EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52010PC0098

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van de Overeenkomst van Genève inzake de handel in bananen tussen de Europese Unie en Brazilië, Colombia, Costa Rica, Ecuador, Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama, Peru en Venezuela en de Overeenkomst inzake de handel in bananen tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten

/* COM/2010/0098 def. */

52010PC0098




[pic] | EUROPESE COMMISSIE |

Brussel, 17.3.2010

COM(2010)98 definitief

2010/0057 (NLE)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende de sluiting van de Overeenkomst van Genève inzake de handel in bananen tussen de Europese Unie en Brazilië, Colombia, Costa Rica, Ecuador, Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama, Peru en Venezuela en de Overeenkomst inzake de handel in bananen tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten

TOELICHTING

Bij Verordening (EEG) nr. 404/93 van de Raad van 13 februari 1993 is een gemeenschappelijke ordening van de markt in de sector bananen tot stand gebracht. Na de vaststelling van deze verordening door de Raad hebben tal van Latijns-Amerikaanse WTO-leden die op basis van het beginsel van de meest begunstigde natie bananen leverden aan de EU, alsook de Verenigde Staten, WTO-geschillenbeslechtingsprocedures tegen de EU ingeleid (met name het lang slepende geschil WT/DS27) met betrekking tot de ongelijke behandeling van bananen die door verschillende leveranciers in de Europese Unie op de markt worden gebracht.

Op respectievelijk 11 april 2001 en 30 april 2001 heeft de Commissie een Memorandum van overeenstemming gesloten met Ecuador en met de Verenigde Staten waarin de voorwaarden werden vastgesteld om tot een vergelijk te komen over deze geschillen. In die Memoranda van overeenstemming wordt de invoering, in 2006, van een uitsluitend op tarieven gebaseerde invoerregeling voor bananen gepland. Op 14 november 2001 is op de Ministeriële Conferentie van de WTO in Doha besloten om de EU, ten aanzien van haar preferentiële behandeling van uit de ACS-landen afkomstige producten uit hoofde van de Overeenkomst van Cotonou, te ontheffen van bepaalde van haar verplichtingen uit hoofde van de artikelen I ("Doha Waiver") en XIII van de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel (GATT). In die ontheffingenbesluiten is voor de ontheffing met betrekking tot bananen de voorwaarde vastgelegd dat de in 2006 in te voeren, uitsluitend op tarieven gebaseerde regeling "ertoe leidt dat de volledige markttoegang voor MBN-bananenleveranciers ten minste wordt gehandhaafd" en is voorzien in een arbitragemechanisme in geval van onenigheid.

Op 12 juli 2004 heeft de Raad de Commissie gemachtigd tot het openen van onderhandelingen krachtens artikel XXVIII van de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel 1994 (hierna "GATT 1994" genoemd) met het oog op de opname van een uitsluitend op tarieven gebaseerde regeling voor bananen in de EG-lijst. Bijgevolg heeft de Gemeenschap de WTO op 15 juli 2004 in kennis gesteld van haar voornemen om concessies voor onderverdeling 0803 00 19 (bananen) van de bij de WTO ingediende EG-lijst CXL te wijzigen. De onderhandelingen werden door de Commissie gevoerd in overleg met het bij artikel 133 van het Verdrag ingestelde Comité en het Speciaal Comité Landbouw en binnen het door de onderhandelingsrichtsnoeren van de Raad gestelde kader. Deze onderhandelingen hebben niet tot een akkoord geleid.

Op 31 januari 2005 heeft de Gemeenschap de WTO in kennis gesteld van haar voornemen om haar concessies voor onderverdeling 0803 00 19 (bananen) te vervangen door een geconsolideerd recht van 230 euro/ton. Op 30 maart 2005 is door verscheidene WTO-leden (Brazilië, Colombia, Costa Rica, Ecuador, Guatemala, Honduras, Nicaragua, Panama en Venezuela) krachtens de Doha Waiver om arbitrage verzocht. Volgens de op 1 augustus 2005 bekendgemaakte uitspraak van de arbiter was het door de Commissie voorgestelde meestbegunstigingstarief van 230 euro/ton strijdig met de voorwaarden van de Doha Waiver. De Commissie heeft het EG-voorstel herzien in het licht van de bevindingen van de arbiter. Volgens een tweede, op 27 oktober 2005 bekendgemaakte uitspraak van de arbiter schoot ook het herziene voorstel voor een meestbegunstigingstarief van 187 euro/ton tekort.

Met het oog op haar verplichting om tegen 1 januari 2006 een uitsluitend op tarieven gebaseerde regeling in te voeren en gelet op het gebrek aan overeenstemming over een geconsolideerd recht, heeft de EU bij Verordening (EG) nr. 1964/2005 van de Raad een toegepast MBN-tarief van 176 euro/ton vastgesteld. Bij deze verordening werd ook een autonoom tariefcontingent van 775 000 ton nettogewicht met nulrecht geopend voor de invoer van bananen van oorsprong uit de ACS-landen. In afwachting van een akkoord met de MBN-bananenleveranciers heeft de EU geen verdere voorstellen tot wijziging van haar tarieflijst voor bananen aangemeld.

Op grond van de Economisch Partnerschapsovereenkomsten met de EU genieten ACS-bananenleveranciers sinds 1 januari 2008 rechten- en contingentvrije toegang tot de EU-markt.

Op 23 februari 2007 en 29 juni 2007 hebben respectievelijk Ecuador en de Verenigde Staten overeenkomstig artikel 21.5 van het WTO-Memorandum inzake geschillenbeslechting verzocht om de instelling van een panel, omdat de door de EU genomen maatregelen ter nakoming van de door het Orgaan voor Geschillenbeslechting van de WTO uitgebrachte rapporten over geschil WT/DS27 strijdig zouden zijn met de WTO-overeenkomsten. De eindrapporten werden aangenomen in december 2008. In het rapport over de door Ecuador aanhangig gemaakte zaak werd gesteld dat het door de EU toegepaste tarief (176 euro/ton) voor bananen strijdig was met de in het kader van GATT 1994 geconsolideerde rechten van de EU. In beide rapporten werd geoordeeld dat de door de EU ten tijde van de instelling van het panel toegekende preferenties (775 000 ton met nulrecht) strijdig waren met de GATT 1994.

Op 22 maart 2004 en 29 januari 2007 heeft de Raad de Commissie gemachtigd tot het openen van onderhandelingen krachtens artikel XXIV, lid 6, van de GATT 1994 in het kader van de respectieve toetreding tot de Europese Unie van enerzijds de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek en anderzijds de Republiek Bulgarije en Roemenië.

De onderhandelingen krachtens artikel XXVIII, en artikel XXIV, lid 6, van de GATT 1994 werden met succes afgerond met de parafering van de "Overeenkomst van Genève inzake de handel in bananen" met Brazilië, Colombia, Costa Rica, Ecuador, Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama, Peru en Venezuela ("de Overeenkomst van Genève") en de "Overeenkomst inzake de handel in bananen" met de Verenigde Staten van Amerika (de "EU/VS-Overeenkomst").

De door de Commissie bereikte overeenkomsten voorzien in een schikking voor de uit hoofde van artikel XXIV, lid 6, en artikel XXVIII van de GATT door de betrokken landen ingestelde eisen. Bovendien voorzien zij door de vaststelling van een uitsluitend op tarieven gebaseerde regeling in de tenuitvoerlegging van de Memoranda van overeenstemming en regelen zij alle hangende geschillen met betrekking tot de tariefbehandeling van bananen, die dus bij de certificering van de nieuwe EU-lijst voor bananen officieel moeten worden beslecht.

De Overeenkomst van Genève en de EU/VS-Overeenkomst werden door de Commissie ondertekend op xx xx 2010, onder voorbehoud van de sluiting ervan op latere datum. De twee overeenkomsten moeten daarom worden gesloten.

2010/0057 (NLE)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende de sluiting van de Overeenkomst van Genève inzake de handel in bananen tussen de Europese Unie en Brazilië, Colombia, Costa Rica, Ecuador, Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama, Peru en Venezuela en de Overeenkomst inzake de handel in bananen tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name op artikel 207, lid 4, eerste alinea, juncto artikel 218, lid 6, onder a),

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Gezien de goedkeuring van het Europees Parlement[1],

Overwegende hetgeen volgt:

1. Overeenkomstig Besluit 2010/XXX/EU van de Raad[2] zijn de Overeenkomst van Genève inzake de handel in bananen tussen de Europese Unie en Brazilië, Colombia, Costa Rica, Ecuador, Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama, Peru en Venezuela en de Overeenkomst inzake de handel in bananen tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten van Amerika namens de Europese Unie door de Commissie ondertekend op xx.xx.2010, onder voorbehoud van hun sluiting op latere datum.

2. Die twee overeenkomsten moeten daarom worden goedgekeurd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De volgende overeenkomsten worden goedgekeurd:

(a) de Overeenkomst van Genève inzake de handel in bananen tussen de Europese Unie en Brazilië, Colombia, Costa Rica, Ecuador, Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama, Peru en Venezuela (de "Overeenkomst van Genève");

(b) de Overeenkomst inzake de handel in bananen tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten van Amerika (de "EU/VS-Overeenkomst").

De tekst van beide overeenkomsten is bij dit besluit gevoegd.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd om de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) om namens de Europese Unie over te gaan tot de in punt 8, onder a), van de Overeenkomst van Genève en de in punt 6 van de EU/VS-Overeenkomst bedoelde kennisgeving, teneinde tot uitdrukking te brengen dat de Europese Unie ermee instemt door die overeenkomsten gebonden te zijn.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De voorzitter

FINANCIEEL MEMORANDUM | FichFin/10/50124(DDG/EM/tm) 6.9.2010.1 |

DATUM: 27/01/2010 |

1. | BEGROTINGSONDERDEEL: Hoofdstuk 12 – Douanerechten en overige rechten | KREDIETEN: B2010: 14 079,7 mln euro |

2. | TITELS: Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de ondertekening en de voorlopige toepassing van een “Algemene Overeenkomst inzake de handel in bananen” tussen de Europese Unie en Brazilië, Colombia, Costa Rica, Ecuador, Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama, Peru en Venezuela en een “Overeenkomst inzake de handel in bananen” tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten, & Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van een “Algemene Overeenkomst inzake de handel in bananen” tussen de Europese Unie en Brazilië, Colombia, Costa Rica, Ecuador, Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama, Peru en Venezuela en een “Overeenkomst inzake de handel in bananen” tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten, & Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1964/2005 van de Raad inzake de invoertarieven voor bananen. |

3. | RECHTSGRONDSLAG: Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Artikel 207, lid 4, artikel 218, leden 5 en 6, en artikel 207, lid 2. |

4. | DOEL VAN DE MAATREGEL: De ondertekening, voorlopige toepassing en sluiting van twee Overeenkomsten inzake de handel in bananen en de intrekking van de verordening inzake de invoertarieven voor bananen. |

5. | FINANCIELE CONSEQUENTIES | AFGELOPEN BEGROTINGSJAAR 2009 (mln EUR) | HUIDIG BEGROTINGSJAAR 2010 (mln EUR) | VOLGEND BEGRO-TINGSJAAR 2011 (mln EUR) | VOLGEND BEGRO-TINGSJAAR 2012 (mln EUR) |

5.0 | UITGAVEN - TEN LASTE VAN DE EG-BEGROTING (RESTITUTIES/INTERVENTIES) - NATIONALE AUTORITEITEN - ANDERE | - | - | - | - |

5.1 | INKOMSTEN - EIGEN MIDDELEN VAN DE EG (HEFFINGEN/DOUANERECHTEN) | -3.5 | -74.8 | -88.1 | -106.8 |

5.2 | BEREKENINGSMETHODE: Op basis van de toepassing van de tariefreducties voor de invoer van onder GN-code 0803.00.19 vallende producten in de laatste twaalf maanden waarvoor gegevens beschikbaar zijn. |

6.0 | IS FINANCIERING MOGELIJK UIT KREDIETEN DIE IN HET DESBETREFFENDE HOOFDSTUK VAN DE LOPENDE BEGROTING ZIJN OPGEVOERD? | JA NEE |

6.1 | IS FINANCIERING MOGELIJK DOOR OVERSCHRIJVING VAN EEN HOOFDSTUK VAN DE LOPENDE BEGROTING NAAR EEN ANDER? | JA NEE |

6.2 | IS EEN AANVULLENDE BEGROTING NODIG? | JA NEE |

6.3 | MOETEN OP DE VOLGENDE BEGROTINGEN KREDIETEN WORDEN OPGEVOERD? | JA NEE |

OPMERKINGEN: De overeenkomsten voorzien in de geleidelijke vermindering van de invoertarieven voor bananen. Zoals is aangegeven in punt 5.1 zullen deze maatregelen naar verwachting leiden tot minder eigen middelen (nettobedrag na aftrek van de inningskosten door de lidstaten). (Omdat de overeenkomsten met terugwerkende kracht van toepassing zijn vanaf 15.12.2009 is een raming van het verlies aan eigen middelen opgenomen.) |

[1] PB C x, xx.xx.2010, blz. x.

[2] PB L x, xx.xx.2010, blz. x.

Top