Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52009PC0436

    Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap, van het aanvullend protocol bij de Overeenkomst inzake samenwerking bij de bescherming van de kusten en het aquatische milieu van het Noordoost-Atlantische gebied tegen verontreiniging

    /* COM/2009/0436 def. - CNS 2009/0120 */

    52009PC0436

    Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap, van het aanvullend protocol bij de Overeenkomst inzake samenwerking bij de bescherming van de kusten en het aquatische milieu van het Noordoost-Atlantische gebied tegen verontreiniging /* COM/2009/0436 def. - CNS 2009/0120 */


    [pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

    Brussel, 27.8.2009

    COM(2009) 436 definitief

    2009/0120 (CNS)

    Voorstel voor een

    BESLUIT VAN DE RAAD

    betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap, van het aanvullend protocol bij de Overeenkomst inzake samenwerking bij de bescherming van de kusten en het aquatische milieu van het Noordoost-Atlantische gebied tegen verontreiniging

    TOELICHTING

    1. De Europese Gemeenschap is partij bij regionale overeenkomsten inzake verontreiniging van de zee zoals de Overeenkomst van Bonn, het Verdrag van Barcelona en het Verdrag van Helsinki, die wederzijdse bijstand en samenwerking tussen de lidstaten op dit gebied vergemakkelijken in respectievelijk de Noordzee, de Middellandse Zee en de Oostzee. Na de olieramp met de tanker Aragon voor de kust van Madeira in 1990 heeft Portugal de aanzet gegeven tot de Overeenkomst inzake samenwerking bij de bescherming van de kusten en het aquatische milieu van het Noordoost-Atlantische gebied tegen verontreiniging (Overeenkomst van Lissabon). Deze overeenkomst voorziet in een mechanisme voor samenwerking tussen de overeenkomstsluitende partijen in geval van verontreiniging veroorzakende ongevallen, en verplicht de partijen eigen structuren en plannen voor noodsituaties vast te stellen en uit te voeren. Zij is van toepassing op het Noordoost-Atlantische gebied; dit is het gebied dat begrensd wordt door de buitengrens van de exclusieve economische zone van elk van de overeenkomstsluitende staten, en door de grenzen van andere regionale overeenkomsten zoals de Overeenkomst inzake samenwerking bij het bestrijden van verontreiniging van de Noordzee door olie en andere schadelijke stoffen (Overeenkomst van Bonn) en het Verdrag inzake de bescherming van de Middellandse Zee tegen verontreiniging (Verdrag van Barcelona).

    2. De Overeenkomst van Lissabon is op 17 oktober 1990 door Portugal, Spanje, Frankrijk, Marokko en de Europese Gemeenschap ondertekend. De overeenkomst is vervolgens bekrachtigd door Portugal, Frankrijk en de Europese Gemeenschap. Vanwege een politiek geschil over de grenzen in de westelijke Sahara bekrachtigden Spanje en Marokko de overeenkomst echter niet, omdat in artikel 3, onder c), betreffende het geografische toepassingsgebied van de overeenkomst de volgende omschrijving werd gebruikt: "in het zuiden door de zuidgrens van de wateren die onder de soevereiniteit of de jurisdictie van het Koninkrijk Marokko vallen."

    3. Na het bereiken van overeenstemming over het aanvullend protocol tot wijziging van artikel 3, onder c), van de Overeenkomst van Lissabon, is het protocol door Portugal, Spanje, Frankrijk en Marokko op 20 mei 2008 in Lissabon ondertekend. De Gemeenschap werd verzocht het protocol samen met de andere overeenkomstsluitende partijen te ondertekenen. Het besluit van de Raad betreffende de ondertekening, namens de Europese Gemeenschap, van het aanvullend protocol bij de Overeenkomst inzake samenwerking bij de bescherming van de kusten en het aquatische milieu van het Noordoost-Atlantische gebied tegen verontreiniging is op 12 december 2008 vastgesteld. Het aanvullend protocol is op 25 maart 2009 namens de Europese Gemeenschap gezamenlijk ondertekend door het Tsjechische voorzitterschap en het Hoofd van de vertegenwoordiging van de Europese Commissie in Portugal.

    4. Het is derhalve dienstig dat de Gemeenschap het aanvullend protocol bij de Overeenkomst inzake samenwerking bij de bescherming van de kusten en het aquatische milieu van het Noordoost-Atlantische gebied tegen verontreiniging sluit.

    2009/0120 (CNS)

    Voorstel voor een

    BESLUIT VAN DE RAAD

    betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap, van het aanvullend protocol bij de Overeenkomst inzake samenwerking bij de bescherming van de kusten en het aquatische milieu van het Noordoost-Atlantische gebied tegen verontreiniging

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 175, lid 1, in samenhang met artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin, en artikel 300, lid 3, eerste alinea,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Gezien het advies van het Europees Parlement,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) De Gemeenschap is partij bij de Overeenkomst inzake samenwerking bij de bescherming van de kusten en het aquatische milieu van het Noordoost-Atlantische gebied tegen verontreiniging (Overeenkomst van Lissabon), die bij Besluit 93/550/EEG van de Raad van 20 oktober 1993[1] is goedgekeurd.

    (2) Vanwege een politiek geschil over de grenzen in de westelijke Sahara hebben Spanje en Marokko de Overeenkomst van Lissabon niet bekrachtigd. Dat bezwaar is thans uit de weg geruimd dankzij het aanvullend protocol bij de Overeenkomst van Lissabon, waarbij artikel 3, onder c), van die overeenkomst wordt gewijzigd.

    (3) Na de vaststelling van het besluit van de Raad betreffende de ondertekening, namens de Europese Gemeenschap, van het aanvullend protocol bij de Overeenkomst inzake samenwerking bij de bescherming van de kusten en het aquatische milieu van het Noordoost-Atlantische gebied tegen verontreiniging op 12 december 2008 is het aanvullend protocol op 25 maart 2009 namens de Gemeenschap ondertekend.

    (4) Het aanvullend protocol bij de Overeenkomst van Lissabon staat open voor bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring door de partijen. De Gemeenschap en de lidstaten dienen de nodige stappen te ondernemen opdat de akten van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring zoveel mogelijk gelijktijdig kunnen worden nedergelegd.

    (5) Het is derhalve dienstig dat de Gemeenschap het aanvullend protocol bij de Overeenkomst inzake samenwerking bij de bescherming van de kusten en het aquatische milieu van het Noordoost-Atlantische gebied tegen verontreiniging sluit,

    BESLUIT:

    Artikel 1

    Het aanvullend protocol bij de Overeenkomst inzake samenwerking bij de bescherming van de kusten en het aquatische milieu van het Noordoost-Atlantische gebied tegen verontreiniging wordt namens de Europese Gemeenschap goedgekeurd.

    De tekst van dit aanvullend protocol is in de bijlage bij dit besluit opgenomen.

    Artikel 2

    1. De Voorzitter van de Raad is gemachtigd de persoon of personen aan te wijzen die bevoegd is of zijn om overeenkomstig artikel 3, lid 1, van het aanvullend protocol namens de Europese Gemeenschap de goedkeuringsakte neder te leggen bij de regering van Portugal.

    2. De Europese Gemeenschap en de lidstaten die partij zijn bij de Overeenkomst inzake samenwerking bij de bescherming van de kusten en het aquatische milieu van het Noordoost-Atlantische gebied tegen verontreiniging streven ernaar om hun akten van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring van het aanvullend protocol zoveel mogelijk gelijktijdig neder te leggen.

    Artikel 3

    Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie .

    Gedaan te Brussel,

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    BIJLAGE

    Aanvullend protocol bij de Overeenkomst inzake samenwerking bij de bescherming van de kusten en het aquatische milieu van het Noordoost-Atlantische gebied tegen verontreiniging

    De Portugese Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, het Koninkrijk Marokko en de Europese Gemeenschap, hierna te noemen "de partijen",

    Zich bewust van de noodzaak het milieu in het algemeen en het mariene milieu in het bijzonder te beschermen,

    Erkennend dat de verontreiniging van het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan door olie en andere schadelijke stoffen het mariene milieu kan bedreigen en de belangen van de kuststaten kan schaden,

    Rekening houdend met de noodzaak de spoedige inwerkingtreding te bevorderen van de op 17 oktober 1990 te Lissabon ondertekende Overeenkomst inzake samenwerking bij de bescherming van de kusten en het aquatische milieu van het Noordoost-Atlantische gebied tegen verontreiniging, hierna de "Overeenkomst van Lissabon" genoemd,

    Zijn als volgt overeengekomen:

    Artikel 1

    Wijziging van de Overeenkomst van Lissabon

    Artikel 3, onder c), van de op 17 oktober 1990 te Lissabon ondertekende Overeenkomst inzake samenwerking bij de bescherming van de kusten en het aquatische milieu van het Noordoost-Atlantische gebied tegen verontreiniging ("Overeenkomst van Lissabon") wordt als volgt gewijzigd:

    "c) in het zuiden door de zuidgrens van de wateren die onder de soevereiniteit of de jurisdictie van een van de overeenkomstsluitende staten vallen."

    Artikel 2

    Verband tussen de Overeenkomst van Lissabon en het aanvullend protocol

    Bij dit protocol wordt de Overeenkomst van Lissabon volgens de bepalingen van artikel 1 gewijzigd, waarbij de partijen bij dit protocol de Overeenkomst en het aanvullend protocol samen als één enkel rechtsinstrument interpreteren en toepassen.

    Artikel 3

    Instemming tot gebondenheid en inwerkingtreding

    1. Dit protocol wordt ter bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring aan de partijen voorgelegd. De respectieve akten moeten bij de Regering van de Portugese Republiek worden nedergelegd.

    2. Dit protocol treedt in werking op de datum van ontvangst door de Regering van de Portugese Republiek van de laatste akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring.

    3. De partijen kunnen hun instemming door dit protocol gebonden te zijn niet uitdrukken indien zij niet eerder of gelijktijdig, volgens de bepalingen van artikel 22, hun instemming hebben uitgedrukt door de Overeenkomst van Lissabon gebonden te zijn.

    4. Na de inwerkingtreding van dit protocol houdt toetreding tot de Overeenkomst van Lissabon, volgens de procedure van de artikelen 23 en 24, altijd ook de instemming door dit protocol gebonden te zijn in, waarbij de partijen zijn gebonden door de Overeenkomst van Lissabon zoals gewijzigd bij artikel 1 van dit protocol.

    Ten blijke waarvan de ondergetekende gemachtigden dit protocol hebben ondertekend.

    Gedaan te Lissabon op twintig mei 2008, in de Arabische, de Spaanse, de Franse en de Portugese taal, waarbij bij eventuele verschillen de Franse tekst authentiek is.

    VOOR DE PORTUGESE REPUBLIEK

    VOOR HET KONKRIJK SPANJE

    VOOR DE FRANSE REPUBLIEK

    VOOR HET KONINKRIJK MAROKKO

    VOOR DE EUROPESE GEMEENSCHAP

    [1] PB L 267 van 28.10.1993, blz. 20.

    Top