EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52012PC0518
Proposal for a COUNCIL DECISION on the conclusion of a Protocol to the Partnership and Cooperation Agreement between the European Communities and their Member States, of the one part, and the Republic of Armenia, of the other part, on a Framework Agreement between the European Union and the Republic of Armenia on the general principles for the participation of the Republic of Armenia in Union programmes
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van een protocol bij de overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Armenië, anderzijds, inzake een kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Armenië over de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek Armenië aan EU-programma's
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van een protocol bij de overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Armenië, anderzijds, inzake een kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Armenië over de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek Armenië aan EU-programma's
/* COM/2012/0518 final - 2012/0247 (NLE) */
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van een protocol bij de overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Armenië, anderzijds, inzake een kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Armenië over de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek Armenië aan EU-programma's /* COM/2012/0518 final - 2012/0247 (NLE) */
TOELICHTING De geleidelijke openstelling van bepaalde
EU-programma’s en -agentschappen voor de deelname van partnerlanden in het
kader van het Europees nabuurschapsbeleid is een van de vele maatregelen om
hervorming, modernisering en overgang in de buurlanden van de Europese Unie te
bevorderen. De Commissie heeft dit aspect van het beleid uitvoeriger
uiteengezet in haar mededeling van december 2006 over de algemene aanpak om de
ENB-partnerlanden te laten deelnemen aan communautaire agentschappen en programma’s.[1] De Raad heeft deze aanpak op 5 maart 2007
goedgekeurd[2].
Op basis van de mededeling van de Commissie en
van zijn conclusies heeft de Raad op 18 juni 2007 de Commissie
richtsnoeren gegeven om met Algerije, Armenië, Azerbeidzjan, Egypte, Georgië, Israël,
Jordanië, Libanon, Marokko, Moldavië, Oekraïne, de Palestijnse Autoriteit en
Tunesië te onderhandelen over kaderovereenkomsten over de algemene beginselen
voor de deelname van die landen aan communautaire programma’s[3]. De Europese Raad van juni 2007[4] heeft opnieuw bevestigd dat het
Europees nabuurschapsbeleid van cruciaal belang is en zijn goedkeuring gehecht
aan een voortgangsverslag van het voorzitterschap[5], dat aan de Raad Algemene Zaken
en Externe Betrekkingen van 18 en 19 juni 2007 was voorgelegd, en aan de
daarmee verband houdende conclusies van de Raad[6].
In het verslag wordt verwezen naar de richtsnoeren van de Raad voor
onderhandelingen over de desbetreffende aanvullende protocollen. In de gezamenlijke
mededeling van de Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Europese Unie
voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid, getiteld "Inspelen op de
veranderingen in onze buurlanden"[7],
die werd bekrachtigd door de conclusies van de Raad van 20 juni 2011, wordt
voorts benadrukt dat de EU de deelname van partnerlanden aan EU-programma's
wenst te bevorderen. Momenteel zijn er
protocollen ondertekend met Israël[8],
Marokko[9],
Moldavië[10]
en Oekraïne[11].
Er is ook onderhandeld over een protocol met Jordanië, dat echter nog niet is
ondertekend. In april 2012
heeft Armenië zijn belangstelling kenbaar gemaakt om deel te nemen aan het
ruime aanbod van programma's die openstaan voor partnerlanden van het Europees
nabuurschapsbeleid. De tekst van het protocol waarover met Armenië is
onderhandeld, is als bijlage opgenomen. De Commissie dient hierbij een voorstel in
voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van het protocol. Dit
protocol omvat een kaderovereenkomst over de algemene beginselen voor de
deelname van Armenië aan EU-programma’s. De overeenkomst omvat
standaardbepalingen die gelden voor alle ENB-partnerlanden waarmee dergelijke
protocollen zullen worden gesloten. Overeenkomstig artikel 218, lid 6, onder a),
van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie zal het Europees
Parlement worden gevraagd de sluiting van dit protocol goed te keuren. Tegelijkertijd dient de Commissie een voorstel
in voor een besluit van de Raad betreffende de ondertekening van het protocol. De Raad wordt verzocht het aangehecht voorstel
voor een besluit goed te keuren. 2012/0247 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van een protocol bij
de overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese
Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Armenië, anderzijds,
inzake een kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Armenië
over de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek Armenië aan
EU-programma's DE RAAD VAN
DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, en met name de artikelen 114, 168, 169 en 172,
artikel 173, lid 3, en de artikelen 188 en 192, in samenhang met
artikel 218, lid 6, onder a), Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Gezien de goedkeuring door het Europees
Parlement, Overwegende hetgeen volgt: (1) Het protocol bij de
overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese
Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Armenië,
anderzijds, inzake een kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek
Armenië over de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek Armenië
aan EU-programma’s (hierna “het protocol” genoemd) is namens de Unie op […]
ondertekend. (2) Het protocol dient te worden goedgekeurd, HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1 Het protocol bij
de overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese
Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Armenië,
anderzijds, inzake een kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en de
Republiek Armenië over de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek
Armenië aan EU-programma’s (hierna “het protocol” genoemd) wordt namens de Unie
goedgekeurd[12].
De tekst van het
protocol is aan dit besluit gehecht. Artikel 2 De voorzitter van de Raad verricht namens de
Unie de kennisgeving bedoeld in artikel 10 van het protocol[13]. Artikel 3 Dit besluit treedt in werking op de datum
waarop het wordt vastgesteld. Gedaan te , Voor
de Raad De
voorzitter PROTOCOL bij de overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de
Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Armenië,
anderzijds, inzake een kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en de
Republiek Armenië over de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek
Armenië aan EU-programma's DE EUROPESE UNIE,
hierna “de Unie” genoemd, enerzijds, en de Republiek
Armenië, hierna “Armenië” genoemd, anderzijds, hierna “de
partijen” genoemd, Overwegende
hetgeen volgt: (1) Armenië heeft een
overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese
Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Armenië,
anderzijds, gesloten (hierna “de overeenkomst” genoemd), die op 1 juli 1999 in
werking is getreden. (2) De Europese Raad van Brussel
van 17 en 18 juni 2004 heeft zijn tevredenheid uitgesproken over de voorstellen
van de Commissie voor een Europees nabuurschapsbeleid (ENB) en zijn goedkeuring
gehecht aan de conclusies van de Raad van 14 juni 2004. (3) In zijn conclusies heeft de
Raad herhaaldelijk blijk gegeven van zijn instemming met dit beleid. (4) De Raad heeft op 5 maart 2007
zijn steun betuigd aan de algemene en alomvattende aanpak die is uiteengezet in
de mededeling van de Europese Commissie van 4 december 2006, die tot doel heeft
de ENB-partnerlanden, naargelang van hun verdiensten en voor zover de
rechtsgrondslagen het mogelijk maken, aan communautaire agentschappen en
programma’s te laten deelnemen. (5) Armenië heeft de wens geuit
aan een aantal EU-programma's deel te nemen. (6) De specifieke voorwaarden
betreffende de deelname van Armenië aan de verschillende programma’s, met name
de financiële bijdrage en de rapportage- en evaluatieprocedures, worden
vastgesteld in een memorandum van overeenstemming tussen de Europese Commissie
en de bevoegde autoriteiten van Armenië, ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN: Artikel 1 Armenië mag
deelnemen alle huidige en toekomstige programma’s van de Unie die
overeenkomstig de bepalingen tot vaststelling van die programma’s voor het land
openstaan. Artikel 2 Armenië verstrekt
een financiële bijdrage aan de algemene begroting van de Europese Unie in
overeenstemming met de specifieke programma’s waaraan het deelneemt. Artikel 3 Vertegenwoordigers
van Armenië mogen als waarnemers de vergaderingen bijwonen van de
beheerscomités die belast zijn met het toezicht op de programma’s waaraan
Armenië een financiële bijdrage levert, voor zover deze betrekking hebben op
onderwerpen die Armenië aangaan. Artikel 4 Ten aanzien van
projecten en initiatieven die door deelnemers uit Armenië worden ingediend,
gelden in het kader van de betrokken programma’s voor zover mogelijk dezelfde
voorwaarden, regels en procedures als voor de lidstaten. Artikel 5 De specifieke
voorwaarden betreffende de deelname van Armenië aan de verschillende
programma’s, met name de financiële bijdrage en de rapportage- en
evaluatieprocedures, worden vastgesteld in een memorandum van overeenstemming
tussen de Europese Commissie en de bevoegde autoriteiten van Armenië, op grond
van de criteria die door deze programma's zijn bepaald. Als Armenië op
grond van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1638/2006 van het Europees
Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 houdende algemene bepalingen tot
invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument of van een
soortgelijke toekomstige verordening betreffende externe bijstand van de Unie
aan Armenië, de Unie om externe bijstand voor deelname aan een bepaald
EU-programma verzoekt, worden de voorwaarden voor het gebruik door Armenië van
de externe bijstand van de Unie in een financieringsovereenkomst vastgesteld,
waarbij met name artikel 20 van Verordening (EG) nr. 1638/2006 in acht
wordt genomen. Artikel 6 In de in artikel 5 bedoelde memoranda van overeenstemming wordt
overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni
2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting
van de Europese Gemeenschappen bepaald dat financiële controles of audits en
andere controles, zoals administratieve onderzoeken, worden verricht door of
onder toezicht van de Europese Commissie, het Europees Bureau voor
Fraudebestrijding (OLAF) en de Rekenkamer. Er worden gedetailleerde bepalingen in opgenomen inzake financiële
controle en audits, administratieve maatregelen, sancties en invordering, waarbij
aan de Europese Commissie, OLAF en de Rekenkamer bevoegdheden worden toegekend
die gelijkwaardig zijn met hun bevoegdheden ten aanzien van begunstigden of
contractanten die in de Unie zijn gevestigd. Artikel 7 Dit protocol is
van toepassing gedurende de looptijd van de overeenkomst. Dit protocol wordt
door de partijen volgens hun eigen procedures ondertekend en goedgekeurd. Elk van beide
partijen kan de overeenkomst opzeggen door schriftelijke kennisgeving aan de
andere partij. Het protocol
verstrijkt zes maanden na de datum van die kennisgeving. Beëindiging van
dit protocol als gevolg van opzegging door een van de partijen is niet van
invloed op de controles die overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 5 en
6 worden uitgevoerd. Artikel 8 Uiterlijk drie jaar
na de inwerkingtreding van dit protocol, en vervolgens iedere drie jaar, kunnen
de partijen de tenuitvoerlegging van het protocol evalueren aan de hand van de
werkelijke deelname van Armenië aan EU-programma’s. Artikel 9 Dit protocol is
van toepassing op enerzijds het grondgebied waar het Verdrag betreffende de
werking van de Europese Unie van toepassing is, overeenkomstig de bepalingen
van dat Verdrag, en anderzijds het grondgebied van Armenië. Artikel 10 Dit protocol
treedt in werking op de eerste dag van de maand volgend op de datum waarop de
partijen elkaar via diplomatieke kanalen ervan in kennis stellen dat de voor de
inwerkingtreding vereiste procedures zijn voltooid. Artikel 11 Dit protocol maakt integrerend deel uit van de
Overeenkomst. Artikel 12 Dit protocol is
opgesteld in tweevoud in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de
Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Ierse, de Italiaanse,
de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de
Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische, de Zweedse
en de Armeense taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek. Gedaan te Brussel, […]
Voor de Europese Unie
Voor de Republiek Armenië [1] COM(2006) 724 definitief van 4 december 2006. [2] Conclusies van de Raad Algemene Zaken en Externe
Betrekkingen van 5 maart 2007. [3] Besluit van de Raad tot machtiging van de Commissie om
te onderhandelen over protocollen […] (beperkte verspreiding), doc. 10412/07. [4] Conclusies van het voorzitterschap – Brussel, 21 en 22
juni 2007, doc. 11177/07. [5] Voortgangsverslag van het voorzitterschap over de
"Versterking van het Europees Nabuurschapsbeleid", doc. 10874/07. [6] Conclusies over de versterking van het Europees
Nabuurschapsbeleid, op 18 juni 2007 goedgekeurd door de Raad (Algemene Zaken en
Externe Betrekkingen), doc. 11016/07. [7] COM(2011) 303 definitief van 25 mei 2011. [8] PB L 129 van 17.5.2008, blz.1. [9] PB L 273 van 19.10.2010, blz.1. [10] PB L 14 van 19.1.2011, blz. 5, PB L 131 van 18.5.2011,
blz. 1, inwerkingtreding op 1.5.2011. [11] PB L 18 van 21.1.2011, blz. 1, PB L 133 van 20.5.2011,
blz. 1. [12] Het protocol werd gepubliceerd in […] tezamen met het
besluit betreffende de ondertekening. [13] De datum van inwerkingtreding van het protocol zal worden
gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie door het
secretariaat-generaal van de Raad.