EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52011PC0267

BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de goedkeuring door de Europese Unie van de gewijzigde statuten en het gewijzigde reglement van orde van de Internationale Studiegroep voor Rubber Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de goedkeuring door de Europese Unie van de gewijzigde statuten en het gewijzigde reglement van orde van de Internationale Studiegroep voor Rubber

/* COM/2011/0267 def. - NLE 2011/0116 */

52011PC0267

BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de goedkeuring door de Europese Unie van de gewijzigde statuten en het gewijzigde reglement van orde van de Internationale Studiegroep voor Rubber Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de goedkeuring door de Europese Unie van de gewijzigde statuten en het gewijzigde reglement van orde van de Internationale Studiegroep voor Rubber /* COM/2011/0267 def. - NLE 2011/0116 */


TOELICHTING

De Europese Unie is uit hoofde van Besluit 2002/651/EG van de Raad van 22 juli 2002 betreffende de deelname van de Gemeenschap aan de Internationale Studiegroep voor Rubber lid van deze studiegroep geworden.

Nadat het Verenigd Koninkrijk zich uit de Internationale Studiegroep voor Rubber (IRSG) had teruggetrokken, hebben de delegatiehoofden van de IRSG op 1 juli 2008 besloten de zetel van de IRSG naar Singapore te verplaatsen. Daarom moesten de desbetreffende bepalingen in de statuten van de IRSG worden aangepast.

Op de vergadering van het uitvoerend comité van 12–13 februari 2008 en de vergadering van de delegatiehoofden van 5–6 maart 2008 is besloten tot een ingrijpender herziening van de statuten en het reglement van orde van de IRSG om onder meer een definitie van "leden" of "landen" op te nemen waarin de bijzondere juridische positie van de Europese Unie in aanmerking wordt genomen.

De Raad heeft de Commissie gemachtigd onderhandelingen over de herziening van de statuten van de Internationale Studiegroep voor Rubber te openen[1]. Daarbij zijn ook onderhandelingsrichtsnoeren vastgelegd. Bij de onderhandelingen over de wijziging van de statuten en het reglement van orde heeft de Commissie deze richtsnoeren zorgvuldig gevolgd en de uitkomsten van de onderhandelingen voldoen aan het onderhandelingsmandaat van de Commissie.

De samenstelling van de IRSG is verschillende keren gewijzigd, waarbij meestal zittende leden zich hebben terugtrokken of hebben aangekondigd dit te zullen doen. Daardoor moeten de overgebleven leden een grotere bijdrage aan de begroting leveren. Conform haar onderhandelingsmandaat heeft de Commissie in de onderhandelingen getracht de verhouding tussen de basisbijdrage en de variabele bijdrage te wijzigen ten gunste van het variabele deel, zodat de bijdrage van ontwikkelingslanden met een geringe productie lager wordt. Uiteindelijk wilden de overige leden van de IRSG slechts instemmen met beperkte wijzigingen.

Op de buitengewone vergadering van de delegatiehoofden van 18–19 november 2010 is overeenstemming bereikt over een definitief ontwerp voor een wijziging van de statuten van de IRSG en een nieuw reglement van orde, die formeel zijn goedgekeurd op de vergadering van de delegatiehoofden op DD MMMM 2011[2] De Raad heeft bij Besluit 2011/XXX[3] besloten tot ondertekening door de Europese Unie van de gewijzigde statuten en het reglement van orde van de IRSG.

Daarom dient de Raad overeenkomstig artikel 218, lid 6, een besluit te nemen tot sluiting van de overeenkomst.

2011/0116 (NLE)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende de goedkeuring door de Europese Unie van de gewijzigde statuten en het gewijzigde reglement van orde van de Internationale Studiegroep voor Rubber

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, leden 3 en 4, in samenhang met artikel 218, lid 6, onder a), punt v),

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Gezien de goedkeuring van het Europees Parlement,

Overwegende hetgeen volgt:

1. Na verscheidene onderhandelingsrondes hebben de delegatiehoofden van de Internationale Studiegroep voor Rubber (IRSG) op 18–19 november 2010 overeenstemming bereikt over de tekst van de wijzigingen van de statuten en het reglement van orde van de IRSG.

2. De Europese Unie is partij bij de IRSG.

3. De EU-lidstaten die momenteel IRSG-lid zijn, hebben formeel kennisgeving van terugtrekking gedaan en zullen zich met ingang van 1 juli 2011 uit de IRSG terugtrekken.

4. De gewijzigde statuten en het gewijzigde reglement van orde moeten worden goedgekeurd om de nieuwe zetel van de IRSG te bevestigen en expliciete bepalingen over de positie van de EU in de IRSG op te nemen, alsook om de organisatorische structuur, de bijdragen aan de begroting en besluitvormingsprocedures aan te passen.

5. De Raad heeft bij besluit 2011/ XXX besloten dat de Europese Unie de gewijzigde statuten en het reglement van orde van de IRSG zou ondertekenen tijdens de vergadering van de delegatiehoofden door voor de twee teksten te stemmen, als dit schriftelijk wordt bevestigd na de goedkeuring ervan.

6. De gewijzigde statuten en het reglement van orde dienen te worden goedgekeurd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Hierbij worden de gewijzigde statuten en het reglement van orde van de Internationale Studiegroep voor Rubber namens de Europese Unie aanvaard.

De gewijzigde statuten en het reglement van orde zijn als bijlage bij dit besluit gevoegd.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon aan te wijzen die bevoegd is om schriftelijk aan de secretaris-generaal van de Internationale Studiegroep voor Rubber de instemming van de Unie te bevestigen om te worden gebonden door de gewijzigde statuten en het reglement van orde, en overeenkomstig artikel XVI, lid 2, van de gewijzigde statuten de bij dit besluit gevoegde bevoegdheidsverklaring neder te leggen.

Artikel 3

Bij de vergaderingen van de delegatiehoofden van de Internationale Studiegroep voor Rubber wordt de Unie vertegenwoordigd door vertegenwoordigers van de Commissie, zoals bepaald in artikel IX van de gewijzigde statuten.

De lidstaten mogen als deel van de delegatie van de Europese Unie deelnemen aan de vergaderingen van de delegatiehoofden.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld. Het wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De voorzitter

BIJLAGE

Statuten van de Internationale Studiegroep voor Rubber

Woord vooraf

De Internationale Studiegroep voor Rubber (hierna "de Groep" genoemd) is opgericht in 1944 met de status van erkende internationale organisatie in het Verenigd Koninkrijk. De Groep is sinds 1 juli 2008 als erkende internationale organisatie gevestigd in Singapore.

I Doelstellingen

1. De Groep biedt een forum voor de bespreking van kwesties met betrekking tot de productie en het verbruik van natuurlijk en synthetisch rubber en de handel in deze producten. De Groep streeft ernaar, uitvoerige statistische informatie over de mondiale rubberindustrie te verzamelen en te verspreiden en daardoor de transparantie van de rubbermarkten en de markttrends te vergroten.

2. De Groep kan samenwerken met andere internationale organisaties die relevant zijn om haar doelstellingen te bereiken.

II Taken

1. De Groep komt regelmatig bijeen, op plaatsen en tijdstippen die alle leden schikken, om de statistieken en gemeenschappelijke kwesties van de rubberindustrie te bespreken.

2. Als dit nodig wordt geacht, verricht de Groep zelf toetsingen en studies over de positie van rubber op de wereldmarkt of geeft zij die in opdracht, vooral het oog op uitvoerige informatie over vraag en aanbod en de verwachte ontwikkeling ervan.

III Definities

1. "Groep" : de Internationale Studiegroep voor Rubber (IRSG).

2. "Delegatiehoofden" : de hoogste autoriteit van de groep, bestaande uit de vertegenwoordigers van de leden.

3. "Gastland" : het lid waarmee de Groep een zetelovereenkomst heeft gesloten.

4. Elke vermelding in deze Statuten van een "lid" of "land" omvat tevens de Europese Unie en de intergouvernementele organisatie die exclusieve bevoegdheid heeft over aangelegenheden die onder deze statuten vallen en verantwoordelijkheid heeft ten aanzien van de onderhandelingen over en de sluiting en de tenuitvoerlegging van internationale overeenkomsten, met name overeenkomsten voor basisproducten.

5. "World Rubber Summit" : een openbare bijeenkomst voor de industrie en regeringen, georganiseerd door de Groep.

6. "Producent van natuurlijk rubber" : ieder lid waarvan de productie van natuurlijk rubber het verbruik ervan overschrijdt.

7. "Rubberverbruiker": elk ander lid dan een producent van natuurlijk rubber.

8. "Natuurlijk rubber" : het product op basis van latex van de Hevea brasiliensis -boom.

9. "Synthetisch rubber": thermogeharde elastomeren, gebaseerd op het polymerisatieproces; dit is de chemische assemblage van monomeren om een polymeer te vormen.

10. "Rubber": natuurlijk rubber of synthetisch rubber, met uitsluiting van geregenereerde vormen van rubber.

11. "Gewone meerderheid" : een meerderheid van stemmen.

IV Zetel

De zetel van de Groep is gevestigd op het grondgebied van een lid, waar de Groep ook een secretariaat heeft om haar werkzaamheden te verrichten.

V Lidmaatschap

1. Het lidmaatschap van de Groep staat open voor landen die een belang hebben bij de productie of het verbruik van natuurlijk en synthetisch rubber of bij de handel in deze producten.

2. De Groep kent twee categorieën leden, te weten de producenten van natuurlijk rubber en de rubberverbruikers.

VI Plichten van de leden

1. De leden stellen alles in het werk om het secretariaat te voorzien van accurate statistieken over de productie en het verbruik van en de handel in rubber op hun grondgebied, alsook alle andere informatie die relevant is voor het opstellen van schattingen en prognoses.

2. Wanneer een lidstaat twee opeenvolgende jaren geen accurate statistieken en niet de vereiste informatie heeft verschaft en daarvoor geen bevredigende verklaring heeft, nemen de delegatiehoofden de maatregelen die zij passend achten.

VII Stemrecht en stemprocedure

1. De leden hebben samen 100 stemmen.

2. De stemmen worden over de leden verdeeld overeenkomstig hun respectievelijke jaarlijkse aandeel in de bijdragen.

3. Wanneer het lidmaatschap verandert of wanneer het stemrecht van een lid is geschorst of hersteld op grond van ongeacht welke bepaling, worden de stemmen voorafgaand aan de volgende stemming opnieuw berekend en verdeeld onder de leden.

4. Ieder lid mag het aantal stemmen uitbrengen waarover het beschikt, maar mag zijn stemmen niet splitsen.

5. Door middel van een brief aan de voorzitter van de delegatiehoofden, het Statistisch en Economisch Comité of andere comités kan iedere producent van natuurlijk rubber iedere andere producent van natuurlijk rubber, en kan iedere rubberverbruiker iedere andere rubberverbruiker machtigen om op een vergadering zijn belangen te behartigen en zijn stemmen uit te brengen.

6. Bij elke vergadering van de Groep is het quorum bereikt als de gewone meerderheid van de leden aanwezig is, waaronder minstens twee producenten van natuurlijk rubber en twee rubberverbruikers.

7. Stemprocedures

7.1. Indien mogelijk worden de beslissingen tijdens vergaderingen bij consensus genomen, zonder tegenstemmen, formele bezwaren of voorbehoud. De voorzitters van de vergaderingen streven bij elke beslissing naar een consensus. Als er toch een voorbehoud wordt gemaakt, moet voldoende tijd worden uitgetrokken om een compromis uit te werken waarover alsnog een consensus kan worden bereikt.

7.2. Als de voorzitter van mening is dat consensus over een bepaalde kwestie onmogelijk is, wordt erover gestemd.

7.3. In normale omstandigheden wordt de stemming op een dusdanige wijze gehouden dat de grootst mogelijke transparantie van het besluitvormingsproces is gewaarborgd. De voorzitter beslist of de stemming bij handopsteking of bij naamafroeping plaatsvindt. In buitengewone omstandigheden kan de voorzitter beslissen om onder de betrokken leden een geheime stemming of een stemming per brief te houden. Op verzoek van een of meer leden beslist de voorzitter tot een geheime stemming.

7.4. Als een beslissing bij stemming wordt genomen, volstaat in normale omstandigheden, met uitzondering van het bepaalde onder de punten 7.5 en 7.6, een gewone meerderheid van de aanwezige en stemmende leden. Bovendien is de stem vereist van minstens twee producenten van natuurlijk rubber en van twee rubberverbruikers. Bij onthouding wordt een lid geacht zijn stemmen niet te hebben uitgebracht.

Indien een lid gebruik maakt van de bepalingen van lid 5 van dit artikel en zijn stemmen in een vergadering worden uitgebracht, wordt dit lid voor de toepassing van de punten 7.4, 7.5 en 7.6 van dit artikel geacht aanwezig te zijn en te stemmen.

7.5. Voor beslissingen door stemming over:

a. de selectie van de secretaris-generaal;

b. goedkeuring van de begroting; alsmede

c. schorsing van rechten van een lid zoals bedoeld in artikel XIV, lid 4,

is een eenvoudige meerderheid nodig binnen de groep van producenten van natuurlijk rubber en binnen de groep van de rubberverbruikers die aanwezig zijn en stemmen; bovendien moeten deze stemmen samen ten minste een tweederde meerderheid uitmaken van degenen die aanwezig zijn en stemmen.

7.6. Beslissingen over

a. de herziening of beëindiging van de zetelovereenkomst;

b. wijziging en beëindiging van de statuten;

c. de vestigingsplaats van de zetel, alsmede

d. goedkeuring van het ontwerp van de geverifieerde rekeningen

worden uitsluitend bij consensus genomen.

VIII World Rubber Summit

De Groep komt jaarlijks bijeen op het grondgebied van een lid. Wanneer de World Rubber Summit echter wordt georganiseerd op het grondgebied van een niet-lid, mogen de vergaderingen van de Groep ook daar plaatsvinden. Als er geen uitnodiging wordt ontvangen en aanvaard, wordt de World Rubber Summit in het gastland gehouden. Niet-leden, adviseurs van de industrie en andere deskundigen en waarnemers kunnen worden uitgenodigd om deel te nemen aan de World Rubber Summit.

IX Delegatiehoofden

1. Elk lid van de Groep stelt een vertegenwoordiger aan, die tijdens elke vergadering van de delegatiehoofden mag worden bijgestaan door adviseurs.

2. De voorzitter en de vicevoorzitter worden door de delegatiehoofden verkozen voor een termijn van twee begrotingsjaren van de Groep en zijn herverkiesbaar voor één termijn.

3. De delegatiehoofden vergaderen op de zetel of elders indien zij daartoe besluiten.

4. De delegatiehoofden vergaderen minstens een maal in de eerste helft van elk kalenderjaar en telkens wanneer de delegatiehoofden dit nodig achten.

5. Als de vertegenwoordiger van een lid niet aan een vergadering van de Groep kan deelnemen, kan het desbetreffende lid een plaatsvervanger aanwijzen. Deze plaatsvervanger krijgt alle voorrechten van een vertegenwoordiger, waaronder stemrecht.

6. De delegatiehoofden kunnen comités of adviesgroepen oprichten telkens wanneer dit nodig wordt geacht, en het lidmaatschap en de taken ervan vaststellen.

7. De delegatiehoofden benoemen onafhankelijke accountants voor het verifiëren van de rekeningen van de Groep.

8. De delegatiehoofden geven toelating voor de uitvoering en publicatie van studies over de positie van rubber op de wereldmarkt en over andere onderwerpen die nuttig worden geacht.

9. De delegatiehoofden stellen het reglement van orde van de Groep vast.

X Het secretariaat en de secretaris-generaal

1. Het secretariaat is ingericht voor het goede verloop van de werkzaamheden van de Groep.

2. De secretaris-generaal staat aan het hoofd van het secretariaat en legt verantwoording af aan de delegatiehoofden over de werkzaamheden van het secretariaat.

3. De secretaris-generaal wordt benoemd door de delegatiehoofden voor een termijn van vier jaar, hernieuwbaar voor een tweede termijn van maximaal vier jaar. De voorschriften voor de selectie worden vastgesteld door de delegatiehoofden.

4. De delegatiehoofden stellen de verantwoordelijkheden van de secretaris-generaal vast.

5. De taken van het secretariaat zijn:

a. de best mogelijke informatie over statistieken en ruimere economische kwesties met betrekking tot rubber verstrekken;

b. het werkprogramma voorbereiden en uitvoeren;

c. tussen de vergaderingen een contactfunctie tussen de leden voor kwesties met betrekking tot rubber vervullen;

d. de nodige voorbereidingen voor de vergaderingen treffen; alsmede

e. contacten onderhouden met andere internationale organisaties en de bedrijfstak waarvan de werkzaamheden van belang zijn voor de Groep.

XI Het Statistisch en Economisch Comité

1. Het Statistisch en Economisch Comité bestaat uit alle leden die er deel van wensen uit te maken.

2. Het Comité kan een beroep doen op de deskundigheid van het Adviesorgaan voor de industrie.

3. De leden van het comité kiezen de voorzitter en de vicevoorzitter uit hun midden of uit het Adviesorgaan voor de industrie. De voorzitter en de vicevoorzitter zijn in functie voor een termijn van twee begrotingsjaren en zijn herverkiesbaar voor één termijn.

4. Het comité vergadert een keer per kalenderjaar en telkens wanneer het comité dit nodig acht.

5. De taken van het comité zijn:

a. de door de secretariaat ingediende statistische gegevens over vraag en aanbod van rubber analyseren en beoordelen;

b. het werkprogramma van het secretariaat goedkeuren, volgen en beoordelen, rekening houdend met alle standpunten en aanbevelingen van het Adviesorgaan voor de industrie; alsmede

c. aanbevelingen doen aan de delegatiehoofden over de opstelling, de uitwerking en de publicatie van in het kader van het werkprogramma voorbereide documenten, en het verslag daarover ter goedkeuring indienen bij de delegatiehoofden.

XII Adviesorgaan voor de industrie

1. De delegatiehoofden richten een Adviesorgaan voor de industrie op dat met alle actoren uit de rubbersector – zoals de industrie, de handel, de academische wereld en de onderzoek- en ontwikkelingssector – communiceert. De delegatiehoofden voeren een transparante selectieprocedure voor de leden van het Adviesorgaan voor de industrie in.

2. Het Adviesorgaan voor de industrie kiest zijn eigen voorzitter en vicevoorzitter. De voorzitter en de vicevoorzitter zijn in functie voor een termijn van twee begrotingsjaren en zijn herverkiesbaar voor één termijn.

3. De taken van het Adviesorgaan voor de industrie zijn:

a. door middel van standpunten en aanbevelingen bijdragen aan de vaststelling van het werkprogramma van het secretariaat;

b. het Statistisch en Economisch Comité bijstaan bij het volgen en beoordelen van het werkprogramma van het secretariaat;

c. het Statistisch en Economisch Comité bijstaan bij het beoordelen van projectvoorstellen die door andere instellingen worden gefinancierd; alsmede

d. de noodzakelijk geachte verslagen opstellen en aanbevelingen aan de delegatiehoofden doen.

4. Het Adviesorgaan voor de industrie vergadert minstens een keer per kalenderjaar en telkens wanneer het Adviesorgaan voor de industrie dit nodig acht. De leden hebben de status van waarnemer bij vergaderingen van het Adviesorgaan voor de industrie wanneer dat gewenst is.

5. Het Adviesorgaan voor de industrie, vertegenwoordigd door zijn voorzitter of vicevoorzitter, woont alle vergaderingen van de delegatiehoofden bij wanneer dat gewenst is.

XIII Status

1. De Groep heeft rechtspersoonlijkheid. Zij heeft met name de bevoegdheid contracten te sluiten, roerende en onroerende zaken te verwerven en te vervreemden en in rechte op te treden overeenkomstig de zetelovereenkomst tussen het gastland en de Groep.

2. Voor de status, de voorrechten en de immuniteiten van de Groep, haar secretaris-generaal, haar personeel en haar deskundigen, alsmede van de vertegenwoordigers van de leden wanneer zij zich op het grondgebied van het gastland bevinden voor het uitoefenen van hun functies, geldt de zetelovereenkomst tussen het gastland en de Groep.

XIV Begroting en financiële voorschriften

1. De leden betalen een onderling overeengekomen bijdrage voor de uitvoering van de activiteiten van de Groep. Alle door de leden verschuldigde bedragen worden betaald in de valuta van het gastland.

2. 60% van de goedgekeurde jaarbegroting wordt gedekt door de basisbijdragen van de leden, die voor elke lid evenveel bedragen. De overige 40% van de goedgekeurde begroting wordt betaald door de leden naar rato van het gemiddelde van hun productie of verbruik (de grootste waarde is van toepassing) van rubber tijdens de drie kalenderjaren die aan het desbetreffende begrotingsjaar voorafgingen. Bij gebrek aan de nodige statistieken berekent de secretaris-generaal de bijdrage op basis van de beste beschikbare informatie en verzoekt hij de betrokken leden om met deze berekening in te stemmen.

3. Nieuwe leden die in de loop van een begrotingsjaar tot de Groep toetreden, betalen hun bijdrage pro rata (per maand) voor de rest van het jaar. De bijdragen van nieuwe leden hebben geen weerslag op de bijdragen van de zittende leden in het desbetreffende begrotingsjaar, maar worden in aanmerking genomen bij de vaststelling van de bijdragen in het volgende jaar.

4. Wanneer een lid twee jaar geen bijdragen heeft betaald, worden zijn rechten geschorst totdat de achterstallige bijdragen van alle voorgaande jaren en de bijdrage van het lopende jaar zijn betaald, tenzij de Groep er anders over beslist.

XV Wijzigingen

1. De delegatiehoofden kunnen, door consensus overeenkomstig artikel VII, punt 7.6, wijzigingen in deze statuten aanbrengen. Het secretariaat stelt de leden van de wijzigingen in kennis.

2. De delegatiehoofden stellen de datum en de procedures voor de toepassing van de wijzigingen vast.

XVI Toetreding tot, terugtrekking uit en uitsluiting uit de Groep

1. Toetreding tot de Groep gebeurt door kennisgeving aan de secretaris-generaal.

2. Na de toetreding leggen de Europese Unie en andere in artikel III, lid 4, bedoelde intergouvernementele organisaties bij het secretariaat een door de bevoegde autoriteit van de betrokken organisatie afgelegde verklaring neder waarin de aard en de omvang van haar bevoegdheden met betrekking tot de onder deze statuten vallende aangelegenheden worden gespecificeerd, en stellen zij het secretariaat in kennis van eventuele latere substantiële wijzigingen van die bevoegdheden. Indien de Europese Unie of een intergouvernementele organisatie verklaart een exclusieve bevoegdheid te hebben over alle aangelegenheden die onder deze statuten vallen, komen de lidstaten van deze organisaties niet voor het lidmaatschap van de Groep in aanmerking en trekken de lidstaten die lid zijn, zich terug uit de Groep.

3. Een lid dat zich wil terugtrekken, stelt de secretaris-generaal hiervan vóór 1 november schriftelijk in kennis; de terugtrekking is van kracht met ingang van 30 juni van het volgende kalenderjaar. Als de kennisgeving na 1 november wordt ingediend, is het land zijn lidmaatschapsbijdrage voor het volgende begrotingsjaar verschuldigd.

4. Indien de delegatiehoofden besluiten dat een lid niet aan zijn in deze statuten vastgestelde verplichtingen voldoet, kunnen zij dat lid met een bij consensus genomen beslissing uitsluiten uit de Groep. Het lid dat niet aan zijn verplichtingen voldoet, kan hierbij geen stem uitbrengen.

5. De financiële verplichtingen die een lid vóór zijn terugtrekking of uitsluiting op grond van deze statuten jegens de Groep heeft opgebouwd, gaan niet teniet door terugtrekking of uitsluiting.

6. Een lid dat zich heeft teruggetrokken of is uitgesloten uit de Groep, heeft geen recht op een aandeel van de opbrengsten van liquidatie of de andere activa van de Groep, en kan evenmin worden verplicht tot betaling van een deel van het tekort, zo hier sprake van is, van de Groep bij beëindiging van deze statuten.

XVII Beëindiging

1. Deze statuten blijven van kracht, tenzij de delegatiehoofden bij consensus besluiten ze te beëindigen.

2. Niettegenstaande de beëindiging van deze statuten, blijven de delegatiehoofden nog ten hoogste 18 maanden in functie voor het uitvoeren van de liquidatie van de Groep, met inbegrip van de vereffening van de rekeningen, en hebben zij – met inachtneming van de desbetreffende bij consensus overeenkomstig artikel VII, punt 7.6, te nemen besluiten – gedurende dat tijdvak de bevoegdheden en taken die daartoe nodig mochten zijn.

Reglement van orde van de Internationale Studiegroep voor Rubber

Woord vooraf

Het Reglement van orde van de Internationale Studiegroep voor Rubber wordt vastgesteld overeenkomstig artikel IX, lid 9, van de statuten van de Internationale Studiegroep voor Rubber. Dit reglement van orde is goedgekeurd door de Groep bij de vergadering van de delegatiehoofden van ….. in ……

1. Financiële regels en procedures

Het begrotingsjaar begint op 1 juli en sluit op 30 juni.

1.1. Lidmaatschapsbijdragen

1.1.1. De lidmaatschapsbijdragen zijn elk jaar verschuldigd op 1 juli, bij de ontvangst van de officiële factuur van het secretariaat.

1.1.2. Als een lid zijn volledige bijdrage niet voor 1 december heeft betaald, wordt het door de secretaris-generaal dringend verzocht de betaling onmiddellijk te verrichten.

1.1.3. Als de volledige betaling niet voor 1 februari is verricht, meldt het secretariaat-generaal dit aan de delegatiehoofden. Vervolgens overwegen de delegatiehoofden schorsing van alle stemrechten van het lid, behalve bij stemming over kwesties die rechtstreeks het gevolg zijn van een besluit om de Groep te liquideren.

1.1.4. Als de volledige betaling niet voor 1 april is verricht, schorsen de delegatiehoofden alle secretariaatsdiensten aan het desbetreffende land, tenzij zij hier in buitengewone omstandigheden anders over beslissen.

1.1.5. Als een lid zijn bijdrage op het einde van het begrotingsjaar niet volledig heeft betaald, wordt de verschuldigde bijdrage verhoogd met het jaarlijkse inflatiepercentage in het gastland, dat bij de opstelling van de jaarlijkse begroting wordt toegepast zolang de achterstallige bijdragen niet zijn betaald, tenzij de delegatiehoofden anders besluiten.

1.1.6. Op het einde van elk kwartaal van het begrotingsjaar wordt het lid door de secretaris-generaal in kennis gesteld van de aldus herziene bijdrage.

1.1.7. Beslissingen of maatregelen die krachtens bovenstaande bepaling worden genomen, doen geen afbreuk aan het recht van het lid.

1.2. Bankrekening

1.2.1. De Internationale Studiegroep voor Rubber heeft in het gastland een bankrekening op zijn naam.

1.2.2. Van deze bankrekening kan alleen gebruik worden gemaakt door middel van cheques/elektronisch bankieren, gefiatteerd door:

a) de Secretaris-generaal;

b) bij zijn afwezigheid het hoofd van de afdeling Economic and Statistics, of

c) bij hun afwezigheid, de aangewezen vertegenwoordiger van de delegatiehoofden.

1.2.3. Boven de grens van 15 000 SGD zijn voor cheques/elektronische banktransacties twee handtekeningen nodig, namelijk één van het secretariaat en één van de aangewezen vertegenwoordiger van het gastland bij de delegatiehoofden.

1.2.4. De rekeningen van het secretariaat worden bijgehouden door het hoofd van de afdeling Management and Administration.

1.2.5. Het secretariaat houdt toezicht op alle desbetreffende bankrekeningen in het gastland.

1.2.6. Alle ontvangsten worden onmiddellijk op de bankrekening gestort. De secretaris-generaal beschikt over een voorschotrekening voor kleine betalingen en ontvangsten van minder dan 1 000 SGD.

1.3. Aanbestedingen

Het secretariaat besteedt diensten aan door middel van een van de volgende methoden, gebaseerd op de vastgestelde EPV (Estimated Procurement Value – geschatte aanbestedingswaarde). Het secretariaat splitst de EPV niet om de aanbestedingsvoorschriften te ontwijken.

1.3.1. Aankopen van geringe waarde met een EPV van niet meer dan 3 000 SGD, exclusief GST (goods and services tax – goederen- en dienstenbelasting). Aankopen rechtstreeks bij de leverancier zijn toegestaan wanneer a) de prijs van de goederen of diensten bekend is door een eerdere aankoop of b) de prijs is bekendgemaakt door leveranciers, de media of een andere betrouwbare informatiebron, zoals brochures of internet. De aanschafprijs moet ook redelijk zijn.

1.3.2. Aankopen door middel van prijsopgaven bij een EPV van niet meer dan 70 000 SGD, exclusief GST. Het secretariaat vraagt prijsopgaven van ten minste drie geschikte leveranciers en kiest zo mogelijk het aanbod met de laagste prijs. Indien voor een aankoop niet het aanbod met de laagste prijs wordt gekozen, moet de motivatie door het nodige bewijsmateriaal worden gestaafd. Elke aankoopbeslissing moet door de secretaris-generaal worden goedgekeurd.

1.3.3. Aankopen door middel van aanbesteding bij een EPV van meer dan 70 000 SGD, exclusief GST. Het secretariaat verzoekt om inschrijvingen van ten minste drie geschikte aanbieders. Het secretariaat stelt voor de delegatiehoofden een evaluatieverslag van de inschrijvingen met de nodige aanbevelingen en opmerkingen op. Elke aankoopbeslissing moet door de delegatiehoofden worden goedgekeurd.

1.4. Aanstelling van accountants

1.4.1. De aanstelling van accountants overeenkomstig artikel IX, lid 7, van de statuten gebeurt op aanbeveling van de secretaris-generaal, die verantwoordelijk is voor het toezicht op de prestaties van de accountants. Elke vier jaar verzoekt de secretaris-generaal om inschrijvingen van ten minste drie wettelijk erkende accountantskantoren.

1.4.2. Zo spoedig mogelijk na het afsluiten van elk boekjaar, doch uiterlijk zes maanden na die datum, worden onafhankelijke accountantsverslagen inzake de rekeningen aan de leden ter beschikking gesteld. Zij worden door de delegatiehoofden bestudeerd teneinde op een passend geachte wijze bij de eerstvolgende zitting te worden goedgekeurd. Daarna wordt een samenvatting van de geverifieerde rekeningen alsmede de balans gepubliceerd op de website van de IRSG.

1.5. Begroting

1.5.1. De secretaris-generaal is ervoor verantwoordelijk dat vóór 31 maart van elk jaar een voorlopige begroting voor het volgende begrotingsjaar wordt opgesteld en ter goedkeuring bij de delegatiehoofden wordt ingediend.

1.5.2. De secretaris-generaal legt de goedgekeurde begroting aan de leden voor.

1.5.3. De reis- en verblijfkosten van de leden die aan de vergaderingen van de Groep deelnemen, zijn ten laste van de respectieve landen.

1.6. Jaarrekening

1.6.1. Zo snel mogelijk na het einde van het begrotingsjaar stuurt de secretaris-generaal alle leden een jaarrekening. Na goedkeuring door de delegatiehoofden wordt de jaarrekening gecertificeerd door de voorzitter of vicevoorzitter, de secretaris-generaal en de accountants.

1.6.2. De naar behoren ondertekende en gecertificeerde rekening wordt bijgehouden door het secretariaat.

2. Vergaderingen van de delegatiehoofden

2.1. De delegatiehoofden kunnen bijzondere vergaderingen houden op verzoek bij gewone meerderheid van zijn leden, of van de secretaris-generaal met instemming van de voorzitter.

2.2. De convocaties voor de zittingen, de voorlopige agenda en de schriftelijke uiteenzetting voor de zitting worden de leden door de secretaris-generaal, in overleg met de voorzitter, ten minste 30 dagen van tevoren toegezonden, behalve in spoedgevallen, waarin de kennisgeving ten minste 15 dagen van tevoren moet worden gedaan. Bij spoedgevallen moet de aard ervan in de kennisgeving worden vermeld.

2.3. De voorlopige agenda voor elke zitting wordt opgesteld door de secretaris-generaal in overleg met de voorzitter. Indien een lid wenst dat een bepaalde kwestie tijdens een zitting wordt besproken, stelt hij de secretaris-generaal hiervan 60 dagen vóór het begin van de bijeenkomst in kennis, met een schriftelijke uitleg.

2.4. Elk lid geeft de secretaris-generaal uiterlijk vijf dagen voor het begin van de zitting de namen van de afgevaardigden, de plaatsvervangers en de deskundigen die zijn aangewezen om hem bij een zitting te vertegenwoordigen.

3. Aanstelling van de secretaris-generaal

3.1. De aanstelling van een secretaris-generaal door de delegatiehoofden krachtens artikel X, lid 3, van de statuten, vindt plaats op basis van een aanbeveling door een hiertoe opgericht selectiecomité.

3.2. Het selectiecomité wordt in normale omstandigheden minstens twaalf maanden voor het verstrijken van de ambtstermijn van de secretaris-generaal door de delegatiehoofden opgericht.

3.3. Het selectiecomité is samengesteld uit de voorzitter en de vicevoorzitter van de delegatiehoofden, die respectievelijk de functie van voorzitter en vicevoorzitter van het selectiecomité bekleden, en uit alle andere leden die er deel van wensen uit te maken.

3.4. De zittende secretaris-generaal neemt als adviseur deel aan de vergaderingen van het selectiecomité, maar is niet stemgerechtigd.

3.5. De leden dragen alle kosten die hun vertegenwoordigers maken voor het bijwonen van de vergaderingen van het selectiecomité en voor deelneming aan de selectieprocedure.

3.6. Het selectiecomité stelt de selectiecriteria vast en beslist over de advertentie voor de functie van secretaris-generaal. De advertentie wordt gepubliceerd in de daartoe geschikte internationale media en via kanalen van de Groep. De advertentie wordt aan alle leden beschikbaar gesteld met het oog op verspreiding in hun land.

3.7. De sollicitaties moeten worden gericht aan de secretaris-generaal, die verantwoordelijk is voor de administratieve aspecten van de sollicitatieprocedure.

3.8. Het selectiecomité stelt een lijst op van ten hoogste zes kandidaten die voor een sollicitatiegesprek worden uitgenodigd. De kandidaten zijn onderdaan van een lid of verblijven er.

3.9. De sollicitatiegesprekken met de door het selectiecomité uitgenodigde kandidaten hebben tot doel unaniem of bij consensus een kandidaat te kiezen die over de vereiste ervaring en persoonlijkheid beschikt, onpartijdig is en doeltreffend kan samenwerken met hoge ambtenaren van de landen die lid zijn van de Groep en van andere landen, en met internationale en privé-organisaties, teneinde deze kandidaat aan de delegatiehoofden voor te dragen voor de functie van secretaris-generaal. Ook wordt een reservekandidaat voorgedragen, voor het geval dat de geselecteerde kandidaat de functie om gezondheidsredenen of om een andere reden niet kan opnemen. Als geen overeenstemming kan worden bereikt over een kandidaat, kunnen twee bij consensus verkozen kandidaten aan de delegatiehoofden worden voorgedragen.

3.10. De aanstellings- en contractvoorwaarden worden vastgesteld door de delegatiehoofden.

3.11. Voor een voortijdige beëindiging van de overeenkomst is een gewone meerderheid nodig binnen de groep van producenten van natuurlijk rubber en binnen de groep van de rubberverbruikers die aanwezig zijn en stemmen; bovendien moeten deze stemmen samen ten minste een tweederde meerderheid uitmaken van degenen die aanwezig zijn en stemmen.

4. Werkzaamheden van het secretariaat

4.1. Bij de vervulling van zijn taken ontplooit het secretariaat geen activiteiten die tot een belangenconflict kunnen leiden.

4.2. Het secretariaat vraagt noch ontvangt instructies van individuele leden of van autoriteiten van buiten de Groep. De secretaris-generaal en het personeel onthouden zich van handelingen die onverenigbaar zijn met hun positie als internationaal ambtenaar die in laatste instantie verantwoording verschuldigd is aan de delegatiehoofden.

4.3. Elk lid respecteert de verantwoordelijkheden van de secretaris-generaal en het andere personeel en probeert niet hen bij de vervulling van hun taak te beïnvloeden.

4.4. Het secretariaat draagt er zorg voor dat bij publicatie van gegevens geen afbreuk wordt gedaan aan het vertrouwelijk karakter van de verrichtingen van personen of ondernemingen die natuurlijke rubber produceren, verwerken of op de markt brengen.

4.5. Het secretariaat publiceert regelmatig een Rubber Statistical Bulletin en een Rubber Industry Report, alsmede verslagen over projecten en studies.

5. Adviesorgaan voor de industrie

5.1. Het Adviesorgaan voor de industrie bestaat uit niet meer dan dertig personen die in verband met hun bijzondere deskundigheid door de delegatiehoofden worden benoemd voor een termijn van hoogstens drie jaar. Het lidmaatschap kan met een termijn van drie jaar worden verlengd.

5.2. Na de beslissing van de delegatiehoofden om de samenstelling van het Adviesorgaan voor de industrie te vernieuwen, verzoekt het secretariaat de leden, het Adviesorgaan voor de industrie en de geassocieerde leden om voorstellen voor kandidaten voor dit orgaan.

5.3. Het secretariaat doet een aanbeveling omtrent deze kandidaten aan de delegatiehoofden ter bespreking en benoeming.

5.4. De nieuwe benoeming treedt in werking bij besluit van de delegatiehoofden.

5.5. De secretaris-generaal faciliteert de vergaderingen van het Adviesorgaan voor de industrie.

5.6. Het Adviesorgaan voor de industrie stelt zijn eigen reglement van orde op, dat in overeenstemming is met de statuten van de Internationale Studiegroep voor Rubber en dit reglement van orde.

5.7. Overeenkomstig de statuten geldt de waarnemersstatus bij alle vergaderingen van de Groep niet voor discussies over vertrouwelijke kwesties, begroting en financiële kwesties.

5.8. De reis- en verblijfkosten van de leden van het Adviesorgaan voor de industrie die aan de vergaderingen deelnemen, worden door henzelf gedragen.

6. Geassocieerde leden

6.1. Alle bij de rubberindustrie betrokken ondernemingen of organisaties kunnen geassocieerd lid van dit comité worden, mits zij de jaarlijkse lidmaatschapsbijdrage betalen.

6.2. De jaarlijkse lidmaatschapsbijdrage is 3 000 SGD voor organisaties of individuen die zijn gevestigd op het grondgebied van de leden en 6 000 SGD wanneer zij zijn gevestigd op het grondgebied van niet-leden.

6.3. Geassocieerde leden hebben vrije toegang tot alle informatie die toegankelijk is op de website voor geassocieerde leden. Alle andere informatie wordt in rekening gebracht.

7. World Rubber Summit

Wanneer de Groep door een niet-lid of een lid wordt uitgenodigd om de World Rubber Summit daar te laten plaatsvinden, neemt de Groep deze uitnodiging in beraad en aanvaardt zij deze alleen wanneer er voldoende financiële middelen voorhanden aanwezig zijn.

8. Wijzigingen en intrekkingen

De delegatiehoofden kunnen deze regels elk ogenblik wijzigen of aanpassen, zij het uitsluitend bij consensus.

Verklaring van de Europese Unie overeenkomstig artikel XVI, lid 2, van de statuten

Overeenkomstig artikel XVI, lid 2, van de statuten van de Internationale Studiegroep voor Rubber wordt in deze verklaring beschreven welke bevoegdheden met betrekking tot de statuten de lidstaten overdragen aan de Europese Unie.

De Europese Unie verklaart dat zij, overeenkomstig het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, exclusieve bevoegdheid heeft met betrekking tot de internationale handel in het kader van zijn gemeenschappelijk handelsbeleid, inclusief de productie van statistieken.

De reikwijdte en de uitoefening van de bevoegdheden van de Europese Unie ontwikkelen zich voortdurend en de Europese Unie zal deze verklaring zo nodig dan ook aanvullen of wijzigen overeenkomstig artikel XVI, lid 2, van de statuten.

FINANCIEEL MEMORANDUM VOOR VOORSTELLEN

1. KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

1.1. Benaming van het voorstel/initiatief

1.2. Betrokken beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur

1.3. Aard van het voorstel/initiatief

1.4. Doelstelling(en)

1.5. Motivering van het voorstel/initiatief

1.6. Duur en financiële gevolgen

1.7. Beheersvorm(en)

2. BEHEERSMAATREGELEN

2.1. Regels inzake toezicht en verslaglegging

2.2. Beheer- en controlesysteem

2.3. Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden

3. GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

3.1. Rubriek(en) van het meerjarig financieel kader en betrokken begrotingsonderdelen voor de uitgaven

3.2. Geraamde gevolgen voor de uitgaven

3.2.1. Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven

3.2.2. Geraamde gevolgen voor de beleidskredieten

3.2.3. Geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten

3.2.4. Verenigbaarheid met het huidig meerjarig financieel kader

3.2.5. Bijdrage van derden in de financiering

3.3. Geraamde gevolgen voor de ontvangsten

FINANCIEEL MEMORANDUM VOOR VOORSTELLEN

KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

Benaming van het voorstel/initiatief

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de goedkeuring door de Europese Unie van de gewijzigde statuten en het gewijzigde reglement van orde van de Internationale Studiegroep voor Rubber

Betrokken beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur[4]

Concurrentievermogen, industriebeleid, innovatie en ondernemerschap

Aard van het voorstel/initiatief

( Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie

( Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie na een proefproject/een voorbereidende actie[5]

X Het voorstel/initiatief betreft de verlenging van een bestaande actie

( Het voorstel/initiatief betreft een actie die wordt omgebogen naar een nieuwe actie

Doelstellingen

Meerjarendoelstelling(en) van de Commissie die met het voorstel/initiatief worden nagestreefd

Specifieke doelstelling(en) en betrokken ABM/ABB-activiteit(en)

Specifieke doelstelling nr .

1. Goedkeuring van de gewijzigde versie van de statuten van de IRSG en betaling van de financiële bijdragen in de IRSG-begroting waarin de statuten voorzien

Betrokken AMB/ABB-activiteit(en)

Concurrentievermogen, industriebeleid, innovatie en ondernemerschap

Verwachte resulta(a)t(en) en effect(en)

Vermeld de gevolgen die het voorstel/initiatief zou moeten hebben op de begunstigden/doelgroepen.

De IRSG heeft als doelstelling uitvoerige statistische informatie over de mondiale rubberindustrie te verzamelen en te verspreiden en zo de rubbermarkten en de rubbertrends inzichtelijker te maken. Dit wordt toegejuicht door de Europese rubber- en bandenindustrie, die volledig afhankelijk is van de invoer van natuurlijk rubber. De bestaande statuten van de IRSG moeten worden gewijzigd omdat de zetel is verplaatst (van Londen naar Singapore) en om enkele andere wijzigingen aan te brengen, zoals de opname van een definitie van "leden" of "landen" waarin de bijzondere juridische positie van de Europese Unie in aanmerking wordt genomen.

Resultaat- en effectindicatoren

Vermeld de indicatoren aan de hand waarvan kan worden nagegaan in hoeverre het voorstel/initiatief is uitgevoerd.

Motivering van het voorstel/initiatief

Behoefte(n) waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien

Toegevoegde waarde van de betrokkenheid van de EU

Lessen die uit soortgelijke ervaringen in het verleden zijn getrokken

Samenhang en mogelijke synergie met andere relevante instrumenten

Duur en financiële gevolgen

( Voorstel/initiatief met een beperkte duur

- ( Voorstel is van toepassing/initiatief loopt van [DD/MM]JJJJ tot en met [DD/MM]JJJJ

- ( Financiële gevolgen vanaf JJJJ tot en met JJJJ

X Voorstel/initiatief met een onbeperkte duur

- Uitvoering met een opstartperiode vanaf JJJJ tot en met JJJJ,

- waarna het volledig operationeel wordt.

Voorgenomen beheersvorm(en)[6]

X Direct gecentraliseerd beheer door de Commissie

( Indirect gecentraliseerd beheer door uitvoeringstaken te delegeren aan:

- ( uitvoerende agentschappen

- ( door de Gemeenschappen opgerichte organen[7]

- ( nationale publiekrechtelijke organen of organen met een openbare-dienstverleningstaak

- ( personen die krachtens titel V van het Verdrag betreffende de Europese Unie met de uitvoering van specifieke maatregelen zijn belast en die in het desbetreffende basisbesluit in de zin van artikel 49 van het Financieel Reglement worden genoemd

( Gedeeld beheer met de lidstaten

( Gedecentraliseerd beheer met derde landen

( Gezamenlijk beheer met internationale organisaties (geef aan welke)

Verstrek, indien meer dan één beheersvorm is aangekruist, extra informatie onder "Opmerkingen".

Opmerkingen

BEHEERSMAATREGELEN

Regels inzake toezicht en verslaglegging

Vermeld frequentie en voorwaarden.

Beheer- en controlesysteem

Geconstateerde risico’s

Controlemiddel(en)

Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden

Vermeld de bestaande en geplande preventie- en beschermingsmaatregelen.

Het reglement van orde voorziet in onafhankelijke verificatie van de rekeningen van de IRSG en bevat regels voor aanbestedingen en voor het beheer van bankrekeningen.

GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

Rubriek(en) van het meerjarig financieel kader en betrokken begrotingsonderdelen voor de uitgaven

- Bestaande begrotingsonderdelen voor uitgaven

In volgorde van de rubrieken van het meerjarig financieel kader en de begrotingsonderdelen.

Rubriek van het meerjarig financieel kader | Begrotingsonderdeel | Soort uitgave | Bijdrage |

Nummer [Omschrijving…...….] | GK/ NGK ([8]) | van EVA[9]-landen | van kandidaat-lidstaten[10] | van derde landen | in de zin van artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement |

02.02.02.01 Bijdrage aan het Centrum voor industriële samenwerking EU-Japan en lidmaatschap van internationale studiegroepen | GK | NEE | NEE | NEE | NEE |

- Te creëren nieuwe begrotingsonderdelen

In volgorde van de rubrieken van het meerjarig financieel kader en de begrotingsonderdelen.

Rubriek van het meerjarig financieel kader | Begrotingsonderdeel | Soort uitgave | Bijdrage |

Nummer [Rubriek….] | GK/NGK | van EVA-landen | van kandidaat-lidstaten | van derde landen | in de zin van artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement |

[XX.YY.YY.YY] | JA/NEE | JA/NEE | JA/NEE | JA/NEE |

Geraamde gevolgen voor de uitgaven

Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven

in miljoenen euro’s (tot op 3 decimalen)

Rubriek van het meerjarig financieel kader: | 02.02 | Concurrentievermogen, industriebeleid, innovatie en ondernemerschap |

in miljoenen euro’s (tot op 3 decimalen)

Geraamde personeelsbehoeften

- ( Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig

- X Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig , zoals hieronder nader wordt beschreven:

Raming in een geheel getal (of met hoogstens 1 decimaal)

Jaar N | Jaar N+1 | Jaar N+2 | Jaar N+3 | Jaar N+4 | Jaar N+5 | Jaar N+6 |

( Plaatsen volgens de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijke functionarissen) |

XX 01 01 01 (zetel en vertegenwoordigingen van de Commissie) | 0,2 | 0,2 | 0,2 | 0,2 | 0,2 | 0,2 | 0,2 |

XX 01 01 02 (delegaties) |

XX 01 05 01 (indirect onderzoek) |

10 01 05 01 (direct onderzoek) |

( Extern personeel (in voltijdequivalenten: VTE)[17] |

XX 01 02 01 (AC, INT, GND van de "totale financiële middelen") |

XX 01 02 02 (AC, INT, JED, LA en GND in de delegaties) |

10 01 05 02 (CA, INT, GND - direct onderzoek) |

Andere begrotingsonderdelen (te vermelden) |

TOTAAL | 0,2 | 0,2 | 0,2 | 0,2 | 0,2 | 0,2 | 0,2 |

XX is het beleidsterrein of de begrotingstitel.

De benodigde personele middelen zullen worden gefinancierd uit de middelen die reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

Beschrijving van de uit te voeren taken:

Ambtenaren en tijdelijke functionarissen | Opstellen van nota's met EU-standpunten, overleg met lidstaten (o.a. in het kader van de Werkgroep grondstoffen (PROBA) – PROBA), vertegenwoordiging van de EU bij de vergaderingen van de IRSG |

Extern personeel |

Verenigbaarheid met het huidig meerjarig financieel kader

- X Het voorstel/initiatief is verenigbaar met het huidig meerjarig financieel kader .

- ( Het voorstel/initiatief vergt herprogrammering van de betrokken rubriek van het meerjarig financieel kader.

Zet uiteen welke herprogrammering nodig is, onder vermelding van de betrokken begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen.

- ( Het voorstel/initiatief vergt toepassing van het flexibiliteitsinstrument of herziening van het meerjarig financieel kader[20].

Zet uiteen wat nodig is, onder vermelding van de betrokken begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen.

Bijdragen van derden aan de financiering

- X Het voorstel/initiatief voorziet niet in medefinanciering door derden

- Het voorstel/initiatief voorziet in medefinanciering, zoals hieronder wordt geraamd:

Kredieten in miljoenen euro’s (tot op 3 decimalen)

Jaar N | Jaar N+1 | Jaar N+2 | Jaar N+3 | zoveel jaren invullen als nodig is om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) | Totale |

Jaar N | Jaar N+1 | Jaar N+2 | Jaar N+3 | … zoveel jaren invullen als nodig is om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) |

Artikel …. | | | | | | | | | |Vermeld voor de diverse ontvangsten die worden "toegewezen", het (de) betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven.

Vermeld de wijze van berekening van de gevolgen voor de ontvangsten.

[1] 11516/08 PROBA 28 RELEX 503 WTO 132 RESTREINT UE , op 16.7.2008 goedgekeurd door Coreper II.

[2] Datum invullen zodra deze bekend is.

[3] Referentie invullen zodra deze bekend is.

[4] ABM: activiteitsgestuurd beheer – ABB: activiteitsgestuurde begroting.

[5] In de zin van artikel 49, lid 6, onder a) of b), van het Financieel Reglement.

[6] Nadere informatie over de beheersvormen en verwijzingen naar het Financieel Reglement zijn te vinden op de website BudgWeb: http://www.cc.cec/budg/man/budgmanag/budgmanag_en.html

[7] In de zin van artikel 185 van het Financieel Reglement.

[8] GK = gesplitste kredieten / NGK = niet-gesplitste kredieten.

[9] EVA: Europese Vrijhandelsassociatie.

[10] Kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, potentiële kandidaat-lidstaten van de Westelijke Balkan.

[11] Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen.

[12] Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van programma's en/of acties van de EU (vroegere "BA"-onderdelen), indirect onderzoek, direct onderzoek.

[13] Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen.

[14] Outputs zijn de te verstrekken producten en diensten (bijv.: aantal gefinancierde studentenuitwisselingen, aantal km aangelegde wegen, enz.).

[15] Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen.

[16] Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van programma's en/of acties van de EU (vroegere "BA"-onderdelen), indirect onderzoek, direct onderzoek.

[17] CA = arbeidscontractant ("Contract Agent") ; INT = uitzendkracht (" Intérimaire "); JED = Jonge deskundige in delegaties (" Jeune Expert en Délégation") ; LA = plaatselijk functionaris ("Local Agent"); SNE = gedetacheerde nationale deskundige ("Seconded National Expert");

[18] Submaximum voor extern personeel uit beleidskredieten (vroegere "BA"-onderdelen).

[19] Vooral voor Structuurfondsen, Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) en Europees Visserijfonds (EVF).

[20] Zie de punten 19 en 24 van het Interinstitutioneel Akkoord.

[21] Wat de traditionele eigen middelen betreft (douanerechten, suikerheffingen) zijn de aangegeven bedragen nettobedragen, dat wil zeggen de brutobedragen na aftrek van 25% invorderingskosten.

Top