EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52011DC0774
REPORT FROM THE COMMISSION TO THE EUROPEAN PARLIAMENT AND THE COUNCIL in accordance with Article 184(7) of Council Regulation (EC) No 1234/2007 on implementation of the measure for the promotion of wines on third-country markets
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD overeenkomstig artikel 184, punt 7, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raadinzake de uitvoering van de afzetbevorderingsmaatregel voor wijn op de markten van derde landen
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD overeenkomstig artikel 184, punt 7, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raadinzake de uitvoering van de afzetbevorderingsmaatregel voor wijn op de markten van derde landen
/* COM/2011/0774 definitief */
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD overeenkomstig artikel 184, punt 7, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raadinzake de uitvoering van de afzetbevorderingsmaatregel voor wijn op de markten van derde landen /* COM/2011/0774 definitief */
INHOUDSOPGAVE 1........... Inleiding.......................................................................................................................... 3 2........... Beschrijving van de maatregel en Voorwaarden voor de uitvoering................................... 3 2.1........ Voorwaarden voor toegang tot de maatregel en subsidiabele acties.................................. 4 2.2........ Verenigbaarheid en samenhang met andere afzetbevorderingsmaatregelen........................ 5 3........... Programmering en uitvoering........................................................................................... 6 3.1........ Programmering............................................................................................................... 6 3.2........ Tenuitvoerlegging, procedure voor de selectie van de aanvragen...................................... 6 3.3........ Uitvoering van de begroting............................................................................................. 8 3.3.1..... Deelneming van de Unie en aanvullende staatssteun......................................................... 8 3.3.2..... Uitvoering in de lidstaten................................................................................................. 8 3.4........ Begunstigden................................................................................................................ 10 3.5........ Uitgevoerde acties........................................................................................................ 11 3.6........ Belangrijkste betrokken markten................................................................................... 12 4........... Evaluatie en suggesties door de lidstaten........................................................................ 13 4.1.1..... Sterke punten............................................................................................................... 13 4.1.2..... Zwakke punten............................................................................................................. 14 4.1.3..... Suggesties van de lidstaten............................................................................................ 14 5........... Conclusie..................................................................................................................... 14
1.
Inleiding
De in 2008 goedgekeurde hervorming van de GMO op
het gebied van wijn[1]
die in Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007[2] is
opgenomen (hierna "integrale GMO-verordening" genoemd) beoogt het
evenwicht op de markt te herstellen en het concurrentievermogen van de sector
te vergroten met behoud van de reputatie en de kwaliteit van de wijnen van de
Unie. De traditionele marktmaatregelen zoals distillatie, steun voor het
gebruik van geconcentreerde most en de regeling inzake aanplantrechten worden
geleidelijk afgeschaft en vervangen door meer structurele maatregelen
(investering, herstructurering en omschakeling van wijngaarden) en de nieuwe
maatregel inzake afzetbevordering in derde landen. Al deze maatregelen worden
ten uitvoer gelegd door middel van nationale steunprogramma's. De maatregel ter
bevordering van de afzet in derde landen is een van de belangrijkste
maatregelen van deze hervorming, en heeft tot voornaamste doel het
concurrentievermogen van de wijnen van de Unie in derde landen te vergroten. Het onderhavige verslag betreft, overeenkomstig
artikel 184, punt 7, van de integrale GMO-verordening, de toepassing van de in
artikel 103 septdecies van die verordening bedoelde
afzetbevorderingsmaatregelen in de wijnsector in de eerste twee jaar van de
toepassing van de hervorming. Dit verslag is gebaseerd op audits die in
bepaalde lidstaten zijn uitgevoerd, alsmede op informatie die door die
lidstaten is verstrekt, met name uitvoeringsverslagen, die overeenkomstig artikel
188 bis, lid 6, een evaluatie van de kosten en de voordelen van de nationale
steunprogramma's bevatten en suggesties over de middelen om de doeltreffendheid
daarvan te vergroten. Van de lidstaten wordt verwacht dat zij tot en met
2014 ieder jaar in maart aanvullende verslagen en evaluaties indienen, met name
op het gebied van de kosten en de voordelen van de steunprogramma's, waaronder
de afzetbevorderingsmaatregel. Met deze informatie kan de betrokken maatregel
nauwkeuriger worden geëvalueerd.
2.
Beschrijving van de maatregel en Voorwaarden voor
de uitvoering
Voor de maatregel ter bevordering van de afzet van
wijn op de markt van derde landen gelden artikel 103 septdecies van de
integrale GMO-verordening en de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 555/2008[3], en dan
met name de artikelen 2 tot en met 5 betreffende de uitvoering van de nationale
steunprogramma's en in het bijzonder de afzetbevordering, alsmede de artikelen 35
tot en met 37 bis en de bijlagen I, II, IV, V, VI en VIII (verslaglegging,
evaluatie en algemene bepalingen). De lidstaten hebben hun eerste nationale
steunprogramma op 30 juni 2008 ingediend, waarin zij naar keuze één of meer in
artikel 103 quaterdecies van de integrale GMO-verordening opgenomen
subsidiabele maatregelen hebben opgenomen. De programma's gelden voor een
periode van vijf jaar (2009–2013) en kunnen elk jaar twee keer (in maart en in
juni) worden gewijzigd om ze aan te passen aan de ontwikkelingen in de sector.
2.1.
Voorwaarden voor toegang tot de maatregel en
subsidiabele acties
Het betreft afzetbevorderings- of
voorlichtingsmaatregelen in derde landen die betrekking hebben op wijn met een
beschermde oorsprongsbenaming of een beschermde geografische aanduiding of wijn
met een aanduiding van het wijndruivenras. De wetgeving voorziet in vijf categorieën
maatregelen, te weten: (A) maatregelen op het gebied van public
relations, promotie of reclame die met name aandacht vragen voor de voordelen
van de EU-producten, vooral op het gebied van kwaliteit, voedselveiligheid en
milieuvriendelijkheid; (B) deelname aan evenementen, beurzen en
tentoonstellingen van internationaal belang; (C) voorlichtingscampagnes, met name
betreffende de EU-regelingen inzake oorsprongsbenamingen, geografische
aanduidingen en de biologische productie; (D) studies naar nieuwe markten die
noodzakelijk zijn om de afzetmogelijkheden uit te breiden; (E) studies om de resultaten van de
voorlichtings- en afzetbevorderingsmaatregelen te evalueren. Oorspronkelijk mocht de looptijd van de maatregel
niet meer bedragen dan drie jaar voor een bepaalde begunstigde en een bepaalde
markt. Sinds 2010[4]
mag een maatregel na evaluatie van de in de eerste jaren gerealiseerde acties
voor eenzelfde begunstigde met maximaal twee jaar worden verlengd. De steun door de Unie mag niet meer bedragen dan 50%
van de subsidiabele uitgaven en mag worden aangevuld met nationale steun. In
dat geval moet de actie in overeenstemming zijn met de regels op het gebied van
staatssteun. De subsidievoorwaarden zijn uitvoerig uitgewerkt
in de wetgeving. Met name moet worden aangetoond dat: - de producten waarop de maatregel
betrekking heeft, mogelijkheden tot uitvoer naar of tot het vinden van nieuwe
markten in de beoogde derde landen (doellanden) bieden en een hoge toegevoegde
waarde hebben; - de begunstigden voldoende capaciteit
hebben om het hoofd te bieden aan de specifieke factoren die de handel met
derde landen belemmeren en om de maatregel zo efficiënt mogelijk uit te voeren; - de begunstigden kunnen particuliere
ondernemingen, beroepsorganisaties, producentenorganisaties,
brancheorganisaties of, als een lidstaat daartoe besluit, overheidsinstanties
zijn; - de voorkeur gaat uit naar kleine,
middelgrote en micro‑ondernemingen in de zin van Aanbeveling 2003/361/EG
van de Commissie[5]; - de geselecteerde acties bieden de beste
kosten/kwaliteitsverhouding. De lidstaten voeren de selectieprocedures uit,
rekening houdend met de in de regelgeving geformuleerde criteria, teneinde de
beste projecten te kiezen uit een oogpunt van de kosten/kwaliteitsverhouding en
zien er bij het selectieonderzoek met name op toe dat de aanvragen aan de
voorwaarden voldoen en dat de wettelijke termijnen worden nageleefd. Overeenkomstig de bovengenoemde bepalingen van de
uitvoeringsverordening stellen zij eveneens evaluatie-indicatoren op voor de
resultaten en het effect van de maatregel en delen zij de Commissie regelmatig
de gegevens mee en sturen de verslagen op die betrekking hebben op de
uitvoering van de maatregel.
2.2.
Verenigbaarheid en samenhang met andere
afzetbevorderingsmaatregelen
De wijnbouwsector kan ook profiteren van
afzetbevorderingsmaatregelen in het kader van horizontale maatregelen,
waaronder de afzetbevordering van landbouwproducten (Verordening (EG) nr. 3/2008[6]) en de
plattelandsontwikkeling (Verordening (EG) nr. 1698/2005[7]). De
lidstaten moeten zich ervan vergewissen dat de afzetbevorderingsmaatregelen die
in het kader van de geïntegreerde GMO worden gefinancierd, verenigbaar zijn met
de in het kader van andere regelingen gefinancierde maatregelen en dat dubbele
financiering wordt voorkomen. De belangrijkste verschillen tussen de
afzetbevorderingsmaatregel van de geïntegreerde GMO en die van Verordening (EG)
nr. 3/2008 zijn de volgende: - in het kader van de geïntegreerde GMO
kunnen particuliere bedrijven steun ontvangen; - de afzetbevordering in het kader van de
geïntegreerde GMO is uitsluitend op de markt van derde landen gericht, en niet
op die van de lidstaten; - de acties die betrekking hebben op
commerciële merken zijn mogelijk in het kader van de geïntegreerde GMO, hetgeen
niet is toegestaan in het kader van de genoemde horizontale maatregelen; - de selectieprocedure voor de aanvragen
vindt bij de geïntegreerde GMO op nationaal niveau plaats, terwijl de
horizontale afzetbevorderingsmaatregelen een nationale voorselectie kennen,
waarna de Commissie de uiteindelijke selectie uitvoert.
3.
Programmering en uitvoering
3.1.
Programmering
De begroting voor de nationale programma's beloopt
5,2 miljard euro voor de periode 2009-2013 (bijgewerkt cijfer voor 2011) en de
afzetbevorderingsmaatregel bedraagt 15,6% van dat bedrag, naar keuze van de
lidstaten, wat neerkomt op 768 miljoen euro[8]. Het betrokken bedrag neemt in diezelfde periode
regelmatig toe en stijgt van 35 miljoen euro aan uitgevoerde programma's
in 2009 tot 265 miljoen euro volgens de programmering voor 2013. De
geleidelijke toename kan onder meer worden verklaard door het feit dat
marktmaatregelen als de distillatie van drinkalcohol, de crisisdistillatie en
de steun voor het gebruik van geconcentreerde most zijn afgeschaft, alsmede
door de noodzaak voor de sector om zich geleidelijk aan de nieuwe wijn-GMO aan
te passen (zie onderstaande tabel).
3.2.
Tenuitvoerlegging, procedure voor de selectie van
de aanvragen
Evenals bij alle andere maatregelen van het
steunprogramma volgden de lidstaten voor de uitvoering van de afzetbevordering
hun eigen administratieve organisatiestructuur. De lidstaten die meer regionaal
georganiseerd zijn, zoals Spanje, Italië en Duitsland, moesten in 2009
regionale uitvoeringsbepalingen voor de maatregel vaststellen, hetgeen de
uitvoering van de maatregel in het eerste jaar soms enigszins vertraagd heeft,
zoals die lidstaten overigens zelf in hun uitvoeringsverslagen hebben vermeld. Voor het onderzoek van de aanvragen op het niveau
van de lidstaten wordt met de wetgeving van de Unie rekening gehouden[9] (bv.: de
verwachte effecten, de toegevoegde waarde, de kosteneffectiviteit van het
project, de technische en financiële capaciteit van het project om de uitvoer
te stimuleren, de door meerdere landen tezamen gepresenteerde projecten en de
doelmarkt). Bovendien eisen sommige lidstaten van de aanvragers een
gedetailleerde strategische marketinganalyse en vragen zij naar de looptijd van
het programma, de doellanden, de soort afzetbevordering, de specifieke
doelstellingen van het project, de gedetailleerde omschrijving van de
uitgevoerde acties, de per post uitgesplitste begroting, het verwachte effect
(verwacht positief resultaat op de groei van de vraag naar de betrokken
producten). De procedure voor de selectie van de aanvragen, de
vaststelling wie voorrang krijgt bij de toegang tot de maatregel, de
betalingsvoorwaarden en de manier waarop de controles worden georganiseerd,
kunnen per lidstaat verschillen, afhankelijk van de administratieve structuur en
de manier waarop de wijnbouwsector er is georganiseerd. De lidstaten baseren zich bij de selectie van de
projecten met de beste kosteneffectiviteit op een reeks criteria uit de
wijnbouwwetgeving. Het criterium "kleine, middelgrote en micro‑ondernemingen"
komt niet naar voren als een doorslaggevend criterium. In Frankrijk bijvoorbeeld, waar de
brancheorganisaties, producentenorganisaties en beroepsorganisaties sterk
georganiseerd zijn, verschillen de selectieprioriteiten, afhankelijk van de
vraag of het gaat om programma's die door particuliere bedrijven of door
genoemde organisaties zijn ingediend. In Italië wordt 30% van de begroting voor de
afzetbevorderingsmaatregel nationaal beheerd voor projecten die door
brancheorganisaties, nationale producentenorganisaties en beroepsorganisaties
worden ingediend, alsmede ondernemingen of tijdelijke verenigingen van
ondernemingen die een multiregionale productie vertegenwoordigen. De overige 70%
wordt regionaal beheerd voor projecten die meer in het bijzonder worden ingediend
door ondernemingen en verenigingen van ondernemingen die de productie van een
regio of zelfs één enkele beschermde oorsprongsbenaming of beschermde
geografische aanduiding vertegenwoordigen. Ook wordt geconstateerd dat de doelmarkten een
belangrijke factor zijn bij de selectie van de aanvragen. Sommige lidstaten
beperken het aantal doelmarkten of stellen op dat gebied prioriteiten vast,
afhankelijk van de kenmerken ervan (zogenaamde "geconsolideerde",
"potentiële" of "opkomende" markten (zie punt 3.6.)). De
doelmarkten verschillen in de verschillende lidstaten; sommige markten worden
door sommige lidstaten als "geconsolideerd" beschouwd, terwijl ze
voor andere "opkomend" zijn of zelfs volkomen nieuw en nog te
ontdekken. In Duitsland beloopt de financiële deelneming voor niet-aanbevolen
markten bijvoorbeeld maximaal 25% van de subsidiabele uitgaven.
3.3.
Uitvoering van de begroting
In de loop van de eerste twee jaar van de
uitvoering van de hervorming hebben 9 lidstaten (FR, ES, IT, PT, EL, AT, SI,
DE, RO) de afzetbevorderingsmaatregel daadwerkelijk toegepast voor een bedrag
van de Unie van ongeveer 35 miljoen euro in 2009 en van 87 miljoen euro in 2010,
wat neerkomt op 6,7% van het totale bedrag van de nationale bedragen voor
diezelfde periode.
3.3.1.
Deelneming van de
Unie en aanvullende staatssteun
De steun van de Unie die in 2009-2010 is
uitgevoerd, komt voor al deze lidstaten overeen met 50% van de subsidiabele
uitgaven, overeenkomstig de regelgeving waarin een maximum van 50% is
vastgesteld, met uitzondering van Italië, waar dit bedrag 47% van deze uitgaven
bedraagt, vanwege het feit dat in 2009 de ondernemingen die hun merken
promootten en die geen kleine, middelgrote of micro‑ondernemingen waren,
steun van de Unie hebben ontvangen voor maximaal 30% van de subsidiabele
uitgaven. In diezelfde periode is aanvullende staatssteun
gegeven, behalve in Spanje en Slovenië. Het bedrag van die staatssteun bedroeg 5,9
miljoen euro en komt overeen met 2,4% van de deelneming van de EU. In Italië
mag de aanvullende nationale steun niet meer bedragen dan 20% van de
subsidiabele uitgaven en vertegenwoordigt 2,2% van het bedrag van de Unie dat
door die lidstaat is uitgegeven. In Frankrijk zijn slechts twee projecten, die
door het "Comité des interprofessions des vins à appellations
d'origine" werden uitgevoerd, aangevuld met nationale steun ter hoogte van
25% van het subsidiabele bedrag. In Portugal bedroeg de staatssteun 5,2% van de
subsidiabele uitgaven.
3.3.2.
Uitvoering in de
lidstaten
De bedragen die zijn uitgegeven door de drie lidstaten
die de belangrijkste producenten en exporteurs van wijn zijn (FR, ES, IT)
vormen circa 87% van de in 2009 en 2010 uitgevoerde kredieten (zie onderstaand
diagram). Over het algemeen hebben de lidstaten hun
vooruitzichten voor de afzetbevorderingsmaatregel aanzienlijk naar beneden
bijgesteld, behalve Oostenrijk en Griekenland. Bulgarije heeft het aanvankelijk
voor de afzetbevorderingsmaatregel bestemde bedrag later ingezet voor
herstructurerings‑ en omschakelingsmaatregelen (zie onderstaande tabel). Dat verscheidene lidstaten middelen hebben ingezet
voor andere maatregelen van het steunprogramma is te verklaren uit: - de noodzaak andere maatregelen te
versterken. Frankrijk heeft met name gewezen op de
conjuncturele crisis van 2008 en 2009 en op de wereldwijde daling van de
consumptie van wijn, waardoor in de eerste plaats de "dure" Franse
wijnen zouden zijn getroffen, alsmede op de noodzaak de middelen te gebruiken
voor de investeringsmaatregel en andere maatregelen die meer zouden kunnen
opleveren op de binnenmarkt; - de administratieve problemen in verband
met de uitvoering van deze nieuwe maatregel (op het niveau van de lidstaat en
van het betrokken derde land). Duitsland lijkt de meeste administratieve
problemen te hebben ervaren, als gevolg van de bevoegdheden die worden gedeeld
door de federale overheid en die van de Länder. In die lidstaat zijn twee
projecten federaal gefinancierd en slechts één door het Land Rijnland-Palts. De lidstaten hebben ook andere factoren genoemd
die deze zwakke uitvoering zouden kunnen verklaren, zoals bijvoorbeeld de
economische crisis en het feit dat talrijke ondernemingen, waaronder met name
de kleine, middelgrote en micro‑ondernemingen moeilijk toegang krijgen
tot kredieten voor de medefinanciering van de maatregel. Oostenrijk en Cyprus
hebben naar voren gebracht dat de slechte oogst de verwachtingen ook negatief
heeft beïnvloed.
3.4.
Begunstigden
In 2009-2010 hebben 672 begunstigden deelgenomen aan de
afzetbevorderingsmaatregel (zie onderstaande tabel). Er zij op gewezen dat het
grootste deel van de deelnemers aan verschillende projecten deelneemt, die elk
één of meer acties kunnen omvatten en op verschillende markten gericht kunnen
zijn. Geen enkel project is door begunstigden uit
verschillen lidstaten ingediend. De subsidiabele projecten gaan uit van alle
soorten begunstigden die er zijn (zie onderstaande grafiek); wel valt te
constateren dat in sommige lidstaten waar de brancheorganisaties,
producentenorganisaties en beroepsorganisaties het sterkst vertegenwoordigd zijn,
de gemiddelde uitgaven per project en de variatie in kleinere en grotere
projecten groter zijn. De gemiddelde uitgaven van de Unie per begunstigde zijn 182 120
euro. In Italië, waar de gemiddelde uitgaven per
begunstigde 336 832 euro bedroegen, heeft de oprichting van tijdelijke
verenigingen van ondernemingen waarvan de voornaamste doelstelling is om de
gezamenlijke afzetbevorderingsacties tot een goed einde te brengen, ertoe
geleid dat de vrij geringe omvang van de ondernemingen tot op zekere hoogte kon
worden ondervangen. Het hogere gemiddelde van de uitgaven per
begunstigde in Frankrijk (462 382 euro) kan worden verklaard door de hoge
deelnemingsgraad van brancheorganisaties, producentenorganisaties en
beroepsorganisaties, die 67% van de begroting van de Unie (bv. "Comité
national des interprofessions sur les marchés des USA et de la Suisse")
voor hun rekening namen, om de kennis van de marktdeelnemers te vergroten en
synergieën met andere actoren te scheppen. Merk op dat de ondernemingen in 2009
3% van de uitgevoerde begroting voor hun rekening namen en in 2010 53%, hetgeen
een gemiddelde van 33% betekent. In Spanje, waar de gemiddelde uitgaven per
begunstigde 107 663 euro bedroegen, werden de meeste projecten ingediend
door ondernemingen en producentencoöperaties. Ook valt op dat in Spanje veel
begunstigden verschillende projecten hebben ingediend, afhankelijk van de
beoogde markten.
3.5.
Uitgevoerde acties
In 2009-2010 zijn 2781 acties uitgevoerd. Ten aanzien van de uitvoering van de in 2.1
genoemde maatregelen die op verschillende manieren kunnen worden uitgewerkt
(zie onderstaande tabel), is sprake van een gemiddelde van 1,7 actie per
gerealiseerd project en een grote meerderheid van de projecten is in de eerste
plaats op maatregel (A) gericht. Deze maatregel is op vrijwel alle markten
terug te vinden (70‑90%) en kan worden aangevuld met de maatregelen (B)
en (C), waaraan duidelijk minder is besteed (5‑20% van de uitgaven). Maatregelen (zie 2.1) || Omschrijving (A) Public relations, met name aan het adres van kopers, journalisten, sommeliers, "wine-educators", wijnhandelaren, enz., commerciële missies, contacten met de pers, reclame en advertenties in de media, wijnproeverijen, presentatie van de producten, het maken van brochures en ander ondersteunend materiaal, het maken van op de uitvoer gerichte internetsites, kosten voor scheppen en ontwikkelen van merken, afzetbevordering op de verkoopplaatsen, organisatie van evenementen (ontmoeting met distributeurs, communicatie, workshop). (B) Promotie-evenementen in derde landen, zoals beurzen, evenementen op straat, diners, seminars en proeverijen voor verschillende soorten publiek (journalisten, vertegenwoordigers van de distributiesector, importeurs en consumenten). (C) Informatie over productiesystemen en productspecificaties: ontmoetingen met opinieleiders, journalisten, seminars, proeverijen. (D) Marktstudie, het inwinnen van deskundig advies op het gebied van marketing, vroegtijdige valideringstest van nieuwe producten, vroegtijdige validering van de lancering van een merk, focusgroep, panel. De maatregelen (D) met betrekking tot de
studies naar nieuwe markten en de evaluaties van de resultaten van de voorbije
acties worden zeer weinig toegepast. De voornaamste boodschap van de acties in het
kader van de afzetbevorderingsmaatregel houdt verband met wijnen uit de Unie
met een beschermde oorsprongsbenaming, een beschermde geografische aanduiding
of met wijnen waarvan het wijndruivenras is vermeld, maar het valt op dat
daarnaast vaak aan de lidstaat van productie wordt gerefereerd. De lidstaten
bevestigen dat deze aanduiding van essentieel belang is voor de toegevoegde
waarde van de gevoerde acties, en dat het vaak moeilijk is voor consumenten in
derde landen om precies te weten waar de wijnen van de Unie vandaan komen,
vooral wanneer het gaat om wijnen van kleine productielanden of met beschermde
oorsprongsbenamingen of beschermde geografische aanduidingen die in het
betrokken derde land nauwelijks of zelfs helemaal niet bekend zijn.
3.6.
Belangrijkste betrokken markten
In 2009 en 2010 werden in 42 derde landen acties
uitgevoerd. Deze landen kunnen in drie categorieën worden ingedeeld: ·
de traditionele, geconsolideerde, verder uit te
bouwen markten: de Europese producenten hebben er reeds een positie; het zijn
open uitvoermarkten waar een stijging van de consumptie wordt geconstateerd.
Het betreft tevens doelmarkten voor de verkoop van wijnen met een hoge
toegevoegde waarde. (VS, Canada, Zwitserland); ·
de opkomende markten: hierbij gaat het om markten
die minder ontwikkeld zijn dan de eerste, ook al is de Unie er al wel aanwezig.
Het gaat dan voornamelijk om de Aziatische markten (China/Hongkong, Japan,
Zuid-Korea, Singapore), en de markten van Rusland, Mexico en Brazilië. Sommige
van deze markten, zoals de Russische en de Chinese, zijn sterk in ontwikkeling
en hebben grote potentie. Andere, zoals de Japanse, blijven stabieler en zijn
moeilijker te ontwikkelen; ·
de potentiële, te onderzoeken en weinig bekende
markten, die echter vanwege hun economie en groei belangrijke kansen kunnen
bieden. Het gaat dan om landen als India en sommige van de voormalige
Sovjetrepublieken. Slechts 37% van de gefinancierde projecten had
betrekking op één enkele markt, terwijl de meeste andere betrekking hadden op 2
tot 7 verschillende markten. Er is sprake van een sterke geografische
concentratie van de acties; 75% van de acties zijn op 7 landen gericht (VS,
China/Hongkong, Japan, Mexico, Canada, Rusland en Zwitserland), waarvan de 6
grootste markten ongeveer 75% procent van de omvang in volume en waarde van de
uitvoer van de Unie in 2010 vertegenwoordigen. De meeste acties worden gericht op de markt van de
Verenigde Staten; 22% van de acties zijn op dat land gericht en 8 van de 9
lidstaten die aan de maatregel deelnemen, richten zich voornamelijk op deze
markt. Het valt op dat sommige markten vooral door sommige lidstaten worden
benaderd; dat geldt bijvoorbeeld voor de Mexicaanse markt die door Spanje, de
Braziliaanse die door Portugal, die van de voormalige Joegoslavische
republieken die door Slovenië, van Canada door Italië, van China en Japan door
Frankrijk, van Rusland door Griekenland en van Zwitserland door Oostenrijk
worden benaderd. Markten
waarop de acties in 2009 en 2010 waren gericht
4.
Evaluatie en suggesties door de lidstaten
Alle lidstaten die aan de
afzetbevorderingsmaatregel hebben deelgenomen, zijn van mening dat deze zeer
positief is voor hun wijnbouwsector. Zij merken op dat na de crisis van 2008
sinds 2009 een stijging van de uitvoer waarneembaar is en dan met name op de markten
waarop de afzetbevorderingsmaatregel zich richt.
4.1.1.
Sterke punten
- de mogelijkheid voor de ondernemingen om
toegang te krijgen tot de steunregeling, hetgeen in het kader van de
horizontale regelingen niet mogelijk is. Deze mogelijkheid maakt de sector zeer
veel dynamischer; - rechtstreeks effect in de derde landen
waar de acties worden uitgevoerd, er ontstaan nieuwe kennis en vaardigheden
(kennis over en opening van commerciële kanalen, kennis van de markten,
wetgeving, klanten, nieuwe contacten die worden gelegd); - de flexibiliteit en de subsidiariteit
bij de uitvoering maken het mogelijk rekening te houden met de specifieke
kenmerken van de afzetketen en de administratieve eisen van de lidstaten; - de mogelijkheid synergieën tot stand te
brengen en ervoor te zorgen dat de acties van de branche-, producenten- en
beroepsorganisaties, ondernemingen, verenigingen van ondernemingen en
overheidsorganen elkaar aanvullen, waardoor deze elkaar versterken; - de opening van nieuwe markten, de
mogelijkheid betere kennis te verwerven over markten en nieuwe kansen; - betere aanpassing van de wijnen aan de
eisen van de markten (productie, verpakking, etikettering); - multiplicatoreffect op andere
begunstigden. Hoe meer acties worden uitgevoerd, hoe groter het effect van de
maatregel.
4.1.2.
Zwakke punten
- moeilijk administratief beheer; met name
Portugal, Italië en Oostenrijk hebben hierop gewezen (vooral het onderzoek van
de documenten die als bewijs van de kosten gelden, is ingewikkeld); voor de
zich ontwikkelende markten zijn de reactietijden soms te langzaam (wijziging
programma's tijdens de looptijd); - gebrek aan logistiek, technische kennis
en ondersteuning in de opkomende markten; - sommige lidstaten, waaronder Italië en
Portugal, benadrukken dat kleine, middelgrote en micro‑ondernemingen meer
problemen ondervonden om aan de toegangseisen van de maatregel te voldoen
(beschikbaarheid van de producten, beperkte technische en financiële capaciteit
voor de uitvoer).
4.1.3.
Suggesties van de
lidstaten
Om de kosteneffectiviteit van de
afzetbevorderingsmaatregel te verbeteren suggereren sommige lidstaten het
volgende, zonder overigens met concrete wijzigingsvoorstellen voor de wetgeving
van de Unie te komen: - breid de maatregel uit met de interne
markt, aangezien het de belangrijkste wijnmarkt ter wereld betreft en aangezien
derde landen een groot deel van die markt hebben overgenomen, waarbij moet
worden voorkomen dat de wijnen uit de Unie elkaar gaan beconcurreren, eventueel
door de acties tot voorlichting te beperken; - geef doeltreffend prioriteit aan de
toegang tot de maatregel voor "kleine middelgrote en micro‑ondernemingen"; - stimuleer maatregelen op het gebied van
studies over nieuwe markten en op dat van de evaluatie van uitgevoerde acties.
Deze acties zijn van fundamenteel belang voor de verwerving van technische en
marketinginformatie die als uitgangspunt voor andere acties dient; - breng synergieën tot stand met andere
maatregelen die structureler van aard zijn, met het oog op het vergemakkelijken
en versterken van de aanwezigheid van marktdeelnemers uit de EU op de nieuwe
markten (voornamelijk om samen met de importeurs de eerste kanalen tot stand te
brengen); - vergroot de doeltreffendheid van het
administratieve onderzoek door forfaitaire betalingen in te stellen voor acties
die standaardkosten zoals reiskosten met zich meebrengen.
5.
Conclusie
Na slechts twee jaar uitvoeringspraktijk van de
afzetbevorderingsmaatregel door de lidstaten is het voorbarig om definitieve
conclusies te trekken, met name ten aanzien van de vergroting van het
concurrentievermogen en de aanwezigheid op de markten van derde landen. Hoewel
de uitvoer van wijn naar bepaalde landen na 2009 is toegenomen, en met name
naar de doelmarkten, is het, door de complexiteit van de factoren die de
handelsstromen beïnvloeden (variatie van de wisselkoers, economische crisis,
plaatselijke politieke crisis, wijziging van de wetgeving van de doellanden,
enz.) niet mogelijk vast te stellen in hoeverre de verkregen resultaten
rechtstreeks uit de afzetbevorderingsmaatregel voortvloeien. Niettemin kan worden bevestigd dat de maatregel,
met 122 miljoen euro aan uitgevoerde kredieten in de loop van de eerste twee
jaar, een groot succes was en door de marktdeelnemers sterk op prijs werd
gesteld. De vooruitzichten van de uitgaven, tot 768 miljoen euro voor de
periode 2009-2013, geven de toenemende interesse voor de maatregel aan die wat
de omvang van de begroting betreft, de tweede maatregel van de steunprogramma's
wordt, na de maatregel "herstructurering en omschakeling van wijngaarden". Het lijkt erop dat de afzetbevorderingsmaatregel
in het begin vooral de mogelijkheid heeft geboden de aanwezigheid van de
ondernemingen van de Unie op de traditionele exportmarkten te consolideren,
waarna deze via marktstudies de mogelijkheid heeft geboden nieuwe markten te
onderzoeken en te openen. Vooral de flexibiliteit en de subsidiariteit van
de uitvoering maken het de wijnbouwsector in de verschillende lidstaten en
zelfs in de verschillende regio's mogelijk de afzetbevorderingsmaatregel goed
aan te passen aan de specifieke eigenschappen van elk doelland. Bovendien wint de afzetketen enorm aan dynamiek,
omdat zij profiteert van de mogelijkheid nieuwe contacten te leggen en de
nodige kennis te vergaren om zich aan de markten aan te passen (nieuwe
producten, etikettering, enz.). Gelet op de opmerkingen van de lidstaten zouden de
volgende nieuwe mogelijkheden kunnen worden onderzocht: (1) een eventuele
versterking van de synergieën tussen de verschillende acties en de
verschillende begunstigden; (2) een betere oriëntatie van de studies op nieuwe
markten om de afhankelijkheid van de uitvoer naar een beperkt aantal markten in
de toekomst te voorkomen, (3) een gerichtere selectie van de begunstigden om de
maatregel te optimaliseren en uiteindelijk, (4) het ter beschikking stellen aan
de lidstaten van richtsnoeren met parameters voor het aanvaarden van projecten. Het criterium "kleine, middelgrote en micro‑ondernemingen"
en de subsidiabiliteitsvoorwaarden zouden nader kunnen worden beschouwd in het
kader van het verslag van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement in
2012. [1] PB L 148 van 6.6.2008, blz. 1. [2] PB L 299
van 16.11.2007, blz. 1 [3] PB L 170
van 30.6.2008, blz. 1 [4] PB L 232
van 2.9.2010, blz. 1. [5] Aanbeveling
van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine,
middelgrote en micro‑ondernemingen, (PB L 124 van 20.5.2003, blz. 36.). [6] PB
L 3 van 5.1.2008, blz. 1. [7] PB L 277
van 21.10.2005, blz. 1 [8] Tijdens
de aan de hervorming voorafgaande discussies had de Commissie in 2007
voorgesteld jaarlijks een bedrag van 120 miljoen euro specifiek voor de
afzetbevorderingsactie uit te trekken, d.w.z. 600 miljoen euro voor de
periode 2009-2013. Vervolgens is die maatregel geïntegreerd in het geheel van
programmamaatregelen, waarbij de keuze voor de verdeling van de bedragen over
de maatregelen aan de lidstaten is overgelaten die daarbij klaarblijkelijk voor
die maatregel het oorspronkelijk door de Commissie voorziene bedrag hebben
overschreden. [9] Verordening (EG) nr. 1234/2007 en de uitvoeringsbepalingen daarvan
van Verordening (EG) nr. 555/2008.