This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52012PC0396
Proposal for a DECISION OF THE EUROPEAN PARLIAMENT AND OF THE COUNCIL on the mobilisation of the European Globalisation Adjustment Fund in accordance with point 28 of the Interinstitutional Agreement of 17 May 2006 between the European Parliament, the Council and the Commission on budgetary discipline and sound financial management (application EGF/2011/015/SE/AstraZeneca from Sweden)
Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2011/015 SE/AstraZeneca, Zweden)
Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2011/015 SE/AstraZeneca, Zweden)
/* COM/2012/0396 final - 2012/ () */
Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2011/015 SE/AstraZeneca, Zweden) /* COM/2012/0396 final - 2012/ () */
TOELICHTING Krachtens punt 28 van het Interinstitutioneel
Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie
betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer[1] mag uit het Europees Fonds voor
aanpassing aan de globalisering (EFG) door middel van een
flexibiliteitsmechanisme een jaarlijks maximumbedrag van 500 miljoen EUR
boven het maximum van de betrokken rubrieken van het financieel kader
beschikbaar worden gesteld. De regels die van toepassing zijn op de bijdragen
uit het EFG zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het
Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een
Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering[2]. Op 23 december 2011 heeft Zweden aanvraag
EGF/2011/015 SE/AstraZeneca voor een financiële bijdrage uit het EFG ingediend
ingevolge gedwongen ontslagen bij AstraZeneca in Zweden. Na de aanvraag grondig te hebben onderzocht,
heeft de Commissie overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG)
nr. 1927/2006 geconcludeerd dat aan de voorwaarden voor een financiële
bijdrage op grond van deze verordening wordt voldaan. SAMENVATTING VAN DE AANVRAAG EN ANALYSE Belangrijkste gegevens: || EGF-referentienummer || EGF/2011/015 Lidstaat || Zweden Artikel 2 || onder a) Primaire onderneming || AstraZeneca Leveranciers en downstreamproducenten || geen Referentieperiode || 15.6.2011 – 15.10.2011 Startdatum voor de individuele dienstverlening || 26.10.2010 Datum van de aanvraag || 23.12.2011 Ontslagen tijdens de referentieperiode || 543 Ontslagen voor en na de referentieperiode || 444 Totaal aantal voor steun in aanmerking komende ontslagen || 987 Ontslagen werknemers die naar verwachting aan de maatregelen zullen deelnemen || 700 Uitgaven voor individuele dienstverlening (EUR) || 6 396 600 Uitgaven voor de implementatie van het EFG[3] (EUR) || 258 560 % van de uitgaven voor de implementatie van het EFG || 3,9 Totaal budget (EUR) || 6 655 160 EFG-bijdrage (65 %) (EUR) || 4 325 854 1. De aanvraag werd op 23
december 2011 bij de Commissie ingediend; aan de aanvraag werd aanvullende
informatie tot en met 16 april 2012 toegevoegd. 2. De aanvraag voldoet aan de
voorwaarden voor steunverlening uit het EFG, als vastgesteld in artikel 2,
onder a), van Verordening (EG) nr. 1927/2006, en werd ingediend binnen de in
artikel 5 van die verordening genoemde termijn van tien weken. Verband tussen de ontslagen en de grote
structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ingevolge de
globalisering of de financiële en economische wereldcrisis 3. Om het verband te leggen
tussen de ontslagen en de grote structurele veranderingen in de
wereldhandelspatronen als gevolg van de globalisering voert Zweden aan dat de
farmaceutische sector in steeds grotere mate door de globalisering wordt
getroffen. De farmaceutische industrie ondergaat thans belangrijke
veranderingen om haar concurrentievermogen te handhaven in een harde omgeving.
Veel ondernemingen bevinden zich in een overgangsfase: reorganisatie,
consolidatie, fusies en acquisities worden overwogen om groeicentra in stand te
houden. De industrie zoekt steeds meer naar synergieën om de stijgende kosten
van onderzoek- en ontwikkelingsactiviteiten (O&O) laag te houden. 4. Globale investeringen en
biotechnologisch onderzoek nemen toe en nieuwe concurrenten zijn te vinden in
China, Brazilië en India. De vooruitzichten voor de financiering van O&O
variëren van regio tot regio, waarbij de VS groei verwachten, Europa nadenkt
over het voeren van een financieel soberheidsbeleid dat de investeringen
gedurende jaren kan beperken en de meeste Aziatische landen hun sterke
financiële verbintenissen ten aanzien van O&O handhaven (aandeel van de
globale uitgaven voor O&O in 2009-2011: VS (34,71 %-34,0 %), Azië
(33,6 %-35,3 %), Europa (24,1 %-23,2 %)). Tijdens de recessie
verhoogden de Aziatische O&O-gemeenschappen hun O&O-investeringen en
het belang dat zij daaraan hechtten. Wat de globale onderzoekgemeenschappen
betreft, geeft de stand van O&O in de EU aanleiding tot de meeste zorg. Het
feit dat de landen van de recessie trachten te herstellen en gedwongen worden
om de tekorten te verminderen, kan gevolgen hebben voor de overheidssteun voor
O&O[4].
Overeenkomstig het verslag van 2010[5]
van de Growth Consulting Company Frost & Sullivan zal waarschijnlijk
70 % van de ondervraagde farmaceutische bedrijven hun productie naar Azië
verplaatsen. Die markten vragen ook dat de geneesmiddelen op de plaatselijke
bevolking worden getest, waardoor de aanwezigheid van O&O op de Aziatische
markten toeneemt. 5. Een grote uitdaging voor de
farmaceutische industrie is bovendien de toenemende aanwezigheid van generieke
geneesmiddelen naarmate de octrooien voor belangrijke merkproducten aflopen. De
generieke industrie heeft onlangs een grote herstructurering ondergaan. Fusies
en acquisities hebben een groeiend aandeel van de globale generieke markt in de
handen van de leidende spelers van de sector geconcentreerd. Generieke
geneesmiddelen worden over het algemeen vervaardigd in Aziatische
lagelonenlanden en de kosten daarvan bedragen circa 10 % van de
oorspronkelijke prijs zodra het octrooi is verstreken. Veel ondernemingen
worden daardoor getroffen en moeten hun prijzen verlagen. De grote Europese
producenten concentreren zich op de dure klinische fasen, alsook op het
marketing- en goedkeuringsproces. De onderzoekactiviteiten nemen af. 6. Veel niet-Europese landen
zijn bezig met het opzetten van strategieën voor biowetenschappen en -industrie
op het gebied van farmaceutische producten, biotechnologie en medische
technologie. De Europese ondernemingen moeten hun productie aan deze situatie
aanpassen. AstraZeneca (dat drie O&O-centra in Zweden had) volgde de trend
en keurde in 2010 een nieuwe O&O-strategie goed. Deze omvatte de noodzaak
om zich te concentreren op minder ziektegebieden, de sluiting van bedrijven
(waaronder die in Lund en Umeå) en een aanzienlijk groter gebruik van externe
middelen via uitbesteding. Ingevolge de globale trends verhoogde AnstraZenrca
ook zijn O&O-investeringen in China en Rusland (AZ China is de grootste
multinationale farmaceutische onderneming op de markt voor receptgeneesmiddelen
in China; in 2011 kondigde AZ ook de opening van een Predictive Science Centre
in Sint- Petersburg aan). Bewijsstukken voor het aantal ontslagen
en naleving van de criteria van artikel 2, onder a) 7. De aanvraag werd door Zweden
ingediend in het kader van het criterium voor steunverlening van artikel 2,
onder a), van Verordening (EG) nr. 1927/2006, op grond waarvan ten minste 500
gedwongen ontslagen moeten plaatsvinden binnen een periode van 4 maanden in een
onderneming in een lidstaat, met inbegrip van de ontslagen bij leveranciers en
downstreamproducenten. 8. In de aanvraag wordt melding
gemaakt van 543 ontslagen bij AstraZeneca tijdens de referentieperiode van vier
maanden (van 15 juni 2011 tot en met 15 oktober 2011). Verdere 444
ontslagen (in total 987) vonden voor en na de referentieperiode plaats en
houden verband met dezelfde procedure van collectief ontslag. De ontslagen
werden in overeenstemming met artikel 2, tweede alinea, tweede streepje, van
Verordening (EG) nr. 1927/2006 berekend. Uitleg van het onvoorziene karakter van
deze ontslagen 9. De Zweedse autoriteiten
voeren aan dat in het licht van het feit dat Zweden een sterke positie in het
medische onderzoek innam, het collectieve ontslag in AstraZeneca niet verwacht
was. Hoewel de verslechtering van de situatie in de farmaceutische sector als
gevolg van de toenemende dominantie van generieke geneesmiddelen te voorzien
was, was het effect op AstraZeneca erger dan verwacht. AstraZeneca werd wegens
haar lange en succesvolle geschiedenis als een stabiele onderneming beschouwd
die de Zweedse wetenschapsindustrie beheerste, waarbij een kwart van de
werkenden in de biowetenschappen werknemers van AstraZeneca waren. Verder heeft
de Zweedse overheid lange tijd de vestiging van een interdisciplinair
onderzoekcentrum in Lund - de European Spallation Source – bevorderd en er werd
verwacht dat AstraZeneca bijkomende middelen voor onderzoek in Lund zou
uittrekken. Rekening houdend met de grote medische behoeften op het gebied van de
ademhalingswegen/ontstekingen kwam de sluiting van de O&O-locatie in deze
therapiecategorie in Lund als een verrassing. De
bedrijven waar de ontslagen vallen, en de werknemers voor wie steun wordt
aangevraagd 10. De aanvraag maakt melding van
987 ontslagen, waarvan 543 tijdens en 444 voor en na de referentieperiode
plaats vonden; deze komen voor deelname in aanmerking overeenkomstig artikel 3 bis,
onder b), van Verordening (EG) nr. 1927/2006. Zweden schat dat 700
ontslagen werknemers zullen kiezen voor ontvangst van steun uit het EFG.
Verwacht wordt dat de resterende werknemers op eigen initiatief werk zullen
vinden zonder dat zij steun van het EFG vragen of met pensioen gaan. 11. Uitsplitsing van de werknemers
voor wie steun wordt aangevraagd: Categorie || Aantal || Percentage Mannen || 255 || 36,43 Vrouwen || 445 || 63,57 EU-burgers || 689 || 98,43 Niet-EU-burgers || 11 || 1,57 15-24 jaar || 1 || 0,14 25-54 jaar || 536 || 76,57 55-64 jaar || 163 || 23,29 Ouder dan 64 jaar || 0 || 0 12. In deze groep zijn er zeven
werknemers met een langdurig gezondheidsprobleem of handicap. 13. Uitsplitsing per
beroepscategorie: Categorie || Aantal || Percentage 211 Natuurkundigen, scheikundigen en aanverwante beroepsbeoefenaren || 132 || 18,86 213 Computerspecialisten || 29 || 4,14 221 Biowetenschappers || 43 || 6,14 311 Technici op het gebied van de natuurkunde en ingenieurswetenschappen || 84 || 12,00 343 Administratieve medewerkers || 14 || 2,00 411 Secretariaatspersoneel || 29 || 4,14 822 Bedieningspersoneel van machines voor de vervaardiging van chemische producten || 51 || 7,29 Overige || 318 || 45,43 14. Overeenkomstig artikel 7 van
Verordening (EG) nr. 1927/2006 heeft Zweden bevestigd dat een beleid van
gelijkheid van mannen en vrouwen en non-discriminatie is toegepast en ook
verder zal worden toegepast in de verschillende stadia van de uitvoering van het
EFG, en in het bijzonder bij de toegang ertoe. Beschrijving van het betrokken gebied,
de autoriteiten ervan en andere belanghebbenden 15. De getroffen ondernemingen
zijn gelegen in vier van de 290 Zweedse gemeenten. Het meeste personeel is
ontslagen in Lund in Zuid-Zweden, maar er vielen ook ontslagen in Umeå in
Noord-Zweden, Södertälje in het hoofdstedelijke gebied en in mindere mate in
Mölndal in West-Zweden. Het district Skåne, waarin Lund is gelegen, is een van
de meest dynamische arbeidsmarkten in Zweden. De werkgelegenheid in de
industriële sector zal echter ongewijzigd blijven en de geprojecteerde toename
zal in de particuliere dienstensector plaatsvinden. In het district
Västerbotten, waarin Umeå is gelegen, wordt de bedrijfsstructuur geconfronteerd
met een generatieverschuivingsprobleem en de ondernemingen zullen geschoolde
arbeidskrachten nodig hebben. De plaatselijke arbeidsmarkt in Umeå heeft
geleden onder een aantal bedrijfssluitingen. In de regio Stockholm (gelegen in
het district Södermanland) domineert de particuliere dienstensector. Er is een
grote vraag naar geschoolde arbeidskrachten. Södertälje is de gemeente met het
hoogste werkloosheidspercentage in het district en heeft een problematische
sociaaleconomische structuur in termen van de arbeidsmarkt. De arbeidsmarkt in
Mölndal (in het district Västergötland) hangt af van de nabijheid van
Gotenburg, waar de industrie exportgeoriënteerd en de auto-industrie van
nationaal belang is. In Mölndal zelf zijn verscheidene bedrijven gericht op farmaceutische
producten en medische technologie. 16. De belangrijkste
belanghebbenden zijn de Zweedse openbare diensten voor arbeidsvoorziening in
alle getroffen gemeenten, alsook de vakbonden (Unionen, SACO, IF Metall),
omschakelingsorganen (Trygghetsradet) en de universiteit Lund. De
omschakelingsorganen zijn opgezet door de werkgevers en de vakbonden. Verwachte gevolgen van de ontslagen op
de plaatselijke, regionale of nationale werkgelegenheid 17. De Zweedse autoriteiten voeren
aan dat de sluiting van de AstraZeneca-vestiging een zware belasting voor Lund
is en ook de gehele farmaceutische sector treft. Deze ontwikkeling zal
waarschijnlijk aanleiding geven tot een verstoring van de arbeidsmarkt in de
regio. De situatie voor werkzoekenden in de farmaceutische sector is reeds
verslechterd in de periode 2008-2010. De werkloosheid is van januari 2009 tot
en met november 2011 in alle getroffen gemeenten gestegen: in Lund van
2 467 tot 3 025, Umeå van 3 725 tot 4 539, Södertälje van 3 100
tot 5 555 en Mölndal van 1 458 tot 1 663. Gecoördineerd pakket van individuele
dienstverlening waarvoor financiering wordt aangevraagd, gespecificeerde
kostenraming en complementariteit met door de structuurfondsen gefinancierde
acties 18. Zweden heeft een pakket
maatregelen ontwikkeld ter ondersteuning van de ontslagen werknemers van
AstraZeneca, dat anders met de beschikbare steun niet in dezelfde mate zou
kunnen uitgevoerd zijn. Aangezien de ontslagen werknemers meestal hooggeschoold
zijn, zijn zij niet geprioriteerd in het kader van het reguliere Zweedse
arbeidsmarktbeleid. Het door Zweden voor financiering door het EFG
voorgestelde pakket maatregelen omvat: - Hulp bij het zoeken van een baan. Deze
maatregel bestaat uit individuele vergaderingen met de ontslagen werknemer in
de plaatselijke ODA voor de ontwikkeling van een persoonlijk actieplan en de
indiening van een volledig CV. De werknemer kan ook worden gesteund door een
persoonlijke coach. Verwacht wordt dat alle beoogde werknemers aan deze actie
zullen deelnemen. - Beroepsbegeleiding. Deze activiteit is
bestemd voor werkzoekenden die van beroep willen veranderen en bestaat uit
advisering over beschikbare banen, vereiste vaardigheden en opleiding,
stageprogramma's en mobiliteitssubsidies. Verwacht wordt dat 300 werknemers aan
deze actie zullen deelnemen. - Scholing en omscholing. In het kader van
deze maatregel zullen onderwijs en scholing op individuele schaal in nieuwe
vaardigheden voor nieuwe banen worden verstrekt. De werknemers waarop deze
maatregel van toepassing is, zullen moeten omschakelen naar beroepen waarnaar
een vraag bestaat. Er zal een breed scala aan opleidingen worden aangeboden. De
duur van de opleidingscursussen varieert van één tot 24 maanden met een
gemiddelde van zes maanden. Verwacht wordt dat 350 werknemers aan deze
actie zullen deelnemen. - Steun voor vestiging als zelfstandige.
Deze maatregel is gericht op werknemers die met een eigen bedrijf willen
beginnen. Zij zullen speciaal advies ontvangen over de opstelling van
bedrijfsplannen en de aanvraag van de nodige financiële middelen om het bedrijf
op te starten. Degenen die besluiten om een eigen bedrijf op te richten, zullen
een opleiding krijgen op het gebied van belastingwetgeving, boekhouding,
arbeidsrecht, gezondheid en veiligheid op het werk en milieukwesties. Verwacht
wordt dat 70 werknemers aan deze actie zullen deelnemen. - Toelagen voor werkzoekenden zullen worden
aangeboden aan werknemers die aan actieve maatregelen deelnemen. De toelagen
worden berekend per dag activiteit voor een gemiddelde deelname van zes
maanden. Verwacht wordt dat deze toelagen aan 300 werknemers zullen worden
aangeboden. - Mobiliteitstoelagen zullen de reiskosten
dekken en zullen naast andere toelagen worden verstrekt. Verwacht wordt dat
deze toelagen aan 150 werknemers zullen worden aangeboden. - Stimuleringsmaatregelen voor oudere
werknemers. Deze activiteiten omvatten de oprichting van een
competentieplatform voor oudere werknemers tezamen met de districtsraad en de
universiteit van Lund. Personen die belangstelling hebben voor de oprichting
van een bedrijf zullen steun ontvangen op het gebied van uitgebreide opleiding
en marketing. Verwacht wordt dat 100 werknemers aan deze actie zullen
deelnemen. 19. De in de aanvraag vermelde
uitgaven voor de implementatie van het EFG overeenkomstig artikel 3 van
Verordening (EG) nr. 1927/2006 dekken activiteiten op het vlak van
voorbereiding, beheer, voorlichting en publiciteit, en controle. Zweden is van
plan om posters en ander voorlichtingsmateriaal te produceren en een voorlichtingsvergadering
over de activiteiten te beleggen. 20. De door de Zweedse
autoriteiten voorgestelde individuele dienstverlening omvat actieve
arbeidsmarktmaatregelen in het kader van de subsidiabele acties, omschreven in
artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1927/2006. De Zweedse autoriteiten
ramen de totale kosten van deze dienstverlening op 6 396 600 EUR
en de uitgaven voor de implementatie van het EFG op 258 560 EUR
(3,9 % van het totale bedrag). De totale van het EFG verlangde bijdrage
bedraagt 4 325 854 EUR (65 % van de totale kosten). Acties || Geschat aantal werknemers voor wie steun wordt aangevraagd || Geschatte kosten per betrokken werknemer (EUR) || Totale kosten (EFG en nationale medefinanciering) (EUR) Individuele dienstverlening (artikel 3, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1927/2006 ) Hulp bij het zoeken van een baan || 700 || 81 || 56 700 Beroepsbegeleiding || 300 || 540 || 162 000 Scholing en omscholing || 350 || 9 000 || 3 150 000 Steun voor vestiging als zelfstandige || 70 || 7 170 || 501 900 Toelagen voor werkzoekenden || 300 || 7 170 || 2 151 000 Mobiliteitstoelagen || 150 || 500 || 75 000 Stimuleringsmaatregelen voor oudere werknemers || 100 || 3 000 || 300 000 Subtotaal individuele dienstverlening || || 6 396 600 Uitgaven voor de implementatie van het EFG (artikel 3, derde alinea, van Verordening (EG) nr. 1927/2006) Voorbereidende activiteiten || || 91 803 Beheer || || 91 190 Voorlichting en publiciteit || || 50 000 Controle || || 25 567 Subtotaal uitgaven voor de implementatie van het EFG || || 258 560 Totale geschatte kosten || || 6 655 160 EFG-bijdrage (65 % van de totale kosten) || || 4 325 854 21. Zweden bevestigt dat de
hierboven beschreven maatregelen complementair zijn met door de
structuurfondsen gefinancierde acties en dat de nodige maatregelen zijn genomen
om dubbele financiering te voorkomen. Datum/data
waarop met individuele dienstverlening aan de getroffen werknemers is begonnen
of waarop gepland is daarmee te beginnen 22. Op 26 oktober 2010 heeft
Zweden ten behoeve van de getroffen werknemers een begin gemaakt met de
individuele dienstverlening van het gecoördineerde pakket, dat voor
medefinanciering door het EFG wordt voorgesteld. Deze datum geldt daarom als
het begin van de periode waarin uitgaven voor een eventuele ondersteuning uit
het EFG in aanmerking komen. Wijze waarop de sociale partners zijn
geraadpleegd 23. De Zweedse openbare dienst
voor arbeidsvoorziening (ODA) beschikt over informatie over de geplande
ontslagen en daarom zullen blijvende contacten worden onderhouden met de
werkgever, de vakbonden en andere belanghebbenden. De organisatie Invest in Skåne
heeft de aanvraag ingediend en was betrokken bij de voorbereiding van het
project. De ODA in Lund heeft regelmatig contact gehad met een
ondernemersnetwerk in AstraZeneca. Drie belangrijke vakbonden hebben
deelgenomen aan de discussies over de aanvraag. De TRR-organisatie voor
bedrijfsbeheer en de vakbonden zullen deelnemen aan de stuurgroep. 24. De Zweedse autoriteiten hebben
bevestigd dat aan de voorschriften van de nationale en EU-wetgeving betreffende
collectieve ontslagen is voldaan. Informatie over acties die volgens de
nationale wetgeving of collectieve overeenkomsten verplicht zijn 25. In verband met de criteria van
artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 hebben de Zweedse autoriteiten in
de aanvraag: · bevestigd dat de financiële bijdrage van het EFG niet in de plaats komt
van maatregelen die krachtens de nationale wetgeving of collectieve
arbeidsovereenkomsten onder de verantwoordelijkheid van de ondernemingen
vallen; · aangetoond dat de maatregelen ten doel hebben steun te verlenen aan
individuele werknemers en niet worden gebruikt om ondernemingen of sectoren te
herstructureren; · bevestigd dat voor de hierboven vermelde subsidiabele maatregelen geen
steun uit andere EU-financieringsinstrumenten wordt ontvangen. Beheers- en controlesystemen 26. Zweden heeft de Commissie
ervan in kennis gesteld dat de financiële bijdrage zal worden beheerd door de
Zweedse openbare dienst voor arbeidsvoorziening (ODA) die is aangewezen als
beheers- en betalingsautoriteit. De projectrekeningen zullen worden onderzocht
door de interne auditeenheid die een aan de raad van bestuur van de ODA
toegevoegd afzonderlijk orgaan is. Financiering 27. Op grond van de aanvraag van
Zweden bedraagt de voorgestelde bijdrage uit het EFG aan het gecoördineerd
pakket van individuele dienstverlening (inclusief uitgaven voor de
implementatie van het EFG) 4 325 854 EUR (65 % van de
totale kosten). De Commissie heeft haar voorstel voor een bijdrage uit het
fonds gebaseerd op de informatie van Zweden. 28. Gezien het beschikbare
maximumbedrag aan bijdragen uit het EFG ingevolge artikel 10, lid 1,
van Verordening (EG) nr. 1927/2006, alsook de mogelijkheden tot
herschikking van de kredieten, stelt de Commissie voor om uit het EFG het
hierboven vermelde totale bedrag beschikbaar te stellen, dat zal worden
toegewezen onder rubriek 1a van het financiële kader. 29. Het voorgestelde bedrag van de
financiële bijdrage laat meer dan 25 % van het jaarlijkse maximumbedrag
van het EFG beschikbaar voor toewijzingen tijdens de laatste vier maanden van
het jaar, zoals voorgeschreven bij artikel 12, lid 6, van Verordening
(EG) nr. 1927/2006. 30. Met haar voorstel om middelen
uit het EFG beschikbaar te stellen, leidt de Commissie de vereenvoudigde
trialoogprocedure in, zoals voorgeschreven in punt 28 van het
Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006, om van de twee takken van de
begrotingsautoriteit de instemming te verkrijgen betreffende de noodzaak van
het fonds gebruik te maken en betreffende het vereiste bedrag. De Commissie
verzoekt de eerste tak van de begrotingsautoriteit die op het passende
politieke niveau overeenstemming bereikt over het ontwerpvoorstel voor een
beschikbaarstelling uit het fonds, de andere tak en de Commissie van zijn
voornemens op de hoogte te brengen. Indien één van de twee takken van de
begrotingsautoriteit het niet met het voorstel eens is, wordt een formele
trialoogvergadering bijeengeroepen. 31. De Commissie presenteert
afzonderlijk een voorstel tot overschrijving om in de begroting voor 2012
specifieke vastleggingskredieten op te nemen, zoals voorgeschreven in punt 28
van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006. Herkomst van de betalingskredieten 32. Kredieten van het
EFG-begrotingsonderdeel zullen worden gebruikt ter dekking van het voor deze
aanvraag benodigde bedrag van 4 325 854 EUR. Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE
RAAD betreffende de beschikbaarstelling van
middelen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering,
overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei
2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de
begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2011/015
SE/AstraZeneca, Zweden) HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN
DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van
17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie
betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer[6], en met name punt 28, Gezien Verordening (EG) nr. 1927/2006 van
het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van
een Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering[7], en met name artikel 12,
lid 3, Gezien het voorstel van de Europese Commissie[8], Overwegende hetgeen volgt: (1) Het Europees fonds voor
aanpassing aan de globalisering (EFG) is opgericht om extra steun te verlenen
aan werknemers die worden ontslagen als gevolg van door de globalisering
veroorzaakte grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen en om
hen te helpen bij hun terugkeer op de arbeidsmarkt. (2) Het EFG staat sinds
1 mei 2009 ook open voor tot en met 30 december 2011 ingediende
aanvragen om steun voor werknemers die worden ontslagen als rechtstreeks gevolg
van de wereldwijde financiële en economische crisis. (3) Het Interinstitutioneel
Akkoord van 17 mei 2006 staat uitgaven uit het EFG toe voor een
jaarlijks maximumbedrag van 500 miljoen EUR. (4) Op 23 december 2011 heeft
Zweden een aanvraag ingediend om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen in
verband met gedwongen ontslagen bij het bedrijf AstraZeneca; aan de aanvraag
werd aanvullende informatie tot en met 16 april 2012 toegevoegd. Deze
aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor een financiële bijdrage overeenkomstig
artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1927/2006. Bijgevolg stelt de
Commissie voor om een bedrag van 4 325 854 EUR beschikbaar te
stellen. (5) Er moeten dan ook middelen
uit het EFG beschikbaar worden gesteld om een financiële bijdrage te leveren
voor de door Zweden ingediende aanvraag, HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT
VASTGESTELD: Artikel 1 Ten laste van de algemene begroting van de
Europese Unie voor het begrotingsjaar 2012 wordt een bedrag van
4 325 854 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten
beschikbaar gesteld uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering
(EFG). Artikel 2 Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad
van de Europese Unie. Gedaan te Brussel, Voor het Europees Parlement Voor
de Raad De
voorzitter De voorzitter [1] PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1. [2] PB L 406 van 30.12.2006, blz. 1. [3] Overeenkomstig artikel 3, derde alinea, van Verordening
(EG) nr. 1927/2006. [4] 2011 Global R&D Funding Forecast, www.rdmag.com [5] "Dynamics in the Pharma and Biotech
Industry", Frost & Sullivan, 2010, www.frost.com [6] PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1. [7] PB L 406 van 30.12.2006, blz. 1. [8] PB C […] van […], blz.. […].