EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52011PC0339
Proposal for a DECISION OF THE EUROPEAN PARLIAMENT AND OF THE COUNCIL on the mobilisation of the European Globalisation Adjustment Fund in accordance with point 28 of the Interinstitutional Agreement of 17 May 2006 between the European Parliament, the Council and the Commission on budgetary discipline and sound financial management (application EGF/2010/008 AT/AT&S from Austria)
Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2010/008 AT/AT&S, Oostenrijk)
Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2010/008 AT/AT&S, Oostenrijk)
/* COM/2011/0339 def. */
Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2010/008 AT/AT&S, Oostenrijk) /* COM/2011/0339 def. */
TOELICHTING Krachtens punt 28 van het Interinstitutioneel
Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie
betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer[1] mag uit het Europees Fonds voor aanpassing
aan de globalisering (EFG) door middel van een flexibiliteitsmechanisme een
jaarlijks maximumbedrag van 500 miljoen euro boven het maximum van de betrokken
rubrieken van het financieel kader beschikbaar worden gesteld. De regels die van toepassing zijn op de bijdragen
uit het EFG zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het
Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een
Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering[2] . Op 11 maart 2010 heeft Oostenrijk aanvraag
EGF/2010/008 AT/AT&S ingediend voor een financiële bijdrage van het EFG
naar aanleiding van gedwongen ontslagen bij AT&S in Oostenrijk. Na de aanvraag grondig te hebben onderzocht,
heeft de Commissie overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr.
1927/2006 geconcludeerd dat aan de voorwaarden voor een financiële bijdrage op
grond van deze verordening wordt voldaan. SAMENVATTING VAN DE AANVRAAG EN ANALYSE Belangrijkste gegevens: || EGF-referentienummer || EGF/2010/008 Lidstaat || Oostenrijk Artikel 2 || onder c) – uitzonderlijke omstandigheden Primaire onderneming || AT&S (Austria Technologie & Systemtechnik Aktiengesellschaft) Leveranciers en downstreamproducenten || 0 Referentieperiode || 1.9.2009 – 31.12.2009 Startdatum voor de individuele dienstverlening || 15.9.2009 Datum van de aanvraag || 11.3.2010 Ontslagen tijdens de referentieperiode || 167 Ontslagen voor en na de referentieperiode || 0 Totaal aantal voor steun in aanmerking komende ontslagen || 167 Ontslagen werknemers voor wie steun wordt aangevraagd || 74 Uitgaven voor individuele dienstverlening in euro's || 1 806 658 Uitgaven voor de implementatie van het EFG[3] in euro's || 72 000 % van de uitgaven voor de implementatie van het EFG || 3,8 Totaal budget in euro's || 1 878 658 EFG-bijdrage in euro's (65%) || 1 221 128 1.
De aanvraag werd op 11 maart 2010 bij de Commissie
ingediend; aan de aanvraag werd aanvullende informatie tot en met 22 februari
2011 toegevoegd. 2.
De aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor
steunverlening uit het EFG van artikel 2, onder c), van Verordening
(EG) nr. 1927/2006, en werd ingediend binnen de in artikel 5 van die
verordening genoemde termijn van tien weken. Verband tussen de ontslagen en de grote
structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ingevolge de
globalisering of de financiële en economische wereldcrisis 3.
Oostenrijk legt een verband tussen de ontslagen en
de grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ingevolge de
globalisering met als argument dat de productie van printplaten[4] in Europa een tijd lang dezelfde trend heeft
gevolgd als de Europese sector van de mobiele telefoons: de massaproductie werd
naar lagelonenlanden verplaatst, hoofdzakelijk naar Azië en meer specifiek naar
China. Een groot deel van de mobiele telefoons en hulpmiddelen wordt in Azië
geproduceerd, en ook bijna drievierde van de wereldproductie van printplaten
wordt daar vervaardigd (nabijheidsfactor). Oostenrijk voert voorts aan dat de
Commissie reeds diverse EFG-aanvragen voor de sector van de mobiele telefoons
heeft goedgekeurd en dus reeds heeft erkend dat een dergelijke verplaatsing van
de productiecapaciteit een structurele verandering in de wereldhandelspatronen
inhoudt. 4.
Oostenrijk verwijst naar een marktanalyse van de in
Duitsland gevestigde vereniging van de printplatensector (Verband der
Leiterplattenindustrie - VdL) van mei 2009 om aan te tonen dat de Europese
productie van printplaten in 2008 met 10,8% is gedaald in vergelijking met het
jaar daarvoor, terwijl de daling minder uitgesproken was in Zuidoost-Azië,
inclusief China, (- 5,4%) en wereldwijd (- 4,8%). Het aantal Europese
producenten van printplaten daalde van 333 in 2007 tot 307 in 2008. 5.
AT&S is een van de belangrijkste
printplatenfabrikanten en behoort tot de grootste producenten in Europa, met
verschillende productie-eenheden in Oostenrijk (Leoben/Stiermarken,
Fehring/Stiermarken, Klagenfurt/Karinthië), en in China (fabriek in Shanghai
sinds 2002), India (fabriek in Nanjangud sinds 1999) en Korea (fabriek in Ansan
sinds 2006). Na de daling van de vraag naar printplaten
(- 40% in het boekjaar 2008/2009 in vergelijking met het jaar daarvoor)
heeft AT&S in november 2008 besloten haar hele massaproductie van
printplaten van Leoben naar Shanghai te verplaatsen, waardoor de
productie-eenheid in Stiermarken sterk kromp en er meer dan een jaar lang veel ontslagen
vielen. Alleen kleine en middelgrote partijen printplaten voor de Europese
markt, die hoofdzakelijk voor de automobielsector en de industriesectoren in de
EU bestemd zijn, worden nog in Oostenrijk geproduceerd. Bewijsstukken
voor het aantal ontslagen en voldoening aan de criteria van
artikel 2, onder c) 6.
Oostenrijk heeft de aanvraag ingediend in het kader
van het criterium voor steunverlening van artikel 2, onder c), van Verordening
(EG) nr. 1927/2006. Deze bepaling staat de aanvragers toe af te wijken van de
voorschriften van artikel 2, onder a) en b), op kleine arbeidsmarkten of in
uitzonderlijke omstandigheden, wanneer de gedwongen ontslagen ernstige gevolgen
hebben voor de werkgelegenheid en de lokale economie. In dit geval moet de
aanvrager vermelden aan welke van de voornaamste subsidiabiliteitsvereisten
zijn aanvraag niet voldoet, en waarvan hij derhalve verzoekt te mogen afwijken. Oostenrijk heeft aangegeven dat het in de aanvraag
wenst af te wijken van artikel 2, onder a), waarin als criterium voor
steunverlening een drempel van ten minste 500 gedwongen ontslagen binnen
een periode van vier maanden geldt. 7.
In de aanvraag wordt melding gemaakt van 167
gedwongen ontslagen bij de AT&S-vestiging in Leoben tijdens de
referentieperiode van vier maanden (van 1 september 2009 tot en met 31 december
2009). Al deze ontslagen werden in overeenstemming met artikel 2, tweede
alinea, tweede streepje, van Verordening (EG) nr. 1927/2006 berekend. De opeenvolgende ontslaggolven in de vestiging in
Leoben worden in de aanvraag als volgt beschreven: 298 werknemers zijn midden
december 2008 ontslagen, 167 werknemers zijn tijdens de referentieperiode
van vier maanden van september tot en met december 2009 ontslagen, en 138
tijdelijke werknemers zijn vóór de afloop van hun arbeidsovereenkomst ontslagen
tussen november 2008 en augustus 2009. Samen zijn dat 603 ontslagen in 13 ½
maand. In 2006 waren reeds 200 banen verloren gegaan toen de vestiging van
AT&S in Fohndorf, op zo'n 50 km van Leoben, werd gesloten. AT&S
heeft de Oostenrijkse autoriteiten overeenkomstig de specifieke
kennisgevingstermijnen van het Oostenrijkse systeem van vroegtijdige
waarschuwing (Frühwarnsystem - §45a van de wet inzake de bevordering van de
arbeidsmarkt (Arbeitsmarkt-förderungsgesetz/AMFG)) op verschillende tijdstippen
van de respectieve plannen voor collectieve ontslagen in kennis gesteld. Door de kennisgevingsregels van de
Oostenrijkse wetgeving was een gecombineerde EFG-aanvraag voor alle werknemers
niet mogelijk. 8.
Volgens de Oostenrijkse autoriteiten verkeert
Leoben in een zeer problematische situatie. De werkloosheid in het district was
in augustus 2009 met 51,6% gestegen in vergelijking met het jaar daarvoor,
en het aantal vacatures is laag (1 746 geregistreerde werklozen tegenover
slechts 180 vacatures). Volgens Oostenrijk hebben de ontslagen bij AT&S
aanzienlijke gevolgen voor het district Leoben en de NUTS III-regio
eromheen (het oostelijke deel van Opper‑Stiermarken), aangezien de markt
de werknemers onvoldoende kansen op werk biedt. Veel werknemers zijn
laaggeschoold en zijn door de onderneming opgeleid. De NUTS III-regio
heeft voorts te kampen met een bovengemiddelde bevolkingsafname en een
bovengemiddelde vergrijzing. De aanvrager verwijst ook naar het feit dat de
langdurige werkloosheid in Stiermarken (niveau NUTS II) gewoonlijk hoger ligt
dan het nationale gemiddelde, en dat het bruto regionaal product van
Stiermarken onder het nationale gemiddelde blijft. 9.
Stiermarken werd ook getroffen door andere
massaontslagen waarvoor bij de Commissie EFG-aanvragen zijn ingediend: 744
ontslagen in een periode van negen maanden in de automobielsector
(EGF/2009/009, in 2009 goedgekeurd door de begrotingsautoriteit, PB L 347 van
24.12.2009) en 476 ontslagen in een periode van negen maanden in de sector
"metalen in primaire vorm" (aanvraag EGF/2010/007, waarvoor een
afzonderlijk voorstel van de Commissie wordt opgesteld). 10.
De diensten van de Commissie zijn van oordeel dat
de desbetreffende 167 ontslagen, samen met de ontslagen om dezelfde reden
vóór de referentieperiode van vier maanden, ernstige gevolgen hebben voor de
werkgelegenheid en de economie op lokaal en op NUTS III-niveau, en dat, in
combinatie met de bijzonderheid van de kennisgevingsregels voor massaontslagen
in Oostenrijk, aan het criterium van uitzonderlijke omstandigheden van artikel
2, onder c), van Verordening (EG) nr. 1927/2006 is voldaan. Het onvoorziene karakter van deze
ontslagen 11.
In de aanvraag stelt Oostenrijk dat ontslagen van
deze omvang niet te voorzien waren, ondanks het feit van de verplaatsing van de
massaproductie van printplaten naar Azië reeds sinds een paar jaar een trend
was. AT&S was oorspronkelijk van plan om specifieke high-techdelen van de
printplatenproductie in Oostenrijk te houden, maar dat plan is uiteindelijk
niet gerealiseerd ingevolge de slechtere financiële en economische situatie in
2008 en 2009, een hogere druk op de aankoopprijzen, een zwakke VS-dollar ten
opzichte van de euro en een stijging van de lonen in de Europese fabrieken. De bedrijven waar de ontslagen vallen,
en de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd 12.
In de aanvraag wordt melding gemaakt van 167
gedwongen ontslagen in één onderneming, AT&S (Austria Technologie &
Systemtechnik Aktiengesellschaft), tijdens de referentieperiode van vier
maanden. Voor 74 van deze werknemers (44,3%) wordt steun aangevraagd in de
"AT&S‑Unternehmensstiftung", een outplacementstichting van
het bedrijfstype, zoals gedefinieerd in de federale richtlijn AMF/18-2010[5]. Van de resterende werknemers die zich niet
bij de stichting hebben aangesloten, hebben er een aantal nieuw werk gevonden,
terwijl andere werknemers zich niet bij de stichting wensten aan te sluiten. 13.
Uitsplitsing van de werknemers voor wie steun wordt
aangevraagd: Categorie || Aantal || Percentage Mannen || 43 || 58,1 Vrouwen || 31 || 41,9 EU-burgers || 72 || 97,3 Niet-EU-burgers || 2 || 2,7 15-24 jaar || 2 || 2,7 25-54 jaar || 65 || 87,8 55-64 jaar || 7 || 9,5 Ouder dan 64 jaar || 0 || 0,0 14.
Geen van de werknemers voor wie steun wordt
aangevraagd heeft langdurige gezondheidsproblemen of een handicap. 15.
Uitsplitsing per beroepscategorie: Categorie || Aantal || Percentage Technici en lagere functies || 22 || 29,7 Administratieve medewerkers || 3 || 4,1 Bedieningspersoneel van machines en assembleurs || 49 || 66,2 16.
Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr.
1927/2006 heeft Oostenrijk bevestigd dat een beleid van gelijkheid van mannen
en vrouwen en non-discriminatie is toegepast en ook verder zal worden toegepast
in de verschillende stadia van de uitvoering van het EFG, en in het bijzonder
bij de toegang ertoe. Beschrijving van het betrokken gebied,
de autoriteiten ervan en andere belanghebbenden 17.
Op NUTS II-niveau zijn de ontslagen gevallen in de
deelstaat Stiermarken (Steiermark, AT22), een van de negen deelstaten van
Oostenrijk, en op NUTS III-niveau in het oostelijke deel van Opper‑Stiermarken
(Östliche Obersteiermark, AT 223) en meer specifiek in het district Leoben
en de belangrijkste stad van het district, de stad Leoben. Stiermarken is een
sterk geïndustrialiseerde regio[6], en
de economie is er grotendeels afhankelijk van een paar grote ondernemingen in
de elektronica- en de metaalsector, zoals AT&S en de Voestalpine-groep. 18.
De belangrijkste belanghebbenden zijn de
deelstaatregering van Stiermarken (Amt der
Steiermärkischen Landesregierung), de publieke
diensten voor arbeidsbemiddeling van Stiermarken en van het district Leoben
(Landes- und Bezirksgeschäftsstellen des Arbeitsmarktservice/AMS), de Kamer van
Koophandel en Industrie van Stiermarken (Wirtschaftskammer
Steiermark), de vakbond metaal-textiel-voeding (Gewerkschaft Metall-Textil-Nahrung), die wordt
overkoepeld door de Oostenrijkse federatie van vakbonden (Österreichische Gewerkschaftsbund /ÖGB) en Regionalmanagement
Obersteiermark Ost GmbH, een van Oostenrijks regionale managementagentschappen
die de ontwikkeling van een duurzaam regionaal beleid bevorderen. Verwachte gevolgen van de ontslagen voor
de plaatselijke, regionale of nationale werkgelegenheid 19.
Tot december 2008 was AT&S de grootste
werkgever in de regio. Oostenrijk voert aan dat de 167 ontslagen in vier
maanden, samen met de ontslagen bij de onderneming tijdens de maanden voor de
referentieperiode (opgenomen in punt 7), de plaatselijke en regionale
arbeidsmarkt onder zware druk zetten. Volgens de Oostenrijkse autoriteiten, die zich op
gegevens van Statistik Austria en van de publieke dienst voor
arbeidsbemiddeling van Leoben baseren, hebben de ontslagen bij AT&S
aanzienlijke gevolgen voor het district Leoben en de NUTS III-regio
eromheen, aangezien de markt de ontslagen werknemers, die vaak laaggeschoold
zijn en door de onderneming voor specifiek werk waren opgeleid, onvoldoende
kansen op werk biedt. In augustus 2009 was er in Leoben 51,6% meer werkloosheid
dan het jaar daarvoor (er waren 1 746 geregistreerde werklozen tegenover
slechts 180 vacatures). De werkloosheid steeg er sterker dan in Stiermarken (+
33,7%) en op nationaal niveau (+ 30%). De NUTS III-regio heeft voorts
te kampen met een bovengemiddelde bevolkingsafname en een bovengemiddelde
vergrijzing. De aanvrager verwijst ook naar het feit dat de langdurige
werkloosheid in Stiermarken (niveau NUTS II) gewoonlijk hoger ligt dan het
nationale gemiddelde, en dat het bruto regionaal product van Stiermarken onder
het nationale gemiddelde blijft (cijfer van 2006)[7]. Gecoördineerd pakket van individuele
dienstverlening waarvoor financiering wordt aangevraagd, gespecificeerde
kostenraming en complementariteit met door de structuurfondsen gefinancierde
acties 20.
De volgende soorten maatregelen worden voorgesteld;
samen vormen deze een gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening met
het oog op de re-integratie in het arbeidsproces van de 74 werknemers voor wie
steun wordt aangevraagd. Deze maatregelen zullen aan de werknemers worden
aangeboden via de "AT&S-Unternehmensstiftung", een
outplacementstichting voor een specifieke onderneming die in januari 2009 is
opgericht als onderdeel van het sociaal plan van de onderneming na
onderhandelingen tussen de sociale partners eind 2008. Team 4 Projektmanagement
GmbH zal de individuele dienstverlening verzorgen. 21.
De maatregelen voor de 74 werknemers voor wie steun
wordt aangevraagd en die bij de stichting zijn aangesloten, worden
gecontroleerd door een stichtingsraad waarin de publieke diensten voor
arbeidsbemiddeling ("AMS" - "Arbeitsmarktservice") van Stiermarken,
vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers, en de bondsstaat Stiermarken
zitting hebben. Deze laatste zorgt ook voor de coördinatie met ander regionaal
arbeidsmarktbeleid. Van elke door het EFG medegefinancierde maatregel wordt het
nut voor de arbeidsmarkt beoordeeld, en er wordt toegezien op de
overeenstemming ervan met de regels van de stichting
("Stiftungsordnung") en andere toepasselijke wetgeving. Er wordt op
toegezien hoe de individuele werknemers zich ontplooien, teneinde te garanderen
dat de plannen die in de initiële fasen van het programma zijn vastgesteld,
worden uitgevoerd. Overeenkomstig §18 van de wet inzake de
werkloosheidsverzekering (Arbeitslosenversicherungsgesetz - ALVG) moeten de
werknemers voltijds beschikbaar zijn. –
Informatie over en aansluiting bij de
outplacementstichting: algemene informatie voor alle
ontslagen werknemers, die hun aansluiting bij de outplacementstichting kunnen
aanvragen. 74 mensen kunnen van deze maatregel profiteren. –
Beroepsoriëntatie (drie modules): 73 mensen kunnen van deze maatregel profiteren. De looptijd bedraagt
normaal gezien zes weken, maar kan in specifieke gevallen tot een maximum van
twaalf weken worden verlengd. Deze maatregel bestaat uit drie modules: een
verplichte screening/profilering, het zoeken van een gepaste baan met zo
mogelijk de directe re-integratie in de vacante baan, en voor de andere
deelnemers de opstelling van een realistisch beroepstraject. De regelingen voor
het beroepstraject zijn vastgelegd in een overeenkomst die wordt ondertekend
door de werknemer, de outplacementstichting en de regionale AMS, en vormen de
basis voor de latere activiteiten van de deelnemer in de stichting. –
Actief zoeken naar werk:
deze maatregel is vooral bedoeld voor de deelnemers die na de beroepsoriëntatie
geen hogere kwalificatie wensen te verwerven. 18 werknemers kunnen van
deze maatregel profiteren. Het actief zoeken naar werk gebeurt in nauwe
samenwerking met de regionale AMS. De maatregel heeft normaal gezien een
looptijd van 14 weken, die in specifieke gevallen (bijvoorbeeld voor
deelnemers ouder dan 50 jaar of voor mensen met een beperkte arbeidscapaciteit)
tot 22 weken kan worden verlengd. Deze maatregel is ook beschikbaar voor
werknemers die aan opleidingsmaatregelen hebben deelgenomen. –
Individuele opleiding:
73 werknemers kunnen profiteren van deze maatregel, die alle opleidingen
kan omvatten die de publieke dienst voor arbeidsbemiddeling van Stiermarken in
zijn catalogus van maatregelen heeft goedgekeurd. Opleidingen die niet in de
catalogus zijn opgenomen, kunnen door de AMS op individuele basis worden
goedgekeurd indien zij in het beroepstraject van de werknemer passen. Onder
meer de volgende opleidingen worden aangeboden: langere studies die tot
kwalificaties van een gevorderd niveau leiden (hoger beroepsonderwijs,
universiteit, colleges), klassieke bijscholing op de gebieden waarop de
werknemer vroeger actief was (zoals een opleiding tot ploegbaas) en initiële
beroepsopleiding om de werknemer voor te bereiden op een omschakeling naar een
loopbaan in bijvoorbeeld de gezondheidssector. Voor een deel van de studies en
de beroepsopleiding is er geen medefinanciering uit het EFG nodig omdat deze
opleidingen gratis door het Oostenrijkse onderwijsstelsel worden verstrekt. In
gevallen waar een goedgekeurd opleidingsprogramma langer loopt dan de
EFG-implementatieperiode, zullen AT&S, de publieke dienst voor
arbeidsbemiddeling en de bondsstaat Stiermarken samen de extra financiering
verstrekken[8]. –
Opleidings- en sollicitatievergoeding[9]: alle 74
werknemers ontvangen deze vergoeding uitsluitend zolang zij deelnemen aan de
kwalificatie- en re‑integratiemaatregelen van de outplacementstichting.
Tijdens de eerste zes maanden ontvangt elke ontslagen werknemer 350 euro
per maand, daarna 70 euro per maand. Deze vergoeding mag samen met de
dagvergoeding niet meer bedragen dan de grondslag van de werkloosheidsuitkering
van een werknemer. Tijdens de periode waarin deze opleidingsvergoedingen worden
betaald, worden de werkloosheidsuitkeringen tijdelijk stopgezet. –
Dagvergoeding bij deelname aan maatregelen ten
behoeve van opleiding en het zoeken naar werk[10]: alle 74 werknemers ontvangen deze vergoeding uitsluitend zolang zij
deelnemen aan de kwalificatie- en re‑integratiemaatregelen van de
outplacementstichting. Dankzij deze vergoeding kan elke ontslagen werknemer
werkelijk voltijds aan de maatregelen deelnemen. De kosten per werknemer en per
maand bedragen 950 euro. Deze vergoeding mag samen met de opleidings- en
sollicitatievergoeding niet meer bedragen dan de grondslag van de werkloosheidsuitkering
van een werknemer. Tijdens de periode waarin deze dagvergoedingen worden
betaald, worden de werkloosheidsuitkeringen tijdelijk stopgezet. 22.
De in de aanvraag vermelde uitgaven voor de
implementatie van het EFG overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr.
1927/2006 dekken activiteiten op het vlak van voorbereiding, voorlichting en
publiciteit, alsook de controle en het beheer van de
AT&S-outplacementstichting. Alle bij de maatregelen betrokken partijen
verplichten zich ertoe de verstrekte EFG-steun te vermelden. De kosten van het
beheer van de stichting zullen worden berekend naar rato van het werkelijke
aantal deelnemers en zullen niet meer dan 271 euro per persoon
bedragen. 23.
De door de Oostenrijkse autoriteiten voorgestelde
individuele dienstverlening omvat actieve arbeidsmarktmaatregelen die op grond
van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 voor financiering in
aanmerking komen. De Oostenrijkse autoriteiten ramen de totale kosten van deze
dienstverlening op 1 806 658 euro en de uitgaven voor de
implementatie van het EFG op 72 000 euro (= 3,8% van het totale bedrag).
Van het EFG wordt in totaal een bijdrage van 1 221 128 euro (65% van
de totale kosten) gevraagd. Maatregelen || Geschat aantal werknemers voor wie steun wordt aangevraagd || Geraamde kosten per betrokken werknemer (in euro's) || Totale kosten (EFG en nationale medefinanciering) (in euro's ) Individuele dienstverlening (artikel 3, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1927/2006 ) Informatie over en aansluiting bij de outplacementstichting || 74 || 300 || 22 200 Beroepsoriëntatie – 3 modules ("Berufsorientierung – 3 Module") || 73 || 1 000 || 73 000 Permanente begeleiding & actief zoeken naar werk ("laufende Beratung und aktive Jobsuche") || 18 || 1 000 || 18 000 Individuele opleiding ("Individuelle Qualifizierung") || 73 || 3 718 || 271 414 Opleidings- en sollicitatievergoeding ("Zuschussleistung/Stipendium bei aktiver Beratung, Jobsuche oder Ausbildung") || 74 || 1 327,16 || 98 210 Dagvergoeding bij deelname aan maatregelen ten behoeve van opleiding en het zoeken naar werk ("Schulungsarbeitslosengeld") || 74 || 17 889,65 || 1 323 834 Subtotaal individuele dienstverlening || || 1 806 658 Uitgaven voor de implementatie van het EFG (artikel 3, derde alinea, van Verordening (EG) nr. 1927/2006) Voorbereiding || || 10 000 Beheer AT&S-outplacementstichting || || 20 000 Voorlichting en publiciteit || || 10 000 Controle || || 32 000 Subtotaal uitgaven voor de implementatie van het EFG || || 72 000 Totale geraamde kosten || || 1 878 658 EFG-bijdrage (65% van de totale kosten) || || 1 221 128 24.
Oostenrijk heeft bevestigd dat de hierboven
beschreven maatregelen complementair zijn met door de structuurfondsen
gefinancierde acties en dat dubbele financiering uitgesloten is. Het
Oostenrijkse operationele programma van het ESF in het kader van doelstelling 2
is op langdurige werkloosheid toegespitst, terwijl het EFG tot doel heeft
werknemers onmiddellijk na hun ontslag te helpen. Beide fondsen overlappen
elkaar dus niet. Datum/data waarop met individuele
dienstverlening aan de getroffen werknemers is begonnen of waarop gepland is
daarmee te beginnen 25.
Op 15 september 2009, de dag waarop de eerste
werknemers zich bij de outplacementstichting hebben aangesloten, heeft
Oostenrijk ten behoeve van de getroffen werknemers een begin gemaakt met de
individuele dienstverlening van het gecoördineerde pakket waarvoor een
financiële bijdrage van het EFG wordt aangevraagd. Deze datum geldt daarom als
het begin van de periode waarin uitgaven voor een eventuele ondersteuning uit
het EFG in aanmerking komen. Wijze waarop de sociale partners zijn
geraadpleegd 26.
De dialoog met de sociale partners over de wijze
waarop de gevolgen van de ontslagen voor de betrokken werknemers konden worden
gematigd, is aangevat toen de AT&S de Oostenrijkse autoriteiten
overeenkomstig het Oostenrijkse systeem van vroegtijdige waarschuwing
(Frühwarnsystem) van de geplande ontslagen in kennis heeft gesteld. Het
implementatieconcept voor de AT&S-outplacementstichting is ondertekend door
de Kamer van Koophandel en Industrie van Stiermarken en
door de vakbond metaal-textiel-voeding (op 5.2.2009 en 23.7.2009). 27.
Oostenrijk lichtte toe dat de Oostenrijkse
federatie van vakbonden een vrijwillige regeling is, die hoofdzakelijk van
informele aard is en niet bij wet is vastgesteld[11]. Ondernemingen zijn pas aan de
toepasselijke regels van de publieke dienst voor arbeidsbemiddeling (AMS)
gebonden wanneer zij aan specifieke werkgelegenheidsbeleidsmaatregelen willen
deelnemen. De ontslagen waarop deze aanvraag betrekking heeft, zijn gebaseerd
op ondernemingsovereenkomsten ("Betriebsvereinbarungen"), en niet op
collectieve overeenkomsten die voor de hele sector gelden. Informatie over acties die volgens de
nationale wet of collectieve overeenkomsten verplicht zijn 28.
In verband met de criteria van artikel 6 van
Verordening (EG) nr. 1927/2006 hebben de Oostenrijkse autoriteiten in hun
aanvraag en in de aanvullende informatie die zij hebben verstrekt: · bevestigd dat de financiële bijdrage van het EFG niet in de plaats komt
van maatregelen die krachtens de nationale wetgeving of collectieve
arbeidsovereenkomsten onder de verantwoordelijkheid van ondernemingen vallen; · aangetoond dat de maatregelen ten doel hebben steun te verlenen aan
individuele werknemers en niet worden gebruikt om ondernemingen of sectoren te
herstructureren; · bevestigd dat voor de hierboven vermelde subsidiabele maatregelen geen
steun uit andere EU-financieringsinstrumenten wordt ontvangen. Beheers- en controlesystemen 29.
Oostenrijk heeft de Commissie ervan in kennis
gesteld dat de nationale medefinanciering zal worden verstrekt door AT&S (47%),
de publieke diensten voor arbeidsbemiddeling van Stiermarken AMS (38,5%) en de
bondsstaat Stiermarken (14,5%). Indien de bijdrage uit het EFG wordt toegekend,
zullen de financiële bijdragen van de werknemers voor wie steun wordt
aangevraagd (2 500 euro per werknemer) als voorfinanciering worden
beschouwd en door de outplacementstichting aan de werknemers worden
terugbetaald. 30.
Oostenrijk heeft bevestigd dat de financiële
bijdrage zal worden beheerd door hetzelfde orgaan dat het ESF beheert: eenheid
VI/INT/9 van het federale ministerie van Arbeid, Sociale Zaken en
Consumentenbescherming (BMASK - Bundesministerium für Arbeit, Soziales und
Konsumentenschutz) zal optreden als beheersautoriteit en als betalingsdienst.
De financiële-controleautoriteit voor het EFG is niet dezelfde als die voor het
ESF: eenheid VI/S/5a van het BMASK zal deze functie voor het EFG waarnemen. Het
gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening wordt uitgevoerd door
"AT&S-Unternehmensstiftung"/"Team 4 Projektmanagement
GmbH" en het toezicht erop ligt bij de publieke dienst voor
arbeidsbemiddeling (AMS). Het BMASK wordt voorts bijgestaan door een aanbieder
van technische ondersteuning, die eveneens de controles op het eerste niveau
zal uitvoeren. Alle belangrijke regelingen en verplichtingen zijn in
schriftelijke overeenkomsten vastgelegd. Financiering 31.
Op grond van de aanvraag van Oostenrijk bedraagt de
voorgestelde bijdrage uit het EFG aan het gecoördineerd pakket van individuele
dienstverlening 1 221 128 euro (65% van de totale kosten). De
Commissie heeft haar voorstel voor een bijdrage uit het fonds gebaseerd op de
informatie van Oostenrijk. 32.
Gezien het beschikbare maximumbedrag aan bijdragen
uit het EFG ingevolge artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr.
1927/2006, alsook de mogelijkheden tot herschikking van de kredieten, stelt de
Commissie voor om uit het EFG het hierboven vermelde totale bedrag beschikbaar
te stellen, dat zal worden toegewezen onder rubriek 1a van het financiële
kader. 33.
Het voorgestelde bedrag van de financiële bijdrage
laat meer dan 25% van het jaarlijkse maximumbedrag van het EFG beschikbaar voor
toewijzingen tijdens de laatste vier maanden van het jaar, zoals voorgeschreven
bij artikel 12, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1927/2006. 34.
Met haar voorstel om middelen uit het EFG
beschikbaar te stellen, leidt de Commissie de vereenvoudigde trialoogprocedure
in, zoals voorgeschreven in punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17
mei 2006, om van de twee takken van de begrotingsautoriteit de instemming te verkrijgen
betreffende de noodzaak van het fonds gebruik te maken en betreffende het
vereiste bedrag. De Commissie verzoekt de eerste tak van de
begrotingsautoriteit die op het passende politieke niveau overeenstemming
bereikt over het ontwerpvoorstel voor een beschikbaarstelling uit het fonds, de
andere tak en de Commissie van zijn voornemens op de hoogte te brengen. Indien
één van de twee takken van de begrotingsautoriteit het niet met het voorstel
eens is, wordt een formele trialoogvergadering bijeengeroepen. 35.
De Commissie presenteert afzonderlijk een voorstel
tot overschrijving om in de begroting voor 2011 specifieke
vastleggingskredieten op te nemen, zoals voorgeschreven in punt 28 van het
Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006. Bron van betalingskredieten 36.
Na de goedkeuring door beide armen van de
begrotingsautoriteit van twee besluiten voor een totaal bedrag van 777 390
euro en rekening houdend met de vier dossiers die momenteel door de
begrotingsautoriteit worden besproken en in totaal een bedrag van 38 308 155
euro betreffen, blijft in EFG-begrotingsonderdeel 04.0501 nog een bedrag van 38 308 155
euro beschikbaar. Dat beschikbare
bedrag zal worden gebruikt ter dekking van het voor deze aanvraag benodigde
bedrag van 1 221 128 euro. Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE
RAAD betreffende de beschikbaarstelling van
middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering
overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006
tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de
begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2010/008
AT/AT&S, Oostenrijk) HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN
DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van
17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie
betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer[12], en met name punt 28, Gezien Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het
Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een
Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering[13], en met name artikel 12, lid 3, Gezien het voorstel van de Commissie[14], Overwegende hetgeen volgt: (1) Het Europees fonds voor
aanpassing aan de globalisering (EFG) is opgericht om extra steun te verlenen
aan werknemers die worden ontslagen als gevolg van door de globalisering
veroorzaakte grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen en om
hen te helpen bij hun terugkeer op de arbeidsmarkt. (2) Het EFG staat sinds 1 mei
2009 ook open voor aanvragen om steun voor werknemers die worden ontslagen als
gevolg van de wereldwijde financiële en economische crisis. (3) Krachtens het
Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 mag uit het EFG een jaarlijks
maximumbedrag van 500 miljoen euro beschikbaar worden gesteld. (4) Op 11 maart 2010 heeft
Oostenrijk een aanvraag ingediend om middelen uit het EFG beschikbaar te
stellen in verband met gedwongen ontslagen bij het bedrijf AT&S; aan de aanvraag
werd aanvullende informatie tot en met 22 februari 2011 toegevoegd. Deze
aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor een financiële bijdrage overeenkomstig
artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1927/2006. Bijgevolg stelt de
Commissie voor om een bedrag van 1 221 128 euro beschikbaar te
stellen. (5) Er moeten dan ook middelen
uit het EFG beschikbaar worden gesteld om een financiële bijdrage te leveren
voor de door Oostenrijk ingediende aanvraag, HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT
VASTGESTELD: Artikel 1 Ten laste van de algemene begroting van de
Europese Unie voor het begrotingsjaar 2011 wordt een bedrag van 1 221 128
euro aan vastleggings- en betalingskredieten beschikbaar gesteld uit het
Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG). Artikel 2 Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad
van de Europese Unie. Gedaan te [Brussel/Straatsburg], Voor het Europees Parlement Voor
de Raad De voorzitter De
voorzitter [1] PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1. [2] PB L 406 van 30.12.2006, blz. 1. [3] Overeenkomstig artikel 3, derde alinea, van Verordening
(EG) nr. 1927/2006. [4] Een printplaat (printed circuit board - PCB) is een
elektronische component die wordt gebruikt in tal van elektronische sectoren
zoals de elektronica- en de computerindustrie (mobiele telefoons, digitale
camera's enz.), medische hulpmiddelen en de automobielsector. [5] Oostenrijkse
outplacementstichtingen zijn een actief arbeidsmarktbeleidsinstrument in
Oostenrijk om de positie van werkzoekenden op de arbeidsmarkt te verbeteren.
Deze stichtingen hebben het ALVG (§18) en de uitvoeringsrichtlijnen van de
dienst voor arbeidsbemiddeling (AMS) als rechtsgrondslag. De jongste richtlijn
van de AMS: http://www.ams.at/_docs/001_ast_RILI.pdf. [6] De vier geïndustrialiseerde deelstaten van Oostenrijk
zijn Stiermarken, Neder-Oostenrijk, Opper‑Oostenrijk en Vorarlberg. [7] De Commissie heeft deze informatie ontvangen in verband met aanvraag EGF/2010/007 AT
Stiermarken-Neder-Oostenrijk. [8] Overeenkomstig §18 ALVG is de aansluiting van een
werknemer bij de stichting beperkt tot 156 weken (drie jaar), en kan deze
aansluiting in specifieke gevallen (voor 50+'ers of voor wie een langer
opleidingsprogramma volgt) tot 209 weken (vier jaar) worden verlengd. [9] Op grond van §18 ALVG. [10] Op grond van §18 ALVG. [11] Website van de ÖGB: http://www.sozialpartner.at/sozialpartner/Sozialpartnerschaft_mission_en.pdf [12] PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1. [13] PB L 406 van 30.12.2006, blz. 1. [14] PB C […] van […], blz.. […].