This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52012DC0793
COMMUNICATION FROM THE COMMISSION TO THE EUROPEAN PARLIAMENT, THE COUNCIL AND THE EUROPEAN ECONOMIC AND SOCIAL COMMITTEE on Customs Risk Management and Security of the Supply Chain
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ over douanerisicobeheer en beveiliging van de toeleveringsketen
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ over douanerisicobeheer en beveiliging van de toeleveringsketen
/* COM/2012/0793 final */
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ over douanerisicobeheer en beveiliging van de toeleveringsketen /* COM/2012/0793 final */
INHOUDSOPGAVE 1........... Inleiding...................................................................................................................... 3 2........... EU-douanerisicobeheer
en beveiliging van de toeleveringsketen.................... 3 2.1........ Veiligheidsrol van de douane........................................................................................... 3 2.2........ Risicokader van de EU-douane....................................................................................... 4 2.3........ Het risicobeheerproces................................................................................................... 4 2.4........ Tekortkomingen in de huidige aanpak.............................................................................. 5 2.4.1..... Gegevenskwaliteit en de rol van de
marktdeelnemers................................................. 5 2.4.2..... Veilige toeleveringsketens en
marktdeelnemers........................................................... 5 2.4.3..... Operationele methoden................................................................................................. 6 3........... Risicobeheer
van de toeleveringsketen — het totaalbeeld............................ 8 3.1........ Schaal van de uitdaging:
handelsgroei en complexiteit van de toeleveringsketen................. 8 3.2........ Scala van risico's en samenwerking
van de douane met andere autoriteiten....................... 9 3.3........ De uitdaging voor
douanerisicobeheer: een gelaagde aanpak............................................ 9 4........... EU-douanerisicobeheer:
toekomstige stappen.................................................. 12 4.1........ De kwaliteit, beschikbaarheid en
samenvoeging van handelsgegevens waarborgen.......... 12 4.1.1..... Gegevenskwaliteit ("wie
vervoert wat naar wie")..................................................... 12 4.1.2..... Gegevensbeschikbaarheid voor alle
betrokken douaneautoriteiten.......................... 12 4.2........ Betrokkenheid van de marktdeelnemers........................................................................ 13 4.2.1..... Het AEO-programma van de Europese
Unie............................................................. 13 4.2.2..... Samenwerking met legitieme
bedrijven om sluikhandel te bestrijden....................... 13 4.3........ Aanpak van capaciteitsverschillen op
het gebied van risicobeheer................................... 13 4.3.1..... Op het niveau van de lidstaten................................................................................... 13 4.3.2..... Op EU-niveau............................................................................................................. 13 4.4........ Coördinatie met andere autoriteiten
en instanties............................................................ 14 4.5........ Internationale samenwerking......................................................................................... 15 5........... Conclusie.................................................................................................................. 15 MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET
EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ over douanerisicobeheer en beveiliging van de
toeleveringsketen 1. Inleiding De EU is sterk afhankelijk van de internationale
handel voor haar economische ontwikkeling en heeft bijgevolg te maken met de
bedreigingen voor de veiligheid die voortvloeien uit deze handel.
Internationale sluikhandel tast ook de economische en sociale welvaart binnen
de EU aan. Een doeltreffend risicobeheer van het vervoer van goederen via de
internationale toeleveringsketen is fundamenteel voor de veiligheid en
essentieel om de legitieme handel te bevorderen en de financiële en economische
belangen van de EU en de lidstaten te beschermen. Sinds "9/11" en andere
terroristische aanslagen in Europa en elders is veiligheid een topprioriteit
geworden voor de Europese douane. Elke plaats waar goederen de EU binnenkomen,
is van belang voor de veiligheid van de EU, de lidstaten en haar burgers. Als
de douane er niet in zou slagen om de risico's aan de buitengrenzen van de EU consequent
aan te pakken, zouden de douane-unie en de interne EU-markt onhoudbaar worden. Het douanebeleid valt onder de bevoegdheid van
de EU: de lidstaten volgen een gemeenschappelijke aanpak. De EU is belast met het
toezicht op de internationale handel van de Unie en de handhaving van
minimumnormen voor douanerisicobeheer en controles. Net als vele andere
rechtsgebieden en in overeenstemming met internationale normen heeft de EU een
gemeenschappelijk beleidskader dat ertoe strekt risico's aan te pakken en de legitieme
handel te bevorderen. Naast de vaststelling van de overeenkomstige wetgeving
hebben de douanediensten van de EU stappen ondernomen om controleprocedures,
-technieken en ‑middelen grondig te herzien. Het incident in oktober 2010 (Jemen) heeft
zwakke punten blootgelegd in de veiligheidsnormen en -procedures die van
toepassing zijn op luchtvracht in de EU en de rest van de wereld. Het debat dat
hierop volgde, benadrukte de behoefte aan een verregaande herziening van de
veiligheidsprocedures en -eisen voor alle vervoerstakken. Er moeten cruciale
uitdagingen worden aangegaan. Deze kunnen niet op het niveau van de lidstaten
worden opgelost maar vereisen een optreden van de EU dat de nationale
inspanningen aanvult en versterkt. Deze mededeling strekt ertoe: - de uitvoering van het beleid inzake
douanerisicobeheer te herzien; - een strategische aanpak voor de komende
jaren naar voren te brengen; - stappen aan te bevelen die gericht zijn op
een doeltreffend gebruik van de middelen. 2. EU-douanerisicobeheer
en beveiliging van de toeleveringsketen 2.1. Veiligheidsrol
van de douane De rol van de douane in de toeleveringsketen
is in voortdurende ontwikkeling. Waar zij aanvankelijk inkomsten inde en waakte
over de interne markt en andere beleidsterreinen, zoals volksgezondheid,
consumentenbescherming, milieu en landbouw, is zij sinds de terroristische
aanslagen van 11 september 2001 spontaan uitgegroeid tot een vooraanstaande
speler op het gebied van de beveiliging van de toeleveringsketen. Deze rol wordt erkend in de missieverklaring
van de EU-douaneautoriteiten[1]: "De douaneautoriteiten hebben
voornamelijk als opdracht toezicht te houden op het internationale
handelsverkeer van de Gemeenschap en aldus bij te dragen tot eerlijke en open
handel, de uitvoering van de externe aspecten van de interne markt, van het
gemeenschappelijk handelsbeleid en van ander gemeenschappelijk communautair
beleid dat verband houdt met de handel en de algemene veiligheid van de
toeleveringsketen."[2] Dat de veiligheidsrol van de EU-douane de
afgelopen tien jaar is toegenomen, is in overeenstemming met de wereldwijde
ontwikkelingen en internationale normen, met name het "SAFE"-normenkader
van de Werelddouaneorganisatie (WDO). 2.2. Risicokader
van de EU-douane Met de wijziging van het EU-douanewetboek in 2005[3] is de rechtsgrond gecreëerd voor
de ontwikkeling van een gemeenschappelijk kader voor het risicobeheer van de
toeleveringsketen. Deze wijziging en de hieropvolgende uitvoeringsbepalingen
zorgden voor vergaande veranderingen met gevolgen voor zowel de douane als het
bedrijfsleven. Dit
gemeenschappelijke kader omvat het volgende: identificatie en controle van
stromen van risicogoederen op basis van gemeenschappelijke risicocriteria; de
bijdrage van geautoriseerde marktdeelnemers (Authorised Economic Operators,
AEO) in een partnerschap tussen de douane en het bedrijfsleven om de legitieme
handel te beveiligen en te bevorderen; en veiligheidsrisicoanalyses vóór
aankomst/vertrek op basis van vrachtinformatie die vóór aankomst of vertrek van
goederen in/uit de EU elektronisch wordt ingediend door marktdeelnemers. Op operationeel gebied is het kader onderbouwd
door het elektronische EU-douanerisicobeheersysteem. Dit is het kanaal waarlangs
de lidstaten elkaar allerhande inlichtingen kunnen verstrekken en systematisch
risico-informatie kunnen uitwisselen. Het is beschikbaar voor de
risicoanalysecentra van de lidstaten, alle buitengrenscontroleposten in de EU
en de Commissie. De invoering van deze juridische wijziging
moest, vanwege de omvang en de gevolgen die zij heeft, over een aantal jaren
worden gespreid, met als doel een volledige tenuitvoerlegging van alle
maatregelen in 2011. 2.3. Het risicobeheerproces Het risico van goederen die de EU binnenkomen
en verlaten, wordt geanalyseerd op basis van de vrachtinformatie die door de
marktdeelnemers vóór vertrek of aankomst elektronisch wordt ingediend aan de
hand van één enkele aangifte[4].
Voor uitvoer (Uitvoercontrolesysteem) wordt dit gedaan door de douane in het
kantoor van uitvoer. Voor invoer (Invoercontrolesysteem) wordt de risicoanalyse
uitgevoerd door de douane op het eerste punt van binnenkomst, voor alle
goederen die de EU binnenkomen, ongeacht de bestemming ervan. Risico's worden beoordeeld door de
elektronische toepassing van gemeenschappelijke risicocriteria en ‑normen
voor veiligheidsrisicoanalyse. De elektronische resultaten worden vervolgens
beoordeeld door risicoanalisten van de douane, die gebruikmaken van
verscheidene informatiebronnen, met inbegrip van informatie van andere
lidstaten. De douaneautoriteiten op het eerste punt van binnenkomst beslissen,
naargelang van de ernst van het risico in kwestie, of er al dan niet controles
moeten worden uitgevoerd en, zo ja, of dit moet gebeuren aan de grens of op de
plaats van lossen. Als de risicoanalyse positief is (en er dus om controles
worden verzocht), worden de resultaten verzonden naar de douaneautoriteiten
van de lidstaten waar de goederen worden gelost. 2.4. Tekortkomingen
in de huidige aanpak Na een eerste beoordeling van de initiële uitvoering
van de nieuwe wetgeving in samenwerking met de douaneautoriteiten van de
lidstaten heeft de Commissie opdracht gegeven voor een meer diepgaand onderzoek
van de capaciteit van de EU op het gebied van risicoanalyse en -targeting[5]. Volgens de conclusies van het
onderzoek zijn dringende maatregelen nodig voor verscheidene kwesties, waaronder
de gegevenskwaliteit, het opstellen van modellen van de toeleveringsketen en
bepaalde aspecten van de toegepaste methodiek. 2.4.1. Gegevenskwaliteit
en de rol van de marktdeelnemers Risicobeheer moet in de eerste plaats
garanderen dat alle wetgeving correct wordt toegepast en ongegronde controles
worden vermeden, terwijl de nadruk wordt gelegd op de gebieden waar zich de
grootste risico's voordoen. De marktdeelnemers spelen hierbij een cruciale rol vanwege
de informatie waarover zij beschikken en de maatregelen die ze treffen om hun
toeleveringsketen te beveiligen. Om risicobeoordelingsmethoden ten volle te
benutten, is het nodig om te weten "wie wat naar wie en waar vandaan
vervoert". Gegevens over de werkelijke partijen achter de verrichting en
de goederenstroom (koper en verkoper of eigenaar) en de exacte goederen
in kwestie, zijn van fundamenteel belang, net zoals informatie over het
traject van de goederen doorheen de toeleveringsketen. Deze aanpak is gebaseerd op de voorafgaande
vrachtinformatie die de marktdeelnemers elektronisch indienen met betrekking
tot goederenstromen naar en uit de Europese Unie. Uiterst belangrijk is dat
deze gegevens zo spoedig mogelijk beschikbaar zijn, relevant zijn en van
uitstekende kwaliteit zijn. Gebrekkige of weinig relevante gegevens doen nadien
immers afbreuk aan de elektronische risicobepaling en -evaluatie. Relevante gegevens van hoge kwaliteit zijn
cruciaal voor elektronisch risicobeheer, maar uit het onderzoek blijkt dat de
huidige input niet voldoet aan de minimumeisen. Bovendien is er een
systematisch gebrek aan informatie over de partijen achter de
verrichting, terwijl sommige andere gegevens van gebrekkige kwaliteit zijn. In
veel gevallen is de beschikbare informatie in de summiere aangifte bij binnenkomst
(ENS) niet nauwkeurig genoeg om een doeltreffende risicoanalyse uit te voeren.
Voorts moeten nuttige gegevens waarover marktdeelnemers beschikken, beter
worden benut door de autoriteiten met het oog op risicoanalyse. 2.4.2. Veilige
toeleveringsketens en marktdeelnemers Burgers,
bedrijven en overheden hebben er een gemeenschappelijk belang bij om de
toeleveringsketen te beveiligen en de integriteit ervan te beschermen. Hiervoor
zijn verregaande partnerschappen tussen de douane en het bedrijfsleven nodig. Door legitieme en
risicoarme handel te identificeren, kunnen de douaneautoriteiten zich beter op
grotere risico's concentreren en de legitieme handel doorheen de
toeleveringsketen vlotter laten verlopen. De EU beschikt
thans over een degelijk AEO-programma (met meer dan 11 000 vergunningen in
gebruik in juli 2012), dat formeel wordt erkend door een aantal belangrijke
handelspartners. Het programma wordt van nabij gevolgd op EU-niveau. Geautoriseerde
marktdeelnemers treffen belangrijke maatregelen om hun toeleveringsketen te
beveiligen en krijgen daarvoor een officiële erkenning van de
douaneautoriteiten. Deze maatregelen betreffen investeringen in fysieke
veiligheid en internecontrolesystemen, financiële draagkracht,
risicobeoordeling van de onderneming en betrouwbaarheid van zakenpartners. In
de EU zouden deze maatregelen ook moeten worden erkend door andere autoriteiten
en toezichthouders die belast zijn met risico-evaluatie en -bewaking van de
toeleveringsketen. Soortgelijke
initiatieven op andere gebieden van overheidsbeleid zijn momenteel echter niet
aan het AEO-programma gekoppeld. Dit kan leiden tot situaties waarin een
marktdeelnemer tweemaal voor dezelfde criteria wordt beoordeeld door twee
verschillende overheidsinstanties. Er zijn beter
gecoördineerde inspanningen nodig om het AEO-programma voor
risicobeheerdoeleinden ook officieel te laten erkennen op andere beleidsterreinen
en te waarborgen dat de voordelen voor ondernemingen die de regelgeving
toepassen, worden gemaximaliseerd. Het AEO-programma van de douane afstemmen op
het programma van veilige bedrijven op het gebied van de beveiliging van de luchtvaart
is één voorbeeld daarvan. 2.4.3. Operationele
methoden Het gemeenschappelijk risicobeheerkader van de
EU in praktijk brengen is een grote uitdaging. Grote verschillen in het niveau
van de risicoanalyses die de lidstaten verrichten en in de maatregelen die zij
naar aanleiding daarvan nemen, hebben reële en ongewenste gevolgen. Om verschillende redenen is de
tenuitvoerlegging onevenwichtig en niet zo doeltreffend als verwacht: ·
Verschil in capaciteit Er is nog geen gemeenschappelijk minimumniveau
voor geautomatiseerde veiligheidsrisicoanalyses tot stand gebracht wegens
verschillen in de ontwikkeling, de capaciteit en het technische vermogen van de
nationale elektronische risicoanalysesystemen. Dit betekent dat de gemeenschappelijke
risicocriteria niet volledig worden toegepast in alle lidstaten en dat de
doeltreffendheid ervan niet behoorlijk kan worden gevolgd en geëvalueerd op
EU-niveau. Het gebrek aan capaciteit en ondersteuning 24 uur per dag, 7 dagen
per week, in sommige lidstaten belemmert eveneens de totstandbrenging van
gemeenschappelijke EU-normen. Dit beperkt de capaciteit van de EU om zich
aan te passen aan en te reageren op gemeenschappelijke risico's en verhindert
innovatie op het gebied van risicobeheer. ·
Lastenverschil Verschillen in het handelsvolume waarvan de
risico's moeten worden beoordeeld, betekent dat ook de werklast verschilt
tussen de lidstaten. Dit is hoofdzakelijk te wijten aan de geografische ligging
en logistieke organisatie van de toeleveringsketen. Bovendien kunnen de
bedreigingen variëren naargelang van het tijdstip en de plaats. Uit een analyse van de gegevens in het
Invoercontrolesysteem en de in de lidstaten beschikbare middelen voor
risicobeoordeling blijken aanzienlijke verschillen in de werklast van de
douaneambtenaren die belast zijn met risicoanalyse en -targeting. In sommige
gevallen varieert dit van negenmaal het EU-gemiddelde voor luchtvracht tot meer
dan vijftigmaal het EU-gemiddelde voor zeevracht. ·
Operationele coördinatie en informatie-uitwisseling Doordat de voorafgaande vrachtinformatie naar
het eerste punt van binnenkomst in de EU wordt verzonden, wordt de beoordeling van
het risico "wie vervoert wat naar wie en waar vandaan" verder
bemoeilijkt, omdat er heel wat goederen de EU binnenkomen die bestemd zijn voor
een andere lidstaat dan die van eerste binnenkomst of die via de EU worden
vervoerd[6].
Verkeer dat aankomt op een eerste punt van binnenkomst, omvat vaak vracht die
voor andere lidstaten is bestemd en vracht die via de EU wordt vervoerd naar
een eindbestemming in een derde land. Dit betekent dat de beschikbare kennis en
informatie op nationaal en plaatselijk niveau in de lidstaat van bestemming van
fundamenteel belang is voor een doeltreffende risicoanalyse en risicobewaking op
punten van eerste binnenkomst. Voorts is informatie over partijen en hun kenmerken,
met inbegrip van kwetsbare schakels in de toeleveringsketen buiten de EU, onmiskenbaar
van gemeenschappelijke relevantie en belang voor de risicoanalyse aan de
buitengrens. Het is van wezenlijk belang dat informatie,
kennis en expertise systematisch en in realtime worden gedeeld en samengebracht
om te garanderen dat er gemeenschappelijke gelijkwaardige minimumnormen van
toepassing zijn en dat er belangrijke informatie over risico's voor de
toeleveringsketen beschikbaar is voor wie die nodig heeft. Als daarentegen het
delen van informatie sterk tekortschiet, wordt de doeltreffendheid van het risicobeheer
op de verschillende punten van binnenkomst en voor de gehele EU ondergraven. De beschikbare gegevens over het delen van
informatie over een periode van twaalf maanden tonen aan dat er met de huidige
operationele methoden en structuren niet voldoende informatie over risico's
beschikbaar wordt gemaakt[7].
Aangezien de uitwisseling van informatie tussen de douane op het eerste punt
van binnenkomst en andere relevante lidstaten niet naar behoren functioneert,
wordt relevante informatie voor risicobeoordeling op EU-niveau over het hoofd
gezien. Na het incident van Jemen werd in het verslag
van de Groep op hoog niveau over de verhoging van de beveiliging van
luchtvracht ook de coördinatie en uitwisseling van informatie in de EU aan de
orde gesteld: "Voor een adequate reactie op de
terroristische dreigingen moeten er een gestroomlijnde coördinatie en
samenwerking komen op EU-niveau tussen de vervoerssector en de sector Justitie
en Binnenlandse Zaken en diverse overheidsinstanties, en een snelle
uitwisseling van informatie tussen de instanties van de lidstaten van de EU.
Dit beginsel gaat verder dan de specifieke dreiging die aanleiding is tot dit verslag,
en is onderdeel van een breder beraad over de vraag hoe de EU moet kunnen reageren
op gebeurtenissen die zich ook op andere gebieden kunnen voordoen." De uitwisseling van informatie tussen de
douane en andere autoriteiten varieert echter aanzienlijk op nationaal niveau
en is soms zelfs onbestaande op EU-niveau (bijvoorbeeld tijdens de
Fukushima-crisis). De huidige situatie is ontoereikend en moet worden verholpen[8]. 3. Risicobeheer
van de toeleveringsketen — het totaalbeeld Risicobeheer is een ononderbroken proces waarbij
bedreigingen en risico's in kaart worden gebracht, geëvalueerd en geanalyseerd
en vervolgens passende tegenmaatregelen worden opgesteld. Tijd is een
beperkende factor en het proces wordt gekenmerkt door de behoefte aan kennis
van logistiek en toeleveringsketens en door het beheer en de integratie van
meerdere informatie- en inlichtingenstromen. De kwaliteit en de betrouwbaarheid
van informatie moeten worden beoordeeld, met inbegrip van een evaluatie van het
risico dat gegevens door verkeerde informatie, manipulatie of vervalsing zijn
aangetast. De doeltreffendheid van risicobeheer berust op de flexibiliteit, de
aanpasbaarheid en het reactievermogen ervan op de mogelijkheid dat er
zich niet alleen gebeurtenissen kunnen voordoen met kenbare gevolgen maar ook gebeurtenissen
met minder berekenbare gevolgen. Van fundamenteel belang is ook het omgaan met
de gevolgen en de nasleep van risico's die zich voordoen. 3.1. Schaal
van de uitdaging: handelsgroei en complexiteit van de toeleveringsketen De schaal van de uitdaging kan worden gemeten aan
de hand van het volume en de snelheid van de goederenbewegingen en het profiel
van de hedendaagse logistiek. Dit moet in evenwicht zijn met de beperkingen van
de controleomgeving, zowel wat betreft de capaciteit op het gebied van middelen
als wat betreft de behoefte om een ongegronde onderbreking van de legitieme
toeleveringsketen te voorkomen. Tussen 2004 en 2010 nam de waarde van de
buitenlandse EU-handel, ondanks de impact van de financiële crisis, toe met
bijna 50%[9].
De EU bevindt zich in het hart van de wereldhandel en de logistiek van de toeleveringsketen.
Zij is de voornaamste handelspartner van de Verenigde Staten, China en Rusland.
Meer dan 90% van de wereldhandel (8,4 miljard ton koopwaar) wordt jaarlijks via
meer dan 25 800 wereldwijde handelsroutes over zee vervoerd. Meer dan 20%
van dit zeevervoer wordt gelost in Europa. Er zijn wereldwijd 25 400
vervoersknooppunten voor vracht en passagiers in het luchtverkeer, waarvan een
aanzienlijk deel verbonden is met meer dan 250 internationale luchthavens in de
EU. De talrijke partijen die instaan voor het beheer van deze handelsroutes
verhogen de complexiteit van de toeleveringsketenlogistiek. De oostelijke
landgrens van de EU is 9 890 km lang en telt 133 punten van binnenkomst
voor commercieel weg- en spoorwegverkeer. De volledige buitengrens van de EU
telt ruim 1 000 douanekantoren van binnenkomst. In 2011 verwerkte de EU-douane 36 miljoen
aangiften vóór aankomst (summiere aangiften van binnenkomst) in verband met goederen,
140 miljoen aangiften ten invoer, 96 miljoen aangiften ten uitvoer en 9 miljoen
aangiften voor douanevervoer. Deze cijfers houden in dat de douanediensten van
de lidstaten gemiddeld 8,9 aangiften per seconde behandelden. Hoewel het merendeel van de handel wettig is,
schat een recent onderzoek van het Wereld Economisch Forum de sluikhandel op 7%
tot 10% van de wereldeconomie[10]. 3.2. Scala
van risico's en samenwerking van de douane met andere autoriteiten Ook een belangrijk punt van zorg zijn het beleid
dat wordt gevoerd en de rol die wordt gespeeld door autoriteiten en instanties
die niet tot de douane behoren. De behoefte om maatregelen van verschillende
autoriteiten, rekening houdend met hun respectieve bevoegdheden, op elkaar af
te stemmen en te waarborgen dat deze complementair zijn, is een constant en
fundamenteel kenmerk van het beheer van de veiligheid van toeleveringsketens.
Maatregelen om de beveiliging van het vervoer te verbeteren, zijn bijvoorbeeld
duidelijk van belang voor de risicobeoordeling van goederenstromen, met name
wat betreft luchtvracht, aangezien het risico van terroristische aanslagen op
luchtvervoer momenteel als hoog wordt beschouwd. Veiligheidsmaatregelen om het
vervoer van gevaarlijke goederen te beschermen, zijn eveneens belangrijke
factoren waarmee rekening moet worden gehouden. Meer in het algemeen is, wanneer de douane in
samenwerking met of namens andere autoriteiten optreedt, systematische
communicatie en uitwisseling van informatie over risico's nodig[11]. Voor aangelegenheden die
ernstige risico's voor de volksgezondheid en het milieu of voor de veiligheid
van de burgers met zich meebrengen, is een dergelijke communicatie cruciaal om
een tijdige tussenkomst van de overeenkomstige autoriteit te waarborgen om het
risico te bewaken en te beheersen. Dit is in het bijzonder van belang wanneer
de kans bestaat dat de betrokken goederen bij binnenkomst in de EU aan het oog
zullen worden onttrokken of dat er een valse beschrijving van zal worden
gegeven. Er moet naar worden gestreefd dat belangrijke informatie waarover
verschillende instanties op nationaal niveau en op EU-niveau beschikken, wordt
opgenomen in de risicobeoordeling om de doeltreffendheid ervan te verhogen. 3.3. De
uitdaging voor douanerisicobeheer: een gelaagde aanpak Het huidige risicobeheerkader schiet tekort om
veiligheidsrisico's uniform aan te pakken aan de buitengrens. Er moeten maatregelen
worden genomen om de bestaande tekortkomingen te verhelpen en een nieuwe aanpak
van het EU-risicobeheer is nodig. De beoordeling van de aard van het risico en
de waarschijnlijke gevolgen ervan indien het risico zich voordoet, moet de
basis vormen voor de beslissing of er al dan niet moet worden opgetreden en, zo
ja, waar en wanneer welke controles of tegenmaatregelen moeten worden genomen. Verschillende risico's vereisen verschillende
reacties: de handel tussen aantoonbaar veilige marktdeelnemers wordt geacht minder
risico's in te houden dan andere handel; van bepaalde goederenstromen kan
onmiddellijk worden bepaald dat ze grote risico's inhouden. Om die reden is de
EU geen voorstander van 100% doorlichting of controle, maar is zij van mening dat
controlemaatregelen in verhouding moeten staan tot de risicobeoordeling. Het incident in Jemen bracht verscheidene
belangrijke punten aan het licht waarmee rekening dient te worden gehouden bij de
opstelling van EU-douanebeleid inzake de beveiliging van de toeleveringsketen.
Het betreft onder meer de tijdsgevoelige aard van risicobewakingsmaatregelen,
de omstandigheid dat meerdere lidstaten tegelijkertijd betrokken zijn bij één
enkele verrichting en onderling van elkaar afhankelijk zijn, de
interdepartementale en internationale dimensie van de kwestie en het grote
aandeel dat het bedrijfsleven en de stakeholders hebben in de internationale
handel en de toeleveringsketen. Deze onderling verbonden elementen benadrukken
de behoefte aan een proactieve, gemeenschappelijke aanpak van het risicobeheer
in samenwerking met talrijke spelers. Om het risico aan te pakken dat er bij
luchtvracht explosieven worden geladen, moeten er in een derde land stappen
worden ondernomen vóór het laden, terwijl er voor andere risico's, waaronder
risico's met veiligheids- en financiële consequenties zoals sluikhandel om
criminele of terroristische doeleinden te financieren, verder in de
toeleveringsketen controles kunnen worden uitgevoerd. Nog andere risico's
kunnen doeltreffender en met de minst mogelijke hinder bij de marktdeelnemers
zelf worden aangepakt. Voor veel financiële en commerciële beleidsrisico's
blijft de meest doeltreffende controle de controle bij de in- en uitklaring en de
controle achteraf, wanneer er meer gedetailleerde gegevens en documentatie
beschikbaar zijn. Een doeltreffende risicoanalyse is van fundamenteel belang om
te bepalen waar dergelijke controles worden verricht. Een vroege risicobeoordeling is cruciaal om de
aard en het niveau van de risico's en de mogelijke reacties daarop te bepalen.
Door de risico's vóór aankomst (en zelfs vóór het laden) van de goederen te
beoordelen, kunnen de douane en andere handhavingsinstanties risico's gelaagd
aanpakken, waardoor ze kunnen beslissen waar ze het best ingrijpen in de
logistieke keten zonder de veiligheid van de EU-lidstaten en -burgers in gevaar
te brengen. Deze optimale visie op risicobeheer wordt hieronder geïllustreerd. Afbeelding 2: Optimaal risicobeheerproces: Beoordeling vooraf — tussenkomst
waar nodig Voor dit proactieve
risicobeheer moet ononderbroken, 365 dagen per jaar en in realtime toezicht
worden gehouden op de toeleveringsketen. Alle spelers met een gemeenschappelijk
belang bij de bescherming van de integriteit van de toeleveringsketen moeten
hun steentje bijdragen en er moet een kader voor het proces worden ontwikkeld.
Legitieme handelsbelangen moeten dienen als relevante bronnen van informatie over
de toeleveringsketen met het oog op risicoanalyse. Er kan een structuur worden
overwogen om te voorzien in de nodige interdepartementale coördinatie en
informatie-uitwisseling in de EU. Methoden om rekening te houden met informatie
van derde landen, moeten ook in overweging worden genomen. Een dergelijke aanpak benadrukt dat er een
veel grotere samenhang moet worden bewerkstelligd in het gebruik van de
informatie, gegevensbronnen, instrumenten en methoden die de douane hanteert om
risico's vast te stellen en commercieel verkeer in de toeleveringsketen te
analyseren. Het lijkt contraproductief en ondoeltreffend om een onderscheid te
maken, bijvoorbeeld tussen enerzijds risicobeheer om burgers te beschermen
tegen veiligheidsrisico's en anderzijds fraudebestrijdingskwesties, waaronder
goederensmokkel, meer in het algemeen. Het gebrek aan een uniforme aanpak bemoeilijkt
de planning en het gerichte gebruik van beperkte middelen en leidt tot
kwetsbaarheid op EU-niveau. 4. EU-douanerisicobeheer:
toekomstige stappen De doeltreffendheid en efficiëntie van het risicobeheer
van het goederenverkeer over de EU-grenzen zijn van uitermate groot belang voor
de veiligheid, de gezondheid en het welzijn van de burgers en ook voor de
handels-, economische en financiële belangen van de EU en haar lidstaten. Uiteenlopende
uitdagingen vereisen uiteenlopende en geïntegreerde oplossingen voor de
vastgestelde tekortkomingen in de huidige aanpak. 4.1. De
kwaliteit, beschikbaarheid en samenvoeging van handelsgegevens waarborgen Een
hoofdprioriteit bestaat erin dat marktdeelnemers kwaliteitsgegevens verstrekken
en dat deze beschikbaar zijn voor de autoriteiten die betrokken zijn bij het risicobeheer
op het passende niveau. 4.1.1. Gegevenskwaliteit
("wie vervoert wat naar wie") Op basis van de werkzaamheden die zijn
verricht door een Groep op hoog niveau over de verhoging van de beveiliging van
de luchtvracht, moeten de EU-wetgeving en de systemen voor voorafgaande vrachtinformatie
worden aangepast om te waarborgen dat de nodige gegevens voor een doeltreffende
risicoanalyse beschikbaar worden gemaakt. Dit betreft onder meer de gegevens van de
werkelijke partijen achter de verrichtingen en goederenstromen en een passende beschrijving
van de goederen met het oog op identificatie en elektronische risicoanalyse; voorts
dient een verplichte GS-code te worden ingevoerd, ten minste voor commerciële
zendingen. Er moet dringend worden voorzien in de nodige
indieningsvoorschriften om deze gegevens te verkrijgen van vervoerders en andere
partijen. Het is wenselijk om daarbij enig onderscheid te maken tussen verschillende
bedrijfsmodellen (bv. maritiem containervervoer; expresluchtvracht; post). In
de EU-regelgeving moet rekening worden gehouden met de administratieve lasten voor
marktdeelnemers en kleine en middelgrote ondernemingen. Ook de behoefte aan het
ontwikkelen en bevorderen van internationale normen moet in aanmerking worden genomen. 4.1.2. Gegevensbeschikbaarheid
voor alle betrokken douaneautoriteiten Hoe vroeger de risicobeoordeling van goederenbewegingen
in de toeleveringsketen kan worden uitgevoerd, des te beter de controle-eisen
op de vastgestelde aard van het risico kunnen worden afgestemd en aan het
logistieke proces kunnen worden aangepast. Handelsgegevens moeten zo snel mogelijk
worden geregistreerd om een doeltreffend(e) risicoanalyse en -beheer te
vergemakkelijken. De gegevens moeten gelijktijdig beschikbaar
zijn voor meerdere lidstaten om een flexibel(e) gebruik, beheer en verwerking te
ondersteunen. Met de wijziging van de indieningsvoorschriften kan de
mogelijkheid worden gecreëerd om gegevens van verschillende partijen die in
meer dan één lidstaat zijn verkregen, samen te voegen. Er moeten kosteneffectieve
methoden worden onderzocht om dit te verwezenlijken. 4.2. Betrokkenheid
van de marktdeelnemers Bedrijven en overheden hebben er een
gemeenschappelijk belang bij om de toeleveringsketen te beveiligen en de
integriteit ervan te beschermen. 4.2.1. Het
AEO-programma van de Europese Unie Een succesvolle tenuitvoerlegging van het
AEO-programma in de EU is van vitaal belang om de investeringen van de betrokken
marktdeelnemers te erkennen en te garanderen dat zij de vruchten daarvan
plukken. Erkenning van de AEO-status binnen de EU door
andere autoriteiten en toezichthouders die belast zijn met risico-evaluatie en –bewaking
in de toeleveringsketen, kan een belangrijke bron van besparingen zijn en heel
wat voordelen opleveren voor de marktdeelnemers. Op dezelfde wijze kan een (gedeeltelijke
of volledige) erkenning door de douane van een soortgelijke EU-status op andere
gebieden (bv. erkend agent in de luchtvervoerswetgeving) de doeltreffendheid
van risico-targeting verhogen. Het uitbreiden van de voordelen van EU-AEO's tot
op internationaal niveau en de wederzijdse erkenning van soortgelijke
programma's die door derde landen worden ingevoerd, moeten ook een prioriteit
zijn. 4.2.2. Samenwerking
met legitieme bedrijven om sluikhandel te bestrijden Wanneer marktdeelnemers volledig in het proces
worden ingeschakeld, kan dit verdere aanzienlijke voordelen voor het risicobeheer
opleveren doordat bedrijven het belang van de kwaliteit van de te verstrekken gegevens
beter begrijpen en de kennis van de toeleveringsketen toeneemt zodat kwetsbare
plekken en bedreigingen beter in kaart kunnen worden gebracht. De autoriteiten moeten de nuttige gegevens
waarover de marktdeelnemers beschikken, benutten met het oog op risicoanalyse. 4.3. Aanpak
van capaciteitsverschillen op het gebied van risicobeheer Niet alleen de verschillen in capaciteit om informatie
te analyseren maar ook de verschillende informatieniveaus in verschillende
lidstaten moeten worden verholpen. Er moet gezamenlijke actie op het niveau van
de lidstaten en op EU-niveau worden overwogen. 4.3.1. Op het
niveau van de lidstaten Er moet capaciteit worden opgebouwd om de bestaande
tekortkomingen in elke lidstaat te verhelpen. Dit omvat het aanpassen van de
nationale elektronische risicosystemen aan gemeenschappelijke technische
specificaties om de toepassing van de vereiste normen te waarborgen. Dit
betekent ook dat moet worden voorzien in de vereiste middelen voor
ononderbroken risicobeheer en kwaliteitsvolle expertise op het gebied van
risicobewaking en ‑targeting (bv. door middel van opleiding). 4.3.2. Op
EU-niveau De stappen die de lidstaten ondernemen, kunnen
de tekortkomingen in de capaciteit voor risicoanalyse op nationaal niveau mede verhelpen.
Dit alleen is echter onvoldoende om collectieve, EU-brede problemen inzake risicobeheer
aan te pakken die samenhangen met de versnippering van de informatiestromen als
gevolg van de geografische plaats en de aard van internationale logistieke ketens. Op EU-niveau moeten de capaciteit en de
middelen van de lidstaten beter worden samengevoegd om de EU-doelstellingen inzake
risicobeheer effectiever te verwezenlijken aan de hele buitengrens. De
specifieke plaatselijke, regionale en nationale kenmerken van risicobeheer
moeten worden erkend en nageleefd, maar extra capaciteit op EU-niveau zou een
dynamische kosteneffectieve aanvulling vormen op de nationaal ondernomen
stappen. Hieronder kan het gebruik van een realtime elektronisch risicosysteem vallen
om de nationale technische capaciteit aan te vullen. Voorts kunnen ook verdere
middelen worden ontwikkeld om gemeenschappelijke bedreigingen en risico's van
de lidstaten aan te pakken. Met een capaciteit die op EU-niveau wordt
georganiseerd, zou meer bepaald het volgende mogelijk zijn: ·
geschikte gemeenschappelijke risicocriteria of
risicoprofielen op EU-niveau rechtstreeks toepassen op gegevens op EU-niveau in
plaats van via 27 nationale systemen, in crisis- en andere situaties; ·
de capaciteit verhogen om gemeenschappelijke
risico's te identificeren en te waarborgen dat deze over de hele buitengrens op
dezelfde manier worden behandeld; ·
de zichtbaarheid van internationale
toeleveringsketens verhogen en waarborgen dat belangrijke risico-informatie
niet over het hoofd wordt gezien aan de buitengrens; ·
de capaciteit verhogen om sluikhandelnetwerken die
over de nationale grenzen heen werken, sneller te identificeren en de risico's
van verschuiving en "port shopping" systematischer aan te pakken; ·
een doeltreffender beheer van de gegevenskwaliteit
en risico-evaluatie en -analyse aan de buitengrens mogelijk maken; ·
een platform creëren voor informatie-uitwisseling
met andere autoriteiten en met derde landen. De mogelijkheden die het aanstaande Douane 2020-programma
zal bieden, bijvoorbeeld het detacheren van deskundigen van de lidstaten op een
vaste locatie in de vorm van deskundigengroepen, moeten ten volle worden benut.
Het samenbrengen van dergelijke middelen op EU-niveau zou helpen om de
gefragmenteerde informatiestromen aan te pakken, moeilijkheden in verband met
verschillen in de risicobeheercapaciteit tussen de lidstaten te verhelpen en
een uniforme norm voor elektronische risicoanalyse en -beheer te waarborgen. 4.4. Coördinatie
met andere autoriteiten en instanties Een van de voornaamste conclusies die uit het
incident van Jemen werd getrokken, is dat er behoefte is aan een meer
gestructureerde en systematische samenwerking en coördinatie tussen de douane
en andere autoriteiten, met name in situaties waarin het risico beter kan
worden aangepakt op EU-niveau. In het bijzonder: ·
De risico-informatie en -inlichtingen van
specifieke instanties met betrekking tot ernstige bedreigingen in verband met goederenbewegingen
moet worden gestroomlijnd, beschikbaar worden gemaakt en onmiddellijk worden
gebruikt om maatregelen te nemen op basis van het systeem voor voorafgaande vrachtinformatie.
Het soort informatie - en de procedures voor de doorgifte ervan zodat de
resultaten voor het gemeenschappelijke risicobeheer worden geoptimaliseerd -
hangt af van de structuur en de organisatie van de relevante autoriteiten (met
inbegrip van de douane) en moet in samenspraak met die autoriteiten worden
bepaald en overeengekomen. ·
De douane moet deelnemen aan de beoordeling van
bedreigingen en risico's voor de veiligheid van de toeleveringsketen op
EU-niveau en ervoor zorgen dat de resultaten daarvan in het douanerisicobeheer worden
geïntegreerd. De toegevoegde waarde van dergelijke
regelingen zou nog toenemen indien dergelijke informatie uniform en
onmiddellijk in realtime werd toegepast op EU-niveau, aangezien op die manier
de snelst mogelijke reactie op gemeenschappelijke bedreigingen en risico's kan
worden gewaarborgd om zo de eerder vermelde tekortkomingen te verhelpen. 4.5. Internationale
samenwerking Een doeltreffend risicobeheer hangt ook af van
nauwe internationale samenwerking, zowel bilateraal als multilateraal. Nauwe
samenwerking met onze voornaamste handelspartners zal voor een toename aan
kennis en informatie zorgen. Bovendien zal zij bijdragen aan het verspreiden
van kennis inzake risicobeheermethoden en -technieken op internationaal niveau. De EU moet initiatieven nastreven om informatie-uitwisseling met belangrijke handelspartners en buurlanden
te ontwikkelen, wederzijdse erkenning van partnerschapsprogramma's met het
bedrijfsleven te bevorderen en gemeenschappelijke opleiding van personeel te
ondersteunen door middel van uitwisseling van ambtenaren en het ontwikkelen van
gemeenschappelijke normen; de EU moet lopende werkzaamheden op het gebied van
een gemeenschappelijk risicobeheerkader met partners die betrokken zijn bij de
douaneveiligheid in de EU, voltooien; tot slot moet zij in multilaterale
organisaties zoals de WDO, de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie
(ICAO), de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) en de Wereldpostunie
(UPU) internationale werkzaamheden blijven ondersteunen op het gebied van
normen (bv. in het kader van "SAFE") met betrekking tot risicobeheer
en veiligheid van de toeleveringsketen, met inbegrip van informatie vóór
vertrek voor alle vrachten, uitwisseling van informatie,
partnerschapsprogramma's met het bedrijfsleven en detectietechnologieën. 5. Conclusie Zowel de marktdeelnemers als de lidstaten en
de burgers van de EU zijn gebaat bij een doeltreffend risicobeheer. Er moet
nauwer worden samengewerkt met de marktdeelnemers om het gewenste niveau van de
gegevens voor risicoanalyse te bereiken, een efficiënt verloop van het legitieme
handelsverkeer mogelijk te maken en sluikhandel beter te bestrijden. Op die
manier en in combinatie met een systematischere uitwisseling van
risico-informatie en coördinatie tussen de douane en andere autoriteiten of instanties
en nauwere internationale samenwerking zal de veiligheid en de integriteit van
de toeleveringsketen worden verhoogd. Voordat er concrete initiatieven worden
genomen voor maatregelen om het douanerisicobeheer te versterken, nodigt de
Commissie de Raad, het Europees Parlement en het Economisch en Sociaal Comité
uit om de in deze mededeling beschreven aanpak in overweging te nemen. [1] Verordening (EG) nr. 450/2008
van de Raad van 23 april 2008 tot vaststelling van het communautair
douanewetboek (gemoderniseerd douanewetboek), artikel 2. [2] De
strategie voor de ontwikkeling van de douane-unie die in 2008 door de Raad werd
aangenomen, roept dienovereenkomstig de EU-douane op om de maatschappij en de
financiële belangen van de EU te beschermen door "doeltreffende
maatregelen [te treffen] tegen of toezicht [uit te oefenen] op het verkeer van
illegale, aan beperkingen onderworpen en verboden goederen" —
Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Economisch
en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 1 april 2008 met de titel
Strategie voor de ontwikkeling van de douane-unie (COM(2008) 169 definitief,
blz. 5). [3] Verordening (EG) nr. 648/2005
van de Raad van 13 april 2005. [4] ENS:
Summiere aangifte bij binnenkomst. [5] Study on possible ways to
enhance EU-level capabilities for customs risk analysis and targeting,
PricewaterhouseCoopers, 31 mei 2012. [6] Bijvoorbeeld
ruim 50% van de goederen die via Rotterdam — een belangrijke zeehaven —
binnenkomen, is bestemd voor een andere lidstaat. [7] Er werden
meer dan 36 miljoen ENS ingediend maar het aantal informatieverzoeken van
eerste punten van binnenkomst van de EU aan andere lidstaten bedroeg 382. Dit
is niet verenigbaar met proactieve risicobeoordeling en geloofwaardige
risicoanalyse en -bewaking voor goederen die de buitengrens oversteken. [8] De conclusie van het verslag van
PWC hieromtrent was dat er ruimte is voor verbetering in de uitwisseling van
inlichtingen en informatie op alle niveaus (tussen organisaties op het
nationale niveau, tussen het nationale niveau en het EU-niveau en tussen
organisaties op EU-niveau). [9] Extra- en
intracommunautaire handel: Een statistisch jaarboek — Gegevens 1958-2010, blz. 16. [10] Wereld Economisch Forum, New
Models for Addressing Supply Chain and Transport Risk, An initiative of the
Risk Response Network, 2012, blz. 9. [11] "De term
"veiligheid" wordt in dit document in ruime zin gebruikt en heeft
betrekking op zowel de bedreigingen voor de openbare veiligheid (criminele
intenties, het gevaar van terroristische of andere aanslagen) waarbij sprake is
van goederenverkeer (bijvoorbeeld smokkel van of verboden handel in wapens,
biologische producten of explosieven), als de bedreigingen voor de samenleving
wegens de handel in goederen die gevaarlijk zijn voor de gezondheid, het milieu
en de consument." De rol van de douane in het geïntegreerde beheer van de
buitengrenzen, COM(2003) 452.