Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52010PC0814

    Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot vaststelling van het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen ten aanzien van voorstellen tot wijzigingen van bijlage III bij het Verdrag van Rotterdam

    /* COM/2010/0814 def. - NLE 2010/0394 */

    52010PC0814

    Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot vaststelling van het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen ten aanzien van voorstellen tot wijzigingen van bijlage III bij het Verdrag van Rotterdam /* COM/2010/0814 def. - NLE 2010/0394 */


    [pic] | EUROPESE COMMISSIE |

    Brussel, 11.1.2011

    COM(2010) 814 definitief

    2010/0394 (NLE)

    Voorstel voor een

    BESLUIT VAN DE RAAD

    tot vaststelling van het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen ten aanzien van voorstellen tot wijzigingen van bijlage III bij het Verdrag van Rotterdam

    (ingediend door de Commissie)

    TOELICHTING

    1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

    Onder auspiciën van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) en het Milieuprogramma van de Verenigde Naties (UNEP) zijn de onderhandelingen over een verdrag inzake de toepassing van de procedure met betrekking tot voorafgaande geïnformeerde toestemming (PIC) ten aanzien van bepaalde gevaarlijke chemische stoffen en pesticiden in de internationale handel in maart 1998 beëindigd.

    Het verdrag is voor ondertekening opengesteld tijdens een ministersconferentie die in september 1998 in Rotterdam is gehouden. Het is op 11 september 1998 door de Gemeenschap ondertekend. Het Verdrag van Rotterdam betekent een belangrijke stap voorwaarts bij de internationale regulering van bepaalde gevaarlijke chemische stoffen, met inbegrip van pesticiden. Het heeft als doelstelling gezamenlijke verantwoordelijkheid en samenwerking tussen de partijen bij de internationale handel in deze chemische stoffen te bevorderen teneinde de gezondheid van de mens en het milieu tegen mogelijke schade te beschermen en bij te dragen tot een vanuit milieuoogpunt verantwoord gebruik van deze stoffen.

    De Unie heeft het verdrag ten uitvoer gelegd middels Verordening (EG) nr. 689/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 betreffende de in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen[1]. Bij Besluit 2006/730/EG[2] van 25 september 2006 heeft de Raad het verdrag namens de Europese Gemeenschap goedgekeurd.

    Het Verdrag is op 24 februari 2004 in werking getreden. De vijfde vergadering van de Conferentie van de Partijen (COP5) zal in Genève plaatsvinden van 20 tot en met 24 juni 2011. Naast de Unie zijn ook 26 van haar lidstaten partij bij het verdrag.

    Op basis van de aanbevelingen van de Commissie ter beoordeling van chemische stoffen (Chemical Review Committee, CRC), een ondersteunend orgaan onder het gezag van de COP, dient de Conferentie van de Partijen besluiten te nemen over de opneming van nieuwe chemische stoffen in bijlage III van het verdrag, waardoor de PIC-procedure op deze stoffen van toepassing wordt.

    Voor de vier chemische stoffen die volgens de aanbevelingen van de CRC in bijlage III van het Verdrag van Rotterdam moeten worden opgenomen, namelijk wit asbest (chrysotiel), endosulfan, alachloor en aldicarb, gelden reeds soortgelijke restricties krachtens het EU-recht. De Commissie stelt de Raad daarom voor een besluit te nemen waarbij de wijzigingen van bijlage III van het Verdrag van Rotterdam op de COP5 namens de Unie wordt ondersteund.

    2010/0394 (NLE)

    Voorstel voor een

    BESLUIT VAN DE RAAD

    tot vaststelling van het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen ten aanzien van voorstellen tot wijzigingen van bijlage III bij het Verdrag van Rotterdam

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 192, lid 1, en artikel 207, juncto artikel 218, lid 9,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    1. De Europese Unie heeft het Verdrag van Rotterdam inzake de procedure met betrekking tot voorafgaande geïnformeerde toestemming ten aanzien van bepaalde gevaarlijke chemische stoffen en pesticiden in de internationale handel, hierna "het Verdrag van Rotterdam" genoemd, geratificeerd[3].

    2. Het Verdrag van Rotterdam is in de Unie ten uitvoer gelegd bij Verordening (EG) nr. 689/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 betreffende de in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen[4].

    3. Om ervoor te zorgen dat invoerende landen de bescherming genieten waarin het Verdrag van Rotterdam voorziet, is het noodzakelijk en gepast de aanbeveling van de Commissie ter beoordeling van chemische stoffen inzake de opneming van wit asbest (chrysotiel), endosulfan, alachloor en aldicarb in bijlage III bij het Verdrag van Rotterdam te ondersteunen. Deze vier stoffen zijn in de Unie reeds verboden of strikt gereguleerd en derhalve gelden voor de uitvoer daarvan reeds voorschriften die verder reiken dan de eisen van het Verdrag van Rotterdam.

    4. Naar verwachting zullen op de vijfde vergadering van de Conferentie van de Partijen (COP5) bij het Verdrag van Rotterdam besluiten worden genomen over de voorgestelde wijzigingen van bijlage III. De Unie dient deze wijzigingen te ondersteunen,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Enig artikel

    Op de vijfde vergadering van de Conferentie van de Partijen bij het Verdrag van Rotterdam ondersteunt de Commissie namens de Unie de aanneming van de wijzigingen van bijlage III waarbij wit asbest (chrysotiel), endosulfan, alachloor en aldicarb in die bijlage worden opgenomen.

    Gedaan te Brussel,

    Voor de Raad

    De voorzitter

    [1] PB L 204 van 31.7.2008, blz. 1.

    [2] PB L 299 van 28.10.2006, blz. 23.

    [3] PB L 299 van 28.10.2006, blz. 23.

    [4] PB L 204 van 31.7.2008, blz. 1.

    Top