This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52009PC0218
Proposal for a Council Decision on the establishment of the Community position to be adopted in the Inter American Tropical Tuna Commission
Voorstel voor een besluit van de Raad houdende vaststelling van het standpunt van de Gemeenschap in de Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn
Voorstel voor een besluit van de Raad houdende vaststelling van het standpunt van de Gemeenschap in de Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn
/* COM/2009/0218 def. */
Voorstel voor een besluit van de Raad houdende vaststelling van het standpunt van de Gemeenschap in de Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn /* COM/2009/0218 def. */
[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN | Brussel, 5.5.2009 C(2009) 218 definitief Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD houdende vaststelling van het standpunt van de Gemeenschap in de Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn TOELICHTING Overeenkomstig artikel 300, lid 2, tweede alinea, van het EG-Verdrag neemt de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen op voorstel van de Commissie een besluit over de standpunten die namens de Gemeenschap worden ingenomen in de regionale organisaties voor visserijbeheer, wanneer die organisaties besluiten dienen te nemen met rechtsgevolgen, met uitzondering van besluiten tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader. Gezien deze verplichting dient de Europese Commissie, na soortgelijke besluiten van de Raad met betrekking tot de Internationale Commissie voor de instandhouding van tonijn in de Atlantische Oceaan, de Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee, de Commissie voor Tonijn voor de Indische Oceaan, en soortgelijke voorstellen van de Europese Commissie met betrekking tot andere regionale organisaties voor visserijbeheer, het bijgevoegde voorstel in voor een besluit tot vaststelling van het standpunt van de Gemeenschap in de Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn. Om de samenhang tussen de standpunten van de Gemeenschap te garanderen, is in dit voorstel dezelfde benadering gehanteerd als voor de andere regionale organisaties voor visserijbeheer. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD houdende vaststelling van het standpunt van de Gemeenschap in de Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 37 juncto artikel 300, lid 2, tweede alinea, Gezien het voorstel van de Commissie, Overwegende hetgeen volgt: (1) In artikel 33 van het EG-Verdrag juncto artikel 32 daarvan is bepaald dat het gemeenschappelijk visserijbeleid onder meer ten doel heeft de voorziening veilig te stellen. Bij Verordening (EG) nr. 2371/2002[1] is bepaald dat de Gemeenschap de voorzorgsaanpak dient te volgen bij het nemen van maatregelen die erop zijn gericht de levende aquatische hulpbronnen te beschermen en in stand te houden, voor een duurzame exploitatie van die hulpbronnen te zorgen en het effect van visserijactiviteiten op de mariene ecosystemen zo gering mogelijk te houden. Die verordening bepaalt eveneens dat de Gemeenschap streeft naar de geleidelijke tenuitvoerlegging van een op het ecosysteem gebaseerde aanpak van het visserijbeheer, en dat zij ernaar streeft bij te dragen tot doelmatige visserijactiviteiten binnen een economisch levensvatbare en concurrerende visserij- en aquacultuursector, daarbij zorgend voor een redelijke levensstandaard voor degenen die van visserijactiviteiten afhankelijk zijn en rekening houdend met de belangen van de consumenten. (2) De Europese Gemeenschap is een samenwerkende niet-verdragsluitende partij bij de Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn (IATTC) en is derhalve verplicht de door de IATTC vastgestelde instandhoudings- en beheersmaatregelen in acht te nemen. Bovendien zal de Europese Gemeenschap tot de IATTC toetreden zodra het Verdrag ter versterking van de Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn opgericht bij het Verdrag van 1949 tussen de Verenigde Staten van Amerika en de Republiek Costa Rica (het "Verdrag van Antigua") in werking treedt. De Europese Gemeenschap heeft het Verdrag van Antigua goedgekeurd bij Besluit 2006/539/EG van de Raad[2]. In afwachting van de inwerkingtreding van dat verdrag rust op de Europese Gemeenschap de internationale verplichting om de bepalingen en doelstellingen van dat nieuwe verdrag op geen enkele wijze in de weg te staan. Ondertussen is Spanje bij Beschikking 1999/405/EG van de Raad[3] gemachtigd om tijdelijk toe te treden tot het Verdrag tot oprichting van de IATTC. (3) De IATTC kan op basis van wetenschappelijke gegevens besluiten nemen die erop gericht zijn de populatieomvang van over grote afstanden trekkende visbestanden (tonijnen en verwante soorten) in het verdragsgebied te handhaven op een niveau dat de duurzaamheid van die bestanden op lange termijn garandeert. (4) Overeenkomstig artikel 300, lid 2, tweede alinea, van het EG-Verdrag wordt het standpunt dat de Gemeenschap inneemt in lichamen die in het kader van regionale visserijakkoorden zijn opgezet en die besluiten met rechtsgevolgen dienen te nemen – met uitzondering van besluiten tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van het betrokken akkoord – vastgesteld bij een besluit dat door de Raad op basis van een voorstel van de Commissie met gekwalificeerde meerderheid van stemmen moet worden genomen, BESLUIT: Artikel 1 Het standpunt dat namens de Gemeenschap in de Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn moet worden ingenomen wanneer die commissie besluiten met rechtsgevolgen dient te nemen, is vervat in de bijlage bij dit besluit. Artikel 2 Het in de bijlage bij dit besluit vervatte standpunt van de Gemeenschap wordt door de Raad getoetst en, indien nodig, op voorstel van de Commissie door hem herzien, zulks uiterlijk tegen de jaarvergadering van de Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn van 2014. Gedaan te Brussel, Voor de Raad De voorzitter BIJLAGE Standpunt van de Gemeenschap in de Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn 1. BEGINSELEN In het kader van de IATTC dient de Europese Gemeenschap: a) te handelen overeenkomstig de door de Gemeenschap in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid nagestreefde doelstellingen, met name door het hanteren van de voorzorgsaanpak om een duurzame exploitatie van de door de IATTC gereguleerde soorten te garanderen, de geleidelijke tenuitvoerlegging van een op het ecosysteem gebaseerde aanpak van het visserijbeheer te bevorderen en het effect van visserijactiviteiten op het mariene ecosysteem zoveel mogelijk te beperken, alsmede door het bevorderen van een economisch levensvatbare en concurrerende visserijsector in de Gemeenschap, daarbij zorgend voor een redelijke levensstandaard voor degenen die van visserijactiviteiten afhankelijk zijn en rekening houdend met de belangen van de consumenten; b) erop toe te zien dat de maatregelen van de IATTC in overeenstemming zijn met de doelstellingen van het IATTC-verdrag; c) erop toe te zien dat de maatregelen van de IATTC in overeenstemming zijn met het internationaal recht en met name met de bepalingen van het VN-Verdrag inzake het recht van de zee, de VN-Overeenkomst betreffende de instandhouding en het beheer van de grensoverschrijdende en de over grote afstanden trekkende visbestanden en de Overeenkomst om de naleving van de internationale instandhoudings- en beheersmaatregelen door vissersvaartuigen op de volle zee te bevorderen; d) aan te sturen op consistentie van de standpunten die in de verschillende regionale organisaties voor visserijbeheer worden ingenomen; e) te streven naar synergie met het beleid dat de Gemeenschap voert in het kader van haar bilaterale visserijrelaties met derde landen en te zorgen voor coherentie met haar beleid inzake buitenlandse betrekkingen; f) erop toe te zien dat de internationale verbintenissen van de Gemeenschap worden nageleefd. 2. Oriëntaties De Europese Gemeenschap zet zich waar passend in om ervoor te zorgen dat de IATTC werk maakt van de volgende acties: a) strikte instandhoudings- en beheersmaatregelen voor de visbestanden, gericht op de duurzaamheid daarvan op lange termijn en rekening houdend met het beste beschikbare wetenschappelijk advies, onder meer in de vorm van de tijdelijke sluiting van de visserij met ringzegenvaartuigen die op grootoog-, geelvin- en gestreepte tonijn vissen, en van soortgelijke maatregelen met betrekking tot beuglijnvaartuigen die op tonijn of zwaardvis vissen. Indien nodig moeten, voor bestanden die te lijden hebben van overbevissing, specifieke maatregelen worden overwogen om elke toename van de visserijactiviteiten te vermijden; b) maatregelen ter regulering van de visserijinspanning om te garanderen dat deze op de bestaande vangstmogelijkheden is afgestemd; c) ontwikkeling en tenuitvoerlegging van doelmatige monitoring-, controle- en bewakingsmaatregelen, onder meer met betrekking tot een satellietvolgsysteem, een waarnemersregeling, maatregelen van de havenstaat, een stringente regeling voor de controle van overladingen op zee en, in voorkomend geval, een vangstregistratieregeling voor bepaalde soorten; d) intensivering van de maatregelen ter bestrijding van IOO-activiteiten; e) voortgezette modernisering van de IATTC, onder meer aan de hand van een evaluatie van de prestaties van deze instantie. [1] PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59. [2] PB L 224 van 16.8.2006, blz. 22. [3] PB L 155 van 22.6.1999, blz. 37.