Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52012PC0063

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij Roemenië wordt gemachtigd maatregelen toe te passen die afwijken van artikel 26, lid 1, onder a), en artikel 168 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

/* COM/2012/063 final - 2012/0026 (NLE) */

52012PC0063

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij Roemenië wordt gemachtigd maatregelen toe te passen die afwijken van artikel 26, lid 1, onder a), en artikel 168 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde /* COM/2012/063 final - 2012/0026 (NLE) */


TOELICHTING

1.           ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Overeenkomstig artikel 395, lid 1, van Richtlijn 2006/112/EG van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde kan de Raad op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen elke lidstaat machtigen bijzondere, van de bepalingen van deze richtlijn afwijkende maatregelen te treffen, teneinde de belastinginning te vereenvoudigen of bepaalde vormen van belastingfraude of -ontwijking te voorkomen.

Bij brieven, ingekomen bij de Commissie op 15 februari 2011 en 22 juni 2011, heeft Roemenië verzocht om maatregelen te mogen toepassen die afwijken van artikel 26, lid 1, onder a), en artikel 168 van Richtlijn 2006/112/EG, teneinde het recht op aftrek ter zake van de aankoop van bepaalde soorten motorvoertuigen en de aankoop van daarmee samenhangende goederen en diensten tot 50 % te beperken. Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 27 september 2011, heeft Roemenië zijn verzoek vervangen door een nieuw verzoek om voornoemde maatregel alleen toe te passen op bepaalde soorten gemotoriseerde wegvoertuigen die door de belastingplichtige niet uitsluitend voor bedrijfsdoeleinden worden gebruikt. Overeenkomstig artikel 395, lid 2, van Richtlijn 2006/112/EG heeft de Commissie de overige lidstaten bij brief van 1 december 2011 van het verzoek van Roemenië in kennis gesteld. Bij brief van 5 december 2011 heeft de Commissie Roemenië meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek.

Algemene context

Overeenkomstig artikel 168 van Richtlijn 2006/112/EG mag een belastingplichtige de btw op de goederen en diensten die hij voor zijn belaste handelingen aanschaft, in mindering brengen. Overeenkomstig artikel 26, lid 1, onder a), van deze richtlijn wordt het gebruik van een tot het bedrijf behorend goed voor andere dan bedrijfsdoeleinden gelijkgesteld met een dienst verricht onder bezwarende titel wanneer voor dit goed recht op aftrek van de btw is ontstaan.

Bij motorvoertuigen is dit systeem om diverse redenen moeilijk toe te passen, met name omdat het lastig is het privé- en het zakelijk gebruik precies op te splitsen. Het bijhouden en controleren van een rittenregistratie vormt voor zowel bedrijven als de belastingdienst een extra last. Gelet op het aantal betrokken voertuigen kan zelfs al kleinschalige individuele fraude tot omvangrijk inkomstenverlies leiden.

Als alternatief voor het systeem waarin de richtlijn voorziet, hebben de Roemeense autoriteiten verzocht om de initiële aftrek tot een vast percentage te mogen beperken en bedrijven in ruil daarvoor ontheffing van aangifte voor het privégebruik te mogen toestaan. Het voordeel hiervan is dat het systeem voor alle partijen wordt vereenvoudigd en dat de inning van de belasting, die anderszins misschien was ontdoken, ten minste gedeeltelijk wordt gegarandeerd.

De gevraagde aftrekbeperking bedraagt 50%. Dit cijfer is gebaseerd op een evaluatie die door Roemenië zelf is verricht en het zal, zo is in het voorstel bepaald, opnieuw worden bekeken indien Roemenië om verlenging na 2014 zou verzoeken.

Het nieuwe systeem zal gelden voor alle bedrijven met voertuigen die niet uitsluitend voor bedrijfsdoeleinden worden gebruikt. Sommige soorten motorvoertuigen zouden evenwel worden uitgesloten van de aftrekbeperking en dus onder de normale regels blijven vallen, namelijk alle voertuigen met meer dan negen zitplaatsen (met inbegrip van de bestuurdersplaats) en die met een toelaatbare maximummassa in beladen toestand van meer dan 3 500 kilogram. Daarmee wordt het toepassingsgebied grotendeels beperkt tot personenauto's, bestelauto's, pick-ups, motorfietsen en bromfietsen. Daarnaast is een gedetailleerde lijst toegevoegd van specifieke voertuigen die van de beperking moeten worden uitgesloten omdat het niet-zakelijke gebruik ervan onbeduidend wordt geacht.

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied

Krachtens artikel 176 van Richtlijn 2006/112/EG zal de Raad bepalen voor welke uitgaven geen recht op aftrek van de btw bestaat. In afwachting daarvan mogen de lidstaten de uitsluitingen die op 1 januari 1979 van toepassing waren, handhaven. Er bestaat derhalve een reeks standstillbepalingen die het recht op aftrek ter zake van motorvoertuigen beperken.

In 2004 heeft de Commissie een voorstel[1] gedaan dat voorziet in regels voor het soort uitgaven waarvoor het recht op aftrek mag worden beperkt, maar de Raad heeft hierover tot dusver nog geen overeenstemming kunnen bereiken.

Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de Unie

Niet van toepassing.

2.           RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING

Raadpleging van belanghebbende partijen

Niet relevant

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid

Er behoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid.

Effectbeoordeling

Het voorstel strekt ertoe btw-fraude tegen te gaan en de belastinginning te vereenvoudigen, en heeft aldus een potentieel positief effect voor de bedrijven en de belastingdiensten. De maatregel wordt door Roemenië als passend beschouwd en is met andere vroegere en huidige derogaties te vergelijken.

3.           JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL

Samenvatting van de voorgestelde maatregel

Het voorstel strekt ertoe Roemenië te machtigen tot toepassing van een maatregel die afwijkt van artikel 168 van Richtlijn 2006/112/EG, waarbij het recht van een belastingplichtige op aftrek van de btw ter zake van uitgaven voor bepaalde gemotoriseerde wegvoertuigen wordt beperkt wanneer het voertuig niet uitsluitend voor bedrijfsdoeleinden wordt gebruikt. Wanneer het recht op aftrek is beperkt, zal de belastingplichtige in afwijking van artikel 26, lid 1, onder a), van Richtlijn 2006/112/EG geen aangifte moeten doen van het niet-zakelijke gebruik van het voertuig. De maatregel geldt uitsluitend voor voertuigen met een maximaal aantal zitplaatsen en onder een bepaald gewicht en er is tevens voorzien in een beperkt aantal specifieke uitzonderingen.

De aftrekbeperking is vastgesteld op 50 %. Roemenië moet, wanneer het een verzoek om verlenging zou indienen, zowel dit percentage als de behoefte aan de derogatiemaatregelen evalueren en hierover verslag uitbrengen. Het besluit verstrijkt op de daarin genoemde datum of, indien deze vroeger valt, op de datum waarop regels van de Unie betreffende beperkingen inzake het recht op aftrek op dit gebied in werking treden.

Rechtsgrondslag

Artikel 395, lid 1, van Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde.

Subsidiariteitsbeginsel

Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie valt. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

Evenredigheidsbeginsel

Het voorstel is om de volgende redenen in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel:

Dit besluit betreft een machtiging die wordt verleend aan een lidstaat op diens eigen verzoek, en houdt geen enkele verplichting in.

Gezien de beperkte werkingssfeer van de derogatie staat de bijzondere maatregel in verhouding tot het beoogde doel.

Keuze van instrumenten

Voorgesteld instrument: besluit van de Raad.

Andere instrumenten zouden om de volgende reden(en) ongeschikt zijn.

Overeenkomstig artikel 395 van Richtlijn 2006/112/EG van de Raad betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde kan slechts van de normale btw-regels worden afgeweken als de Raad een lidstaat daartoe op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen machtigt. Een besluit van de Raad is het enige geschikte instrument, aangezien het tot een individuele lidstaat kan worden gericht.

4.           GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Unie.

5.           AANVULLENDE INFORMATIE

Het voorstel bevat een evaluatiebepaling en een vervalbepaling.

2012/0026 (NLE)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

waarbij Roemenië wordt gemachtigd maatregelen toe te passen die afwijken van artikel 26, lid 1, onder a), en artikel 168 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde[2], en met name artikel 395, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 27 september 2011, heeft Roemenië verzocht om machtiging tot toepassing van bijzondere maatregelen voor bepaalde gemotoriseerde wegvoertuigen die afwijken van de bepalingen van Richtlijn 2006/112/EG inzake het recht van een belastingplichtige op aftrek van voorbelasting en inzake de verplichting tot aangifte van het gebruik van een tot het bedrijf behorend goed voor andere dan bedrijfsdoeleinden.

(2) Overeenkomstig artikel 395, lid 2, tweede alinea, van Richtlijn 2006/112/EG heeft de Commissie de overige lidstaten bij brief van 1 december 2011 van het Roemeense verzoek in kennis gesteld. Bij brief van 5 december 2011 heeft de Commissie Roemenië meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek.

(3) Krachtens artikel 168 van Richtlijn 2006/112/EG is een belastingplichtige gerechtigd de btw af te trekken ter zake van de goederen en diensten die hij ten behoeve van zijn belaste activiteiten heeft ontvangen. Krachtens artikel 26, lid 1, onder a), van die richtlijn geldt er een aangifteplicht voor de btw wanneer een tot het bedrijf behorend goed wordt gebruikt voor privédoeleinden van de belastingplichtige of van zijn personeel of, meer in het algemeen, voor andere dan bedrijfsdoeleinden.

(4) Het niet-zakelijke gebruik van voertuigen valt moeilijk nauwkeurig te registreren en ook als dat mogelijk is, is de procedure vaak omslachtig. De voorgestelde maatregelen voorzien in een vast tarief voor de aftrekbare btw ter zake van uitgaven voor motorvoertuigen die niet uitsluitend voor bedrijfsdoeleinden worden gebruikt, met uitzondering van enkele gevallen. Op basis van actuele gegevens acht Roemenië een tarief van 50 % gerechtvaardigd. Teneinde dubbele belasting te voorkomen, dient tegelijkertijd ontheffing te worden verleend van de verplichting tot btw-aangifte van het niet-zakelijke gebruik voor de motorvoertuigen die onder deze beperking vallen. Deze maatregelen kunnen worden gerechtvaardigd door de behoefte om de belastinginning te vereenvoudigen en fraude door onjuiste administratie en valse aangifte te voorkomen.

(5) De beperking van het recht op aftrek uit hoofde van de bijzondere maatregelen moet gelden voor de btw die is betaald op de aankoop, intracommunautaire verwerving, invoer, huur of leasing van bepaalde gemotoriseerde wegvoertuigen alsook op de daarmee samenhangende uitgaven, met inbegrip van de aankoop van brandstof.

(6) Bepaalde soorten motorvoertuigen moeten worden uitgesloten van het toepassingsgebied van de bijzondere maatregelen omdat het niet-zakelijke gebruik ervan – gelet op de aard van het voertuig of het soort activiteit waarvoor het wordt gebruikt – onbeduidend wordt geacht. De bijzondere maatregelen zijn derhalve niet van toepassing op voertuigen met meer dan negen zitplaatsen (met inbegrip van de bestuurdersplaats) of met een toelaatbare maximummassa in beladen toestand van meer dan 3 500 kilogram. Daarnaast is een gedetailleerde lijst opgenomen van specifieke soorten voertuigen die van de beperking zijn uitgesloten vanwege het bijzondere gebruik ervan.

(7) Deze derogatiemaatregelen dienen in de tijd beperkt te zijn, zodat de effectiviteit ervan kan worden geëvalueerd evenals de toepasselijkheid van het tarief, aangezien het voorgestelde percentage berust op eerste bevindingen in verband met zakelijk gebruik.

(8) Indien Roemenië een verdere verlenging na 2014 overweegt, moet het de Commissie een verslag voorleggen over de toepassing van de maatregel met daarin ook een evaluatie van het percentage van de aftrekuitsluiting, tezamen met het verzoek om verlenging, uiterlijk op 31 maart 2014.

(9) Op 29 oktober 2004 heeft de Commissie een voorstel[3] voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG, thans Richtlijn 2006/112/EG, aangenomen, dat onder meer voorziet in de harmonisatie van de uitgavencategorieën waarvoor het recht op aftrek mag worden uitgesloten. Dit voorstel voorziet in de mogelijkheid om ter zake van gemotoriseerde wegvoertuigen het recht op aftrek uit te sluiten. De in dit besluit vervatte derogatiemaatregelen dienen te verstrijken op de datum van inwerkingtreding van een dergelijke wijzigingsrichtlijn, indien die vroeger valt dan de in dit besluit vastgestelde vervaldatum.

(10) De derogatie zal geen noemenswaardige invloed hebben op de totale belastingopbrengst in het stadium van het eindverbruik en geen gevolgen hebben voor de eigen middelen van de Unie uit de btw,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In afwijking van artikel 168 van Richtlijn 2006/112/EG wordt Roemenië gemachtigd om het recht op aftrek van de btw ter zake van de aankoop, intracommunautaire verwerving, invoer, huur of leasing van gemotoriseerde wegvoertuigen alsook van de btw ter zake van met die voertuigen samenhangende uitgaven, tot 50 % te beperken, wanneer het voertuig niet uitsluitend voor bedrijfsdoeleinden wordt gebruikt.

De beperking van lid 1 is niet van toepassing op motorvoertuigen met een toelaatbare maximummassa in beladen toestand van meer dan 3 500 kilogram of met meer dan negen zitplaatsen met inbegrip van de bestuurdersplaats.

Artikel 2

Artikel 1 is niet van toepassing op de volgende categorieën motorvoertuigen:

1)           voertuigen die uitsluitend worden gebruikt voor hulpverlening, beveiliging en bewaking en koerierdiensten;

2)           voertuigen die worden gebruikt door handelsvertegenwoordigers en inkoopagenten;

3)           voertuigen die worden gebruikt voor passagiersvervoer tegen betaling, met inbegrip van taxidiensten;

4)           voertuigen die worden gebruikt voor dienstverlening tegen betaling, met inbegrip van verhuur of rijonderricht door autorijscholen;

5)           voertuigen die worden gebruikt voor verhuur of leasing;

6)           voertuigen die worden gebruikt als handelsgoederen.

Artikel 3

In afwijking van artikel 26, lid 1, onder a), van Richtlijn 2006/112/EG wordt Roemenië gemachtigd het gebruik van een voertuig waarop de in artikel 1 van dit besluit bedoelde beperking van toepassing is, voor de privédoeleinden van een belastingplichtige of van zijn personeel, of, meer in het algemeen, voor andere dan bedrijfsdoeleinden, niet gelijk te stellen aan een dienst verricht onder bezwarende titel.

Artikel 4

1. Dit besluit verstrijkt op de datum van inwerkingtreding van regels van de Unie waarin wordt vastgesteld welke uitgaven ter zake van gemotoriseerde wegvoertuigen niet in aanmerking komen voor een volledige aftrek van de btw, doch uiterlijk op 31 december 2014.

2. Een verzoek om verlenging van de in dit besluit vervatte maatregelen dient de Commissie uiterlijk op 31 maart 2014 te worden voorgelegd.

Bij een verzoek om verlenging van deze maatregelen dient een verslag te worden gevoegd dat ook een evaluatie omvat van het percentage van de aftrekbeperking van de btw op basis van dit besluit.

Artikel 5

Dit besluit is gericht tot Roemenië.

Gedaan te Brussel, op 17.2.2012

                                                                       Voor de Raad

                                                                       De voorzitter

[1]               COM(2004) 728 definitief.

                http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/site/nl/com/2004/com2004_0728nl01.pdf

[2]               PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1.

[3]               COM(2004) 728 definitief.

                http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/site/nl/com/2004/com2004_0728nl01.pdf

Top