This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52012PC0144
Proposal for a COUNCIL DECISION on the conclusion of the Agreement between the European Union and Canada on customs cooperation with respect to matters related to supply chain security
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD houdende sluiting van de overeenkomst tussen de Europese Unie en Canada betreffende samenwerking in douanezaken met betrekking tot de veiligheid van de toeleveringsketen
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD houdende sluiting van de overeenkomst tussen de Europese Unie en Canada betreffende samenwerking in douanezaken met betrekking tot de veiligheid van de toeleveringsketen
/* COM/2012/0144 final - 2012/0073 (NLE) */
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD houdende sluiting van de overeenkomst tussen de Europese Unie en Canada betreffende samenwerking in douanezaken met betrekking tot de veiligheid van de toeleveringsketen /* COM/2012/0144 final - 2012/0073 (NLE) */
TOELICHTING 1. Achtergrond van het voorstel De betrekkingen tussen de EU en Canada op het
gebied van douane zijn gebaseerd op de overeenkomst betreffende samenwerking en
wederzijdse bijstand in douanezaken (hierna "CMAA" genoemd)[1], die op 1 januari 1998 in
werking is getreden. In december 2005 heeft het Canada Border Services
Agency (CBSA) belangstelling geuit om de nauwe samenwerking tussen de EU en
Canada verder te intensiveren op het gebied van de veiligheid van de
toeleveringsketen. Na omstandig overleg hebben de Commissie en het CBSA
overeenstemming bereikt over de mogelijke reikwijdte van de nieuwe overeenkomst
die de samenwerking tussen de EU en Canada op het gebied van douane moet
uitbreiden. Op 26 november 2009 heeft de Raad de Commissie
gemachtigd om onderhandelingen te openen met Canada. Deze onderhandelingen zijn
in mei 2011 van start gegaan. De onderhandelingen hebben hun beslag gekregen in
de ontwerpovereenkomst tussen de Europese Unie en Canada betreffende
samenwerking in douanezaken met betrekking tot de veiligheid van de
toeleveringsketen ("de ontwerpovereenkomst"), die voortbouwt op de
CMAA en deze uitbreidt. De ontwerpovereenkomst zal een rechtsgrondslag creëren
voor de samenwerking tussen de EU en Canada in douanezaken die verband houden
met de veiligheid van de toeleveringsketen en het risicobeheer – zo zal zij
voorzien in: de versterking van de douanegerelateerde aspecten van de
beveiliging van de logistieke keten in de internationale handel en
tegelijkertijd in de facilitering van de legitieme handel; de vaststelling,
voor zover praktisch mogelijk, van minimumnormen voor risicobeheertechnieken en
daarmee samenhangende vereisten en programma's; het streven naar en, in
voorkomend geval, de totstandbrenging van wederzijdse erkenning van risicobeheertechnieken,
risiconormen, veiligheidscontroles, containerveiligheid en
partnerschapsprogramma's met het bedrijfsleven, daaronder begrepen
gelijkwaardige maatregelen voor handelsfacilitering; de uitwisseling van
informatie ten behoeve van de veiligheid van de toeleveringsketen en het
risicobeheer, met inachtneming van de vereisten inzake vertrouwelijkheid van
informatie en bescherming van persoonsgegevens zoals vastgesteld in artikel 16
van de CMAA en de desbetreffende wetgeving van de overeenkomstsluitende
partijen; de vaststelling van contactpunten voor deze uitwisseling van
informatie; het opzetten, in voorkomend geval, van een interface voor de
uitwisseling van gegevens, inclusief gegevens vóór aankomst of vóór vertrek; de
ontwikkeling van een strategie die de douaneautoriteiten in staat stelt op het
gebied van ladinginspecties een coöperatieve partnerrol te vervullen;
samenwerking, voor zover praktisch mogelijk, in multilaterale fora waar
problemen op het gebied van de veiligheid van de toeleveringsketen op passende
wijze aan de orde kunnen worden gesteld en kunnen worden besproken. De
ontwerpovereenkomst is een uitbreiding van de CMAA overeenkomstig artikel 23
CMAA, waarin is bepaald dat de overeenkomstsluitende partijen de overeenkomst
kunnen uitbreiden om het niveau van de douanesamenwerking te verhogen en deze
aan te vullen door middel van overeenkomsten over specifieke sectoren of
aangelegenheden. De CMAA blijft het overkoepelende instrument voor de
douanesamenwerking tussen de overeenkomstsluitende partijen en er wordt
voorgesteld om de ontwerpovereenkomst onder de institutionele opzet van de CMAA
te brengen. In de praktijk betekent dit dat het bij artikel 20 CMAA ingestelde
Gemengd Comité douanesamenwerking EU-Canada de beide overeenkomsten zal beheren
en gemachtigd zal worden om overeenkomstig de respectieve nationale wetgeving
van de overeenkomstsluitende partijen[2]
de nodige uitvoeringsbesluiten vast te stellen, bijvoorbeeld inzake wederzijdse
erkenning van risicobeheertechnieken, risiconormen, veiligheidscontroles en
partnerschapsprogramma's met het bedrijfsleven. 2. Resultaten van de
raadpleging van de belanghebbende partijen en effectbeoordeling De lidstaten werden geraadpleegd in het kader van
de werkgroep Douane-unie van de Raad. Er is geen behoefte aan een effectbeoordeling. 3. Juridische elementen van het
voorstel De Raad wordt verzocht een besluit vast te stellen
houdende sluiting van de ontwerpovereenkomst op grond van artikel 207, lid 4,
eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 6, onder a), van het Verdrag
betreffende de werking van de Europese Unie. Het voorstel valt onder het gemeenschappelijke
handelsbeleid, een exclusieve bevoegdheid van de Unie. Het
subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing. 4. Gevolgen voor de begroting Het voorstel heeft geen budgettaire gevolgen voor
de begroting van de Unie. 5. Overige De ontwerpovereenkomst is in overeenstemming met
de doelstellingen en acties die de Commissie voor de tenuitvoerlegging van de
EU-interneveiligheidsstrategie[3]
in kaart heeft gebracht. Tezamen met dit voorstel voor een besluit van de
Raad houdende sluiting van de ontwerpovereenkomst wordt ook een voorstel voor
een besluit van de Raad betreffende de ondertekening, namens de Unie, van de
ontwerpovereenkomst voorgelegd. 2012/0073 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD houdende sluiting van de overeenkomst tussen
de Europese Unie en Canada betreffende samenwerking in douanezaken met
betrekking tot de veiligheid van de toeleveringsketen DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, eerste
alinea, in samenhang met artikel 218, lid 6, onder a), Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Gezien de goedkeuring van het Europees Parlement, Overwegende hetgeen volgt: (1) De Europese Unie en Canada
moeten hun douanesamenwerking uitbreiden tot aangelegenheden die verband houden
met de veiligheid van de toeleveringsketen en het desbetreffende risicobeheer,
teneinde de veiligheid van de toeleveringsketen van begin tot eind te
versterken en tegelijkertijd de legitieme handel te faciliteren. (2) In overeenstemming met
Besluit […/…] van de Raad van […][4]
werd de overeenkomst tussen de Europese Unie en Canada betreffende samenwerking
in douanezaken met betrekking tot de veiligheid van de toeleveringsketen
ondertekend op […], onder voorbehoud van de sluiting ervan op een latere datum. (3) De overeenkomst moet namens
de Europese Unie worden goedgekeurd, HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD: Artikel 1 De overeenkomst tussen de Europese Unie en
Canada betreffende samenwerking in douanezaken met betrekking tot de veiligheid
van de toeleveringsketen wordt namens de Unie goedgekeurd. De tekst van de overeenkomst is aan dit
besluit gehecht. Artikel 2 De voorzitter van de Raad wijst de persoon aan
die gemachtigd is om namens de Europese Unie de in artikel 9 van de
overeenkomst bedoelde kennisgeving te verrichten, waarmee de instemming van de
Europese Unie om door de overeenkomst gebonden te zijn, tot uiting wordt
gebracht. Artikel 3 Dit besluit
treedt in werking op [...] [5]. Gedaan te Brussel, op Voor
de Raad De
voorzitter BIJLAGE ONTWERP Overeenkomst tussen de Europese Unie en Canada
betreffende samenwerking in douanezaken met betrekking tot de veiligheid van de
toeleveringsketen DE EUROPESE UNIE en CANADA, ("de
overeenkomstsluitende partijen"), Erkennende dat Canada en de Europese Unie de
veiligheid van de toeleveringsketen van begin tot eind moeten versterken en
tegelijkertijd de legitieme handel moeten faciliteren, Rekening houdende met de langdurige, nauwe en
vruchtbare betrekkingen tussen de douaneautoriteiten van Canada en de Europese
Unie, Erkennende dat deze betrekkingen kunnen worden
verbeterd door nauwere samenwerking op het gebied van containerveiligheid en
andere aangelegenheden die verband houden met de veiligheid van de
toeleveringsketen, op basis van – voor zover praktisch mogelijk – wederzijdse
erkenning van risicobeheertechnieken, risiconormen, veiligheidscontroles en
partnerschapsprogramma's met het bedrijfsleven; Ernaar strevende om een kader te creëren voor
de verkenning van de mogelijkheden voor toekomstige samenwerking ter
versterking van veiligheidspraktijken in de toeleveringsketen die de efficiency
van het douaneoptreden in dat verband verhogen, teneinde de veiligheid van de
toeleveringsketen van begin tot eind te garanderen en de legitieme handel te
faciliteren ten behoeve van het bedrijfsleven van beide partijen; Ernaar strevende om een strategie te
ontwikkelen die Canada en de Europese Unie in staat stelt samen te werken op
het gebied van ladinginspecties; Voortbouwende op de kernelementen van het SAFE
Framework of Standards to Secure and Facilitate Global Trade van de
Werelddouaneorganisatie; Onder verwijzing naar de overeenkomst tussen
de Europese Gemeenschap en Canada betreffende samenwerking en wederzijdse
bijstand in douanezaken ("de CMAA"), die op 1 januari 1998 in
werking is getreden, en de wens uitdrukkende om het toepassingsgebied van de
CMAA uit te breiden door middel van een overeenkomst over een specifieke
aangelegenheid, in overeenstemming met artikel 23 van de CMAA; Ermee rekening houdende dat op grond van
artikel 20 van de CMAA een Gemengd Comité douanesamenwerking is opgericht om
toe te zien op de correcte werking van de CMAA en onder andere de maatregelen
te nemen die, overeenkomstig de doelstellingen van de CMAA, nodig zijn voor de
douanesamenwerking en voor de uitbreiding van de CMAA om te komen tot een
verhoging van het niveau van de douanesamenwerking en een aanvulling van deze
samenwerking in specifieke sectoren of op specifieke gebieden; HEBBEN OVEREENSTEMMING BEREIKT OVER HET
VOLGENDE: Artikel 1 Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt
onder "douaneautoriteit" verstaan: - in de Europese Unie: de bevoegde diensten
van de Europese Commissie en de douaneautoriteiten van de lidstaten van de
Europese Unie; - in Canada: de door Canada aangewezen
overheidsinstantie die belast is met de uitvoering van de douanewetgeving. Artikel 2 De overeenkomstsluitende partijen werken samen
op het gebied van de veiligheid van de toeleveringsketen en het desbetreffende
risicobeheer. Artikel 3 De overeenkomstsluitende partijen organiseren
deze samenwerking via hun respectieve douaneautoriteiten. Artikel 4 De samenwerking tussen de
overeenkomstsluitende partijen behelst: (a)
de versterking van de douanegerelateerde aspecten
van de beveiliging van de logistieke keten in de internationale handel en
tegelijkertijd de facilitering van de legitieme handel; (b)
de vaststelling, voor zover praktisch mogelijk, van
minimumnormen voor risicobeheertechnieken en daarmee samenhangende vereisten en
programma's; (c)
het streven naar en, in voorkomend geval, de
totstandbrenging van wederzijdse erkenning van risicobeheertechnieken,
risiconormen, veiligheidscontroles, containerveiligheid en
partnerschapsprogramma's met het bedrijfsleven, daaronder begrepen
gelijkwaardige maatregelen voor handelsfacilitering; (d)
de uitwisseling van informatie ten behoeve van de
veiligheid van de toeleveringsketen en het risicobeheer; iedere uitwisseling
van informatie in het kader van deze overeenkomst is onderworpen aan de in
artikel 16 van de CMAA vastgestelde vereisten inzake vertrouwelijkheid van
informatie en bescherming van persoonsgegevens alsook de in de wetgeving van de
overeenkomstsluitende partijen vastgestelde vereisten inzake vertrouwelijkheid
en privacy; (e)
de vaststelling van contactpunten voor de
uitwisseling van informatie ten behoeve van de veiligheid van de
toeleveringsketen; (f)
het opzetten, in voorkomend geval, van een
interface voor de uitwisseling van gegevens, inclusief gegevens vóór aankomst
of vóór vertrek; (g)
de ontwikkeling van een strategie die de
douaneautoriteiten in staat stelt samen te werken op het gebied van
ladinginspecties; (h)
samenwerking, voor zover praktisch mogelijk, in
multilaterale fora waar problemen op het gebied van de veiligheid van de
toeleveringsketen op passende wijze aan de orde kunnen worden gesteld en kunnen
worden besproken. Artikel 5 Het bij artikel 20
van de CMAA opgerichte Gemengd Comité ziet toe op de correcte werking van deze
overeenkomst en onderzoekt alle kwesties die zich bij de toepassing ervan
voordoen. Dit comité wordt gemachtigd om in overeenstemming met de respectieve
binnenlandse wetgeving van de overeenkomstsluitende partijen besluiten voor de
tenuitvoerlegging van deze overeenkomst vast te stellen, die betrekking hebben
op aspecten – zoals de doorzending van gegevens en wederzijds overeengekomen
voordelen – van de wederzijde erkenning van risicobeheertechnieken,
risiconormen, veiligheidscontroles en partnerschapsprogramma's met het
bedrijfsleven. Artikel 6 Het Gemengd Comité
zet de passende werkstructuren op, waaronder werkgroepen, om zijn werkzaamheden
voor de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst te ondersteunen en met name de
volgende aspecten te behandelen: a) inventarisatie van de wijzigingen
die in de wet- of regelgeving moeten worden doorgevoerd om deze overeenkomst
ten uitvoer te leggen; b) inventarisatie en vaststelling van
maatregelen ter versterking van de mechanismen voor de uitwisseling van
informatie; c) inventarisatie en vaststelling van
beste werkwijzen, met inbegrip van beste werkwijzen voor de harmonisatie van de
vereisten betreffende voorafgaande elektronische verstrekking van
vrachtgegevens met behulp van internationale normen voor inkomende, uitgaande
en doorvoerzendingen; d) omschrijving en vaststelling van
risicoanalysenormen voor de informatie die nodig is voor de identificatie van
zendingen met hoog risico die worden ingevoerd in, overgeladen via of doorgevoerd
door Canada en de Europese Unie; e) omschrijving en vaststelling van
maatregelen voor de harmonisatie van risicobeoordelingsnormen; f) omschrijving van minimale
controlenormen en methoden met behulp waarvan die normen kunnen worden
nageleefd; g) verbetering en vaststelling van
normen voor partnerschapsprogramma's met het bedrijfsleven die tot doel hebben
de veiligheid van de toeleveringsketen te verbeteren en het legitieme
handelsverkeer te faciliteren; h) omschrijving en uitvoering van
concrete maatregelen voor de totstandbrenging van wederzijdse erkenning van
risicobeheertechnieken, risiconormen, veiligheidscontroles en
partnerschapsprogramma's met het bedrijfsleven, daaronder begrepen
gelijkwaardige maatregelen voor handelsfacilitering. Artikel 7 1. Als er tussen de overeenkomstsluitende
partijen moeilijkheden of geschillen rijzen over de uitvoering van deze
overeenkomst, trachten de douaneautoriteiten van de overeenkomstsluitende
partijen de kwestie te regelen door overleg en beraadslaging. 2. De overeenkomstsluitende partijen kunnen
ook andere vormen van geschillenbeslechting overeenkomen. Artikel 8 1. Deze overeenkomst kan met wederzijdse
schriftelijke instemming van de overeenkomstsluitende partijen worden
gewijzigd. 2. Een wijziging treedt in werking 90 dagen na
de datum van verzending van de tweede kennisgeving, middels een briefwisseling
langs diplomatieke weg, waarin wordt vastgesteld dat de overeenkomstsluitende
partijen hun respectieve interne procedures die voor de inwerkingtreding van de
wijziging vereist zijn, hebben voltooid. Artikel 9 Deze overeenkomst treedt in werking op de
eerste dag van de maand volgende op de datum waarop de overeenkomstsluitende
partijen elkaar ervan in kennis hebben gesteld dat de vereiste procedures voor
de inwerkingtreding van de overeenkomst zijn voltooid. Artikel 10 1. Deze overeenkomst is geldig voor onbepaalde
duur. 2. Elke overeenkomstsluitende partij kan deze
overeenkomst beëindigen door de andere overeenkomstsluitende partij langs
diplomatieke weg kennis te geven van de beëindiging. 3. Deze beëindiging wordt van kracht op de
eerste dag van de maand die volgt op het verstrijken van een tijdvak van zes
maanden na de datum van ontvangst van de kennisgeving door de andere
overeenkomstsluitende partij. 4. Als deze overeenkomst wordt beëindigd,
blijven de besluiten van het Gemengd Comité van kracht, tenzij door de
overeenkomstsluitende partijen anders wordt bepaald. Ten blijke waarvan de ondergetekenden, daartoe
naar behoren gemachtigd, deze overeenkomst hebben ondertekend. Gedaan in tweevoud te….., op …/../201., in de
Bulgaarse, Tsjechische, Deense, Nederlandse, Engelse, Estse, Finse, Franse,
Duitse, Griekse, Hongaarse, Ierse, Italiaanse, Letse, Litouwse, Maltese,
Poolse, Portugese, Roemeense, Slowaakse, Sloveense, Spaanse en Zweedse taal,
waarbij alle teksten gelijkelijk authentiek zijn. VOOR DE EUROPESE UNIE VOOR CANADA [1] PB L 7 van 13.1.1998, blz. 38. [2] Het standpunt van de EU voor wettelijk bindende
besluiten van het Gemengd Comité wordt vastgesteld door de Raad die handelt op
voorstel van de Commissie. [3] Zie met name doelstelling 4, actie 3 (Gemeenschappelijk
risicobeheer voor goederenverkeer over de buitengrenzen), in de mededeling van
de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad: de EU-interneveiligheidsstrategie
in actie: vijf stappen voor een veiliger Europa (COM(2010) 673
definitief). [4] PB L […] van [...], blz. […]. [5] De datum van inwerkingtreding van de overeenkomst zal
door het secretariaat-generaal van de Raad in het Publicatieblad van de
Europese Unie worden bekendgemaakt.