Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52010DC0458

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT betreffende de werkzaamheden van de Europese Onderzoeksraad en de verwezenlijking van de in het specifieke programma "Ideeën" beschreven doelstellingen in 2009

/* COM/2010/0458 def. */

52010DC0458

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT betreffende de werkzaamheden van de Europese Onderzoeksraad en de verwezenlijking van de in het specifieke programma "Ideeën" beschreven doelstellingen in 2009 /* COM/2010/0458 def. */


[pic] | EUROPESE COMMISSIE |

Brussel, 3.9.2010

COM(2010) 458 definitief

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT

betreffende de werkzaamheden van de Europese Onderzoeksraad en de verwezenlijking van de in het specifieke programma "Ideeën" beschreven doelstellingen in 2009

( Voor de EER relevante tekst)

In LEIDING EN RECHTSGRONDSLAG

De Europese Onderzoeksraad (ERC), in 2007 opgericht bij besluit van de Commissie[1], legt het specifieke programma "Ideeën" van het zevende kaderprogramma (KP7) ten uitvoer.

De ERC bestaat uit een onafhankelijke Wetenschappelijke Raad (WR) die wordt ondersteund door een specifieke uitvoeringsstructuur. In 2007 is het Uitvoerend Agentschap van de ERC (ERCEA)[2] opgericht overeenkomstig het algemeen stelsel voor uitvoerende agentschappen[3] dat tot taak heeft de rol van de specifieke uitvoeringsstructuur van de Commissie over te nemen. De verantwoordelijkheid voor de tenuitvoerlegging van het programma "Ideeën" en voor de ondersteuning van de WR werd bij delegatiebesluit[4] gedelegeerd aan het ERCEA en in juli 2009 werd het ERCEA autonomie verleend. Een andere belangrijke mijlpaal in 2009 was de "Evaluatie van structuren en mechanismen" van de ERC, een onafhankelijke beoordeling van bepaalde centrale aspecten van de ERC, rekening houdend met de sinds de oprichting daarvan opgedane ervaring.

In overeenstemming met artikel 4, lid 4, en bijlage I van de beschikking van de Raad betreffende het specifieke programma "Ideeën" wordt in dit jaarverslag van de Commissie, opgesteld in samenwerking met de WR van de ERC, de beoordeling gepresenteerd van de werkzaamheden van de ERC en de verwezenlijking van de doelstellingen daarvan in 2009. Het ERCEA heeft bijgedragen tot de opstelling van dit verslag.

Strateg ISCHE KWESTIES

De Wetenschappelijke Raad is verantwoordelijk voor de uitwerking van de wetenschappelijke strategie van de ERC en stelt het jaarlijkse werkprogramma van het specifieke programma "Ideeën" op.

F inancieringsregeling

De wetenschappelijke raad heeft een duidelijke en stabiele visie op de onderzoeksactiviteiten van de ERC trachten te ontwikkelen via twee subsidieregelingen die kunnen worden gebruikt voor alle onderzoeksgebieden:

- de ERC-subsidies voor startende onafhankelijke onderzoekers ("ERC-subsidies voor starters" ( Starting Grants - StG) ): bedoeld om onderzoekers die recentelijk gedoctoreerd zijn erbij te helpen geleidelijk hun onafhankelijkheid te vestigen;

- de ERC-subsidies voor ervaren onderzoekers ("ERC-subsidies voor gevorderden" ( Advanced Grants - AdG) ): bedoeld voor het allerbeste onderzoek, uitgevoerd door ervaren onderzoekers die werkzaam zijn in Europa.

Het werkprogramma 2010 voor het specifieke programma "Ideeën"

Het werkprogramma 2010 (WP-2010) voor het specifieke programma "Ideeën"[5] is op 2.4.2009 door de WR opgesteld en is op 29.7.2009 door de Commissie vastgesteld.

Via het WP-2010 is geen fundamentele wijziging van de strategie geïntroduceerd, hoewel de subsidieregelingen werden verfijnd op basis van de opgedane ervaring. Om een betere beoordeling van beide subgroepen die concurreren voor de ERC-StG (meer bepaald hoofdonderzoekers in een vroegtijdig stadium van overgang naar onderzoeksonafhankelijkheid en onderzoekers in de consolidatiefase van hun onderzoeksactiviteit of -team) te waarborgen, heeft de WR het venster waarbinnen aanvragers hun kandidatuur kunnen stellen uitgebreid tot 2-10 jaar na het behalen van het doctoraat. Dit was ook mogelijk door de aanzienlijke versterking van de begroting voor 2010.

Binnen dit venster om in aanmerking te komen, zijn de aanvragende hoofdonderzoekers bij de evaluatie ingedeeld in twee groepen, aanvragers die hun doctoraat ten minste 2 en niet meer dan 6 jaar vóór publicatie van de uitnodiging tot het indienen van voorstellen behaalden (ruwweg omschreven als "starters"), en aanvragers die hun doctoraat meer dan 6 tot 10 jaar geleden hebben behaald (ruwweg omschreven als "consolidatoren"). Om een vergelijkbare succesgraad tussen "starters" en "consolidatoren" te waarborgen, werd de indicatieve begroting van elk panel verdeeld recht evenredig met de budgettaire vraag van de voorstellen die door de twee groepen aanvragers werden ingediend.

Andere aanpassingen waren een verdere vereenvoudiging van de regels inzake vernieuwde, dan wel meervoudige aanvragen en de invoering van maatregelen om de aantrekkelijkheid van de EU en daarmee geassocieerde landen te vergroten voor onderzoekers die in derde landen verblijven. Er waren ook maatregelen om de deelname van vrouwen aan te moedigen. Er moeten extra middelen ter beschikking worden gesteld van onderzoekers uit derde landen om hen ertoe aan te moedigen en erbij te helpen zich in Europa te vestigen. Om de deelname van vrouwelijke wetenschappers te bevorderen, zal ook meer rekening worden gehouden met onderbrekingen in het curriculum en met onconventioneel carrièreverloop.

'Peer review'-methodologie

De ERC gebruikt een structuur van peer review-panels van hoog niveau, samengesteld door de Wetenschappelijke Raad, die wetenschappers, ingenieurs en vorsers van zowel binnen als buiten de EU omvatten. Deze panels bestrijken alle onderzoeksdisciplines en worden samengebracht voor zowel StG als AdG in het kader van drie hoofdonderzoeksgebieden: natuurwetenschappen en engineering (Physical Sciences and Engineering - PE), biowetenschappen (Life Sciences - LS) en menswetenschappen (Social Sciences and Humanities - SH).

TENUITVOERLEGGING VAN HET PROGRAMMA

Er zijn vastleggingskredieten voor een bedrag van 794 861 770 euro vastgesteld en betalingen voor een bedrag van 221 422 331,50 uitgevoerd, wat goed is voor 100% van de beleidskredieten voor het specifieke programma "Ideeën" voor 2009.

Subsidies

Sinds het werkprogramma voor 2008 verlopen ERC-uitnodigingen tot het indienen van voorstellen (ERC-UIV) in een proces van één fase, waarin kandidaten hun volledig voorstel moeten indienen, gevolgd door een evaluatie in twee fasen[6].

Er worden subsidies verleend aan de beste voorstellen, naargelang van de beschikbare begroting. Het aanbod wordt gedaan op basis van het voorstel zelf en de financiering die door de peer review is aanbevolen.

ERC-subsidies voor starters

De 2009-UIV voor ERC-StG is in juli 2008 gepubliceerd met een afsluitingsdatum in het najaar van 2008 en een indicatieve begroting van 295,8 miljoen euro. In het totaal werden 2 503 voorstellen ontvangen, als volgt verdeeld per onderzoeksgebied: 1 112 voor PE, 927 voor LS en 464 voor SH. Met een totale begroting die dankzij de bijdrage van bij KP7 geassocieerde landen kon worden opgetrokken tot 325 miljoen euro, was het mogelijk 242 voorstellen te financieren[7].

De 2010-UIV voor ERC-StG is in juli 2009 gepubliceerd met afsluitingsdatums tussen oktober en december 2009 en een indicatieve begroting van 528 miljoen euro. In het totaal werden 2 873 voorstellen ontvangen, als volgt verdeeld per onderzoeksgebied: 1 205 voor PE, 1 029 voor LS voor 639 voor SH[8].

ERC-subsidies voor gevorderden

Alles samen werden 282 aanvragen, ingediend in het kader van de 2008-UIV voor ERC-AdG gefinancierd uit een definitieve begroting van 553 miljoen euro, inclusief de bijdrage van de bij KP7 geassocieerde landen[9].

De 2009-UIV voor ERC-AdG is in november 2008 gepubliceerd met afsluitingsdatums in het voorjaar van 2009 en een indicatieve begroting van 489,5 miljoen euro. Aangezien een grote vraag werd verwacht, had de Wetenschappelijke Raad besloten dat de eerste twee ERC-AdG-uitnodigingen tot het indienen van voorstellen (2008 en 2009) aan elkaar gekoppeld zouden worden. Om deze reden werd in het WP-2008 voor "Ideeën" gesteld dat geen aanvrager geassocieerd mocht zijn met meer dan één voorstel in het kader van één van beide uitnodigingen. De 2009-uitnodiging leverde nog steeds 1 583 aanvragen op, waarvan er 236 oorspronkelijk voor financiering werden geselecteerd. Andere voorstellen kunnen nog worden gefinancierd op basis van de bijdragen van de met KP7 geassocieerde derde landen.

De 2010-UIV voor ERC-AdG is in oktober 2009 gepubliceerd met afsluitingsdatums tussen februari en april 2010 en een indicatieve begroting van 590 miljoen euro. Over de resultaten van de uitnodiging zal worden gerapporteerd in het jaarverslag van de Commissie voor 2010.

Programmacomité

Het programmacomité[10] van het specifieke programma "Ideeën" fungeert, afgezien van zijn formele taken, als belangrijk communicatienetwerk tussen de lidstaten en de met KP7 geassocieerde landen, de Wetenschappelijke Raad, de secretaris-generaal (Sec Gen) van de ERC en de Commissie. In 2009 werd door dit comité vergaderd op 23 april en 30 september.

Ethische evaluatie

Een extern ethisch panel heeft 133 van de voor financiering geselecteerde projecten in het kader van de 2009-UIV voor ERC-StG gescreend en heeft een volledige ethische evaluatie uitgevoerd met betrekking tot 42 daarvan. Alle projecten behalve één kregen daarbij het fiat[11].

Bij de 2009-UIV voor ERC-AdG werden 146 voorstellen aangemerkt voor een ethische screening, waarbij 49 voorstellen werden geselecteerd voor een volledige ethische evaluatie en 78 waarvoor uitsluitend de goedkeuring van de nationale autoriteiten werd geëist. De volledige ethische evaluatie werd uitgevoerd door het ERCEA, met uitzondering van 19 voorstellen die invasieve methoden in mensen - voornamelijk kinderen - en primaten vergden en die derhalve, gezien hun gevoelige aard, aan de Commissie werden voorgelegd.

Beroep

Het beroepscomité[12] heeft zich in zijn "Ideeën"-samenstelling gebogen over 85 verzoeken om herevaluatie in verband met voorstellen in het kader van de 2009-UIV voor ERC-StG en 74 voorstellen met betrekking tot de 2009-UIV voor ERC-AdG, wat neerkwam op ongeveer 3,5%, respectievelijk 4,5% van de bij elke uitnodiging ingediende voorstellen.

Het beroepscomité heeft geconcludeerd dat bij 10 verzoeken met betrekking tot de 2009-UIV voor ERC-StG een evaluatie of herevaluatie verantwoord was. In één van die gevallen, dat betrekking had op een geselecteerd project, werd het oorspronkelijke besluit inzake de hoogte van de financiering herzien. De besluiten met betrekking tot de beroepsprocedures die werden ingeleid in verband met de 2009-UIV voor ERC-AdG waren eind dat jaar nog niet afgerond.

Communicatie

De ERC heeft deelgenomen aan een aantal activiteiten die van belang zijn voor de wetenschappelijke gemeenschap en heeft voorlichtingsmateriaal verspreid.

Bijeenkomsten

Op 13 maart 2009 heeft in Istanboel een volledig aan de ERC gewijde conferentie plaatsgehad die samenviel met de aldaar gehouden plenaire zitting van de Wetenschappelijke Raad[13]. Aan de conferentie werd deelgenomen door vertegenwoordigers van de ERC, de Turkse regering en de lokale onderzoeksgemeenschap, alsmede door houders van ERC-beurzen en belanghebbenden.

De ERC had een belangrijke en zeer zichtbare rol in de "Research Connection"-conferentie (7-8 mei 2009) die door de Commissie in Praag werd georganiseerd tijdens het Tsjechische voorzitterschap van de EU.

De ERC heeft ook deelgenomen aan de 58e vergadering van Nobellaureaten in Lindau (28 juni - 3 juli), aan het Source Event, een beurs betreffende wetenschappelijke carrières in London (25 september) en aan de eerste Europese beurs voor carrières in het wetenschappelijk onderzoek die plaatsvond in Berlijn (4 december).

Het ERCEA-inauguratie-evenement, ERC – The future starts today, vond plaats in september 2009 naar aanleiding van de autonomie en de installatie in nieuwe kantoren van de ERCEA.

Er hebben verscheidene informatiedagen voor belanghebbenden plaatsgevonden, vaak georganiseerd door het netwerk van nationale contactpunten. Zij vonden plaats in de gehele EU en in met KP7 geassocieerde landen, onder meer in steden in Denmarken, Hongarije, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Portugal, Servië, Zweden, het VK en Noorwegen.

De ERC heeft zich ook ingespannen om zijn zichtbaarheid te vergroten in de Verenigde Staten door deel te nemen aan de European Career Fair (Boston), de jaarvergadering van de American Association for the Advancement of Science (AAAS) (Chicago) en de International Career Fair (San Francisco).

Publicaties

Het tweede ERC-jaarverslag, opgesteld onder toezicht van de Wetenschappelijke Raad, waarin de activiteiten en verwezenlijkingen van de ERC zijn beschreven, is gepubliceerd. In het verslag werd vooral aandacht geschonken aan de vooruitzichten en verwachtingen van de hoofdonderzoekers van de gefinancierde projecten.

Onder de publicaties op papier waren ook strooibiljetten, factsheets, brochures en posters die nog steeds in brede kring worden verspreid om de ERC en de ERC-werkzaamheden te introduceren. Voorts werd een video geproduceerd waarin de ERC-strategie, -opdracht en -financiering via ERC-StG werden voorgesteld. Die video zal naar verwachting breed worden verspreid. Ook wordt bij de tijd gebrachte informatie ter beschikking gesteld op de ERC-website[14] en via CORDIS[15], de Europese portaalsite inzake onderzoek en ontwikkeling.

Monitoring en beoordeling van het specifieke programma "Ideeën"

De in het verleden ontwikkelde strategie en het kader voor de monitoring en beoordeling van de ERC werden ook in 2009 toegepast.

In 2008 zijn twee voorstellen voor coördinatie- en ondersteuningsacties (COA's) geselecteerd: bij een eerste werd de impact van het programma op onderzoekers, onderzoeksorganisaties, financieringsinstellingen en beleidstructuren geanalyseerd, bij het tweede gebeurde dat voor de carrièreontwikkeling, gastinstellingen, onderzoeksstructuren en onderzoeksoutput.

Op basis van de analyse van deze resultaten werd in 2009 een tweede uitnodiging tot het indienen van voorstellen voor COA's gepubliceerd, waarbij de aandacht vooral ging naar de leemten op het gebied van topics en gebieden van belang waarvoor geen voorstellen ter financiering waren geselecteerd in de voorafgaande uitnodiging. De eerste resultaten worden eind 2010 verwacht.

Een andere COA, waarvoor de uitnodiging in 2008 werd gepubliceerd, dient ter ondersteuning van de voorzitter en vicevoorzitters van de WR op hun werkplaatsen.

Structure N EN MECHANISMEN VAN DE EUROPESE ONDERZOEKSRAAD

De wetenschappelijke raad

Gedurende 2009 is de WR vijf keer in plenaire zitting bijeengekomen op verschillende plaatsen in lidstaten en met KP7 geassocieerde landen als middel om de ERC en het specifieke programma "Ideeën" in deze landen te propageren en de aandacht te vestigen op de lokale wetenschappelijke en onderzoeksgemeenschap. In 2009 is de wetenschappelijke raad twee keer bijeengekomen in Brussel (27-29 april en 12-14 oktober) en eenmaal in Istanboel (10-12 maart), Warschau (29 juni-1 juli) en Rehovot, Israël (14-16 december).

De raad van bestuur van de ERC, door de WR opgezet om de WR-vergaderingen voor te bereiden in samenwerking met het ERCEA, is in de loop van het jaar vijf keer bijeengekomen.

A anwijzing van nieuwe leden

In 2008 heeft de Commissie een "Selectiecomité"[16] opgericht teneinde nieuwe leden te selecteren om drie vacante plaatsen in de WR op te vullen en aanbevelingen te doen inzake een methode voor de toekomstige vervanging van leden[17]. Na raadpleging van de wetenschappelijke gemeenschap[18] heeft het comité in januari 2009 zijn voorstellen bij de Commissie ingediend.

Uitgaande van de voorstellen van dit comité heeft de Commissie prof. dr. Sierd A. P. L. Cloetingh (VU Amsterdam), prof. Carlos M. Duarte (Spaanse Raad voor wetenschappelijk onderzoek, CSIC) en prof. Henrietta L. Moore (University of Cambridge) aangewezen als nieuwe leden van de Wetenschappelijke Raad[19]. Wat toekomstige aanwijzingen betreft, heeft het comité voorgesteld dat ongeveer een derde van de Wetenschappelijke Raad om de twee jaar wordt vernieuwd (wat inhoudt dat de leden doorgaans een mandaat hebben van zes jaar, vernieuwbaar) en dat het selectiecomité wordt uitgebouwd tot een permanent comité om nieuwe leden te selecteren om leegstaande plaatsen op te vullen.

De secretaris-generaal van de ERC

Op 30 juni liep het mandaat van de eerste secretaris-generaal van de ERC, prof. Ernst-Ludwig Winnacker, ten einde. prof. Andreu Mas-Colell, professor economie van de Universitat Pompeu Fabra in Barcelona en voorzitter van de Barcelona Graduate School of Economics, werd aangewezen als nieuwe secretaris-generaal met een mandaat dat reikt tot december 2011[20].

De secretaris-generaal van de ERC werkt onder de autoriteit van de WR, is verantwoordelijk voor de effectieve liaison tussen de Wetenschappelijke Raad, de Commissie en het ERCEA en ziet toe op de daadwerkelijke tenuitvoerlegging, door het ERCEA, van de strategie en de standpunten die door de Wetenschappelijke Raad worden vastgesteld.

Het Uitvoerend Agentschap van de ERC

Op 15 juli 2009 kreeg het ERCEA administratieve autonomie. Op 24 september werd het officieel geïnaugureerd in zijn nieuwe kantoren te Brussel met een plechtige bijeenkomst " ERC – The future starts today " die werd toegesproken door dr. Tobias Krantz (Zweeds minister voor Onderwijs en Onderzoek, die het voorzitterschap van de EU vertegenwoordigde), Janez Potočnik (Europees Commissielid voor Wetenschappen en Onderzoek), Europees parlementslid Herbert Reul (voorzitter van het ITRE-comité van het Europees Parlement), prof. Fotis C. Kafatos (voorzitter van de ERC en voorzitter van de Wetenschappelijke Raad) en dr. Jack Metthey (waarnemend directeur van het ERCEA en directeur in de Commissie), en werd bijgewoond door uitgenodigde belanghebbenden en ERCEA-personeel.

Sinds juli 2009 is het ERCEA verantwoordelijk voor alle aspecten van de bestuursrechtelijke tenuitvoerlegging en programma-uitvoering als bedoeld door de Wetenschappelijke Raad.

Op de werkzaamheden van het ERCEA wordt toegezien door een stuurcomité, aangewezen door de Commissie en samengesteld uit drie ambtenaren van de Commissie, één lid van de Wetenschappelijke Raad en een onafhankelijk wetenschapper. De secretaris-generaal van de ERC is een waarnemer. In 2009 is het stuurcomité vier keer bijeengekomen en heeft het besluiten vastgesteld met betrekking tot het jaarlijkse werkprogramma van het ERCEA en de desbetreffende begroting, de organisatiestructuur en de datum van de autonomie. Op elk van die bijeenkomsten heeft het stuurcomité een gedetailleerd voortgangsverslag gekregen van de directeur van het ERCEA.

ERCEA-personeel

In 2009 werden aanzienlijk meer personeelsleden in dienst genomen en daadwerkelijk met taken belast dan in het jaar voordien. Met 201 nieuwkomers werd het personeelsbestand van het ERCEA uitgebreid tot 262, een verviervoudiging ten opzichte van 2008.

Wat het management van het ERCEA betreft, zijn 13 van de 16 betrekkingen nu ingevuld.

Afgezien van de selectie en indienstneming kende het ERCEA in 2009 een consolidatie en ontwikkeling van zijn personele middelen. Met name heeft het stuurcomité toepassingsregels betreffende het personeelsbeheer vastgesteld.

Memorandum van overeenstemming

Overeenkomstig artikel 4, lid 3, van het delegatiebesluit is in juli 2009 een Memorandum van overeenstemming ondertekend tussen de Commissie en het ERCEA. Het doel daarvan is regelingen vast te stellen voor de dagelijkse interactie tussen het leidinggevende DG en het ERCEA bij de tenuitvoerlegging van het specifieke programma "Ideeën".

Evaluatie van de structuren en mechanismen

Het evaluatieproces

Krachtens bijlage I van de beschikking van de Raad betreffende het specifieke programma "Ideeën" moet er een onafhankelijke evaluatie worden gemaakt "van de structuren en mechanismen van de ERC, met de volledige medewerking van de Wetenschappelijke Raad, getoetst aan de criteria van wetenschappelijke excellentie, autonomie, efficiëntie en transparantie"[21].

Deze evaluatie heeft plaatsgevonden tussen februari en juli 2009. De Wetenschappelijke Raad van de ERC werd volledig betrokken bij dit evaluatieproces en kon zich in grote lijnen vinden in de uiteindelijke beoordeling van het panel.

Er werd schriftelijke informatie en documentatie aan het panel verstrekt door de Commissie, de Wetenschappelijke Raad en de Europese onderzoeksinstellingen[22]. Er werden hoorzittingen gehouden met ambtenaren van de Commissie (van de directoraten-generaal Onderzoek en Begroting en van de juridische dienst), de Wetenschappelijke Raad (de voorzitter, vicevoorzitters en de secretaris-generaal) en de voorzitter van de European association of the heads of research-funding and research-performing organisations, EUROHORCS. Er werd een online-vragenlijst opgesteld voor kandidaten, panelleden en referees, meer in het bijzonder met betrekking tot het evaluatieproces via peer review. Het hele proces werd beheerd en de resultaten werden geanalyseerd door het Europees Universitair Instituut.

De resultaten van de evaluatie

Het panel heeft haar verslag in juli ingediend[23]. Het eindoordeel was dat de ERC in het algemeen "boven alle verwachtingen" succesvol is geweest. De oprichting ervan was een mijlpaal voor het Europese onderzoek en de ERC heeft zijn doelstellingen van academische vrijheid, uitmuntendheid en verdienste waargemaakt en heeft een "positief overloopeffect" gehad bij bepaalde Europese nationale onderzoeksregelingen.

Desondanks heeft het panel bepaalde specifieke problemen aangemerkt met betrekking tot de regels en praktijken bij het beheer van de ERC die niet volledig waren aangepast aan de missie van de ERC om grensverleggend onderzoek te financieren. Bedoelde problemen moeten worden opgelost om een duurzame werking op lange termijn van de ERC te waarborgen. De financiële regels zijn "onhandig", meer gebaseerd als ze zijn op het voorkomen van risico's van fraude of wanbeleid dan op vertrouwen.

Tot de ten gevolge van de evaluatie aanbevolen maatregelen op korte termijn behoren de stroomlijning en integratie van de beheerstructuren, meer bepaald door een samensmelting van de betrekkingen van de secretaris-generaal van de ERC met de directeur van het ERCEA, een aanpassing van de financieringsstrategie aan het grensverleggende karakter van het onderzoek, de oprichting van permanente comités voor een aantal kwesties, de vaststelling van nieuwe en gestroomlijnde procedures voor het evaluatiepanel en de leden daarvan, de verbetering van de transparantie, de invoering van een financiële compensatie voor de leden van de Wetenschappelijke Raad en de vergemakkelijking van de indienstneming van wetenschappers door het ERCEA.

Het panel heeft ook voorgesteld de "bijna contractuele" subsidie om te vormen tot een forfaitaire "overheidssubsidie", waardoor de begunstigden de flexibiliteit krijgen de strekking van hun lopend onderzoek aan te passen. Tevens werd voorgesteld een lichtere procedure te hanteren voor de aanwijzing van deskundigen voor het peer review-proces en voor het beheer daarvan.

Tot slot heeft het panel het voorstel van het selectiecomité bekrachtigd inzake de aanwijzing van nieuwe leden voor de Wetenschappelijke Raad[24] en heeft het voorgesteld om, met het oog op een grotere transparantie, de notulen van de vergaderingen van de Wetenschappelijke Raad te publiceren.

Na afweging van de voordelen en potentiële risico's van de twee types structuren, is het evaluatiepanel tot de conclusie gekomen dat - hoewel het model van het uitvoerend agentschap, in zijn huidige vorm, een aantal beperkingen kent - de moeilijkheden en risico's die verbonden zijn met de overstap naar een nieuwe structuur, gebaseerd op artikel 187 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie[25], inclusief het risico van politieke interferentie met de wetenschappelijke onafhankelijkheid van de ERC, geen wijziging van de structuur rechtvaardigt, toch zeker niet tot de vooruitzichten voor de ontwikkeling en verfijning van het ERCEA om te voldoen aan de ambities van de ERC zijn uitgeput. Het panel beveelt een verdere onafhankelijke evaluatie aan over twee jaar.

Reactie van de Wetenschappelijke Raad op de evaluatie

De Wetenschappelijke Raad heeft een reactie op de evaluatie gepubliceerd, waarbij opmerkingen zijn gemaakt over de verschillende aanbevelingen[26]. De Wetenschappelijke Raad heeft met name aandacht geschonken aan de voorstellen om de administratieve structuur beter aan te passen aan de opdracht van de ERC en aan de noodzaak van verdere evaluatie van de juridische structuur ervan.

Reactie van de Commissie op de evaluatie en follow-up

In oktober 2009 heeft de Commissie een reactie op de evaluatie gepubliceerd[27]. Daarin worden de strategie en de voorgestelde acties voor de volgende fase van de ERC-werkzaamheden omschreven, waarbij is voortgebouwd op de in het verslag van het ERC-evaluatiepanel vervatte aanbevelingen.

Bedoelde acties zijn onder meer: indienstneming van een wetenschapper met aanzien en met een stevige bestuurlijke ervaring als ERCEA-directeur, integratie van de communicatiestrategie van de ERC met het oog op een duidelijke visie, naadloze dekking, versterkte transparantie, vermindering van het risico van belangenconflicten, verduidelijking van de respectieve rol van het ERCEA en de Wetenschappelijke Raad en onderzoek naar de mogelijkheid de leden van de Wetenschappelijke Raad die plenaire WR-vergaderingen bijwonen een honorarium te geven (ter erkenning van hun persoonlijke inzet, met name die van de voorzitter en vicevoorzitters).

De Commissie is ook van plan een permanent selectiecomité op te richten met het oog op de selectie van toekomstige WR-leden en een gefaseerde vernieuwing van de samenstelling van de WR.

De in de Commissiemededeling voorgestelde acties op middellange termijn hebben voornamelijk betrekking op de voorstellen inzake de financiële en administratieve procedures. De Commissie zal van de gelegenheid van de komende driejaarlijkse herziening van de financiële verordening gebruik maken om te zien hoe het door haar vastgestelde kader beter kan worden aangepast aan het Europese beleid in die sector, en ook kan worden vereenvoudigd, overeenkomstig de onlangs aangenomen mededeling[28].

Aangezien de ERC een "leerorganisatie" moet zijn, volgt de Commissie het specifieke programma "Ideeën", waarin is gesteld: " … De uitvoering en het beheer van de activiteit worden voortdurend getoetst en geëvalueerd om de prestaties te beoordelen en de procedures aan te passen en te verbeteren op basis van de ervaringen" .

Conclusi ES EN VOORUITZICHTEN VOOR 2010

De twee belangrijkste ontwikkelingen voor de ERC in 2009 waren het verlenen van autonomie aan het ERCEA en de evaluatie van structuren en mechanismen.

Het jaar 2010 zal verdere voortgang laten zien met betrekking tot deze ontwikkelingen. Het gevolg dat is gegeven aan de ERC-evaluatie zal leiden tot de aanwijzing van een directeur voor het ERCEA en tot een aanpassing van de wetgeving om daarin verbeteringen op het gebied van de opbouw en werking van de ERC op te nemen, inclusief het management van onafhankelijke deskundigen in het peer review -proces. Er zal ook een permanent selectiecomité worden opgericht met het oog op de verwachte vervanging van bepaalde leden die in februari 2011 het einde van hun eerste mandaat bereiken.

De ERC-subsidieverlening zal naar verwachting het huidige groeipad blijven volgen gezien de toenemende jaarbegroting gedurende KP7. De Commissie verheugt er zich ten zeerste over dat de ERC uiterst populair blijft bij onderzoekers en dat de reputatie ervan nog wordt versterkt door het track record dat de ERC heeft gevestigd. Aangezien het zeer waarschijnlijk is dat de hoeveelheid voorstellen van hoge kwaliteit nog zal toenemen, zal de ERC zich in een sterkere positie bevinden om bij te dragen tot de Europese ambities voor uitmuntendheid op wereldniveau op het gebied van onderzoek, en zo tot de verwezenlijking van de doelstelling van de Europa 2020-strategie[29] van totstandbrenging van een economie die op kennis en innovatie is gebaseerd. De doelstellingen, alsook de voornaamste krachtlijnen van de toekomstige architectuur en mechanismen van de EU-financiering van onderzoek, zullen verder worden ontwikkeld in het kerninitiatief "Innovatie-Unie", dat is aangekondigd in de "Europa 2020"-mededeling van de Commissie en dat in het najaar van 2010 zal worden voorgesteld.

[1] Besluit 2007/134/EG (PB L 57 van 24.2.2007, blz. 14).

[2] Besluit 2008/37/EG (PB L 9 van 12.1.2008, blz. 15).

[3] Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

[4] C(2008) 5694 (niet gepubliceerd).

[5] C(2009) 5928 van 29.7.2009, niet gepubliceerd.

[6] Zie ook 3.3.

[7] Extra topresearchers geselecteerd in het kader van de tweede ERC-uitnodiging voor StG (Perscommuniqué van de WR van de ERC, 29 oktober 2009).

[8] De derde ERC-uitnodiging voor StG heeft in het totaal 2 873 voorstellen opgeleverd, ERC Update, 18 december 2009 (http://erc.europa.eu/pdf/NewsRelease_StG3_submissions.pdf).

[9] Rapportering over deze uitnodiging is opgenomen in jet jaarverslag 2008 van de Commissie (COM(2009) 488 definitief).

[10] Artikel 8 van Beschikking 2006/972/EG van de Raad.

[11] Het project dat bij de eerste evaluatie niet onmiddellijk het fiat kreeg, werd aan een tweede evaluatie onderworpen die tegen het jaareinde nog niet was afgerond.

[12] PB L 391 en PB L 400 van 30.12.2006 (respectievelijk EG- en Euratom-regels) en corrigendum in Euratom PB L 54 van 22.2.2007, blz. 4.

[13] Zie ook 4.1.

[14] http://erc.europa.eu/.

[15] http://cordis.europa.eu/.

[16] De leden van dit comité waren prof. Eero Vuorio (rector van de universiteit van Turku), als voorzitter, en prof. Hélène Ahrweiler (ererector en kanselier van de Académie de Paris), prof. Zita Aua[pic]rel[pic] Ku

[pic]inskien[pic] (decaan van de geneeskundefaculteit, UniversZita Aušrelė Kučinskienė (decaan van de geneeskundefaculteit, Universiteit van Vilnius) en prof. Arnold Schmidt (professor aan de Technische Universität Wien).

[17] News Alerts on EU Research: Set up of the ERC Identification Committee. Brussel, 23 september 2008 (http://ec.europa.eu/research/index.cfm?pg=newsalert&lg=nl&year=2008&na=na-230908).

[18] Eindverslag van het selectiecomité van de Wetenschappelijke Raad van de ERC (19 januari 2009).

[19] Perscommuniqué van de Europese Commissie. Nieuwe leden van de Wetenschappelijke Raad van de ERC aangewezen (27 april 2009).

[20] Nieuwe secretaris-generaal van de ERC, Perscommuniqué, 2 juli 2009 (http://erc.europa.eu/pdf/Press_release_New_SecGen_02_07_09.pdf).

[21] Dit panel wordt voorgezeten door Vaira Vike-Freiberga met Lord Sainsbury als vicevoorzitter, en heeft de volgende leden: Yves Mény (rapporteur van het panel), Fiorella Kostoris Padoa Schioppa, Lars-Hendrik Röller en Elias Zerhouni. Het is opgericht bij besluit C(2009) 1871 van de Commissie.

[22] Dat waren: ALLEA (All European Academies), EARTO (European Association of Research and Technology Organisations), ESF (European Science Foundation), EUROHORC's (European Heads of Research Councils), EIRMA (European Industrial Research Management Association), BUSINESSEUROPE (The Confederation of European Business), EUA (European University Association), EASAC (European Academies' Science Advisory Council) en Academia Europaea.

[23] Evaluatiepanel, Towards a world class Frontier Research Organisation: Review of the European Research Council's Structures and Mechanisms (23 juli 2009).

[24] Zie 4.1.

[25] Oud artikel 171 van het EG-Verdrag: "De Unie kan gemeenschappelijke ondernemingen of andere structuren in het leven roepen die noodzakelijke zijn voor de goede uitvoering van programma's voor onderzoek en technologische ontwikkeling en demonstratie in de Unie".

[26] The ERC Scientific Council's response to the Report on the Review of the European Research Council's Structures and Mechanisms "Towards a world class Frontier Research Organisation" , 25 augustus 2009.

[27] COM(2009) 552 definitief.

[28] COM(2010) 187.

[29] COM(2010) 2020.

Top