This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52012PC0519
Proposal for a COUNCIL REGULATION on the allocation of the fishing opportunities under the Protocol agreed between the European Union and the Republic of Madagascar setting out fishing opportunities and the financial contribution provided for in the Fisheries Partnership Agreement between the two parties currently in force
Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende de verdeling van de vangstmogelijkheden krachtens het tussen de Europese Unie en de Republiek Madagaskar overeengekomen protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst in de visserijsector tussen beide partijen
Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende de verdeling van de vangstmogelijkheden krachtens het tussen de Europese Unie en de Republiek Madagaskar overeengekomen protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst in de visserijsector tussen beide partijen
/* COM/2012/0519 final - 2012/0248 (NLE) */
Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende de verdeling van de vangstmogelijkheden krachtens het tussen de Europese Unie en de Republiek Madagaskar overeengekomen protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst in de visserijsector tussen beide partijen /* COM/2012/0519 final - 2012/0248 (NLE) */
TOELICHTING 1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL Op basis van het
mandaat van de Raad[1]
heeft de Europese Commissie met de Republiek Madagaskar onderhandeld met het
oog op de verlenging van het protocol bij de partnerschapsovereenkomst in de
visserijsector tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Madagaskar. Ter
afronding van deze onderhandelingen is op 10 mei 2012 een nieuw protocol
geparafeerd. Het nieuwe protocol bestrijkt een periode van twee jaar vanaf de
datum van ondertekening ervan. Meer bepaald voorziet het protocol in
vangstmogelijkheden voor in totaal 96 vaartuigen: 40 vaartuigen voor de tonijnvisserij met de
zegen, 34 vaartuigen voor de visserij met de
drijvende beug, met een tonnage van meer dan 100 GT, 22 vaartuigen voor de visserij met de drijvende
beug, met een tonnage van 100 GT of minder. Er dient te worden bepaald hoe deze
vangstmogelijkheden over de lidstaten moeten worden verdeeld. De Commissie stelt de Raad voor om deze
verordening op die basis vast te stellen. 2. RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING
VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING Vóór de onderhandelingen zijn de lidstaten
geraadpleegd in het kader van de Raadswerkgroep visserij en in het kader van
technische vergaderingen. Uit deze raadplegingen is gebleken dat een visserijprotocol
met Madagaskar behouden moet blijven. Bovendien heeft de Commissie zich tevens
gebaseerd op de resultaten van een evaluatie achteraf die door onafhankelijke
externe deskundigen is uitgevoerd en in november 2011 is afgerond. 3. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET
VOORSTEL Het nieuwe
protocol bij de partnerschapsovereenkomst is aan de Raad overgelegd met het oog
op de goedkeuring van de ondertekening en de voorlopige toepassing ervan. Het
is tevens aan de Raad en het Europees Parlement overgelegd met het oog op de
sluiting ervan. 2012/0248 (NLE) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende de verdeling van de
vangstmogelijkheden krachtens het tussen de Europese Unie en de Republiek
Madagaskar overeengekomen protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden
en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de
partnerschapsovereenkomst in de visserijsector tussen beide partijen DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 3, Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Overwegende hetgeen volgt: (1) Op 15 november 2007 heeft de
Raad Verordening (EG) nr. 31/2008 betreffende de sluiting van een
partnerschapsovereenkomst in de visserijsector tussen de Europese Gemeenschap
en de Republiek Madagaskar goedgekeurd (hierna "de
partnerschapsovereenkomst" genoemd). (2) Op 10 mei 2012 is een nieuw
protocol bij de partnerschapsovereenkomst geparafeerd (hierna "het nieuwe
protocol" genoemd). Krachtens het nieuwe protocol worden aan de vaartuigen
van de Unie vangstmogelijkheden geboden in de wateren waarover Madagaskar de
soevereiniteit of de jurisdictie voor visserijaangelegenheden heeft. (3) Op […] heeft de Raad Besluit
2012/…/EU[2]
betreffende de ondertekening en de voorlopige toepassing van het nieuwe
protocol vastgesteld. (4) Er dient te worden bepaald
hoe de vangstmogelijkheden tijdens de periode van toepassing van het nieuwe
protocol over de lidstaten moeten worden verdeeld. (5) Overeenkomstig artikel 10,
lid 1, van Verordening (EG) nr. 1006/2008 van de Raad van 29 september 2008
betreffende machtigingen voor visserijactiviteiten van communautaire
vissersvaartuigen buiten de communautaire wateren en de toegang van vaartuigen
van derde landen tot de communautaire wateren[3]
brengt de Commissie de betrokken lidstaten op de hoogte wanneer blijkt dat de
vangstmogelijkheden die krachtens het nieuwe protocol aan de Unie zijn
toegewezen, niet volledig worden benut. Als niet wordt geantwoord binnen een
door de Raad vast te stellen termijn, wordt dit beschouwd als een bevestiging
dat de vaartuigen van de betrokken lidstaat hun vangstmogelijkheden in de
gegeven periode niet volledig benutten. Die termijn dient te worden
vastgesteld. (6) Aangezien het vigerende
protocol op 31 december 2012 verstrijkt, dient de onderhavige verordening van
toepassing te zijn met ingang van de datum van ondertekening van het nieuwe
protocol, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING
VASTGESTELD: Artikel 1 1.
De vangstmogelijkheden die zijn vastgesteld
krachtens het tussen de Europese Unie en de Republiek Madagaskar overeengekomen
protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële
tegenprestatie waarin is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst in de
visserijsector tussen beide partijen (hierna "het protocol" genoemd)
worden als volgt over de lidstaten verdeeld: Vaartuigtype || Lidstaat || Vangstmogelijkheden Vaartuigen voor de visserij met de zegen || Spanje || 21 Frankrijk || 18 Italië || 1 Totaal aantal vaartuigen voor de visserij met de zegen || 40 Vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug van meer dan 100 GT || Spanje || 17 Frankrijk || 9 Portugal || 5 Verenigd Koninkrijk || 3 Totaal aantal vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug van meer dan 100 GT || 34 Vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug van maximaal 100 GT || Frankrijk || 22 Totaal aantal vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug van maximaal 100 GT || 22 2. Verordening (EG) nr.
1006/2008 is van toepassing onverminderd de partnerschapsovereenkomst in de
visserijsector tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Madagaskar. 3. Als met de
vismachtigingsaanvragen van de in lid 1 vermelde lidstaten niet alle krachtens
het protocol vastgestelde vangstmogelijkheden worden benut, neemt de Commissie
overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1006/2008
vismachtigingsaanvragen van andere lidstaten in overweging. 4. De in artikel 10, lid 1, van
Verordening (EG) nr. 1006/2008 bedoelde termijn waarbinnen de lidstaten moeten
bevestigen dat zij niet volledig gebruik maken van de krachtens de overeenkomst
toegewezen vangstmogelijkheden, bedraagt tien werkdagen met ingang van de datum
waarop de Commissie deze lidstaten heeft meegedeeld dat de vangstmogelijkheden
niet volledig zijn benut. Artikel 2 Deze verordening treedt in werking op de dag na
die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van de datum
van ondertekening van het nieuwe protocol, maar niet eerder dan met ingang van
1 januari 2013. Deze verordening is verbindend in al haar
onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, Voor
de Raad De
voorzitter [1] Op 24 april 2012 aangenomen door de Raad Algemene Zaken.
[2] PB C … van …, blz. * [3] PB L 286 van 29.10.2008, blz. 33.