EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52009PC0508

Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1104/2008 van de Raad over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II)

/* COM/2009/0508 def. - CNS 2009/0136 */

52009PC0508

Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1104/2008 van de Raad over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) /* COM/2009/0508 def. - CNS 2009/0136 */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 29.9.2009

COM(2009) 508 definitief

2009/0136 (CNS)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1104/2008 van de Raad over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II)

TOELICHTING

1. Achtergrond van het voorstel

• Motivering en doel van het voorstel

De Commissie draagt bij tot de beschikbaarheid van de nieuwe SIS II-functies en daarmee tot een hoger veiligheidspeil binnen de ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid. Zij wil de ontwikkeling van SIS II een nieuwe impuls geven nu de reparatie- en analyseperiode is afgerond. Een aanzienlijk aantal bekende problemen en bugs is daarbij gecorrigeerd en er zijn oplossingen ontwikkeld of uitgevoerd om ze te verhelpen.

Het doel van dit voorstel en van het voorstel voor een besluit van de Raad over hetzelfde onderwerp, is te voorkomen dat Verordening (EG) nr. 1104/2008 over de migratie van het Schengeninformatiesysteem in zijn huidige vorm, SIS 1+, naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) verstrijkt voordat de migratie technisch te realiseren is. Bovendien voorziet dit voorstel in de nodige juridische flexibiliteit om SIS II verder te kunnen ontwikkelen door middel van het alternatieve technische scenario SIS 1+ RE, voor het geval dat het nodig is dat scenario in te zetten.

Met het oog op een efficiënt beheer van de ontwikkeling van en migratie naar SIS II wordt tegelijkertijd een algemene programmabeheersraad (Global Programme Management Board – GPMB) ingesteld: een groep van deskundigen die zich gaat bezighouden met beter beheer en betere coördinatie van het algemene SIS II-programma en de daarmee samenhangende activiteiten, en die de samenhang tussen de ontwikkeling van het centrale systeem en de nationale systemen moet versterken. Dit voorstel is in overeenstemming met de conclusies van de Raad van 4–5 juni 2009, waarin de Commissie werd verzocht met een versterkte beheersaanpak voor SIS II te komen, op basis van de ervaringen met en de geleerde lessen uit de overkoepelende programmabeheersaanpak voor SIS II als geformuleerd in de conclusies van de Raad van 26–27 februari 2009 en in overeenstemming met het juridische kader.

Door de verplichting om verslag uit te brengen, wordt voor het Europees Parlement de transparantie van het ontwikkelingsproces van SIS II gewaarborgd.

• Algemene context

Het Schengeninformatiesysteem (SIS), dat is ingesteld op grond van titel IV van de Overeenkomst van 19 juni 1990 ter uitvoering van het tussen de regeringen van de staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek op 14 juni 1985 te Schengen gesloten akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen (hierna “Schengenuitvoeringsovereenkomst” genoemd), en de verder uitgewerkte versie daarvan, SIS 1+, is een essentieel instrument voor de toepassing van de bepalingen van het Schengenacquis zoals dat is opgenomen in het kader van de Europese Unie.

De Commissie is belast met de ontwikkeling van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2424/2001 van de Raad en Besluit 2001/886/JBZ van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II). SIS II komt in de plaats van SIS 1+. Bij de ontwikkeling van SIS II wordt rekening gehouden met de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van informatietechnologie en kunnen extra functies worden ingevoerd.

De instelling, de werking en het gebruik van SIS II zijn geregeld bij Verordening (EG) nr. 1987/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II)[1] en Besluit 2007/533/JBZ van de Raad van 12 juni 2007 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II)[2]. Daarin is bepaald dat deze instrumenten voor de aan SIS 1+ deelnemende lidstaten van toepassing zijn vanaf een door de Raad, met eenparigheid van de stemmen van de leden die de regeringen van de aan SIS 1+ deelnemende lidstaten vertegenwoordigen, vast te stellen datum. Vanaf dat moment zullen deze instrumenten in de plaats treden van de bepalingen van het Schengenacquis betreffende SIS 1+, en met name van de desbetreffende bepalingen van de Schengenuitvoeringsovereenkomst.

Voordat dit kan gebeuren, moeten de gebruikers van SIS 1+ migreren naar de SIS II-omgeving. Er is daarom een rechtskader gedefinieerd voor de migratie van SIS 1+ naar SIS II. Om het risico van systeemuitval bij de migratie te voorkomen, komt er een tijdelijke technische architectuur voor de verrichtingen van SIS 1+ zodat SIS 1+ en bepaalde technische onderdelen van de architectuur van SIS II gedurende een overgangsperiode tegelijkertijd kunnen worden gebruikt.

Het tijdschema zoals vastgelegd in de huidige migratie-instrumenten, en met name hun verstrijkingsdatum, die momenteel ten laatste 30 juni 2010 is, is waarschijnlijk niet langer realistisch. Dit voorstel is dan ook bedoeld om te voorkomen dat Verordening (EG) nr. 1104/2008 verstrijkt voordat de migratie plaatsvindt. De GPMB moet een rol spelen als contactpunt tussen de partijen die bij de algemene ontwikkeling van SIS II betrokken zijn. Met name kunnen de Commissie en de lidstaten zo het algemene programma coördineren, in overeenstemming met hun respectieve taken en activiteiten in het kader van het centrale SIS II-project en de nationale SIS II-projecten.

De basisverdeling van de verantwoordelijkheden van de Commissie, Frankrijk en de deelnemende lidstaten, zoals in de te wijzigen instrumenten vastgelegd, blijft gehandhaafd; het voorstel stroomlijnt echter de beheersprocessen.

• Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied

- Overeenkomst van 19 juni 1990 ter uitvoering van het Schengenakkoord van 14 juni 1985 tussen de regeringen van de staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen[3] (Schengenuitvoeringsovereenkomst);

- Verordening (EG) nr. 2424/2001 van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II)[4], gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1988/2006 van 21 december 2006[5];

- Besluit 2001/886/JBZ van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II)[6], gewijzigd bij Besluit 2006/1007/JBZ van de Raad van 21 december 2006[7];

- Verordening (EG) nr. 1987/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II);

- Besluit 2007/533/JBZ van de Raad van 12 juni 2007 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II);

- Verordening (EG) nr. 1986/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de toegang tot het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) voor de instanties die in de lidstaten belast zijn met de afgifte van kentekenbewijzen van voertuigen[8];

- Beschikking 2007/170/EG en Besluit 2007/171/EG van de Commissie van 16 maart 2007 tot vaststelling van de netwerkvereisten voor het Schengeninformatiesysteem II[9];

- Verordening (EG) nr. 189/2008 van de Raad van 18 februari 2008 betreffende het testen van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II)[10];

- Besluit 2008/173/EG van de Raad van 18 februari 2008 inzake de tests betreffende het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II)[11];

- Verordening (EG) nr. 1104/2008 van de Raad van 24 oktober 2008 over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II)[12];

- Besluit 2008/839/JBZ van de Raad van 24 oktober 2008 over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II)[13].

• Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU

Niet van toepassing.

2. Raadpleging van belanghebbenden en effectbeoordeling

• Raadpleging van belanghebbenden

Deskundigen van de lidstaten zijn nauw bij de verdere ontwikkeling van SIS II betrokken, met name in het kader van het SIS/VIS-comité. De ontwikkeling van SIS II is bovendien besproken in de voorbereidende instanties van de Raad en op de Raadsvergadering van 4 juni 2009. In de conclusies van de Raad van 4–5 juni 2009 wordt de Commissie verzocht zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk in oktober 2009, passende wetgevingsvoorstellen tot wijziging van de migratie-instrumenten in te dienen.

• Samenvatting van de reacties en hoe daarmee rekening is gehouden

In dit voorstel is rekening gehouden met de resultaten van de uitvoerige discussies met de lidstaten, met name in het kader van het comité van artikel 36 en op de Raadsvergadering van 4 juni 2009.

• Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid

Bij het uitwerken van dit voorstel is geen beroep gedaan op externe deskundigen.

• Effectbeoordeling

Er is geen effectbeoordeling nodig voor dit voorstel voor een verordening van de Raad, dat geen deel uitmaakt van het jaarlijkse wetgevings- en werkprogramma van de Commissie. Het is bovendien een voortzetting van een technisch project zonder aanwijsbaar economisch, sociaal of milieueffect.

3. Juridische elementen van het voorstel

• Samenvatting van de voorgestelde maatregelen

Dit voorstel moet voorkomen dat Verordening (EG) nr. 1104/2008 verstrijkt voordat de migratie plaatsvindt, juridische flexibiliteit bieden voor een eventueel noodzakelijk alternatief technisch scenario om de functies van SIS II te verwezenlijken op basis van SIS 1+, en zorgen voor een zo efficiënt mogelijk beheer van de ontwikkeling van en migratie naar SIS II, met name wat de coördinatie van de projecten van de Commissie en de lidstaten betreft. Om het laatste doel te verwezenlijken wordt de GPMB opgericht, een groep van deskundigen die op het algemene programmaniveau actief is.

• Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag voor deze verordening is artikel 66 van het EG-Verdrag, omdat de verordening betrekking heeft op maatregelen om samenwerking tussen de bevoegde overheidsdiensten van de lidstaten, en tussen deze diensten en de Commissie, op het gebied van het beleid dat verband houdt met het vrij verkeer van personen te waarborgen.

• Subsidiariteitsbeginsel

Het voorstel beantwoordt aan het subsidiariteitsbeginsel dat is vastgelegd in artikel 5 van het EG-Verdrag, omdat het belangrijkste doel van de voorgenomen maatregel, namelijk de migratie van SIS 1+ naar SIS II, niet door de lidstaten afzonderlijk kan worden verwezenlijkt.

• Evenredigheidsbeginsel

Dit voorstel gaat niet verder dan nodig is om het doel ervan te verwezenlijken. Het beantwoordt aan het evenredigheidsbeginsel omdat de activiteiten van de Commissie beperkt blijven tot het centrale SIS II, coördinatiewerkzaamheden en de verstrekking van een technisch instrument waarmee SIS 1+-gegevens kunnen worden uitgewisseld tussen SIS 1+ en SIS II (“converter”). Bovendien bestaat de GPMB reeds als informele overlegstructuur voor de coördinatieactiviteiten die de rechtsinstrumenten vereisen. Coördinatie tussen de Commissie en de lidstaten is noodzakelijk om SIS II te doen slagen.

• Keuze van instrumenten

Een verordening van de Raad is het enige in aanmerking komende rechtsinstrument waarmee de oorspronkelijk vastgestelde verstrijkingsdatum van Verordening (EG) nr. 1104/2008 van de Raad kan worden uitgesteld. Voor de overige bepalingen van dit voorstel is een verordening het meest geschikte instrument omdat bij het beheer van en de migratie naar SIS II volledig geharmoniseerde regels en processen moeten worden toegepast. De bepalingen van deze verordening zijn nauwkeurig, onvoorwaardelijk en rechtstreeks toepasselijk. Door hun aard hoeven ze niet door de lidstaten te worden omgezet in nationaal recht.

Omdat SIS II onder twee pijlers valt, wordt de hier voorgestelde verordening aangevuld met een Besluit van de Raad op basis van de artikel 30, lid 1, onder a) en b), en artikel 34, lid 2, onder c) van het Verdrag betreffende de Europese Unie.

4. Gevolgen voor de begroting

In Verordening (EG) nr. 2424/2001 van de Raad en Besluit 2001/886/JBZ van de Raad betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie is bepaald dat de uitgaven die verband houden met de ontwikkeling van SIS II ten laste komen van de algemene begroting van de Europese Unie.

Ook volgens artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1987/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 en artikel 5 van Besluit 2007/533/JBZ van de Raad van 12 juni 2007 komen de kosten voor het opzetten, de werking en het onderhoud van het centrale SIS II en de communicatie-infrastructuur ten laste van de algemene begroting van de Europese Unie. De kosten voor het opzetten, de werking en het onderhoud van elk N.SIS II komen ten laste van de betrokken lidstaat.

Volgens artikel 15 van Verordening (EG) nr. 1104/2008 en Besluit 2008/839/JBZ van de Raad, zoals die momenteel nog zijn geformuleerd, komen ook de aanvullende kosten voor de migratie, de tests en de onderhouds- en ontwikkelingsmaatregelen op het centrale niveau (het centrale SIS II en de communicatie-infrastructuur) ten laste van de algemene begroting van de EU. De test-, migratie-, onderhouds- en ontwikkelingskosten voor de nationale systemen, met inbegrip van N.SIS II, blijven ten laste komen van de betrokken lidstaat.

Dit voorstel verandert niets aan deze basisstructuur. De bestaande rechtsgrondslag die reeds in Verordening (EG) nr. 1104/2008 en Besluit 2008/839/JBZ van de Raad was vastgelegd, moet echter wel worden verlengd met het oog op de periode vanaf 30 juni 2010 tot aan de migratie. Bovendien moeten ook de kosten van de vergaderingen van de GPMB die bij dit voorstel wordt ingesteld, met inbegrip van de onkostenvergoedingen voor de deelnemende leden en deskundigen, ten laste komen van de algemene begroting van de EU. De kredieten ter dekking van de kosten van de vergaderingen van de GPMB zullen worden onttrokken aan de kredieten die momenteel in de financiële programmering voor 2010–2013 voor het Schengeninformatiesysteem (SIS II) zijn bestemd.

De verdeling van kosten van activiteiten op SIS 1+-niveau, zoals extra activiteiten van Frankrijk namens de lidstaten (van SIS 1+), blijft zoals vastgesteld in artikel 119 van de Schengenuitvoeringsovereenkomst. Dat artikel bepaalt dat de kosten van de inrichting en werking van de technisch ondersteunende functie als bedoeld in artikel 92, lid 3, van de Schengenuitvoeringsovereenkomst, met inbegrip van de kosten voor de communicatie tussen de nationale delen van het Schengeninformatiesysteem en de technisch ondersteunende functie, gemeenschappelijk door de lidstaten worden gedragen, terwijl de kosten van de inrichting en werking van het nationale deel van het Schengeninformatiesysteem door elk van de lidstaten afzonderlijk worden gedragen.

De Commissie heeft een financieel memorandum aan dit voorstel gehecht.

5. Aanvullende informatie

• Wijziging van bestaande wetgeving

Goedkeuring van dit voorstel leidt tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1104/2008.

• Evaluatie-/herzienings-/vervalbepaling

Het voorstel bevat een gewijzigde vervalbepaling. De nieuwe verstrijkingsdatum zal worden vastgesteld door de Raad overeenkomstig artikel 55, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1987/2006.

• Tijdschema

Deze verordening dient uiterlijk in juni 2010 te worden vastgesteld zodat de voorbereidingen kunnen worden voortgezet en de activiteiten waarop de verordening betrekking heeft, tijdig kunnen worden uitgevoerd.

2009/0136 (CNS)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1104/2008 van de Raad over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 66,

Gezien het voorstel van de Commissie[14],

Gezien het advies van het Europees Parlement[15],

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) is ingesteld bij Verordening (EG) nr. 1987/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II)[16] en Besluit 2007/533/JBZ van de Raad van 12 juni 2007 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II)[17].

(2) De voorwaarden, procedures en verantwoordelijkheden voor de migratie van SIS 1+ naar SIS II zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1104/2008 van de Raad van 24 oktober 2008 over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II)[18] en Besluit 2008/839/JBZ van de Raad van 24 oktober 2008 over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II)[19]. Deze instrumenten verstrijken echter uiterlijk op 30 juni 2010.

(3) Aan de noodzakelijke voorwaarden voor de migratie zal op 30 juni 2010 nog niet zijn voldaan. Wil SIS II operationeel kunnen worden overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1987/2006 en Besluit 2007/533/JBZ, dan moeten Verordening (EG) nr. 1104/2008 en Besluit 2008/839/JBZ van kracht blijven totdat de migratie is voltooid.

(4) De Commissie en de lidstaten dienen in alle fasen van de migratie nauw te blijven samenwerken om het proces tot een goed einde te brengen. Er dient een groep van deskundigen te worden ingesteld als aanvulling op de huidige organisatiestructuur.

(5) De Commissie dient verantwoordelijk te blijven voor het centrale SIS II en de communicatie-infrastructuur. Het centrale SIS II en de communicatie-infrastructuur dienen te worden onderhouden en waar nodig verder te worden ontwikkeld. Bij de verdere ontwikkeling van het centrale SIS II dienen fouten altijd te worden gecorrigeerd. De Commissie dient voor coördinatie en ondersteuning van de gezamenlijke activiteiten te zorgen.

(6) Er dient een technische noodvoorziening te worden getroffen om de functies van SIS II te verwezenlijken. De beschrijving van de technische componenten van de migratiearchitectuur dient derhalve te worden aangepast om voor de ontwikkeling van het centrale SIS II een andere technische oplossing te kunnen toepassen.

(7) De lidstaten dienen verantwoordelijk te blijven voor hun nationale systemen (N.SIS II). De noodzaak om N.SIS II te onderhouden en waar nodig verder te ontwikkelen, blijft bestaan.

(8) Frankrijk blijft verantwoordelijk voor C.SIS.

(9) Aangezien de doelstellingen van de geplande maatregel, namelijk het opzetten van de tijdelijke migratiearchitectuur en de migratie van SIS 1+ naar SIS II, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve vanwege de omvang en de gevolgen van de geplande maatregel beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap overeenkomstig het in artikel 5 van het EG-Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.

(10) Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het Protocol betreffende de positie van Denemarken, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is gehecht, neemt Denemarken niet deel aan de aanneming van deze verordening; deze is bijgevolg niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat. Aangezien deze verordening voortbouwt op het Schengenacquis overeenkomstig de bepalingen van titel IV van het derde deel van het EG-Verdrag, dient Denemarken overeenkomstig artikel 5 van genoemd protocol binnen zes maanden na de aanneming van deze verordening te beslissen of het dit instrument in zijn nationale wetgeving zal omzetten.

(11) Deze verordening houdt een ontwikkeling in van bepalingen van het Schengenacquis waaraan het Verenigd Koninkrijk niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2000/365/EG van de Raad van 29 mei 2000 betreffende het verzoek van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland deel te mogen nemen aan enkele van de bepalingen van het Schengenacquis[20]. Het Verenigd Koninkrijk neemt derhalve niet deel aan de aanneming van deze verordening en deze is niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat.

(12) Deze verordening houdt een ontwikkeling in van bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2002/192/EG van de Raad van 28 februari 2002 betreffende het verzoek van Ierland deel te mogen nemen aan bepalingen van het Schengenacquis[21]. Ierland neemt derhalve niet deel aan de aanneming van deze verordening en deze is niet bindend voor, noch van toepassing in deze lidstaat.

(13) Deze verordening heeft geen gevolgen voor de regelingen voor de gedeeltelijke deelneming van het Verenigd Koninkrijk en Ierland aan het Schengenacquis, als bepaald in respectievelijk Besluit 2000/365/EG en Besluit 2002/192/EG.

(14) Wat IJsland en Noorwegen betreft, houdt deze verordening een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis, in de zin van de Overeenkomst tussen de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis[22], die vallen onder het gebied dat bedoeld is in artikel 1, punt G, van Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999[23] inzake bepaalde toepassingsbepalingen van die overeenkomst.

(15) Wat Zwitserland betreft, houdt deze verordening een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis, in de zin van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis[24], die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt G, van Besluit 1999/437/EG, gelezen in samenhang met artikel 3 van Besluit 2008/146/EG[25] van de Raad betreffende de sluiting van die overeenkomst namens de Europese Gemeenschap.

(16) Wat Liechtenstein betreft, houdt deze verordening een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis, in de zin van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt G, van Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999, gelezen in samenhang met artikel 3 van Besluit 2008/261/EG van de Raad van 28 februari 2008 betreffende de ondertekening namens de Europese Gemeenschap en de voorlopige toepassing van enkele bepalingen van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis[26],

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1104/2008 wordt als volgt gewijzigd:

1) Het inleidende zinsdeel van artikel 4 komt als volgt te luiden:

“Voor de migratie van SIS 1+ naar SIS II worden de volgende componenten, voor zover nodig, ter beschikking gesteld:”

2) Artikel 10, lid 3, komt als volgt te luiden:

“3. Voor zover nodig, converteert de converter gegevens in twee richtingen tussen C.SIS en het centrale SIS II en houdt hij C.SIS en het centrale SIS II synchroon.”

3) Artikel 11, lid 2, komt als volgt te luiden:

“2. De lidstaten die deelnemen aan SIS 1+ migreren van N.SIS naar N.SIS II met behulp van de tijdelijke migratiearchitectuur en met ondersteuning van Frankrijk en van de Commissie.”

4) Het volgende artikel 17 bis wordt ingevoegd:

“Artikel 17 bis

Algemene programmabeheersraad

1. Er wordt een groep van technische deskundigen ingesteld met als benaming “algemene programmabeheersraad” (hierna “GPMB” genoemd), onverminderd de bevoegdheden en activiteiten van de Commissie, Frankrijk en de aan SIS 1+ deelnemende lidstaten. De GPMB fungeert als forum voor de coördinatie van het centrale en de nationale SIS II-projecten.

2. De GPMB bestaat uit ten hoogste tien leden. Ten hoogste acht leden en evenveel plaatsvervangers worden aangewezen door de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen. Twee deskundigen en twee plaatsvervangers worden door de directeur-generaal van het verantwoordelijke directoraat-generaal van de Commissie aangewezen uit de ambtenaren van de Commissie. Andere geïnteresseerde ambtenaren van de Commissie mogen de vergaderingen van de GPMB bijwonen.

3. De GPMB mag andere deskundigen uitnodigen deel te nemen aan zijn vergaderingen, teneinde de GPMB in staat te stellen zijn doel, zoals in lid 1 beschreven, te verwezenlijken.

4. De GPMB komt bijeen ten kantore van de Commissie. Het secretariaat van de GPMB wordt verzorgd door de Commissie.

5. De GPMB stelt zijn reglement van orde vast. Het reglement wordt van kracht na gunstig advies van de directeur-generaal van het verantwoordelijke directoraat-generaal van de Commissie.

6. Onverminderd artikel 15, lid 2, komen de administratieve kosten en reiskosten in verband met de activiteiten van de GPMB ten laste van de algemene begroting van de Europese Unie, tenzij zij uit andere bronnen worden terugbetaald. Ten aanzien van de reiskosten van de deskundigen die als lid van de GPMB zijn aangewezen door de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, en de reiskosten van deskundigen die overeenkomstig lid 3 zijn uitgenodigd in verband met de activiteiten van de GPMB, is de ‘Regeling inzake de vergoeding van niet tot het personeel van de Commissie behorende personen die worden uitgenodigd als deskundige deel te nemen aan vergaderingen’ van toepassing.”

5) In artikel 19 komt de laatste zin als volgt te luiden:

“De verordening vervalt op de datum die door de Raad wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 55, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1987/2006.”

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat overeenkomstig het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De voorzitter

FINANCIEEL MEMORANDUM

1. BENAMING VAN HET VOORSTEL

Dit financieel memorandum is aan twee wetgevingsvoorstellen gehecht:

Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1104/2008 over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II)

Voorstel voor een besluit van de Raad tot wijziging van Besluit 2008/839/JBZ over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II)

2. ABM/ABB-KADER

Betrokken beleidsterrein en bijbehorende activiteit:

Titel 18: Ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid

Hoofdstuk 18 02: Solidariteit — Buitengrenzen, visumbeleid en vrij verkeer van personen

3. BEGROTINGSONDERDELEN

3.1. Begrotingsonderdelen (beleidsuitgaven en bijbehorende uitgaven voor technische en administratieve bijstand (vroegere BA-onderdelen)) inclusief omschrijving:

18.02.04 01 – Schengeninformatiesysteem II (SIS II)

3.2. Duur van de actie en van de financiële gevolgen:

Deze wijzigingsinstrumenten strekken tot verlenging van de geldigheidsduur van de te wijzigen instrumenten. De enige kosten die daarom in aanmerking worden genomen, zijn de kosten van de verlenging van de ontwikkelings- en migratiefase tot na 30 juni 2010. Kosten die tot uiterlijk 30 juni 2010 worden vastgelegd, vallen hier niet onder.

Operationele kosten die via een andere rechtsgrondslag worden gefinancierd, zoals met name Verordening (EG) nr. 1987/2006 en Besluit 2007/533/JBZ betreffende de instelling, de werking en het gebruik van SIS II, zijn eveneens uitgesloten.

De vastleggingskredieten die uit deze wijzigingsinstrumenten voortvloeien, zijn bestemd voor de periode van 30 juni 2010 tot de migratie, en dus het verstrijken van de instrumenten. Zij komen ten laste van de portefeuille die is geprogrammeerd ter dekking van de financiering van grootschalige IT-systemen.

3.3. Begrotingskenmerken (voeg zo nodig rijen toe):

Begrotingsonderdeel | Soort uitgave | Nieuw | Bijdrage EVA | Bijdragen kandidaat-lidstaten | Rubriek financiële vooruitzichten |

18 02 04 01 | Niet-verplichte uitgaven | GK[27] | NEE | NEE | NEE | 3a |

4. OVERZICHT VAN DE MIDDELEN

4.1. Financiële middelen

4.1.1. Overzicht van de vastleggingskredieten (VK) en betalingskredieten (BK)

in miljoen euro (tot op 3 decimalen)

Soort uitgave | Punt nr. | 2010 | 2011 | 2012 | Totaal |

Beleidsuitgaven[28] |

Vastleggingskredieten (VK) | 8.1. | a | 6,566 | 6,284 | 0 | 12,850 |

Betalingskredieten (BK) | b | 4,924 | 6,355 | 1,571 | 12,850 |

Administratieve uitgaven binnen het referentiebedrag[29] |

Technische en administratieve bijstand (NGK) | 8.2.4. | c |

TOTAAL REFERENTIEBEDRAG |

Vastleggingskredieten | a+c | 6,566 | 6,284 | 12,850 |

Betalingskredieten | b+c | 4,924 | 6,355 | 1,571 | 12,850 |

Administratieve uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen[30] |

Personeelsuitgaven en aanverwante uitgaven (NGK) | 8.2.5. | d | 2,593 | 3,890 | 6,483 |

Andere niet in het referentiebedrag begrepen administratieve uitgaven (NGK) | 8.2.6. | e | 0,177 | 0,241 | 0,418 |

Totale indicatieve kosten van de maatregel |

TOTAAL VK inclusief personeelsuitgaven | a+c+d+e | 9,336 | 10,415 | 19,751 |

TOTAAL BK inclusief personeelsuitgaven | b+c+d+e | 7,694 | 10,486 | 1,571 | 19,751 |

Medefinanciering

Indien het voorstel door lidstaten of uit andere bronnen (geef aan welke) wordt medegefinancierd, geef dan een raming daarvan in de onderstaande tabel (voeg extra rijen toe indien de medefinanciering uit meer dan een bron afkomstig is): Niet van toepassing.

- bijdrage van Noorwegen 2,200081% en van IJsland 0,113386% (cijfers 2007) voor operationele kosten, op basis van artikel 12, lid 1, tweede alinea, van de Overeenkomst tussen de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 36);

- bijdrage van Zwitserland 2,402999% (cijfers 2007) voor operationele kosten, op basis van artikel 11, lid 3, tweede alinea, van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 52).

Wat IJsland en Noorwegen betreft, bouwen deze voorstellen voort op het Schengenacquis zoals dat gedefinieerd is in bijlage A bij de Overeenkomst tussen de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis. In artikel 12, lid 1, laatste alinea, van die overeenkomst wordt bepaald: “In gevallen waarin de operationele kosten ten laste komen van de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen, delen IJsland en Noorwegen in deze kosten door jaarlijks aan de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen een bedrag bij te dragen dat overeenkomt met het percentage van het bruto nationaal product van hun land ten opzichte van het bruto nationaal product van alle deelnemende staten.”

Wat Zwitserland betreft, houden deze voorstellen een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis, in de zin van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis. In artikel 11, lid 2, van die overeenkomst wordt bepaald: “Voor de kosten van de ontwikkeling van het Schengeninformatiesysteem (SIS II) draagt Zwitserland voor de betrokken begrotingsjaren jaarlijks bij aan de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen overeenkomstig zijn bruto binnenlands product in verhouding tot het bruto binnenlands product van alle deelnemende landen, en dit vanaf het begrotingsjaar 2002.”

4.1.2. Verenigbaarheid met de financiële programmering

( Het voorstel is verenigbaar met de bestaande financiële programmering. De kredieten ter dekking van de kosten van de vergaderingen van de GPMB zullen worden onttrokken aan de kredieten die momenteel in de financiële programmering voor 2010–2013 voor het Schengeninformatiesysteem (SIS II) zijn bestemd.

( Het voorstel vergt herprogrammering van de betrokken rubriek van de financiële vooruitzichten.

( Het voorstel vergt wellicht toepassing van de bepalingen van het Interinstitutioneel Akkoord[31] (flexibiliteitsinstrument of herziening van de financiële vooruitzichten).

4.1.3. Financiële gevolgen voor de ontvangsten

( Het voorstel heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten

( Het voorstel heeft de volgende financiële gevolgen voor de ontvangsten:

in miljoen euro (tot op een decimaal)

Vóór de actie [Jaar n-1] | Situatie na de actie |

Totale personele middelen in VTE | 50 | 50 |

5. KENMERKEN EN DOELSTELLINGEN

5.1. Behoefte waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien

Het doel van het voorstel is de rechtsgrondslag voor de migratie te verlengen totdat de migratie technisch haalbaar is. Het voorstel heeft tevens ten doel een beheersstructuur in te stellen in overeenstemming met internationaal aanvaarde managementmethoden. Bovendien voorziet het voorstel in juridische flexibiliteit voor de verwezenlijking van SIS II-functies door middel van een alternatief technisch scenario dat op SIS 1+ is gebaseerd, voor het geval het nodig is dat scenario uit te voeren. Het voorstel verandert niets aan de fundamentele taakverdeling of de basisstructuur van de financiering.

5.2. Meerwaarde van het communautaire optreden, samenhang van het voorstel met andere financiële instrumenten en mogelijke synergie

Gezien het feit dat het Schengenacquis in het institutionele kader van de Europese Unie is opgenomen en dat met SIS II zowel bevoegdheden van de Gemeenschap als bevoegdheden van de Unie gemoeid zijn, vereist het opzetten van een gemeenschappelijke grootschalig IT-systeem de betrokkenheid van de Gemeenschap.

5.3. Doelstellingen, verwachte resultaten en bijbehorende indicatoren van het voorstel in de context van het ABM

Het hoofddoel van het voorstel is ervoor te zorgen dat SIS II met succes in gebruik kan worden genomen. Naar verwachting zal dit voorstel de migratie van gegevens van SIS 1+ naar SIS II en de volledige overschakeling op SIS II vlot doen verlopen. Indicator is de geslaagde migratie van de gegevens en systemen van alle deelnemende lidstaten.

5.4. Wijze van uitvoering (indicatief)

( Gecentraliseerd beheer

( rechtstreeks door de Commissie

( gedelegeerd aan:

( uitvoerende agentschappen

( door de Gemeenschappen opgerichte organen als bedoeld in artikel 185 van het Financieel Reglement

( nationale publiekrechtelijke organen of organen met een openbaredienstverleningstaak

( Gedeeld of gedecentraliseerd beheer

( met lidstaten

( met derde landen

( Gezamenlijk beheer met internationale organisaties (geef aan welke)

Opmerkingen: Niet van toepassing.

6. TOEZICHT EN EVALUATIE

6.1. Toezicht

De vorderingen zullen met regelmatige tussenpozen worden beoordeeld. De prestaties zullen worden afgemeten aan de vereiste normen en vooraf vastgestelde criteria. Een en ander wordt met name verzorgd door een contractant voor kwaliteitsborging.

6.2. Evaluatie

6.2.1. Evaluatie vooraf

Het beoordelings- en vergelijkingsverslag over de verdere ontwikkeling van SIS II, dat het voorzitterschap en de Commissie aan de Raad hebben voorgelegd, biedt een evaluatie vooraf. Op basis hiervan heeft de Raad vastgesteld, blijkens de Raadsconclusies van 4–5 juni 2009, dat de reparatie- en analyseperiode is afgerond. Een aanzienlijk aantal bekende problemen en bugs is daarbij gecorrigeerd en er zijn oplossingen ontwikkeld of uitgevoerd om ze te verhelpen. De Raad heeft geconcludeerd dat de ontwikkeling van SIS II zal worden voortgezet op basis van het lopende SIS II-project en dat SIS 1+ RE als noodplan zal worden behouden.

6.2.2. Naar aanleiding van een tussentijdse evaluatie of evaluatie achteraf genomen maatregelen (ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan)

Bij deze voorstellen wordt een algemene programmabeheersraad (GPMB) ingesteld. Daarmee wordt rekening gehouden met de ervaring die is opgedaan met het beheren van de ontwikkeling van SIS II op basis van de werkstructuur die bij de te wijzigen instrumenten is opgezet.

6.2.3. Vorm en frequentie van toekomstige evaluaties

Evaluaties zullen worden verricht op basis van zesmaandelijkse “mijlpalen”, zoals bepaald in de Raadsconclusies van 4–5 juni 2009.

7. Fraudebestrijdingsmaatregelen

Wanneer aanvullende opdrachten noodzakelijk blijken, zullen de procedures van de Commissie voor de gunning van opdrachten worden toegepast. Daarmee wordt de naleving van de communautaire wetgeving inzake overheidsopdrachten gegarandeerd.

8. MIDDELEN

8.1. Financiële kosten van de doelstellingen van het voorstel

Vastleggingskredieten in miljoen euro (tot op 3 decimalen)

(Vermeld de doelstellingen, acties en outputs) | Soort output | Gemiddelde kosten | Jaar 2010 | Jaar 2011 | TOTAAL |

Jaar 2010 | Jaar 2011 |

Ambtenaren of tijdelijk personeel[32] (XX 01 01) | A*/AD | 24 | 24 |

B*, C*/AST | 9 | 9 |

Uit art. XX 01 02 gefinancierd personeel[33] | 17 | 17 |

Uit art. XX 01 04/05 gefinancierd ander personeel[34] |

TOTAAL | 50 | 50 |

8.2.2. Omschrijving van de taken die uit de actie voortvloeien

- Programmacoördinatie

- Projectbeheer

- Technisch beheer

- Evaluatie en rapportage

- Opdracht-, contract- en financieel beheer

8.2.3. Herkomst van het (statutaire) personeel( Posten die momenteel zijn toegewezen aan het beheer van het te vervangen of te verlengen programma

( Posten die al zijn toegewezen in het kader van de JBS/VOB-procedure voor jaar n

( Posten waarom in het kader van de volgende JBS/VOB-procedure zal worden gevraagd

( Bestaande posten binnen de beherende dienst die worden heringedeeld (interne herindeling)

( Posten die voor jaar n nodig zijn maar die in het kader van de JBS/VOB-procedure voor dat jaar nog niet zijn toegewezen

8.2.4. Andere administratieve uitgaven binnen het referentiebedrag (XX 01 04/05 – Uitgaven voor administratief beheer)

Niet van toepassing.

8.2.5. Personeelsuitgaven en aanverwante uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen

in miljoen euro (tot op 3 decimalen)

Soort personeel | Jaar 2010 (pro rata vanaf 1 juli) | Jaar 2011 (pro rata tot verwacht tijdstip migratie) |

Ambtenaren en tijdelijk personeel (XX 01 01) | 2,013 | 3,020 |

Uit art. XX 01 02 gefinancierd personeel (hulpfunctionarissen, gedetacheerde nationale deskundigen, arbeidscontractanten, enz.) (vermeld begrotingsonderdeel) | 0,580 | 0,870 |

Totaal Personeelsuitgaven en aanverwante uitgaven die NIET in het referentiebedrag zijn begrepen | 2,593 | 3,890 |

Berekening – Ambtenaren en tijdelijke functionarissen |

Verwijs zo nodig naar punt 8.2.1 |

AD/AST – 122 000 EUR per jaar * 33 personen = 4,026 miljoen EUR |

Berekening – Uit artikel XX 01 02 gefinancierd personeel |

Verwijs zo nodig naar punt 8.2.1 |

Arbeidscontractanten (art. 18 01 02 01 01) – 64 000 EUR per jaar * 9 personen = 0,576 miljoen EUR |

Nationale deskundigen (art. 18 01 02 01 03) – 73 000 EUR per jaar * 8 personen = 0,584 miljoen EUR |

8.2.6. Andere administratieve uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen

in miljoen euro (tot op 3 decimalen)

Jaar 2010 | Jaar 2011 | TOTAAL |

XX 01 02 11 01 – Dienstreizen | 0,082 | 0,099 | 0,181 |

XX 01 02 11 02 – Conferenties en vergaderingen | 0,095 | 0,142 | 0,237 |

2 Totaal Andere beheersuitgaven (XX 01 02 11) | 0,177 | 0,241 | 0,418 |

3 Andere uitgaven van administratieve aard (vermeld welke en verwijs naar het begrotingsonderdeel) |

Totaal Andere administratieve uitgaven die NIET in het referentiebedrag zijn begrepen | 0,177 | 0,241 | 0,418 |

Het onderdeel ”dienstreizen” omvat jaarlijkse bezoeken van één persoon aan de 27 deelnemende lidstaten en wekelijkse reizen naar Straatsburg voor 1 of 2 personen tot het verwachte tijdstip van de migratie.

De behoeften aan personele en administratieve middelen zullen worden gedekt met de kredieten die in het kader van de jaarlijks toewijzingsprocedure aan het beherende DG worden toegewezen.[pic][pic][pic][pic][pic][pic][pic][pic][pic][pic][pic][pic][pic][pic][pic]

[1] PB L 381 van 28.12.2006, blz. 4.

[2] PB L 205 van 7.8.2007, blz. 63.

[3] PB L 239 van 22.9.2000, laatstelijk gewijzigd bij Besluit 2008/839/JBZ van de Raad van 24 oktober 2008 (PB L 299 van 8.11.2008, blz. 43).

[4] PB L 328 van 13.12.2001, blz. 4.

[5] PB L 411 van 30.12.2006, blz. 1.

[6] PB L 328 van 13.12.2001, blz. 1.

[7] PB L 411 van 30.12.2006, blz. 78.

[8] PB L 381 van 28.12.2006, blz. 1.

[9] PB L 79 van 20.3.2007, blz. 20, en PB L 79 van 20.3.2007, blz. 29

[10] PB L 57 van 1.3.2008, blz. 1.

[11] PB L 57 van 1.3.2008, blz. 14.

[12] PB L 299 van 8.11.2008, blz. 1.

[13] PB L 299 van 8.11.2008, blz. 43.

[14] PB C van , blz. .

[15] PB C van , blz. .

[16] PB L 381 van 28.12.2006, blz. 4.

[17] PB L 205 van 7.8.2007, blz. 63.

[18] PB L 299 van 8.11.2008, blz. 1.

[19] PB L 299 van 8.11.2008, blz. 43.

[20] PB L 131 van 1.6.2000, blz. 43.

[21] PB L 64 van 7.3.2002, blz. 20.

[22] PB L 176 van 10.7.1999, blz. 36.

[23] PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31.

[24] PB L 53 van 27.2.2008, blz. 52.

[25] PB L 53 van 27.2.2008, blz. 1.

[26] PB L 83 van 26.3.2008, blz. 3.

[27] Gesplitste kredieten.

[28] Uitgaven die niet onder hoofdstuk xx 01 van de betrokken titel xx vallen.

[29] Uitgaven in het kader van artikel xx 01 04 van titel xx.

[30] Uitgaven in het kader van hoofdstuk xx 01, met uitzondering van de artikelen xx 01 04 en xx 01 05.

[31] Zie de punten 19 en 24 van het Interinstitutioneel Akkoord.

[32] Waarvan de kosten NIET door het referentiebedrag worden gedekt.

[33] Waarvan de kosten NIET door het referentiebedrag worden gedekt.

[34] Waarvan de kosten door het referentiebedrag worden gedekt.

Top