This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52011SC0826
Recommendation for a COUNCIL RECOMMENDATION on the National Reform Programme 2011 of Swedenand delivering a Council opinionon the updated Convergence Programme of Sweden, 2011-2014
Recommendation for a COUNCIL RECOMMENDATION on the National Reform Programme 2011 of Swedenand delivering a Council opinionon the updated Convergence Programme of Sweden, 2011-2014
Recommendation for a COUNCIL RECOMMENDATION on the National Reform Programme 2011 of Swedenand delivering a Council opinionon the updated Convergence Programme of Sweden, 2011-2014
Relation | Act | Comment | Subdivision concerned | From | To |
---|---|---|---|---|---|
Adopted by | 32011H0723(03) |
Recommendation for a COUNCIL RECOMMENDATION on the National Reform Programme 2011 of Swedenand delivering a Council opinionon the updated Convergence Programme of Sweden, 2011-2014
Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD over het nationale hervormingsprogramma 2011
van Zweden
en met een advies van de Raad
over het geactualiseerde convergentieprogramma van Zweden voor de periode 2011‑2014 DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, en met name de artikelen 121, lid 2, en 148, lid 4, Gezien Verordening (EG) nr. 1466/97 van de
Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties
en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid[1], en met name artikel 9, lid 3, Gezien de aanbeveling van de Europese
Commissie[2], Gezien de conclusies van de Europese Raad, Gezien het advies van het Comité voor de
werkgelegenheid, Na raadpleging van het Economisch en
Financieel Comité, Overwegende hetgeen volgt: (1)
Op 26 maart 2010 hechtte de Europese Raad zijn
goedkeuring aan het voorstel van de Europese Commissie voor een nieuwe groei-
en werkgelegenheidstrategie. Deze Europa 2020-strategie moet voor betere
coördinatie van het economisch beleid zorgen en zich toespitsen op de
sleutelgebieden waarop Europa's potentieel voor duurzame groei en
concurrentievermogen een krachtige impuls nodig heeft. (2)
De Raad heeft op 13 juli 2010 een aanbeveling
inzake de globale richtsnoeren voor het 2economisch beleid van de lidstaten en
de Unie (2010-2014) en op 21 oktober 2010 een besluit betreffende de
richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten[3] aangenomen, die samen de "geïntegreerde
richtsnoeren" vormen. De lidstaten werd verzocht in hun nationaal
economisch en werkgelegenheidsbeleid met de geïntegreerde richtsnoeren rekening
te houden. (3)
Op 12 januari 2011 hechtte de Commissie haar
goedkeuring aan de eerste jaarlijkse groeianalyse en gaf daarmee de aanzet tot
een nieuwe cyclus van economische governance in de EU en het eerste Europees
Semester van voorafgaande en geïntegreerde beleidscoördinatie, dat op de Europa
2020-strategie berust. (4)
Op 25 maart 2011 heeft de Europese Raad de
prioriteiten inzake begrotingsconsolidatie en structurele hervorming
goedgekeurd (overeenkomstig de conclusies van de Raad van 15 februari en 7
maart 2011 en ten vervolge op de jaarlijkse groeianalyse van de Commissie). Hij
benadrukte dat voorrang moet worden gegeven aan het weer gezond en houdbaar
maken van begrotingen, het terugdringen van de werkloosheid door hervormingen
van de arbeidsmarkt en nieuwe inspanningen om de groei te stimuleren. Hij
verzocht alle lidstaten deze prioriteiten in concrete maatregelen om te zetten
die in hun stabiliteits- of convergentieprogramma's en in hun nationale
hervormingsprogramma's worden opgenomen. (5)
Op 29 april 2011 heeft Zweden zijn geactualiseerde
convergentieprogramma 2011 voor de periode 2011-2014 en zijn nationale
hervormingsprogramma 2011 ingediend. Beide programma's zijn terzelfder tijd
geëvalueerd. (6)
Voor de economische crisis of 2008-2009 maakte de
Zweedse economie meer dan tien jaar lang een sterke groei door onder impuls van
zowel de binnenlandse vraag als de netto-uitvoer. Aangezien de Zweedse economie
een exportgerichte economie is met een omvangrijke financiële sector, had zij
sterk te lijden van de inzakkende buitenlandse vraag en de bevriezing van de
financiële markten in 2008, ten gevolge waarvan het bbp in 2009 met 5,1% kromp
en de werkloosheid van circa 6% tot meer dan 9% steeg. Dankzij een gezonde
uitgangspositie zonder grote aanpassingsbehoeften in de sector huishoudens, de
banksector en de overheidssector, alsook een adequate monetaire en fiscale
beleidsrespons was de recessie van vrij korte duur en trof zij voornamelijk de
exportgerichte industriesector. Terwijl bij de wereldhandel een heropleving
plaatsvond, maakte de Zweedse economie een zeer sterk, algemeen herstel door,
waarbij het reële bbp opveerde met 5,5% in 2010. Door het gecombineerde effect
van de automatische stabilisatoren en discretionaire maatregelen sloeg het
begrotingsoverschot van 3,7% van het bbp in 2007 om in een tekort van 0,9% van
het bbp in 2009, waarna in 2010 het begrotingsevenwicht hersteld was. (7)
Op basis van de overeenkomstig Verordening (EG) nr.
1466/97 van de Raad verrichte evaluatie van het geactualiseerde
stabiliteitsprogramma komt de Raad tot de conclusie dat het aan de
begrotingsprognoses van het programma ten grondslag liggende macro-economische
scenario algemeen genomen aannemelijk lijkt, behalve voor 2012 waarvoor het te
optimistisch is. De begrotingsstrategie, zoals deze in het geactualiseerde
convergentieprogramma wordt beschreven, is een passende strategie, aangezien
zij eraan zou bijdragen dat Zweden zijn middellangetermijndoelstelling (MTD)
van een overschot van 1% van het bbp over één cyclus behaalt. Dit zou enige
marge bieden tegen overschrijding, bij een eventuele toekomstige recessie, van
de referentiewaarde van 3% van het bbp. Volgens het programma zal het
overheidsoverschot stijgen van 0,6% van het bbp in 2011 tot 3,7% van het bbp in
2014, het laatste jaar van het programma. De verbetering zou resulteren uit een
veronderstelde sterke economische groei, aangezien het programma in deze jaren
niet in consolidatie-inspanningen voorziet. De risico´s voor de budgettaire
doelstellingen lijken elkaar min of meer in evenwicht te houden. Aangezien de
in het programma voorgestelde prognoses van de ontvangsten aan de voorzichtige
kant zijn voor 2011, zouden de begrotingsresultaten dit jaar iets beter kunnen
uitvallen. Vanaf 2012 zijn aan de begrotingsprognoses bepaalde neerwaartse
risico's verbonden wegens optimistische macro-economische aannamen. Aangezien
de regering heeft aangegeven dat de in de begrotingswet 2011 voorziene verdere
expansieve begrotingsmaatregelen (met inbegrip van een vijfde stap in de
heffingskorting voor werkenden, het verder optrekken van de drempel voor de
betaling van inkomstenbelasting, een lager btw-tarief op restaurantdiensten en
lagere belastingen op pensioenen) vanaf 2012 zouden kunnen worden doorgevoerd
indien hiervoor voldoende ruimte op de begroting is, is er een risico voor een
procyclische budgettaire beleidskoers. Gelet op de demografische vooruitzichten
is het van belang dat Zweden zijn MTD blijft realiseren. (8)
De huidige situatie op de huizen- en hypotheekmarkt
is een bron van potentiële instabiliteit. Na een korte en zeer beperkte
correctie op het hoogtepunt van de financiële crisis kon bij de huizenprijzen
in Zweden – in tegenstelling tot in andere landen – opnieuw de sterk stijgende
tendens worden genoteerd die sinds de tweede helft van de jaren negentig valt
waar te nemen, waarbij deze prijzen thans een recordhoogte bereiken. De sterke
toename van de huizenprijzen ging gepaard met een stijgende schuldenlast van de
huishoudens, die tegen medio 2010 circa 170% van het beschikbaar inkomen
beliep, een historisch hoogtepunt. Daarnaast is een groot deel van de
hypothecaire schulden aangegaan tegen variabele rente en weinig aflossing. Dit
maakt de Zweedse huishoudens bijzonder kwetsbaar voor renteverhogingen of
tegenslagen op het gebied van de werkgelegenheid. Een sterke correctie op de
huizenmarkt zou een negatieve weerslag kunnen hebben voor de macro-economische
stabiliteit doordat de huishoudens minder moeten gaan consumeren om rond te
kunnen komen en doordat de financieringskosten voor de Zweedse banken hoger
worden. (9)
Wat de Zweedse arbeidsmarkt betreft, bevinden
onderdanen van niet-EU-landen en jongeren zich in een betrekkelijk zwakke
positie vergeleken met het EU-gemiddelde. Het is van fundamenteel belang dat
hun positie op de arbeidsmarkt verbetert om het totale
werkgelegenheidspercentage te verhogen en het arbeidsaanbod op lange termijn
naar een hoger peil te tillen om het hoofd te kunnen bieden aan de
demografische uitdaging van een vergrijzende bevolking. De Zweedse regering
voert op dit ogenblik verschillende hervormingen uit om de arbeidsparticipatie
van beide groepen te vergroten, zoals onder meer het uittrekken van meer middelen
voor begeleiding, arbeidsplaatsen om werkervaring op te doen, beroepsonderwijs
voor volwassen, begeleiding voor werkleertrajecten, gerichte loonsubsidies en
gestroomlijnde Zweedse taalcursussen. De meest recente statistieken laten
duidelijk zien dat de Zweedse arbeidsmarkt over de gehele linie verbetert,
behalve voor wat vrouwen van buitenlandse afkomst betreft. (10)
De Commissie heeft het convergentieprogramma en het
nationale hervormingsprogramma onderzocht[4].
Daarbij heeft zij niet alleen gekeken naar de relevantie ervan voor een
houdbaar budgettair en sociaaleconomisch beleid in Zweden, maar ook of de
EU-regels en –richtsnoeren in acht zijn genomen, gezien de noodzaak de algemene
economische governance van de Europese Unie te versterken door middel van een EU-inbreng
in toekomstige nationale besluiten. Zij is van mening dat in de programma's
adequaat op de belangrijkste uitdagingen voor Zweden wordt ingespeeld.
Niettemin moet er, hoewel de begrotingsstrategie van de regering om de
middellangetermijndoelstelling te bereiken adequaat is, vanaf 2012 voor worden
gezorgd dat in periodes van een gunstige groei een niet al te los
begrotingsbeleid wordt gevoerd. De risico's van macro-economische
onevenwichtigheden moeten worden geëvalueerd, met name de risico's die voortkomen
uit stijgende huizenprijzen en de schuldenlast van de huishoudens. Ook moet
toezicht worden gehouden op de arbeidsparticipatie van kwetsbare groepen, met
name van jongeren en vrouwen van buitenlandse afkomst, en moet deze worden
verbeterd. (11)
In het licht van deze beoordeling heeft de Raad de
actualisering 2011 van het convergentieprogramma van Zweden onderzocht. Zijn
advies[5]
daarover is met name in onderstaande aanbeveling (1) weergegeven. Rekening
houdende met de conclusies van de Europese Raad van 25 maart 2011 heeft de
Raad het nationale hervormingsprogramma van Zweden onderzocht,. BEVEELT AAN dat Zweden in de periode
2011-2012 actie onderneemt om: (1)
Het begrotingsbeleid op een traject te houden dat
ervoor zorgt dat ook in de toekomst de middellangetermijndoelstelling wordt
bereikt, en te vermijden dat tijdens de huidige economische opleving een
procyclisch begrotingsbeleid wordt gevoerd. (2)
Preventieve maatregelen te nemen om de
macro-economische risico's aan te pakken die met de stijgende huizenprijzen en
de stijgende schuldenlast van de huishoudens gepaard gaan, met inbegrip van
hervormingen van het hypotheekstelsel, de huurregelgeving, de
onroerendgoedbelasting en de bouwvergunningen. (3)
De arbeidsparticipatie van jongeren en andere
kwetsbare groepen in het oog te houden en te verbeteren. Gedaan te Brussel, Voor
de Raad De
voorzitter [1] PB L 209 van 2.8.1997, blz. 1. [2] PB C […] van [...], blz. […]. [3] Gehandhaafd voor 2011 bij Besluit 2011/308/EU van de
Raad van 19 mei 2011. [4] SEC(2011) 735. [5] Uit hoofde van artikel 9, lid 3, van Verordening (EG)
nr. 1466/97 van de Raad.