EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52011DC0763

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Op één lijn brengen van tien richtlijnen inzake technische harmonisatie met Besluit nr. 768/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende een gemeenschappelijk kader voor het verhandelen van producten

/* COM/2011/0763 definitief */

52011DC0763

/* COM/2011/0763 definitief */ MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Op één lijn brengen van tien richtlijnen inzake technische harmonisatie met Besluit nr. 768/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende een gemeenschappelijk kader voor het verhandelen van producten


Politieke context

Europa heeft behoefte aan een strategie waarmee het sterker uit de economische crisis komt en de EU tot een slimme, duurzame en inclusieve economie kan maken met een hoog niveau van werkgelegenheid, productiviteit en sociale cohesie. Europa 2020 geeft een visie voor de Europese sociale markteconomie van de 21e eeuw.

Hoewel de eengemaakte markt op zich niet een van de zeven vlaggenschipinitiatieven is die essentieel worden geacht om de centrale doelstellingen van de Europa 2020-strategie te verwezenlijken, staat in de mededeling over die strategie dat EU-instrumenten - waaronder met name de eengemaakte markt, financiële hefbomen en externbeleidsinstrumenten - volop zullen worden ingezet om knelpunten te verhelpen en de doelstellingen van Europa 2020 te verwezenlijken. Operationele voorstellen om optimaal van deze maatregelen en instrumenten gebruik te maken zijn een integrerend onderdeel van Europa 2020.

In die mededeling wordt verder betoogd dat versterking, verdieping en uitbreiding van de eengemaakte markt van essentieel belang zijn voor de groei en werkgelegenheid. Voorzitter Barroso heeft professor Monti eind 2009 gevraagd een verslag met aanbevelingen en oplossingen op te stellen om de eengemaakte markt vlot te kunnen trekken. Bij de indiening van zijn rapport in 2010 merkte professor Monti op dat de eengemaakte markt van groot belang is voor verschillende andere EU-beleidsgebieden die veel politieke belangstelling krijgen en het risico lopen niet aan de verwachtingen te voldoen, tenzij ze ten volle op een robuuste eengemaakte markt kunnen vertrouwen.

Wat goederen betreft, stelde professor Monti dat het in 2008 goedgekeurde pakket maatregelen, met name de maatregelen betreffende het beginsel van wederzijdse erkenning en markttoezicht, volledig ten uitvoer moet worden gelegd om de dynamiek en expansie van de eengemaakte markt voor goederen in stand te houden.

Dit initiatief is een belangrijke stap in de uitvoering van het nieuwe wetgevingskader dat op 9 juli 2008 als onderdeel van het pakket maatregelen inzake goederen is vastgesteld. Het doel van het pakket van 2008 was om het vrije verkeer van veilige goederen te bevorderen door de consumentenbescherming en de doeltreffendheid van de EU-wetgeving inzake productveiligheid te versterken en het speelveld voor marktdeelnemers gelijk te maken.

Gezien de wereldwijde economische crisis is dit ook vandaag nog buitengewoon belangrijk, omdat een doeltreffend werkende interne markt essentieel is om het concurrentievermogen, de groei en de werkgelegenheid in de Europese Unie te bevorderen – belangrijke politieke prioriteiten van de Europese Commissie, zoals blijkt uit het voorstel voor een Akte voor de interne markt[1].

DE BIJDRAGE VAN HET GOEDERENPAKKET AAN DE INTERNE MARKT

Het vrije verkeer van goederen is een van de belangrijkste grondslagen van de interne markt, zoals vastgelegd in het Verdrag, en vormt de kern van de ontwikkeling van de Europese Unie.

Sinds de jaren zeventig is voor vele uiteenlopende goederen EU-wetgeving vastgesteld om op uniforme wijze te zorgen voor de bescherming van de consument, de werknemer op het werk, het milieu, de energiebronnen enzovoort en daardoor het vrije verkeer in de gehele Unie te waarborgen.

De goedkeuring van de nieuweaanpakwetgevingstechniek in 1985, waarbij wettelijke eisen worden beperkt tot dat wat essentieel is en gedetailleerde technische punten in geharmoniseerde Europese normen worden behandeld, heeft aan de bespoediging van het harmonisatieproces bijgedragen en het voor hele industriesectoren mogelijk gemaakt van het vrije verkeer te profiteren.

De technischeharmonisatiewetgeving is een succes gebleken. De interne markt voor goederen is werkelijkheid geworden en heeft gelijktijdig voor een hoog niveau van productveiligheid gezorgd en het vrije verkeer van goederen in de gehele Europese Unie vergemakkelijkt.

Bij de uitvoering en handhaving van deze wetgeving zijn echter een aantal zwakke punten aan het licht gekomen die de doeltreffendheid ervan ondermijnen, bijvoorbeeld de voortdurende aanwezigheid op de markt van niet-conforme en potentieel gevaarlijke goederen. Dit schaadt het vertrouwen in het hele systeem en leidt voor marktdeelnemers tot een ongelijk speelveld. Dit is deels het gevolg van onbevredigende prestaties van bepaalde aangemelde instanties en van inconsistenties in de wetgeving die de toepassing ervan voor fabrikanten en autoriteiten onnodig ingewikkeld maken.

Niet-conformiteit kan voor gebruikers van goederen gevaarlijk zijn en vermindert het concurrentievermogen van fabrikanten die wel aan de eisen voldoen, aangezien concurrenten die dat niet doen, oneerlijk voordeel behalen (bv. door dure conformiteitsbeoordelingsprocedures te vermijden).

Een groot probleem voor nationale markttoezichtautoriteiten is dat niet-conforme goederen en de marktdeelnemers die ze hebben geleverd, heel vaak niet traceerbaar zijn, met name wanneer de goederen van oorsprong zijn uit derde landen. Bovendien is het markttoezicht in de lidstaten niet altijd zo consequent of zorgvuldig als zou moeten, waardoor potentieel gevaarlijke goederen in omloop kunnen komen. Aangezien markttoezicht voornamelijk op nationaal niveau wordt uitgeoefend, is er dringend behoefte aan beter toezicht en betere coördinatie en uitwisseling van informatie op EU-niveau om in de gehele EU een uniformer veiligheidsniveau te waarborgen.

De wettelijke eisen voor goederen zijn voor marktdeelnemers steeds ingewikkelder geworden. Moderne goederen zijn technologisch complexer geworden en brengen meer uiteenlopende risico's met zich dan vroeger, zowel voor de gezondheid en veiligheid van mensen als voor het milieu. Dit betekent dat fabrikanten en andere marktdeelnemers nu meer en meer met verschillende wetgeving te kampen hebben die gelijktijdig op een en hetzelfde product van toepassing is. Daarnaast zijn er geleidelijk inconsistenties in de productwetgeving geslopen – er wordt verschillende terminologie gebruikt om concepten te omschrijven die in feite in alle harmonisatiewetgeving zijn opgenomen (bv. conformiteitsbeoordelingsprocedures en vrijwaringsclausules). Dit laatste probleem is belangrijker dan het in eerste instantie lijkt.

Zelfs kleine verschillen kunnen het voor marktdeelnemers moeilijk maken om te begrijpen hoe zij aan de wettelijke eisen moeten voldoen. Dit kan ertoe leiden dat eerlijke marktdeelnemers zwaar investeren in aspecten die eigenlijk onnodig zijn, om er absoluut zeker van te zijn dat zij voldoen aan de gestelde eisen. Tegelijkertijd bieden wettelijke inconsistenties en dubbelzinnigheden marktdeelnemers zonder scrupules de gelegenheid om controles van overheidsinstanties te omzeilen. Vaak is het voor nationale autoriteiten onduidelijk welke of hoe controles moeten worden uitgevoerd. Dit leidt ertoe dat lidstaten (of zelfs regio's binnen lidstaten) voor een verschillende aanpak kiezen, met als gevolg dat het markttoezicht niet overal in de EU met dezelfde regelmaat, operationele criteria en striktheid wordt uitgevoerd. Dit betekent dat zich een ongelijk speelveld voor marktdeelnemers kan ontwikkelen, of het nu fabrikanten of importeurs zijn.

Op grond van deze overwegingen heeft de Commissie in 2003 een mededeling bij het Parlement en de Raad ingediend over de tenuitvoerlegging van de in 1985 goedgekeurde nieuwe aanpak[2]. Hierin werd geconcludeerd dat de nieuweaanpakwetgevingstechniek moest worden geëvalueerd en aangevuld met wettelijke eisen voor de accreditatie van conformiteitsbeoordelingsinstanties en met algemeen beleid betreffende markttoezicht inzake goederen.

DE UITVOERING VAN HET NIEUWE WETGEVINGSKADER

In reactie op dit evaluatieproces heeft de Commissie een reeks maatregelen ingediend die bekend werden onder de naam "het goederenpakket". De teksten van het nieuwe wetgevingskader (NWK) - Verordening (EG) nr. 765/2008 en Besluit nr. 768/2008/EG - zijn goedgekeurd als onderdeel van het pakket (hieronder viel tevens een mededeling over registratie van auto's en een voorstel voor een verordening betreffende wederzijdse erkenning). Deze teksten gaan veel verder dan een eenvoudige herziening van de nieuwe aanpak en bieden eigenlijk een nieuw wettelijk kader voor de geharmoniseerde sectoren.

De twee NWK-teksten vormen een belangrijke politieke doorbraak voor de werking van de interne markt voor goederen, omdat zij niet alleen een overkoepelende en samenhangende aanpak vaststellen voor het beleid inzake technische harmonisatie op het gebied van productveiligheid, maar ook de weg vrij maken naar een echt, doeltreffend beleid inzake markttoezicht voor alle goederen die in de handel worden gebracht, ongeacht of zij van oorsprong zijn uit de EU of uit derde landen.

Het doel van de NWK-teksten is de doeltreffendheid van de wetgeving tot bescherming van de gezondheid en veiligheid (en andere algemene belangen) te versterken door:

- aanvulling van de ontbrekende elementen in het EU-beleid, bv. accreditatie en markttoezicht met inbegrip van de controle van goederen uit derde landen;

- de tekortkomingen van de bestaande situatie aan te pakken in het licht van twintig jaar toepassing van de nieuwe aanpak naast meer traditionele wetgeving;

- samenhang tot stand te brengen in wetgeving die nu op steeds meer sectoren betrekking heeft.

Beide teksten dragen op verschillende wijze bij aan een antwoord op deze behoeften en vervolledigen de in de wetgeving vastgelegde kwaliteitsketen: (essentiële) eisen betreffende de bescherming van gezondheid, veiligheid en andere algemene belangen, kwaliteitseisen voor fabrikanten en conformiteitsbeoordelingsinstanties, een accreditatiesysteem om de kwaliteit van de conformiteitsbeoordelingsinstanties te waarborgen, transparante conformiteitsbeoordelingsprocedures, strikt markttoezicht en controles van goederen uit derde landen. Een zwakke of ontbrekende schakel in deze keten kan ertoe leiden dat onveilige goederen de markt en (particuliere of professionele) eindgebruiker bereiken. De NWK-teksten vullen elkaar aan, zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en houden nauw verband met sectorale wetgeving, die ze ondersteunen en aanvullen.

In de verordening worden beginselen, regels, rechten en verplichtingen vastgesteld. De bepalingen ervan zijn sinds 1 januari 2010 rechtstreeks van toepassing en worden door de nationale autoriteiten ten uitvoer gelegd, waarbij de Commissie ondersteuning biedt en voor een gecoördineerde aanpak zorgt.

De modelbepalingen in het besluit zijn gebaseerd op veel voorkomende bepalingen in de harmonisatiewetgeving van de Unie, maar het besluit heeft zelf geen rechtsgevolgen. Als besluit sui generis vormt het een verbintenis van de EU-wetgever om de inhoud ervan zo systematisch mogelijk op alle productwetgeving uit verleden, heden en toekomst toe te passen en zo de tenuitvoerlegging door alle betrokkenen te vergemakkelijken.

De gevolgen van de verordening zijn tot op zekere hoogte afhankelijk van de opname van de bepalingen van het besluit in de sectorale wetgeving.

De NWK-teksten zijn in samenhang met de harmonisatiewetgeving van de Unie op de volgende wijze van toepassing:

- de sectorale wetgeving legt het volgende vast: het niveau van de bescherming van gezondheid, veiligheid en andere algemene belangen, de eisen voor marktdeelnemers en nationale autoriteiten, de passende conformiteitsbeoordelingsprocedures en vrijwaringsmechanismen;

- in Verordening (EG) nr. 765/2008 zijn regels vastgelegd voor de accreditatie van conformiteitsbeoordelingsinstanties die uit hoofde van sectorale wetgeving conformiteitsbeoordelingen uitvoeren, en worden aan markttoezichtautoriteiten verplichtingen opgelegd betreffende de handhaving van de verplichtingen van de sectorale wetgeving en de controle van goederen uit derde landen.

Via dit stroomlijningsproces worden alle bepalingen van Besluit nr. 768/2008/EG betreffende definities, verplichtingen van marktdeelnemers, traceerbaarsheidseisen, geconsolideerde criteria en procedures voor de aanmelding van conformiteitsbeoordelingsinstanties en geconsolideerde conformiteitsbeoordelingsprocedures in sectorale wetgeving opgenomen, waardoor de in Verordening (EG) nr. 765/2008 vastgelegde bepalingen inzake markttoezicht volledig van kracht kunnen worden.

HET STROOMLIJNINGSPROCES EN DIT PAKKET

Voor toekomstige wetgeving zal de Commissie systematisch nagaan of het haalbaar is de bepalingen van het besluit in sectorale wetgeving op te nemen, waarbij deze zo vaak en zo veel mogelijk op één lijn wordt gebracht. Indien de Commissie besluit van stroomlijning af te zien, moet zij grondig uitleggen waarom de bepalingen van het besluit niet geschikt zijn. Deze werkwijze wordt gevolgd waar en wanneer sectorale wetgeving wordt gewijzigd.

Sinds de vaststelling van het besluit zijn er een aantal wetgevingsbesluiten herzien. De speelgoedrichtlijn is herzien door Richtlijn 2009/48/EG van 18 juni 2009[3] en is de eerste richtlijn die volledig met Besluit nr. 768/2008/EG op één lijn is gebracht. Aan andere wordt momenteel gewerkt.

De vraag is wat te doen in gevallen waarin in de nabije toekomst geen evaluatie of herziening van wetgeving is voorzien. Natuurlijk, hoe samenhangender de productwetgeving is, des te makkelijker is deze te begrijpen en dus ook na te leven en te handhaven. Oplossingen die horizontaal, dus niet op sectorniveau, zijn geharmoniseerd, dragen zeker tot meer samenhang bij, zoals conformiteitsbeoordelingsprocedures en regels voor aangemelde instanties.

Daarom bestaat er een reële behoefte aan herziening van een aantal richtlijnen die normaliter in de nabije toekomst niet zouden worden herzien, zodat in de desbetreffende sectoren snel bepalingen in verband met markttoezicht in werking kunnen treden.

Derhalve wordt voorgesteld een pakket richtlijnen op één lijn te brengen met het besluit, die niet op de nominatie stonden voor herziening, maar waaraan bepalingen inzake markttoezicht en andere sectoroverschrijdende kwesties ten goede zouden komen, zonder dat afbreuk wordt gedaan aan zuiver sectorale overwegingen.

Het doel van dit pakket is dan ook de wijziging van zorgvuldig gekozen richtlijnen uitsluitend om de horizontale bepalingen van het besluit in een eenmalig vereenvoudigd proces erin op te nemen zonder sectorale kwesties te herzien, zodat de onmiddellijke voordelen van het NWK in zoveel mogelijk sectoren van kracht worden.

Om juridisch zo duidelijk mogelijk te zijn, heeft de Commissie voor de wetgevingstechniek van herschikking gekozen. Dit argument en het Interinstitutioneel Akkoord tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie moeten ertoe bijdragen dat de discussie in de medebeslissingsprocedure op de horizontale stroomlijning van de teksten met Besluit nr. 768/2008/EG gericht blijft en heropening van discussies over sectorspecifieke aspecten wordt vermeden.

De richtlijnen moeten tevens op de terminologie en de bepalingen van het Verdrag van Lissabon worden afgestemd. Met name de nieuwe bepalingen over de comitéprocedure moeten worden opgenomen, aangezien een aantal richtlijnen betrekking hebben op bestaande comités.

HOE ZIJN DE RICHTLIJNEN GEKOZEN?

Na goedkeuring van het NWK in juli 2008 hebben de diensten van de Commissie de productwetgeving zorgvuldig doorgenomen om vast te stellen welke instrumenten om sectorspecifieke redenen (bv. om het toepassingsgebied te verduidelijken of uit te breiden, om veiligheidseisen te actualiseren) in de komende drie tot vijf jaar (d.w.z. tot 2013) moesten worden herzien. De meeste bestaande wetgeving moest om sectorspecifieke redenen worden geactualiseerd en deze afzonderlijke herzieningen staan in het werkprogramma van de Commissie. De stroomlijning vindt in de context van deze herzieningen plaats.

De Commissie heeft ook gezocht naar wetgeving die qua structuur en benadering grotendeels overeenkomt met de bepalingen van Besluit nr. 768/2008/EG, teneinde deze met dit besluit op één lijn te brengen zonder herziening van het sectorale gedeelte. Dit heeft de keuze automatisch beperkt tot richtlijnen die volgens de nieuweaanpaktechniek zijn vastgesteld, aangezien voor andere wetgeving (met name richtlijnen volgens de oude of traditionele aanpak) een grondiger aanpassing nodig zou zijn die verder gaat dan louter "stroomlijning".

Dit proces heeft ertoe geleid dat de Commissie de volgende tien nieuweaanpakrichtlijnen heeft geselecteerd voor opname in dit stroomlijningspakket:

• Richtlijn explosieven voor civiel gebruik: Richtlijn 93/15/EEG betreffende de harmonisatie van de bepalingen inzake het in de handel brengen van en de controle op explosieven voor civiel gebruik;

• Richtlijn over apparaten voor gebruik op plaatsen met ontploffingsgevaar (ATEX): Richtlijn 94/9/EG inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende apparaten en beveiligingssystemen bedoeld voor gebruik op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen;

• Liftenrichtlijn: Richtlijn 95/16/EG inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende liften;

• Richtlijn drukapparatuur: Richtlijn 97/23/EG inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende liften;

• Meetinstrumentenrichtlijn: Richtlijn 2004/22/EG betreffende meetinstrumenten;

• Richtlijn elektromagnetische compatibiliteit (EMC): Richtlijn 2004/108/EG betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake elektromagnetische compatibiliteit;

• Laagspanningsrichtlijn (LVD): Richtlijn 2006/95/EG betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke voorschriften der lidstaten inzake elektrisch materiaal bestemd voor gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen;

• Richtlijn pyrotechnische artikelen: Richtlijn 2007/23/EG betreffende het in de handel brengen van pyrotechnische artikelen;

• Richtlijn niet-automatische weegwerktuigen: Richtlijn 2009/23/EG betreffende niet-automatische weegwerktuigen;

• Richtlijn drukvaten van eenvoudige vorm: Richtlijn 2009/105/EG inzake drukvaten van eenvoudige vorm.

Het belangrijkste gemeenschappelijke kenmerk van deze richtlijnen is dat ze een soortgelijke structuur hebben: definities, essentiële gezondheids- en veiligheidseisen, vermelding van geharmoniseerde Europese normen, eisen voor fabrikanten, traceerbaarsheidseisen en conformiteitsbeoordelingseisen (alle richtlijnen kennen een conformiteitsbeoordelingsprocedure en in acht ervan moet die door aangemelde instanties worden uitgevoerd) en vrijwaringsmechanismen.

Sommige richtlijnen zijn voor verschillende sectoren van belang (met name laagspanning, EMC, meetinstrumenten, apparaten voor gebruik op plaatsen met ontploffingsgevaar en drukapparatuur), waardoor de verwachte voordelen van de stroomlijning voor marktdeelnemers en nationale autoriteiten die voor het toezicht op deze markten verantwoordelijk zijn, worden versterkt.

De desbetreffende sectoren zijn zeer belangrijke industriesectoren die met hevige internationale concurrentie te kampen hebben en derhalve van vereenvoudiging en de garantie van een gelijk speelveld op de EU-markt zullen profiteren.

De basisgegevens van sommige van deze sectoren kunnen als volgt worden samengevat:

De LVD- en EMC-richtlijn hebben in het algemeen betrekking op alle huishoudelijke en professionele elektrische apparaten. De productie hiervan bedraagt respectievelijk circa 235,59 miljard euro (apparaten die onder de LVD-richtlijn vallen) en 200,12 miljard euro (apparaten die onder de EMC-richtlijn vallen). De handelsbalans is negatief (voor de LVD-richtlijn bedraagt de invoer 103,93 miljard euro en de uitvoer 83,09 miljard euro, terwijl de interne consumptie wordt geschat op 256,42 miljard euro; voor de EMC-richtlijn bedraagt de invoer 100,78 miljard euro en de uitvoer 76,07 miljard euro, terwijl de interne consumptie wordt geschat op 224,83 miljard euro).

Alle producten die op een plaats met ontploffingsgevaar (mijnen, petrochemische fabrieken, pompstations enz.) kunnen worden gebruikt, ongeacht of zij elektrisch, mechanisch of door druk aangedreven worden, vallen onder de ATEX-richtlijn. De productie bedraagt circa 2,2 miljard euro en de handelsbalans is positief: de invoer bedraagt 400 miljoen euro en de interne consumptie wordt geraamd op 1,9 miljard euro, 86% van de interne productie.

De sector meetinstrumenten (inclusief niet-automatische weegwerktuigen), waaronder alle meters voor water, gas, elektriciteit, benzine en alle andere vloeistoffen en ook alle weegwerktuigen in de detailhandel, heeft een productie ter waarde van circa 5,75 miljard euro. De meeste instrumenten worden in de EU vervaardigd, terwijl de invoer minder dan een kwart van de EU-productie bedraagt.

De sector pyrotechnische artikelen, waaronder niet alleen vuurwerk maar ook de technologie voor airbags voor auto's valt, heeft een productie ter waarde van 4,2 miljard euro (2,8 miljard voor airbags). Het feit dat 95% van het vuurwerk buiten de EU wordt geproduceerd, onderstreept de noodzaak van strikte traceerbaarsheidseisen.

Drukapparatuur (inclusief drukvaten van eenvoudige vorm) kan onder verschillende sectoren vallen, aangezien deze meestal als onderdeel in een groter eindproduct wordt gebruikt. Goederen waarvan drukapparatuur onderdeel uitmaakt, lopen uiteen van consumptiegoederen (bv. snelkookpannen, huishoudelijke airconditioningsystemen, brandblussers) tot industriële goederen (bv. drukvaten en persleidingen in chemische installaties, verschillende soorten machines).

Hieruit blijkt duidelijk dat de desbetreffende sectoren zeer belangrijk zijn en dat een grotere samenhang in de wetgeving en betere mogelijkheden voor een doeltreffend markttoezicht, met name wat goederen van oorsprong uit derde landen betreft, zeer positieve effecten zullen hebben.

DE INHOUD VAN DE VOORSTELLEN

De voorstellen waarop dit initiatief betrekking heeft, zijn, wat de inhoud betreft, strikt beperkt tot stroomlijning met Besluit nr. 768/2008/EG en de nieuwe terminologie van het Verdrag van Lissabon (met inbegrip van de nieuwe bepalingen inzake de comitéprocedure). Meer in het bijzonder worden hierin definities, traceerbaarheidseisen, verplichtingen van marktdeelnemers, criteria en procedures voor de selectie van conformiteitsbeoordelingsinstanties (aangemelde instanties) en conformiteitsbeoordelingseisen op één lijn gebracht.

Het taalgebruik in de bepalingen van het besluit is zoveel mogelijk gehandhaafd, maar in bepaalde omstandigheden is het aangepast met het oog op een correcte en zinvolle integratie in de richtlijnen. De terminologie kan derhalve van richtlijn tot richtlijn uiteenlopen, maar de betekenis en wettelijke verplichtingen zijn dezelfde.

De kern van de stroomlijning van de tien richtlijnen kan als volgt worden samengevat:

1. Maatregelen om het probleem van niet-conformiteit aan te pakken:

2. verplichtingen van importeurs en distributeurs om te controleren of de goederen van de CE-markering, van de vereiste documenten en van informatie over traceerbaarheid zijn voorzien. Er zijn bijkomende verplichtingen voor importeurs;

3. verplichtingen van fabrikanten om in een taal die consumenten en andere eindgebruikers makkelijk kunnen begrijpen, een gebruiksaanwijzing en informatie aangaande de veiligheid te verstrekken, om steekproeven uit te voeren en toezicht op het product te houden;

4. traceerbaarheidseisen voor de gehele distributieketen: fabrikanten en importeurs moeten hun naam en adres op de producten aanbrengen; iedere marktdeelnemer moet de autoriteiten kunnen meedelen van wie hij een product heeft gekocht en aan wie hij het heeft geleverd;

5. reorganisatie van de vrijwaringsprocedure (markttoezicht) om te verduidelijken hoe de betrokken handhavingsautoriteiten over gevaarlijke goederen worden geïnformeerd, en te waarborgen dat in alle lidstaten dezelfde maatregelen betreffende dat product worden genomen.

6. Maatregelen om de kwaliteit van de werkzaamheden van de aangemelde instanties te waarborgen:

7. verscherping van de aanmeldingseisen voor aangemelde instanties (inclusief onderaannemers en dochterondernemingen), zoals onpartijdigheid, bekwaamheid in de uitvoering van hun activiteiten, en toepassing van de door coördinatiegroepen ontwikkelde richtsnoeren;

8. herziene aanmeldingsprocedure : lidstaten die een instantie aanmelden, moeten informatie verstrekken over de beoordeling van de bekwaamheid van die instantie. Andere lidstaten kunnen binnen een bepaalde periode bezwaar tegen de aanmelding aantekenen;

9. eisen voor aanmeldende autoriteiten (d.w.z. de nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de beoordeling en aanmelding van en het toezicht op aangemelde instanties), zoals objectiviteit en onpartijdigheid bij de uitvoering van hun activiteiten;

10. informatieplicht : aangemelde instanties moeten de aanmeldende autoriteiten in kennis stellen van weigering, beperking, opschorting en intrekking van certificaten.

11. Maatregelen om de richtlijnen onderling meer samenhang te geven:

12. op één lijn brengen van vaak gebruikte definities en terminologie ;

13. op één lijn brengen van de teksten van de conformiteitsbeoordelingsprocedures .

Kwesties in verband met de uitvoering van het EU-normalisatiebeleid, die een domino-effect op de uitvoering van de hier opgenomen richtlijnen kunnen hebben, worden in een afzonderlijk initiatief behandeld (het normalisatiepakket).

CONCLUSIES

De Commissie hecht groot belang aan deze voorstellen, die een belangrijke bijdrage aan de politieke doelstelling van een goed werkende interne markt voor particuliere en professionele consumenten en marktdeelnemers in het algemeen leveren. De op één lijn gebrachte richtlijnen zullen het concurrentievermogen van het Europese bedrijfsleven versterken en een gelijk speelveld voor iedereen waarborgen, waar gezagsgetrouwe marktdeelnemers worden beschermd tegen marktdeelnemers met minder scrupules.

Dit initiatief sluit ook buitengewoon goed aan bij het streven van de Commissie naar betere regelgeving en vereenvoudiging, aangezien het samenhang en uniformiteit van wetgeving in vele verschillende industriesectoren creëert en ertoe bijdraagt het makkelijker te maken om EU-wetgeving te begrijpen, uit te voeren, na te leven en te handhaven.

De Commissie heeft de instrumenten voor dit pakket geselecteerd met het uitgangspunt dat de enige wijzigingen die worden aangebracht, verband houden met de afstemming op de bepalingen van het NWK. De materiële technische aspecten van de desbetreffende sectorale wetgeving worden niet gewijzigd[4]. De Commissie verzoekt het Europees Parlement en de Raad derhalve het pakket als zodanig te behandelen, zodat de algehele samenhang die in de herschikkingstechniek besloten ligt, wordt gewaarborgd en opsplitsing van debatten in een reeks sectorale discussies wordt vermeden.

[1] COM(2011) 206 definitief van 13.4.2011.

[2] Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad: Verbetering van de tenuitvoerlegging van de nieuwe-aanpakrichtlijnen, COM(2003) 240 definitief van 7.5.2003.

[3] PB L 170 van 30.6.2009, blz. 1.

[4] Er wordt een uitzondering gemaakt voor de richtlijn pyrotechnische artikelen. De Commissie stelt een kleine correctie voor in bijlage I, punt 4, om te vermijden dat na 4 juli 2013 onbedoeld airbags en bepaalde andere pyrotechnische artikelen officieel worden verboden. Het gaat om een relatief kleine wijziging van de bestaande tekst. Derhalve wordt het zinvoller en doeltreffender geacht de richtlijn binnen het pakket te houden dan een op zichzelf staand herzieningsproces uit te voeren.

Top