This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52011PC0295
Proposal for a REGULATION OF THE EUROPEAN PARLIAMENT AND OF THE COUNCIL on the issuance of euro coins
Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de uitgifte van euromunten
Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de uitgifte van euromunten
/* COM/2011/0295 def. - COD 2011/0131 */
VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de uitgifte van euromunten Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de uitgifte van euromunten /* COM/2011/0295 def. - COD 2011/0131 */
2011/0131 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN
DE RAAD betreffende de uitgifte van euromunten HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN
DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, en met name artikel 133, Gezien het
voorstel van de Europese Commissie, Gezien het
advies van de Europese Centrale Bank, Na toezending van het ontwerp van
wetgevingshandeling aan de nationale parlementen, Handelend
volgens de gewone wetgevingsprocedure,
Overwegende hetgeen volgt: (1)
De conclusies van de Raad van 23 november 1998 en
van 5 november 2002 betreffende euromunten voor verzamelaars, Aanbeveling
2009/23/EG van de Commissie van 19 december 2008 betreffende gemeenschappelijke
richtsnoeren voor de nationale zijde en de uitgifte van voor circulatie
bestemde euromuntstukken[1],
bevestigd door de conclusies van de Raad van 10 februari 2009, en Aanbeveling
2010/191/EU van de Commissie van 22 maart 2010 betreffende de draagwijdte en de
gevolgen van de hoedanigheid van wettig betaalmiddel van eurobankbiljetten en ‑munten[2] voorzien in aanbevolen praktijken
betreffende euromunten voor verzamelaars, de uitgifte van circulatiemunten in
euro, waaronder herdenkingsmunten in euro, en overleg alvorens geschikte
circulatiemunten in euro te vernietigen. (2)
Bij gebreke van bindende bepalingen voor de
uitgifte van euromunten kunnen verschillende praktijken tussen de lidstaten
ontstaan en is geen voldoende geïntegreerd kader voor de eenheidsmunt tot stand
gebracht. In het belang van de rechtstransparantie en rechtszekerheid is het
derhalve noodzakelijk bindende regels voor de uitgifte van euromunten in te
voeren. (3)
Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 974/98 van de
Raad van 3 mei 1998 over de invoering van de euro[3] hebben in euro of in cent luidende munten
die aan de door de Raad vastgestelde denominaties en technische specificaties
voldoen de hoedanigheid van wettig betaalmiddel in alle 'deelnemende
lidstaten', in de zin van die verordening. Hun denominaties en technische
specificaties zijn neergelegd in Verordening (EG) nr. 975/98 van de Raad
van 3 mei 1998 over de denominaties en technische specificaties van voor
circulatie bestemde euromuntstukken[4]. (4)
Naast gewone circulatiemunten in euro mogen de
lidstaten tevens voor circulatie bestemde euroherdenkingsmunten uitgeven om
bepaalde gebeurtenissen te vieren, behoudens per jaar en lidstaat van uitgifte
vastgestelde limieten voor het aantal uitgiften van dergelijke munten. Voor
herdenkingscirculatiemunten dienen bovendien bepaalde oplagebeperkingen te
worden vastgesteld om ervoor te zorgen dat dergelijke munten een klein
percentage van het totale aantal in omloop zijnde muntstukken van 2 euro
blijven vormen. Tegelijkertijd moeten deze oplagebeperkingen de uitgifte van
een voldoende hoeveelheid munten mogelijk maken opdat herdenkingsmunten
werkelijk in omloop kunnen komen. (5)
De lidstaten moeten tevens in staat zijn euromunten
voor verzamelaars uit te geven die niet voor circulatie bestemd zijn en die
gemakkelijk van circulatiemunten in euro te onderscheiden moeten zijn.
Euromunten voor verzamelaars moeten enkel in de lidstaat van uitgifte de
hoedanigheid van wettig betaalmiddel hebben en mogen niet worden uitgegeven om
in circulatie te worden gebracht. (6)
Om ervoor te zorgen dat euromunten voor verzamelaars
niet voor circulatiemunten in euro worden aangezien, moeten zij hiervan
duidelijk te onderscheiden zijn. Het is voorts passend dat de uitgiften van
euromunten voor verzamelaars met betrekking tot de door de Europese Centrale
Bank (ECB) goed te keuren omvang van de uitgifte in geaggregeerde vorm veeleer
dan voor elke afzonderlijke uitgifte in aanmerking worden genomen. (7)
Het is passend en in overeenstemming met de
gangbare praktijk in de deelnemende lidstaten dat circulatiemunten in euro, met
inbegrip van herdenkingscirculatiemunten, tegen de nominale waarde in omloop
worden gebracht, hoewel een klein deel tegen een hogere prijs mag worden
verkocht indien deze met een speciaal kenmerk zijn geproduceerd of in een
speciale verpakking worden gepresenteerd. (8)
Om te vermijden dat geschikte circulatiemunten in
euro door een lidstaat worden vernietigd terwijl in een andere lidstaat
behoefte kan zijn aan dergelijke munten, moeten de lidstaten met elkaar overleg
plegen alvorens dergelijke munten te vernietigen, HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING
VASTGESTELD: Artikel 1 Onderwerp Deze verordening stelt regels vast betreffende
de uitgifte van circulatiemunten in euro, met inbegrip van
herdenkingscirculatiemunten, betreffende de uitgifte van euromunten voor
verzamelaars, en betreffende overleg vóór de vernietiging van geschikte
circulatiemunten in euro. Artikel 2 Definities In deze verordening wordt verstaan onder: 1. "Circulatiemunten in euro": voor
circulatie bestemde euromunten, waarvan de denominaties en technische specificaties
zijn neergelegd in Verordening (EG) nr. 975/98 van de Raad van 3 mei 1998. 2. "Voor circulatie bestemde
euroherdenkingsmunten": circulatiemunten in euro die bestemd zijn om een
bepaalde gebeurtenis te herdenken als gespecificeerd in artikel 1 septies van
Verordening (EG) nr. 975/98 van de Raad. 3. "Euromunten voor verzamelaars":
euromunten die bestemd zijn om verzameld te worden, maar die niet bestemd zijn
om in circulatie te komen. Artikel 3 Soorten
euromunten De lidstaten mogen
twee soorten euromunten uitgeven: circulatiemunten in euro, waartoe voor
circulatie bestemde euroherdenkingsmunten behoren, en euromunten voor
verzamelaars. Artikel 4 Uitgifte
van circulatiemunten in euro 1. Circulatiemunten
in euro worden uitgegeven tegen de nominale waarde. 2. In afwijking van
lid 1 mag een kleiner percentage, niet groter dan 5% van de totale waarde en
het totale volume van de uitgegeven euromunten, boven de nominale waarde worden
uitgeven indien dit gerechtvaardigd is wegens een speciaal kenmerk of een speciale
verpakking. Artikel 5 Uitgifte
van voor circulatie bestemde euroherdenkingsmunten 1. Elke deelnemende lidstaat mag per jaar
slechts één voor circulatie bestemde euroherdenkingsmunt uitgeven, behalve in
gevallen waarin: a) alle deelnemende lidstaten gezamenlijk voor
circulatie bestemde euroherdenkingsmunten uitgeven; b) ter gelegenheid van het feit dat de functie
van staatshoofd tijdelijk vacant is of voorlopig wordt waargenomen een voor
circulatie bestemde euroherdenkingsmunt kan worden uitgegeven. 2. Het totale aantal per uitgifte in omloop
gebrachte voor circulatie bestemde herdenkingsmunten mag niet groter zijn dan
het grootste van de volgende twee maxima: a) 0,1% van het totale aantal muntstukken van
2 euro dat tot het begin van het jaar vóór het jaar van uitgifte van de
herdenkingsmunt door alle deelnemende lidstaten in omloop is gebracht; dit
maximum mag worden verhoogd tot 2,0% van het totale aantal door alle
deelnemende lidstaten in omloop gebrachte muntstukken van 2 euro indien een
breed erkende en zeer symbolische gebeurtenis wordt herdacht; in dat geval
geeft de lidstaat van uitgifte de volgende vier jaar geen andere
euroherdenkingsmunten met gebruikmaking van het verhoogde maximum uit en geeft
hij de redenen voor de keuze van het verhoogde maximum; b) 5,0% van het totale aantal muntstukken van
2 euro dat tot het begin van het jaar vóór het jaar van uitgifte van de
herdenkingsmunt door de betrokken lidstaat van uitgifte in omloop is gebracht. 3. De uitgifte van voor circulatie bestemde
euroherdenkingsmunten die gezamenlijk door alle deelnemende lidstaten
plaatsvindt, wordt door de Eurogroep goedgekeurd. Artikel 6 Uitgifte
van euromunten voor verzamelaars 1. Euromunten voor
verzamelaars hebben enkel in de lidstaat van uitgifte de hoedanigheid van
wettig betaalmiddel. De identiteit van de
lidstaat van uitgifte dient op de munt duidelijk en gemakkelijk herkenbaar
zijn. 2. Om gemakkelijk van
eurocirculatiemunten te kunnen worden onderscheiden, dienen euromunten voor
verzamelaars aan alle volgende criteria te voldoen: a) hun nominale
waarde moet verschillen van de nominale waarde van eurocirculatiemunten; b) er mogen geen
afbeeldingen worden gebruikt die op de gemeenschappelijke zijde van
eurocirculatiemunten of op een nationale zijde van eurocirculatiemunten lijken;
c) hun kleur,
diameter en gewicht dienen wat ten minste twee van die drie kenmerken betreft
aanmerkelijk van eurocirculatiemunten te verschillen; het verschil wordt als
aanmerkelijk beschouwd indien de waarden met inbegrip van de toleranties de
tolerantiemarges voor de eurocirculatiemunten overschrijden; d) zij mogen niet
getand zijn of de "Spanish flower"-vorm hebben. 3. Euromunten voor
verzamelaars mogen tegen of boven de nominale waarde worden uitgegeven. 4. De uitgiften van
euromunten voor verzamelaars dienen met betrekking tot de door de ECB goed te
keuren omvang van de uitgifte op geaggregeerde basis in aanmerking te worden
genomen. 5.
De lidstaten dienen alle passende maatregelen te nemen om te voorkomen dat
euromunten voor verzamelaars onder meer middels een speciale verpakking, een
echtheidscertificaat, een voorafgaande aankondiging door de uitgevende
autoriteit of uitgifte boven de nominale waarde als betaalmiddel worden
gebruikt. Artikel 7 Overleg vóór de vernietiging van eurocirculatiemunten Vóór de vernietiging van eurocirculatiemunten
die geen voor circulatie ongeschikte euromunten zijn in de zin van artikel 2,
onder b), van Verordening (EU) nr. 1210/2010[5]
voeren de lidstaten overleg met elkaar via het bevoegde subcomité van het
Economisch en Financieel Comité en stellen zij de directeuren van de Munten van
de deelnemende lidstaten in kennis overeenkomstig Verordening (EG) nr. 974/98[6]. Artikel 8 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op de
twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de
Europese Unie. Deze verordening is verbindend in al
haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, Voor het Europees Parlement Voor
de Raad De voorzitter De
voorzitter [1] PB L 9 van 14.1.2009, blz. 52. [2] PB L 83 van 30.3.2010, blz. 70. [3] PB L 139 van 11.5.1998, blz. 1. [4] PB L 139 van 11.5.1998, blz. 6. [5] PB L 339 van 22.12.2010, blz. 1. [6] PB L 139 van 11.5.1998, blz. 1.