EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52010PC0764

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot intrekking van een aantal achterhaalde wetsbesluiten van de Raad op het gebied van het gemeenschappelijk landbouwbeleid

/* COM/2010/0764 def. */

52010PC0764




[pic] | EUROPESE COMMISSIE |

Brussel, 20.12.2010

COM(2010) 764 definitief

2010/0368 (COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot intrekking van een aantal achterhaalde wetsbesluiten van de Raad op het gebied van het gemeenschappelijk landbouwbeleid

TOELICHTING

Een aantal wetsbesluiten die gedurende de afgelopen tientallen jaren zijn vastgesteld en nog altijd van kracht zijn, zijn inmiddels achterhaald omdat deze tijdelijk van aard waren of de inhoud ervan is opgenomen in latere wetsbesluiten. Verscheidene maatregelen in verband met de toetreding van nieuwe lidstaten bevatten overgangsmaatregelen voor de periode onmiddellijk na de toetreding van deze landen, en zijn nu eveneens achterhaald. Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie hebben in het interinstitutionele akkoord over beter wetgeven afgesproken dat de Gemeenschapswetgeving moet worden geactualiseerd en in volume verminderd door wetsbesluiten in te trekken die niet meer worden toegepast. Wetsbesluiten die niet meer relevant zijn, moeten in het belang van de transparantie en de rechtszekerheid van de wetgeving van de Unie uit het acquis communautaire worden verwijderd.

De Commissie heeft verscheidene malen achterhaalde wetgeving uit het acquis geschrapt, deels via de traditionele intrekkingsprocedure, deels door de betrokken wetsbesluiten van de Commissie achterhaald te verklaren. De Commissie heeft ook een aantal op de artikelen 42 en 43 van het Verdrag (voorheen de artikelen 36 en 37) en twee toetredingsakten gebaseerde wetsbesluiten van de Raad inzake het gemeenschappelijk landbouwbeleid aangewezen die geen praktische gevolgen meer hebben, maar formeel nog steeds van kracht zijn. De Commissie beschikt niet over de bevoegdheid om wetsbesluiten die door de Raad zijn vastgesteld, achterhaald te verklaren. Omwille van de rechtszekerheid stelt de Commissie voor dat de in dit voorstel opgenomen wetsbesluiten door de Raad en het Europees Parlement worden ingetrokken.

2010/0368 (COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot intrekking van een aantal achterhaalde wetsbesluiten van de Raad op het gebied van het gemeenschappelijk landbouwbeleid

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 42, eerste alinea, en artikel 43, lid 2,

Gezien de Toetredingsakte van 1979, en met name artikel 60, artikel 61, punt 5 , en artikel 72 , lid 1,

Gezien de Akte van Toetreding van Spanje en Portugal, en met name artikel 234, lid 3,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité[1],

Gezien het advies van het Comité van de Regio's[2],

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

1. Het transparanter maken van de wetgeving van de Unie is een essentieel onderdeel van de strategie voor beter wetgeven die de instellingen van de Unie ten uitvoer leggen. In dat verband is het dienstig wetsbesluiten die geen reëel effect meer hebben, uit de actieve regelgeving te verwijderen.

2. De volgende verordeningen met betrekking tot het gemeenschappelijk landbouwbeleid zijn achterhaald, hoewel zij formeel nog steeds van kracht zijn:

3. Verordening (EEG) nr. 2052/69 van de Raad van 17 oktober 1969 betreffende de communautaire financiering van de uitgaven betreffende de uitvoering van de Overeenkomst inzake voedselhulp[3]. Die verordening heeft geen effect meer aangezien de inhoud ervan is opgenomen in latere wetsbesluiten.

4. Verordening (EEG) nr. 1467/70 van de Raad van 20 juli 1970 houdende vaststelling van enkele algemene regels voor interventie in de sector ruwe tabak[4]. Die verordening heeft geen effect meer aangezien de inhoud ervan is opgenomen in latere wetsbesluiten.

5. Verordening (EEG) nr. 3279/75 van de Raad van 16 december 1975 betreffende de unificatie van de invoerregelingen die door iedere lidstaat worden toegepast ten opzichte van derde landen in de sector levende planten en producten van de bloementeelt[5]. Die verordening heeft geen effect meer aangezien de inhoud ervan is opgenomen in latere wetsbesluiten.

6. Verordening (EEG) nr. 1078/77 van de Raad van 17 mei 1977 tot invoering van een stelsel van premies voor het niet in de handel brengen van melk en zuivelproducten en voor de omschakeling van het melkveebestand[6]. Bij die verordening zijn maatregelen getroffen die tot en met 31 maart 1978 van toepassing waren, waardoor zij nu geen effect meer heeft.

7. Verordening (EEG) nr. 1853/78 van de Raad van 25 juli 1978 tot vaststelling van de algemene voorschriften inzake de bijzondere maatregelen voor ricinuszaad[7]. Bij die verordening zijn maatregelen getroffen voor de toepassing van Verordening (EEG) nr. 2874/77 van de Raad van 19 december 1977 houdende bijzondere maatregelen voor ricinuszaad[8], waarvan de geldigheid op 30 september 1984 verliep, waaroor deze nu geen effect meer heeft.

8. Verordening (EEG) nr. 2580/78 van de Raad van 31 oktober 1978 tot verlenging van het verkoopseizoen 1977/1978 voor olijfolie, houdende bijzondere maatregelen in deze sector en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 878/77 inzake de in de landbouwsector toe te passen wisselkoersen[9]. Die verordening had uitsluitend betrekking op de verkoopseizoenen 1977/78 en 1978/79, waardoor deze nu geen effect meer heeft.

9. Verordening (EEG) nr. 1/81 van de Raad van 1 januari 1981 houdende vaststelling van de algemene regels van het stelsel van compenserende bedragen "toetreding" in de sector granen[10]. Die verordening was bedoeld om te worden toegepast in de overgangsperiode na de toetreding van Griekenland tot de Europese Gemeenschappen, waardoor zij nu geen effect meer heeft.

10. Verordening (EEG) nr. 1946/81 van de Raad van 30 juni 1981 tot beperking van de investeringssteun voor de melkproductie[11]. Die verordening heeft geen effect meer aangezien de inhoud ervan is opgenomen in latere wetsbesluiten.

11. Verordening (EEG) nr. 2989/82 van de Raad van 9 november 1982 inzake de toekenning van steun voor het verbruik van boter in Denemarken, Griekenland, Italië en Luxemburg[12]. Bij die verordening zijn slechts tijdelijke maatregelen getroffen, waardoor zij nu geen effect meer heeft.

12. Verordening (EEG) nr. 3033/83 van de Raad van 26 oktober 1983 tot afschaffing van het compenserend bedrag ,,toetreding” voor likeurwijn[13]. Die verordening was bedoeld om te worden toegepast in de overgangsperiode na de toetreding van Griekenland tot de Europese Gemeenschappen, waardoor zij nu geen effect meer heeft.

13. Verordening (EEG) nr. 564/84 van de Raad van 1 maart 1984 houdende schorsing van de investeringssteun voor de melkproductie[14]. Die verordening had slechts betrekking op het jaar 1984, waardoor zij nu geen effect meer heeft.

14. Verordening (EEG) nr. 2997/87 van de Raad van 22 september 1987 tot vaststelling van het bedrag van de steun aan de telers voor de oogst 1986 en van bijzondere maatregelen voor bepaalde productiegebieden in de sector hop[15]. Bij die verordening is een speciale maatregel getroffen die tot en met 1990 van toepassing was, waardoor zij nu geen effect meer heeft.

15. Verordening (EEG) nr. 1441/88 van de Raad van 24 mei 1988 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 822/87 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt[16]. Die verordening gaf de Raad de macht om bepaalde overgangsbepalingen aan te passen die het gevolg waren van de toetreding van Portugal tot de Europese Gemeenschappen, waardoor zij nu geen effect meer heeft.

16. Verordening (EEG) nr. 1720/91 van de Raad van 13 juni 1991 tot wijziging van Verordening nr. 136/66/EEG houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten[17]. Bij die verordening zijn verscheidene uitzonderlijke maatregelen in de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten ingevoerd, die tot uiterlijk 30 juni 1992 van toepassing waren, waardoor zij nu geen effect meer heeft.

17. Verordening (EEG) nr. 740/93 van de Raad van 17 maart 1993 tot vaststelling van een vergoeding voor de definitieve beëindiging van de melkproductie in Portugal[18]. Bij die verordening is een speciale maatregel getroffen die tot en met 1996 geldig was, waardoor zij nu geen effect meer heeft.

18. Verordening (EEG) nr. 741/93 van de Raad van 17 maart 1993 betreffende de toepassing van de gemeenschappelijke interventieprijs voor olijfolie in Portugal[19]. Die verordening was bedoeld om te worden toegepast in de overgangsperiode na de toetreding van Portugal tot de Europese Gemeenschappen, waardoor zij nu geen effect meer heeft.

19. Verordening (EEG) nr. 744/93 van de Raad van 17 maart 1993 tot vaststelling van de algemene regels voor de toepassing van de aanvullende regeling voor de levering in Portugal van andere producten dan groenten en fruit[20]. Die verordening betrof de toepasselijkheid op Portugal van Verordening (EEG) nr. 3817/92 van de Raad van 28 december 1992 tot vaststelling van de algemene regels voor de toepassing van de aanvullende regeling voor de levering in Spanje van andere producten dan groenten en fruit[21], welke verordening echter later is ingetrokken, waardoor eerstgenoemde verordening ook geen effect meer had.

20. Verordening (EG) nr. 2443/96 van de Raad van 17 december 1996 tot vaststelling van aanvullende maatregelen voor rechtstreekse ondersteuning van het producenteninkomen of van de rundvleessector[22]. Die verordening had slechts betrekking op het jaar 1997, waardoor zij nu geen effect meer heeft.

21. Verordening (EG) nr. 2200/97 van de Raad van 30 oktober 1997 betreffende de sanering van de productie van appelen, peren, perziken en nectarines in de Gemeenschap[23]. Die verordening was bedoeld om een speciale premie in te voeren voor het verkoopseizoen 1997/1998, waardoor zij nu geen effect meer heeft.

22. Verordening (EG) nr. 2330/98 van de Raad van 22 oktober 1998 inzake een vergoedingsvoorstel aan bepaalde producenten van melk en zuivelproducten die tijdelijk in de uitoefening van hun activiteit zijn beperkt[24]. Bij die verordening is slechts een speciale tijdelijke maatregel getroffen, waardoor zij nu geen effect meer heeft.

23. Verordening (EG) nr. 2800/98 van de Raad van 15 december 1998 houdende overgangsmaatregelen voor de invoering van de euro in het gemeenschappelijk landbouwbeleid[25]. Die verordening was uitsluitend voor overgangsmaatregelen bedoeld, waardoor zij nu geen effect meer heeft.

24. Verordening (EG) nr. 2802/98 van de Raad van 17 december 1998 betreffende een programma om de Russische Federatie van landbouwproducten te voorzien[26]. Die verordening was bedoeld als eenmalige maatregel, waardoor zij nu geen effect meer heeft.

25. Verordening (EG) nr. 660/1999 van de Raad van 22 maart 1999 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2075/92 en tot vaststelling van de premies en de garantiedrempels voor tabaksbladeren per soortengroep en per lidstaat voor de oogsten 1999, 2000 en 2001[27]. Die verordening had uitsluitend betrekking op de oogsten van 1999, 2000 en 2001, waardoor deze nu geen effect meer heeft.

26. Verordening (EG) nr. 546/2002 van de Raad van 25 maart 2002 tot vaststelling, voor de oogsten 2002, 2003 en 2004 en per soortengroep, van de garantiedrempels per lidstaat en de premies voor tabaksbladeren en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2075/92[28]. Die verordening had uitsluitend betrekking op de oogsten van 2002, 2003 en 2004, waardoor zij nu geen effect meer heeft.

27. Verordening (EG) nr. 527/2003 van de Raad van 17 maart 2003 houdende machtiging tot het aanbieden en leveren voor rechtstreekse menselijke consumptie van bepaalde uit Argentinië ingevoerde wijnen waarop oenologische procédés zijn toegepast waarin niet is voorzien bij Verordening (EG) nr. 1493/1999[29]. Die verordening was bedoeld om een afwijking in te voeren die slechts tot en met 30 september 2003 van toepassing was, waardoor zij nu geen effect meer heeft.

28. Ter wille van de rechtszekerheid en de duidelijkheid moeten deze achterhaalde verordeningen worden ingetrokken,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De Verordeningen (EEG) nr. 2052/69, (EEG) nr. 1467/70, (EEG) nr. 3279/75, (EEG) nr. 1078/77, (EEG) nr. 1853/78, (EEG) nr. 2580/78, (EEG) nr. 1/81, (EEG) nr. 1946/81 , (EEG) nr. 2989/82, (EEG) nr. 3033/83, (EEG) nr. 564/84, (EEG) nr. 2997/87, (EEG) nr. 1441/88, (EEG) nr. 1720/91, (EEG) nr. 740/93, (EEG) nr. 741/93, (EEG) nr. 744/93, (EG) nr. 2443/96, (EG) nr. 2200/97, (EG) nr. 2330/98, (EG) nr. 2800/98, (EG) nr. 2802/98, (EG) nr. 660/1999, (EG) nr. 546/2002 en (EG) nr. 527/2003 worden ingetrokken.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te […],

Voor het Europees Parlement Voor de Raad

De voorzitter De voorzitter

[1] PB C, , blz.

[2] PB C, , blz.

[3] PB L 263 van 21.10.1969, blz. 6.

[4] PB L 164 van 27.7.1970, blz. 32.

[5] PB L 326 van 18.12.1975, blz. 1.

[6] PB L 131 van 26.5.1977, blz. 1.

[7] PB L 212 van 2.8.1978, blz. 1.

[8] PB L 332 van 24.12.1977, blz. 1.

[9] PB L 309 van 1.11.1978, blz. 13.

[10] PB L 1 van 1.1.1981, blz. 1.

[11] PB L 197 van 20.7.1981, blz. 32.

[12] PB L 314 van 10.11.1982, blz. 25.

[13] PB L 297 van 29.10.1983, blz. 1.

[14] PB L 61 van 2.3.1984, blz. 34.

[15] PB L 284 van 7.10.1987, blz. 19.

[16] PB L 132 van 28.5.1988, blz. 1.

[17] PB L 162 van 26.6.1991, blz. 27.

[18] PB L 77 van 31.3.1993, blz. 5.

[19] PB L 77 van 31.3.1993, blz. 7.

[20] PB L 77 van 31.3.1993, blz. 11.

[21] PB L 387 van 31.12.1992, blz. 12.

[22] PB L 333 van 21.12.1996, blz. 2.

[23] PB L 303 van 6.11.1997, blz. 3.

[24] PB L 291 van 30.10.1998, blz. 4.

[25] PB L 349 van 24.12.1998, blz. 8.

[26] PB L 349 van 24.12.1998, blz. 12.

[27] PB L 83 van 27.3.1999, blz. 10.

[28] PB L 84 van 28.3.2002, blz. 4.

[29] PB L 78 van 25.3.2003, blz. 1.

Top