This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52012DC0100
REPORT FROM THE COMMISSION TO THE EUROPEAN PARLIAMENT AND THE COUNCIL on the application of Regulation (EC) 2006/2004 of the European Parliament and of the Council of 27 October 2004 on cooperation between national authorities responsible for the enforcement of consumer protection laws (the Regulation on consumer protection cooperation)
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de toepassing van Verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 27 oktober 2004 betreffende samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming (verordening betreffende samenwerking met betrekking tot consumentenbescherming)
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de toepassing van Verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 27 oktober 2004 betreffende samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming (verordening betreffende samenwerking met betrekking tot consumentenbescherming)
/* COM/2012/0100 final */
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de toepassing van Verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 27 oktober 2004 betreffende samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming (verordening betreffende samenwerking met betrekking tot consumentenbescherming) /* COM/2012/0100 final */
INHOUDSOPGAVE 1........... Inleiding.......................................................................................................................... 3 2........... Het SCB-netwerk: recente
ontwikkelingen in het wettelijk en institutioneel kader.............. 4 2.1........ Het wettelijk kader......................................................................................................... 4 2.2........ Recente ontwikkelingen in het
institutioneel kader............................................................ 4 2.3........ Het SCB-systeem........................................................................................................... 5 2.4........ Aan het SCB-netwerk toegewezen
middelen................................................................... 6 2.5........ Het SCB-comité............................................................................................................. 7 3........... Het SCB-netwerk: talrijke
verbeteringen, maar nog een lange weg te gaan....................... 8 3.1........ Statistische trends in de verslagperiode............................................................................ 8 3.2........ Algemene beoordeling.................................................................................................... 9 3.3........ Het SCB-netwerk: verdere
inspanningen nodig.............................................................. 10 4........... Andere gebieden van samenwerking:
Gemeenschappelijke activiteiten en uitwisseling van ambtenaren 12 4.1........ Gemeenschappelijke activiteiten en
uitwisseling van ambtenaren..................................... 12 4.2........ Internationale samenwerking......................................................................................... 13 5........... Conclusies en de koers voor de
toekomst..................................................................... 13 5.1........ Conclusies.................................................................................................................... 13 5.2........ De koers voor de toekomst.......................................................................................... 14 BIJLAGE................................................................................................................................... 17 VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES
PARLEMENT EN DE RAAD over de toepassing
van Verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 27
oktober 2004 betreffende samenwerking tussen de nationale instanties die
verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake
consumentenbescherming (verordening betreffende samenwerking met betrekking tot
consumentenbescherming)
1.
Inleiding
De interne markt is voor de consument tot het
leven van alledag gaan behoren bij de aankoop van goederen of diensten. Om de
mogelijke voordelen en nieuwe kansen die de interne markt qua keuze, kwaliteit
en prijs biedt, optimaal te kunnen benutten, moet de Europese consument ervan
op aan kunnen dat zijn rechten op elke plaats waar hij die goederen of diensten
koopt worden beschermd. Dit geldt met name wanneer hij gebruikmaakt van de
onlinediensten van de interne markt. Met dat doel voor ogen is in 2004 de verordening
betreffende samenwerking met betrekking tot consumentenbescherming[1]
("de verordening") vastgesteld. Zij legt een kader vast dat de
handhavingsinstanties in de lidstaten in geval van in verschillende landen
gevestigde consumenten en ondernemers in staat stelt om nauw met elkaar samen
te werken om snel en doeltreffend een halt toe te roepen aan handelspraktijken
die in strijd zijn met de consumentenwetgeving. Voor het bedrijfsleven
waarborgt de verordening gelijke mededingingsvoorwaarden en biedt zij de zekerheid
dat oneerlijke ondernemers van de markt worden verdreven. Dit verslag wordt voorgeschreven in artikel 21 van
de verordening, dat bepaalt dat de toepassing daarvan elke twee jaar moet
worden beoordeeld. Dit verslag betreft de jaren 2009 en 2010. Het is het tweede
tweejaarlijkse verslag dat de Commissie opstelt[2]. Het verslag is een combinatie van de beoordeling
van de ontwikkelingen door de Commissie en de feedback die van de lidstaten is
ontvangen in de vorm van nationale verslagen die in het eerste kwartaal van
2011 bij de Commissie zijn ingediend. Het verslag is toegespitst op de
activiteiten van het door de verordening opgezette netwerk voor samenwerking
met betrekking tot consumentenbescherming (hierna "SCB-netwerk") en
onderzoekt in het bijzonder of de tekortkomingen die in het tweejaarlijkse
verslag van de Commissie van 2009 werden vastgesteld, met succes zijn
verholpen. Het verslag moet ook worden gezien in de context
van een voortdurende bezinning op de vraag of de verordening erin slaagt te
beantwoorden aan de doelstelling van verbetering van de bescherming van de
economische belangen van de consument[3].
2.
Het SCB-netwerk: recente ontwikkelingen in het wettelijk en
institutioneel kader
2.1.
Het wettelijk kader
De samenwerkingsmechanismen van de verordening
zijn alleen van toepassing op de handhaving van de in de bijlage daarbij
opgenomen wetgevingshandelingen. Sinds de vaststelling van de verordening in 2004
hebben diverse wetgevingsvoorstellen geresulteerd in wijzigingen van de
bijlage, hoofdzakelijk met het oog op uitbreiding van de lijst van
wetgevingshandelingen (bv. opneming in november 2009 van artikel 13 van de
richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie[4]).
Verdere wijzigingen waren het gevolg van de wijziging van het toepassingsgebied
van de richtlijn inzake misleidende reclame en vergelijkende reclame[5]
en de intrekking van Richtlijn 87/102/EEG inzake het consumentenkrediet. Om iedere mogelijke onduidelijkheid over het
toepassingsgebied van de verordening uit de weg te ruimen, heeft de Commissie
in 2010 een wetgevingsvoorstel ingediend[6], dat op
14 september 2011 is aangenomen en waarbij de bijlage bij de verordening
is gewijzigd om rekening te houden met alle sinds 2004 opgetreden wijzigingen.
Het zorgt in het bijzonder voor juridische duidelijkheid wat betreft de
opneming van de nieuwe Richtlijn 2008/48/EG[7] inzake
kredietovereenkomsten voor consumenten[8].
2.2.
Recente ontwikkelingen in het institutioneel kader
Het SCB-netwerk bestaat uit nationale
handhavingsinstanties die door de lidstaten bij de Commissie zijn aangemeld. De
lijst van deze instanties wordt jaarlijks bekendgemaakt in het Publicatieblad[9].
Algemeen gesproken is het institutioneel kader van
het netwerk sinds 2009 steviger verankerd, waar de eerste twee jaar van activiteiten
nog in het teken stonden van de pogingen van de lidstaten om het SCB-netwerk
zijn definitieve vorm te geven. Sommige van de hierboven beschreven wijzigingen
van de bijlage bij de verordening hebben gevolgen gehad voor het netwerk: 1) de
instanties die verantwoordelijk zijn voor de handhaving van
Richtlijn 2008/48/EG inzake kredietovereenkomsten voor consumenten, waren
tijdelijk van het netwerk uitgesloten zolang de wijziging van de verordening
niet was goedgekeurd, en 2) nieuwe instanties die verantwoordelijk zijn voor de
handhaving van artikel 13 van de richtlijn betreffende privacy en
elektronische communicatie, worden aangesloten overeenkomstig de aanmelding bij
de Commissie. Alle overige aanpassingen van het netwerk die aan
de Commissie werden meegedeeld nadat bijvoorbeeld verschuivingen in
ministerportefeuilles op nationaal niveau hadden plaatsgevonden, konden worden
uitgevoerd zonder nadelige gevolgen voor het netwerk, met uitzondering van één
lidstaat die met betrekking tot een instantie melding maakt van aanzienlijke
moeilijkheden en vertragingen op nationaal niveau. Het komt thans nog maar weinig voor dat er geen
verbinding bestaat met de gemeenschappelijke IT-tool die door het netwerk wordt
gebruikt; in het algemeen is dit het geval op gebieden waar nog altijd slechts
incidenteel wordt samengewerkt (bv. handhaving van de artikelen 86 tot en
met 100 van Richtlijn 2001/83/EG). De Commissie blijft deze situatie op de
voet volgen.
2.3.
Het SCB-systeem
Een hoeksteen van het SCB-netwerk is het SCB-systeem,
de gemeenschappelijke IT‑tool die de instanties gebruiken voor het
uitwisselen van informatie. Tijdens de verslagperiode heeft de Commissie,
daarbij bijgestaan door de in 2006 opgerichte groep van belangrijke gebruikers,
verder pogingen in het werk gesteld om de tool te verbeteren en de
gebruikersvriendelijkheid ervan te vergroten. De omvangrijke voorbereidende werkzaamheden die
voorafgaan aan de ontwikkeling van nieuwe IT-voorzieningen zijn voor artikel 9
van de verordening afgerond. De uitvoering van dit artikel met het oog op de
IT-tool was in overleg met de lidstaten uitgesteld om voldoende praktische
ervaring op te doen in het kader van de sweeps, de eerste door het SCB-netwerk
uitgevoerde onderling afgestemde markttoezicht- en handhavingsactiviteiten. De
toepassing van deze nieuwe functionaliteiten in 2012 zal de coördinatie van
handhavingsactiviteiten waarbij verschillende instanties betrokken zijn,
vergemakkelijken. Bij andere door de gebruikers gesuggereerde
verbeteringen die op stapel staan, gaat het onder meer om de verbetering van de
zoekfunctie en de ontwikkeling van het SCB-systeem tot een meertalige tool. De
gebruikers wezen tevens op de betrekkelijke lange responstijd. De IT-diensten
van de Commissie hebben deze kwestie onderzocht en werken thans aan een
oplossing. In de verslagperiode is ook aandacht geschonken
aan de gegevensbescherming. De hoofdprioriteit van de Commissie bestond in de
omzetting van het merendeel van de aanbevelingen die in september 2007 waren
gedaan door de Groep artike 29, waarvan de nationale
gegevensbeschermingsinstanties deel uitmaken. Het desbetreffende besluit[10]
en de desbetreffende aanbeveling[11] van de Commissie waren
in 2010 opgesteld en met de lidstaten besproken, en zijn op 1 maart 2011
formeel vastgesteld. Extra gegevensbeschermingsgaranties in het SCB-systeem,
bijvoorbeeld in de vorm van waarschuwingen voor gebruikers in pop-upberichten
tijdens de voornaamste stadia van de workflow, waren eerder in 2009 ingevoerd. De Commissie heeft in deze periode ook nauw
samengewerkt met de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming (EDPS) met
het oog op afronding van de procedure voor voorafgaande controle. In zijn
advies[12] bevestigt de Europese
Toezichthouder voor gegevensbescherming dat de verordening een solide rechtsbasis
verschaft voor de uitwisseling van informatie en juicht hij de inspanningen van
de Commissie toe om de gegevensbescherming te integreren in het ontwerp van de
IT‑tool en in de gemeenschappelijke afhandelingsprocedures voor het
netwerk. Hij beveelt evenwel aan verdere verbeteringen te overwegen. De meest dringende kwestie die moet worden
aangepakt, is het vinden van een werkbare methode voor de behandeling van
inkomende verzoeken van betrokkenen betreffende toegangsrechten en de
antwoorden op dergelijke verzoeken. Het opzetten van een dergelijk
coördinatiemechanisme blijkt bijzonder complex. De voornaamste uitdaging zal
zijn een juist evenwicht tot stand te brengen tussen enerzijds het recht op
privacy en bescherming van persoonsgegevens en anderzijds de noodzaak van
uitwisseling van informatie in het kader van de samenwerking op het gebied van
handhaving en onderzoek op grond van de verordening om een einde te maken aan
inbreuken op de EU-consumentenwetgeving. Het feit dat de nationale wettelijke regelingen
inzake consumentenbescherming en gegevensbescherming van lidstaat tot lidstaat
aanzienlijk verschillen, is een verdere complicatie. De uitvoering van de overige door de Europese
Toezichthouder voor gegevensbescherming aanbevolen maatregelen, zoals de
ontwikkeling van nieuwe IT-voorzieningen, zal in een tweede fase worden
beoordeeld, wanneer de netwerkinstanties en de Commissie overeenstemming hebben
bereikt over de beginselen van een gemeenschappelijk coördinatiemechanisme.
2.4.
Aan het SCB-netwerk toegewezen middelen
Zoals al het geval was in 2009, zijn in de
nationale tweejaarlijkse verslagen weinig gegevens te vinden over de middelen
die de nationale instanties hebben uitgetrokken voor de toepassing van de
verordening. In de meeste gevallen vermelden de lidstaten dat de
SCB-activiteiten zijn ingebed in de algemene werkzaamheden en de algemene
begroting van de overheid; het lijkt in de praktijk dus niet haalbaar om
specifieke gegevens voor de SCB te verzamelen. In verschillende verslagen wordt, hoewel daarin
geen concrete cijfers over de middelen worden verschaft, benadrukt dat de
instanties graag meer betrokken zouden zijn bij de SCB-activiteiten, maar zich
als gevolg van de beschikbare middelen veelal voor beperkingen gesteld zien.
Dit geldt in het bijzonder, maar niet uitsluitend, voor zowel de
gemeenschappelijke activiteiten van het netwerk als de uitwisseling van
ambtenaren, welke projecten beide worden medegefinancierd uit de EU-begroting. Op grond van de gegevens waarover zij momenteel
beschikt, is het voor de Commissie niet mogelijk om onomstotelijk na te gaan of
de lidstaten volledig voldoen hun verplichting krachtens artikel 4, lid 7, van
de verordening, dat verlangt dat de instanties over voldoende middelen
beschikken. De nationale verslagen behelzen echter
aanwijzingen dat de doelmatigheid (en dus ook de doeltreffendheid) van het
netwerk wellicht te lijden heeft (hebben) onder de beperkte middelen van de
instanties. In sommige gevallen betreft dit de verbindingsbureaus die, als
coördinator op nationaal niveau, een cruciale rol spelen bij de toepassing van
de verordening, met name in landen waar de handhavingstaken in het kader van de
verordening over meerdere instanties zijn verdeeld. Deze kwestie zal nader
worden onderzocht in het kader van de lopende algemene evaluatie van het
SCB-netwerk.
2.5.
Het SCB-comité
Bij de verordening wordt een comité van
vertegenwoordigers van de lidstaten opgericht, het SCB-comité, dat de Commissie
bijstaat bij de uitvoering van haar taken. Tijdens de verslagperiode is het comité drie tot vier
maal per jaar bijeengekomen. Op 6 december 2010 heeft het een gunstig
advies uitgebracht over een ontwerp van wijziging van de beschikking van de
Commissie[13] ter uitvoering van de
verordening, die door de Commissie op 1 maart 2011 is vastgesteld. Bij de
wijziging zijn nieuwe regels vastgesteld voor de uitvoering van artikel 9
van de verordening en leemten opgevuld door de redenen voor het wissen van
gegevens in het SCB-systeem te preciseren. Het comité speelt een centrale rol voor het
SCB-netwerk. Het biedt in het bijzonder een platform voor het bespreken van
trends op het gebied van consumentenbescherming, draagt bij aan de ontwikkeling
van een gemeenschappelijke aanpak binnen het SCB-netwerk op het vlak van
handhaving door de goedkeuring van gemeenschappelijke normen en richtsnoeren
(bv. de handleiding voor internetonderzoek, de operationele richtsnoeren voor
SCB) en voorziet het SCB-netwerk van beleidslijnen in de vorm van jaarlijkse
actieplannen voor handhaving. De actieplannen voor handhaving richten zich op
de door het netwerk uitgevoerde gemeenschappelijke activiteiten, zoals de
jaarlijkse internetchecks, de "sweeps". Het succes van het SCB-netwerk hangt in sterke
mate af van de nodige impulsen en ondersteuning van het comité om de
doelstellingen van het netwerk te bereiken. De Commissie bestudeert verder of het netwerk voor
het consumentenbeleid (CPN), waarin de directeuren-generaal van de nationale
ministeries voor consumentenaangelegenheden bijeenkomen, eveneens een rol zou
kunnen spelen.
3.
Het SCB-netwerk: talrijke verbeteringen, maar nog een lange weg te
gaan
3.1.
Statistische trends in de verslagperiode
Alles bij elkaar heeft het netwerk een aantal
gevallen behandeld dat vergelijkbaar is met de vorige verslagperiode, dat wil
zeggen zo’n 540 verzoeken om informatie of om handhavingsmaatregelen om een
einde te maken aan een geconstateerde inbreuk[14]. Het aantal
alerts is echter aanzienlijk afgenomen, dat wil zeggen het aantal unilaterale
berichten die een instantie naar andere betrokken instanties stuurt om
opmerkzaam te maken op een inbreuk op de consumentenwetgeving die is
vastgesteld of op goede gronden kan worden vermoed. Wat de richtlijnen betreft, zijn inbreuken op de
bepalingen over misleidende en/of andere bedrieglijke reclamepraktijken, die
vallen onder Richtlijn 2005/29/EG betreffende oneerlijke handelspraktijken[15],
de meest voorkomende soort inbreuken die door het netwerk worden behandeld,
gevolgd door inbreuken op de bepalingen van de richtlijn inzake e-commerce[16].
Vanaf het begin houden de meeste door het netwerk
behandelde gevallen verband met praktijken waarbij gebruik wordt gemaakt van
onlinemiddelen voor het maken van reclame: in 2010 had 45% van de
informatieverzoeken betrekking op specifiek op consumenten gerichte berichten
via e-mail, via een sms of via internet. Voor handhavingsverzoeken is dit
cijfer opgelopen tot 77%. Dit is deels te wijten aan de jaarlijkse
"sweeps" die worden uitgevoerd door het SCB-netwerk. In deze
"sweeps" controleren de instanties gelijktijdig of de websites van
een bepaalde sector aan de wettelijke voorschriften voldoen. De follow-up van
de in het kader van deze onderling afgestemde acties vastgestelde
grensoverschrijdende inbreuken brengt uiteraard meer uitwisselingen tussen de
instanties mee. Ook nieuwe technologieën (bijvoorbeeld internet) bieden
mogelijkheden om gemakkelijk een potentieel groot aantal consumenten te
bereiken en leiden in dit verband eerder tot een typische
"SCB-inbreuk" op collectieve belangen. Sinds de tweede helft van 2009 is er sprake van
een relatieve daling van het aantal door de instanties meegedeelde en door het
netwerk behandelde gevallen (zie de bijlage bij dit verslag voor de
statistische gegevens voor 2009 – 2010). Tot dusver is deze trend uitgebleven
voor de handhavingsverzoeken, waarvan het aantal redelijk stabiel is gebleven
met 120 nieuwe gevallen die eind 2010 in het SCB-systeem waren geregistreerd. De precieze oorzaken van deze trend zijn nog niet
vastgesteld en waarschijnlijk spelen diverse factoren een rol. De instanties
hebben geen melding gemaakt van een achteruitgang van het aantal
grensoverschrijdende inbreuken op de consumentenwetgeving, maar zij hebben in
hun verslagen met nadruk gewezen op de noodzaak om betere afspraken over de
handhavingsprioriteiten te maken. In dit verband moet eveneens worden opgemerkt
dat bij de meest recente sweeps minder grensoverschrijdende inbreuken zijn
vastgesteld dan bij de eerste. Een andere factor die niet mag worden vergeten,
is dat de instanties beter vertrouwd zijn geraakt met de in de SCB-verordening
neergelegde regels inzake samenwerking. Dit heeft geleid tot minder, maar beter
voorbereide gevallen en tot een rationeler gebruik van de
samenwerkingsmechanismen in het kader van de verordening. De verbeterde behandeling
van de gevallen komt ook tot uitdrukking in de daling van de gemiddelde
behandelingstijd van verzoeken om wederzijdse bijstand, die voor
handhavingsverzoeken bijvoorbeeld is teruggelopen van 177 dagen in 2008
tot 92 dagen in 2010. Ten slotte moet rekening worden gehouden met een
aantal technische aspecten: de database maakt het nu mogelijk om dossiers te
behandelen waarin sprake is van diverse inbreuken, terwijl in het eerste jaar
meerdere parallelle gevallen door de instanties moesten worden aangebracht,
d.w.z. één per inbreuk.
3.2.
Algemene beoordeling
De onderhavige verslagperiode kan worden
samengevat als een van stabilisering en consolidering van de activiteiten van
het netwerk, ondanks de door de instanties gemelde beperkingen als gevolg van
het ongunstige economische en financiële klimaat waarin zij moesten optreden.
Dit is de algemene conclusie die voortvloeit uit de tweejaarlijkse verslagen
van de lidstaten en de ervaringen van de Commissie bij het monitoren van het
netwerk. Volgens de meeste instanties is het netwerk de
"kinderziekten", die de eerste twee jaar van de activiteiten ervan
hebben gekenmerkt, ontgroeid. De geringere gemiddelde duur van de behandeling
van de dossiers (zie tabel 4 in de bijlage) toont aan dat de bevoegde
ambtenaren van de instanties steeds beter vertrouwd raken met de behandeling
van de hun via het netwerk voorgelegde verzoeken om wederzijdse bijstand. Bovendien heeft het SCB-netwerk naast de
bilaterale samenwerking op handhavingsgebied een solide kern van gezamenlijke
activiteiten ontwikkeld. Hiermee wordt een EU-brede handhaving beoogd en
uiteindelijk versterking van de consumentenbescherming in de interne markt. In
de afgelopen twee jaar zijn deze gemeenschappelijke handhavingswerkzaamheden
een integraal onderdeel van de activiteiten van het netwerk geworden. Het
centrale element van deze werkzaamheden wordt gevormd door de internetenquêtes
die het netwerk ieder jaar uitvoert, d.w.z. de "sweeps". Zij leveren
concrete resultaten voor de consumenten op gedurende de fase van
gemeenschappelijke handhaving, waarin de instanties voor de follow-up van de
vastgestelde inbreuken zorgen om de naleving van de voorschriften te
waarborgen. Eind 2010 startte een groep instanties een nieuw (door de Commissie
medegefinancierd) project dat de mogelijkheden verkent voor verdere versterking
van de onlinehandhavingscapaciteiten van het netwerk door middel van verbeterde
technieken en een systematischere uitwisseling van kennis en deskundigheid. De recente ontwikkeling die het netwerk heeft
doorgemaakt, kan deels worden verklaard door het feit dat de instanties in de
afgelopen twee jaar hebben geleerd via het netwerk samen te werken, d.w.z.
(beter) vertrouwd zijn geraakt met de bij de SCB-verordening ingestelde
samenwerkingsmechanismen en de IT-tool die de Commissie heeft ontwikkeld voor
de uitwisseling van informatie door het netwerk. Deze tendens toont echter tevens aan dat, zoals in
veel nationale tweejaarlijkse verslagen wordt beklemtoond, de maatregelen die
zijn getroffen om de in 2009 in het eerste tweejaarlijkse verslag
geconstateerde tekortkomingen te verhelpen, positieve resultaten hebben
opgeleverd. Er is op doeltreffender wijze in
opleidingsbehoeften voorzien door elk jaar samen met de instanties een
opleidingsplan op te stellen. In 2009 is een netwerk van nationale opleiders
opgericht om de opleidingscapaciteiten van de Commissie uit te breiden.
Gedurende de verslagperiode werd eveneens de centrale helpdesk gereorganiseerd
om sneller op de verzoeken van gebruikers te kunnen antwoorden. De planning van de gemeenschappelijke activiteiten
(en dus van de middelen) door middel van de vaststelling van jaarlijkse
actieplannen voor handhaving vormt een solide, gestructureerd en transparant
programmeringsproces. Deze plannen dragen ertoe bij de gebieden van
gemeenschappelijk belang te bepalen en omvatten alle gemeenschappelijke
activiteiten die door het netwerk naast de eigenlijke (in het algemeen
bilaterale) samenwerking op het gebied van de handhaving worden verricht. Mede door het opstellen van leidraden is er een
grotere gemeenschappelijke visie ontstaan op de wijze waarop moet worden
samengewerkt binnen het SCB-netwerk. Deze leidraden omvatten met name de
"operationele richtsnoeren voor SCB" die door de Commissie zijn opgesteld
en die praktische aanwijzingen voor de toepassing van de
SCB-samenwerkingsmechanismen bieden op basis van de gemeenschappelijke praktijk
die naar voren is gekomen uit de discussies met de instanties tijdens een
workshop over de activiteiten van het netwerk in december 2009. De sinds 2009 regelmatig georganiseerde workshops
vormen een extra mogelijkheid voor de instanties om standpunten en beste
praktijken uit te wisselen en aldus te komen tot een gemeenschappelijke visie
op en/of gemeenschappelijke benadering van de handhaving. In het kader van de
besprekingen over de jaarlijkse actieplannen voor handhaving worden in overleg
met de instanties de thema's van deze workshops vastgesteld. Die variëren van
meer juridisch getinte besprekingen over de handhaving van het in de bijlage
bij de verordening opgenomen consumentenacquis of van een deel daarvan tot
besprekingen van meer operationele aard over de wijze waarop een verzoek om
handhavingsmaatregelen moet worden opgesteld. Hoewel het buiten kijf is dat het SCB-netwerk zijn
activiteiten in de afgelopen twee jaar heeft geconsolideerd, zijn er ook
duidelijke aanwijzingen dat het netwerk zijn volle potentieel nog niet heeft
ontwikkeld. Er zijn nog steeds enkele lidstaten die nog nooit om wederzijdse
bijstand hebben verzocht (of ook maar een alert hebben doen uitgaan) en bij
nogal wat lidstaten ging het om minder dan vijf verzoeken, van welke soort dan
ook. Bij de huidige stand van zaken kan van maximaal negen lidstaten worden
gezegd dat zij het systeem vanaf het begin actief hebben gebruikt.
3.3.
Het SCB-netwerk: verdere inspanningen nodig
Gedurende de eerste jaren waarin het netwerk
operationeel was, hebben de instanties zich vooral ingespannen om ervoor te
zorgen dat daadwerkelijk toegang tot de IT‑tool kon worden verkregen en
om vertrouwd te raken met de nieuwe samenwerkingsmechanismen. Thans moet de
aandacht erop gericht zijn om optimaal gebruik te maken van de mogelijkheden
die het netwerk biedt wil het de verwachte resultaten opleveren. Met name op de hieronder beschreven gebieden zijn
meer maatregelen nodig. Er is nog steeds een beduidend aantal instanties
die niet actief gebruikmaken van de bij de SCB-verordening ingestelde
samenwerkingsmechanismen. Dit geldt in het bijzonder, maar niet uitsluitend,
voor de handhaving van de in de bijlage bij de SCB-verordening opgenomen
sectorale wetgevingshandelingen. Zoals wordt onderstreept in het eerste
tweejaarlijkse verslag, heeft het bestaan van parallelle netwerken op die
gebieden[17] wellicht gevolgen gehad
voor de doeltreffendheid van het SCB-netwerk, waarvoor evenwel nog geen
bevestiging is verkregen. Daarnaast maken veel instanties voor
consumentenbescherming in de lidstaten zelden gebruik van het SCB-netwerk.
Nader onderzoek is dus nodig. Er bestaat geen consensus over de wijze van
gebruik van de door de verordening ingevoerde samenwerkingsinstrumenten, ook al
zijn er in onderling overleg regels en leidraden opgesteld. Beperkte kennis van
de regels en een zeker gebrek aan discipline bij de toepassing daarvan spelen
in dit verband een rol (zo zijn er maar weinig instanties die, zoals wel wordt
vereist, regelmatig feedback geven over de voortgang bij hun onderzoeks- en
handhavingsactiviteiten), maar er zijn ook fundamentelere verschillen die een
efficiënter gebruik van de SCB-mechanismen in de weg staan. Met name waar het
alerts betreft, waarvoor onder de instanties geen gemeenschappelijke aanpak
bestaat over hoe en wanneer daarvan gebruik moet worden gemaakt, evenals
verzoeken om handhavingsmaatregelen, waarvoor de instanties (zeer)
uiteenlopende normen op het gebied van juridische analyse en wettelijk bewijs
hanteren. Er bestaat geen gemeenschappelijke aanpak met
betrekking tot de handhavingsprioriteiten van het netwerk. In de jaarlijkse
actieplannen voor handhaving worden de gebieden van gemeenschappelijk belang
vastgesteld, maar niet alle activiteiten van het netwerk bestreken. De
voornaamste uitdaging zal zijn om verder te werken aan de ontwikkeling van een
gemeenschappelijk visie op relevante consumentenaangelegenheden en, eventueel,
om overeenstemming te bereiken over gemeenschappelijke normen die garanderen
dat het SCB-netwerk door alle instanties op vergelijkbare wijze wordt gebruikt,
zonder evenwel te tornen aan de verplichting om in te gaan op een verzoek om
bijstand. Het netwerk is er niet in geslaagd een
"bedrijfsidentiteit" te ontwikkelen en blijft grotendeels een
virtueel netwerk waarvan de onderdelen onderling zijn verbonden door een
gemeenschappelijke IT-tool. Contacten tussen casemanagers anders dan in verband
met de behandeling van een bepaald geval blijven de uitzondering, wat wellicht
een verklaring zou kunnen zijn waarom het netwerk nooit gebruik heeft gemaakt
van het forum in het SCB-systeem. Taalbarrières spelen in dit verband
waarschijnlijk ook een rol, maar volstaan niet als verklaring voor het
ontbreken van uitwisselingen tussen de instanties. Tevens hebben veel van de reeds in het
tweejaarlijkse verslag van 2009 vastgestelde horizontale kwesties nog steeds
een ongunstige invloed op het SCB-netwerk: ·
de verschillen in nationale consumentenwetgevingen
in de EU dragen ertoe bij dat de procedures langer worden en maken de
samenwerking ingewikkelder, nu de instanties eerst moeten nagaan of en in
hoeverre samenwerking kan worden overwogen; ·
de kwestie van het toepasselijke recht blijft het
netwerk verdelen; er zijn thans nieuwe vraagstukken in verband met het
toepasselijke recht en de nationale procedureregels opgedoemd in het kader van
de workshops over dit onderwerp; ·
er wordt weinig meegedeeld over de gevallen die door
het netwerk met succes zijn behandeld, zelfs binnen het netwerk, en dit kan het
beeld oproepen dat het netwerk achterblijft bij de verwachtingen.
Tegelijkertijd staan de instanties huiverig tegenover het uitwisselen van dit
soort informatie: slechts een paar nationale tweejaarlijkse verslagen bevatten
voorbeelden van met succes behandelde gevallen, al maakte dit deel uit van de
overeengekomen gemeenschappelijke structuur; ·
er zijn uiteenlopende standpunten naar voren
gekomen over de rol die de Commissie zou moeten spelen in het kader van de
samenwerking op het gebied van handhaving.
4.
Andere gebieden van samenwerking: Gemeenschappelijke activiteiten en
uitwisseling van ambtenaren
4.1.
Gemeenschappelijke activiteiten en uitwisseling van
ambtenaren
De Commissie is tijdens de verslagperiode
financiële middelen blijven verstrekken voor zowel gemeenschappelijke
activiteiten als een programma voor de uitwisseling van ambtenaren. Het
voornaamste doel van deze activiteiten is de SCB-instanties een kader te bieden
voor de uitwisseling van beste praktijken en samenwerking, dat ertoe bijdraagt
dat dubbel werk wordt voorkomen, en, wat nog belangrijker is, het makkelijker
te maken dat zij elkaar leren kennen en van elkaar leren. Evenals in de verslagen uit 2009, is de feedback
in de nationale tweejaarlijkse verslagen over deze activiteiten positief: de
instanties maken een bescheiden maar consequent gebruik van de hun jaarlijks
ter beschikking staande middelen. Ondanks inspanningen om de activiteiten voor de
instanties aantrekkelijker te maken, wijzen deze in hun verslagen op
soortgelijke moeilijkheden als die welke in 2009 zijn vastgesteld: Het gebrek aan middelen is voor veel instanties
een belemmering om deel te nemen aan uitwisselingen van ambtenaren of aan
gezamenlijke projecten. De ingewikkelde regels voor de aanvraagprocedure
en het latere beheer van de middelen weerhouden de bevoegde instanties ervan om
zich met dit soort activiteiten in te laten. Taalbarrières zijn nog een
verklaring voor het betrekkelijk geringe aantal uitwisselingen van ambtenaren. Het uitwisselingsprogramma voor ambtenaren is niet
flexibel genoeg om snel te kunnen tegemoetkomen aan de kortetermijnbehoeften
die in de loop van het onderzoek aan het licht komen.
4.2.
Internationale samenwerking
De Raad heeft de Commissie in mei 2009 gemachtigd
om onderhandelingen met de Verenigde Staten te openen voor een
samenwerkingsovereenkomst op het gebied van handhaving van de
consumentenwetgeving. Gedurende de verslagperiode heeft een aantal
bijeenkomsten met de Federal Trade Commission, de Amerikaanse tegenhanger,
plaatsgevonden, maar wegens uiteenlopende opvattingen over gegevensbescherming
bleek het moeilijk vooruitgang te boeken.
5.
Conclusies en de koers voor de toekomst
5.1.
Conclusies
Het SCB-netwerk is een fase van consolidering en
stabilisering van zijn activiteiten ingegaan. De belangrijkste resultaten die
in deze verslagperiode zijn bereikt, zijn de volgende: ·
de kinderziekten van de eerste jaren (bv.
aansluitingsmoeilijkheden of andere technische kwesties in verband met het
gebruik van de database) zijn verholpen; ·
de instanties hebben geleerd doeltreffender gebruik
te maken van de bij de SCB-verordening ingevoerde samenwerkingsinstrumenten, nu
zij beter vertrouwd zijn geraakt met de IT-tool en de nieuwe procedures; ·
de sweeps, die worden gecoördineerd en gemonitord
door de Commissie, zijn deel gaan uitmaken van de gewone activiteiten van het
netwerk en hebben via de daarmee verband houdende persactiviteiten het netwerk
een bepaalde zichtbaarheid gegeven; ·
de gecoördineerde werkzaamheden van het netwerk
worden besproken en gepland in het kader van jaarlijkse actieplannen voor
handhaving; ·
opleidingscursussen worden efficiënter
georganiseerd op basis van jaarlijkse opleidingsplannen en via het netwerk van
nationale opleiders; ·
er ontstaat geleidelijk een gemeenschappelijke
aanpak van samenwerking binnen het netwerk als gevolg van de discussies in
workshops en de praktische ervaring die is opgedaan tijdens de vier jaar waarin
het netwerk operationeel is; ·
de operationele richtsnoeren die door de Commissie
zijn uitgewerkt op basis van de conclusies van een workshop in december 2009,
bieden de bevoegde ambtenaren praktisch advies over de wijze waarop het netwerk
functioneert en verzoeken om wederzijdse bijstand in het kader van de
SCB-verordening moeten worden opgesteld. De beoordeling van de activiteiten gedurende de
afgelopen twee jaar toont evenwel ook aan dat er nog steeds sprake is van
tekortkomingen en dat het netwerk zijn volle potentieel nog niet heeft
ontwikkeld. Veel instanties maken zelden of nooit gebruik van de
SCB-samenwerkingsmechanismen en een aantal van de meest actieve instanties uit
de eerste jaren is zich minder actief gaan opstellen, wat ten dele de relatieve
achteruitgang in activiteiten van het netwerk qua nieuwe gevallen sinds 2010
verklaart. De moeilijkheden in verband met
grensoverschrijdende handhaving als gevolg van uiteenlopende nationale
consumentenwetgevingen en verschillen tussen in de lidstaten toepasselijke
procedureregels zijn duidelijker aan het licht gekomen in vergelijking met de
eerste jaren van het netwerk, toen de instanties zich hoofdzakelijk richtten op
het leren omgaan met het systeem. Lange procedures, verschillende benaderingen
van handhaving en verschillende ervaringen hebben de bereidheid van de
instanties om gebruik te maken van het SCB-netwerk, verder op de proef gesteld.
In sommige gevallen zouden de moeilijkheden die de
instanties ondervinden, een eerste aanwijzing kunnen zijn dat het bij de
SCB-verordening ingevoerde wetgevingskader aanpassing behoeft met het oog op
versterking van de grensoverschrijdende handhaving. Zij zouden er ook op kunnen
duiden dat een verdere herziening van de nationale procedures in het licht van
het SCB-samenwerkingskader nodig is, zodat de instanties volledig kunnen
voldoen aan de doelstellingen van de verordening. De technische wijziging van de bijlage bij de
SCB-verordening, die in 2011 is goedgekeurd, heeft gezorgd voor extra
juridische duidelijkheid wat betreft de lijst van bepalingen waarvoor de
samenwerkingsmechanismen gelden. Tot op heden zijn er echter onvoldoende
redenen voor een wetgevingsproces met het oog op een grondigere herziening van
de verordening. De evaluatie door de Commissie van de jaren waarop de
verslagperiode betrekking heeft, toont daarentegen aan dat veel van de
moeilijkheden waarmee het netwerk kampt, binnen het bestaande wettelijke kader
kunnen worden opgelost. Er moet derhalve meer ervaring en informatie
worden verzameld om beter te kunnen nagaan of , en, zo ja, hoe de verordening
moet worden herzien. Met name de kwestie van het toepassingsgebied van de
verordening moet grondig worden geëvalueerd, met inbegrip van de kwestie van de
mogelijke opneming van verdere wetgevingshandelingen in de bijlage. Voorts
blijft het de komende jaren een belangrijke uitdaging, en is het voor het
succes van het netwerk van cruciaal belang, ervoor te zorgen dat aan de
instanties voldoende middelen beschikbaar worden gesteld.
5.2.
De koers voor de toekomst
Tegen deze achtergrond zal de eerste prioriteit
van de Commissie erin bestaan om in nauwe samenwerking met de lidstaten de
vastgestelde tekortkomingen binnen het bestaande wetgevingskader te verhelpen. Volgens de Commissie moeten op korte en
middellange termijn de inspanningen worden gericht op: ·
voortzetting van de inspanningen om het netwerk te
consolideren door de functies van de IT-tool ervan te verbeteren, erop toe zien
dat de bevoegde ambtenaren worden opgeleid via het netwerk van opleiders en
ervoor te zorgen dat de uitvoeringsvoorschriften de consequente en snellere
behandeling van verzoeken om wederzijdse bijstand makkelijker maken; ·
handhaving van de financiering van
gemeenschappelijke activiteiten om de uitwisseling van beste praktijken en
ervaringen verder aan te moedigen, maar nieuwe beoordeling van het huidige
programma voor de uitwisseling van ambtenaren in het licht van de ervaring die
is opgedaan en de opmerkingen die van de kant van de nationale instanties zijn
ontvangen; ·
verdere samenwerking met de instanties met het oog
op de ontwikkeling van een gemeenschappelijke aanpak op het vlak van
handhaving, door middel van discussies in workshops, de gemeenschappelijke
activiteiten en de sweeps. Het netwerk zou er ook baat bij kunnen hebben
wanneer het nieuwe manieren verkent voor de uitvoering van gecoördineerde
handhavings- en markttoezichtactiviteiten als bedoeld in artikel 9 van de
verordening. Dit bleek uit de sweeps van 2009 en 2010, toen een groep
instanties de sweep combineerde met andere handhavingsactiviteiten om de
effecten ervan te optimaliseren. Ook moet een discussie worden aangezwengeld
over de vraag hoe het beste gebruik kan worden gemaakt van alerts binnen het
netwerk; ·
verdere verbetering van de planning van de
activiteiten van het netwerk. De jaarlijkse actieplannen voor handhaving zijn
een eerste stap in de richting van de vaststelling van gebieden van
gemeenschappelijk belang voor de netwerkinstanties, maar verdere stappen zijn
nodig. Dit geldt temeer nu de instanties opereren in een klimaat dat wordt
gekenmerkt door beperkte middelen en zij moeilijkheden ondervinden om de
nationale prioriteiten op één lijn te brengen met die van de SCB. Eind 2011
wisselden de instanties voor het eerst over deze kwestie van gedachten in het
kader van een workshop over prioritering van activiteiten; ·
in dezelfde geest moet het netwerk effectievere
manieren ontwikkelen om op Europees niveau handhavingsprioriteiten vast te
stellen, door de op nationaal niveau beschikbare informatie uit de eerste hand
van consumenten samen te voegen met de gegevens die afkomstig zijn van tools
zoals het scorebord consumentenmarkten, de nieuwe klachtendatabase of de
database van het ECC-netwerk. Voor de EU-sweeps gaat een groep instanties
momenteel na hoe beter kan worden vastgesteld welke gevaren op het internet op
de loer liggen en vervolgens kan worden gewaarborgd dat het netwerk adequate
vervolgacties vaststelt; ·
meer inspanningen om het SCB-netwerk beter onder de
aandacht van het publiek te brengen. De persactiviteiten in verband met de
sweeps maken de door het netwerk bereikte resultaten enigszins zichtbaar, maar
er is nog steeds te weinig bekend over de uitkomsten van de (in het algemeen)
bilaterale samenwerking op handhavingsgebied. De nationale tweejaarlijkse
verslagen wijzen erop dat de werkzaamheden in het kader van de SCB concrete
resultaten voor consumenten opleveren, maar de informatie die wordt verstrekt
is nog steeds schaars. Er is momenteel ook hier een groep instanties bezig met
het opstellen van een strategie voor interne en externe communicatie die moet
worden uitgevoerd in de vorm van door het SCB-comité goedgekeurde
communicatieplannen. De groep heeft al de eerste concrete resultaten opgeleverd
in de vorm van een nieuwsbrief die de instanties tweemaal per jaar wordt
toegestuurd. Voor de langere termijn beoordeelt de Commissie
ook verder het kader en de procedures voor samenwerking die bij de
SCB-verordening zijn ingevoerd, om af te wegen of bepaalde moeilijkheden
waarmee het netwerk wordt geconfronteerd mogelijk via regelgeving kunnen worden
aangepakt. De bevindingen van dit verslag zijn een eerste
stap in deze richting en hebben gediend als grondslag voor de opstelling van de
taakomschrijving voor een externe evaluatie die de Commissie binnenkort zal
laten uitvoeren en waarvan de resultaten in 2012 worden verwacht. Een kwestie
die in deze context moet worden onderzocht is het effect van het vrij ruime
toepassingsgebied van de bijlage bij de SCB-verordening op de doeltreffendheid
en doelmatigheid van het netwerk, met name op gebieden waar andere
samenwerkingskaders bestaan. Ook de rol van de Commissie in de activiteiten van
het netwerk moet worden beoordeeld. BIJLAGE 1. Totaal aantal verzoeken om
wederzijdse bijstand Jaar || Alerts (art. 7) || Informatieverzoeken (art. 6) || Handhavingsverzoeken (art. 8) || TOTAAL 2007 || 71 || 161 || 95 || 327 2008 || 100 || 122 || 170 || 392 2009 || 44 || 150 || 170 || 364 2010 || 37 || 89 || 134 || 260 TOTAAL || 252 || 522 || 569 || 2. Verzoeken om wederzijdse
bijstand per richtlijn waarop inbreuk is gepleegd (2007 – 2010) || Art. 6 informatie || Art. 7 alerts || Art. 8 handhaving || TOTAAL 2007 || 2008 || 2009 || 2010 || 2007 || 2008 || 2009 || 2010 || 2007 || 2008 || 2009 || 2010 Richtlijn 2005/29/EG betreffende oneerlijke handelspraktijken || 1 || 86 || 125 || 68 || 0 || 40 || 30 || 29 || 4 || 73 || 112 || 86 || 654 Richtlijn 84/450/EEG betreffende misleidende reclame || 48 || 0 || 0 || 0 || 34 || 0 || 0 || 0 || 35 || 0 || 0 || 0 || 117 Richtlijn 2000/31/EG betreffende elektronische handel || 3 || 9 || 13 || 16 || 7 || 20 || 14 || 8 || 15 || 48 || 54 || 40 || 247 Richtlijn 93/13/EG betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten || 21 || 10 || 30 || 6 || 15 || 7 || 6 || 1 || 10 || 14 || 14 || 37 || 171 Richtlijn 97/7/EG betreffende op afstand gesloten overeenkomsten || 11 || 4 || 18 || 22 || 4 || 11 || 2 || 4 || 9 || 22 || 35 || 19 || 161 Richtlijn 97/55/EG tot wijziging van Richtlijn 84/450/EEG inzake misleidende reclame teneinde ook vergelijkende reclame te regelen || 40 || 0 || 0 || 0 || 4 || 0 || 0 || 0 || 3 || 0 || 0 || 0 || 47 Richtlijn 94/47/EG betreffende timesharing || 27 || 0 || 0 || 0 || 1 || 1 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 1 || 30 Richtlijn 85/577/EG betreffende buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten || 1 || 10 || 2 || 3 || 0 || 6 || 0 || 1 || 1 || 0 || 7 || 5 || 36 Richtlijn 2001/83/EG betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik || 2 || 0 || 3 || 0 || 3 || 2 || 0 || 0 || 6 || 2 || 4 || 7 || 29 Richtlijn 1999/44/EG betreffende de verkoop van en de garanties voor consumptiegoederen || 2 || 1 || 2 || 1 || 1 || 3 || 4 || 2 || 3 || 4 || 8 || 8 || 39 Verordening (EG) nr. 261/2004 betreffende instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten || 1 || 1 || 0 || 0 || 1 || 2 || 0 || 0 || 3 || 4 || 7 || 1 || 20 Richtlijn 98/6/EG betreffende de prijsaanduiding || 0 || 0 || 1 || 2 || 0 || 1 || 0 || 0 || 2 || 3 || 5 || 1 || 15 Richtlijn 90/314/EG betreffende pakketreizen, met inbegrip van vakantiepakketten en rondreispakketten || 2 || 1 || 1 || 1 || 0 || 2 || 1 || 2 || 1 || 0 || 0 || 5 || 16 Richtlijn 2002/65/EG betreffende de verkoop op afstand van financiële diensten aan consumenten || 0 || 0 || 1 || 0 || 1 || 3 || 0 || 0 || 1 || 0 || 2 || 1 || 9 Richtlijn 87/102/EEG betreffende het consumentenkrediet || 1 || 0 || 1 || 1 || 0 || 1 || 1 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 5 Richtlijn 89/552/EEG betreffende televisieomroepactiviteiten || 0 || 0 || 0 || 0 || 1 || 1 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 2 3. Verzoeken om wederzijdse
bijstand per sector (2007 – 2010) || 2007 || 2008 || 2009 || 2010 || Totaal Art. 6 || Art. 8 || Art. 7 || Art. 6 || Art. 8 || Art. 7 || Art. 6 || Art. 8 || Art. 7 || Art. 6 || Art. 8 || Art. 7 Kleding en schoeisel || 1 || 0 || 0 || 0 || 5 || 0 || 1 || 3 || 1 || 2 || 0 || 1 || 14 Communicatie || 0 || 2 || 1 || 4 || 25 || 15 || 9 || 24 || 4 || 3 || 8 || 2 || 97 Onderwijs || 1 || 0 || 0 || 0 || 2 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 3 Levensmiddelen en alcoholvrije dranken || 1 || 1 || 1 || 2 || 0 || 0 || 4 || 2 || 0 || 2 || 3 || 3 || 19 Stoffering, huishoudelijke apparaten en dagelijks onderhoud van de woning || 0 || 1 || 0 || 1 || 1 || 1 || 9 || 6 || 1 || 5 || 4 || 1 || 30 Gezondheid || 6 || 11 || 6 || 5 || 14 || 6 || 6 || 11 || 1 || 9 || 10 || 2 || 87 Huisvesting, water, elektriciteit, gas en andere brandstoffen || 0 || 0 || 0 || 1 || 0 || 0 || 4 || 0 || 0 || 2 || 0 || 0 || 7 Diverse goederen en diensten || 30 || 10 || 9 || 8 || 24 || 12 || 24 || 27 || 18 || 17 || 27 || 6 || 212 Niet ingedeeld || 10 || 9 || 4 || 59 || 39 || 35 || 37 || 23 || 5 || 11 || 9 || 6 || 247 Recreatie en cultuur || 35 || 13 || 4 || 15 || 13 || 17 || 23 || 33 || 7 || 26 || 39 || 9 || 234 Restaurants en hotels || 5 || 2 || 1 || 19 || 0 || 8 || 6 || 5 || 0 || 7 || 4 || 3 || 60 Vervoer || 72 || 46 || 45 || 8 || 47 || 6 || 26 || 36 || 7 || 5 || 30 || 4 || 332 TOTAAL || 161 || 95 || 71 || 122 || 170 || 100 || 149 || 170 || 44 || 89 || 134 || 37 || 4. Aantal dagen (gemiddeld) om
een verzoek om wederzijdse bijstand in het SSCB af te handelen || 2008 || 2009 || 2010 Informatieverzoeken (art. 6) || 148 || 208 || 125 Handhavingsverzoeken (art. 8) || 177 || 283 || 128 5. Verzoeken om wederzijdse
bijstand per verkoopmethode (2007 – 2010) || 2007 || 2008 || 2009 || 2010 || Totaal Art. 6 || Art. 8 || Art. 7 || Art. 6 || Art. 8 || Art. 7 || Art. 6 || Art. 8 || Art. 7 || Art. 6 || Art. 8 || Art. 7 Verkoop buiten verkoopruimten || 0 || 5 || 0 || 11 || 3 || 8 || 6 || 3 || 0 || 3 || 3 || 3 || 45 Catalogus || 6 || 4 || 0 || 0 || 2 || 1 || 1 || 3 || 0 || 1 || 0 || 1 || 19 Colportage || 0 || 0 || 0 || 4 || 1 || 2 || 0 || 2 || 0 || 0 || 0 || 1 || 10 E-mail || 1 || 3 || 2 || 0 || 0 || 0 || 7 || 2 || 0 || 0 || 1 || 3 || 19 Persoonlijk || 44 || 2 || 0 || 27 || 3 || 12 || 5 || 6 || 3 || 17 || 8 || 4 || 131 Fax || 0 || 1 || 0 || 0 || 0 || 0 || 4 || 1 || 1 || 58 || 0 || 1 || 66 Internet || 91 || 63 || 54 || 32 || 136 || 72 || 89 || 137 || 34 || 9 || 110 || 25 || 852 Postorder || 14 || 5 || 6 || 36 || 13 || 3 || 38 || 10 || 4 || 2 || 10 || 5 || 146 Krant || 0 || 2 || 2 || 0 || 0 || 1 || 2 || 2 || 1 || 7 || 0 || 7 || 24 Onbekend || 0 || 1 || 1 || 5 || 3 || 2 || 1 || 1 || 2 || 2 || 0 || 1 || 19 Telefoon || 6 || 11 || 7 || 15 || 8 || 2 || 9 || 10 || 3 || 4 || 5 || 1 || 81 Winkel || 0 || 4 || 2 || 1 || 6 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 0 || 13 Sms || 0 || 1 || 1 || 0 || 2 || 1 || 4 || 7 || 0 || 17 || 0 || 2 || 35 6. Gedane/ontvangen verzoeken
om wederzijdse bijstand (art. 6, 7 en 8) per lidstaat (2007-2010) || 2007 || 2008 || 2009 || 2010 || gedaan || ontvangen || gedaan || ontvangen || gedaan || ontvangen || gedaan || ontvangen Oostenrijk || 2 || 67 || 3 || 72 || 7 || 44 || 7 || 29 België || 128 || 67 || 119 || 85 || 84 || 51 || 29 || 28 Bulgarije || 12 || 57 || 2 || 63 || 1 || 34 || 4 || 21 Cyprus || 0 || 60 || 0 || 64 || 0 || 34 || 1 || 26 Tsjechië || 2 || 59 || 0 || 66 || 4 || 36 || 4 || 27 Duitsland || 5 || 72 || 12 || 101 || 16 || 64 || 13 || 59 Denemarken || 12 || 64 || 14 || 66 || 10 || 37 || 10 || 23 Estland || 8 || 57 || 12 || 71 || 6 || 40 || 1 || 21 Spanje || 0 || 72 || 8 || 98 || 23 || 65 || 28 || 50 Finland || 5 || 58 || 31 || 75 || 2 || 33 || 2 || 23 Frankrijk || 40 || 65 || 16 || 88 || 56 || 81 || 60 || 38 Griekenland || 0 || 58 || 0 || 68 || 0 || 31 || 1 || 23 Hongarije || 70 || 63 || 30 || 61 || 23 || 32 || 22 || 28 Ierland || 0 || 72 || 0 || 84 || 2 || 48 || 0 || 36 Italië || 2 || 59 || 2 || 62 || 4 || 42 || 2 || 33 Litouwen || 0 || 57 || 0 || 67 || 4 || 33 || 4 || 22 Luxemburg || 0 || 62 || 0 || 70 || 1 || 39 || 2 || 27 Letland || 4 || 63 || 11 || 66 || 6 || 36 || 6 || 24 Malta || 0 || 55 || 0 || 55 || 3 || 34 || 8 || 23 Nederland || 3 || 102 || 13 || 120 || 28 || 82 || 9 || 61 Polen || 1 || 61 || 9 || 65 || 3 || 35 || 5 || 28 Portugal || 0 || 60 || 1 || 68 || 3 || 39 || 0 || 29 Roemenië || 0 || 53 || 0 || 53 || 1 || 35 || 0 || 25 Zweden || 7 || 65 || 33 || 79 || 12 || 44 || 6 || 30 Slovenië || 0 || 59 || 0 || 67 || 0 || 31 || 1 || 21 Slowakije || 2 || 65 || 3 || 72 || 11 || 36 || 6 || 28 Verenigd Koninkrijk || 14 || 90 || 65 || 84 || 45 || 84 || 27 || 54 TOTAAL || 317 || || 384 || || 355 || || 258 || 7. Gedane/ontvangen verzoeken
om wederzijdse bijstand per lidstaat in 2007 || Informatieverzoeken art. 6 || Alerts art. 7 || Handhavingsverzoeken art. 8 || TOTAAL || gedaan || ontvangen || gedaan || ontvangen || gedaan || ontvangen || gedaan || ontvangen Oostenrijk || 1 || 4 || 0 || 56 || 1 || 7 || 2 || 67 België || 42 || 7 || 51 || 54 || 35 || 0 || 128 || 67 Bulgarije || 4 || 2 || 0 || 55 || 8 || 0 || 12 || 57 Cyprus || 0 || 3 || 0 || 56 || 0 || 1 || 0 || 60 Tsjechië || 1 || 4 || 0 || 55 || 1 || 0 || 2 || 59 Duitsland || 1 || 10 || 2 || 55 || 2 || 7 || 5 || 72 Denemarken || 12 || 7 || 0 || 55 || 0 || 2 || 12 || 64 Estland || 1 || 2 || 1 || 53 || 6 || 2 || 8 || 57 Spanje || 0 || 10 || 0 || 52 || 0 || 10 || 0 || 72 Finland || 5 || 3 || 0 || 54 || 0 || 1 || 5 || 58 Frankrijk || 19 || 6 || 7 || 56 || 14 || 3 || 40 || 65 Griekenland || 0 || 2 || 0 || 55 || 0 || 1 || 0 || 58 Hongarije || 68 || 4 || 2 || 55 || 0 || 4 || 70 || 63 Ierland || 0 || 7 || 0 || 56 || 0 || 9 || 0 || 72 Italië || 0 || 3 || 2 || 54 || 0 || 2 || 2 || 59 Litouwen || 0 || 2 || 0 || 54 || 0 || 1 || 0 || 57 Luxemburg || 0 || 4 || 0 || 56 || 0 || 2 || 0 || 62 Letland || 0 || 5 || 1 || 54 || 3 || 4 || 4 || 63 Malta || 0 || 1 || 0 || 54 || 0 || 0 || 0 || 55 Nederland || 3 || 27 || 0 || 60 || 0 || 15 || 3 || 102 Polen || 0 || 3 || 0 || 55 || 1 || 3 || 1 || 61 Portugal || 0 || 5 || 0 || 55 || 0 || 0 || 0 || 60 Roemenië || 0 || 3 || 0 || 49 || 0 || 1 || 0 || 53 Zweden || 3 || 6 || 0 || 54 || 4 || 5 || 7 || 65 Slovenië || 0 || 2 || 0 || 54 || 0 || 1 || 0 || 59 Slowakije || 0 || 8 || 0 || 55 || 2 || 2 || 2 || 65 Verenigd Koninkrijk || 0 || 18 || 5 || 63 || 9 || 9 || 14 || 90 TOTAAL || 160 || 158 || 71 || || 86 || 92 || 317 || 8. Gedane/ontvangen verzoeken
om wederzijdse bijstand per lidstaat in 2008 || Informatieverzoeken art. 6 || Alerts art. 7 || Handhavingsverzoeken art. 8 || TOTAAL || gedaan || ontvangen || gedaan || ontvangen || gedaan || ontvangen || gedaan || ontvangen Oostenrijk || 1 || 3 || 1 || 66 || 1 || 3 || 3 || 72 België || 28 || 9 || 43 || 70 || 48 || 6 || 119 || 85 Bulgarije || 0 || 0 || 0 || 63 || 2 || 0 || 2 || 63 Cyprus || 0 || 0 || 0 || 64 || 0 || 0 || 0 || 64 Tsjechië || 0 || 2 || 0 || 63 || 0 || 1 || 0 || 66 Duitsland || 3 || 13 || 2 || 68 || 7 || 20 || 12 || 101 Denemarken || 0 || 1 || 1 || 64 || 13 || 1 || 14 || 66 Estland || 10 || 0 || 0 || 64 || 2 || 7 || 12 || 71 Spanje || 0 || 29 || 0 || 59 || 8 || 10 || 8 || 98 Finland || 0 || 1 || 20 || 74 || 11 || 0 || 31 || 75 Frankrijk || 7 || 5 || 0 || 65 || 9 || 18 || 16 || 88 Griekenland || 0 || 5 || 0 || 63 || 0 || 0 || 0 || 68 Hongarije || 6 || 3 || 4 || 55 || 20 || 3 || 30 || 61 Ierland || 0 || 2 || 0 || 63 || 0 || 19 || 0 || 84 Italië || 1 || 3 || 1 || 51 || 0 || 8 || 2 || 62 Litouwen || 0 || 1 || 0 || 63 || 0 || 3 || 0 || 67 Luxemburg || 0 || 1 || 0 || 68 || 0 || 1 || 0 || 70 Letland || 0 || 1 || 1 || 63 || 10 || 2 || 11 || 66 Malta || 0 || 1 || 0 || 54 || 0 || 0 || 0 || 55 Nederland || 2 || 24 || 4 || 59 || 7 || 37 || 13 || 120 Polen || 2 || 1 || 0 || 63 || 7 || 1 || 9 || 65 Portugal || 0 || 1 || 1 || 63 || 0 || 4 || 1 || 68 Roemenië || 0 || 0 || 0 || 53 || 0 || 0 || 0 || 53 Zweden || 15 || 2 || 10 || 72 || 8 || 5 || 33 || 79 Slovenië || 0 || 1 || 0 || 64 || 0 || 2 || 0 || 67 Slowakije || 0 || 4 || 0 || 63 || 3 || 5 || 3 || 72 Verenigd Koninkrijk || 43 || 8 || 12 || 65 || 10 || 11 || 65 || 84 TOTAAL || 118 || 121 || 100 || || 166 || 167 || 384 || 9. Gedane/ontvangen verzoeken
om wederzijdse bijstand per lidstaat in 2009 || Informatieverzoeken art. 6 || Alerts art. 7 || Handhavingsverzoeken art. 8 || TOTAAL || gedaan || ontvangen || gedaan || ontvangen || gedaan || ontvangen || gedaan || ontvangen Oostenrijk || 0 || 7 || 1 || 32 || 6 || 5 || 7 || 44 België || 25 || 11 || 25 || 36 || 34 || 4 || 84 || 51 Bulgarije || 1 || 3 || 0 || 31 || 0 || 0 || 1 || 34 Cyprus || 0 || 3 || 0 || 31 || 0 || 0 || 0 || 34 Tsjechië || 0 || 2 || 0 || 31 || 4 || 3 || 4 || 36 Duitsland || 3 || 14 || 0 || 36 || 13 || 14 || 16 || 64 Denemarken || 6 || 1 || 0 || 32 || 4 || 4 || 10 || 37 Estland || 0 || 3 || 0 || 33 || 6 || 4 || 6 || 40 Spanje || 7 || 15 || 4 || 37 || 12 || 13 || 23 || 65 Finland || 0 || 0 || 1 || 31 || 1 || 2 || 2 || 33 Frankrijk || 40 || 20 || 1 || 38 || 15 || 23 || 56 || 81 Griekenland || 0 || 0 || 0 || 31 || 0 || 0 || 0 || 31 Hongarije || 10 || 1 || 1 || 31 || 12 || 0 || 23 || 32 Ierland || 1 || 2 || 0 || 32 || 1 || 14 || 2 || 48 Italië || 1 || 3 || 1 || 35 || 2 || 4 || 4 || 42 Litouwen || 2 || 1 || 0 || 31 || 2 || 1 || 4 || 33 Luxemburg || 0 || 4 || 0 || 31 || 1 || 4 || 1 || 39 Letland || 0 || 3 || 1 || 31 || 5 || 2 || 6 || 36 Malta || 0 || 3 || 0 || 31 || 3 || 0 || 3 || 34 Nederland || 26 || 21 || 1 || 32 || 1 || 29 || 28 || 82 Polen || 0 || 1 || 0 || 33 || 3 || 1 || 3 || 35 Portugal || 0 || 1 || 0 || 34 || 3 || 4 || 3 || 39 Roemenië || 0 || 0 || 0 || 31 || 1 || 4 || 1 || 35 Zweden || 4 || 4 || 0 || 35 || 8 || 5 || 12 || 44 Slovenië || 0 || 0 || 0 || 31 || 0 || 0 || 0 || 31 Slowakije || 2 || 0 || 0 || 31 || 9 || 5 || 11 || 36 Verenigd Koninkrijk || 22 || 21 || 8 || 39 || 15 || 24 || 45 || 84 TOTAAL || 150 || 149 || 44 || || 161 || 169 || 355 || 10. Gedane/ontvangen verzoeken om
wederzijdse bijstand per lidstaat in 2010 || Informatieverzoeken art. 6 || Alerts art. 7 || Handhavingsverzoeken art. 8 || TOTAAL || gedaan || ontvangen || gedaan || ontvangen || gedaan || ontvangen || gedaan || ontvangen Oostenrijk || 3 || 5 || 0 || 22 || 4 || 2 || 7 || 29 België || 12 || 2 || 6 || 24 || 11 || 2 || 29 || 28 Bulgarije || 0 || 0 || 4 || 21 || 0 || 0 || 4 || 21 Cyprus || 0 || 2 || 1 || 22 || 0 || 2 || 1 || 26 Tsjechië || 2 || 0 || 1 || 22 || 1 || 5 || 4 || 27 Duitsland || 2 || 12 || 0 || 26 || 11 || 21 || 13 || 59 Denemarken || 0 || 0 || 0 || 23 || 10 || 0 || 10 || 23 Estland || 0 || 0 || 0 || 21 || 1 || 0 || 1 || 21 Spanje || 1 || 10 || 5 || 31 || 22 || 9 || 28 || 50 Finland || 1 || 0 || 1 || 21 || 0 || 2 || 2 || 23 Frankrijk || 45 || 1 || 1 || 23 || 14 || 14 || 60 || 38 Griekenland || 0 || 1 || 0 || 22 || 1 || 0 || 1 || 23 Hongarije || 9 || 2 || 3 || 21 || 10 || 5 || 22 || 28 Ierland || 0 || 3 || 0 || 23 || 0 || 10 || 0 || 36 Italië || 1 || 1 || 0 || 26 || 1 || 6 || 2 || 33 Litouwen || 1 || 0 || 0 || 21 || 3 || 1 || 4 || 22 Luxemburg || 2 || 3 || 0 || 23 || 0 || 1 || 2 || 27 Letland || 0 || 0 || 0 || 21 || 6 || 3 || 6 || 24 Malta || 0 || 1 || 0 || 21 || 8 || 1 || 8 || 23 Nederland || 1 || 16 || 2 || 24 || 6 || 21 || 9 || 61 Polen || 0 || 0 || 0 || 23 || 5 || 5 || 5 || 28 Portugal || 0 || 1 || 0 || 27 || 0 || 1 || 0 || 29 Roemenië || 0 || 1 || 0 || 23 || 0 || 1 || 0 || 25 Zweden || 1 || 4 || 2 || 22 || 3 || 4 || 6 || 30 Slovenië || 1 || 0 || 0 || 21 || 0 || 0 || 1 || 21 Slowakije || 1 || 4 || 0 || 23 || 5 || 1 || 6 || 28 Verenigd Koninkrijk || 6 || 18 || 11 || 25 || 10 || 11 || 27 || 54 TOTAAL || 89 || 87 || 37 || || 132 || 128 || 258 || 11. Aantal aansluitingen op het
SSCB en controle op het gebruik - Aantal bevoegde instanties (december 2010) Gebruikers van het SSCB || Instanties In totaal 750 actieve gebruikers in 30 landen. || In totaal 346 instanties en 30 verbindingsbureaus met toegang tot het SSCB. 30% daarvan heeft, hoewel zij over een wachtwoord beschikken, nooit een verzoek om wederzijdse bijstand gedaan. [1] Verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees
Parlement en de Raad van 27 oktober 2004 betreffende samenwerking tussen de
nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving
inzake consumentenbescherming (verordening betreffende samenwerking met
betrekking tot consumentenbescherming); PB L 364 van 9.12.2004, blz. 1. [2] COM(2009) 336 definitief van 2.7.2009. [3] Artikel 1 van de verordening. [4] PB L 201 van 31.7.2002, blz. 37. [5] PB L 376 van 27.12.2006, blz. 21. [6] PB L 259 van 4.10.2011, blz. 1. [7] PB L 133 van 22.5.2008, blz. 66. [8] De bijlage bij de SCB-verordening kan de komende jaren
verdere wijzigingen ondergaan door de vaststelling van nieuwe
wetgevingshandelingen op het gebied van consumentenbescherming. [9] Laatste publicatie: PB C 206 van 2.9.2011
(volledige lijst) en PB C 356 van 6.12.2011 (addendum). [10] PB L 59 van 4.3.2011, blz. 63. [11] PB L 57 van 2.3.2011, blz. 44. [12] Advies van de Europese Toezichthouder voor
gegevensbescherming van 5 mei 2011 over Besluit 2011/141/EU en
Aanbeveling 2011/136/EU van de Commissie over richtsnoeren voor de
tenuitvoerlegging van de regels inzake gegevensbescherming in het SSCB. [13] Beschikking 2007/76/EG van de Commissie; PB L 32 van
6.2.2007, blz. 192. [14] Opgemerkt zij in dit verband dat het netwerk zich alleen
bezighoudt met inbreuken op collectieve consumentenbelangen in
grensoverschrijdende situaties en niet met individuele klachten (artikelen 1 en
3 van de SCB-verordening). [15] PB L 149 van 11.6.2005, blz. 22. [16] PB L 178 van 17.7.2000, blz. 1. [17] Dit geldt voor Verordening nr. 261/2004 betreffende de
rechten van luchtvaartpassagiers, de artikelen 86 tot en met 100 van Richtlijn
2001/83/EG betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik, en, volgens de
opmerkingen in de nationale tweejaarlijkse verslagen, voor de artikelen van de
richtlijn inzake audiovisuele mediadiensten.