EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52012PC0260
Proposal for a COUNCIL DECISION on the conclusion of the Protocol agreed between the European Union and the Republic of Guinea-Bissau setting out fishing opportunities and the financial contribution provided for in the Fisheries Partnership Agreement between the two parties currently in force
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van het tussen de Europese Unie en de Republiek Guinee-Bissau overeengekomen Protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen beide partijen
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van het tussen de Europese Unie en de Republiek Guinee-Bissau overeengekomen Protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen beide partijen
/* COM/2012/0260 final - 2012/0134 (NLE) */
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van het tussen de Europese Unie en de Republiek Guinee-Bissau overeengekomen Protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen beide partijen /* COM/2012/0260 final - 2012/0134 (NLE) */
TOELICHTING 1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL Op basis van het
mandaat van de Raad[1]
heeft de Europese Commissie met de Republiek Guinee-Bissau onderhandeld met het
oog op de verlenging van het protocol bij de Partnerschapsovereenkomst inzake
visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Guinee-Bissau. Ter
afronding van deze onderhandelingen is op 10 februari 2012 een nieuw protocol
geparafeerd. Het nieuwe protocol bestrijkt een periode van drie jaar vanaf de
datum van ondertekening ervan. Het voornaamste
doel van het protocol is om de vaartuigen van de Europese Unie in de wateren
van Guinee-Bissau vangstmogelijkheden te bieden binnen de grenzen van het
beschikbare overschot. De Commissie heeft zich onder meer gebaseerd op de
resultaten van een evaluatie achteraf door externe deskundigen en op de
adviezen van het in het kader van de overeenkomst ingestelde wetenschappelijk
comité. Het algemene doel
is de samenwerking tussen de Europese Unie en de Republiek Guinee-Bissau te
intensiveren en daartoe, in het belang van beide partijen, een
partnerschapskader in te stellen voor de ontwikkeling van een duurzaam
visserijbeleid en de verantwoorde exploitatie van de visbestanden in de
visserijzone van Guinee-Bissau. Meer in het bijzonder
voorziet het protocol in vangstmogelijkheden in de volgende visserijtakken: –
3 700 brt voor
vriestrawlers voor de garnaalvisserij –
3 500 brt voor
vriestrawlers voor de visvangst en de vangst van koppotigen –
28 vaartuigen voor de
tonijnvisserij met de zegen/vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug –
12 vaartuigen voor de
tonijnvisserij met de hengel. De Commissie stelt op grond hiervan voor dat
de Raad, met instemming van het Parlement, bij besluit dit nieuwe protocol
goedkeurt. 2. UITKOMSTEN VAN HET OVERLEG
MET DE BELANGHEBBENDEN EN DE EFFECTBEOORDELINGEN De belanghebbende partijen zijn voorafgaande
aan de onderhandelingen geraadpleegd binnen de LDRAC (de regionale adviesraad
voor de verrezeevloot), waarin de visserijsector en de ngo's voor milieu en
ontwikkeling zijn verenigd. Ook zijn in het kader van technische vergaderingen
de deskundigen uit de lidstaten geraadpleegd. Uit deze raadplegingen is
gebleken dat een protocol bij de visserijovereenkomst met Guinee-Bissau
behouden moet blijven. 3. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET
VOORSTEL De onderhavige
procedure loopt parallel aan de procedures met betrekking tot het besluit van
de Raad tot goedkeuring van de voorlopige toepassing van het protocol zelf,
alsmede de verordening van de Raad betreffende de verdeling van de vangstmogelijkheden
over de lidstaten van de EU. 4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING De in het
protocol bedoelde financiële tegenprestatie van in totaal
9 200 000 EUR over de hele periode is gebaseerd op: a) maximaal
40 machtigingen voor vaartuigen voor de tonijnvisserij en 7 200 brt voor
trawlers, voor een financiële tegenprestatie van 6 200 000 EUR
en b) steun voor de ontwikkeling van het visserijbeleid van de Republiek
Guinee-Bissau ten bedrage van 3 000 000 EUR. Deze steun beantwoordt
aan de doelstellingen van het nationale visserijbeleid. 5. AANVULLENDE INFORMATIE 2012/0134 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van het tussen de
Europese Unie en de Republiek Guinee-Bissau overeengekomen Protocol tot
vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin
is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen beide
partijen DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 2, juncto artikel 218, lid 6,
onder a), Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Na toezending van het ontwerp van
wetgevingshandeling aan de nationale parlementen, Gezien de goedkeuring van het Europees
Parlement[2],
Overwegende hetgeen volgt: (1) Op 17 maart 2008 heeft de
Raad Verordening (EG) nr. 241/2008 van de Raad betreffende de sluiting van een
Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de
Republiek Guinee-Bissau[3]
goedgekeurd. (2) De Unie heeft met de
Republiek Guinee-Bissau onderhandeld over een nieuw protocol waarbij aan de
vaartuigen van de Europese Unie vangstmogelijkheden worden geboden in de
wateren waarover Guinee-Bissau de soevereiniteit of de jurisdictie voor
visserijaangelegenheden heeft. (3) Na afloop van de onderhandelingen
is het nieuwe protocol op 10 februari 2012 geparafeerd. (4) Dit nieuwe protocol is op
basis van Besluit nr. .../2012/EU[4]
ondertekend en wordt vanaf de datum van ondertekening ervan voorlopig
toegepast. (5) Dit protocol dient te worden
gesloten, HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1 Het tussen de Europese Unie en de Republiek
Guinee-Bissau overeengekomen Protocol tot vaststelling van de
vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de
Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de
Republiek Guinee-Bissau, die van kracht is tussen beide partijen[5], wordt namens de Unie
goedgekeurd. Artikel 2 De voorzitter van de Raad wijst de persoon
(personen) aan die gemachtigd is (zijn) om namens de Unie de in artikel 19 van
het protocol bedoelde kennisgeving te verrichten, waarmee de instemming van de
Unie om door het protocol gebonden te zijn tot uiting wordt gebracht[6]. Artikel 3 Dit besluit
treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad
van de Europese Unie. Gedaan te Brussel, Voor
de Raad De
voorzitter PROTOCOL tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële
tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij
tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Guinee-Bissau Artikel 1
Geldigheidsduur en vangstmogelijkheden 1. De volgende
vangstmogelijkheden worden op grond van artikel 5 van de partnerschapsovereenkomst
inzake visserij voor een periode van drie jaar toegekend: –
schaaldieren en demersale soorten: (a)
vriestrawlers voor de garnaalvisserij: 3700 brt per
jaar; (b)
vriestrawlers voor de visvangst en voor de vangst
van koppotigen: 3500 brt per jaar; –
sterk migrerende soorten (soorten opgenomen in
bijlage 1 bij het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties van 1982): (a)
vriesschepen voor de tonijnvisserij met de zegen en
beugschepen: 28 vaartuigen; (b)
vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel: 12
vaartuigen. 2. Lid 1 is van toepassing
onverminderd de artikelen 7 en 9 van dit protocol. Artikel 2
Financiële tegenprestatie — Betalingswijze 1. De in artikel 7 van de partnerschapsovereenkomst
inzake visserij bedoelde financiële tegenprestatie wordt, voor de in artikel 1
van het protocol bepaalde periode, vastgesteld op 9 200 000 EUR per
jaar. 2. De financiële tegenprestatie
omvat: (a)
een jaarlijks bedrag voor de toegang tot de
visbestanden in de EEZ van Guinee-Bissau van 6 200 000 EUR, en (b)
een specifiek bedrag van
3 000 000 EUR per jaar voor de ondersteuning van het sectorale
visserijbeleid van Guinee-Bissau. 3. Lid 1 is van toepassing
onverminderd de artikelen 7, 9, 14, 15 en 17 van dit protocol. 4. Voor het eerste jaar vindt de
betaling van de in lid 2, onder a) en b), bedoelde financiële tegenprestatie
uiterlijk 30 dagen na de inwerkingtreding van het protocol plaats, en voor de
volgende jaren uiterlijk op de datum waarop het protocol verjaart. 5. De benutting van de in lid 2,
onder a), bedoelde financiële tegenprestatie is de exclusieve bevoegdheid van
de autoriteiten van Guinee-Bissau. 6. De in dit artikel
vastgestelde bedragen worden betaald op een bij de centrale bank van
Guinee-Bissau geopende rekening van de schatkist, waarvan de gegevens elk jaar
door het Staatssecretariaat voor Visserij worden meegedeeld. Artikel 3
Bevordering van een duurzame en verantwoorde
visserij in de wateren van Guinee-Bissau 1. De partijen stellen uiterlijk
drie maanden na de inwerkingtreding van dit protocol in de in artikel 10 van de
partnerschapsovereenkomst inzake visserij bedoelde Gemengde Commissie een
meerjarig sectoraal programma en de daarbij behorende uitvoeringsbepalingen
vast, waarin het volgende is bepaald: (a)
de op meerjarige en jaarbasis vastgestelde
richtsnoeren voor het gebruik van het in artikel 2, lid 2, onder b), genoemde deel
van de financiële tegenprestatie; (b)
de doelstellingen die op meerjarige en jaarbasis
moeten worden bereikt om op termijn tot een duurzame en verantwoorde visserij
te komen, waarbij rekening wordt gehouden met de prioriteiten in het nationale
visserijbeleid van Guinee-Bissau en andere beleidsterreinen die met de
totstandbrenging van een duurzame en verantwoorde visserij verband houden of
deze kunnen beïnvloeden; (c)
de criteria en de procedures voor de jaarlijkse
beoordeling van de resultaten. 2. Voorstellen tot wijziging van
het meerjarige sectorale programma moeten in de Gemengde Commissie door de
partijen worden goedgekeurd. 3. De Gemengde Commissie wordt
belast met de monitoring van de uitvoering van het meerjarige sectorale
programma. Zo nodig zetten beide partijen deze monitoring voort na het
verstrijken van dit protocol totdat de in artikel 2, lid 2, onder b), bedoelde
specifieke financiële tegenprestatie is opgebruikt. Artikel 4
Wetenschappelijke samenwerking met het oog op de
duurzame visserij 1. Beide partijen verbinden zich
ertoe in de visserijzone van Guinee-Bissau een verantwoorde visserij te
bevorderen die berust op het beginsel van non-discriminatie tussen de
verschillende vloten die in deze wateren opereren, en op de beginselen van een
duurzaam beheer van de visbestanden en mariene ecosystemen. 2. Gedurende de looptijd van dit
protocol werken de Europese Unie en Guinee-Bissau samen om de situatie van de
visbestanden en visserijtakken in de EEZ van Guinee-Bissau te volgen. 3. Beide partijen verbinden zich
ertoe de naleving van de aanbevelingen van de Internationale Commissie voor de
Instandhouding van Tonijn in de Atlantische Oceaan (ICCAT) en van de
Visserijcommissie voor het centraal-oostelijk deel van de Atlantische Oceaan
(CECAF) te bevorderen, evenals de samenwerking op subregionaal niveau op het
gebied van een verantwoord beheer van de visserij, zulks met name in het kader
van de Subregionale Visserijcommissie (Commission Sous Régionale des Pêches –
CSRP). 4. Beide partijen plegen in de Gemengde
Commissie overleg om zo nodig en in onderlinge overeenstemming nieuwe
maatregelen voor een duurzaam beheer van de visbestanden vast te stellen. Artikel 5
Gezamenlijk Wetenschappelijk Comité 1. Het Gezamenlijk
Wetenschappelijk Comité bestaat uit wetenschappers van wie de helft wordt
benoemd door de ene partij en de andere helft door de andere partij. Met
instemming van beide partijen mag de deelname aan het Gezamenlijk
Wetenschappelijk Comité worden uitgebreid met waarnemers, en met name
vertegenwoordigers van regionale visserijorganisaties, zoals de ICCAT. 2. Het Gezamenlijk
Wetenschappelijk Comité komt conform artikel 4, lid 1, van de partnerschapsovereenkomst
inzake visserij ten minste eenmaal per jaar bijeen. In principe vinden de
vergaderingen afwisselend in Guinee-Bissau en in de Europese Unie plaats. Op
verzoek van een van de partijen kunnen ook andere vergaderingen worden belegd.
De vergaderingen worden bij toerbeurt door een van beide partijen voorgezeten. 3. De taken van het Gezamenlijk
Wetenschappelijk Comité hebben met name betrekking op de volgende activiteiten: (a)
verzamelen van gegevens over de
visserijinspanningen en de vangsten van de nationale en buitenlandse vloten die
actief zijn in de EEZ van Guinee-Bissau en vissen op soorten die in dit protocol
worden vermeld; (b)
voorstellen, volgen en analyseren van de jaarlijkse
bestandsopname waarbij de bestanden worden geïnventariseerd en de
vangstmogelijkheden en de exploitatieopties die de instandhouding van de
visbestanden en het ecosysteem ervan waarborgen, worden bepaald; (c)
op basis daarvan een wetenschappelijk jaarverslag
opstellen over de onder deze overeenkomst vallende visserijtakken; (d)
opstellen, op eigen initiatief of in reactie op een
verzoek van de Gemengde Commissie of van een van de partijen, van
wetenschappelijk advies over de beheersmaatregelen die nodig worden geacht voor
een duurzame exploitatie van de bestanden die worden bevist in het kader van de
visserijtakken die onder dit protocol vallen. Artikel 6
Beëindiging door Guinee-Bissau van de activiteiten
van een visserijtak 1. Ingeval Guinee-Bissau op
advies van het Gezamenlijk Wetenschappelijk Comité besluit om de activiteiten
van een visserijtak in het kader van een instandhoudingsmaatregel te
beëindigen, komt de Gemengde Commissie bijeen om de grondslagen van dat besluit
te analyseren, de effecten van deze beëindiging op de activiteiten van de
EU-vaartuigen in het kader van deze overeenkomst te beoordelen en tot eventuele
corrigerende maatregelen te besluiten. 2. In de in lid 1 bedoelde gevallen
bereikt de Gemengde Commissie overeenstemming over een evenredige verlaging van
de door de EU uit hoofde van de overeenkomst te verlenen financiële
tegenprestatie en, in voorkomend geval, over een aan de reders te verlenen
compensatie. 3. Als Guinee-Bissau op basis
van een wetenschappelijk advies de activiteiten van een visserijtak beëindigt,
doet het dat, zonder onderscheid te maken, voor alle bij de desbetreffende
visserij betrokken vaartuigen, met inbegrip van nationale vaartuigen en
vaartuigen die de vlag van een derde land voeren. Artikel 7
Aanpassing van de vangstmogelijkheden in onderlinge
overeenstemming De in artikel 1 genoemde vangstmogelijkheden
kunnen in de Gemengde Commissie in onderlinge overeenstemming en op basis van
een aanbeveling van het Gezamenlijk Wetenschappelijk Comité worden aangepast.
De in artikel 2, lid 2, onder a), bedoelde financiële tegenprestatie wordt dan
evenredig aangepast pro rata temporis en het protocol en de bijlage
daarbij worden dienovereenkomstig gewijzigd. Artikel 8
Experimentele visserij 1. De
experimentele visreizen hebben tot doel de technische haalbaarheid en de
economische rendabiliteit van nieuwe visserijtakken te testen. 2. De Europese Commissie
informeert de autoriteiten van Guinee-Bissau over de vergunningsaanvragen voor
experimentele visserij op basis van een technisch dossier dat de volgende
gegevens bevat: –
de technische kenmerken van het vaartuig, –
de expertise inzake visserij van de officieren aan
boord, –
het voorstel betreffende de technische parameters
van de actie (duur, vistuig, exploratiegebieden, enz.). 3. De experimentele visreizen duren ten hoogste zes maanden. Ze zijn onderworpen aan de betaling van een door
Guinee-Bissau vastgesteld visrecht. 4. Een wetenschappelijk waarnemer van de vlaggenstaat en een door
Guinee-Bissau gekozen waarnemer zijn tijdens de gehele reis aan boord. 5. De vangst die in het kader van de experimentele visreis is toegestaan,
wordt vastgesteld door de autoriteiten van Guinee-Bissau. De in het kader van en tijdens de verkenningsreis gedane
vangsten blijven eigendom van de reder. Vissen die niet aan de wettelijk
voorgeschreven maten voldoen, en vissen die krachtens de vigerende wetgeving
van Guinee-Bissau niet mogen worden gevangen, mogen niet aan boord worden
gehouden of in de handel worden gebracht. 6. De uitvoerige resultaten van de reis worden ter analyse aan de Gemengde
Commissie en aan het Gezamenlijk Wetenschappelijk Comité toegezonden. Artikel 9
Nieuwe vangstmogelijkheden Indien Europese vissersvaartuigen belangstelling
hebben voor visserijactiviteiten die niet in artikel 1 van dit protocol zijn
vermeld, raadplegen de partijen het Gezamenlijk Wetenschappelijk Comité. De
partijen spreken voorwaarden voor deze nieuwe vangstmogelijkheden af en passen
dit protocol en de bijbehorende bijlage aan. Artikel 10
Economische integratie van de actoren van de
Europese Unie in de visserijsector van Guinee-Bissau 1. Beide partijen verbinden zich ertoe de economische integratie van de
Europese actoren in de gehele visserijsector van Guinee-Bissau, en met name het
charteren van Europese vaartuigen en de oprichting van gezamenlijke
ondernemingen, te bevorderen. 2. Beide partijen werken samen
om de Europese particuliere actoren bewust te maken van de commerciële en
industriële kansen in de gehele visserijsector in Guinee-Bissau, met name op
het gebied van directe investeringen. 3. Met hetzelfde doel kan
Guinee-Bissau actoren stimulansen geven aan actoren die dergelijke
investeringen doen. 4. De partijen besluiten om
uiterlijk eind 2012 een reflectiegroep op te richten waarvoor economische
actoren worden uitgenodigd om de belemmeringen voor directe investeringen van
de actoren in de visserijsector in kaart te brengen, alsmede de maatregelen die
deze belemmeringen zouden kunnen wegnemen. De groep zal pogen voorstellen te
doen voor de mogelijke vormen van financiering voor de uitvoering van de
vastgestelde acties. Artikel 11
Informatisering van de uitwisseling van
gegevens 1. Guinee-Bissau en de EU
verbinden zich ertoe zo spoedig mogelijk de informaticasystemen in te voeren
die nodig zijn voor de elektronische uitwisseling van alle met de uitvoering
van de overeenkomst verband houdende informatie en documenten. 2. De elektronische vorm van een
document wordt op ieder moment als gelijkwaardig aan de papieren versie
beschouwd. 3. Guinee-Bissau en de EU
stellen elkaar onverwijld in kennis van iedere storing van een
informaticasysteem. De met de uitvoering van de overeenkomst verband houdende
informatie en documenten worden dan automatisch vervangen door hun papieren
versie overeenkomstig de in de bijlage vastgestelde bepalingen. Artikel
12
Vertrouwelijkheid van de gegevens Guinee-Bissau verbindt zich ertoe dat alle in
het kader van de overeenkomst verkregen nominatieve gegevens over de EU-vaartuigen
en hun visserijactiviteiten te allen tijde strikt worden behandeld
overeenkomstig de principes van vertrouwelijkheid en bescherming van gegevens. Artikel 13
Geldend nationaal recht 1. De activiteiten van de
vissersvaartuigen van de Europese Unie die in de wateren van Guinee-Bissau
actief zijn, vallen onder het recht van Guinee-Bissau, tenzij in de partnerschapsovereenkomst
inzake visserij of in dit protocol en de daarbij horende bijlage en aanhangsels
anders is bepaald. 2. De autoriteiten van Guinee-Bissau
informeren de Europese Commissie over iedere wetswijziging of nieuwe wetgeving
op het gebied van de visserij. Artikel 14
Schorsing en herziening van de betaling van de
financiële tegenprestatie 1. De financiële tegenprestatie
als bedoeld in artikel 2, lid 2, onder a) en b), kan na overleg in de Gemengde
Commissie worden herzien of opgeschort, als aan een of meer van de volgende
voorwaarden is voldaan: (a)
er doen zich abnormale omstandigheden, andere dan
natuurlijke fenomenen, voor waardoor in de EEZ van Guinee-Bissau geen
visserijactiviteiten kunnen plaatsvinden; (b)
ten gevolge van ingrijpende wijzigingen van de
beleidsoriëntaties die tot de sluiting van dit protocol hebben geleid, verzoekt
één van beide partijen om de herziening van deze bepalingen met het oog op de
eventuele wijziging ervan; (c)
de Europese Unie constateert dat in Guinee-Bissau
sprake is van schending van de essentiële en fundamentele elementen van de
mensenrechten en de democratische beginselen als bedoeld in artikel 9 van de overeenkomst
van Cotonou. 2. De Europese Unie behoudt
zicht het recht voor om de betaling van de in artikel 2, lid 2, onder b),
bedoelde specifieke financiële tegenprestatie geheel of gedeeltelijk te herzien
of op te schorten: (a)
wanneer bij een door de Gemengde Commissie
uitgevoerde evaluatie blijkt dat de bereikte resultaten niet met de
programmering overeenkomen, en/of (b)
in geval van niet-benutting van deze financiële
tegenprestatie. 3. Nadat beide partijen zijn
geraadpleegd en onderling overeenstemming hebben bereikt, wordt de betaling van
de financiële tegenprestatie hervat zodra de aan de in lid 1 genoemde
gebeurtenissen voorafgaande situatie is hersteld en/of wanneer de resultaten
van de in lid 2 bedoelde financiële uitvoering dat rechtvaardigen. De in
artikel 2, lid 2, onder b), bedoelde specifieke financiële tegenprestatie kan
evenwel slechts worden betaald tot uiterlijk zes maanden na het verstrijken van
het protocol. 4. De aan Europese
vaartuigen verleende vismachtigingen kunnen worden geschorst voor een periode
gelijk aan de duur van de schorsing van de betaling van de in artikel 2, lid 2,
onder a), vastgestelde financiële tegenprestatie. In geval van hervatting wordt
de geldigheid van deze vismachtigingen verlengd voor een periode gelijk aan de
duur van de schorsing van de visserijactiviteiten. Artikel 15
Schorsing van de tenuitvoerlegging van het protocol 1. De toepassing van dit protocol
kan op initiatief van één van beide partijen na overleg in de Gemengde
Commissie worden opgeschort als aan een of meer van de volgende voorwaarden is
voldaan: (a)
er doen zich abnormale omstandigheden, andere dan
natuurlijke fenomenen, voor waardoor in de EEZ van Guinee-Bissau geen
visserijactiviteiten kunnen plaatsvinden; (b)
ten gevolge van ingrijpende wijzigingen van de
beleidsoriëntaties die tot de sluiting van dit protocol hebben geleid, verzoekt
één van beide partijen om de herziening van deze bepalingen met het oog op de
eventuele wijziging ervan; (c)
één van beide partijen schendt de essentiële en
fundamentele elementen van de mensenrechten en de democratische beginselen als
bedoeld in artikel 9 van de Overeenkomst van Cotonou; (d)
er is sprake van een probleem bij de betaling van
de in artikel 2, lid 2, onder a), bedoelde financiële tegenprestatie door de
Europese Unie om andere redenen dan die waarin is voorzien in artikel 14 van
dit protocol; (e)
er doet zich een blijvend geschil voor tussen
de partijen dat niet kon worden opgelost binnen de Gemengde Commissie; (f)
een van beide partijen leeft de bepalingen van dit protocol
niet na. 2. Wanneer de toepassing van het
protocol om andere dan de in bovenstaand lid 1, onder c), genoemde redenen
wordt opgeschort, meldt de betrokken partij haar voornemen hiertoe schriftelijk
en ten minste drie maanden vóór de datum van inwerkingtreding van de opschorting. De opschorting van het protocol om in lid 1, onder c),
genoemde redenen is onmiddellijk na het besluit tot opschorting van toepassing. 3. Bij schorsing blijven de
partijen in onderling overleg streven naar een minnelijke schikking van het
geschil. Wanneer zij daarin slagen, wordt de toepassing van het protocol hervat
en wordt het bedrag van de financiële tegenprestatie evenredig en pro rata
temporis verlaagd, overeenkomstig de duur van de periode waarin de
toepassing van het protocol is opgeschort. Artikel
16
Duur Het onderhavige protocol en de bijlage daarbij
zijn van toepassing voor een periode van drie jaar vanaf de voorlopige
toepassing overeenkomstig artikel 18, tenzij het overeenkomstig artikel 17
wordt opgezegd. Artikel
17
Opzegging 1. In geval van opzegging van
dit protocol stelt de betrokken partij de andere partij ten minste zes maanden
vóór de datum waarop de opzegging in werking treedt, schriftelijk in kennis van
haar voornemen om het protocol op te zeggen. 2. Door de kennisgeving als bedoeld
in lid 1 te versturen wordt overleg tussen de partijen geopend. Artikel
18
Voorlopige toepassing Dit protocol is voorlopig van toepassing met
ingang van de datum van ondertekening. Artikel 19
Inwerkingtreding Het onderhavige protocol
en de bijlage erbij treden in werking op de datum waarop de partijen elkaar de
voltooiing van de in dit verband te volgen procedures hebben gemeld. BIJLAGE I VOORWAARDEN VOOR DE UITOEFENING VAN DE VISSERIJ DOOR VAARTUIGEN VAN DE
EUROPESE UNIE IN DE VISSERIJZONE VAN GUINEE-BISSAU HOOFDSTUK I Algemene bepalingen 1. Aanwijzing van de
bevoegde autoriteit 1. Voor de toepassing van deze
bijlage wordt met elke verwijzing naar een bevoegde autoriteit van de Europese
Unie (EU) of Guinee-Bissau, tenzij anders bepaald, het volgende bedoeld: i. voor de EU: de Europese Commissie, in
voorkomend geval via de delegatie van de EU in Guinee-Bissau; ii. voor Guinee-Bissau: het
overheidsdepartement dat belast is met de visserij. 2. Nationale EEZ Guinee-Bissau stelt de EU vóór de inwerkingtreding
van het protocol in kennis van de geografische coördinaten van zijn EEZ en van
de basislijnen. 3. Aanwijzing van een
plaatselijke zaakgelastigde EU-vaartuigen, behalve vaartuigen voor de
tonijnvisserij, die in het kader van dit protocol een vismachtiging willen
aanvragen, moeten worden vertegenwoordigd door een in Guinee-Bissau
verblijvende gemachtigde agent. 4. Bankrekening Guinee-Bissau stelt de EU vóór de
inwerkingtreding van het protocol in kennis van de gegevens van de
bankrekening(en) waarnaar de financiële bedragen moeten worden overgemaakt die
in het kader van de overeenkomst voor de vissersvaartuigen moeten worden
betaald. De aan de bankoverdrachten verbonden kosten zijn voor rekening van de
reders. HOOFDSTUK II Vismachtigingen 1. Voorwaarden voor de
afgifte van een vismachtiging – in aanmerking komende vaartuigen De in artikel 6 van de overeenkomst bedoelde
vismachtigingen worden afgegeven op voorwaarde dat het vaartuig is ingeschreven
in het register van vissersvaartuigen van de EU en dat alle verplichtingen van
de reder, de kapitein of het vaartuig zelf uit hoofde van eerdere
visserijactiviteiten in Guinee-Bissau in het kader van de overeenkomst zijn
nagekomen. 2. Aanvraag van een
vismachtiging 2.1 De EU dient ten minste 20
dagen vóór het begin van de aangevraagde geldigheidsduur bij Guinee-Bissau een
vismachtigingsaanvraag in voor elk vaartuig dat in het kader van de overeenkomst
wenst te vissen, met gebruikmaking van het formulier in het aanhangsel. 2.2 Elke eerste
vismachtigingsaanvraag in het kader van het huidige protocol en elke aanvraag
naar aanleiding van een technische wijziging aan het vaartuig moet vergezeld
gaan van: i. het bewijs van betaling van de
forfaitaire visrechten voor de geldigheidsduur van de vismachtiging; ii. in voorkomend geval de naam en het
adres van de plaatselijke gemachtigde agent; iii. voor de trawlers, het bewijs van
betaling vooraf van de forfaitaire bijdrage in de kosten voor de waarnemer; iv. voor de trawlers, het door de
vlaggenstaat afgegeven attest van de tonnage van het vaartuig; v. voor de trawlers, het
conformiteitsattest dat Guinee-Bissau heeft afgegeven na een technische
inspectie van het vaartuig; vi. ieder ander in het kader van de overeenkomst
vereist document. 2.3 Voor vaartuigen waarvan de technische kenmerken niet zijn gewijzigd,
gaat de aanvraag tot verlenging van een vismachtiging in het kader van het
huidige protocol uitsluitend vergezeld van het bewijs van betaling van het
visrecht en, in voorkomend geval, de forfaitaire bijdrage in de kosten voor de
waarnemer. 3. Vooraf te betalen
forfaitair visrecht 3.1 Het bedrag van het forfaitaire
visrecht wordt bepaald op basis van het jaarlijks percentage zoals voor elke
categorie van vaartuigen is vastgesteld in de technische notities in het
aanhangsel aan de onderhavige bijlage. Het omvat alle nationale en lokale
belastingen, met uitzondering van de havengelden en de kosten van geleverde
diensten. 3.2 Bij vismachtigingen met een
geldigheidsduur van minder dan een jaar wordt het bedrag van het forfaitaire
visrecht naar rata van de aangevraagde geldigheidsduur aangepast. Het bedrag
wordt in voorkomend geval verhoogd met de opslag die volgens de tabel in de
desbetreffende technische notities verschuldigd is voor een periode van drie en
van zes maanden. 4. Voorlopige lijst van
vaartuigen die mogen vissen 4.1 Onmiddellijk na de ontvangst
van de vismachtigingsaanvragen stelt Guinee-Bissau voor elke categorie van
vaartuigen een voorlopige lijst van aanvragende vaartuigen op. Deze lijst wordt
onverwijld aan de nationale autoriteit voor visserijcontrole en aan de EU
meegedeeld. 4.2 De EU zendt de voorlopige
lijst door naar de reder of de gemachtigde agent. Wanneer de kantoren van de EU
gesloten zijn, kan Guinee-Bissau de voorlopige lijst rechtstreeks aan de reder
of zijn gemachtigde agent afgeven, met een kopie aan de EU. 5. Afgifte van de
vismachtiging 5.1 Guinee-Bissau doet de
vismachtiging binnen 20 dagen na ontvangst van het volledige aanvraagdossier
toekomen aan de EU. 5.2 Wordt een vismachtiging
verlengd tijdens de geldigheidsduur van het protocol, dan moet de nieuwe
vismachtiging een duidelijke verwijzing naar de oorspronkelijke bevatten. 5.3 De EU zendt de vismachtiging
door naar de reder of de gemachtigde agent. Wanneer de kantoren van de EU
gesloten zijn, kan Guinee-Bissau de vismachtiging rechtstreeks aan de reder of
zijn gemachtigde agent afgeven, met een kopie aan de EU. 6. Lijst van vaartuigen
die mogen vissen Onmiddellijk na de afgifte van de
vismachtiging stelt Guinee-Bissau voor elke categorie van vaartuigen de
definitieve lijst van vaartuigen op die in de visserijzone van Guinee-Bissau
mogen vissen. Deze lijst wordt onmiddellijk aan de nationale autoriteit voor
visserijcontrole en aan de EU meegedeeld en vervangt de hierboven vermelde
voorlopige lijst. 7. Geldigheidsduur van de
vismachtiging 7.1 De vismachtigingen hebben een
geldigheidsduur van drie maanden, zes maanden of een jaar. 7.2 Voor de bepaling van het begin
van de geldigheidstermijn wordt onder jaarlijkse periode verstaan: i. in het eerste toepassingsjaar van het protocol,
de periode tussen de datum van inwerkingtreding ervan en 31 december van
hetzelfde jaar; ii. vervolgens elk volledig kalenderjaar; iii. in het laatste toepassingsjaar van het protocol,
de periode tussen 1 januari en de datum waarop het protocol afloopt. 7.3 Een geldigheidstermijn van
drie maanden of zes maanden gaat in op de eerste dag van de maand.
Vismachtigingen gelden echter niet langer dan tot en met 31 december van
het jaar waarin zij zijn afgegeven. 8. Aan boord houden van de
vismachtiging 8.1 De vismachtiging moet
permanent aan boord worden gehouden. 8.2 De vaartuigen voor de
tonijnvisserij en met de drijvende beug zijn evenwel gemachtigd te vissen zodra
ze zijn ingeschreven op de hierboven vermelde voorlopige lijst. Zolang geen
vismachtiging is afgegeven, moet de voorlopige lijst permanent aan boord worden
gehouden. 9. Overdracht van de
vismachtiging 9.1 De vismachtiging wordt voor
een bepaald vaartuig opgesteld en is niet overdraagbaar. 9.2 In geval van overmacht en op
verzoek van de EU wordt de vismachtiging evenwel vervangen door een nieuwe
machtiging die wordt afgegeven op naam van een gelijksoortig vaartuig als het
te vervangen vaartuig. 9.3 In geval van overdracht wordt
de te vervangen vismachtiging door de reder of zijn gemachtigde agent in
Guinee-Bissau teruggegeven en stelt Guinee-Bissau onverwijld een
vervangingsmachtiging op. Nadat de te vervangen machtiging is teruggegeven,
wordt onverwijld een vervangingsmachtiging aan de reder of aan zijn gemachtigde
agent afgegeven. De vervangingsmachtiging gaat in op de dag dat de te vervangen
machtiging wordt teruggegeven. 9.4 Bij de trawlers wordt, indien
de brutoregistertonnage (brt) van het vervangende vaartuig groter is dan die
van het te vervangen vaartuig, het aanvullende deel van het visrecht berekend
naar rata van het verschil in tonnage en de resterende geldigheidsduur. Deze
aanvullende vergoeding wordt door de reder betaald bij de overdracht van de
vismachtiging. 9.5 Guinee-Bissau werkt de lijst
van gemachtigde vaartuigen onverwijld bij. De nieuwe lijst wordt onmiddellijk
aan de nationale autoriteit voor visserijcontrole en aan de EU meegedeeld. 10. Ondersteuningsvaartuigen 10.1 Op verzoek van de EU machtigt
Guinee-Bissau de EU-vaartuigen met een vismachtiging zich te laten bijstaan
door ondersteuningsvaartuigen. Ondersteuningsvaartuigen moeten de vlag van een
lidstaat van de EU voeren of deel uitmaken van een Europese onderneming, en
mogen niet zijn uitgerust voor de beoefening van de visserij. 10.2 Guinee-Bissau stelt de lijst
van gemachtigde ondersteuningsvaartuigen op en deelt deze onverwijld mee aan de
nationale autoriteit voor visserijcontrole en aan de EU. 10.3 Daartoe moeten de
ondersteuningsvaartuigen over een overeenkomstig het recht van Guinee-Bissau
afgegeven machtiging beschikken. 11. Technische inspectie
(trawlers) 11.1 Overeenkomstig de vigerende
regelgeving van Guinee-Bissau meldt elke EU-trawler zich eens per jaar, alsmede
na een wijziging van de tonnage van het vaartuig, alsmede wanneer het gebruik
van andere soorten vistuig tot een verandering van de visserijtak leidt, in een
haven van Guinee-Bissau voor een technische inspectie. 11.2 De technische inspectie heeft
tot doel na te gaan of de technische kenmerken van het vaartuig en het vistuig
aan boord conform de regelgeving zijn en of de bepalingen inzake de
aanmonstering van de nationale bemanning in acht zijn genomen. 11.3 Guinee-Bissau verricht de
technische inspectie verplicht binnen 48 uur na aankomst van de trawler in de
haven. 11.4 Na de technische controle geeft
Guinee-Bissau aan de kapitein van het vaartuig onverwijld een
conformiteitsattest af, met een kopie aan de EU. 11.5 Het conformiteitsattest heeft
een geldigheidsduur van één jaar. Er is echter een nieuw
conformiteitsattest vereist, telkens wanneer wordt overgestapt naar de
garnaalvisserij of deze visserij wordt opgegeven. Een nieuw conformiteitsattest
is eveneens nodig wanneer het vaartuig de EEZ van Guinee-Bissau voor een
periode van meer dan 45 dagen verlaat. 11.6 Het conformiteitsattest wordt
permanent aan boord gehouden. 11.7 De kosten van een technische
inspectie komen voor rekening van de reder en zijn gelijk aan het bedrag zoals
vastgesteld in de tabel die is opgenomen in de wetgeving van Guinee-Bissau. Zij
mogen niet hoger zijn dan de bedragen die voor dezelfde dienst worden betaald
door nationale vaartuigen of door vaartuigen die de vlag van een derde land
voeren. HOOFDSTUK III Technische maatregelen 1. In de technische notities in het
aanhangsel aan de onderhavige bijlage worden per visserijtak de voor de
visserijzone, het vistuig en de bijvangsten geldende technische maatregelen
voor vaartuigen met een vismachtiging vastgesteld. 2. Alle aanbevelingen van de
ICCAT worden door de vaartuigen voor de tonijnvisserij en de vaartuigen voor de
visserij met de drijvende beug in acht genomen. HOOFDSTUK IV Vangstaangiften 1. Visserijlogboek 1.1 De kapitein van een
EU-vaartuig dat in het kader van de overeenkomst vist, houdt een
visserijlogboek bij waarvan het model voor elke visserijtak is opgenomen in het
aanhangsel aan de onderhavige bijlage. Het visserijlogboek wordt door de
kapitein ingevuld voor elke dag waarop het vaartuig aanwezig is in de
visserijzone van Guinee-Bissau. 1.2 De kapitein noteert elke dag
de gevangen en aan boord gehouden hoeveelheid van elke soort (die wordt
aangeduid met de FAO-drielettercode) in het visserijlogboek, uitgedrukt in
kilogram levend gewicht, of in voorkomend geval, in aantal exemplaren. Voor de
belangrijkste soorten vermeldt de kapitein ook de nulvangsten. 1.3 In voorkomend geval noteert de
kapitein elke dag ook de teruggegooide hoeveelheden van elke soort in het
visserijlogboek, uitgedrukt in kilogram levend gewicht of, in voorkomend geval,
in aantal exemplaren. 1.4 Het visserijlogboek wordt
leesbaar ingevuld, in hoofdletters, en ondertekend door de kapitein. 1.5 De kapitein is
verantwoordelijk voor de juistheid van de in het visserijlogboek vermelde
gegevens. 2. Vangstaangiften 2.1 De kapitein meldt de vangsten
van het vaartuig door toezending aan Guinee-Bissau van de tijdens de
aanwezigheid in de visserijzone van Guinee-Bissau ingevulde visserijlogboeken. 2.2 De visserijlogboeken worden
als volgt toegezonden: i. wanneer een haven van Guinee-Bissau
wordt aangedaan, wordt het origineel van elk visserijlogboek aan de
plaatselijke vertegenwoordiger in Guinee-Bissau toegezonden, die een
schriftelijke ontvangstbevestiging zendt; ii. wanneer de visserijzone van
Guinee-Bissau wordt verlaten zonder dat vooraf een haven van Guinee-Bissau is
aangedaan, wordt het origineel van elk visserijlogboek verzonden binnen 14
dagen na aankomst in een andere haven, en in ieder geval binnen 30 dagen na het
verlaten van de visserijzone van Guinee-Bissau; (a)
bij een schrijven aan Guinee-Bissau; (b)
per fax, op het door Guinee-Bissau meegedeelde
nummer; (c)
of per e-mail. 2.3 Zodra Guinee-Bissau de
vangstaangiften per e-mail kan ontvangen, verzendt de kapitein de
visserijlogboeken naar Guinee-Bissau, met name naar het door Guinee-Bissau
meegedeelde e-mailadres. Guinee-Bissau verzendt per omgaande een
ontvangstbevestiging per e-mail. 2.4 De kapitein doet de EU een
kopie van alle visserijlogboeken toekomen. Voor vaartuigen voor de
tonijnvisserij en vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug doet de
kapitein ook aan één van de volgende wetenschappelijke instellingen een kopie
van al zijn visserijlogboeken toekomen: i. IRD (Institut de recherche pour le
développement), ii. IEO (Instituto Español de Oceanografia)
of iii. INIAP (Instituto Nacional de
investigação agrária e das Pescas). 2.5 Wanneer het vaartuig tijdens
de geldigheidsduur van zijn vismachtiging terugkeert naar de visserijzone van
Guinee-Bissau, geeft dit aanleiding tot een nieuwe activiteiten- en
vangstaangifte. 2.6 Worden de bepalingen van dit
hoofdstuk niet nageleefd, dan kan Guinee-Bissau de vismachtiging van het
betrokken vaartuig schorsen totdat de ontbrekende vangsten zijn aangegeven, en
de reder de sanctie opleggen waarin de geldende nationale wetgeving voorziet.
In geval van recidive kan Guinee-Bissau de verlenging van de vismachtiging
weigeren. Guinee-Bissau stelt de EU onverwijld in kennis van iedere in dit
verband toegepaste sanctie. 3. Overgang naar een
elektronisch systeem Vanaf 1 januari 2013 worden de gegevens over
de in het kader van de overeenkomst verrichte visserijactiviteiten door de
EU-vaartuigen elektronisch overeenkomstig de voorschriften van het aanhangsel
aan deze bijlage geregistreerd en aan Guinee-Bissau meegedeeld. 4. Afrekening van de
visrechten voor vaartuigen voor de tonijnvisserij en vaartuigen voor de
visserij met de drijvende beug 4.1 Op basis van de door de
bovenvermelde wetenschappelijke instellingen bevestigde vangstaangiften stelt
de EU voor elk vaartuig voor de tonijnvisserij en voor elk vaartuig voor de
visserij met de drijvende beug een definitieve afrekening van de voor het
visseizoen van het voorgaande kalenderjaar verschuldigde visrechten vast. 4.2 De EU presenteert deze
definitieve afrekening aan Guinee-Bissau en de reder vóór 15 juni van het jaar
dat volgt op het jaar waarin de vangsten zijn gedaan. 4.3 Valt de definitieve afrekening
hoger uit dan het voor het verkrijgen van de vismachtiging betaalde forfaitaire
visrecht, dan maakt de reder het saldo onverwijld aan Guinee-Bissau over. Is
het bedrag van de definitieve afrekening kleiner dan het betaalde forfaitaire
visrecht, dan wordt het verschil niet aan de reder terugbetaald. HOOFDSTUK V Aanlandingen en overladingen 1. De kapitein van een
EU-vaartuig die vangsten wil aanlanden in een haven van Guinee-Bissau, of in
een visserijzone van Guinee-Bissau gedane vangsten wil overladen, moet
Guinee-Bissau ten minste 24 uur vóór de aanlanding of overlading in kennis
stellen van: (a)
de naam van het vissersvaartuig waaruit wordt
aangeland of overgeladen, (b)
de haven van aanlanding of overlading, (c)
de datum en het verwachte tijdstip van aanlanding
of overlading, (d)
de hoeveelheid (uitgedrukt in kilogram levend
gewicht, of in voorkomend geval, in aantal exemplaren) van elke aan te landen
of over te laden soort (aangeduid met de FAO-drielettercode), (e)
in geval van overlading, de naam van het
ontvangende vaartuig. 2. In geval van overlading moet
de kapitein zich ervan verzekeren dat het ontvangende vaartuig over een door de
bevoegde autoriteiten afgegeven machtiging voor deze activiteit beschikt. 3. De overlading moet
plaatsvinden op de rede van een haven van Guinee-Bissau. Overlading op zee is
verboden. 4. Worden deze bepalingen niet
nageleefd, dan worden de daartoe in de wetgeving van Guinee-Bissau vastgestelde
sancties toegepast. HOOFDSTUK VI Satellietvolgsysteem (VMS) 1. Positieberichten van
vaartuigen – VMS-systeem 1.1 Tijdens hun aanwezigheid in de
visserijzone van Guinee-Bissau moeten EU-vaartuigen met een vismachtiging zijn
uitgerust met een satellietvolgsysteem (Vessel Monitoring System – VMS) dat hun
positie automatisch en permanent (om het uur) meedeelt aan het
visserijcontrolecentrum (Fisheries Monitoring Center – FMC) van hun
vlaggenstaat. 1.2 Elk positiebericht moet i. de volgende gegevens
bevatten: (a)
de identificatiegegevens van het betrokken
vaartuig, (b)
de laatste geografische positie van het vaartuig
(lengtegraad, breedtegraad), met een foutenmarge van ten hoogste 500 meter en
een betrouwbaarheidsinterval van 99%, (c)
de datum en het tijdstip van de registratie van de
positie, (d)
de snelheid en de vaarrichting van het vaartuig; ii. geconfigureerd zijn volgens
het formaat in het aanhangsel. 1.3 De bij het binnenvaren van de
visserijzone van Guinee-Bissau geregistreerde positie wordt aangeduid met de
code "ENT". Alle daaropvolgende posities worden aangeduid met de code
"POS", met uitzondering van de eerste na het verlaten van de
visserijzone van Guinee-Bissau geregistreerde positie, die wordt aangeduid met
de code "EXI". 1.4 Het FMC van de vlaggenstaat
zorgt ervoor dat de positieberichten automatisch worden verwerkt en, in
voorkomend geval, elektronisch worden doorgestuurd. De positieberichten moeten
op een beveiligde manier worden geregistreerd en drie jaar lang worden bewaard. 2. Melding van
positieberichten bij uitval van het VMS-systeem 2.1 De kapitein verzekert er zich
te allen tijde van dat het VMS-systeem van zijn vaartuig volledig operationeel
is en dat de positieberichten correct worden doorgestuurd naar het FMC van de
vlaggenstaat. 2.2 Bij uitval wordt het
VMS-systeem van het vaartuig binnen één maand hersteld of vervangen. Als het na
deze termijn nog niet is hersteld, dan mag het vaartuig niet meer in de zone
van Guinee-Bissau vissen. 2.3 Vaartuigen die in de
visserijzone van Guinee-Bissau met een defect VMS-systeem vissen, sturen hun
positieberichten ten minste om de vier uur per e-mail, per radio of per fax
door aan het FMC van de vlaggenstaat, met opgave van alle onder 1.2 genoemde
gegevens. 3. Beveiligde transmissie
van de positieberichten aan het FMC van Guinee-Bissau 3.1 Zodra Guinee-Bissau een
operationeel FMC heeft ingevoerd, stuurt het FMC van de vlaggenstaat de
positieberichten van de betrokken vaartuigen automatisch door naar het FMC van
Guinee-Bissau. De FMC's van de vlaggenstaat en Guinee-Bissau wisselen hun
e-mailadres uit en stellen elkaar onverwijld in kennis van iedere wijziging
daarvan. 3.2 De transmissie van de
positieberichten tussen de FMC's van de vlaggenstaat en Guinee-Bissau gebeurt
elektronisch via een beveiligd communicatiesysteem. 3.3 Het FMC van Guinee-Bissau en
het FMC van de vlaggenstaat stellen elkaar wederzijds en onverwijld in kennis
van iedere onderbreking in de ontvangst van de opeenvolgende positieberichten
van een vaartuig met een vismachtiging dat niet heeft gemeld dat het de
visserijzone zou verlaten. 4. Slechte werking van het
communicatiesysteem 4.1 Guinee-Bissau verzekert zich
ervan dat zijn elektronische uitrusting compatibel is met die van het FMC van
de vlaggenstaat en stelt de EU onverwijld in kennis van elk probleem bij de
transmissie en de ontvangst van positieberichten met het oog op een zo spoedig
mogelijke technische oplossing. Eventuele geschillen worden door de Gemengde
Commissie beslecht. 4.2 De kapitein wordt
verantwoordelijk geacht voor iedere bewezen manipulatie van het VMS-systeem van
het vaartuig die tot doel heeft de werking ervan te verstoren of de
positieberichten te vervalsen. Inbreuken worden bestraft met de in de wetgeving
van Guinee-Bissau vastgestelde sancties. 5. Herziening van de
frequentie van de positieberichten 5.1 Op basis van gefundeerde
aanwijzingen voor een overtreding kan Guinee-Bissau het FMC van de
vlaggenstaat, met kopie aan de EU, verzoeken het interval voor het versturen
van de positieberichten van een vaartuig voor een bepaalde onderzoeksperiode te
beperken tot dertig minuten. Guinee-Bissau moet deze stavingselementen
overleggen aan het FMC van de vlaggenstaat en aan de EU. Het FMC van de
vlaggenstaat stuurt de positieberichten onverwijld volgens de beperkte
frequentie door naar Guinee-Bissau. Guinee-Bissau stelt het FMC van de
vlaggenstaat en de EU onmiddellijk in kennis van het einde van de
inspectieprocedure. 5.2 Aan het eind van de
onderzoeksperiode stelt Guinee-Bissau het FMC van de vlaggenstaat en de EU in
kennis van de eventuele follow-up. HOOFDSTUK VII Controle 1. Binnenvaren en verlaten
van de zone 1.1 Telkens wanneer een
EU-vaartuig met een vismachtiging de visserijzone van Guinee-Bissau binnenvaart
of verlaat, moet dit 24 uur van tevoren aan Guinee-Bissau worden gemeld. Voor
vaartuigen voor de tonijnvisserij en vaartuigen voor de visserij met de
drijvende beug bedraagt deze termijn slechts zes uur. 1.2 Bij de melding van het
binnenvaren of verlaten van de visserijzone deelt het vaartuig met name de
volgende gegevens mee: i. verwachte datum, tijd en plaats; ii. de aan boord gehouden hoeveelheid van
elke soort (aangeduid met de FAO-drielettercode), uitgedrukt in kilogram levend
gewicht, of in voorkomend geval, in aantal exemplaren; iii. de aanbiedingsvorm van de producten. 1.3 De kennisgeving gebeurt bij
voorkeur per e-mail, of indien dat niet mogelijk is, per fax of per radio, op
een e-mailadres, oproepnummer of radiofrequentie zoals meegedeeld door
Guinee-Bissau. Guinee-Bissau stelt de betrokken vaartuigen en de EU onverwijld
in kennis van elke wijziging van e-mailadressen, het oproepnummer of de
radiofrequentie. 1.4 Een vaartuig dat in de
visserijzone van Guinee-Bissau aan het vissen is zonder zijn aanwezigheid
vooraf te hebben gemeld, wordt beschouwd als een vaartuig dat zonder machtiging
vist. 2. Inspecties 2.1 De kapitein van een vaartuig
van de Europese Unie dat in de wateren van Guinee-Bissau vist, moet elke
gemachtigde ambtenaar van Guinee-Bissau die met de inspectie van de
visserijactiviteiten is belast, het aan boord gaan toestaan en vergemakkelijken
en hem bijstaan bij het vervullen van zijn taken. 2.2 Deze ambtenaren mogen niet
langer aan boord blijven dan voor het uitvoeren van hun taken nodig is. 2.3 Na elke inspectie wordt aan de
kapitein van het vaartuig een officieel inspectieverslag afgegeven. HOOFDSTUK VIII Inbreuken 1. Behandeling van
inbreuken 1.1 Iedere inbreuk door een
EU-vaartuig met een vismachtiging op de onderhavige bijlage moet worden vermeld
in een inspectieverslag. 1.2 De ondertekening van het
inspectieverslag door de kapitein laat het recht van verweer van de reder tegen
de betrokken inbreuk onverlet. 2. Aanhouding van het
vaartuig - Informatievergadering 2.1 Wanneer de nationale wetgeving
daar voor de betrokken inbreuk in voorziet, kan elk EU-vaartuig dat een inbreuk
begaat, worden verplicht zijn visserijactiviteit te beëindigen en, wanneer het
vaartuig zich op zee bevindt, zich naar een haven van Guinee-Bissau te begeven. 2.2 Guinee-Bissau stelt de EU
uiterlijk binnen 48 uur in kennis van iedere aanhouding van een EU-vaartuig met
een vismachtiging. Deze kennisgeving gaat vergezeld van bewijsmateriaal
betreffende de betrokken inbreuk. 2.3 Alvorens tegen het vaartuig,
de kapitein of de lading maatregelen te nemen, met uitzondering van maatregelen
voor het veiligstellen van bewijsstukken, belegt Guinee-Bissau op verzoek van
de EU, binnen één werkdag na de kennisgeving van de aanhouding van het
vaartuig, een informatievergadering om de feiten die hebben geleid tot de
aanhouding van het vaartuig, toe te lichten en de eventuele verdere maatregelen
uiteen te zetten. Aan deze informatievergadering kan een vertegenwoordiger van
de vlaggenstaat deelnemen. 3. Vervolging van de
inbreuk – Schikkingsprocedure 3.1 De op de inbreuk toe te passen
sanctie wordt door Guinee-Bissau volgens de bepalingen van de geldende
nationale wetgeving vastgesteld. 3.2 Wanneer de afhandeling van de
inbreuk een gerechtelijke procedure impliceert, wordt voor de lancering ervan
een schikkingsprocedure tussen Guinee-Bissau en de EU ingeleid om de aard en de
hoogte van de sanctie te bepalen. Aan deze schikkingsprocedure kan een
vertegenwoordiger van de vlaggenstaat van het vaartuig deelnemen. De
schikkingsprocedure wordt uiterlijk 4 dagen na de kennisgeving van de
aanhouding van het vaartuig afgesloten. 4. Gerechtelijke procedure
- Bankgarantie 4.1 Indien geen minnelijke
schikking tot stand komt en de inbreuk aan de bevoegde gerechtelijke instantie
wordt voorgelegd, stelt de reder van het vaartuig dat de inbreuk heeft begaan,
een bankgarantie bij een door Guinee-Bissau opgegeven bank waarvan het bedrag,
dat door Guinee-Bissau wordt vastgesteld, de kosten van de aanhouding, de
geschatte boetesom en de eventuele compenserende vergoedingen dekt. De
bankgarantie wordt niet vrijgegeven voordat de gerechtelijke procedure is voltooid. 4.2 De bankgarantie wordt
vrijgegeven en onmiddellijk na de uitspraak van het vonnis aan de reder
terugbetaald: (a)
in haar geheel, wanneer geen sanctie wordt
opgelegd, (b)
ten bedrage van het saldo, wanneer de boetesom
lager uitvalt dan de bankgarantie. 4.3 Guinee-Bissau stelt de EU
binnen 8 dagen na de uitspraak van het vonnis in kennis van de resultaten van
de gerechtelijke procedure. 5. Vrijgave van het
vaartuig Het vaartuig en de kapitein ervan mogen de
haven verlaten zodra de uit de schikkingsprocedure voortvloeiende sanctie is
vereffend of zodra de bankgarantie is gesteld. HOOFDSTUK IX Aanmonstering van zeelieden 1. Aantal aan te monsteren
zeelieden 1.1 Zolang de vismachtiging geldig
is, heeft elke EU-trawler het volgende aantal zeelieden uit Guinee-Bissau aan
boord: i. vier zeelieden op vaartuigen met een
capaciteit van minder dan 250 brt; ii. vijf zeelieden op vaartuigen met een
capaciteit van 250 tot en met 400 brt; iii. zes zeelieden op vaartuigen met een
capaciteit van 400 tot en met 650 brt; iv. zeven zeelieden op vaartuigen met een
capaciteit van meer dan 650 brt. 1.2 De reders van EU-vaartuigen
spannen zich in om nog meer nationale zeelieden aan te monsteren. 2. Vrije keuze van
zeelieden 2.1 Guinee-Bissau houdt een
indicatieve lijst bij van zeelieden die gekwalificeerd zijn om op EU-vaartuigen
te worden aangemonsterd. 2.2 De reder, of zijn gemachtigde
agent, kan uit deze lijst de aan te monsteren zeelieden kiezen en stelt
Guinee-Bissau in kennis van het feit dat zij deel uitmaken van de bemanning. 3. Contracten 3.1 Het arbeidscontract van de
zeelieden wordt opgesteld door de reder of zijn gemachtigde agent, en de
zeelieden, zo nodig bijgestaan door hun vakbond, in samenwerking met
Guinee-Bissau. Het bevat met name de datum en de haven van aanmonstering. 3.2 Het contract garandeert de
zeelieden de aansluiting bij de socialezekerheidsregeling die op hen in
Guinee-Bissau van toepassing is. Het omvat ook een levens-, ziekte- en
ongevallenverzekering. 3.3 De ondertekenende partijen
krijgen een kopie van het contract. 3.4 De in de verklaring van de
Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) neergelegde fundamentele rechten op het
werk zijn van toepassing op zeelieden uit Guinee-Bissau. Het gaat daarbij met
name om de vrijheid van vereniging, de effectieve erkenning van het recht op
collectieve onderhandeling en de bestrijding van discriminatie op het gebied
van werk en beroep. 4. Loon van de zeelieden 4.1 Het loon van de zeelieden uit
Guinee-Bissau komt ten laste van de reder. Het wordt vastgesteld vóór de afgifte
van de vismachtiging, in onderling overleg tussen de reder of zijn gemachtigde
agent en Guinee-Bissau. 4.2 Het loon mag niet minder
bedragen dan dat van de bemanning van de vaartuigen uit Guinee-Bissau en mag
evenmin onder de normen van de IAO liggen. 5. Verplichtingen van de
zeeman De zeeman moet zich daags vóór de in zijn
contract vermelde datum van aanmonstering melden bij de kapitein van het hem
aangewezen vaartuig. De kapitein deelt de zeeman de voor de aanmonstering
vastgestelde datum en tijd mee. Als de zeeman zich niet op de voor de
aanmonstering vastgestelde datum en tijd heeft gemeld, vervalt zijn contract.
Hij wordt dan vervangen door een andere zeeman uit Guinee-Bissau, zonder dat
dit het vertrek van het vaartuig mag vertragen. HOOFDSTUK X Waarnemers 1. Waarneming van de
visserijactiviteiten 1.1 De visserijactiviteiten van
vaartuigen met een vismachtiging vallen onder een waarnemersregeling in het
kader van de overeenkomst. 1.2 Voor vaartuigen voor de
tonijnvisserij en vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug gaan de
twee partijen zo snel mogelijk met de belanghebbende landen aan tafel zitten om
een systeem van regionale waarnemers in te voeren en de bevoegde
visserijorganisatie te kiezen. 1.3 De overige vaartuigen nemen
een waarnemer aan boord die door Guinee-Bissau is aangewezen. 2. Aangewezen vaartuigen
en waarnemers 2.1 Op het ogenblik van de afgifte
van de vismachtiging stelt Guinee-Bissau de EU en de reder of zijn gemachtigde
agent in kennis van de aangewezen vaartuigen en waarnemers, alsook van de tijd
die de waarnemer aan boord van elk vaartuig zal doorbrengen. Guinee-Bissau
stelt de EU en de reder of zijn gemachtigde agent onverwijld in kennis van
iedere wijziging in de aangewezen vaartuigen en waarnemers. 2.2 De waarnemer blijft niet
langer aan boord van het vaartuig dan nodig is om zijn taken te verrichten. 3. Forfaitaire financiële
bijdrage Bij de betaling van het visrecht maakt de
reder aan Guinee-Bissau voor elk vaartuig een forfaitair bedrag van 6 000
EUR per jaar over, welk bedrag pro rata temporis wordt aangepast al naar
gelang de duur van de vismachtiging van de aangewezen vaartuigen. 4. Loon van de waarnemer Het loon en de sociale premies voor de
waarnemer zijn voor rekening van Guinee-Bissau. 5. Voorwaarden voor het aan
boord nemen van de waarnemer 5.1 De voorwaarden voor het aan
boord nemen van de waarnemer worden door de reder of diens gemachtigde agent en
Guinee-Bissau in onderlinge overeenstemming vastgesteld. 5.2 De waarnemer wordt aan boord
als een officier behandeld. Voor zijn verblijf aan boord wordt evenwel rekening
gehouden met de technische structuur van het vaartuig. 5.3 Kost en logies van de
waarnemer aan boord van het vaartuig zijn voor rekening van de reder. 5.4 De kapitein neemt binnen de
grenzen van zijn bevoegdheid de nodige maatregelen om de fysieke en morele
veiligheid van de waarnemer te garanderen. 5.5 De waarnemer krijgt alle
faciliteiten die nodig zijn voor de uitoefening van zijn taken. Hij heeft
toegang tot de communicatiemiddelen, de documenten die verband houden met de
visserijactiviteiten van het vaartuig, met name het visserijlogboek en het
navigatieboek, en tot de delen van het vaartuig die rechtstreeks verband houden
met de uitoefening van zijn taken. 6. Verplichtingen van de
waarnemer Gedurende zijn verblijf aan boord (a)
zorgt de waarnemer ervoor dat hij de
visserijactiviteiten noch onderbreekt, noch hindert; (b)
gaat hij zorgvuldig om met de goederen en de
installaties aan boord; (c)
bewaart hij geheimhouding over alle aan het
vaartuig toebehorende documenten. 7. Aan boord nemen en van
boord gaan van de waarnemer 7.1 De waarnemer wordt in een door
de reder gekozen haven aan boord genomen. 7.2 De reder of zijn
vertegenwoordiger stelt Guinee-Bissau 10 dagen vóór het aan boord nemen van de
waarnemer in kennis van de datum, het tijdstip en de haven. Indien de waarnemer
in een ander land aan boord wordt genomen, zijn de reiskosten tot de haven van
inscheping voor rekening van de reder. 7.3 Wanneer de waarnemer niet in
een haven van Guinee-Bissau van boord gaat, zorgt de reder ervoor dat hij zo
spoedig mogelijk op zijn kosten naar Guinee-Bissau kan terugkeren. 8. Taken van de waarnemer De waarnemer verricht de volgende taken: (a)
hij observeert de visserijactiviteiten van het
vaartuig; (b)
hij verifieert de positie van het vaartuig dat aan
het vissen is; (c)
hij verricht activiteiten in het kader van
wetenschappelijke programma's, waaronder bemonsteringsactiviteiten voor
biologische doeleinden; (d)
hij noteert welk vistuig wordt gebruikt; (e)
hij verifieert de in het visserijlogboek opgenomen
gegevens over de in de visserijzone van Guinee-Bissau gedane vangsten; (f)
hij verifieert de percentages bijvangsten op basis
van hetgeen in de notities voor elke visserijtak is vastgesteld, en schat
hoeveel vangst is teruggegooid; (g)
hij deelt zijn waarnemingen ten minste eenmaal per
week per radio mee, waaronder de aan boord aanwezige hoeveelheden hoofd- en
bijvangst. 9. Verslag van de
waarnemer 9.1 Alvorens het vaartuig te
verlaten, legt de waarnemer de kapitein van het vaartuig een verslag over zijn
waarnemingen voor. De kapitein van het vaartuig mag opmerkingen toevoegen aan
het verslag van de waarnemer. Het verslag wordt ondertekend door de waarnemer
en de kapitein. De kapitein ontvangt een kopie van het verslag van de
waarnemer. 9.2 De waarnemer draagt zijn
verslag over aan Guinee-Bissau. De gegevens over de vangsten en de
teruggegooide hoeveelheden worden meegedeeld aan het wetenschappelijk instituut
(CIPA) van Guinee-Bissau, dat deze na verwerking en analyse ervan presenteert
aan het Gezamenlijk Wetenschappelijk Comité. Aanhangsels 1 - Formulier voor de aanvraag van een
visvergunning 2 - Statistische gegevens over de vangsten en
de visserijinspanning 3 - Visserijlogboek van vaartuigen voor de
tonijnvisserij 4 - Elektronische melding van de
visserijactiviteiten 5 - Mededeling van VMS-berichten aan
Guinee-Bissau 6 - Technische notities per visserijtak Aanhangsel
1 FORMULIER VOOR DE AANVRAAG VAN EEN VISVERGUNNING Door de overheid in te vullen vak || Opmerkingen Nationaliteit…………………………….….… Nummer van de vergunning……………….. Datum van ondertekening………………. … Datum van afgifte……………………………. || ……………………………………………….. ……………………………………………….. ……………………………………………….. ………………………………………………... AANVRAGER Bedrijfsnaam:.......................................................................................................................................................................... Nummer
handelsregister:...................................................................................................................................................... Voornaam en naam van
de verantwoordelijke persoon:.................................................................................................. Geboorteplaats en
–datum:................................................................................................................................................... Beroep:..................................................................................................................................................................................... Adres:...................................................................................................................................................................................... .................................................................................................................................................................................................. Aantal werknemers:............................................................................................................................................................... Naam en adres van de
gemachtigde:................................................................................................................................... VAARTUIG Vaartuigtype:...................................................................... Registratienummer:.................................................................. Nieuwe naam:..................................................................... Voormalige
naam:.................................................................... Bouwjaar en plaats
van constructie:................................................................................................................................... Oorspronkelijke nationaliteit:............................................................................................................................................... Lengte:.................................................... Breedte:......................................................... Hoogte:......................................... Brutotonnage:....................................... Nettotonnage:.............................................. Aard
constructiemateriaal:.................................................................................................................................................... Merk hoofdmotor:.................................................... Soort:................................ Vermogen
in pk:..................................... Schroef: Vast ¨ Verstelbaar ¨ Met straalbuis ¨ Snelheid:.................................................................................................................................................................................. Roepnaam:.......................................................................... Frequentie:................................................................................ Lijst van de
beschikbare opsporings-, navigatie- en communicatiemiddelen: Radar: ¨ Sonar: ¨ Sonde bovenpees (netsonde): ¨ VHF: ¨ BLU: ¨ Satellietnavigatie: ¨ Andere:................................... Aantal zeelieden:.................................................................................................................................................................... CONSERVERINGSMETHODE IJs: ¨ IJs en koeling: ¨ Invriezen: in pekel: ¨ droog: ¨ in gekoeld zeewater: ¨ Totaal koelvermogen
(in frigorieën):................................................................................................................................... Invriescapaciteit/24
uur (in tonnen):................................................................................................................................... Capaciteit van de
ruimen:...................................................................................................................................................... VISSERIJTYPE A. Demersale
visserij Demersale
visserij in de kustwateren: ¨ Demersale
visserij in volle zee: ¨ Trawltype: vangst
van koppotigen: ¨ garnaalvangst: ¨ visvangst: ¨ Lengte
van de trawl:................................................ Lengte van de
bovenpees:............................................... Maaswijdte
bij de kuil:........................................................................................................................................... Maaswijdte
bij de vleugels:.................................................................................................................................. Trawlsnelheid:......................................................................................................................................................... B. Visserij op grote pelagische soorten (tonijnvisserij) Met
de hengel: ¨ Aantal
hengels: ¨ Met
de zegen: ¨ Lengte van
het net:............................ Hoogte:................................... Aantal
tanks:......................................................................... Capaciteit
(in tonnen):.......................................... C. Beugvisserij en visserij met korven Met
de drijvende beug: ¨ Met
de grondkubbe: ¨ Lengte
van de beug:............................................................ Aantal
haken:........................................................ Aantal
beuglijnen:.................................................................................................................................................. Aantal
grondkubben:............................................................................................................................................. INSTALLATIES AAN WAL Adres en nummer van
de vergunning:............................................................................................................................... .................................................................................................................................................................................................. Bedrijfsnaam:.......................................................................................................................................................................... Activiteiten:............................................................................................................................................................................ Voor binnenlandse
handel: ¨ voor
uitvoer: ¨ Bedrijfstype en
nummer groothandelaar:........................................................................................................................... Beschrijving van de
behandelings- en conserveringsinstallaties: .................................................................................................................................................................................................. .................................................................................................................................................................................................. .................................................................................................................................................................................................. .................................................................................................................................................................................................. .................................................................................................................................................................................................. Aantal werknemers:............................................................................................................................................................... Noot: het desbetreffende
hokje aankruisen. Opmerkingen van technische aard Vergunning van het staatsministerie Aanhangsel 2 MINISTERIE VAN VISSERIJ STATISTISCHE
GEGEVENS OVER DE VANGSTEN EN DE Maand: Jaar:
VISSERIJINSPANNING Naam van het vaartuig: || || || Motorvermogen: || || || Visserijmethode: || Nationaliteit: || || || Brutotonnage (ton): || || || Aanvoerhaven: || Datum || Visserijzone || Aantal uitzetten van het net || Aantal visuren || Vissoorten Lengtegraad || Breedtegraad || || || || || || || || Totalen 1/ || || || || || || || || || || || || 2/ || || || || || || || || || || || || 3/ || || || || || || || || || || || || 4/ || || || || || || || || || || || || 5/ || || || || || || || || || || || || 6/ || || || || || || || || || || || || 7/ || || || || || || || || || || || || 8/ || || || || || || || || || || || || 9/ || || || || || || || || || || || || 10/ || || || || || || || || || || || || 11/ || || || || || || || || || || || || 12/ || || || || || || || || || || || || 13/ || || || || || || || || || || || || 14/ || || || || || || || || || || || || 15/ || || || || || || || || || || || || 16/ || || || || || || || || || || || || 17/ || || || || || || || || || || || || 18/ || || || || || || || || || || || || 19/ || || || || || || || || || || || || 20/ || || || || || || || || || || || || 21/ || || || || || || || || || || || || 22/ || || || || || || || || || || || || 23/ || || || || || || || || || || || || 24/ || || || || || || || || || || || || 25/ || || || || || || || || || || || || 26/ || || || || || || || || || || || || 27/ || || || || || || || || || || || || 28/ || || || || || || || || || || || || 29/ || || || || || || || || || || || || 30/ || || || || || || || || || || || || TOTAAL || || || || || || || || || || Aanhangsel 3 || Vismethode || || LOGBOEK VAN VAARTUIGEN VOOR DE TONIJNVISSERIJ || || Beug || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || Ringzegen || || Naam van het vaartuig: ………………………………….. Vlaggenstaat:…………………………………………….…. Registratienummer:…………………………………….…... Reder:…...………………………………………………….. Adres:……………………………………………………….................................................................................. || Tonnage (in brt): ………………………………… Capaciteit (MT): …………………………………. Kapitein: ………………………………………… Aantal bemanningsleden:……………………….. Datum van het verslag: …………………………… Auteur van het verslag:…….………………………. || || || Maand || Dag || Jaar || Haven || || || Trawl || || || || || Vertrek van het vaartuig: || || || || || || || || || Andere || || || || || Terugkeer van het vaartuig: || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || Aantal dagen op zee: || || ……… || Aantal visdagen: Aantal uitzetten: || ……………. .…………….. || Nummer visreis: || || ……………………………… || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || Datum || Sector || || || Vangsten || Gebruikt aas Dag/maand || Nummer van de uitzet || Breedtegraad N/Z || Lengtegraad O/W || Temp. opper-vlakte-water (°C) || Visserij-inspan-ning Aantal haken || Rode tonijn Thunnus maccoyi || Geelvintonijn Thunnus albacares || Grootoog-tonijn Thunnus obesus || Witte tonijn Thunnus alalunga || Zwaardvis Xiphias gladius || Gestreepte marlijn Tetrapturus audax || Zwarte marlijn Makaira indica || Zeilvis Istiophorus spp. || Gestreepte tonijn Katsuwonus pelamis || Diverse soorten || Dagtotaal || Geep || Pijlinktvis || Levend aas || Andere: || || || || || || Aan-tal || kg || Aantal || kg || Aan-tal || kg || Aan-tal || kg || Aan-tal || kg || Aan-tal || kg || Aantal || kg || Aan-tal || kg || Aantal || kg || Aan-tal || kg || Aantal || kg || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || Aangeland gewicht (kg) || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || Aanhangsel 4 Elektronische melding van de visserijactiviteiten Elektronisch
registratie- en meldsysteem 1. Elk EU-vaartuig
dat in het kader van dit protocol vist, moet zijn uitgerust met een
elektronisch registratie- en meldsysteem, hierna ERS-systeem (ERS - Electronic
Reporting System) genoemd, dat operationeel is en waarmee de gegevens over de
visserijactiviteiten, hierna ERS-gegevens genoemd, kunnen worden geregistreerd
en verzonden gedurende de gehele aanwezigheid van het vaartuig in de wateren
van Guinee-Bissau. Een Europees vaartuig dat niet met het ERS-systeem is
uitgerust of waarvan het ERS-systeem niet werkt, mag geen visserijactiviteiten
starten in de wateren van Guinee-Bissau. 2. De vlaggenlidstaat
en Guinee-Bissau zorgen ervoor dat hun nationale visserijcontrolecentrum (FMC)
is uitgerust met informatica-apparatuur en beschikt over de software die nodig
is voor een automatische transmissie van de ERS-gegevens in XML-formaat
(beschikbaar op: http://ec.europa.eu/cfp/control/codes/index_en.htm)
en voor de elektronische opslag van deze gegevens gedurende ten minste [3]
jaar. Elke wijziging of bijwerking van het formaat moet worden vastgelegd en
gedateerd en treedt na zes maanden in werking. 3. Voor de
transmissie van de ERS-gegevens wordt gebruikgemaakt van de elektronische communicatiemiddelen
die de Europese Commissie namens de EU beheert. 4. De partijen zorgen
ervoor dat de ERS-gegevens sequentieel worden geregistreerd. 5. De vlaggenlidstaat
en Guinee-Bissau zorgen ervoor dat hun FMC's onderling de relevante namen,
e-mailadressen en telefoon- en faxnummers uitwisselen. Elke latere wijziging
van deze gegevens wordt onverwijld meegedeeld. Transmissie van de
ERS-gegevens 6. Een EU-vaartuig
dat in het kader van dit protocol vist: (a)
houdt een elektronisch logboek voor elke dag waarop
het aanwezig is in de wateren van Guinee-Bissau. Elke soort wordt aangeduid met
de FAO-drielettercode, uitgedrukt in kilogram levend gewicht of zo nodig in
aantal exemplaren; (b)
deelt telkens wanneer het de wateren van
Guinee-Bissau binnenvaart of verlaat, van elke soort die in de vismachtiging
wordt vermeld, de hoeveelheid mee die zich aan boord bevindt, zulks
onverminderd het bepaalde in hoofdstuk VII; (c)
registreert de vangst in de wateren van
Guinee-Bissau per soort en per trek, met vermelding van de gevangen
hoeveelheden en de teruggooi. Voor de in de vismachtiging vermelde soorten moet
de kapitein ook de nulvangsten vermelden; (d)
registreert per soort de overgeladen en/of
aangelande hoeveelheden, zulks onverminderd het bepaalde in hoofdstuk V; (e)
verzendt de ERS-gegevens vóór 23:59 UTC
elektronisch naar het FMC van zijn vlaggenstaat. 7. De kapitein is
verantwoordelijk voor de nauwkeurigheid van de geregistreerde en verzonden
ERS-gegevens. 8. De vlaggenstaat
zorgt ervoor dat zijn FMC de ERS-gegevens onverwijld overeenkomstig de
procedures en het formaat zoals aangegeven in punt 2, doorgeeft aan het FMC van
Guinee-Bissau. 9. Het FMC van
Guinee-Bissau: a.
behandelt alle ERS-gegevens vertrouwelijk; b. zendt
de ERS-gegevens uiterlijk 48 uur na elke overlading en/of aanlanding de ERS-
gegevens naar het FMC van de vlaggenstaat van het vaartuig. Technische
mankementen 10. De
vlaggenstaat van een EU-vaartuig zorgt ervoor dat de kapitein, de eigenaar of
diens vertegenwoordiger onverwijld in kennis wordt gesteld van enig technisch
mankement van het ERS op zijn vaartuig. 11. Bij een technisch
mankement van het ERS zorgen de kapitein en/of de eigenaar ervoor dat het ERS
binnen [een maand] na het optreden van het mankement wordt gerepareerd of
vervangen. 12. Elk vaartuig dat
met een defect ERS vist, zendt het FMC van zijn vlaggenstaat elke dag vóór
23:59 UTC de ERS-gegevens toe via enig ander beschikbaar elektronisch
communicatiemiddel. Geen ontvangst van
ERS-gegevens 13. Het
FMC van Guinee-Bissau stelt het FMC van de bevoegde vlaggenstaat en de EU
onverwijld in kennis van elke onderbreking in de ontvangst van de ERS-gegevens
van een vaartuig dat in het kader van dit protocol vist. 14. Zodra
deze melding is ontvangen, onderzoekt het FMC van de vlaggenstaat onverwijld
waarom de ERS-gegevens niet zijn verzonden, en neemt het maatregelen om het
probleem op te lossen. Het FMC van de vlaggenstaat stelt het FMC van
Guinee-Bissau en de EU onverwijld in kennis van de vastgestelde oorzaken en van
de corrigerende maatregelen. 15. Het
FMC van de vlaggenstaat zendt het FMC van Guinee-Bissau onverwijld de
ontbrekende gegevens toe. 16. Als
het FMC van Guinee-Bissau uitvalt, zendt de Europese Unie Guinee-Bissau
maandelijks de geaggregeerde ERS-gegevens toe van de Europese vaartuigen die in
zijn wateren vissen. Aanhangsel
5 Mededeling van VMS-berichten aan Guinee-Bissau Data || Veldcode || Verplicht/ facultatief || Opmerkingen Begin record || SR || V || Systeemgegeven; geeft het begin van de record aan Adres || AD || V || Berichtgegeven; ISO-drielettercode van het land van bestemming Afzender || FR || V || Berichtgegeven; ISO-drielettercode van het land van verzending Recordnummer || RN || F || Berichtgegeven; volgnummer van het bericht voor het betrokken jaar Datum record || RD || F || Berichtgegeven; datum van verzending Tijdstip record || RT || F || Berichtgegeven; tijdstip van verzending Berichttype || TM || V || Berichtgegeven; berichttype: "ENT", "POS" of "EXI" Naam van het vaartuig || NA || F || Naam van het vaartuig Externe registratie || XR || F || Vaartuiggegeven; boegnummer van het vaartuig Radioroepnaam || RC || V || Vaartuiggegeven; internationale radioroepnaam van het vaartuig Naam van de kapitein || MA || V || Naam van de kapitein van het vaartuig Intern referentienummer || IR || V || Vaartuiggegeven; uniek volgnummer van het vaartuig: ISO-drielettercode van de vlaggenstaat, gevolgd door nummer Breedtegraad || LT || V || Positiegegeven; positie ± 99.999 (WGS-84) Lengtegraad || LG || V || Positiegegeven; positie ± 999.999 (WGS-84) Snelheid || SP || V || Positiegegeven; vaarsnelheid van het vaartuig, in tienden van een knoop Vaarrichting || CO || V || Positiegegeven; vaarrichting van het vaartuig, op een schaal van 360° Datum || DA || V || Positiegegeven; datum van registratie van de positie in UTC (JJJJMMDD) Tijdstip || TI || V || Positiegegeven; tijdstip van registratie van de positie in UTC (UUMM) Einde record || ER || V || Systeemgegeven; geeft het einde van de record aan Rapportageformaat De structuur van de gegevenstransmissie is als
volgt: - een dubbele schuine streep (//) en de
letters "SR" geven het begin van een bericht aan, - een dubbele schuine streep (//) en een
veldcode geven het begin van een gegeven aan, - een enkele schuine streep (/) scheidt de
veldcode en de gegevens, - gegevenparen worden gescheiden door een
spatie, - de letters "ER" en een dubbele
schuine streep (//) geven het einde van een bericht aan. Aanhangsel
6 NOTITIE 2- VISSERIJTAK 2: TRAWLERS VOOR DE GARNAALVISSERIJ 1. Visserijzone Buiten 12 zeemijl, gemeten vanaf de basislijnen, met inbegrip van de gezamenlijk beheerde zone tussen Guinee-Bissau en Senegal, die naar het noorden loopt tot azimut 268°. 2. Toegestaan vistuig 2.1 Er mag gebruik worden gemaakt van klassieke bordentrawls en van ander selectief tuig. 2.2 Er mag met de boomkor worden gevist. 2.3 Het is verboden om bij welk vistuig dan ook voorzieningen aan te brengen die de mazen van de netten versperren of de selectieve werking ervan verminderen. Om slijtage of beschadiging te voorkomen mogen echter, uitsluitend aan de onderkant van de kuil van bodemtrawls, beschermende sleeplappen in netwerk of in enig ander materiaal worden bevestigd. Deze sleeplappen mogen uitsluitend worden bevestigd aan de voorkant en de zijkanten van de kuil van bodemtrawls. Als bescherming van de bovenzijde van de trawl mogen beschermende voorzieningen worden bevestigd op voorwaarde dat zij bestaan uit een enkel stuk netwerk van hetzelfde materiaal als de kuil en dat de uitgetrokken mazen ervan ten minste 300 mm groot zijn. 2.4 Het is verboden trawls te gebruiken waarvan de kuil van enkelvoudig of koordvormig dubbel garen is vervaardigd. 3. Toegestane minimummaaswijdte 50 mm 4. Bijvangsten Overeenkomstig de regelgeving van Guinee-Bissau: 4.1 Voor vaartuigen die hun activiteit richten op de vangst van garnalen mag de totale, in de visserijzone van Guinee-Bissau gerealiseerde vangst aan het eind van een visreis voor niet meer dan 50 % uit koppotigen en vis bestaan. 4.2 Elke overschrijding van de toegestane bijvangstpercentages wordt overeenkomstig de regelgeving van Guinee-Bissau bestraft. 4.3 Beide partijen plegen overleg in de Gemengde Commissie om het toegestane percentage op basis van een aanbeveling van het Gezamenlijk Wetenschappelijk Comité aan te passen. 5. Toegestane tonnage/visrechten 5.1 Toegestaan tonnage (brt) || 3 700 brt per jaar 5.2 Visrechten in EUR per brt || 344 EUR/brt/jaar Voor driemaandelijkse of zesmaandelijkse vergunningen worden de visrechten berekend pro rata temporis en verhoogd met [4] %, respectievelijk [2,5] %. NOTITIE 3 - VISSERIJTAK 3: VAARTUIGEN VOOR DE TONIJNVISSERIJ MET DE HENGEL 1. Visserijzone 1.1 Buiten 12 zeemijl, gemeten vanaf de basislijnen, met inbegrip van de gezamenlijk beheerde zone tussen Guinee-Bissau en Senegal, die naar het noorden loopt tot azimut 268°. 1.2 Vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel mogen het levend aas vangen dat ze nodig hebben voor het uitoefenen van hun activiteiten in de visserijzone van Guinee-Bissau. 2. Toegestaan vistuig 2.1 Hengels 2.2 Ringzegen met levend aas: 16 mm 3. Bijvangst 3.1 Overeenkomstig het Verdrag inzake trekkende diersoorten en overeenkomstig de resoluties van de ICCAT is de visserij op de reuzenhaai (Cetorhinus maximus), de witte haai (Carcharodon carcharias), de grootoog-voshaai (Alopias superciliosus), hamerhaaien van de familie Sphyrnidae (met uitzondering van de kaphamerhaai), de witpunthaai (Carcharhinus longimanus) en de zijdehaai (Carcharhinus falciformis) verboden. De visserij op de zandtijgerhaai (Carcharias taurus) en de ruwe haai (Galeorhinus galeus) is verboden. 3.2 Beide partijen voeren overleg in de Gemengde Commissie om deze lijst op basis van wetenschappelijke aanbevelingen bij te werken. 4. Toegestane tonnage/visrechten 4.1 Aanvullend visrecht per gevangen ton || 25 EUR/ton 4.2 Jaarlijks forfaitair visrecht || 550 EUR voor 22 ton per vaartuig 4.3 Aantal vaartuigen dat mag vissen || 12 vaartuigen FICHE 4- VISSERIJTAK 4: VRIESSCHEPEN VOOR DE TONIJNVISSERIJ MET DE ZEGEN EN BEUGSCHEPEN 1. Visserijzone Buiten 12 zeemijl, gemeten vanaf de basislijnen, met inbegrip van de gezamenlijk beheerde zone tussen Guinee-Bissau en Senegal, die naar het noorden loopt tot azimut 268°. 2. Toegestaan vistuig Zegen + drijvende beug 3. Bijvangst Overeenkomstig het Verdrag inzake trekkende diersoorten en overeenkomstig de resoluties van de ICCAT is de visserij op de reuzenhaai (Cetorhinus maximus), de witte haai (Carcharodon carcharias), de grootoog-voshaai (Alopias superciliosus), hamerhaaien van de familie Sphyrnidae (met uitzondering van de kaphamerhaai), de witpunthaai (Carcharhinus longimanus) en de zijdehaai (Carcharhinus falciformis) verboden. De visserij op de zandtijgerhaai (Carcharias taurus) en de ruwe haai (Galeorhinus galeus) is verboden. Beide partijen voeren overleg in de Gemengde Commissie om deze lijst op basis van wetenschappelijke aanbevelingen bij te werken. 4. Toegestane tonnage/visrechten 4.1 Aanvullend visrecht per gevangen ton || 35 EUR/ton 4.2 Jaarlijks forfaitair visrecht || 3 500 EUR voor 100 ton per vaartuig 4.3 Aantal vaartuigen dat mag vissen || 28 vaartuigen Visreis In dit aanhangsel
wordt onder de duur van een visreis van een Europees vaartuig het volgende
verstaan: - hetzij de tijd
tussen het binnenvaren en het uitvaren van de visserijzone van Guinee-Bissau; - hetzij de tijd
tussen het binnenvaren van de visserijzone van Guinee-Bissau en het overladen
van de vangst; - hetzij de tijd
tussen het binnenvaren van de visserijzone van Guinee-Bissau en het aanlanden
van de vangst in Guinee-Bissau. FINANCIEEL MEMORANDUM 1. FINANCIEEL MEMORANDUM 1. KADER VAN HET
VOORSTEL/INITIATIEF 1.1. Benaming van het voorstel/initiatief 1.2. Betrokken
beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur 1.3. Aard
van het voorstel/initiatief 1.4. Doelstelling(en)
1.5. Motivering
van het voorstel/initiatief 1.6. Duur
en financiële gevolgen 1.7. Beheersvorm(en)
2. BEHEERSMAATREGELEN 2.1. Regels
inzake het toezicht en de verslagen 2.2. Beheers-
en controlesysteem 2.3. Maatregelen
ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden 3. GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN
VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF 3.1. Rubriek(en)
van het meerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor
uitgaven 3.2. Geraamde
gevolgen voor de uitgaven 3.2.1. Samenvatting van de
geraamde gevolgen voor de uitgaven 3.2.2. Geraamde gevolgen
voor de beleidskredieten 3.2.3. Geraamde gevolgen
voor de administratieve kredieten 3.2.4. Verenigbaarheid met
het huidige meerjarige financiële kader 3.2.5. Bijdrage van derden
aan de financiering 3.3. Geraamde gevolgen voor de
ontvangsten FINANCIEEL MEMORANDUM 1. KADER VAN HET
VOORSTEL/INITIATIEF 1.1. Benaming van het
voorstel/initiatief Voorstel
voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van het tussen de Europese
Unie en de Republiek Guinee-Bissau overeengekomen protocol tot vaststelling van
de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij
de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen beide partijen. 1.2. Betrokken beleidsterrein(en)
in de ABM/ABB-structuur[7]
11.
– Maritieme zaken en visserij 11.03
- Internationale visserij en zeerecht 1.3. Aard van het
voorstel/initiatief ¨ Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie ¨ Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie na een
proefproject/een voorbereidende actie[8]
X Het voorstel/initiatief
betreft de verlenging van een bestaande actie ¨ Het voorstel/initiatief betreft een actie die wordt omgebogen naar
een nieuwe actie 1.4. Doelstellingen 1.4.1. De met het voorstel/initiatief
beoogde strategische meerjarendoelstelling(en) van de Commissie Het
onderhandelen over en het sluiten van visserijovereenkomsten met derde landen
passen bij de algemene doelstelling om de visserijactiviteiten van de vloot van
de Europese Unie, inclusief de verre vloot, in stand te houden en te beschermen
en de betrekkingen in het kader van een partnerschap te ontwikkelen om de
duurzame exploitatie van de visbestanden buiten de EU-wateren te stimuleren. De
partnerschapsovereenkomsten inzake visserij zorgen eveneens voor coherentie
tussen de beginselen van het gemeenschappelijk visserijbeleid en de
verbintenissen in het kader van andere Europese beleidslijnen (duurzame
exploitatie van de visbestanden van derde landen, bestrijding van illegale,
ongemelde en ongereglementeerde visserij (IOO), integratie van de partnerlanden
in de wereldeconomie en een beter politiek en financieel visserijbeheer). 1.4.2. Specifieke doelstelling(en) en
betrokken ABM/ABB-activiteiten Specifieke doelstelling nr. 1 Bijdragen
tot een duurzame visserij in de wateren buiten de Unie, de Europese
aanwezigheid in de verre visserijen handhaven en de belangen van de Europese
visserijsector en de consument beschermen door het onderhandelen over en het
sluiten van partnerschapsovereenkomsten inzake visserij met kuststaten, in
samenhang met andere Europese beleidslijnen. Betrokken ABM/ABB-activiteit(en) Maritieme
zaken en visserij, internationale visserij en zeerecht, internationale
visserijovereenkomsten (begrotingsonderdeel 11.0301) 1.4.3. Verwachte resulta(a)t(en) en
gevolg(en) Vermeld de gevolgen
die het voorstel/initiatief zou moeten hebben op de begunstigden/doelgroepen Met
de sluiting van het protocol kunnen de vangstmogelijkheden van de Europese
vaartuigen in de visserijzones van Guinee-Bissau beter worden gehandhaafd. Via
financiële steun (sectorale steun) voor de tenuitvoerlegging van op nationaal
niveau door het partnerland vastgestelde programma's leidt het protocol voorts
tot een beter beheer en een betere instandhouding van de visbestanden. 1.4.4. Resultaat- en
effectindicatoren Vermeld de indicatoren
aan de hand waarvan kan worden nagegaan in hoeverre het voorstel/initiatief is
uitgevoerd. Gebruik
van de vangstmogelijkheden (percentage van de gebruikte vismachtigingen ten
opzichte van de door het protocol geboden mogelijkheden); verzameling
en analyse van gegevens over de vangsten en over de handelswaarde van de
overeenkomst; bijdrage
aan de werkgelegenheid en de toegevoegde waarde in de EU en aan de stabilisatie
van de EU-markt (op geaggregeerd niveau met andere partnerschapsovereenkomsten
inzake visserij); het
aantal technische vergaderingen en bijeenkomsten van de Gemengde Commissie. 1.5. Motivering van het
voorstel/initiatief 1.5.1. Behoefte(n) waarin op korte of
lange termijn moet worden voorzien Het
protocol voor de periode 2011-2012 loopt op 15 juni 2012 af. Vanaf de datum van
ondertekening is het nieuwe protocol voorlopig van toepassing. Parallel aan de
onderhavige procedure wordt een procedure inzake de goedkeuring van een besluit
van de Raad betreffende de voorlopige toepassing van het protocol ingeleid. Met
het nieuwe protocol wordt een kader geschapen voor de visserijactiviteit van de
Europese vloot zodat de reders vismachtigingen voor de visserijzones van
Guinee-Bissau kunnen blijven verkrijgen. Bovendien wordt met het nieuwe
protocol de samenwerking tussen de EU en Guinee-Bissau met het oog op het
bevorderen van een duurzaam visserijbeleid versterkt.
Het protocol voorziet met name in het toezicht op de vaartuigen via VMS
en in de elektronische transmissie van de vangstgegevens. 1.5.2. Toegevoegde waarde van de
deelname van de EU Als
de Unie geen nieuw protocol sluit, worden er particuliere overeenkomsten
gesloten, waardoor de duurzaamheid van de visserij niet langer gewaarborgd is. De
Europese Unie hoopt met dit protocol er ook voor te zorgen dat Guinee-Bissau en
de Unie hun vruchtbare samenwerking op het gebied van een duurzame visserij
voortzetten. De
middelen van het protocol bieden Guinee-Bissau eveneens de mogelijkheid de
strategische planning op het gebied van de uitvoering van zijn visserijbeleid
voort te zetten. 1.5.3. Nuttige ervaring die bij
soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan Omdat
niet volledig gebruik is gemaakt van het vorige protocol, hebben de partijen de
vangstmogelijkheden verlaagd. De overeenkomstige handelswaarde is niettemin
naar boven bijgesteld om met de vangst per inspanningseenheid en met de
prijsontwikkeling rekening te houden. 1.5.4. Samenhang en eventuele
synergie met andere relevante instrumenten De
middelen die in het kader van de partnerschapsovereenkomsten inzake visserij
worden overgemaakt, vormen vrij besteedbare inkomsten in de begrotingen van de
derde partnerlanden. In het kader van de sluiting en de monitoring van de
partnerschapsovereenkomsten inzake visserij is evenwel als voorwaarde gesteld
dat een deel van deze middelen voor de tenuitvoerlegging van acties in het
kader van het sectorale beleid van het land wordt bestemd. Deze financiële
middelen zijn verenigbaar met andere financieringsbronnen van andere
internationale geldschieters voor de uitvoering van projecten en/of programma's
op nationaal niveau in de visserijsector. 1.6. Duur en financiële gevolgen X Voorstel/initiatief met een beperkte
geldigheidsduur –
X Voorstel/initiatief dat met ingang van de datum
van ondertekening voor een periode van drie jaar van kracht is. –
X Financiële gevolgen vanaf 2012 tot en met 2014. ¨ Voorstel/initiatief met een onbeperkte
geldigheidsduur –
Uitvoering met een opstartperiode vanaf JJJJ tot en
met JJJJ, –
gevolgd door een volledige uitvoering. 1.7. Beheersvorm(en)[9] X Direct gecentraliseerd beheer door de
Commissie ¨ Indirect gecentraliseerd beheer door uitvoeringstaken te delegeren aan: –
¨ uitvoerende agentschappen –
¨ door de Unie opgerichte organen[10]
–
¨ nationale publiekrechtelijke organen of organen met een
openbaredienstverleningstaak –
¨ personen aan wie de uitvoering van specifieke acties in het kader van
titel V van het Verdrag betreffende de Europese Unie is toevertrouwd en die
worden genoemd in het betrokken basisbesluit in de zin van artikel 49 van het
Financieel Reglement ¨ Gedeeld beheer met
lidstaten ¨ Gedecentraliseerd beheer met derde landen ¨ Gezamenlijk beheer
met internationale organisaties (geef aan welke) Verstrek, indien meer
dan een beheersvorm is aangekruist, extra informatie onder
"Opmerkingen". Opmerkingen 2. BEHEERSMAATREGELEN 2.1. Regels inzake het toezicht en
de verslagen Vermeld frequentie en
voorwaarden. De
Commissie (DG MARE, in samenwerking met zijn attaché in Dakar en de delegatie
van de Europese Unie in Bissau) zal de uitvoering van dit protocol regelmatig
toetsen, en daarbij met name kijken naar het gebruik van de vangstmogelijkheden
door de marktdeelnemers en naar de vangstgegevens. Voorts
voorziet de partnerschapsovereenkomst inzake visserij in ten minste één
jaarlijkse bijeenkomst van de Gemengde Commissie. Tijdens deze bijeenkomst
bespreekt de Commissie met het derde land de tenuitvoerlegging van de
overeenkomst en het protocol en worden zo nodig de programmering en de
financiële tegenprestatie aangepast. 2.2. Beheers- en controlesysteem 2.2.1. Mogelijke risico's Aan
de invoering van een protocol bij de visserijovereenkomst is een aantal
risico's verbonden die met name betrekking hebben op de bedragen voor de
financiering van het sectorale visserijbeleid (onderprogrammering). 2.2.2. Controlemiddel(en) Er
is een intensieve dialoog over de programmering en de uitvoering van het
sectorale visserijbeleid gepland. De in punt 2.1 genoemde gezamenlijke analyse
van de resultaten maakt eveneens deel uit van deze controlemiddelen. Voorts
voorziet het protocol in specifieke bepalingen voor de schorsing ervan, onder
bepaalde voorwaarden en in bepaalde omstandigheden. 2.3. Maatregelen ter voorkoming
van fraude en onregelmatigheden Vermeld de bestaande
en geplande preventie- en beschermingsmaatregelen. De
Commissie zal streven naar een permanente politieke dialoog en overleg om het
beheer van de overeenkomst te verbeteren en de bijdrage van de Unie aan het
duurzaam beheer van de visserijrijkdommen te vergroten. Onder alle
omstandigheden gelden voor alle betalingen die de Commissie in het kader van
een visserijovereenkomst verricht, de normale begrotings- en
financieringsvoorschriften van de Commissie. Op grond daarvan moeten met name
de bankrekeningen van het derde land waarop de bedragen van de financiële
tegenprestatie worden gestort, volledig kunnen worden geïdentificeerd. In het
geval van het onderhavige protocol is in artikel 2, lid 6, bepaald dat de
totale financiële tegenprestatie moet worden overgemaakt op een rekening van
het ministerie van Financiën bij een door de autoriteiten van Guinee-Bissau
aangewezen financiële instelling. 3. GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN
VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF 3.1. Rubriek(en) van het
meerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor
uitgaven · Bestaande begrotingsonderdelen voor uitgaven In volgorde van de
rubrieken van het meerjarige financiële kader en de begrotingsonderdelen Rubriek van het meerjarige financiële kader || Begrotingsonderdeel || Soort krediet || Bijdrage Nummer [Omschrijving …………………...……….] || GK/NGK ([11]) || van EVA-landen[12] || van kandidaat-lidstaten[13] || van derde landen || in de zin van artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement 2 || 11.0301 Internationale visserijovereenkomsten || GK || NEE || NEE || NEE || NEE · Te creëren nieuwe begrotingsonderdelen Niet van toepassing In volgorde van de rubrieken van het meerjarige
financiële kader en de begrotingsonderdelen Rubriek van het meerjarige financiële kader || Begrotingsonderdeel || Soort krediet || Bijdrage Nummer [Omschrijving………………………………..] || GK/NGK || van EVA-landen || van kandidaat-lidstaten || van derde landen || in de zin van artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement || [XX.YY.YY.YY] || || JA/NEE || JA/NEE || JA/NEE || JA/NEE 3.2. Geraamde gevolgen voor de
uitgaven 3.2.1. Samenvatting van de geraamde
gevolgen voor de uitgaven in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen) Rubriek van het meerjarige financiële kader: || 2 || Instandhouding en beheer van de natuurlijke hulpbronnen DG: MARE || || || Jaar N[14] 2012 || Jaar N+1 2013 || Jaar N+2 2014 || Jaar N+3 2015 || zoveel kolommen als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) || TOTAAL Beleidskredieten || || || || || || || || Nummer begrotingsonderdeel 11.0301 || Vastleggingen || (1) || 9,200 || 9,200 || 9,200 || || || || || 27,600 Betalingen || (2) || 9,200[15] || 9,200 || 9,200 || || || || || 27,600 Nummer begrotingsonderdeel || Vastleggingen || (1a) || || || || || || || || Betalingen || (2a) || || || || || || || || Uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten[16] || || || || || || || || Nummer begrotingsonderdeel || || (3) || || || || || || || || TOTAAL kredieten voor DG MARE || Vastleggingen || =1+1a +3 || 9,200 || 9,200 || 9,200 || || || || || Betalingen || =2+2a +3 || 9,200 || 9,200 || 9,200 || || || || || TOTAAL beleidskredieten[17] || Vastleggingen || (4) || 9,200 || 9,200 || 9,200 || || || || || 27,600 Betalingen || (5) || 9,200 || 9,200 || 9,200 || || || || || 27,600 TOTAAL uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten || (6) || 0 || 0 || 0 || || || || || 0 TOTAAL kredieten onder RUBRIEK 2 van het meerjarige financiële kader || Vastleggingen || =4+ 6 || 9,200 || 9,200 || 9,200 || || || || || 27,600 Betalingen || =5+ 6 || 9,200 || 9,200 || 9,200 || || || || || 27,600 Wanneer het voorstel/initiatief gevolgen heeft voor
meerdere rubrieken Niet van toepassing TOTAAL beleidskredieten || Vastleggingen || (4) || || || || || || || || Betalingen || (5) || || || || || || || || TOTAAL uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten || (6) || || || || || || || || TOTAAL kredieten onder de RUBRIEKEN 1 tot en met 4 van het meerjarige financiële kader (Referentiebedrag ) || Vastleggingen || =4+ 6 || || || || || || || || Betalingen || =5+ 6 || || || || || || || || Rubriek van het meerjarige financiële kader: || 5 || "Administratieve uitgaven" in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen) || || || Jaar N 2012 || Jaar N+1 2013 || Jaar N+2 2014 || Jaar N+3 2015 || zoveel kolommen als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) || TOTAAL DG: MARE || Personele middelen || 0,083 || 0,083 || 0,083 || 0,083 || || || || 0,332 Andere administratieve uitgaven || 0,010 || 0,010 || 0,010 || 0,010 || || || || 0,040 TOTAAL DG MARE || || 0,093 || 0,093 || 0,093 || 0,093 || || || || 0,372 TOTAAL kredieten onder RUBRIEK 5 van het meerjarige financiële kader || (totaal vastleggingen = totaal betalingen) || 0,093 || 0,093 || 0,093 || 0,093 || || || || 0,372 in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen) || || || Jaar N[18] 2012 || Jaar N+1 2013 || Jaar N+2 2014 || Jaar N+3 2015 || zoveel kolommen als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) || TOTAAL TOTAAL kredieten onder de RUBRIEKEN 1 tot en met 5 van het meerjarige financiële kader || Vastleggingen || 9,293 || 9,293 || 9,293 || 0,093 || || || || 27,972 Betalingen || 9,293 || 9,293 || 9,293 || 0,093 || || || || 27,972 3.2.2. Geraamde gevolgen voor de
beleidskredieten – ¨ Voor het voorstel/initiatief zijn geen
beleidskredieten nodig –
X Voor het
voorstel/initiatief zijn beleidskredieten nodig, zoals hieronder nader wordt
beschreven: Vastleggingskredieten, in miljoenen euro's (tot op 3
decimalen) Vermeld doelstellingen en outputs ò || || || Jaar N 2012 || Jaar N+1 2013 || Jaar N+2 2014 || Jaar N+3 2015 || zoveel kolommen als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) || TOTAAL OUTPUTS Soort[19] || Gem. kosten van de output || Aantal || Kos-ten || Aantal || Kos-ten || Aantal || Kos-ten || Aantal || Kos-ten || Aantal || Kos-ten || Aantal || Kos-ten || Aantal || Kos-ten || Totaal aantal outputs || Totale kosten SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 1[20] || || || || || || || || || || || || || || || || Vergunningen vaartuigen voor de tonijnvisserij || Tonnage || 65 EUR/t || 2 500 || 0,163 || 2 500 || 0,163 || 2 500 || 0,163 || || || || || || || || || || Vergunningen trawlers || Prijs vergunning || 838,4 EUR/brt || 7 200 || 6,037 || 7 200 || 6,037 || 7 200 || 6,037 || || || || || || || || || || Sectorale steun || || 3,000 || 1 || 3,000 || 1 || 3,000 || 1 || 3,000 || || || || || || || || || || Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 1 || || 9,200 || || 9,200 || || 9,200 || || || || || || || || || || SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 2 || || || || || || || || || || || || || || || || - Output || || || || || || || || || || || || || || || || || || Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 2 || || || || || || || || || || || || || || || || TOTALE KOSTEN || || 9,200 || || 9,200 || || 9,200 || || || || || || || || || || 3.2.3. Geraamde gevolgen voor de
administratieve kredieten 3.2.3.1. Samenvatting –
¨ Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten
nodig –
X Voor het voorstel/initiatief zijn
administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven: in miljoenen euro's
(tot op 3 decimalen) || Jaar N[21] 2012 || Jaar N+1 2013 || Jaar N+2 2014 || Jaar N+3 2015 || zoveel kolommen als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) || TOTAAL RUBRIEK 5 van het meerjarige financiële kader || || || || || || || || Personele middelen || 0,083 || 0,083 || 0,083 || 0,083 || || || || 0,332 Andere administratieve uitgaven || 0,010 || 0,010 || 0,010 || 0,010 || || || || 0,040 Subtotaal RUBRIEK 5 van het meerjarige financiële kader || 0,093 || 0,093 || 0,093 || 0,093 || || || || 0,372 Buiten RUBRIEK 5[22] van het meerjarige financiële kader || || || || || || || || Personele middelen || 0,019 || 0,019 || 0,019 || 0,019 || || || || 0,076 Andere administratieve uitgaven || 0,006 || 0,006 || 0,006 || 0,006 || || || || 0,024 Subtotaal buiten RUBRIEK 5 van het meerjarige financiële kader || 0,025 || 0,025 || 0,025 || 0,025 || || || || 0,100 TOTAAL || 0,118 || 0,118 || 0,118 || 0,118 || || || || 0,472 3.2.3.2. Geraamde
personeelsbehoeften –
¨ Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig –
¨ Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals
hieronder nader wordt beschreven: Raming in een geheel getal (of met hoogstens 1
decimaal) || || Jaar N 2012 || Jaar N+1 2013 || Jaar N+2 2014 || Jaar N+3 2015 || zoveel kolommen als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) Posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijke functionarissen) || || XX 01 01 01 (zetel en vertegenwoordigingen van de Commissie) || 0,55 || 0,55 || 0,55 || 0,55 || || || || XX 01 01 02 (delegaties) || || || || || || || || XX 01 05 01 (onderzoek door derden) || || || || || || || || 10 01 05 01 (eigen onderzoek) || || || || || || || || Extern personeel (in voltijdequivalenten VTE)[23] || || XX 01 02 01 (AC, END, INT van de "totale financiële middelen") || || || || || || || || XX 01 02 02 (AC, AL, END, INT en JED in de delegaties) || 0,1 || 0,1 || 0,1 || 0,1 || || || || XX 01 04 jj [24] || - zetel[25] || || || || || || || || - delegaties || || || || || || || || XX 01 05 02 (AC, END, INT – onderzoek door derden) || || || || || || || || 10 01 05 02 (AC, END, INT – eigen onderzoek) || || || || || || || || 11010404 (AC, met de follow-up van de tenuitvoerlegging van de sectorale steun belaste attaché) || 0,25 || 0,25 || 0,25 || 0,25 || || || || TOTAAL || 0,9 || 0,9 || 0,9 || 0,9 || || || XX is het beleidsterrein of de begrotingstitel De benodigde personele
middelen zullen worden gefinancierd uit de middelen die reeds voor het beheer
van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel
aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure
met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen
worden toegewezen. Beschrijving van de
uit te voeren taken Ambtenaren en tijdelijke functionarissen || Beheer en monitoring van het proces van de (her)onderhandeling over de partnerschapsovereenkomst inzake visserij en de goedkeuring van het resultaat van de onderhandelingen door de instellingen; beheer van de lopende overeenkomst, met inbegrip van de permanente financiële en operationele monitoring; beheer van de vergunningen. desk officer DG MARE + eenheidshoofd/adjunct-eenheidshoofd + secretariaat: geraamd op ongeveer 0,65 persoon/jaar Berekening van de kosten: 0,65 persoon/jaar x 127 000 EUR/jaar = 82 550 EUR => 0,083 M EUR Extern personeel || Monitoring van de uitvoering van de sectorale steun – AC in de delegatie (Senegal): geraamd op ongeveer 0,3 persoon/jaar Berekening van de kosten: 0,25 persoon/jaar x 64 000 EUR/jaar = 19 200 EUR => 0,019 M EUR 3.2.4. Verenigbaarheid met het
huidige meerjarige financiële kader –
X Het voorstel/initiatief is verenigbaar met het
huidige meerjarige financiële kader –
¨ Het voorstel/initiatief vergt herprogrammering van de betrokken
rubriek van het meerjarige financiële kader Zet uiteen welke herprogrammering nodig is, onder
vermelding van de betrokken begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen. –
¨ Het voorstel/initiatief vergt toepassing van het
flexibiliteitsinstrument of herziening van het meerjarige financiële kader[26] Zet uiteen wat nodig is, onder vermelding van de
betrokken rubrieken en begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen. 3.2.5. Bijdrage van derden aan de
financiering –
X Het voorstel/initiatief voorziet niet in
medefinanciering door derden –
Het voorstel/initiatief voorziet in
medefinanciering, zoals hieronder wordt geraamd: Kredieten in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen) || Jaar N || Jaar N+1 || Jaar N+2 || Jaar N+3 || zoveel kolommen als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) || Totaal Medefinancieringsbron || || || || || || || || TOTAAL medegefinancierde kredieten || || || || || || || || 3.3. Geraamde gevolgen voor de
ontvangsten –
X Het voorstel/initiatief heeft geen financiële
gevolgen voor de ontvangsten –
¨ Het voorstel/initiatief heeft de hieronder beschreven financiële
gevolgen: –
¨ voor de eigen middelen –
¨ voor de diverse ontvangsten in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen) Begrotingsonderdeel voor ontvangsten: || Voor het lopende begrotingsjaar beschikbare kredieten || Gevolgen van het voorstel/initiatief[27] Jaar N || Jaar N+1 || Jaar N+2 || Jaar N+3 || zoveel kolommen als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) Artikel …………. || || || || || || || || Voor de diverse
ontvangsten die worden "toegewezen", vermeld het (de)
betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven. Vermeld de wijze van
berekening van de gevolgen voor de ontvangsten. [1] Goedgekeurd door de Raad "Landbouw en
visserij" op 20 oktober 2011. [2] PB C van , blz. . [3] PB L 75 van 18.3.2008, blz. 49. [4] PB C … [5] De tekst van het protocol is samen met het
ondertekeningsbesluit bekendgemaakt in PB … [6] De datum van inwerkingtreding van het protocol zal door
het secretariaat-generaal van de Raad in het Publicatieblad van de Europese
Unie worden bekendgemaakt. [7] ABM: Activity Based Management – ABB: Activity
Based Budgeting. [8] In de zin van artikel 49, lid 6, onder a)
of b), van het Financieel Reglement. [9] Nadere gegevens over de beheersvormen en verwijzingen
naar het Financieel Reglement zijn beschikbaar op BudgWeb: http://www.cc.cec/budg/man/budgmanag/budgmanag_en.html [10] In de zin van artikel 185 van het Financieel
Reglement. [11] GK = gesplitste kredieten/NGK = niet-gesplitste kredieten. [12] EVA: Europese Vrijhandelsassociatie. [13] Kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, potentiële
kandidaat-lidstaten van de Westelijke Balkan. [14] Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het
voorstel/initiatief wordt begonnen. [15] Aangezien de betaling pas kan plaatsvinden na goedkeuring
door het Europees Parlement, kan het zijn dat zij pas in 2013 kan worden
uitgevoerd. [16] Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter
ondersteuning van de uitvoering van programma's en/of acties van de EU
(vroegere "BA"-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek. [17] De financiële tegenprestatie omvat: a) 6 200 000 EUR
voor de toegangsrechten tot de visserijzone van Guinee-Bissau en b) 3 000 000 EUR,
wat overeenkomt met de steun voor de ontwikkeling van het visserijbeleid van de
Republiek Guinee-Bissau. [18] Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het
voorstel/initiatief wordt begonnen. [19] Outputs zijn de te verstrekken producten en diensten (bv.
aantal gefinancierde studentenuitwisselingen, aantal km aangelegde wegen,
enz.). [20] Zoals beschreven in punt 1.4.2. "Specifieke
doelstelling(en)…". [21] Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het
voorstel/initiatief wordt begonnen. [22] Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter
ondersteuning van de uitvoering van programma's en/of acties van de EU
(vroegere "BA"-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek. [23] AC = agent contractuel (arbeidscontractant); AL = agent
local (plaatselijk functionaris); END = expert national détaché (gedetacheerd
nationaal deskundige); INT = intérimaire (uitzendkracht); JED = jeune expert en
délégation (jonge deskundige in delegaties). [24] Onder het maximum voor extern personeel uit
beleidskredieten (vroegere "BA"-onderdelen). [25] Vooral voor structuurfondsen, Europees Landbouwfonds voor
Plattelandsontwikkeling (ELFPO) en Europees Visserijfonds (EVF). [26] Zie de punten 19 en 24 van het Interinstitutioneel
Akkoord. [27] Voor traditionele eigen middelen (douanerechten en
suikerheffingen) moeten nettobedragen worden vermeld, d.w.z. na aftrek van 25%
aan inningskosten.