of de begrotingstitel De benodigde personele
middelen zullen worden gefinancierd uit de middelen die reeds voor het beheer
van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel
aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure
met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen
worden toegewezen. Beschrijving van de
uit te voeren taken Ambtenaren en tijdelijke functionarissen || 1 ambtenaar als deskofficer voor de richtlijn, 3 ambtenaren bevoegd voor specifieke gebieden: juridische kwesties, secretariaat van het permanent comité, communicatie, coördinatie met DG Informatiemaatschappij t.a.v. het spectrumbeleid, beoordeling van de kennisgevingen van de lidstaten betreffende relevante technische voorschriften, coördinatie van de handhaving door de markttoezichtautoriteiten, doorlichting van de wetgeving door de kandidaat-lidstaten van de EU/met de EU geassocieerde landen, ondersteuning van DG Handel bij onderhandelingen met derde landen - 1 ambtenaar als secretaris van het team, tevens bevoegd voor de logistiek Extern personeel || 3.2.4. Verenigbaarheid met het
huidige meerjarige financiële kader –
X¨ Het voorstel/initiatief is verenigbaar met het huidige
meerjarige financiële kader: alle maatregelen of acties in deze richtlijn zijn
consistent en verenigbaar met het huidige en het volgende meerjarige financiële
kader (2014 tot en met 2020), zoals voorgesteld door de Commissie. –
¨ Het voorstel/initiatief vergt herprogrammering van de betrokken
rubriek van het meerjarige financiële kader. Zet uiteen welke herprogrammering nodig is, onder
vermelding van de betrokken begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen. –
¨ Het voorstel/initiatief vergt toepassing van het flexibiliteitsinstrument
of herziening van het meerjarige financiële kader[55]. Zet uiteen wat nodig is, onder vermelding van de
betrokken rubrieken en begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen. 3.2.5. Bijdrage van derden aan de
financiering –
X Het voorstel/initiatief voorziet niet in
medefinanciering door derden. –
Het voorstel/initiatief voorziet in
medefinanciering, zoals hieronder wordt geraamd: Kredieten (miljoen EUR, tot op 3 decimalen) || Jaar N || Jaar N+1 || Jaar N+2 || Jaar N+3 || … invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) || Totaal Medefinancieringsbron || || || || || || || || TOTAAL medegefinancierde kredieten || || || || || || || || 3.3. Geraamde gevolgen voor de
ontvangsten –
X¨ Het voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor
de ontvangsten. –
¨ Het voorstel/initiatief heeft de hieronder beschreven financiële
gevolgen: ·
¨ voor de eigen middelen; ·
¨ voor de diverse ontvangsten. (miljoen EUR, tot op 3 decimalen) Begrotingsonderdeel voor ontvangsten: || Voor het lopende begrotingsjaar beschikbare kredieten || Gevolgen van het voorstel/initiatief[56] Jaar N || Jaar N+1 || Jaar N+2 || Jaar N+3 || … invullen: zoveel kolommen als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) Artikel …………. || || || || || || || || Voor de diverse
ontvangsten die worden "toegewezen", vermeld het (de)
betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven. Vermeld de wijze van
berekening van de gevolgen voor de ontvangsten. [1] Tweede voortgangsverslag over de werking van de
R&TTE-richtlijn, COM(2010) 43 definitief van 9.2.2010. [2] Beschikking 676/2002/EG van het Europees Parlement en de
Raad van 7 maart 2002 inzake een regelgevingskader voor het radiospectrumbeleid
in de Europese Gemeenschap. [3] Richtlijn 2002/95/EG betreffende beperking van het
gebruik van gevaarlijke stoffen. [4] Richtlijn 2002/96/EG betreffende afgedankte elektrische
en elektronische apparatuur. [5] Richtlijn 2006/66/EG inzake batterijen en accu's, alsook
afgedankte batterijen en accu's. [6] Richtlijn 2009/125/EG betreffende de totstandbrenging
van een kader voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor
energiegerelateerde producten. [7] Besluit 243/2012/EU van het Europees Parlement en de
Raad van 14 maart 2012 tot vaststelling van een meerjarenprogramma voor het
radiospectrumbeleid. [8] Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de
Raad van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor
elektronische-communicatienetwerken en -diensten (Kaderrichtlijn). [9] Richtlijn 2002/20/EG van het Europees Parlement en de
Raad van 7 maart 2002 betreffende de machtiging voor
elektronische-communicatienetwerken en -diensten (Machtigingsrichtlijn). [10] Beschikking 676/2002/EG van het Europees Parlement en de
Raad van 7 maart 2002 inzake een regelgevingskader voor het radiospectrumbeleid
in de Europese Gemeenschap (Radiospectrumbeschikking). [11] http://ec.europa.eu/governance/better_regulation/key_docs_en.htm#_br [12] http://ec.europa.eu/research/innovation-union/index_en.cfm,
COM(2010) 546 definitief, Europa 2020-kerninitiatief – Innovatie-Unie [13] Besluit 243/2012/EU van het Europees Parlement en de Raad
van 14 maart 2012 tot vaststelling van een meerjarenprogramma voor het
radiospectrumbeleid. [14] Verslag van de Commissie aan de Raad en het Europees
Parlement. Tweede voortgangsverslag over de werking van Richtlijn 1999/5/EG betreffende
radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur en de wederzijdse erkenning
van hun conformiteit. [COM(2010) 43 definitief – Niet bekendgemaakt
in het Publicatieblad] –
http://ec.europa.eu/enterprise/sectors/rtte/documents/legislation/review/index_en.htm#h2-2 [15] Samenvatting van de in 2010 gehouden openbare raadpleging
over het effect van in overweging genomen opties voor de herziening van de
R&TTE-richtlijn. Mei 2011.
http://ec.europa.eu/enterprise/sectors/rtte/public-consultation/files-public-consultation/summary-2010-pc_en.pdf [16] Impact Assessment concerning a proposed mandatory
registration system in the scope of Directive 1999/5/EC FINAL REPORT 5.10.2009.
Technopolis Group –
http://ec.europa.eu/enterprise/sectors/rtte/files/technop-ia-radio-finrep_en.pdf [17] Richtlijn 2004/108/EG van het Europees Parlement en de
Raad van 15 december 2004 betreffende de onderlinge aanpassing van de
wetgevingen van de lidstaten inzake elektromagnetische compatibiliteit en tot
intrekking van Richtlijn 89/336/EEG. [18] Richtlijn 2006/95/EG van het Europees Parlement en de Raad
van 12 december 2006 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke
voorschriften der lidstaten inzake elektrisch materiaal bestemd voor gebruik
binnen bepaalde spanningsgrenzen. [19] Richtlijn 2001/95/EG van het Europees Parlement en de Raad
van 3 december 2001 inzake algemene productveiligheid. [20] Richtlijn 2008/63/EG van 20 juni 2008 betreffende de
mededinging op de markten van telecommunicatie-eindapparatuur. [21] [22] [23] PB L 91 van 7.4.1999, blz. 10. [24] PB L 218 van 13.8.2008, blz. 30. [25] PB L 218 van 13.8.2008, blz. 82. [26] PB L 374 van 27.12.2006, blz. 10. [27] PB L 390 van 31.12.2004, blz. 24. [28] PB L 162 van 21.6.2008, blz. 20. [29] PB L 204 van 21.7.1998, blz. 37. [30] PB L 108 van 24.4.2002, blz. 1. [31] PB L 129 van 17.5.2007, blz. 67. [32] PB L […] van […], blz. […]. [33] PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13. [34] PB L 108 van 24.4.2002, blz. 33. [35] PB L […] van […], blz. […]. [36] PB L 46 van 17.2.1997, blz. 25. [37] PB L 79 van 19.3.2008, blz. 1. [38] ABM: Activity Based Management – ABB: Activity Based
Budgeting. [39] In de zin van artikel 49, lid 6, onder a)
of b), van het Financieel Reglement. [40] Tweede voortgangsverslag over de werking van de
R&TTE-richtlijn, COM(2010) 43 definitief van 9.2.2010. [41] Nadere gegevens over de beheersvormen en verwijzingen naar
het Financieel Reglement zijn beschikbaar op BudgWeb: http://www.cc.cec/budg/man/budgmanag/budgmanag_en.html [42] In de zin van artikel 185 van het Financieel
Reglement. [43] GK = gesplitste kredieten/NGK = niet-gesplitste kredieten. [44] EVA: Europese Vrijhandelsassociatie. [45] Kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, potentiële
kandidaat-lidstaten van de Westelijke Balkan. [46] Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het
voorstel/initiatief wordt begonnen. [47] Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter
ondersteuning van de uitvoering van programma's en/of acties van de EU
(vroegere "BA"-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek. [48] Outputs zijn de te verstrekken producten en diensten (bv.
aantal gefinancierde studentenuitwisselingen, aantal km aangelegde wegen,
enz.). [49] Zoals beschreven in punt 1.4.2. "Specifieke
doelstelling(en)…". [50] Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het
voorstel/initiatief wordt begonnen. [51] Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter
ondersteuning van de uitvoering van programma's en/of acties van de EU
(vroegere "BA"-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek. [52] AC = Agent Contractuel (arbeidscontractant); AL = Agent
Local (plaatselijk functionaris); END= Expert National Détaché (gedetacheerd
nationaal deskundige); INT= Intérimaire (uitzendkracht); JED= Jeune Expert en
Délégation (jonge deskundige in delegaties). [53] Onder het maximum voor extern personeel uit
beleidskredieten (vroegere "BA"-onderdelen). [54] Vooral voor structuurfondsen, Europees Landbouwfonds voor
Plattelandsontwikkeling (Elfpo) en Europees Visserijfonds (EVF). [55] Zie de punten 19 en 24 van het Interinstitutioneel
Akkoord. [56] Voor traditionele eigen middelen (douanerechten en
suikerheffingen) moeten nettobedragen worden vermeld, d.w.z. na aftrek van
25 % aan inningskosten.