EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52009PC0393

Voorstel voor een verordening van de Raad tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Somalië

/* COM/2009/0393 def. - CNS 2009/0114 */

52009PC0393

Voorstel voor een verordening van de Raad tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Somalië /* COM/2009/0393 def. - CNS 2009/0114 */


NL

Brussel, 29.7.2009

COM(2009) 393 definitief

2009/0114 (CNS)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Somalië

TOELICHTING

(1) Op 20 november 2008 hechtte de VN-Veiligheidsraad krachtens hoofdstuk VII van het Handvest van de Verenigde Naties zijn goedkeuring aan Resolutie 1844(2008) waarbij het bij Resolutie 733(1992) van de VN-Veiligheidsraad opgelegde algemene en volledige wapenembargo tegen Somalië wordt bevestigd en waarbij verdere beperkende maatregelen werden ingevoerd tegen personen 1) die handelingen verrichten of steunen die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van Somalië bedreigen, met inbegrip van handelingen die het akkoord van Djibouti van 18 augustus 2008 of het politieke proces bedreigen, dan wel de federale overgangsinstellingen of AMISOM bedreigen met geweld, 2) die het wapenembargo en aanverwante maatregelen hebben geschonden, of 3) die de levering van humanitaire bijstand aan Somalië of de toegang tot, of verdeling van, humanitaire bijstand in Somalië belemmeren.

(2) De aanvullende beperkende maatregelen hebben betrekking op inreisbeperkingen en op financiële beperkende maatregelen tegen personen en entiteiten die door het bevoegde VN-Sanctiecomité zijn vermeld. Naast het van kracht zijnde algemene wapenembargo stelt de resolutie een specifiek verbod in op de directe of indirecte levering, verkoop of overdracht van wapens en militaire uitrusting, alsook een specifiek verbod op de verstrekking van daarmede verband houdende bijstand en diensten, aan de door het Comité genoemde personen en entiteiten.

(3) In Gemeenschappelijk Standpunt 2009/138/GBVB van de Raad van 16 februari 2009 [1] werden de beperkende maatregelen die sinds 2002 van kracht waren [2], bevestigd en werd voorzien in aanvullende maatregelen tegen personen en entiteiten die door het VN-Sanctiecomité zijn aangewezen.

(4) Een aantal maatregelen waarin wordt voorzien bij Gemeenschappelijk Standpunt 2009/138/GBVB, namelijk het verbod op het verstrekken van technische en financiële bijstand en andere dienstverleningen voor militaire activiteiten aan de personen en entiteiten die zijn opgesomd door het VN-Sanctiecomité, en de bevriezing van tegoeden en economische middelen van bedoelde personen en entiteiten, vallen binnen de werkingssfeer van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.

(5) Bij Verordening (EG) nr. 147/2003 van de Raad [3] werd een algemeen verbod ingesteld op het verstrekken van technisch advies, van bijstand, opleiding, de financiering of financiële bijstand in verband met militaire activiteiten, aan enige persoon, entiteit of lichaam in Somalië. De Commissie stelt voor de maatregelen betreffende personen en entiteiten die zijn opgesomd door het VN-Sanctiecomité, in de Gemeenschap ten uitvoer te leggen bij wege van een afzonderlijke verordening van de Raad.

(6) Om alle door het Comité opgesomde personen en entiteiten te bestrijken, dient de rechtsgrondslag van de voorgestelde verordening de artikelen 60, 301 en 308 van het EG-Verdrag te omvatten. In zijn arrest van 3 september 2008 in de gevoegde zaken C-402/05 P en C-415/05 P, Yassin Abdullah Kadi en Al Barakaat International Foundation tegen Raad van de Europese Unie en Commissie van de Europese Gemeenschappen, wees het Europees Hof van Justitie erop dat maatregelen tegen “derde landen” in de zin van de artikelen 60 en 301 van het EG-Verdrag het bevriezen van tegoeden en economische middelen omvatten van de leiders van derde landen, en van personen en entiteiten die banden met hen onderhouden of door hen direct of indirect worden gecontroleerd. Deze artikelen boden geen passende grondslag voor het bevriezen van tegoeden en economische middelen van personen en entiteiten zonder banden met het heersende bewind van een derde land. Het Hof van Justitie achtte evenwel de artikelen 60, 301 en 308 van het EG-Verdrag een voldoende rechtsgrond voor het bevriezen van tegoeden en economische middelen van dergelijke personen en entiteiten.

(7) Op 3 september 2008 heeft het Hof van Justitie Verordening (EG) nr. 881/2002 nietig verklaard voor zover zij betrekking heeft op Yassin Abdullah Kadi en de Al Barakaat International Foundation. Het Hof van Justitie oordeelde dat de communautaire autoriteit die besluit tot bevriezing van de tegoeden en economische middelen van een persoon of entiteit krachtens Verordening (EG) nr. 881/2002, gehouden is de gronden waarop dit besluit is gebaseerd, aan de betrokken persoon of entiteit mede te delen, teneinde de rechten van de verdediging, meer bepaald het recht om te worden gehoord, alsook het recht op rechterlijke controle, te eerbiedigen.

(8) De procedure die is voorgesteld voor de wijziging van bijlage I bij de verordening omvat de publicatie van een kennisgeving hoe informatie kan worden ingediend om de op de lijst vermelde personen en entiteiten ertoe in staat te stellen hun recht te worden gehoord uit te oefenen. De kennisgeving wordt gepubliceerd na het besluit van de Commissie om een persoon of entiteit voor het eerst op de lijst te plaatsen. De Commissie zou, na onderzoek van eventuele informatie die door een op de lijst vermelde persoon of entiteit is voorgelegd, overeenkomstig de verordening een definitief besluit dienen te nemen.

(9) Uit de aard der zaak kunnen de Verenigde Naties of een derde land het dienstig achten aan de Commissie ter staving van het vastgestelde besluit gerubriceerde informatie te verstrekken. Er wordt een bepaling voorgesteld om duidelijkheid te verschaffen over de verwerking van deze informatie.

(10) Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, beschermt het recht op de persoonlijke levenssfeer met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens. Er wordt een bepaling voorgesteld om duidelijkheid te verschaffen over de toepasselijke regels voor de verwerking van persoonsgegevens van personen op de lijst, en meer bepaald voor de verwerking van gegevens die betrekking hebben op strafbare feiten, strafrechtelijke veroordelingen of veiligheidsmaatregelen uit hoofde van deze verordening.

(10) 2009/0114 (CNS)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Somalië

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op de artikelen 60, 301 en 308,

Gelet op Gemeenschappelijk Standpunt 2009/138/GBVB van de Raad van 16 februari 2009 betreffende beperkende maatregelen tegen Somalië en tot intrekking van Gemeenschappelijk Standpunt 2002/960/GBVB [4],

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement [5],

Na raadpleging van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Op 20 november 2008 hechtte de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties krachtens hoofdstuk VII van het Handvest van de Verenigde Naties zijn goedkeuring aan Resolutie 1844(2008) waarbij het bij Resolutie 733(1992) van de VN-Veiligheidsraad opgelegde algemene en volledige wapenembargo tegen Somalië wordt bevestigd en aanvullende beperkende maatregelen worden ingevoerd.

(2) De aanvullende beperkende maatregelen hebben betrekking op inreisbeperkingen en op financiële beperkende maatregelen tegen personen en entiteiten die door de VN-Veiligheidsraad of het bevoegde VN-Sanctiecomité zijn aangewezen. Naast het algemene wapenembargo stelt de resolutie een specifiek verbod in op de directe en indirecte levering, verkoop of overdracht van wapens en militaire uitrusting, alsook een specifiek verbod op de verstrekking van daarmede verband houdende bijstand en diensten, aan de door het Comité genoemde personen en entiteiten.

(3) Er dienen beperkende maatregelen te worden ingesteld tegen personen en entiteiten die door de VN werden aangewezen omdat zij handelingen verrichten of steunen die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van Somalië bedreigen, met inbegrip van handelingen die het akkoord van Djibouti van 18 augustus 2008 of het politieke proces bedreigen, dan wel de federale overgangsinstellingen of AMISOM bedreigen met geweld, of omdat zij het wapenembargo en aanverwante maatregelen hebben geschonden, of de levering van humanitaire bijstand aan Somalië of de toegang tot, of verdeling van, humanitaire bijstand in Somalië belemmeren.

(4) Gemeenschappelijk Standpunt 2009/138/GBVB voorziet onder meer in financiële beperkende maatregelen ten aanzien van natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen die door de VN worden vermeld, alsook in een verbod op de directe en indirecte verstrekking van bijstand en diensten die verband houden met wapens en militaire uitrusting aan dergelijke personen, entiteiten en lichamen.

(5) Deze maatregelen vallen binnen het toepassingsgebied van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap; derhalve is, om te garanderen dat zij in alle lidstaten door de marktdeelnemers uniform worden toegepast, communautaire wetgeving noodzakelijk voor de tenuitvoerlegging van de maatregelen voor zover het de Gemeenschap betreft.

(6) Bij Verordening (EG) nr. 147/2003 van de Raad [6] werd een algemeen verbod ingesteld op het verstrekken van technisch advies, van bijstand, opleiding, de financiering of financiële bijstand in verband met militaire activiteiten, aan enige persoon, entiteit of lichaam in Somalië. Er dient een nieuwe verordening van de Raad te worden goedgekeurd om de maatregelen betreffende de natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen die door de VN worden opgesomd, ten uitvoer te leggen.

(7) Om praktische redenen is het tevens wenselijk dat de Commissie wordt gemachtigd de lijst te wijzigen van natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen waarvan de tegoeden en economische middelen dienen te worden bevroren, op basis van besluiten die door het Sanctiecomité of de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties zijn genomen.

(8) De procedure voor de wijziging van bijlage I bij de verordening dient de publicatie van een kennisgeving te omvatten hoe informatie kan worden ingediend om de op de lijst vermelde natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen ertoe in staat te stellen hun recht te worden gehoord uit te oefenen. De Commissie zou, na onderzoek van eventuele informatie die is voorgelegd, overeenkomstig de verordening een nieuw besluit dienen te nemen.

(9) Er dienen voorzieningen te worden getroffen voor het verwerken van gerubriceerde informatie die door de Verenigde Naties of een bepaald land wordt verstrekt.

(10) Overeenkomstig Gemeenschappelijk Standpunt 2009/138/GBVB dient deze verordening te voorzien in de bevriezing van tegoeden en economische middelen van natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen die geen banden onderhouden met het heersende bewind van Somalië. Hiertoe dient de rechtsgrondslag van deze verordening niet slechts de artikelen 60 en 301, doch evenzeer artikel 308 van het EG-Verdrag te omvatten, in overeenstemming met de jurisprudentie van het Hof van Justitie.

(11) Deze verordening eerbiedigt de fundamentele rechten en de beginselen die meer bepaald zijn erkend in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie [7], en met name het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en op een onpartijdig gerecht, het recht op eigendom en het recht op de bescherming van persoonsgegevens. Deze verordening dient te worden toegepast overeenkomstig deze rechten en beginselen.

(12) Om een zo groot mogelijke rechtszekerheid binnen de Gemeenschap te verzekeren, dienen de namen en andere relevante gegevens over de personen en entiteiten waarvan de tegoeden en economische middelen krachtens de verordening moeten worden bevroren, openbaar te worden gemaakt. De verwerking door de Commissie van gegevens die betrekking hebben op strafbare feiten die zijn gepleegd door natuurlijke personen op de lijst, en op strafrechtelijke veroordelingen of veiligheidsmaatregelen betreffende dergelijke personen, dient te worden toegestaan mits passende en specifieke waarborgen worden geboden.

(13) Elke verwerking van persoonsgegevens van natuurlijke personen uit hoofde van deze verordening dient de bepalingen te respecteren van Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens [8], alsook van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens [9].

(14) De lidstaten stellen de op te leggen sancties vast voor overtredingen van de bepalingen van deze verordening. Deze sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

a) “tegoeden”: financiële activa en economische voordelen van enigerlei aard, met inbegrip van, maar niet beperkt tot:

i) contanten, cheques, geldvorderingen, wissels, postwissels en andere betaalmiddelen;

ii) deposito's bij financiële instellingen of andere entiteiten, saldi op rekeningen, schulden en schuldbewijzen;

iii) in het openbaar en onderhands verhandelde waardepapieren en schuldbewijzen, inclusief aandelen, certificaten van waardepapieren, obligaties, promesses, warrants, schuldbekentenissen, derivatencontracten;

iv) interesten, dividenden of andere inkomsten uit of waarde voortkomende uit of gegenereerd door activa;

v) krediet, recht op compensatie, garanties, uitvoeringsgaranties of andere financiële verplichtingen;

vi) kredietbrieven, cognossementen, koopbrieven;

vii) bewijsstukken van een belang in fondsen of financiële middelen;

b) “bevriezing van tegoeden”: het voorkomen van het op enigerlei wijze muteren, overmaken, corrigeren en gebruiken van, toegang hebben tot of omgaan met tegoeden, met als gevolg wijzigingen van hun omvang, bedrag, locatie, eigenaar, bezit, onderscheidende kenmerken, bestemming of verdere wijzigingen waardoor het gebruik van bedoelde tegoeden, inclusief het beheer van een beleggingsportefeuille, mogelijk zou worden gemaakt;

c) “economische middelen”: activa van enigerlei aard, materieel of immaterieel, roerend of onroerend, die geen tegoeden zijn, maar kunnen worden gebruikt om tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen;

d) “bevriezing van economische middelen”: het voorkomen van het gebruiken van economische middelen om op enigerlei wijze tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen, inclusief, maar niet noodzakelijkerwijs beperkt tot het verkopen, verhuren of verhypothekeren ervan;

e) “Sanctiecomité”: het comité van de VN-Veiligheidsraad opgericht krachtens Resolutie 751 (1992) van de VN-Veiligheidsraad betreffende Somalië;

f) “technische bijstand”: alle technische bijstand in verband met reparaties, ontwikkeling, vervaardiging, assemblage, beproeving, onderhoud of enige andere technische dienstverlening; technische bijstand kan worden verleend in de vorm van instructies, advies, opleiding, overdracht van praktische kennis of vaardigheden of adviesdiensten; met inbegrip van mondelinge vormen van bijstand;

g) “beleggingsdiensten”:

i) het ontvangen en doorgeven van orders met betrekking tot één of meer financiële instrumenten;

ii) het uitvoeren van orders voor rekening van cliënten;

iii) het handelen voor eigen rekening;

iv) portefeuillebeheer;

v) beleggingsadvies;

vi) het overnemen van financiële instrumenten en/of plaatsen van financiële instrumenten met plaatsingsgarantie;

vii) het plaatsen van financiële instrumenten zonder plaatsingsgarantie; of

viii) het exploiteren van multilaterale handelsfaciliteiten,

mits de activiteit betrekking heeft op een van de financiële instrumenten die zijn genoemd in sectie C van bijlage I bij Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten, tot wijziging van de Richtlijnen 85/611/EEG en 93/6/EEG van de Raad en van Richtlijn 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad en houdende intrekking van Richtlijn 93/22/EEG van de Raad [10];

h) “grondgebied van de Gemeenschap”: het grondgebied waarop het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van toepassing is, onder de in het Verdrag bepaalde voorwaarden.

Artikel 2

1. Alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan of eigendom zijn, in het bezit zijn of onder zeggenschap staan van een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit, of lichaam die in bijlage I zijn vermeld, worden bevroren.

2. Aan of ten behoeve van de in bijlage I genoemde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen mogen geen tegoeden of economische middelen direct of indirect ter beschikking worden gesteld.

3. In bijlage I worden natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen vermeld, die overeenkomstig Resolutie 1844 (2008) van de VN-Veiligheidsraad worden aangewezen door de VN-Veiligheidsraad of het Sanctiecomité.

4. Het is verboden bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die direct of indirect ertoe strekken of tot gevolg hebben dat de in de leden 1 en 2 bedoelde transacties worden bevorderd.

5. De verbodsbepaling van lid 2 geeft geen aanleiding tot enigerlei aansprakelijkheid van de betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten en lichamen, die financiering of financiële bijstand verstrekten, indien deze niet wisten en geen gegronde reden hadden om te vermoeden dat hun acties een inbreuk zouden zijn op die verbodsbepalingen.

Artikel 3

1. Artikel 2, lid 2, is niet van toepassing op het overmaken op bevroren rekeningen van:

a) rente of andere inkomsten op bevroren rekeningen; of

b) betalingen die verschuldigd zijn uit hoofde van contracten, overeenkomsten of verplichtingen die zijn gesloten of zijn ontstaan vóór de datum waarop de natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam als bedoeld in artikel 2 door het Sanctiecomité of de Veiligheidsraad is aangewezen, mits deze rente, andere inkomsten en betalingen onder artikel 2, lid 1, blijven vallen.

2. Artikel 2, lid 2, vormt geen belemmering voor de creditering van bevroren rekeningen door financiële instellingen of kredietinstellingen in de Gemeenschap die tegoeden ontvangen die door derden naar de rekening van een op de lijst voorkomende natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam zijn overgemaakt, op voorwaarde dat de bijgeboekte bedragen eveneens worden bevroren. De financiële instelling of kredietinstelling brengt de in bijlage II genoemde bevoegde autoriteiten in de lidstaten onverwijld op de hoogte van dergelijke verrichtingen.

Artikel 4

3. In afwijking van het bepaalde in artikel 2 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, die in bijlage II worden genoemd, op door hen passend geachte voorwaarden toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, of voor de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen, indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a) de betrokken bevoegde autoriteit heeft vastgesteld dat de tegoeden of economische middelen:

i) nodig zijn ter dekking van de basisbehoeften van de in bijlage I genoemde personen en de familieleden die van hen afhankelijk zijn, zoals voedsel, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of geneeskundige behandelingen, belastingen, verzekeringspremies of openbare nutsvoorzieningen;

ii) uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van redelijke honoraria en vergoeding van gemaakte kosten in verband met de verlening van juridische diensten; of

iii) uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten voor alleen het houden of beheren van bevroren tegoeden of economische middelen; en tevens

b) de betrokken lidstaat heeft het Sanctiecomité in kennis gesteld van deze vaststelling en van zijn voornemen deze toestemming te verlenen, en het Sanctiecomité heeft binnen drie werkdagen na de kennisgeving daartegen geen bezwaar geuit.

4. In afwijking van artikel 2 mogen de in bijlage II vermelde bevoegde autoriteiten van de lidstaten toestemming geven voor de vrijgave of de beschikbaarstelling van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, indien zij hebben vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen nodig zijn voor de betaling van buitengewone kosten, mits de betrokken lidstaten die vaststelling hebben bekendgemaakt aan het Sanctiecomité, en het Sanctiecomité die vaststelling heeft goedgekeurd.

5. De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van de leden 1 en 2 verleende toestemming.

Artikel 5

In afwijking van artikel 2 kunnen de in bijlage II genoemde bevoegde autoriteiten van de lidstaten het vrijgeven van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen toestaan indien aan volgende voorwaarden is voldaan:

a) de tegoeden of economische middelen zijn het voorwerp van een justitieel, administratief of arbitrair retentierecht dat is vastgesteld voor de datum waarop de in artikel 2 bedoelde natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam door het Sanctiecomité of de VN-Veiligheidsraad is aangewezen, of van een justitieel, administratief of arbitrair vonnis dat van vóór die datum dateert;

b) de tegoeden of economische middelen worden uitsluitend aangewend om te voldoen aan vorderingen die door een dergelijk retentierecht zijn gewaarborgd of door een dergelijk vonnis geldig zijn verklaard, overeenkomstig de wet- en regelgeving tot vaststelling van de rechten van de personen die titularis zijn van dergelijke vorderingen;

c) het onderpand of de gerechtelijke uitspraak is niet ten behoeve van een persoon, entiteit of lichaam bedoeld in bijlage I bij deze verordening;

d) de erkenning van het retentierecht of het vonnis is niet in strijd met de openbare orde van de betrokken lidstaat; en tevens

e) het retentierecht of het vonnis is door de lidstaat gemeld aan het Sanctiecomité.

Artikel 6

Bevriezing van tegoeden of economische middelen of de weigering om tegoeden of economische middelen beschikbaar te stellen, die te goeder trouw wordt uitgevoerd in overeenstemming met deze verordening, mag geen aanleiding geven tot enigerlei aansprakelijkheid van de natuurlijke persoon of rechtspersoon of de entiteit die deze maatregel implementeert, of van de directeuren of werknemers daarvan, tenzij het bewijs wordt geleverd dat de tegoeden en economische middelen als gevolg van nalatigheid zijn bevroren.

Artikel 7

1. Er wordt een verbod ingesteld op de directe of indirecte verstrekking aan de in bijlage I genoemde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen van:

a) technische bijstand in verband met militaire activiteiten of met de levering, verkoop, overdracht, fabricage, het onderhoud of gebruik van goederen en technologie die zijn opgenomen in de Gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen;

b) financiering of financiële bijstand in verband met militaire activiteiten of met de levering, verkoop, overdracht, fabricage, het onderhoud of gebruik van goederen en technologie die zijn opgenomen in de Gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen;

c) beleggingsdiensten in verband met militaire activiteiten of met de levering, verkoop, overdracht, fabricage, het onderhoud of gebruik van goederen en technologie die zijn opgenomen in de Gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen;

d) bemiddelingsdiensten in verband met militaire activiteiten of met de goederen en technologie die zijn opgenomen in de Gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen.

2. Het is verboden bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die tot doel of tot gevolg hebben direct of indirect het in lid 1 bedoelde verbod te omzeilen.

3. De verbodsbepaling van lid 1, onder b), geeft geen aanleiding tot enigerlei aansprakelijkheid van de betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten en lichamen, die financiering of financiële bijstand verstrekten, indien deze niet wisten en geen gegronde reden hadden om te vermoeden dat hun acties een inbreuk zouden zijn op die verbodsbepalingen.

Artikel 8

1. Onverminderd de geldende regels inzake rapportage, vertrouwelijkheid en beroepsgeheim dienen natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen:

a) alle informatie die de naleving van deze verordening vergemakkelijkt, bijvoorbeeld betreffende rekeningen en bedragen die overeenkomstig artikel 2 zijn bevroren, onverwijld te verstrekken aan de in de lijst van bijlage II vermelde bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar zij hun woonplaats hebben of gevestigd zijn, en deze informatie direct of via deze bevoegde autoriteiten aan de Commissie te doen toekomen; en tevens

b) bij de verificatie van deze informatie samenwerken met de in bijlage II genoemde bevoegde autoriteiten.

2. Alle overeenkomstig dit artikel verstrekte of ontvangen informatie mag uitsluitend worden gebruikt voor de doeleinden waarvoor de informatie werd verstrekt of ontvangen.

Artikel 9

De Commissie en de lidstaten stellen elkaar onverwijld in kennis van de krachtens deze verordening getroffen maatregelen en wisselen onderling alle andere voor deze verordening relevante informatie waarover zij beschikken uit, met name betreffende inbreuken, handhavingsproblemen en uitspraken van nationale rechtbanken.

Artikel 10

1. De Commissie wordt gemachtigd:

a) bijlage I indien nodig te wijzigen overeenkomstig de procedure als bedoeld in artikel 12; en tevens

b) bijlage II te wijzigen op basis van door de lidstaten verstrekte informatie.

2. Onverminderd de rechten en verplichtingen van de lidstaten op grond van het Handvest van de Verenigde Naties, onderhoudt de Commissie alle nodige contacten met het Sanctiecomité en met de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties met het oog op de doeltreffende uitvoering van deze verordening.

Artikel 11

1. Indien de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties of het Sanctiecomité besluit een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam voor het eerst op de lijst te plaatsen, stelt de Commissie, zodra de motivering door de Verenigde Naties is verstrekt, onverwijld een voorlopig besluit vast tot wijziging van bijlage I.

2. Zodra het voorlopige besluit als bedoeld in lid 1 is vastgesteld, publiceert de Commissie onverwijld de modaliteiten voor het verstrekken van informatie in verband met bijlage I, en biedt zij de betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen de gelegenheid hun standpunt ter zake bekend te maken.

3. De Commissie stelt een definitief besluit vast betreffende de betrokken personen, entiteiten of lichamen, overeenkomstig de procedure als bedoeld in artikel 12.

4. Indien de Verenigde Naties besluiten een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam van de lijst te schrappen, of de identificatiegegevens van een op de lijst geplaatste natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit, lichaam of lichaam te wijzigen, past de Commissie bijlage I dienovereenkomstig aan.

Artikel 12

1. De Commissie wordt bijgestaan door een comité.

2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 3 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing.

Artikel 13

1. Indien de Verenigde Naties of een bepaald land gerubriceerde informatie verstrekken, verwerkt de Commissie deze informatie overeenkomstig Besluit 2001/844/EG, EGKS, Euratom van de Commissie van 29 november 2001 tot wijziging van haar reglement van orde [11] en, voor zover van toepassing, volgens de overeenkomst tussen de Europese Unie en het verstrekkende land inzake de beveiliging van gerubriceerde gegevens.

2. Documenten die zijn gerubriceerd op een niveau dat overeenstemt met ‘EU Top Secret’, ‘EU Secret’ of ‘EU Confidential’, worden niet vrijgegeven zonder toestemming van de verstrekker.

Artikel 14

1. De Commissie verwerkt persoonsgegevens voor de uitoefening van haar taken uit hoofde van deze verordening. Deze taken omvatten het volgende:

a) de voorbereiding van aanpassingen van bijlage I bij deze verordening;

b) de consolidering van de inhoud van bijlage I in de elektronische geconsolideerde lijst van personen, entiteiten en lichamen waarop de financiële sancties van de EU van toepassing zijn, beschikbaar op de website van de Commissie [12];

c) de verwerking van informatie met betrekking tot de motivering voor plaatsing op de lijst; en tevens

d) de verwerking van informatie over de gevolgen van de maatregelen van deze verordening, zoals de waarde van bevroren tegoeden, alsook informatie over vergunningen van bevoegde autoriteiten.

2. In bijlage I wordt de volgende informatie opgenomen betreffende de genoemde natuurlijke personen:

a) achternaam en voornaam, inclusief schuilnamen en titels, voor zover voorhanden;

b) geboortedatum en –plaats;

c) nationaliteit;

d) paspoort- en identiteitskaartnummers;

e) fiscale en socialezekerheidsnummers;

f) geslacht;

g) adres of andere gegevens over de verblijfplaats;

h) functie of beroep;

i) datum van aanwijzing bedoeld in artikel 3, lid 1, onder b);

j) de redenen van plaatsing op de lijst, indien niet al uit hoofde van de functie.

3. Bijlage I kan ook de volgende persoonsgegevens bevatten in verband met de op de lijst geplaatste natuurlijke personen, indien deze gegevens door de VN-Veiligheidsraad of door het Sanctiecomité worden verstrekt en in een specifiek geval noodzakelijk zijn uitsluitend ter identificatie van de betrokken natuurlijke persoon op de lijst:

a) achternaam en voornamen van de vader van de natuurlijke persoon;

b) achternaam en voornamen van de moeder van de natuurlijke persoon.

De betrokken natuurlijke personen worden in kennis gesteld van het gebruik dat van hun naam in bijlage I wordt gemaakt zoals dat ook voor de op de lijst geplaatste natuurlijke persoon geschiedt.

4. De Commissie kan relevante gegevens die betrekking hebben op strafbare feiten die zijn gepleegd door natuurlijke personen op de lijst, en op strafrechtelijke veroordelingen of veiligheidsmaatregelen betreffende dergelijke personen, alleen verwerken voor zover deze verwerking noodzakelijk is voor de voorbereiding van een motivering en voor het onderzoek van de ter zake gemaakte opmerkingen van de betrokken natuurlijke persoon, mits passende en specifieke waarborgen worden geboden. Dergelijke gegevens worden niet openbaar gemaakt of uitgewisseld.

5. Voor de toepassing van deze verordening geldt de in bijlage II genoemde eenheid van de Commissie als de “verantwoordelijke voor de verwerking” in de zin van artikel 2, onder d), van Verordening (EG) nr. 45/2001, teneinde te verzekeren dat de betrokken natuurlijke personen hun rechten uit hoofde van Verordening (EG) nr. 45/2001 kunnen uitoefenen.

Artikel 15

1. De lidstaten stellen bepalingen vast betreffende de sancties die gelden voor overtredingen van deze verordening en nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat zij worden toegepast. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.

2. De lidstaten stellen de Commissie na de inwerkingtreding van deze verordening onverwijld in kennis van de desbetreffende bepalingen en delen haar alle latere wijzigingen ervan mee.

Artikel 16

Deze verordening is van toepassing:

a) op het grondgebied van de Gemeenschap, met inbegrip van haar luchtruim;

b) aan boord van vliegtuigen of vaartuigen die onder de rechtsbevoegdheid van een lidstaat vallen;

c) op alle zich op het grondgebied of buiten het grondgebied van de Gemeenschap bevindende personen die onderdaan van een lidstaat zijn;

d) op alle volgens het recht van een lidstaat erkende of opgerichte rechtspersonen, entiteiten of lichamen;

e) op alle rechtspersonen, entiteiten of lichamen ten aanzien van alle geheel of gedeeltelijk binnen de Gemeenschap verrichte zakelijke transacties.

Artikel 17

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, […]

Voor de Raad

De voorzitter

[…]

BIJLAGE I

Natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten of lichamen bedoeld in de artikelen 2 en 7

BIJLAGE II

Lijst van de bevoegde autoriteiten als bedoeld in de artikelen 3, lid 2, 4, 5 en 8 en adres voor kennisgevingen aan de Europese Commissie

(in te vullen door de lidstaten)

BELGIË

BULGARIJE

TSJECHIË

DENEMARKEN

DUITSLAND

ESTLAND

IERLAND

GRIEKENLAND

SPANJE

FRANKRIJK

ITALIË

CYPRUS

LETLAND

LITOUWEN

LUXEMBURG

HONGARIJE

MALTA

NEDERLAND

OOSTENRIJK

POLEN

PORTUGAL

ROEMENIË

SLOVENIË

SLOWAKIJE

FINLAND

ZWEDEN

VERENIGD KONINKRIJK

Adres voor kennisgevingen aan de Europese Commissie:

Europese Commissie

DG Buitenlandse betrekkingen

Directoraat A. Crisisplatform en beleidscoördinatie in het GBVB

Eenheid A.2. Crisisbeheer en conflictpreventie

CHAR 12/106

B-1049 Brussel (België)

E-mail: relex-sanctions@ec.europa.eu

Tel.: (32 2) 295 55 85

Fax: (32 2) 299 08 73

[1] PB L 46 van 17.2.2009, blz. 73.

[2] PB L 334 van 11.12.2002, blz. 1.

[3] PB L 24 van 29.1.2003, blz. 2.

[4] PB L 46 van 17.2.2009, blz. 73.

[5] PB C van , blz. .

[6] PB L 24 van 29.1.2003, blz. 2.

[7] PB C 364 van 18.12.2000, blz. 1.

[8] PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.

[9] PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31.

[10] PB L 145 van 30.4.2004, blz. 1.

[11] PB L 317 van 3.12.2001, blz. 1.

[12] http://ec.europa.eu/external_relations/cfsp/sanctions/list/consol-list.htm

--------------------------------------------------

Top