EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52009PC0375

Voorstel voor een verordening van de Raad tot intrekking van een aantal achterhaalde wetsbesluiten van de Raad

/* COM/2009/0375 def. - ACC 2009/0102 */

52009PC0375

Voorstel voor een verordening van de Raad tot intrekking van een aantal achterhaalde wetsbesluiten van de Raad /* COM/2009/0375 def. - ACC 2009/0102 */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 17.7.2009

COM(2009) 375 definitief

2009/0102 (ACC)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

tot intrekking van een aantal achterhaalde wetsbesluiten van de Raad

TOELICHTING

Een aantal wetsbesluiten die gedurende de afgelopen tientallen jaren zijn vastgesteld en nog altijd van kracht zijn, zijn inmiddels achterhaald omdat deze tijdelijk van aard waren of de inhoud ervan is opgenomen in latere wetsbesluiten. Meerdere maatregelen in verband met de toetreding van nieuwe lidstaten zijn na de toetreding van deze landen eveneens achterhaald. Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie hebben in het inter-institutionele akkoord over beter wetgeven afgesproken dat de Gemeenschapswetgeving moet worden geactualiseerd en in volume verminderd door wetsbesluiten in te trekken die niet meer worden toegepast[1]. Wetsbesluiten die niet meer relevant zijn, moeten in het belang van de transparantie en de rechtszekerheid van de Gemeenschapswetgeving uit het acquis communautaire worden verwijderd.

De Commissie heeft herhaaldelijk achterhaalde wetgeving uit het acquis geschrapt, deels via de traditionele intrekkingsprocedure, deels door de betrokken wetsbesluiten van de Commissie achterhaald te verklaren. Onlangs nog heeft zij een 250-tal landbouwbesluiten achterhaald verklaard[2]. De Commissie heeft in haar mededeling “Een vereenvoudigd GLB voor Europa - In het voordeel van iedereen” van 18 maart 2009 bekend gemaakt dat zij van plan is de landbouwvoorschriften op te schonen[3]. Het onderhavige voorstel is opgenomen in het doorlopend vereenvoudigingsprogramma dat is goedgekeurd in het kader van de uitvoering van de strategie van de Commissie voor de vereenvoudiging van de regelgeving, zoals recent bijgewerkt - document COM(2008) 712, bijlage 2 bij het wetgevings- en werkprogramma van de Commissie voor 2009.

De Commissie heeft een aantal op artikel 133 van het Verdrag gebaseerde wetsbesluiten van de Raad inzake het gemeenschappelijk landbouwbeleid aangewezen die geen praktische gevolgen meer hebben, maar formeel nog steeds van kracht zijn. De Commissie beschikt niet over de bevoegdheid om wetsbesluiten die door de Raad zijn vastgesteld, achterhaald te verklaren. Omwille van de rechtszekerheid stelt de Commissie voor dat de in dit voorstel opgenomen wetsbesluiten door de Raad worden ingetrokken.

2009/0102 (ACC)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

tot intrekking van een aantal achterhaalde wetsbesluiten van de Raad

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 133,

Gezien het voorstel van de Commissie[4],

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Het transparanter maken van de communautaire wetgeving is een essentieel onderdeel van de strategie voor beter wetgeven die de communautaire instellingen ten uitvoer leggen. In deze context is het dienstig besluiten die geen reëel effect meer hebben, uit de actieve regelgeving te verwijderen.

(2) Besluit 91/373/EEG van de Raad van 8 juli 1991 betreffende de sluiting van de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Unie van Socialistische Sowjetrepublieken betreffende een kredietgarantie voor de uitvoer van landbouwproducten en levensmiddelen uit de Gemeenschap naar de Sowjetunie[5] en Verordening (EEG) nr. 599/91 van de Raad van 5 maart 1991 betreffende een kredietgarantie voor de uitvoer van landbouwproducten en levensmiddelen uit de Gemeenschap naar de Sowjetunie[6] moeten worden ingetrokken aangezien deze overeenkomst bedoeld was voor het opvangen van een tijdelijke situatie en niet langer een effect heeft.

(3) Verordening (EG) nr. 3093/95 van de Raad van 22 december 1995 houdende vaststelling van de uit de onderhandelingen in het kader van artikel XXIV, lid 6, van de GATT voorvloeiende rechten die de Gemeenschap dient toe te passen als gevolg van de toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden tot de Europese Unie[7] is geïntegreerd in de gewijzigde Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief[8] en heeft bijgevolg niet langer effect.

(4) Verordening (EG) nr. 1804/98 van de Raad van 14 augustus 1998 tot vaststelling van een autonoom recht voor residuen van de vervaardiging van maïszetmeel, van de GN-codes 2303 10 19 en 2309 90 20, en houdende invoering van een tariefcontingent voor de invoer van residuen van de vervaardiging van maïszetmeel, van de GN-codes 2303 10 19 en 2309 90 20, (maïsglutenvoer), van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika[9] is vastgesteld in het kader van een handelsgeschil met de Verenigde Staten van Amerika. Aangezien dit geschil is opgelost, heeft Verordening (EG) nr. 1804/98 niet langer praktisch effect.

(5) Verordening (EG) nr. 2249/1999 van de Raad van 22 oktober 1999 houdende opening van een communautair tariefcontingent voor de invoer van rundvlees zonder been, gedroogd[10] was tijdelijk van aard en heeft niet langer effect.

(6) De overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko tot vaststelling, met ingang van 1 januari 1994, van het aanvullend bedrag dat in mindering moet worden gebracht op de heffing of de douanerechten die bij invoer in de Gemeenschap van toepassing is respectievelijk zijn op niet-behandelde olijfolie van oorsprong uit Marokko, en de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko waarbij tijdelijk wordt afgeweken, wat betreft de invoer in de Gemeenschap van tomaten van oorsprong uit Marokko, van landbouwprotocol nr. 1 bij de Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en haar lidstaten, enerzijds, en het Koninkrijk Marokko, anderzijds, hebben niet langer effect. Bijgevolg moeten Besluit 96/620/EG van de Raad[11] van 1 oktober 1996 betreffende de sluiting van de eerste overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko en Besluit 2002/958/EG van de Raad[12] van 28 november 2002 betreffende de sluiting van de tweede overeenkomst worden ingetrokken.

(7) De volgende maatregelen die in verband met de toetreding van nieuwe lidstaten zijn vastgesteld, zijn als gevolg van de daadwerkelijke toetreding achterhaald: i) Besluit 85/211/EEG van de Raad van 26 maart 1985 betreffende de sluiting van de Briefwisseling tot verlenging van de regeling met betrekking tot punt 2 van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Socialistische Republiek Roemenië inzake de handel in de sector schapen en geiten[13]; ii) Besluit 93/722/EG van de Raad van 23 november 1993 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Bulgarije betreffende de wederzijdse bescherming van en de controle op wijnbenamingen[14]; iii) Besluit 93/724/EG van de Raad van 23 november 1993 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Hongarije betreffende de wederzijdse bescherming van en de controle op wijnbenamingen[15]; iv) Besluit 93/726/EG van de Raad van 23 november 1993 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Roemenië betreffende de wederzijdse bescherming van en de controle op wijnbenamingen[16]; v) Verordening (EG) nr. 933/95 van de Raad van 10 april 1995 betreffende de opening en de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde wijnsoorten van oorsprong uit Bulgarije, Hongarije en Roemenië[17]; vi) Verordening (EG) nr. 1926/96 van de Raad van 7 oktober 1996 houdende vaststelling, in verband met de in het kader van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguay-ronde gesloten Overeenkomst inzake de landbouw, van bepaalde concessies in de vorm van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde landbouwproducten en van een autonome overgangsregeling tot aanpassing van bepaalde landbouwconcessies die zijn opgenomen in de Overeenkomsten met Estland, Letland en Litouwen betreffende vrijhandel en met handel verband houdende zaken[18]; vii) Verordening (EG) nr. 410/97 van de Raad van 24 februari 1997 houdende bepaalde voorwaarden voor de toepassing van de Interim-overeenkomst betreffende de handel en aanverwante zaken tussen de Europese Gemeenschap, de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en de Republiek Slovenië, anderzijds[19]; viii) Verordening (EG) nr. 2658/98 van de Raad van 19 januari 1998 betreffende de goedkeuring van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Hongarije inzake bepaalde regelingen voor de invoer van landbouwproducten[20]; ix) Besluit 1999/86/EG van de Raad van 18 mei 1998 inzake de sluiting van een protocol tot aanpassing van de handelsaspecten van de Europa-overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Estland, anderzijds, in verband met de toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie en met de resultaten van de landbouwonderhandelingen van de Uruguay-ronde, waaronder ook de verbeteringen van de bestaande preferentieregeling[21]; x) Verordening (EG) nr. 678/2001 van de Raad van 26 februari 2001 betreffende de sluiting van overeenkomsten in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Bulgarije, de Republiek Hongarije en Roemenië betreffende wederzijdse handelsconcessies voor bepaalde wijnen en gedistilleerde dranken, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 933/95[22]; xi) Besluit 2002/63/EG van de Raad van 23 oktober 2001 betreffende de sluiting van het Protocol tot aanpassing van de handelsaspecten van de Europa-overeenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Polen, anderzijds, in verband met de toetreding van de Republiek Finland, de Republiek Oostenrijk en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie en de resultaten van de landbouwonderhandelingen van de Uruguay-ronde, met inbegrip van de verbeteringen van de huidige preferentiële regeling[23]; xii) Besluit 2003/18/EG van de Raad van 19 december 2002 inzake de sluiting van een protocol tot aanpassing van de handelsaspecten van de Europaovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en Roemenië, anderzijds, in verband met de resultaten van de onderhandelingen over nieuwe wederzijdse landbouwconcessies[24]; xiii) Besluit 2003/285/EG van de Raad van 18 maart 2003 inzake de sluiting van een protocol tot aanpassing van de handelsaspecten van de Europaovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en Roemenië, anderzijds, in verband met de resultaten van de onderhandelingen over nieuwe wederzijdse landbouwconcessies[25]; xiv) Besluit 2003/463/EG van de Raad van 18 maart 2003 inzake de sluiting van een protocol tot aanpassing van de handelsaspecten van de Europaovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en Roemenië, anderzijds, in verband met de resultaten van de onderhandelingen over nieuwe wederzijdse landbouwconcessies[26]; xv) Besluit 2003/286/EG van de Raad van 8 april 2003 inzake de sluiting van een protocol tot aanpassing van de handelsaspecten van de Europaovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Bulgarije, anderzijds, in verband met de resultaten van de onderhandelingen over nieuwe wederzijdse landbouwconcessies[27]; xvi) Besluit 2003/298/EG van de Raad van 14 april 2003 inzake de sluiting van een protocol tot aanpassing van de handelsaspecten van de Europaovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Tsjechische Republiek, anderzijds, in verband met de resultaten van de onderhandelingen over nieuwe wederzijdse landbouwconcessies[28]; xvii) Besluit 2003/299/EG van de Raad van 14 april 2003 inzake de sluiting van een protocol tot aanpassing van de handelsaspecten van de Europaovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Slowaakse Republiek, anderzijds, in verband met de resultaten van de onderhandelingen over nieuwe wederzijdse landbouwconcessies[29]; xviii) Besluit 2003/452/EG van de Raad van 26 mei 2003 inzake de sluiting van een protocol tot aanpassing van de handelsaspecten van de Europaovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, optredend in het kader van de Europese Unie, enerzijds, en de Republiek Slovenië, anderzijds, in verband met de resultaten van de onderhandelingen over nieuwe wederzijdse landbouwconcessies[30]; ixx) Besluit 2004/484/EG van de Raad van 22 september 2003 inzake de sluiting van een protocol tot aanpassing van de handelsaspecten van de Europaovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Letland, anderzijds, in verband met de resultaten van de onderhandelingen over nieuwe wederzijdse landbouwconcessies[31]; xx) Verordening (EG) nr. 1361/2002 van de Raad van 22 juli 2002 tot vaststelling van concessies in de vorm van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde landbouwproducten en tot aanpassing, via een autonome overgangsregeling, van bepaalde landbouwconcessies die zijn opgenomen in de Europaovereenkomst met Litouwen[32]; xxi) Verordening (EG) nr. 1037/1999 van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de uitvoering van specifieke maatregelen voor de invoer van druivensap en druivenmost van oorsprong uit Cyprus[33].

(8) Omwille van de rechtszekerheid en de duidelijkheid moeten deze achterhaalde verordeningen en besluiten worden ingetrokken,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De Verordeningen (EEG) nr. 599/91, (EG) nr. 933/95, (EG) nr. 3093/95, (EG) nr. 1926/96, (EG) nr. 410/97, (EG) nr. 1804/98, (EG) nr. 2658/98, (EG) nr. 1037/1999, (EG) nr. 2249/1999, (EG) nr. 678/2001 en (EG) nr. 1361/2002, alsmede de Besluiten 85/211/EEG, 91/373/EEG, 93/722/EG, 93/724/EG, 93/726/EG, 96/620/EG, 1999/86/EG, 2002/63/EG, 2002/958/EG, 2003/18/EG, 2003/285/EG, 2003/286/EG, 2003/298/EG, 2003/299/EG, 2003/452/EG, 2003/463/EG en 2004/484/EG worden ingetrokken.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De voorzitter […[pic][pic][pic][pic][pic][pic][pic][pic][pic]

[1] PB C 321 van 31.12.2003, blz. 1.

[2] PB C 30 van 6.2.2009, blz. 18.

[3] COM(2009) 128 definitief van 18.3.2009.

[4] PB C … van …, blz.

[5] PB L 202 van 25.7.1991, blz. 39.

[6] PB L 67 van 14.3.1991, blz. 21.

[7] PB L 334 van 30.12.1995, blz. 1.

[8] PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1.

[9] PB L 233 van 20.8.1998, blz. 1.

[10] PB L 275 van 26.10.1999, blz. 2.

[11] PB L 277 van 30.10.1996, blz. 35.

[12] PB L 333 van 10.12.2002, blz. 21.

[13] PB L 96 van 3.4.1985, blz. 30.

[14] PB L 337 van 31.12.1993, blz. 11.

[15] PB L 337 van 31.12.1993, blz. 93.

[16] PB L 337 van 31.12.1993, blz. 177.

[17] PB L 96 van 28.4.1995, blz. 1.

[18] PB L 254 van 8.10.1996, blz. 1.

[19] PB L 62 van 4.3.1997, blz. 5.

[20] PB L 336 van 11.12.1998, blz. 1.

[21] PB L 29 van 3.2.1999, blz. 9.

[22] PB L 94 van 4.4.2001, blz. 1.

[23] PB L 27 van 30.1.2002, blz. 1.

[24] PB L 8 van 14.1.2003, blz. 18.

[25] PB L 102 van 24.4.2003, blz. 32.

[26] PB L 156 van 25.6.2003, blz. 31.

[27] PB L 102 van 24.4.2003, blz. 60.

[28] PB L 107 van 30.4.2003, blz. 12.

[29] PB L 107 van 30.4.2003, blz. 36.

[30] PB L 152 van 20.6.2003, blz. 22.

[31] PB L 162 van 30.4.2004, blz. 78.

[32] PB L 198 van 27.7.2002, blz. 1.

[33] PB L 127 van 21.5.1999, blz. 5.

Top