This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52012DC0446
COMMUNICATION FROM THE COMMISSION TO THE EUROPEAN PARLIAMENT, THE COUNCIL, THE EUROPEAN ECONOMIC AND SOCIAL COMMITTEE AND THE COMMITTEE OF THE REGIONS Social Protection in European Union Development Cooperation
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Sociale bescherming in de ontwikkelingssamenwerking van de Europese Unie
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Sociale bescherming in de ontwikkelingssamenwerking van de Europese Unie
/* COM/2012/0446 final */
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Sociale bescherming in de ontwikkelingssamenwerking van de Europese Unie /* COM/2012/0446 final */
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET
EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET
COMITÉ VAN DE REGIO'S Sociale bescherming in de
ontwikkelingssamenwerking van de Europese Unie 1. Waarom is sociale
bescherming van belang? Chronische armoede en grotere
kwetsbaarheid De Agenda voor verandering[1] beschrijft het EU-beleid voor
ontwikkelingssamenwerking in de toekomst. De agenda bepleit onder meer een
omvattender aanpak van menselijke ontwikkeling, met steun voor betere toegang tot
goede gezondheidszorg, degelijk onderwijs en betere sociale bescherming, met
het oog op inclusieve groei waarbij de mensen in staat worden gesteld deel te
nemen aan en voordeel te halen uit welvaart en werkgelegenheidsgroei. De afgelopen jaren heeft de wereldeconomie in
een aantal ontwikkelingslanden, vooral in Azië, een aanzienlijke groei gekend.
Vijf landen met een groot bevolkingsaantal hebben de status van
middeninkomensland bereikt. Twee derden van de anderhalf miljard armsten in de
wereld leven vandaag echter in middeninkomenslanden. Voorts is de
mondialisering meer in het algemeen in verband gebracht met grotere
kwetsbaarheid, doorbreking van traditionele solidariteitsstelsels en in sommige
gevallen grotere sociale polarisering. Grote
aantallen tijdelijke, informele en migrerende werknemers hebben geen toegang
tot sociale zekerheid in verband met hun werk of enige andere vorm van reële
sociale bescherming. Terwijl de eerste millenniumdoelstelling voor
ontwikkeling (MDG), nl. halvering van het aantal mensen dat in extreme armoede
leeft, vermoedelijk zal worden gehaald, blijven nog vele huishoudens in een
kwetsbare positie, juist boven de extreme armoedegrens[2]. Waar
armoede gehandhaafd blijft, is er steeds meer sprake van uitsluiting en
marginalisering ten gevolge van specifieke factoren, zoals geografische
isolatie, handicap, geslacht of etnische afkomst. In
lagere-inkomenslanden verhinderen meer bepaald slechte gezondheid en ziekten,
onaangepaste voeding, vooral voor kinderen, een gebrek aan passende
vaardigheiden, vooral voor jongeren, beperkte middelen en een herhaalde
blootstelling aan ernstige inkomensschokken miljoenen armen om effectief deel
te nemen aan de arbeidsmarkt of als ondernemer werkzaam te zijn en zo de
armoede te ontkomen. De wereldwijde voedsel-,
brandstof- en financiële crisis heeft deze gevolgen voor de inkomens en voor de
arbeidskwaliteit en -zekerheid voor de armen nog verergerd. Sociale bescherming ter ondersteuning
van inclusieve ontwikkeling Sociale bescherming kan een sleutelrol spelen
in de bestrijding van armoede en kwetsbaarheid. Door grotere
billijkheid, bijvoorbeeld door middel van sociale transfers en betere toegang
tot fundamentele sociale dienstverlening, en door bescherming te bieden tegen
risico’s kan de sociale bescherming de terugdringing van de armoede en de
inclusieve groei bevorderen, alsook de sociale samenhang en de stabiliteit
ondersteunen. De zeer verschillende profielen van de ontwikkelingseconomieën en
hun zeer informele arbeidsmarkten maken dat de context erg verschilt van die
waarbinnen de meeste bestaande socialebeschermingsstelsels in de
geïndustrialiseerde wereld werden opgezet. Dit betekent dat vernieuwende en
pasklare oplossingen op basis van landenspecifieke behoeften en prioriteiten
moeten worden nagestreefd. Sociale bescherming in de toekomstige
EU-ontwikkelingssamenwerking De Raad van de Europese Unie, het Europees
Parlement, internationale instanties en maatschappelijke organisaties hebben de
Commissie verzocht een voorstel te formuleren inzake sociale bescherming in de
EU-ontwikkelingssamenwerking[3].
Het Europees Ontwikkelingsverslag 2010 pleit ervoor sociale bescherming tot een
integraal onderdeel te maken van het EU-ontwikkelingsbeleid[4]. In 2011 is de Commissie van
start gegaan met een overlegproces, waaruit de relevantie en urgentie zijn
gebleken van een beleidskader voor toekomstige EU-steun voor sociale
bescherming. Deze mededeling beoogt de rol te beschrijven
die sociale bescherming speelt voor inclusieve en duurzame ontwikkeling en die
van de EU-ontwikkelingssamenwerking voor een versterking van het beleid en de
stelsels voor sociale bescherming. 2. Wat is sociale bescherming
en wat kan ermee worden bereikt? Een
definitie van sociale bescherming Op internationaal
vlak worden talrijke uiteenlopende definities van sociale bescherming gebruikt.
Bepaalde manieren van aanpakken zijn sterk normatief, gebaseerd op het concept
van sociale bescherming als een recht zoals het in de VN-instrumenten wordt
vastgesteld, met inbegrip van de verdragen van de Internationale
Arbeidsorganisatie (IAO), terwijl andere meer de nadruk leggen op de functie
van sociale bescherming bij het verminderen van de armoede en voor economische
groei. Bepaalde manieren van aanpakken van sociale bescherming leggen de nadruk
op de functie van hulpverlening aan armen om uit de armoede te komen, terwijl
andere vooral de bevordering van sociale integratie, sociale rechtvaardigheid,
inkomenszekerheid, goed onderwijs en gezondheidszorg voor allen bepleiten.
Sociale bescherming kan derhalve breed worden omschreven als beleid en
maatregelen die: ·
de capaciteit van mensen bevorderen, maar met name
van arme en kwetsbare bevolkingsgroepen, om uit de armoede te geraken, of er
niet in terecht te komen, en beter bestand te zijn tegen risico’s en schokken alsmede ·
ernaar streven een hoger niveau van sociale
zekerheid te verzekeren, door inkomenszekerheid en toegang tot essentiële
dienstverlening (meer bepaald gezondheidszorg en onderwijs), zowel tijdens
actieve en niet-actieve perioden en levensperioden met grotere behoeften. De verplichting van de overheid om sociale
bescherming te waarborgen, berust op het recht op sociale zekerheid als
neergelegd in de universele verklaring van de rechten van de mens van 1948. De
normen voor de sociale zekerheid worden vastgesteld door de IAO, meer bepaald
in Verdrag nr. 102 betreffende sociale zekerheid (minimumnormen) van 1952, dat
volledig of gedeeltelijk werd geratificeerd door 47 meestal
hoge-inkomenslanden. Hoe sociale
bescherming de inclusieve ontwikkeling bevordert Sociale
bescherming biedt de mogelijkheid inclusieve ontwikkeling te bevorderen op een
aantal manieren: ·
Sociale bescherming verbetert de toegang
tot de openbare diensten, verbetert de gezondheid, het onderwijs en de voeding
van werkende mensen en hun kinderen, ondersteunt de participatie van armen in
de economie en doet de arbeidsproductiviteit stijgen. ·
Sociale bescherming kan middelen ter beschikking
stellen voor risicobeheer voor individuele personen en hun
tegoeden, waardoor zij zowel hun potentieel voor het genereren van een inkomen
op de langere termijn als voor het doen van investeringen kunnen versterken. ·
Sociale bescherming bevordert inkomensstabiliteit
en kan de vraag stimuleren naar lokale goederen en diensten, met name door voor
macro-economische stabilisering te zorgen in tijden van
economische onrust. ·
Sociale bescherming dringt de ongelijkheid
terug, waardoor zowel inclusieve als duurzame groei wordt bevorderd en
het sociale contract tussen de burgers en de staat kan worden
versterkt, en sociale integratie, samenhang en grotere verantwoordingsplicht
worden bevorderd. ·
Sociale bescherming kan meer evenwicht tussen
de generaties bevorderen door de sociale voordelen te verdelen over de
hele levensloop, van de vandaag productieve generatie tot kinderen, jongeren en
ouderen. Dit draagt bij tot veiligheid en stabiliteit van de maatschappij en
tot voorspelbaarheid voor de individuele burger. De rol van het beleid en de maatregelen inzake
sociale bescherming voor steun aan inclusieve groei en de terugdringing van de
armoede op nationaal niveau blijkt uit de bijdrage van dit beleid en deze
maatregelen aan de verwezenlijking van de MDG’s. Sociale bescherming ter ondersteuning van de MDG’s MDG 1: Extreme armoede en honger De subsidie voor steun aan kinderen in Zuid-Afrika heeft bijgedragen tot het terugbrengen van de armoedekloof met 47%[5]. MDG’s 2 en 3: Beter onderwijs en resultaten op het gebied van gelijke kansen Tussen 1996 en 2002/3 is het percentage meisjes op de lagere school in Bangladesh gestegen van netto 48% tot 86%. Vele onderzoekers wijten dit ten dele aan het subsidieprogramma voor meisjesonderwijs, dat met EU-steun werd gefinancierd[6]. MDG’s 4, 5 en 6: Betere gezondheidszorg en minder ziekten Het programma Oportunidades in Mexico combineerde overdrachten in contanten en gratis gezondheidszorg met een verbeterde verstrekking van deze diensten, hetgeen leidde tot een daling met 17% van de kindersterfte op het platteland van Mexico over een periode van drie jaar[7]. 3. Sociale bescherming in de
Europese Unie Eén gezamenlijk engagement,
verschillende manieren van aanpakken Sociale bescherming is de kern van het
Europese sociale model. Het beleid van sociale bescherming is voornamelijk de
verantwoordelijkheid van de lidstaten overeenkomstig het
subsidiariteitsbeginsel. Op EU-niveau werd echter de open coördinatiemethode
ingesteld, een vrijwillig proces voor politieke samenwerking,
gebaseerd op overeen te komen gezamenlijke doelstellingen en gemeenschappelijke
indicatoren. De stelsels voor sociale bescherming verschillen sterk in de hele
Unie. Toch verbinden alle EU-lidstaten zich in beginsel tot het verstrekken van
algemene toegang tot sociale bescherming tegen de belangrijkste risico’s
tijdens de hele levensloop, overeenkomstig de waarborg van artikel 34 van het
Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Het is gebleken dat de Europese stelsels voor
sociale bescherming een belangrijke buffer zijn geweest tegen risico’s en
inkomensarmoede, en dat zij hebben bijgedragen tot de vermindering van de
ongelijkheid in Europa. Blijvende economische problemen ten gevolge van de
financiële crisis hebben echter ernstige vragen doen rijzen over de
betaalbaarheid en doeltreffendheid van deze stelsels. Als antwoord daarop
streeft de EU naar nieuwe manieren om een hoog niveau van sociale bescherming
te waarborgen voor een lagere prijs, met inbegrip van een grotere nadruk op het
stimuleren van jongeren en ouderen. “Europa 2020”, de EU-strategie voor een
slimme, geïntegreerde en duurzame groei, werd in 2010 opgezet en omvat
streefcijfers voor meer werkgelegenheid en minder armoede en sociale
uitsluiting. Gedurende het Europees Semester, dat in 2011 van start ging,
worden deze nieuwe wegen gedetailleerd getoetst en geanalyseerd met het oog op
een betere coördinatie van het beleid voor herstel en groei. 4. Sociale bescherming in
ontwikkelingseconomieën De economieën van de ontwikkelingslanden
worden vaak gekenmerkt door een hoge graad van informaliteit, een lage
heffingsgrondslag voor de inkomstenbelasting, relatief lage
begrotingstoewijzingen voor sociale bescherming en sterk gesegmenteerde
socialeverzekeringsstelsels die vaak slechts voor een kleine minderheid in de
formele sector vrucht afwerpen. Door de band spenderen ontwikkelingslanden
ongeveer een kwart van wat in geavanceerde economieën aan sociale bescherming
besteed wordt. Dit betekent dat slechts ongeveer 20% van de werkende bevolking
wereldwijd toegang heeft tot omvattende sociale bescherming. In middeninkomenslanden moeten de
reikwijdte van het systeem verbreed en de doeltreffendheid verbeterd worden In ettelijke middeninkomenslanden werd de
basis voor een modern socialebeschermingsstelsel reeds gelegd waarbij een
aantal componenten van sociale zekerheid reeds operationeel zijn. De
reikwijdte, met name van regelingen met premiebetaling, is over het algemeen
echter beperkt, zodat slechts een klein deel van de bevolking er voordeel van
heeft, vooral zij die in de formele economie werkzaam zijn. In deze context is
de grootste uitdaging de reikwijdte te verbreden, met name tot wie in de
informele economie werkzaam is. In middeninkomenslanden bestaan gewoonlijk ook
talrijke programma’s voor sociale steun voor specifieke groepen, zoals de
armen, waardoor hun toegang tot fundamentele dienstverlening wordt verbeterd.
De doeltreffendheid van deze stelsels is erg gevarieerd, hoewel uit gegevens
uit Azië en Zuid-Amerika blijkt dat goed geconcipieerde programma’s erg
doeltreffend kunnen zijn om de armen en kwetsbare bevolkingsgroepen te
bereiken. Daarnaast heeft de overheid vaak gebruik
gemaakt van energiesubsidies en/of prijscontrole om aan bepaalde
bevolkingsgroepen een nominale inkomensbescherming te bieden. Toch is een
dergelijk beleid duur, regressief en ondoeltreffend gebleken. In lagere-inkomenslanden zijn de
financiering en institutionele capaciteit het grootste probleem In lagere-inkomenslanden is de verstrekking
van sociale bescherming vaak nog problematischer door het relatieve gebrek aan
middelen en in belangrijke mate de zwakte van de overheid. In een context van
beperkte industrialisering en grote rurale bevolkingsaantallen blijven de
meeste burgers verstoken van georganiseerde sociale bescherming en zijn zij
kwetsbaar voor schokken, hoewel het familieverband en andere informele
netwerken gedeeltelijk compensatie daarvoor kunnen bieden. Sociale
transferprogramma’s, hetzij specifiek bedoeld of niet, voorwaardelijk of niet,
blijven de belangrijkste vorm van sociale bescherming, waarbij de donoren vaak
een belangrijke rol spelen bij het opzetten en financieren van deze
programma’s. Dergelijke programma’s zijn vaak gefragmenteerd en vele werden
nooit ontwikkeld tot duurzame, officiële stelsels. Dit heeft tot gevolg dat
regelrechte uitsluiting en grote ongelijkheid bij de toegang tot sociale
bescherming belangrijke problemen blijven. De gezamenlijke uitdaging: duurzame
financiering, grotere reikwijdte, capaciteitsopbouw Ondanks deze beperkingen is er een duidelijke
attitudeverschuiving aan de gang. Wanneer economieën groeien, groeit ook de
vraag naar sociale bescherming van de burgers en de regeringen staan dan onder
druk om daarop te reageren. De uitdaging bestaat er enerzijds in programma’s
voor sociale bescherming op te zetten die een grotere reikwijdte hebben
(waarmee de kwestie van billijkheid wordt aangepakt), en anderzijds deze
programma’s op een doeltreffender manier, alsook financieel haalbaar en
duurzaam te doen functioneren. De mate waarin de overheid kan reageren, hangt
voorts niet alleen af van de financiering en het vermogen om de belastinginkomsten
te vergroten of een beroep te doen op premies eerder dan op schulden of
donorfinanciering, maar ook van de institutionele capaciteit van een land en
het gemak waarmee deze kan worden ingezet voor sociale bescherming. Een nieuw engagement van de internationale
gemeenschap Als antwoord op deze problemen is er een
nieuwe stimulans om het engagement van de internationale gemeenschap ter
bevordering van sociale bescherming te versterken. Dit vindt zijn uitdrukking
in het initiatief van de zogenaamde socialebeschermingsniveaus (Social
Protection Floors – SPF’s), dat onder leiding van de IAO is opgezet, en
waarvoor sterke steun bestond op de Internationale Arbeidsconferentie van 2011
en de topbijeenkomsten van de G20 in 2011 en 2012. De leiders van de G20 kwamen
in 2012 ook overeen de lagere-inkomenslanden bij te staan in capaciteitsopbouw
voor de tenuitvoerlegging van de SPF’s, via beleidssamenhang, coördinatie,
samenwerking en het delen van kennis. De aanbeveling inzake nationale
socialebeschermingsniveaus, met toelichting over de geleidelijke uitvoering van
de socialebeschermingsniveaus als fundamenteel element van geïntegreerde
nationale socialezekerheidsstelsels, werd op de Internationale
Arbeidsconferentie van 2012 aangenomen. Terwijl de SPF’s een mondiaal initiatief zijn,
gebaseerd op een reeks beginselen, uitgedrukt als waarborgen, is deze aanpak
toch niet uniform. Het opzetten en tenuitvoerleggen van de SPF’s valt onder de
bevoegdheid van elk land overeenkomstig de landenspecifieke institutionele structuur,
economische noodzaak, politieke dynamiek en sociale ambities. Socialebeschermingsniveaus De socialebeschermingsniveaus omvatten een pakket fundamentele sociale waarborgen voor iedereen (horizontale dimensie) en de geleidelijke tenuitvoerlegging van hogere normen (verticale dimensie) als een geïntegreerd geheel van sociale beleidsmaatregelen tot waarborging van inkomenszekerheid en toegang tot essentiële sociale dienstverlening voor iedereen, met bijzondere aandacht voor kwetsbare groepen, en bescherming en responsabilisering van mensen tijdens de hele levensloop[8]. De aanbeveling inzake nationale socialebeschermingsniveaus die op de Internationale Arbeidsconferentie van 2012 werd aangenomen, verklaart dat de socialebeschermingsniveaus ten minste de volgende fundamentele socialezekerheidswaarborgen moeten omvatten: (a) toegang tot een per land bepaald geheel van goederen en diensten, onder meer essentiële gezondheidzorg, inclusief kraamzorg, die voldoen aan de criteria van beschikbaarheid, toegankelijkheid, aanvaardbaarheid en kwaliteit; (b) fundamentele inkomenszekerheid voor kinderen, ten minste tot een nationaal te bepalen minimumniveau, met toegang tot voeding, onderwijs, verzorging en alle andere noodzakelijke goederen en diensten; (c) fundamentele inkomenszekerheid, ten minste tot een nationaal te bepalen minimumniveau, voor personen in de actieve leeftijd die niet in staat zijn in hun levensonderhoud te voorzien, met name in geval van ziekte, werkloosheid, moederschap en handicap; alsmede (d) fundamentele inkomenszekerheid, ten minste tot een nationaal te bepalen minimumniveau, voor ouderen[9]. 5. De toekomstige koers van
EU-ontwikkelingssamenwerking voor steun aan sociale bescherming in de
partnerlanden Billijkheid, sociale integratie en
sociale samenhang Het doel van de EU-ontwikkelingssamenwerking
voor steun aan sociale bescherming is meer billijkheid en doeltreffendheid bij
de verstrekking van diensten, met ondersteuning van sociale integratie en
samenhang, als essentieel fundament voor geïntegreerde duurzame groei en het
terugdringen van de armoede. Deze doelstellingen vloeien logisch voort uit de
fundamentele waarden van de Europese Unie. Sociale bescherming centraal plaatsen in
de dialoog over nationale ontwikkelingsstrategieën De EU streeft ernaar sociale bescherming op te
nemen in de beleidsdialoog met de partnerlanden over hun nationale
ontwikkelingsstrategieën en streeft ernaar de ontwikkeling van doeltreffende,
billijke en duurzame contextspecifieke socialebeschermingsstelsels verder te
bevorderen en te steunen. De beleidsdialoog met de regeringen van de
partnerlanden moet ervoor zorgen dat de socialebeschermingsstelsels berusten op
de beginselen van gelijke en universele toegang tot sociale bescherming over de
hele levensloop, met speciale aandacht voor de meest kwetsbare en
achtergestelde groepen, zoals kinderen en gehandicapten. Steun voor nationaal beleid en
programma’s De EU moet de ontwikkeling van in nationaal
beheer gevoerde beleidsmaatregelen en programma’s voor sociale
bescherming ondersteunen, met inbegrip van de socialebeschermingsniveaus,
en tegelijk optimale werkwijzen bij het opstellen van het beleid en het
ontwerpen en ontwikkelen van de socialebeschermingsstelsels trachten te
bevorderen. Optimale werkwijzen zijn bijvoorbeeld de
rationalisering en eenmaking van systemen met het oog op grotere
doeltreffendheid en een betere basis voor een bredere en doeltreffendere
reikwijdte ervan, inclusief door van selectieve veiligheidsnetten voor de korte
termijn over te gaan naar omvattende stelsels. Het beleid moet de specifieke
behoeften en prioriteiten van de individuele partnerlanden weerspiegelen. Inkomstenhervorming met het oog op
begrotingsruimte Doeltreffende en duurzame sociale bescherming
moet uiteindelijk zijn gebaseerd op een interne en niet op een internationale
herverdeling van de rijkdom. Het Partnerschap van Busan voor doeltreffende
ontwikkelingssamenwerking[10]
roept de regeringen van de partnerlanden op meer eigen middelen in te zetten
voor de financiering van ontwikkelingsdoelstellingen, teneinde de armoede terug
te dringen en vooruitgang te boeken met de verwezenlijking van de MDG’s, en
daarnaast de duurzaamheid te versterken door de afhankelijkheid van
buitenlandse hulp terug te brengen. Overeenkomstig de mededeling over
belastingen en ontwikkeling van 2010[11]
en de beginselen van goed fiscaal bestuur zal de EU steun verlenen aan
maatregelen om doeltreffende, doelmatige, billijke en duurzame
belastingstelsels te ontwikkelen, overeenkomstig de capaciteit van de
individuele partnerlanden, om meer begrotingsruimte te creëren ter financiering
van sociale bescherming. Hieronder kunnen worden begrepen capaciteitsopbouw
voor belastingbeheer en een inkomstenhervorming met het oog op een betere
heffingsgrondslag, alsook de vervanging van regressieve subsidies door meer
doeltreffende socialebeschermingsmaatregelen. Capaciteitsopbouw voor sterke
instellingen Het opzetten van een passend wettelijk en
institutioneel kader is een belangrijk probleem in het kader van een
doeltreffende en doelmatige sociale bescherming voor iedereen. De EU moet de
partnerlanden verder bijstaan via technische samenwerking voor het opzetten van
het strategische, beleidsmatige, wettelijke en institutionele kader, gebaseerd
op lokale analyse en prioriteiten. De EU moet eveneens verder steun verlenen
aan institutionele capaciteitsopbouw op alle niveaus (nationaal, provinciaal,
lokaal; van de overheid en particulier) om de administratieve en uitvoerende
capaciteit van de regeringen, uitvoerende agentschappen, sociale partners en
andere niet-overheids-actoren te ontwikkelen en te versterken. Socialebeschermingsstelsels kunnen grote
leemten vertonen. De steun moet bijgevolg ook kwesties als goed bestuur en
beheer van de overheidsfinanciën aanpakken, niet in het minst om fraude,
misbruik en verspilling tegen te gaan en de verantwoordingsplicht te
bevorderen. Toegevoegde waarde van de EU voor
technische samenwerking De EU heeft op het gebied van sociale
bescherming een zeer grote ervaring en manieren van aanpakken opgebouwd. De
verschillen tussen de EU-lidstaten op het gebied van de financiering van
sociale bescherming, reikwijdte van het stelsel, beheer en verstrekking van
diensten bieden een breed spectrum van ervaringen en kennis, die een goede
basis kunnen zijn voor capaciteitsopbouw en beleidsadvies ten behoeve van de
partnerlanden. Waar passend moet de EU ook de zuid-zuid-samenwerking, het
uitwisselen van ervaringen en onderzoek bevorderen. De Commissie zal meer gebruik maken van de
bestaande hulpmiddelen, zoals TAIEX, en nieuwe middelen ontwikkelen om
deskundigen vraaggestuurd in te zetten zowel uit Europa als uit relevante derde
landen, binnen een zuid-zuid- of trilaterale context voor samenwerking. Steun voor het creëren van banen en
werkgelegenheid Doeltreffende sociale bescherming moet ook
maatregelen inhouden of nauw met maatregelen verband houden die de begunstigden
in staat stellen te participeren in productieve economische activiteiten en
werkgelegenheid. De essentiële rol van productieve werkgelegenheid en
fatsoenlijk werk voor het terugdringen van de armoede wordt duidelijk geponeerd
in de eerste MDG, alsook in het werkdocument van de diensten van de Commissie
over de bevordering van de werkgelegenheid via EU-ontwikkelingssamenwerking[12]. De EU moet de nationale regeringen steunen om
werkgelegenheidsprogramma’s, stelsels voor het scheppen van banen, en steun
voor ondernemingen op te zetten. De EU moet ook de sociale dialoog en
arbeidsnormen stimuleren overeenkomstig de agenda voor fatsoenlijk werk[13] en sociale bescherming
verzekeren in de context van uiterst informele arbeidsmarkten, met inbegrip van
vernieuwende manieren van aanpakken, zoals stelsels voor microverzekeringen. De
EU moet ook de nationale programma’s ondersteunen ter verbetering van de
werkgelegenheidskansen van kwetsbare en gemarginaliseerde groepen, zoals
gehandicapten. Maatschappelijke organisaties en de
particuliere sector erbij betrekken Hoewel de regeringen de voornaamste
verantwoordelijkheid dragen voor het beleid inzake en de verstrekking van
sociale bescherming, zijn er situaties waarin de stelsels voor sociale
bescherming het best kunnen worden verwezenlijkt via publiek-particuliere
partnerschappen. Door de ontwikkeling van socialebeschermingsstelsels te
steunen, moet de EU de belangrijke rol erkennen die de particuliere sector en
niet-overheids-verstrekkers van diensten spelen. Het EU-beleidsinitiatief
inzake maatschappelijk verantwoord ondernemen kan steun bieden aan de
particuliere sector in de ontwikkelingslanden voor de uitvoering van relevante
internationale voorschriften voor meer geïntegreerde en duurzame groei en
verdere ontwikkeling. De maatschappelijke organisaties en de sociale
partners moeten worden in staat gesteld en aangemoedigd samen te werken met de
overheid voor de ontwikkeling en uitvoering van socialebeschermingsstelsels.
Hun deelname kan de doeltreffendheid van de verstrekking mede bevorderen en ook
een breder overleg en integratie stimuleren. Zij kunnen een belangrijke rol
spelen als bepleiters van sociale bescherming en aldus gemeenschappen en individuele
personen op hun rechten wijzen, meer bepaald achtergestelden en uitgeslotenen,
door bewustmaking en betere voorlichting. In sommige gevallen kunnen zij ook
helpen de socialebeschermingsstelsels te toetsen en te evalueren. Steun voor transformatieve sociale
bescherming Met een transformatieve aanpak wordt het
concept van sociale bescherming uitgebreid tot gebieden als billijkheid, eigen
verantwoordelijkheid, economische, sociale en culturele rechten, en dus niet
uitsluitend beperkt tot gerichte inkomens- en consumptietransfers[14]. Dit stemt goed overeen
met de waarden die aan de basis liggen van de ontwikkeling van sociale
bescherming binnen de EU en de EU-ontwikkelingssamenwerking moet derhalve
dergelijke manieren van aanpakken ondersteunen. Er is echter weinig onderzoek
gedaan naar de doeltreffendheid ervan en de EU zou daarom steun moeten
overwegen voor operationeel onderzoek waaruit optimale werkwijzen moeten
blijken en op basis waarvan gegevens worden verstrekt over de effecten van
transformatieve sociale bescherming. Hiermee zou fundamentele kennis voor het
ondernemen van actie worden geboden. Sociale
bescherming en geslacht Mannen en vrouwen worden geconfronteerd met
verschillende risico’s en kwetsbaarheden, sommige daarvan geslachtsspecifiek, andere
nog versterkt door kansenongelijkheid en discriminatie[15]. Om
ervoor te zorgen dat mannen en vrouwen gelijkelijk hun voordeel doen, moeten de
socialebeschermingsstelsels rekening houden met specifieke risico’s in de
levensloop van vrouwen en hun zorgbelasting, alsook de belemmeringen voor
vrouwen op de arbeidsmarkt. De EU moet erop
toezien dat geslachtsspecifieke problemen worden aangepakt bij het ontwerpen
van programma’s en beleid voor sociale bescherming. 6. Programma’s en modaliteiten
voor ontwikkelingssamenwerking Alle modaliteiten voor hulp zijn relevant voor
de ontwikkelingshulp ten behoeve van sociale bescherming, naargelang van de
context en het doel van de steun. Overeenkomstig de agenda voor verandering kan
sociale bescherming worden uitgekozen als een van de sectoren voor samenwerking
in landen- of regionale programma’s of als een dimensie in andere sectorale
programma’s (bv. werkgelegenheid, gezondheid, onderwijs, voedselzekerheid,
landbouw, ontwikkeling van de particuliere sector, enz.). Sociale bescherming
kan ook worden ondersteund via thematische programma’s die de geografische
programma’s moeten aanvullen. De sectorale aanpak[16] kan bijzonder geschikt zijn
voor steun aan sociale bescherming, omdat deze aanpak gebruik maakt van
systemen en processen van de partnerlanden en gebaseerd is op politieke
dialoog. Begrotingssteun[17], in combinatie met politieke
dialoog, kan de ontwikkeling van volledig in de nationale begroting en de
planningprocessen geïntegreerde socialebeschermingsstelsels stimuleren in het
kader van de verantwoordingsplicht van de regering aan het parlement en de
bevolking. 7. Gedifferentieerde
partnerschappen voor ontwikkeling De agenda voor verandering stelt een
gedifferentieerde EU-aanpak voor voor de toewijzing van steun en partnerschappen.
Steun aan de ontwikkeling van socialebeschermingsstelsels is van belang zowel
voor lagere-inkomenslanden als voor middeninkomenslanden, hoewel deze laatste
over meer budgettaire en institutionele capaciteit beschikken dan de eerste.
Sommige van deze landen kregen eerder grootschalige financiering uit
EU-ontwikkelingssamenwerking via bilaterale geografische programma’s. De steun
voor de ontwikkeling van socialebeschermingsstelsels in deze landen, meer
bepaald technische bijstand, uitwisselingen en gezamenlijk operationeel
onderzoek, kan echter via regionale en thematische programma’s worden
verstrekt. De belangrijke rol van sociale bescherming
voor de bestrijding van extreme armoede en kwetsbaarheid in economieën die tot
de categorie van middeninkomenslanden zijn gaan behoren, en in opkomende
economieën betekent ook dat sociale bescherming absoluut bovenaan de agenda
blijft staan in de politieke dialoog en de beleidsdialoog van de EU met deze
partners. De ontwikkelingssamenwerking van de EU kan worden
gebruikt om het opzetten en versterken van socialebeschermingsstelsels te
financieren, met inbegrip van situaties waarvoor een stelsel is vereist dat
snel kan worden versterkt als respons op terugkerende natuurrampen. De
financiering van voordelen of overdrachten in het kader van de sociale
bescherming kan gerechtvaardigd zijn in kwetsbare landen en
post-conflict-situaties waar sociale bescherming een kritieke rol kan vervullen
om de getroffen bevolking te helpen haar bezit terug te krijgen. De EU moet er
echter naar streven stelsels op te zetten op basis van binnenlandse
financiering. 8. Gecoördineerde EU-actie De agenda voor verandering bepleit vernieuwde
inspanningen om de EU-steun doeltreffender te maken, met inbegrip van
gemeenschappelijke programmering en de ontwikkeling van een geharmoniseerd
kader voor resultaten. Uit overleg met de partnerlanden, EU-lidstaten,
internationale organisaties, sociale partners, maatschappelijke organisaties en
het brede publiek is duidelijke steun gebleken voor meer EU-coördinatie van de
steun aan de ontwikkeling van sociale bescherming. De coördinatie moet ter
plaatse in de partnerlanden gebeuren. De EU heeft haar steun toegezegd voor het
concept van door de landen zelf bepaalde socialebeschermingsniveaus, zoals aangenomen
op de 100e zitting van de IAO in 2011, en heeft met succes de goedkeuring
daarvan door de G20 bepleit. De EU heeft bijgedragen tot de goedkeuring van de
aanbeveling inzake nationale socialebeschermingsniveaus op de Internationale
Arbeidsconferentie van 2012 en zij heeft deze gesteund. Het concept van
socialebeschermingsniveaus kan een goed gedefinieerde basis bieden waarop een
gecoördineerde en waar mogelijk gezamenlijke EU-steun aan sociale bescherming
kan worden gegrondvest, met die partnerlanden die sociale bescherming willen
ontwikkelen. De EU kan ook streven naar deelname aan
wereldwijde initiatieven, zoals het overkoepelende bureau voor sociale
bescherming dat door de Groep Ontwikkeling van de G20 is voorgesteld. 9. Betere samenhang van het EU-beleid In een gemondialiseerde economie is samenhang
van het beleid essentieel. De externe dimensie van het EU-beleid kan gevolgen
hebben voor de sociale bescherming in de partnerlanden. De EU moet de samenhang
garanderen tussen het beleid ter ondersteuning van sociale bescherming in de
ontwikkelingssamenwerking en alle andere relevante EU-beleidsgebieden. De EU bepleit openheid voor de handel en
integratie in de wereldmarkten als een basis voor geïntegreerde en duurzame
economische groei en ontwikkeling[18].
Grotere openheid kan leiden tot grotere kwetsbaarheid voor wie in
niet-concurrentiële sectoren werkzaam is, hetgeen met een doeltreffend
socialebeschermingsstelsel kan worden opgevangen. De EU verbindt zich tevens
tot een versterkte samenwerking tussen de lidstaten voor een meer coherente
aanpak van de coördinatie van de sociale zekerheid met derde landen[19]. Een succesvolle overgang van humanitaire hulp
naar ontwikkelingssamenwerking zal ook in belangrijke mate afhangen van het
opzetten van doeltreffende socialebeschermingsstelsels. Een effectieve
integratie van ontwikkelingshulp en humanitaire hulp moet worden bevorderd
overeenkomstig de mededeling “Samenhang van noodhulp, rehabilitatie en
ontwikkeling”[20]
zodat de internationale bijstandsstelsels consistent, coherent en transparant
functioneren om kwetsbare situaties aan te pakken. Een doeltreffend
socialebeschermingsstelsel moet de arbeidsmobiliteit vergemakkelijken door de
overdraagbaarheid van socialezekerheidsrechten voor migrerende werknemers te
garanderen. Maatregelen voor sociale bescherming en voor aanpassing aan de
klimaatverandering moeten ook nauw worden verbonden om de kwetsbaarheid van de
armen ten aanzien van de gevolgen van de klimaatverandering te verminderen. [1] COM(2011) 637, conclusies van de Raad 9316/12. [2] S. Chen & M. Ravallion, “The developing world is
poorer than we thought, but no less successful in the fight against poverty”,
Wereldbank, 2008. [3] Conclusies van de Raad 11068/07, Resolutie van het
Europees Parlement 2011/2047. [4] “European Report on Development, Social Protection
for Inclusive Development, A new perspective in EU cooperation with Africa”
2010. [5] DFID, “Cash Transfers Evidence Paper”, 2011. [6] Unicef, “Accelerating the MDGs with Equity”, 2010. [7] DFID, “Cash Transfers Evidence Paper”, 2011. [8] IAO, “Social protection floor for a fair and
inclusive globalization. Report of the Social Protection
Floor Advisory Group”, 2011. [9] IAO, artikel 5 van de aanbeveling inzake nationale
socialebeschermingsniveaus, 2012. [10] Vierde forum op hoog niveau over de doeltreffendheid van
ontwikkelingshulp, Busan, Korea, november 2011. [11] COM(2010) 163, conclusies van de Raad 10349/10. [12] SEC(2007) 495. [13] COM(2006) 249, conclusies van de Raad 11068/10. [14] S.
Devereux & R. Sabates-Wheeler, “Transformative social protection”,
IDS, 2004. [15] “Promoting pro-poor growth: social protection”, OESO
2009. [16] Een sectorale aanpak is een manier om aan
ontwikkelingssamenwerking te doen op basis van gecoördineerde steun aan een
lokaal beheerd ontwikkelingsprogramma, zoals een nationale
armoedebestrijdingsstrategie of een sectoraal programma. [17] COM(2011) 638, conclusies van de Raad 9323/12. [18] COM(2012) 22, conclusies van de Raad 7412/12. [19] COM(2012) 153. [20] COM(2001) 153.