EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52012PC0450
Proposal for a DECISION OF THE EUROPEAN PARLIAMENT AND OF THE COUNCIL on the mobilisation of the European Globalisation Adjustment Fund in accordance with point 28 of the Interinstitutional Agreement of 17 May 2006 between the European Parliament, the Council and the Commission on budgetary discipline and sound financial management (application EGF/2011/021 NL/Zalco from the Netherlands)
Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2011/021 NL/Zalco, Nederland)
Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2011/021 NL/Zalco, Nederland)
/* COM/2012/0450 final */
Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2011/021 NL/Zalco, Nederland) /* COM/2012/0450 final */
TOELICHTING Krachtens punt 28 van het Interinstitutioneel
Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie
betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer[1] mag uit het Europees Fonds voor
aanpassing aan de globalisering (EFG) door middel van een
flexibiliteitsmechanisme een jaarlijks maximumbedrag van 500 miljoen EUR boven
het maximum van de betrokken rubrieken van het financieel kader beschikbaar
worden gesteld. De regels die van toepassing zijn op de bijdragen
uit het EFG zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het
Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een
Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering[2]. Op 28 december 2011 heeft Nederland
aanvraag EGF/2011/021 NL/Zalco ingediend voor een financiële bijdrage van
het EFG naar aanleiding van ontslagen bij Zalco Zeeland Aluminium Company NV en
twee van zijn leveranciers (ECL Services Netherlands bv en Start) in Nederland. Na de aanvraag grondig te hebben onderzocht,
heeft de Commissie overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG)
nr. 1927/2006 geconcludeerd dat aan de voorwaarden voor een financiële
bijdrage op grond van deze verordening wordt voldaan. SAMENVATTING VAN DE AANVRAAG EN ANALYSE Belangrijkste gegevens: || EGF-referentienummer || EGF/2011/021 Lidstaat || Nederland Artikel 2 || onder a) Primaire onderneming || Zalco Zeeland Aluminium Company NV Leveranciers en downstreamproducenten || 2 Referentieperiode || 1.12.2011 – 27.12.2011 Startdatum voor de individuele dienstverlening || 2.1.2012 Datum van de aanvraag || 28.12.2011 Ontslagen tijdens de referentieperiode || 616 Ontslagen voor en na de referentieperiode || 0 Totaal aantal ontslagen werknemers dat voor steun in aanmerking komt || 616 Ontslagen werknemers die naar verwachting aan de maatregelen zullen deelnemen || 616 Uitgaven voor individuele dienstverlening (EUR) || 2 185 145 Uitgaven voor de implementatie van het EFG[3] (EUR) || 113 329 % van de uitgaven voor de implementatie van het EFG || 4,93 Totaal budget (EUR) || 2 298 474 EFG-bijdrage (65 %) (EUR) || 1 494 008 1. De aanvraag werd op 28
december 2011 bij de Commissie ingediend; aan de aanvraag werd aanvullende
informatie tot en met 18 juni 2012 toegevoegd. 2. De aanvraag voldoet aan de
voorwaarden voor steunverlening uit het EFG van artikel 2, onder a), van
Verordening (EG) nr. 1927/2006, en werd ingediend binnen de in artikel 5 van
die verordening genoemde termijn van tien weken. Verband tussen de ontslagen en de grote
structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ingevolge de
globalisering of de financiële en economische wereldcrisis 3. Als
bewijs van het verband tussen de ontslagen en de financiële en economische
wereldcrisis voert Nederland aan dat de Europese
aluminiumsector te lijden had onder een plotse daling van de consumentenvraag
(een daling met 25,7 % van het gemiddelde aluminiumverbruik in de EU
tussen 2008 en 2009)[4]. 4. Nederland licht toe dat de
productie van Zalco Zeeland Aluminium Company NV afhing van de bouw- en de
vervoersector (die in 2010 63 % van de belangrijkste eindgebruikersmarkt
voor aluminiumproducten in Europa vertegenwoordigde)[5]. Zalco Zeeland Aluminium
Company NV produceerde hoofdzakelijk voor walserijen en extrusiebedrijven.
Bijna de hele productie van extrusieknuppels werd gebruikt in de bouw- en de
vervoersector, met name in de automobielsector. 5. Nederland argumenteert dat Zalco Zeeland Aluminium Company NV te lijden had onder
de dalende vraag in deze twee sectoren, die te wijten was aan de wereldwijde
financiële en economische crisis. Na vruchteloze pogingen om de problemen te
boven te komen, ging het bedrijf eind 2011 failliet. 6. De
Commissie erkende in haar economisch herstelplan[6] dat in de
EU de vraag in de bouw als gevolg van de crisis ingestort was. De beschikbare
gegevens[7] bevestigen de drastische neergang in de bouwsector, die in de EU‑27 in
acht opeenvolgende kwartalen is gekrompen (Q1/2009 tot en met Q4/2010) in
vergelijking met dezelfde periode van de voorafgaande jaren, voornamelijk als gevolg
van de afname van de particuliere investeringen in de woonsector. 7. De Commissie heeft reeds
erkend dat de financiële crisis die de economische neergang heeft veroorzaakt,
de automobielsector bijzonder hard heeft getroffen, aangezien – afhankelijk van
de lidstaat – 60 tot 80 % van de nieuwe auto's in Europa op krediet wordt
gekocht. Volgens de Europese Federatie van Autoproducenten (ACEA)[8] is de vraag naar nieuwe
motorvoertuigen in de Europese Unie in 2009 met 5,8 % gedaald in vergelijking
met 2008 en met 13,4 % in vergelijking met 2007, het jaar vóór de crisis[9]. De EU volgde dus deze
wereldwijde neerwaartse trend: de vraag naar nieuwe motorvoertuigen daalde met
5,6 % in 2009 in vergelijking met 2008[10].
In reactie op deze daling van de vraag hebben de producenten van
motorvoertuigen hun productie zelfs nog drastischer ingekrompen. In 2009 daalde
de productie van motorvoertuigen in de EU met 17 % in vergelijking met
2008 en met 23 % in vergelijking met 2007[11].
Deze neergaande trend zette zich in 2010 door. De productie van motorvoertuigen
in the EU tijdens de eerste drie kwartalen van 2010 lag 14,6 % onder die
tijdens dezelfde periode in 2008[12]. 8. De argumenten die werden
aangevoerd in eerdere aanvragen[13]
voor de automobielsector, waar de ontslagen een rechtstreeks gevolg van de
crisis waren, blijven gelden. 9. Nederland onderstreept ook
het negatieve effect van de sterke daling van de aluminiumproductie (een daling
van de gemiddelde aluminiumproductie in de EU met 21 % tussen 2008 en
2009)4 op de inkomsten van Zalco Zeeland Aluminium Company NV. 10. In deze context vermelden de
Nederlandse autoriteiten tot slot dat de rechtbank in Middelburg Zalco Zeeland
Aluminium Company NV op 13 december 2011 failliet heeft verklaard. Bewijsstukken voor het aantal ontslagen
en naleving van de criteria van artikel 2, onder a) 11. De aanvraag werd door
Nederland ingediend in het kader van het criterium voor steunverlening van
artikel 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 1927/2006, op grond waarvan ten
minste 500 gedwongen ontslagen moeten plaatsvinden binnen een periode van 4
maanden in een onderneming in een lidstaat, met inbegrip van de ontslagen bij
leveranciers en downstreamproducenten. 12. In de aanvraag wordt melding
gemaakt van in totaal 616 gedwongen ontslagen (478 bij Zalco Zeeland Aluminium
Company NV, 18 bij zijn leverancier ECL Services Netherlands bv en 120 bij
Start) tijdens de korte referentieperiode van 1 tot en met
27 december 2011. Deze ontslagen werden als volgt berekend: voor
Zalco Zeeland Aluminium Company NV in overeenstemming met artikel 2, tweede
alinea, derde streepje, van Verordening (EG) nr. 1927/2006, voor ECL Services
Netherlands bv in overeenstemming met het eerste streepje en voor Start in
overeenstemming met het tweede streepje. Het onvoorziene karakter van deze
ontslagen 13. De Nederlandse autoriteiten
argumenteren dat de internationale context niet gunstig was voor Zalco Zeeland
Aluminium Company NV en onverwachte gevolgen had voor zijn inkomsten. 14. Zalco Zeeland Aluminium
Company NV had reeds vruchteloze pogingen ondernomen om de gevolgen van de
wereldwijde financiële en economische crisis te beperken door zijn
productieproces de laatste drie jaar aan te passen (in 2009 legde het bedrijf
256 van zijn 592 industriële ovens stil; in het eerste kwartaal van 2011
startte het er 192 weer op). 15. Zalco Zeeland Aluminium
Company NV leed onder de stijgende energiekosten (met name tussen april 2010 en
oktober 2011). De sluiting van kerncentrales in Duitsland na de kernramp in
Japan droeg er eveneens toe bij dat de productiekosten van Zalco Zeeland
Aluminium Company NV (waarvan 42 % energiekosten zijn) verder bleven
stijgen. Energieprijs
Zalco Zeeland Aluminium Company NV (EUR / Mwh) De bedrijven waar de ontslagen vallen,
en de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd 16. De aanvraag betreft 616
ontslagen: 478 bij Zalco Zeeland Aluminium Company NV, 18 bij zijn leverancier
ECL Services Netherlands bv en 120 bij zijn leverancier Start. Verwacht wordt
dat alle werknemers aan de maatregelen zullen deelnemen. 17. Uitsplitsing van de
werknemers: Categorie || Aantal || Percentage Mannen || 593 || 96,27 Vrouwen || 23 || 3,73 EU-burgers || 616 || 100,00 Niet-EU-burgers || 0 || 0,00 15-24 jaar || 25 || 4,06 25-54 jaar || 387 || 62,82 55-64 jaar || 115 || 18,67 Ouder dan 64 jaar || 89 || 14,45 18. Van de werknemers voor wie
steun wordt aangevraagd hebben er 27 langdurige gezondheidsproblemen of een
handicap. 19. Uitsplitsing per
beroepscategorie: Categorie || Aantal || Percentage Leidinggevende functies || 13 || 2,11 Intellectuele, wetenschappelijke en artistieke beroepen || 32 || 5,19 Technici || 273 || 44,32 Administratief personeel || 8 || 1,30 Dienstverlenende en commerciële functies || 5 || 0,81 Bedieningspersoneel van installaties en machines, assembleurs || 262 || 42,53 Lagere beroepen || 23 || 3,73 20. Overeenkomstig artikel 7 van
Verordening (EG) nr. 1927/2006 heeft Nederland bevestigd dat een beleid van
gelijkheid van mannen en vrouwen en non-discriminatie is toegepast en ook
verder zal worden toegepast in de verschillende stadia van de implementatie van
het EFG, en in het bijzonder bij de toegang ertoe. Beschrijving van het betrokken gebied,
de autoriteiten ervan en andere belanghebbenden 21. De ontslagen zijn gevallen in
de NUTS II-regio Zeeland, een provincie in het zuidwesten van Nederland.
Zeeland grenst aan de Nederlandse provincies Zuid‑Holland en Noord-Brabant en
de Belgische provincies West-Vlaanderen, Oost‑Vlaanderen en Antwerpen. Zeeland
telt 381 730 inwoners (30 september 2011). Zeeland kan als een kleine
arbeidsmarkt worden beschouwd: de perifere ligging binnen Nederland, de
situatie als grensregio met grote gebieden onder water, en de relatieve
uitgestrektheid van Zeeland met zijn eilandstructuur, resulteren in een vrij
beperkte toegankelijkheid en mobiliteit. 22. De belangrijkste belanghebbenden
zijn UWV Werkbedrijf, de kennisinstellingen ROC Zeeland en Hogeschool Zeeland,
de werkgeversorganisatie voor grote ondernemingen Brabants Zeeuwse Werkgevers
(BZW), de werkgeversorganisatie voor kleine en middelgrote ondernemingen MKB
Zeeland, de vakbonden FNV Bondgenoten en CNV Vakmensen, de Vereniging van
Zeeuwse Gemeenten, de opleidingsfondsen, en de provincie Zeeland. Verwachte gevolgen van de ontslagen voor
de plaatselijke, regionale of nationale werkgelegenheid 23. De ontslagen werknemers leven
in relatief kleine steden (tot ongeveer 50 000 inwoners). De ontslagen
zullen dan ook een merkbare lokale impact hebben. 24. De werkloosheid op de
regionale arbeidsmarkt zal aanzienlijk stijgen omdat het aantal vacatures reeds
beperkt is en naar verwachting zal blijven dalen. Er zijn veel werkzoekenden in
de regio in vergelijking met het aantal vacatures (in november 2011 waren er in
Zeeland in totaal 7 342 werklozen en slechts 585 vacatures). 25. De sociale partners verwachten
dat andere werknemers bij leveranciers of afnemers mogelijk worden ontslagen
als rechtstreeks gevolg van het faillissement van Zalco Zeeland Aluminium
Company NV. Gecoördineerd pakket van individuele
dienstverlening waarvoor financiering wordt aangevraagd, gespecificeerde
kostenraming en complementariteit met door de structuurfondsen gefinancierde
acties 26. De volgende maatregelen worden
voorgesteld; samen vormen deze een gecoördineerd pakket van individuele
dienstverlening met het oog op de herintreding van de werknemers op de arbeidsmarkt. –
Individuele trajectbegeleiding (Personal Intake). Deze activiteit ging van start met een algemene vergadering over het
faillissement, die werd gevolgd door 14 workshops van algemene aard in januari
2012, die toegankelijk waren voor alle ontslagen werknemers en tot doel hadden
een persoonlijk opleidings- en vaardigheidsprofiel van de werknemers op te
stellen en hun vaardigheden te certificeren. Advies over onderwijs- of
opleidingsmaatregelen maakt deel uit van de individuele trajectbegeleiding om de
werkzoekende ertoe aan te moedigen competenter te worden op de arbeidsmarkt. De
beschikbaarheid en het potentiële gebruik van de andere instrumenten in de
diensten van het Mobiliteitscentrum Zalco worden in het kader van deze
maatregel eveneens besproken. Er vinden bijvoorbeeld workshops plaats die
gewijd zijn aan sollicitatietraining, zelfstandig ondernemen, advies over het
verwerven van vaardigheden om werk te vinden enz. De begeleiding wordt
genoteerd in een intakeformulier en een digitaal verslag wanneer de maatregel
afloopt. Deze zullen zowel de werkzoekende als het begeleidend personeel
nuttige inzichten verschaffen. –
Loopbaanbegeleiding/evaluatie. Deze maatregel zal de kennis en de vaardigheden van de ontslagen
werknemers door middel van het ervaringscertificaat (ECV)[14] in kaart brengen en tegen de
behoeften van de arbeidsmarkt afwegen. Een ECV-procedure leidt tot een
"ervaringscertificaat", waarin staat wat iemand weet en kan. Deze
kennis en ervaring worden vergeleken met een nationale norm die ook wordt
gebruikt voor het middelbaar beroepsonderwijs, het hoger beroepsonderwijs of
door de industrie. Deze maatregel zal werknemers helpen met de verworven
certificaten een passende nieuwe baan te vinden. –
Scholing en herscholing.
Na de begeleiding en evaluatie stellen de diensten een onderwijsadvies op met
het oog op verdere maatregelen. Dat advies is cruciaal voor het opstellen van
een persoonlijk ontwikkelingsplan voor elke werknemer. Tijdens de opleiding in
het kader van het persoonlijke ontwikkelingsplan kan worden aanbevolen dat de
werkloze zich richt op een nieuwe baan waarvoor opleiding of herscholing nodig
kunnen zijn. De meeste opleidingscursussen zullen opleidingen zijn tot bediener
van een bepaalde machine of tot ploegbaas, op kwalificatieniveau 3 van het
middelbaar beroepsonderijs (dat is de hoogste opleidingscursus die in de
industriesector beschikbaar is). De herscholingsactiviteiten zullen
hoofdzakelijk in de vorm van cursussen worden aangeboden en een week tot zes
maanden duren. Elke deelnemer ontvangt een certificaat wanneer hij de scholing
beëindigt. –
Outplacement. Deze
diensten kunnen zowel aan individuele werknemers als aan groepen worden
aangeboden. Outplacement omvat profilering en hulp bij het zoeken van een baan
en zal worden afgestemd op de behoeften van de individuele deelnemers, rekening
houdend met hun competenties en vaardigheden en de huidige behoeften van de
arbeidsmarkt. –
Bevordering van ondernemerschap. Met deze maatregel wordt in essentie beoogd een
ondersteuningsprogramma te creëren om de ontslagen werknemers te helpen
ondernemer te worden. Nederland is van oordeel dat daartoe een nieuwe visie op
ondernemerschap nodig is en dat aspecten moeten worden geïntegreerd zoals de
huidige economische crisis, de klimaatverandering, de exploitatie van
natuurlijke hulpbronnen, sociale diversiteit en maatschappelijk verantwoord
ondernemen. Het eigenlijke programma is een gestructureerde reeks
bedrijfsactiviteiten met een aantal ondersteunende mensen en instrumenten en
heeft tot doel met succes een nieuwe onderneming op te zetten. De cursus omvat
kleine wekelijkse opdrachten en twee uur lezingen of coaching per week. Een
coach of adviseur kan iemand zijn uit het bedrijfsleven (of een medewerker van
de Kamer van Koophandel) die als mentor van de werknemer optreedt, dan wel als
deskundige waarop een beroep kan worden gedaan. –
Stimuleringsmaatregelen voor oudere werknemers. Deze maatregelen zullen de werknemers helpen hun zelfrespect en hun
gevoel van eigenwaarde en nut voor de arbeidsmarkt te verbeteren. Tijdens de
workshops en de opleiding wordt met praktische voorbeelden van particuliere,
lokale, regionale en nationale initiatieven en leermogelijkheden aangeknoopt
bij de specifieke behoeften en het specifieke profiel van oudere werknemers.
Deze voorbeelden zullen praktisch inzicht verschaffen en kunnen de deelnemers
helpen begrijpen wat hun sterke kanten zijn en waarin tegenwoordig de
uitdagingen van de arbeidsmarkt bestaan. De werknemers zullen moeten leren hoe
zij op grond van hun ervaring met nieuwe opdrachten kunnen omgaan, bijvoorbeeld
als opleider of mentor, en daarnaar kunnen handelen. Mogelijk wordt een extra
programma opgezet waarbij een opleider of coach individuele begeleiding en
coaching met het oog op een nieuwe werkomgeving implementeert. 27. De in de aanvraag vermelde
uitgaven voor de implementatie van het EFG overeenkomstig artikel 3 van
Verordening (EG) nr. 1927/2006 dekken activiteiten op het vlak van beheer
en controle, alsook voorlichting en publiciteit. 28. De door de Nederlandse autoriteiten
voorgestelde individuele dienstverlening omvat actieve arbeidsmarktmaatregelen
die op grond van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 voor financiering
in aanmerking komen. De Nederlandse autoriteiten ramen de totale kosten op
2 298 474 EUR, de kosten voor de individuele dienstverlening op
2 185 145 EUR en de uitgaven voor de implementatie van het EFG op 113
329 EUR (4,93 % van het totale bedrag). Van het EFG wordt in totaal een
bijdrage van 1 494 008 EUR (65 % van de totale kosten) gevraagd. Acties || Geschat aantal werknemers voor wie steun wordt aangevraagd || Geschatte kosten per betrokken werknemer (EUR) || Totale kosten (EFG en nationale medefinanciering) (EUR) Individuele dienstverlening (artikel 3, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1927/2006 ) Personal intake || 616 || 139[15] || 85 800 Loopbaanbegeleiding/evaluatie || 150 || 2 153 || 322 950 Scholing en herscholing || 250 || 4 108 || 1 027 000 Outplacement || 75 || 4 217 || 316 275 Bevordering van ondernemerschap || 30 || 1 844 || 55 320 Stimuleringsmaatregelen voor oudere werknemers || 100 || 3 778 || 377 800 Subtotaal individuele dienstverlening || || 2 185 145 Uitgaven voor de implementatie van het EFG (artikel 3, derde alinea, van Verordening (EG) nr. 1927/2006) Voorbereidende activiteiten || || 0 Beheer || || 28 332 Voorlichting en publiciteit || || 28 332 Controle || || 56 665 Subtotaal uitgaven voor de implementatie van het EFG || || 113 329 Totale geraamde kosten || || 2 298 474 EFG-bijdrage (65 % van de totale kosten) || || 1 494 008 29. Nederland bevestigt dat de
hierboven beschreven maatregelen complementair zijn met door de
structuurfondsen gefinancierde acties en dat iedere vorm van dubbele
financiering zal worden vermeden. Datum/data waarop met individuele
dienstverlening aan de getroffen werknemers is begonnen of waarop gepland is
daarmee te beginnen 30. Op 2 januari 2012 heeft
Nederland ten behoeve van de getroffen werknemers een begin gemaakt met de
individuele dienstverlening van het gecoördineerde pakket, waarvoor een
financiële bijdrage van het EFG wordt aangevraagd. Deze datum geldt daarom als
het begin van de periode waarin uitgaven voor een eventuele ondersteuning uit
het EFG in aanmerking komen. Wijze waarop de sociale partners zijn
geraadpleegd 31. De voorgestelde aanvraag is op
15 december 2011 met de in punt 22 vermelde sociale partners besproken. 32. De sociale partners zullen ook
participeren in het Mobiliteitscentrum Zalco (MCZ), een gemeenschappelijk
initiatief van de partijen die bij de arbeidsmarkt in Zeeland betrokken zijn:
werknemersorganisaties (FNV, CNV, Union), werkgeversorganisaties (Brabants
Zeeuwse Werkgevers en MKB Zeeland), de Vereniging van Zeeuwse Gemeenten
(vertegenwoordigd door één gemeente per regio), opleidingsinstellingen (ROC
Zeeland en Hogeschool Zeeland), het Uitvoeringsinstituut
WerknemersVerzekeringen (UWV) Werkbedrijf en de provincie Zeeland. De provincie
Zeeland staat op management- en officieel niveau in contact met de sociale
partners wat de organisatie van het Mobiliteitscentrum Zalco (MCZ) betreft. 33. De Nederlandse autoriteiten
hebben bevestigd dat aan de voorschriften van de nationale en EU-wetgeving
betreffende collectieve ontslagen is voldaan. Informatie over acties die volgens de
nationale wetgeving of collectieve overeenkomsten verplicht zijn 34. In verband met de criteria van
artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 hebben de Nederlandse autoriteiten
in de aanvraag: · bevestigd dat de financiële bijdrage van het EFG niet in de plaats komt
van maatregelen die krachtens de nationale wetgeving of collectieve
arbeidsovereenkomsten onder de verantwoordelijkheid van de ondernemingen
vallen; · aangetoond dat de maatregelen ten doel hebben steun te verlenen aan
individuele werknemers en niet worden gebruikt om ondernemingen of sectoren te
herstructureren; · bevestigd dat voor de hierboven vermelde subsidiabele maatregelen geen
steun uit andere EU-financieringsinstrumenten wordt ontvangen. Beheers- en controlesystemen 35. Nederland heeft de Commissie
meegedeeld dat de financiële bijdrage door dezelfde instanties wordt beheerd en
gecontroleerd die ook het ESF beheren en controleren. Nederland heeft op 15
juli 2009 een regeling gepubliceerd waarin de belangrijkste voorwaarden van de
EFG-verordening zijn opgenomen. Voor de Zalco-aanvraag zal een overeenkomst
worden gesloten tussen de provincie Zeeland en de minister van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid. Op grond daarvan zal de provincie Zeeland verplicht zijn
duidelijk georganiseerde en controleerbare administratieve dossiers bij te
houden. Deze zullen door het Agentschap van het ministerie van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid (Agentschap SZW) worden geaudit. Financiering 36. Op grond van de aanvraag van
Nederland bedraagt de voorgestelde bijdrage uit het EFG aan het gecoördineerd
pakket van individuele dienstverlening (met inbegrip van de uitgaven voor de
implementatie van het EFG) 1 494 008 EUR (65 % van de totale kosten).
De Commissie heeft haar voorstel voor een bijdrage uit het fonds gebaseerd op
de informatie van Nederland. 37. Gezien het beschikbare
maximumbedrag aan bijdragen uit het EFG ingevolge artikel 10, lid 1,
van Verordening (EG) nr. 1927/2006, alsook de mogelijkheden tot
herschikking van de kredieten, stelt de Commissie voor om uit het EFG het
hierboven vermelde totale bedrag beschikbaar te stellen, dat zal worden
toegewezen onder rubriek 1a van het financiële kader. 38. Het voorgestelde bedrag van de
financiële bijdrage laat meer dan 25 % van het jaarlijkse maximumbedrag
van het EFG beschikbaar voor toewijzingen tijdens de laatste vier maanden van
het jaar, zoals voorgeschreven bij artikel 12, lid 6, van Verordening
(EG) nr. 1927/2006. 39. Met haar voorstel om middelen
uit het EFG beschikbaar te stellen, leidt de Commissie de vereenvoudigde
trialoogprocedure in, zoals voorgeschreven in punt 28 van het
Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006, om van de twee takken van de
begrotingsautoriteit de instemming te verkrijgen betreffende de noodzaak van
het fonds gebruik te maken en betreffende het vereiste bedrag. De Commissie
verzoekt de eerste tak van de begrotingsautoriteit die op het passende
politieke niveau overeenstemming bereikt over het ontwerpvoorstel voor een
beschikbaarstelling uit het fonds, de andere tak en de Commissie van zijn
voornemens op de hoogte te brengen. Indien één van de twee takken van de
begrotingsautoriteit het niet met het voorstel eens is, wordt een formele
trialoogvergadering bijeengeroepen. 40. De Commissie zal apart een
overschrijvingsverzoek indienen teneinde specifieke vastleggingskredieten in de
begroting voor 2012 op te nemen, zoals voorgeschreven in punt 28 van het
Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006. Herkomst van de betalingskredieten 41. Kredieten van het
EFG-begrotingsonderdeel zullen worden gebruikt ter dekking van het voor deze
aanvraag benodigde bedrag van 1 494 008 EUR. Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE
RAAD betreffende de beschikbaarstelling van
middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering
overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006
tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de
begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2011/021
NL/Zalco, Nederland) HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN
DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 17
mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de
begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer[16], en met name punt 28, Gezien Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het
Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een
Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering[17], en met name artikel 12, lid
3, Gezien het voorstel van de Europese Commissie[18], Overwegende hetgeen volgt: (1) Het Europees Fonds voor
aanpassing aan de globalisering (EFG) is opgericht om extra steun te verlenen
aan werknemers die worden ontslagen als gevolg van door de globalisering
veroorzaakte grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen en om
hen te helpen bij hun terugkeer op de arbeidsmarkt. (2) Het EFG staat sinds
1 mei 2009 ook open voor tot en met 30 december 2011 ingediende
aanvragen om steun voor werknemers die worden ontslagen als rechtstreeks gevolg
van de wereldwijde financiële en economische crisis. (3) Het Interinstitutioneel
Akkoord van 17 mei 2006 staat uitgaven uit het EFG toe voor een
jaarlijks maximumbedrag van 500 miljoen EUR. (4) Nederland heeft op 28
december 2011 een aanvraag ingediend om middelen uit het EFG beschikbaar te
stellen voor ontslagen bij Zalco Zeeland Aluminium Company NV en bij twee van
zijn leveranciers (ECL Services Netherlands bv en Start), en heeft aanvullende
informatie tot en met 18 juni 2012 verstrekt. Deze aanvraag voldoet aan de
voorwaarden voor een financiële bijdrage overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1927/2006.
Bijgevolg stelt de Commissie voor om een bedrag van 1 494 008 EUR
beschikbaar te stellen. (5) Er moeten dan ook middelen
uit het EFG beschikbaar worden gesteld om een financiële bijdrage te leveren
voor de door Nederland ingediende aanvraag, HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT
VASTGESTELD: Artikel 1 Ten laste van de algemene begroting van de
Europese Unie voor het begrotingsjaar 2012 wordt een bedrag van
1 494 008 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten beschikbaar
gesteld uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG). Artikel 2 Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad
van de Europese Unie. Gedaan te Brussel, Voor het Europees Parlement Voor
de Raad De
voorzitter De voorzitter [1] PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1. [2] PB L 406 van 30.12.2006, blz. 1. [3] Overeenkomstig artikel 3, derde alinea, van Verordening
(EG) nr. 1927/2006. [4] Statistieken gebaseerd op Eurostat (gegevens van Prodcom
en Comext) die worden geciteerd in het eindverslag "Competitiveness of the
EU Non-ferrous Metals Industries" - Framework Contract "Sector
Competitiveness Studies" - Europese Commissie, directoraat-generaal
Ondernemingen en Industrie – 5 april 2011. [5] European Aluminium Association (www.alueurope.eu). [6] Mededeling van de Commissie aan de Europese Raad - Een
Europees economisch herstelplan, COM(2008) 800 definitief van 26.11.2008. [7] Eurostat: newsrelease
euroindicators - Construction output. [8] http://www.acea.be [9] ACEA - Statistics "New vehicle registrations by
manufacturer and by vehicle category (Enlarged Europe)" - 2007 tot 2009. [10] ACEA - The automobile industry pocket guide (2010). [11] ACEA - Economic Report European Union (maart 2010). [12] ACEA - Economic Report European Union (juli 2011). [13] EGF/2010/002
Catalonië automobielsector, COM(2010) 453 definitief; EGF/2010/004
Wielkopolskie, COM(2010) 616 definitief; EGF/2010/031 General Motors Belgium
COM(2011) 212 definitief; EGF/2011/003 Arnsberg en Düsseldorf COM(2011) 447
definitief; en EGF/2011/005 PT/Norte-Centro automobielsector COM(2011) 664
definitief. [14] http://www.kenniscentrumevc.nl/ [15] De door de lidstaat ingediende geschatte werkelijke kosten
per werknemer bedragen 139,2857 EUR. Om de voorstelling in deze tabel te
vereenvoudigen is dit cijfer naar beneden afgerond, zonder de totale geschatte
kosten voor die maatregel, zoals die door de lidstaat zijn berekend, aan te
passen. [16] PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1. [17] PB L 406 van 30.12.2006, blz. 1. [18] PB C […] van […], blz.. […].