This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52011PC0793
Proposal for a DIRECTIVE OF THE EUROPEAN PARLIAMENT AND OF THE COUNCIL on alternative dispute resolution for consumer disputes and amending Regulation (EC) No 2006/2004 and Directive 2009/22/EC (Directive on consumer ADR)
Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende alternatieve beslechting van consumentengeschillen en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 en Richtlijn 2009/22/EG (Richtlijn ADR consumenten)
Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende alternatieve beslechting van consumentengeschillen en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 en Richtlijn 2009/22/EG (Richtlijn ADR consumenten)
/* COM/2011/0793 definitief - 2011/0373 (COD) */
Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende alternatieve beslechting van consumentengeschillen en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 en Richtlijn 2009/22/EG (Richtlijn ADR consumenten) /* COM/2011/0793 definitief - 2011/0373 (COD) */
TOELICHTING
1.
Achtergrond van het voorstel
Dit voorstel moet,
samen met het voorstel voor een verordening betreffende onlinebeslechting van
consumentengeschillen (Verordening ODR (Online Dispute Resolution)
consumenten), worden gezien in de context van de inspanningen ter verbetering
van de werking van de interne markt voor de detailhandel en meer in het
bijzonder ter versterking van de verhaalsmogelijkheden voor consumenten. Een aanzienlijk
deel van de Europese consumenten ondervindt moeilijkheden bij de aankoop van
goederen en diensten op de interne markt. In 2010 was dit voor ongeveer 20% van
de Europese consumenten het geval[1].
Hoewel de wettelijke voorschriften doorgaans een hoog niveau van
consumentenbescherming waarborgen, blijven de problemen waarmee consumenten te
maken krijgen vaak onopgelost. Naar schatting bedraagt de schade die Europese
consumenten lijden als gevolg van problemen met de aankoop van goederen of
diensten, 0,4% van het bbp van de EU. Naast de
traditionele rechtsmiddelen[2]
hebben consumenten en bedrijven in sommige lidstaten de mogelijkheid om hun
klachten voor te leggen aan entiteiten voor alternatieve geschillenbeslechting
(Alternative Dispute Resolution) ("ADR-entiteiten"). Deze entiteiten
beogen de buitengerechtelijke beslechting van geschillen tussen partijen door
tussenkomst van bijvoorbeeld een arbiter, bemiddelaar, mediator, ombudsman of
klachtencommissie. De Commissie heeft haar goedkeuring gehecht
aan twee aanbevelingen inzake ADR voor consumenten[3] en twee netwerken opgezet die
zich bezighouden met ADR (ECC-NET[4]
en FIN-NET[5]).
Een aantal sectorspecifieke wetgevingsinstrumenten van de EU bevat een bepaling
inzake ADR[6]
en de bemiddelingsrichtlijn[7]
bevordert de minnelijke schikking van geschillen, met inbegrip van
consumentengeschillen. De analyse van de huidige situatie heeft evenwel de
volgende belangrijke tekortkomingen aan het licht gebracht, die de
doeltreffendheid van ADR in de weg staan: geen volledig aanbod, ontbreken van
bekendheid bij consumenten en bedrijven, en wisselende kwaliteit van
ADR-procedures[8].
Het ontbreken van doeltreffende ADR is in de
context van grensoverschrijdende transacties bijzonder problematisch
(bijvoorbeeld taalbarrières, eventueel hogere kosten, verschillen in wetgeving
tussen de lidstaten). Gelet op de
vastgestelde problemen, heeft de Commissie toegezegd maatregelen op het gebied
van ADR voor te stellen die waarborgen dat alle consumentenklachten aan een
ADR-entiteit kunnen worden voorgelegd en dat geschillen die voortvloeien uit
grensoverschrijdende transacties gemakkelijker zouden kunnen worden opgelost[9].
2.
Resultaten van de raadplegingen van belanghebbende
partijen en effectbeoordeling
2.1.
Bijeenbrengen van deskundigheid en raadpleging van
belanghebbende partijen
De Commissie heeft diverse studies inzake ADR
verricht. Hierbij gaat het onder meer om de "Study on the use of
Alternative Dispute Resolution in the European Union" (Studie
over het gebruik van alternatieve geschillenbeslechting in de Europese Unie)
uit 2009[10],
waarin een grondige analyse van in alle lidstaten bestaande ADR-entiteiten en
het functioneren daarvan wordt verricht, de studie over "Consumer
redress in the EU: consumers experiences, perceptions and choices" (Verhaalsmogelijkheden
voor consumenten in de EU: ervaringen, percepties en keuzes van consumenten)[11], de "Assessment of the
compliance costs including administrative costs/burdens on businesses linked to
the use of Alternative Dispute Resolution (ADR)" (Raming van de kosten
voor naleving, met inbegrip van administratieve kosten/lasten voor het
bedrijfsleven in verband met het gebruik van alternatieve geschillenbeslechting
(ADR)) (2011) en de studie over "Cross-border ADR in the European
Union" (Grensoverschrijdende ADR in de Europese Unie) (2011)[12]. Een openbare raadpleging over het gebruik van
ADR ging van start in januari 2011[13].
Er bleek een hoge mate van consensus ter zake van ADR: alle respondenten waren
het eens over de noodzaak van verdere ontwikkeling van ADR ter verbetering van
de werking van de interne markt. De overgrote meerderheid van de respondenten
steunde eveneens optreden op EU-niveau en wees met klem op de noodzaak van
ADR-procedures van hoge kwaliteit, die met name beschikbaar zouden moeten zijn
voor geschillen die voorvloeien uit grensoverschrijdende transacties en in de
digitale omgeving. Volgens hen moesten voor doeltreffende ADR-procedures een
aantal gemeenschappelijke beginselen gelden, zoals onpartijdigheid,
transparantie, doeltreffendheid en billijkheid. Veel respondenten
steunden de verbetering van ODR-procedures, met name voor
e-commercetransacties, die steeds meer aanleiding geven tot klachten waarbij
het met name om geringe geldbedragen gaat. In maart 2011 organiseerden de diensten van de
Commissie gezamenlijk met het Europees Parlement een top over "Alternatieve
geschillenbeslechting voor de interne markt en consumenten", waaraan zo’n
200 belanghebbenden deelnamen. Tijdens het debat bleek algemene steun te
bestaan voor de ontwikkeling van ADR, inclusief ODR, voor consumenten en werd
de nadruk gelegd op de noodzaak van EU-optreden. In
april 2011 werd een workshop over "ADR: how to make it work better?" (Hoe kan ADR beter functioneren?) georganiseerd in het kader van de
Europese consumententop[14],
met deelneming van 60 belanghebbenden. Aanvullende bijdragen waren met name afkomstig
van een raadpleging die de diensten van de Commissie tussen december 2010 en
januari 2011 via het Europees toetsingspanel van het bedrijfsleven (European
Business Test Panel)[15]
onder bedrijven hielden, en van een raadpleging van bedrijven die tussen maart
en mei 2011 plaatsvond via het onderzoeksplatform voor het mkb (SME survey
platform)[16]. De Europese Toezichthouder voor
gegevensbescherming werd eveneens geraadpleegd.
2.2.
Effectbeoordeling
De Commissie heeft een gedetailleerde
effectbeoordeling verricht, waarbij zij een aantal beleidsopties voor zowel
"aanbod aan, informatie over en kwaliteit van ADR-regelingen"
als "ODR voor grensoverschrijdende e-commercetransacties"
heeft geanalyseerd. De conclusie van de effectbeoordeling was dat slechts een
combinatie van twee instrumenten op het gebied van ADR en ODR toegang tot
onpartijdige, transparante, doeltreffende en billijke middelen ter
buitengerechtelijke beslechting van binnenlandse en grensoverschrijdende
consumentengeschillen kan verzekeren. Met name een kaderrichtlijn is de meest
geëigende manier om te zorgen voor een volledig aanbod aan ADR-regelingen in
alle lidstaten, om de consumenten over ADR te informeren en om te waarborgen
dat de ADR-entiteiten specifieke kwaliteitsbeginselen in acht nemen. Het
volledige aanbod aan ADR-regelingen zal het vereiste kader tot stand te brengen
op grond waarvan een EU-wijd ODR-stelsel op doeltreffende wijze geschillen in
verband met grensoverschrijdende e-commercetransacties kan behandelen.
3.
Juridische elementen van het voorstel
3.1.
Belangrijkste elementen van het voorstel
3.1.1.
Voor alle consumentengeschillen moeten
ADR-procedures bestaan
In het kader van dit voorstel zien de
lidstaten erop toe dat alle geschillen tussen een consument en een ondernemer
die voortvloeien uit de verkoop van goederen of de verrichting van diensten,
kunnen worden voorgelegd aan een ADR-entiteit, ook langs elektronische weg. Om
aan hun verplichting te voldoen, kunnen de lidstaten gebruikmaken van bestaande
ADR-entiteiten en zo nodig het bevoegdheidsgebied daarvan aanpassen; zij kunnen
ook nieuwe ADR-entiteiten of een sectoroverschrijdende vangnetentiteit in het
leven roepen. Dit voorstel heeft betrekking op geschillen
tussen consumenten en ondernemers die voortvloeien uit de verkoop van goederen
of de verrichting van diensten. Hierbij gaat het zowel om klachten van
consumenten tegen ondernemers als om klachten van ondernemers tegen
consumenten. Dit voorstel is van toepassing op ADR-entiteiten die de
buitengerechtelijke beslechting van geschillen tussen consumenten en
ondernemers nastreven. Het bestrijkt in het bijzonder mediationprocedures, maar
ook niet-rechterlijke procedures van scheidsrechterlijke aard, zoals procedures
voor commissies voor consumentenklachten, arbitrage- en bemiddelingsprocedures.
Dit voorstel is niet van toepassing op ondernemingsstelsels voor de afhandeling
van consumentenklachten, en evenmin op geschillenbeslechtingsentiteiten waarbij
de met de geschillenbeslechting belaste natuurlijke personen exclusief in
dienst van de ondernemer zijn. Het sluit ook rechtstreekse onderhandelingen
tussen partijen uit.
3.1.2.
Informatie over ADR en samenwerking
Wanneer zich geschillen voordoen, moeten
consumenten snel kunnen nagaan welke ADR-entiteiten bevoegd zijn voor de
behandeling van hun geschil. Daartoe zorgt dit voorstel ervoor dat consumenten
in de belangrijkste door de ondernemer verstrekte handelsdocumenten en, indien
de ondernemer over een website beschikt, op die website informatie over de
bevoegde ADR-entiteit kunnen vinden. Bovendien moeten ondernemers de
consumenten erover informeren of zij zich al dan niet ertoe verplichten met
betrekking tot een door een consument tegen hen ingediende klacht van ADR
gebruik te maken. Deze verplichting zal voor ondernemers een prikkel zijn om vaker
van ADR gebruik te maken. In het kader van het huidige voorstel zien de
lidstaten erop toe dat consumenten bijstand kunnen krijgen wanneer zij
betrokken zijn bij een grensoverschrijdend geschil. De lidstaten kunnen de
verantwoordelijkheid voor deze taak delegeren aan hun centra van het netwerk
van Europese consumentencentra (ECC-net), dat momenteel als functie heeft om
consumenten de weg te wijzen naar de ADR-entiteiten die bevoegd zijn voor de
behandeling van hun grensoverschrijdende geschillen. In het kader van het voorstel zullen
ADR-entiteiten ertoe worden aangezet om zich aan te sluiten bij netwerken van
ADR-entiteiten op sectorspecifieke gebieden wanneer zij geschillen op het
betrokken gebied behandelen. Daarnaast moedigt het onderhavige voorstel de
samenwerking aan tussen de ADR-entiteiten en de nationale instanties die zijn
belast met de uitvoering van de wetgeving inzake consumentenbescherming. Dit voorstel bevat bepalingen ter waarborging
van de naleving van strikte garanties inzake vertrouwelijkheid en
gegevensbescherming, in overeenstemming met de toepasselijke Uniewetgeving.
3.1.3.
Kwaliteit van ADR-entiteiten
Dit voorstel beoogt te waarborgen dat de
ADR-entiteiten voldoen aan de kwaliteitsbeginselen van onpartijdigheid,
transparantie, doeltreffendheid en billijkheid. Dergelijke beginselen zijn
neergelegd in twee aanbevelingen van de Commissie. Door deze beginselen een
bindend karakter te verlenen, zal het onderhavige voorstel gelijke voorwaarden
voor ADR creëren en het vertrouwen van zowel consumenten als ondernemers in de
ADR-procedures versterken. Door de transparantie van de ADR-entiteiten
moet worden gewaarborgd dat partijen alle informatie ontvangen die zij nodig
hebben om met kennis van zaken te kunnen beslissen alvorens een ADR-procedure
te starten. ADR-procedures moeten doeltreffend zijn en bepaalde nadelen die
zijn verbonden aan gerechtelijke procedures, zoals kosten, lengte en
ingewikkeldheid, verhelpen. Op basis van de resultaten van bestaande studies
bepaalt het voorstel dat geschillen binnen 90 dagen moeten worden
opgelost. Om ervoor te zorgen dat de ADR-procedures voor alle consumenten
toegankelijk blijven, bepaalt het voorstel dat deze voor consumenten kosteloos
of met geringe kosten verbonden moeten zijn.
3.1.4.
Toezicht
Om te verzekeren dat de ADR-entiteiten naar
behoren functioneren en voor consumenten en ondernemers hoogwaardige diensten
leveren, moet hierop nauwgezet toezicht worden gehouden. In elke lidstaat zal
een bevoegde instantie worden belast met het toezicht op het functioneren van
de op zijn grondgebied gevestigde ADR-entiteiten. De bevoegde instanties zullen
op basis van hun door de ADR-entiteiten toegezonden informatie onder meer
beoordelen of een bepaalde ADR-entiteit voldoet aan de in het onderhavige
voorstel gestelde kwaliteitsvereisten. Daarnaast zullen zij regelmatig verslag
uitbrengen over de ontwikkeling en het functioneren van de ADR-entiteiten. Om
de drie jaar zal de Commissie verslag aan het Europees Parlement en de Raad
uitbrengen over de toepassing van de richtlijn.
3.2.
Subsidiariteitsbeginsel
Het voorstel is gebaseerd op artikel 114 van
het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. De ontwikkeling van een goed functionerend
ADR-stelsel binnen de Unie, dat met inachtneming van de wettelijke tradities
van de lidstaten voortbouwt op de aldaar reeds bestaande ADR-entiteiten, zal
het vertrouwen van consumenten in de interne markt voor de detailhandel, ook op
het gebied van e-commerce, versterken. Daardoor zullen eveneens het
bedrijfsleven nieuwe kansen worden geboden. Maatregelen van de lidstaten alleen
zullen waarschijnlijk leiden tot verdere versnippering van ADR, wat op zijn
beurt weer zou bijdragen tot een ongelijke behandeling van consumenten en
ondernemers op de interne markt en tot uiteenlopende niveaus van verhaalsmogelijkheden
voor consumenten in de Unie. Maatregelen op Unieniveau, zoals voorgesteld,
dienen de Europese consumenten hetzelfde beschermingsniveau te bieden en de
concurrentie tussen ondernemingen te stimuleren, waardoor de uitwisseling van
producten of diensten over de grenzen heen toeneemt. Wanneer op Unieniveau gemeenschappelijke
beginselen en voorschriften voor ADR-entiteiten en ADR-procedures in alle
lidstaten worden geformuleerd, dan heeft dit als duidelijk voordeel dat een
doeltreffende en adequate behandeling van consumentengeschillen die
voortvloeien uit binnenlandse of grensoverschrijdende transacties is
gewaarborgd. Ook worden hierdoor meer homogene kwaliteitsniveaus van de
ADR-procedures in de Unie gewaarborgd. Het uiteenlopen van nationale
beleidsmaatregelen inzake ADR-procedures (of het ontbreken daarvan) laat zien
dat eenzijdig optreden van de lidstaten niet tot een bevredigende oplossing
voor consumenten en het bedrijfsleven leidt. Een doelmatige en doeltreffende
ADR voor grensoverschrijdende geschillen vereist een goed functionerend stelsel
van binnenlandse ADR-entiteiten waarin het EU-wijde ODR-platform zal worden
verankerd.
3.3.
Evenredigheid
Het voorstel is om de volgende redenen in
overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel. Het voorstel gaat niet verder dan strikt
noodzakelijk is om de beoogde doelstellingen te verwezenlijken. Het regelt niet
alle aspecten van ADR, maar beperkt zich tot enkele essentiële aspecten van
buitengerechtelijke geschillenbeslechting. De kaderrichtlijn zal voortbouwen op
reeds bestaande ADR-entiteiten en laat de lidstaten vrij in de keuze van de
vorm en de middelen om de verwachte resultaten te bereiken. De doelstellingen van dit voorstel zullen
tegen de laagste kosten voor het bedrijfsleven en de lidstaten worden bereikt,
waarbij dubbele kosten en onnodige administratieve rompslomp worden vermeden. 4. Gevolgen voor de begroting Dit voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de EU. Bij het
voorstel is derhalve geen financieel memorandum gevoegd. 2011/0373 (COD) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN
DE RAAD betreffende alternatieve beslechting van
consumentengeschillen en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 en
Richtlijn 2009/22/EG (Richtlijn ADR consumenten) HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN
DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, en met name artikel 114, Gezien het voorstel van de Europese Commissie[17], Na toezending van het ontwerp van
wetgevingshandeling aan de nationale parlementen, Gezien het advies van het Europees Economisch
en Sociaal Comité[18], Na raadpleging van de Europese Toezichthouder
voor gegevensbescherming, Handelend volgens de gewone
wetgevingsprocedure, Overwegende hetgeen volgt: (1)
In artikel 169, lid 1, en lid 2,
onder a), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU)
wordt bepaald dat de Unie bijdraagt tot de verwezenlijking van een hoog niveau
van consumentenbescherming door middel van maatregelen die zij op grond van
artikel 114 neemt. Volgens artikel 38 van het Handvest van de grondrechten
van de Europese Unie wordt in het beleid van de Unie zorg gedragen voor een
hoog niveau van consumentenbescherming. (2)
Overeenkomstig artikel 26, lid 2, VWEU omvat de
interne markt een ruimte zonder binnengrenzen waarin het vrije verkeer van
goederen en diensten gewaarborgd is. Om ervoor te zorgen dat consumenten
vertrouwen hebben in en profiteren van de interne markt, dienen zij toegang te
hebben tot eenvoudige en goedkope manieren van beslechting van geschillen die
voortvloeien uit de verkoop van goederen of de verlening van diensten. Dit
geldt voor zowel offline- als onlinetransacties, en is met name van belang
wanneer consumenten over de grens winkelen. (3)
Alternatieve geschillenbeslechting biedt een eenvoudige,
snelle en goedkope buitengerechtelijke oplossing voor geschillen tussen
consumenten en ondernemers. Alternatieve geschillenbeslechting is echter nog
niet voldoende ontwikkeld in de Europese Unie. Willen consumenten de
mogelijkheden daarvan optimaal kunnen benutten, dan moet alternatieve
geschillenbeslechting beschikbaar zijn voor alle soorten consumentengeschillen,
moeten de kwaliteitsniveaus van de ADR-procedures gelijk zijn en moeten
consumenten en ondernemers op de hoogte zijn van dergelijke procedures. Ook
dienen de ADR-entiteiten grensoverschrijdende geschillen doeltreffend af te
handelen. (4)
In haar Akte voor de interne markt[19] heeft de Commissie wetgeving
over alternatieve geschillenbeslechting, waaronder die inzake de onlinehandel,
aangeduid als een van de twaalf hefbomen voor het stimuleren van de groei en
het versterken van het vertrouwen in de eengemaakte markt. (5)
De Europese Raad heeft het Parlement en de Raad
verzocht om uiterlijk eind 2012 een eerste reeks van prioritaire maatregelen
vast te stellen om de eengemaakte markt een nieuwe impuls te geven[20]. (6)
De ontwikkeling van een goed functionerende
alternatieve geschillenbeslechting in de Europese Unie is noodzakelijk om het
vertrouwen van de consumenten in de interne markt, ook op het gebied van e-commerce,
te versterken. Een dergelijke ontwikkeling moet voortbouwen op de in de
lidstaten bestaande ADR-procedures, met eerbiediging van de wettelijke
tradities van de lidstaten. (7)
Deze richtlijn dient te gelden voor contractuele
geschillen tussen consumenten en ondernemers die voortvloeien uit de verkoop
van goederen of de verrichting van diensten in alle economische sectoren.
Hierbij dient het zowel om klachten van consumenten tegen ondernemers als om
klachten van ondernemers tegen consumenten te gaan. Deze richtlijn dient niet
te gelden voor geschillen tussen ondernemers; zij mag de lidstaten evenwel niet
beletten voorschriften vast te stellen of te handhaven inzake procedures voor
de buitengerechtelijke beslechting van dergelijke geschillen. (8)
Onder de definitie van "consument" dienen
natuurlijke personen te vallen die niet handelen in de uitoefening van hun
handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit. Wordt de overeenkomst
evenwel gesloten voor doeleinden die deels binnen en deels buiten de handelsactiviteit
van de persoon liggen (gemengde overeenkomsten) en is het handelsoogmerk zo
beperkt dat het binnen de algehele context van de overeenkomst niet overheerst,
dan dient de betrokkene eveneens als consument te worden aangemerkt. (9)
Deze richtlijn mag geen afbreuk doen aan Richtlijn
2008/52/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2008 betreffende
bepaalde aspecten van bemiddeling/mediation in burgerlijke en handelszaken[21], Verordening (EG)
nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke
bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in
burgerlijke en handelszaken[22],
Verordening (EG) nr. 864/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli
2007 betreffende het recht dat van toepassing is op niet-contractuele
verbintenissen (Rome II)[23]
en Verordening (EG) nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17
juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit
overeenkomst (Rome I)[24].
(10)
Deze richtlijn dient voorrang te hebben op
Uniewetgeving die bepalingen bevat die erop zijn gericht de oprichting van
ADR-entiteiten in een specifieke sector te bevorderen. Waar sectorspecifieke
wetgeving de oprichting van dergelijke entiteiten verplicht stelt, dient deze
richtlijn enkel voorrang te hebben voor zover die wetgeving niet ten minste een
gelijkwaardig niveau van consumentenbescherming garandeert. (11)
De verschillen tussen de ADR-entiteiten zijn zowel
tussen de lidstaten onderling als in de lidstaten zelf erg groot. Deze
richtlijn dient elke entiteit te bestrijken die op duurzame basis is opgericht
en de beslechting van een geschil via een ADR-procedure aanbiedt. Een
arbitrageprocedure die op ad-hocbasis voor één enkel geschil tussen een
consument en een ondernemer buiten het kader van een ADR-entiteit is opgezet,
dient niet als ADR-procedure te worden aangemerkt. (12)
Deze richtlijn dient niet te gelden voor procedures
voor geschillenbeslechtingsentiteiten waarbij de met de geschillenbeslechting
belaste natuurlijke personen exclusief in dienst van de ondernemer zijn en
evenmin voor procedures in het kader van ondernemingsstelsels voor de
afhandeling van consumentenklachten. Zij dient niet te gelden voor
rechtstreekse onderhandelingen tussen partijen. Voorts dient zij geen
toepassing te vinden op pogingen ondernomen door een rechter om een geschil te
beslechten in het kader van een gerechtelijke procedure met betrekking tot dat
geschil. (13)
De lidstaten moeten erop toezien dat de geschillen
waarop deze richtlijn van toepassing is, kunnen worden voorgelegd aan een
ADR-entiteit die voldoet aan de in deze richtlijn gestelde voorwaarden. De
lidstaten moeten de mogelijkheid hebben om aan deze verplichting te voldoen
door gebruik te maken van de diensten van de bestaande ADR-entiteiten en het
bevoegdheidsgebied daarvan zo nodig aan te passen, of te voorzien in de
oprichting van nieuwe ADR-entiteiten. Deze richtlijn dient de lidstaten niet te
verplichten om in elke detailhandelsector een specifieke ADR-entiteit op te
richten. De lidstaten dienen de mogelijkheid te hebben om te voorzien in de
oprichting van een ADR-entiteit als vangnet voor de behandeling van geschillen
waarvoor geen specifieke entiteit bevoegd is. (14)
Deze richtlijn mag de juridische situatie van in
een lidstaat gevestigde ondernemers die vallen onder een ADR-entiteit in een
andere lidstaat, niet aantasten. De lidstaten dienen de ontwikkeling van
dergelijke entiteiten te bevorderen. (15)
Deze richtlijn mag het recht van de lidstaten om
ADR-procedures te handhaven of in te voeren voor de gezamenlijke behandeling
van identieke of soortgelijke geschillen tussen een ondernemer en diverse
consumenten, niet aantasten. Dergelijke procedures kunnen worden beschouwd als
een eerste stap op weg naar de verdere ontwikkeling van collectieve
ADR-procedures in de Unie. (16)
De verwerking van gegevens met betrekking tot
geschillen waarop deze richtlijn van toepassing is, dient in overeenstemming te
zijn met de voorschriften inzake de bescherming van persoonsgegevens als
vastgelegd in de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten
die zijn vastgesteld ingevolge Richtlijn 95/46/EG van het Europees
Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van
natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en
betreffende het vrije verkeer van die gegevens. (17)
De met de alternatieve geschillenbeslechting
belaste natuurlijke personen dienen enkel onpartijdig te worden geacht wanneer
op hen geen druk kan worden uitgeoefend waardoor hun standpunt over het geschil
zou kunnen worden beïnvloed. Er moet met name voor worden gezorgd dat
dergelijke druk niet wordt uitgeoefend wanneer de ADR-entiteiten worden
gefinancierd door een of meer partijen bij het geschil of een organisatie
waarbij een van de partijen is aangesloten. (18)
Om de transparantie van de ADR-entiteiten en de
ADR-procedures te waarborgen, is het noodzakelijk dat partijen alle informatie
ontvangen die zij nodig hebben om met kennis van zaken te kunnen beslissen
alvorens een ADR-procedure te starten. (19)
ADR-procedures moeten doeltreffend zijn. Het moet
daarbij gaan om eenvoudige en snelle procedures die in de regel niet langer dan
90 dagen duren. De ADR-entiteit moet deze termijn kunnen verlengen wanneer de
ingewikkeldheid van het betrokken geschil zulks vereist. (20)
ADR-procedures moeten voor consumenten kosteloos of
met geringe kosten verbonden zijn, zodat het voor hen economische zinvol blijft
om daarvan gebruik te maken. (21)
ADR-procedures moeten billijk zijn, zodat partijen
bij een geschil volledig zijn geïnformeerd over hun rechten en de gevolgen van
de keuzes die zij in het kader van een ADR-procedure maken. (22)
In geval van een geschil moeten consumenten snel
kunnen vaststellen welke ADR-entiteiten voor hun klacht bevoegd zijn en of de
betrokken ondernemer al dan niet zal deelnemen aan een voor een ADR-entiteit
ingeleide procedure. Ondernemers moeten die informatie derhalve verstrekken in
hun belangrijkste handelsdocumenten en, indien zij over een website beschikken,
op hun website. Deze verplichting mag geen afbreuk doen aan artikel 6, lid 1,
onder t), artikel 7, lid 1, en artikel 8 van Richtlijn
2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011
betreffende consumentenrechten[25].
Artikel 6, lid 1, onder t), van Richtlijn 2011/83/EU bepaalt dat de ondernemer
de consument in geval van op afstand of buiten verkoopruimten gesloten
consumentenovereenkomsten informatie moet verstrekken over de mogelijkheid van
toegang tot buitengerechtelijke klachten- en geschilbeslechtingsprocedures
waaraan de ondernemer is onderworpen, en de wijze waarop daar toegang toe is,
voordat de consument door de overeenkomst is gebonden. Volgens artikel 7, lid
1, van Richtlijn 2011/83/EU moet die informatie bij buiten verkoopruimten
gesloten overeenkomsten op papier of, indien de consument hiermee instemt, op
een andere duurzame gegevensdrager worden verstrekt. (23)
De onderhavige richtlijn schrijft niet voor dat
ondernemers verplicht zijn om aan ADR-procedures deel te nemen of dat de
uitkomst van dergelijke procedures voor hen bindend is, wanneer een consument
een klacht tegen hen heeft ingediend. Deze richtlijn laat evenwel nationale
voorschriften volgens welke ondernemers verplicht zijn om aan dergelijke
procedures deel te nemen of de uitkomst daarvan voor hen bindend is, onverlet,
mits die voorschriften partijen niet beletten hun in artikel 47 van het
Handvest van de grondrechten van de Europese Unie gewaarborgde recht op toegang
tot de rechter uit te oefenen. (24)
De lidstaten dienen erop toe te zien dat de
ADR-entiteiten samenwerken bij de beslechting van grensoverschrijdende
geschillen. (25)
Netwerken van ADR-entiteiten die de beslechting van
grensoverschrijdende geschillen vergemakkelijken, zoals FIN-NET op het gebied
van financiële diensten, dienen binnen de Unie te worden versterkt. De
lidstaten dienen te bevorderen dat de ADR-entiteiten zich bij dergelijke
netwerken aansluiten. (26)
Nauwe samenwerking tussen de ADR-entiteiten en de
met de uitvoering van de Uniewetgeving inzake consumentenbescherming belaste
nationale instanties moet de doeltreffende toepassing van die Uniewetgeving
kracht bijzetten. (27)
Om te verzekeren dat de ADR-entiteiten naar behoren
en doeltreffend functioneren, moet hierop nauwgezet toezicht worden gehouden.
De Commissie en de uit hoofde van deze richtlijn bevoegde instanties dienen een
lijst van ADR-entiteiten die aan deze richtlijn beantwoorden, te publiceren en
bij te werken. Andere instanties, zoals ADR-entiteiten,
consumentenverenigingen, brancheorganisaties en het netwerk van Europese
consumentencentra, moeten deze lijst ook publiceren. Daarnaast dienen de
bevoegde instanties regelmatig verslag uit te brengen over de ontwikkeling en
het functioneren van de ADR-entiteiten. De ADR-entiteiten dienen de bevoegde
instanties de specifieke informatie te verstrekken waarop deze verslagen moeten
worden gebaseerd. De lidstaten moeten de ADR-entiteiten ertoe aanzetten
dergelijke informatie te verstrekken met gebruikmaking van Aanbeveling
2010/304/EU van de Commissie inzake het gebruik van een geharmoniseerde methode
voor de indeling en rapportage van consumentenklachten en -vragen[26]. (28)
Het is noodzakelijk dat de lidstaten sancties
vaststellen voor inbreuken op de bepalingen van deze richtlijn inzake de
voorlichting van consumenten door ondernemers en de door de ADR-entiteiten aan
de bevoegde instanties te verstrekken informatie, en erop toezien dat deze
worden toegepast. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend
zijn. (29)
Verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees
Parlement en de Raad van 27 oktober 2004 betreffende samenwerking tussen
de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de
wetgeving inzake consumentenbescherming (verordening betreffende samenwerking
met betrekking tot consumentenbescherming)[27]
moet worden gewijzigd door in de bijlage daarbij een verwijzing naar deze
richtlijn op te nemen, met het oog op de versterking van de
grensoverschrijdende samenwerking bij de uitvoering van deze richtlijn. (30)
Richtlijn 2009/22/EG van het Europees Parlement en
de Raad van 23 april 2009 betreffende het doen staken van inbreuken in het
raam van de bescherming van de consumentenbelangen (Richtlijn inzake inbreuken)[28] moet worden gewijzigd door in
de bijlage daarbij een verwijzing naar de onderhavige richtlijn op te nemen, om
te verzekeren dat de in deze richtlijn vastgelegde collectieve belangen van
consumenten worden beschermd. (31)
Aangezien de doelstelling van de onderhavige
richtlijn, namelijk bijdragen tot de goede werking van de interne markt door
het verzekeren van een hoog niveau van consumentenbescherming, niet voldoende
door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve beter door de Unie kan
worden bereikt, kan de Unie overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag
betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel maatregelen
treffen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde
evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan wat nodig is om deze
doelstelling te verwezenlijken. (32)
Deze richtlijn is in overeenstemming met de
grondrechten en de beginselen die met name zijn erkend in het Handvest van de
grondrechten van de Europese Unie, in het bijzonder in de artikelen 7, 8,
38 en 47 daarvan, HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN
VASTGESTELD: HOOFDSTUK I
ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1
Onderwerp Deze richtlijn heeft tot doel bij te dragen
tot het functioneren van de interne markt en tot de verwezenlijking van een
hoog niveau van consumentenbescherming door te verzekeren dat geschillen tussen
consumenten en ondernemers kunnen worden voorgelegd aan entiteiten die
onpartijdige, transparante, doeltreffende en billijke procedures voor
alternatieve geschillenbeslechting aanbieden. Artikel 2
Toepassingsgebied 1.
Deze richtlijn is van toepassing op procedures voor
de buitengerechtelijke beslechting van contractuele geschillen die voortvloeien
uit de verkoop van goederen of verrichting van diensten door een in de Unie
gevestigde ondernemer aan of ten behoeve van een in de Unie woonachtige
consument, door tussenkomst van een geschillenbeslechtingsentiteit die een
oplossing voorstelt of oplegt, of die partijen bijeenbrengt teneinde een
minnelijke schikking te vergemakkelijken (hierna "de ADR-procedures"
genoemd). 2.
Deze richtlijn is niet van toepassing op: a) procedures voor
geschillenbeslechtingsentiteiten waarbij de met de geschillenbeslechting
belaste natuurlijke personen exclusief in dienst van de ondernemer zijn; b) procedures in het kader van
ondernemingsstelsels voor de afhandeling van consumentenklachten; c) rechtstreekse onderhandelingen tussen de
consument en de ondernemer, al dan niet vertegenwoordigd; d) pogingen ondernomen door een rechter om
een geschil te beslechten in het kader van een gerechtelijke procedure met
betrekking tot dat geschil. Artikel 3
Verband met andere wetgeving van de Unie 1. Deze richtlijn laat Richtlijn
2008/52/EG, Verordening (EG) nr. 44/2001, Verordening (EG)
nr. 864/2007 en Verordening (EG) nr. 593/2008 onverlet. 2. Artikel 5, lid 1, van deze
richtlijn heeft voorrang op de in de bijlage genoemde bepalingen. 3. Deze richtlijn heeft enkel voorrang
op in sectorspecifieke Uniewetgeving vervatte dwingende bepalingen met
betrekking tot alternatieve geschillenbeslechting voor zover die bepalingen
niet ten minste een gelijkwaardig niveau van consumentenbescherming garanderen. Artikel 4
Definities Voor de toepassing van deze richtlijn a) wordt verstaan onder
"consument": iedere natuurlijke persoon die niet handelt in de
uitoefening van zijn handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit; b) wordt verstaan onder
"ondernemer": iedere natuurlijke persoon of privaatrechtelijke dan
wel publiekrechtelijke rechtspersoon die, ook via een persoon die in zijn naam
of voor zijn rekening optreedt, handelt in de uitoefening van zijn handels-,
bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit; c) is een ondernemer gevestigd –
op de plaats waar zich zijn onderneming bevindt,
indien hij een natuurlijke persoon is; –
op de plaats waar zich de statutaire zetel, het
hoofdbestuur of de hoofdvestiging bevindt, met inbegrip van een filiaal,
agentschap of enige andere vestiging, indien hij een vennootschap of andere
rechtspersoon of een vereniging van natuurlijke of rechtspersonen is; d) wordt verstaan onder
"grensoverschrijdend geschil": een contractueel geschil dat
voortvloeit uit de verkoop van goederen of verrichting van diensten wanneer de
consument, op het tijdstip waarop hij de goederen of diensten bestelt,
woonachtig is in een andere lidstaat dan die waar de ondernemer is gevestigd; e) wordt verstaan onder
"ADR-entiteit": een entiteit, ongeacht de benaming, die op duurzame
basis is opgericht en de beslechting van een geschil via een ADR-procedure
aanbiedt; f) is een ADR-entiteit ingesteld, –
indien de werking ervan wordt verzekerd door een
natuurlijke persoon, op de plaats waar de entiteit de activiteiten van
alternatieve geschillenbeslechting verricht; –
indien de werking ervan wordt verzekerd door een
rechtspersoon of vereniging van natuurlijke of rechtspersonen, op de plaats
waar die rechtspersoon of vereniging van natuurlijke of rechtspersonen de
activiteiten van alternatieve geschillenbeslechting verricht of zijn statutaire
zetel heeft; –
indien de werking ervan wordt verzekerd door een
overheidsinstantie of ander openbaar orgaan, op de plaats waar die
overheidsinstantie of dat ander openbaar orgaan is gevestigd. HOOFDSTUK II
TOEGANG TOT EN BEGINSELEN DIE VAN TOEPASSING ZIJN OP ALTERNATIEVE
GESCHILLENBESLECHTING Artikel 5
Toegang tot alternatieve geschillenbeslechting 1.
De lidstaten zien erop toe dat de geschillen waarop
deze richtlijn van toepassing is, kunnen worden voorgelegd aan een ADR-entiteit
die voldoet aan de in deze richtlijn gestelde voorwaarden. 2.
De lidstaten zien erop toe dat de ADR-entiteiten: a) over een website beschikken waarop
partijen online een klacht kunnen indienen; b) partijen in staat stellen langs
elektronische weg informatie met hen uit te wisselen; c) zowel binnenlandse als
grensoverschrijdende geschillen in behandeling nemen, met inbegrip van
geschillen waarop Verordening (EU) nr. [Publicatiebureau: voeg
referentienummer in] van het Europees Parlement en de Raad van [Publicatiebureau:
voeg datum van vaststelling in] betreffende onlinebeslechting van
consumentengeschillen (Verordening ODR consumenten)[29] van toepassing is; en d) bij de behandeling van geschillen waarop
deze richtlijn van toepassing is, de nodige maatregelen nemen om ervoor te zorgen
dat de verwerking van persoonsgegevens in overeenstemming is met de
voorschriften inzake de bescherming van persoonsgegevens die zijn vastgelegd in
de nationale wetgeving tot uitvoering van Richtlijn 95/46/EG. 3.
De lidstaten kunnen aan hun verplichting krachtens
lid 1 voldoen door te voorzien in de oprichting van een ADR-entiteit die
fungeert als vangnet voor de behandeling van de in lid 1 genoemde
geschillen voor de beslechting waarvan geen bestaande ADR-entiteit bevoegd is. Artikel 6
Deskundigheid en onpartijdigheid 1.
De lidstaten zien erop toe dat de met de
alternatieve geschillenbeslechting belaste natuurlijke personen over de
noodzakelijke deskundigheid beschikken en onpartijdig zijn. Dit moet worden
gewaarborgd door ervoor te zorgen dat zij: a) over de noodzakelijke kennis,
vaardigheden en ervaring op het gebied van alternatieve geschillenbeslechting
beschikken; b) niet zonder geldige reden van hun taken
kunnen worden ontheven; c) geen belangenconflict hebben met een van
de partijen bij het geschil. 2.
Wanneer de binnen een ADR-entiteit met de
geschillenbeslechting belaste natuurlijke personen een collegiaal orgaan
vormen, zien de lidstaten erop toe dat in dit orgaan een gelijk aantal
vertegenwoordigers van consumentenbelangen en vertegenwoordigers van ondernemersbelangen
zitting heeft. Artikel 7
Transparantie 1.
De lidstaten zien erop toe dat de ADR-entiteiten op
hun website en in gedrukte vorm in hun ruimten de volgende informatie voor het
publiek toegankelijk maken: a) welke natuurlijke personen belast zijn
met de alternatieve geschillenbeslechting, op welke wijze zij worden benoemd en
wat de duur van hun mandaat is; b) hoe zij worden gefinancierd, met inbegrip
van het procentuele aandeel van de overheids- en particuliere financiering; c) in voorkomend geval, of zij zijn
aangesloten bij netwerken van ADR-entiteiten ter vergemakkelijking van de
grensoverschrijdende geschillenbeslechting; d) voor welke soorten geschillen zij bevoegd
zijn; e) welke procedurevoorschriften van
toepassing zijn op de beslechting van een geschil; f) in welke talen klachten bij de
ADR-entiteit kunnen worden ingediend en in welke talen de ADR-procedure wordt
gevoerd; g) op welke soorten voorschriften de
ADR-entiteit zich bij de geschillenbeslechting kan baseren (bv. wettelijke
voorschriften, overwegingen van billijkheid, gedragscodes); h) aan welke voorwaarden vooraf partijen
eventueel moeten voldoen voordat een ADR-procedure kan worden ingeleid; i) welke kosten eventueel voor rekening van
partijen komen; j) hoelang de ADR-procedure bij benadering
duurt; k) welke rechtsgevolgen de uitkomst van de
ADR-procedure heeft. 2.
De lidstaten zien erop toe dat de ADR-entiteiten op
hun website en in gedrukte vorm in hun ruimten de jaarlijkse
activiteitenverslagen voor het publiek toegankelijk maken. Deze verslagen
bevatten de volgende informatie met betrekking tot zowel binnenlandse als
grensoverschrijdende geschillen: a) het aantal voorgelegde geschillen en het
soort klachten waarop zij betrekking hebben; b) eventuele terugkerende problemen die leiden
tot geschillen tussen consumenten en ondernemers; c) het percentage
geschillenbeslechtingsprocedures die zonder uitkomst zijn stopgezet; d) de gemiddelde tijd die nodig was voor de
beslechting van geschillen; e) voor zover bekend, het percentage gevallen
waarin de uitkomsten van de ADR-procedures zijn nageleefd; f) in voorkomend geval, of er sprake is van
samenwerking binnen netwerken van ADR-entiteiten ter vergemakkelijking van de
beslechting van grensoverschrijdende geschillen. Artikel 8
Doeltreffendheid De lidstaten zien erop toe dat de
ADR-procedures doeltreffend zijn en aan de volgende voorwaarden voldoen: a) de ADR-procedure is voor beide
partijen gemakkelijk toegankelijk, ongeacht de plaats waar zij zich bevinden; b) partijen hebben toegang tot de
procedure zonder verplicht te zijn van een wettelijk vertegenwoordiger gebruik
te maken; niettemin mogen zij zich in elke fase van de procedure laten
vertegenwoordigen of laten bijstaan door een derde; c) de ADR-procedure is voor consumenten
kosteloos of met geringe kosten verbonden; d) het geschil wordt beslecht binnen 90
dagen na de datum waarop de ADR-entiteit de klacht heeft ontvangen. In geval
van complexe geschillen kan de ADR-entiteit deze termijn verlengen. Artikel 9
Billijkheid 1.
De lidstaten zien erop toe dat in de
ADR-procedures: a) partijen de mogelijkheid hebben hun
standpunt kenbaar te maken en kennis te nemen van alle argumenten en feiten die
door de andere partij naar voren worden gebracht, en van eventuele verklaringen
van deskundigen; b) beide partijen schriftelijk of op een
duurzame gegevensdrager worden geïnformeerd over de uitkomst van de
ADR-procedure, met opgave van de redenen waarop de uitkomst is gebaseerd. 2.
De lidstaten zien erop toe dat in de ADR-procedures
die zijn gericht op de beslechting van het geschil door het voorstellen van een
oplossing, a) de consument, alvorens met het voorstel
voor een oplossing in te stemmen, erover wordt geïnformeerd dat: i) hij de keuze heeft om al dan niet met
het voorstel voor een oplossing in te stemmen; ii) het voorstel voor een oplossing minder
gunstig kan zijn dan een door een rechterlijke instantie aan de hand van
wettelijke regels vastgestelde oplossing; iii) hij recht heeft op het inwinnen van
onafhankelijk advies alvorens met het voorstel voor een oplossing in te stemmen
of het af te wijzen; b) partijen, alvorens met het voorstel voor
een oplossing in te stemmen, worden geïnformeerd over de rechtsgevolgen van een
dergelijke instemming; c) partijen, alvorens met het voorstel voor
een oplossing of een minnelijke schikking in te stemmen, voldoende tijd ter
beschikking wordt gesteld om over het voorstel na te denken. HOOFDSTUK III
INFORMATIE EN SAMENWERKING Artikel 10
Voorlichting van consumenten door ondernemers 1.
De lidstaten zien erop toe dat de op hun
grondgebied gevestigde ondernemers de consumenten informeren over de
ADR-entiteiten waaronder zij vallen en die bevoegd zijn voor de behandeling van
eventuele geschillen tussen hen en consumenten. Die informatie moet de
internetadressen van de betrokken ADR-entiteiten omvatten en aangeven of de
ondernemer zich al dan niet verplicht gebruik te maken van de diensten van deze
entiteiten voor de beslechting van geschillen met consumenten. 2.
De in lid 1 bedoelde informatie moet op
eenvoudige, rechtstreekse en duidelijk zichtbare wijze en te allen tijde
toegankelijk zijn op de website van de ondernemer, voor zover hij over een
website beschikt, in de algemene voorwaarden van tussen de ondernemer en een
consument gesloten overeenkomsten voor de verkoop van goederen of verrichting
van diensten, en op facturen en kwitanties met betrekking tot die
overeenkomsten. Tevens moet worden vermeld op welke wijze nadere informatie kan
worden verkregen over de betrokken ADR-entiteit en over de voorwaarden voor
gebruikmaking daarvan. 3.
Dit artikel laat het bepaalde in de artikelen 6, 7
en 8 van Richtlijn 2011/83/EU betreffende de voorlichting van consumenten bij
op afstand en buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten, onverlet. Artikel 11
Bijstand aan consumenten 1.
De lidstaten zien erop toe dat consumenten bijstand
kunnen krijgen bij geschillen die voortvloeien uit de grensoverschrijdende
verkoop van goederen of verrichting van diensten. Deze bijstand beoogt met name
de consumenten te helpen om toegang te krijgen tot de ADR-entiteit in een
andere lidstaat die bevoegd is ter zake van hun grensoverschrijdend geschil. 2.
De lidstaten kunnen de verantwoordelijkheid voor de
in lid 1 bedoelde taak overdragen aan hun centra van het netwerk van
Europese consumentencentra, aan consumentenverenigingen of aan een andere
instantie. Artikel 12
Algemene informatie De lidstaten zien erop toe dat de
ADR-entiteiten, de consumentenverenigingen, de brancheorganisaties, de centra
van het netwerk van Europese consumentencentra en, in voorkomend geval, de
overeenkomstig artikel 11, lid 2, aangewezen instanties in hun
ruimten en op hun websites de in artikel 17, lid 3, bedoelde lijst
van ADR-entiteiten voor het publiek toegankelijk maken. Artikel 13
Samenwerking tussen ADR-entiteiten bij beslechting van grensoverschrijdende
geschillen 1.
De lidstaten zien erop toe dat de ADR-entiteiten
samenwerken bij de beslechting van grensoverschrijdende geschillen. 2.
Wanneer in de Unie op een sectorspecifiek gebied
een netwerk van ADR-entiteiten ter vergemakkelijking van de beslechting van
grensoverschrijdende geschillen bestaat, bevorderen de lidstaten dat de
ADR-entiteiten die geschillen op dat gebied behandelen, zich bij dat netwerk
aansluiten. 3.
De Commissie maakt een lijst met de namen en
contactgegevens van de in lid 1 bedoelde netwerken bekend. De Commissie
werkt deze lijst, indien nodig, om de twee jaar bij. Artikel 14
Samenwerking tussen ADR-entiteiten en nationale instanties belast met
uitvoering van Uniewetgeving inzake consumentenbescherming 1.
De lidstaten zien erop toe dat de ADR-entiteiten
samenwerken met de nationale instanties die zijn belast met de uitvoering van
de Uniewetgeving inzake consumentenbescherming. 2.
Deze samenwerking omvat de uitwisseling van
gegevens over de handelspraktijken van ondernemers over wie klachten van
consumenten zijn binnengekomen. Zij omvat eveneens de terbeschikkingstelling
door die nationale instanties aan de ADR-entiteiten van technische evaluaties
en informatie, wanneer die voor de behandeling van individuele geschillen
noodzakelijk zijn. 3.
De lidstaten zien erop toe dat de samenwerking en
de uitwisseling van gegevens als bedoeld in de leden 1 en 2 in overeenstemming
zijn met de voorschriften inzake de bescherming van persoonsgegevens die zijn
neergelegd in Richtlijn 95/46/EG. HOOFDSTUK IV
TOEZICHT OP ADR-ENTITEITEN Artikel 15
Aanwijzing van bevoegde instanties 1.
Elke lidstaat wijst een bevoegde instantie aan die
belast is met het toezicht op het functioneren en de ontwikkeling van de op
zijn grondgebied gevestigde ADR-entiteiten. Elke lidstaat deelt de Commissie
mee welke de aangewezen instantie is. 2.
De Commissie stelt een lijst op van de bevoegde
instanties die haar overeenkomstig lid 1 zijn meegedeeld en maakt deze lijst
bekend in het Publicatieblad van de Europese Unie. Artikel 16
Door ADR-entiteiten aan bevoegde instanties te verstrekken informatie 1.
De lidstaten zien erop toe dat de op hun
grondgebied gevestigde ADR-entiteiten de bevoegde instantie de volgende gegevens
verstrekken: a) hun naam, contactgegevens en
internetadres; b) informatie over hun structuur en
financiering, met inbegrip van informatie over de natuurlijke personen die zijn
belast met de alternatieve geschillenbeslechting, over de wijze van financiering
van de activiteiten van die natuurlijke personen en over hun werkgever; c) hun procedurevoorschriften; d) de verschuldigde vergoedingen, indien van
toepassing; e) de approximatieve duur van de
ADR-procedures; f) de taal of de talen waarin klachten kunnen
worden ingediend en de ADR-procedure kan worden gevoerd; g) een verklaring inzake de voor de
vaststelling van hun bevoegdheid noodzakelijke gegevens; h) een met redenen omklede verklaring,
gebaseerd op een zelfevaluatie door de ADR-entiteit, of zij kan worden
gekwalificeerd als een ADR-entiteit in de zin van deze richtlijn en of zij
voldoet aan de in hoofdstuk II gestelde voorwaarden. Ingeval de in de punten a) tot en met g) bedoelde
informatie wijzigingen ondergaat, delen de ADR-entiteiten deze wijzigingen
onverwijld mee aan de bevoegde instantie. 2.
De lidstaten zien erop toe dat de ADR-entiteiten de
bevoegde instanties ten minste eenmaal per jaar de volgende informatie
meedelen: a) het aantal voorgelegde geschillen en het
soort klachten waarop zij betrekking hebben; b) het percentage ADR-procedures die zonder
uitkomst zijn stopgezet; c) de gemiddelde tijd die nodig was voor de
beslechting van de voorgelegde geschillen; d) voor zover bekend, het percentage
gevallen waarin de uitkomsten van de ADR-procedures zijn nageleefd; e) relevante statistieken die aantonen op
welke wijze ondernemers voor hun geschillen met consumenten gebruikmaken van
alternatieve geschillenbeslechting; f) eventuele terugkerende problemen die
leiden tot geschillen tussen consumenten en ondernemers; g) in voorkomend geval, een beoordeling van
de doeltreffendheid van hun samenwerking binnen netwerken van ADR-entiteiten
ter vergemakkelijking van de beslechting van grensoverschrijdende geschillen; h) een zelfevaluatie van de doeltreffendheid
van de door de entiteit aangeboden ADR-procedure en van de mogelijke manieren
om de prestaties daarvan te verbeteren. Artikel 17
Rol van de bevoegde instanties en van de Commissie 1.
Elke bevoegde instantie beoordeelt op basis van de
overeenkomstig artikel 16, lid 1, ontvangen gegevens of de bij haar
aangemelde ADR-entiteiten kunnen worden gekwalificeerd als ADR-entiteiten in de
zin van deze richtlijn en of zij voldoen aan de in hoofdstuk II gestelde
voorwaarden. 2.
Elke bevoegde instantie stelt op basis van de in
lid 1 genoemde beoordeling een lijst op van de ADR-entiteiten die voldoen
aan de in lid 1 bedoelde voorwaarden. De lijst bevat de volgende gegevens: a) de naam, contactgegevens en
internetadressen van deze ADR-entiteiten; b) de verschuldigde vergoedingen, indien van
toepassing; c) de taal of de talen waarin klachten
kunnen worden ingediend en de ADR-procedure kan worden gevoerd; d) de voor de vaststelling van hun
bevoegdheid noodzakelijke gegevens; e) indien van toepassing, de noodzaak dat
partijen of hun vertegenwoordigers fysiek aanwezig zijn; en f) de al dan niet bindende aard van de
uitkomst van de procedure. Elke bevoegde instantie deelt de lijst mee aan de
Commissie. Ingeval de bevoegde instantie overeenkomstig artikel 16,
lid 1, tweede alinea, wijzigingen worden meegedeeld, wordt de lijst
onverwijld bijgewerkt en de betrokken informatie aan de Commissie meegedeeld. 3.
De Commissie stelt een lijst op van de bij haar
overeenkomstig lid 2 aangemelde ADR-entiteiten en werkt deze lijst telkens
bij wanneer haar overeenkomstig lid 2, derde alinea, tweede zin, wijzigingen
worden meegedeeld. De Commissie maakt deze lijst en de bijgewerkte versies
daarvan bekend en doet deze toekomen aan de bevoegde instanties en de
lidstaten. 4.
Elke bevoegde instantie maakt de in lid 3
bedoelde geconsolideerde lijst van ADR-entiteiten bekend op haar website en op
elke andere wijze die zij passend acht. 5.
Elke bevoegde instantie maakt om de twee jaar een
verslag over de ontwikkeling en het functioneren van de ADR-entiteiten bekend.
In het verslag worden met name: a) de eventuele gebieden vastgesteld waarop
nog geen ADR-procedures voor onder deze richtlijn vallende geschillen zijn
voorzien; b) de beste praktijken van ADR-entiteiten
aangegeven; c) in voorkomend geval en onderbouwd met
statistische gegevens, de tekortkomingen aangeduid die een belemmering vormen
voor het functioneren van de ADR-entiteiten voor zowel binnenlandse als
grensoverschrijdende geschillen; d) in voorkomend geval, aanbevelingen gedaan
voor het verbeteren van het functioneren van de ADR-entiteiten. HOOFDSTUK V
SLOTBEPALINGEN Artikel 18
Sancties De lidstaten stellen de regels vast voor de
sancties die van toepassing zijn op inbreuken op de krachtens artikel 10
en artikel 16, leden 1 en 2, van deze richtlijn vastgestelde nationale
bepalingen en nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat deze worden
toegepast. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. Artikel 19
Wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 In de bijlage bij Verordening (EG) nr.
2006/2004 wordt het volgende punt toegevoegd: "20. Richtlijn … van het Europees
Parlement en de Raad van …. betreffende alternatieve beslechting van
consumentengeschillen en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004
en Richtlijn 2009/22/EG (Richtlijn ADR consumenten) (PB L … van ….,
blz. …): Artikel 10." Artikel 20
Wijziging van Richtlijn 2009/22/EG In de bijlage bij Richtlijn 2009/22/EG wordt
het volgende punt toegevoegd: "14. Richtlijn … van het Europees
Parlement en de Raad van …. betreffende alternatieve beslechting van
consumentengeschillen en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004
en Richtlijn 2009/22/EG (Richtlijn ADR consumenten) (PB L … van ….,
blz. …): Artikel 10." Artikel 21
Mededelingen 1.
Uiterlijk op [Publicatiebureau: voeg zelfde datum
in als in artikel 22, lid 1 = datum van uitvoering van de richtlijn]
delen de lidstaten aan de Commissie mee: a) in voorkomend geval, de namen en
contactgegevens van de overeenkomstig artikel 11, lid 2, aangewezen
instanties; en b) de overeenkomstig artikel 15,
lid 1, aangewezen bevoegde instanties. De lidstaten brengen de Commissie op de hoogte van
alle latere wijzigingen van deze gegevens. 2.
Uiterlijk op [Publicatiebureau: voeg datum in:
zes maanden na in artikel 22, lid 1, in te voegen
datum van uitvoering] delen de lidstaten de Commissie de eerste lijst
bedoeld in artikel 17, lid 2, mee. 3.
De Commissie doet de lidstaten de in lid 1,
onder a), bedoelde informatie toekomen. Artikel 22
Omzetting 1.
De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke
bepalingen in werking treden om uiterlijk op [Publicatiebureau: voeg datum
in: 18 maanden na inwerkingtreding] aan deze richtlijn te voldoen. Zij
delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mee, alsmede een
transponeringstabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze
richtlijn. Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen,
wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze
richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de
lidstaten. 2.
De lidstaten delen de Commissie de tekst van de
belangrijkste bepalingen van nationaal recht mee die zij op het door deze
richtlijn bestreken gebied vaststellen. Artikel 23
Verslag Uiterlijk op [Publicatiebureau: voeg datum
in: vijf jaar na de inwerkingtreding] en nadien om de drie jaar legt
de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en
Sociaal Comité een verslag voor over de toepassing van deze richtlijn. In het
verslag wordt aandacht besteed aan de ontwikkeling en de gebruikmaking van
ADR-entiteiten en aan de gevolgen van deze richtlijn voor consumenten en
ondernemers. Het verslag gaat, waar passend, vergezeld van voorstellen tot
wijziging van deze richtlijn. Artikel 24
Inwerkingtreding Deze richtlijn treedt in werking op de
twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de
Europese Unie. Artikel 25
Adressaten Deze richtlijn is gericht tot de
lidstaten. Gedaan te Brussel, Voor het Europees Parlement Voor
de Raad De voorzitter De
voorzitter BIJLAGE 1.
Richtlijn 2002/65/EG van het Europees Parlement en
de Raad van 23 september 2002 betreffende de verkoop op afstand van
financiële diensten aan consumenten en tot wijziging van de Richtlijnen
90/619/EEG, 97/7/EG en 98/27/EG van de Raad (artikel 14, lid 1), PB
L 271 van 9.10.2002, blz. 16. 2.
Richtlijn 2008/122/EG van het Europees Parlement en
de Raad van 14 januari 2009 betreffende de bescherming van de
consumenten met betrekking tot bepaalde aspecten van overeenkomsten betreffende
gebruik in deeltijd, vakantieproducten van lange duur, doorverkoop en
uitwisseling (artikel 14, lid 2), PB L 33 van 3.2.2009,
blz. 10. 3.
Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en
de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten,
tot wijziging van de Richtlijnen 85/611/EEG en 93/6/EEG van de Raad en van
Richtlijn 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad en houdende
intrekking van Richtlijn 93/22/EEG van de Raad (artikel 53, lid 1), PB
L 145 van 30.4.2004, blz. 1. 4.
Richtlijn 2002/92/EG van het Europees Parlement en
de Raad van 9 december 2002 betreffende verzekeringsbemiddeling
(artikel 11, lid 1), PB L 9 van 15.1.2003, blz. 3. 5.
Richtlijn 97/67/EG van het Europees Parlement
en de Raad van 15 december 1997 betreffende gemeenschappelijke regels voor de
ontwikkeling van de interne markt voor postdiensten in de Gemeenschap en de
verbetering van de kwaliteit van de dienst (artikel 19, lid 1, derde
alinea), PB L 52 van 27.2.2008, blz. 3. [1] Eurobarometer 342, "Consumer Empowerment",
blz. 169. [2] Bijvoorbeeld Verordening (EG) nr. 861/2007 tot
vaststelling van een Europese procedure voor geringe vorderingen, PB L 199 van
31.7.2007, blz. 1. [3] Aanbeveling 98/257/EG van de Commissie betreffende de
principes die van toepassing zijn op de organen die verantwoordelijk zijn voor
de buitengerechtelijke beslechting van consumentengeschillen,
PB L 115 van 17.4.1998, blz. 31, en Aanbeveling 2001/310/EG van
de Commissie met betrekking tot de beginselen voor de buitengerechtelijke
organen die bij de consensuele beslechting van consumentengeschillen
betrokken zijn, PB L 109 van 19.4.2001, blz. 56. [4] Het netwerk van Europese consumentencentra (ECC-net)
helpt consumenten om toegang te krijgen tot de passende ADR-entiteit in een
andere lidstaat in geval van grensoverschrijdende geschillen. [5] FIN-NET bestaat uit ADR-regelingen voor de afhandeling
van grensoverschrijdende geschillen tussen consumenten en
financiëledienstverleners. [6] Bijvoorbeeld Richtlijn 2009/72/EG van het Europees Parlement
en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de
interne markt voor elektriciteit, en Richtlijn 2009/73/EG van het Europees
Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels
voor de interne markt voor aardgas (PB L 211 van 14.8.2009, blz. 55 en 94);
Richtlijn 2008/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008
inzake kredietovereenkomsten voor consumenten (PB L 133 van 22.5.2008, blz.
66); Richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni
2000 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de
informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt
('Richtlijn inzake elektronische handel') (PB L 178 van 17.7.2000, blz. 1). [7] PB L 136 van 24.5.2008, blz. 3. [8] Zie "Study on the use of Alternative Dispute
Resolution in the European Union" van 16 oktober 2009, http://ec.europa.eu/consumers/redress_cons/adr_study.pdf, blz. 56-63; 112-115 en 120-121. [9] Europa 2020-vlaggenschipinitiatief: "Een digitale
agenda voor Europa", COM (2010) 245, blz. 13; Mededeling van de Commissie
"Akte voor de interne markt", COM(2011) 206, blz. 9. [10] "Study on the use of Alternative Dispute Resolution
in the European Union, Civic Consulting of the Consumer Policy Evaluation
Consortium (CPEC)", 2009, te vinden op: http://www.cc.cec/home/dgserv/sg/evaluation/pages/eims_en.htm [11] "Consumer redress in the European Union: consumers
experiences, perceptions and choices", 2009, http://ec.europa.eu/consumers/redress_cons/docs/cons_redress_EU_qual_study_report_en.pdf [12] http://www.europarl.europa.eu/meetdocs/2009_2014/documents/imco/dv/adr_study_/adr_study_en.pdf [13] "Public consultation on the use of alternative
dispute resolution (ADR) as a means to resolve disputes related to commercial
transactions and practices in the EU":
http://ec.europa.eu/consumers/redress_cons/Feedback_Statement_Final.pdf [14] http://www.european-consumer-summit.eu/workshops3_en.asp [15] 335 bedrijven uit alle lidstaten van de EU werden
geraadpleegd over hun ervaringen met betrekking tot en meningen over ADR: http://ec.europa.eu/yourvoice/ebtp/consultations/2010/adr/index_en.htm [16] Bij deze raadpleging gaven 927 kleine en middelgrote
ondernemingen antwoord op vragen met betrekking tot ADR. [17] PB C […] van […], blz. […]. [18] PB C […] van […], blz. […]. [19] Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de
Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's:
Akte voor de interne markt – Twaalf hefbomen voor het stimuleren van de groei
en het versterken van het vertrouwen, "Samen werk maken van een nieuwe
groei", COM (2011) 206 definitief, blz. 9 [20] Conclusies van de Europese Raad van 24-25 maart 2011, EUCO
10/11, blz. 4; zie ook Conclusies van de Europese Raad van 23 oktober 2011,
EUCO 52/11, blz. 1-2. [21] PB L 136 van 24.5.2008, blz. 3. [22] PB L 12 van 16.1.2001, blz. 32. [23] PB L 199 van 31.7.2007, blz. 40. [24] PB L 177 van 4.7.2008, blz. 6. [25] PB L […] van […], blz. […]. [26] PB L 136 van 2.6.2010,
blz. 1. [27] PB L 364 van 9.12.2004, blz. 1. [28] PB
L 110 van 1.5.2009, blz. 30. [29] PB L […] van […], blz. […].