Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52009DC0448

Voorontwerp van gewijzigde begroting nr. 9 bij de algemene begroting 2009 - Staat van uitgaven per afdeling - Afdeling III : Commissie

/* COM/2009/0448 def. */

52009DC0448

Voorontwerp van gewijzigde begroting nr. 9 bij de algemene begroting 2009 - Staat van uitgaven per afdeling - Afdeling III : Commissie /* COM/2009/0448 def. */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 28.8.2009

COM(2009) 448 definitief

VOORONTWERP VAN GEWIJZIGDE BEGROTING NR. 9 BIJ DE ALGEMENE BEGROTING 2009

STAAT VAN UITGAVEN PER AFDELING Afdeling III - Commissie

VOORONTWERP VAN GEWIJZIGDE BEGROTING NR. 9BIJ DE ALGEMENE BEGROTING 2009

STAAT VAN UITGAVEN PER AFDELINGAfdeling III - Commissie

Gelet op:

- het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 272,

- het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name op artikel 177,

- Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen[1], laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1525/2007[2], en met name op artikel 37,

dient de Europese Commissie bij de begrotingsautoriteit het voorontwerp van gewijzigde begroting nr. 9 bij de begroting 2009 in.

INHOUDSOPGAVE

1. Inleiding 4

2. Beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de EU 4

2.1. Italië: Aardbeving 4

2.2. Financiering 5

OVERZICHTSTABEL PER RUBRIEK VAN HET FINANCIEEL KADER 9

WIJZIGINGEN IN DE STAAT VAN UITGAVEN PER AFDELING

De wijzigingen in de staat van uitgaven per afdeling worden afzonderlijk via het SEI-BUD-systeem toegezonden. Ter informatie is een Engelse versie van de wijzigingen in de staat van uitgaven per afdeling als budgettaire bijlage bijgevoegd.

1. Inleiding

Het voorontwerp van gewijzigde begroting (VOGB) nr. 9/2009 heeft betrekking op de beschikbaarstelling uit het Solidariteitsfonds van de EU van 493 771 159 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten in verband met de gevolgen van een aardbeving in Italië. Er wordt een herschikking van de overeenkomstige betalingskredieten vanuit de beleidsterreinen 05 – Landbouw en plattelandsontwikkeling, 07 – Milieu, 08 – Onderzoek en 11 – Maritieme zaken en visserij voorgesteld

2. Beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de EU

2.1. Italië: Aardbeving

In april 2009 werd de Italiaanse region Abruzzo getroffen door een zware aardbeving die 300 mensenlevens eiste en buitengewoon zware schade aanrichtte. Binnen de in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 2012/2002[3] van de Raad gestelde termijn van tien weken dienden de Italiaanse autoriteiten een aanvraag in voor financiële bijstand uit het Solidariteitsfonds van de EU in verband met de aardbeving.

De diensten van de Commissie hebben de aanvraag grondig onderzocht in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 2012/2002, en met name met artikelen 2, 3 en 4 hiervan. De belangrijkste elementen van de beoordelingen kunnen als volgt worden samengevat:

1. De aanvraag werd bij de Commissie ingediend op 8 juni 2009, binnen de termijn van tien weken na de vaststelling van de eerste schade op 6 april 2009.

2. De ramp is een natuurramp. De Italiaanse autoriteiten hebben de totale directe schade geraamd op 10 212 036 560 EUR. Dit is 0,67% van het bni van Italië en ruim drie keer zoveel als de normale drempel voor de inwerkingtreding van het Solidariteitsfonds. De diensten van de Commissie hebben na analyse van de aanvraag vastgesteld dat de door Italië gebruikte methoden voor de raming van de verschillende categorieën schade zeer gedetailleerd en degelijk zijn en dat de resultaten plausibel zijn. De raming van de totale directe schade lijkt zelfs eerder aan de voorzichtige kant te zijn.

3. Aangezien de totale directe schade van 10 212 036 560 EUR de voor Italië in 2009 geldende drempel voor de inwerkingtreding van het Solidariteitsfonds (zijnde 3 miljard EUR in prijzen van 2002) te boven gaat, kan de gebeurtenis worden aangemerkt als "grote natuurramp" die daarmee onder het voornaamste toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 2012/2002 valt. De totale directe schade dient als basis voor de berekening van het bedrag van de financiële steun. De financiële steun mag alleen worden gebruikt voor noodacties inzake eerste levensbehoeften zoals gedefinieerd in artikel 3 van de verordening.

4. De aardbeving heeft zware vernielingen aangericht aan de basisinfrastructuur, particuliere woningen, openbare gebouwen, bedrijven en het belangrijke culturele erfgoed, en ernstig menselijk leed veroorzaakt. Het rampgebied bestrijkt de hele provincie L'Aquila, het merendeel van de regio Abruzzo en een aantal aangrenzende gebieden. De regionale hoofdstad L'Aquila werd bijzonder hard geraakt, en in het bijzonder het historische centrum, dat nog steeds volledig ontoegankelijk is. De ramp heeft 300 slachtoffers gemaakt en 1500 gewonden, op een totale getroffen populatie van 300 000. Duizenden mensen hebben hun huis en/of bedrijf verloren en ongeveer 30 000 verblijven nog altijd in tentenkampen. Nog eens 32 000 mensen zijn ondergebracht in hotels en privé-woningen langs de Adriatische kust en ongeveer 20 000 hebben een onderkomen gezocht in particuliere verblijven buiten de regio. Van de tot dusver onderzochte gebouwen is 25% volkomen onveilig bevonden. De ramp heeft tevens de sociaal-economische situatie van het gehele gebied ernstig verstoord en de economische activiteit drastisch gereduceerd, zo niet tot stilstand gebracht. Dat geldt ook voor de werkzaamheden van de plaatselijke universiteit, die 27 000 studenten telt en die eveneens een belangrijke economische factor was voor de regio. De aanvraag omvat een gedetailleerde analyse van de gevolgen van de aardbeving en een uitsplitsing van de totale geraamde sector naar sector.

5. De kosten voor noodacties inzake eerste levensbehoeften, die krachtens artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2012/2002 in aanmerking worden genomen, zijn, opgesplitst volgens het soort actie, door de Italiaanse autoriteiten geraamd op 2 004 142 174 EUR. Het merendeel van de kosten voor noodacties (ruim 1,6 miljard EUR) betreft de interventies van de reddingsdiensten en in het bijzonder de voorlopige huisvesting van en integrale bijstandsverlening aan ruim 65 000 mensen. Uit de door de Italiaanse autoriteiten verstrekte informatie kan worden opgemaakt dat de werkelijke kosten van de subsidiabele operaties ver uitstijgen boven de eventuele middelen uit het Solidariteitsfonds. In de uitvoeringsovereenkomst zullen de categorieën maatregelen die daadwerkelijk uit het Fonds worden gefinancierd, duidelijk worden omschreven.

6. De Italiaanse autoriteiten hebben verklaard moeilijkheden te ondervinden om een deel van de wederopbouw dat niet onder noodacties valt, gefinancierd te krijgen uit de in aanmerking komende operationele programma's die uit de Structuurfondsen worden meegefinancierd.

7. De Italiaanse autoriteiten hebben bevestigd dat de in punt 5 genoemde in aanmerking komende acties niet door verzekeringen worden gedekt.

Om de hierboven vermelde redenen wordt voorgesteld de aanvraag van Italië tot erkenning van de aardbeving in april 2009 als "grote ramp" goed te keuren en middelen uit het Solidariteitsfonds vrij te geven.

2.2. Financiering

Het totale jaarlijkse budget van het Solidariteitsfonds bedraagt 1 miljard EUR. In 2009 is al 121,2 miljoen EUR aan middelen uitgetrokken voor eerdere steunaanvragen, zodat er nog 878,8 miljoen EUR beschikbaar is.

Aangezien solidariteit de belangrijkste rechtvaardiging voor de oprichting van het Fonds was, is de Commissie van mening dat de steun uit het Fonds progressief moet zijn. Dit betekent, gelet op de praktijk tot dusver, dat het deel van de schade dat de drempel overstijgt (0,6 % van het BNI of 3 miljard euro in prijzen van 2002, indien dit bedrag lager is) recht geeft op een hogere steunintensiteit dan schade onder de drempel. In het verleden werden de toewijzingen voor grote rampen vastgesteld op 2,5 % van de totale directe schade onder de drempel en 6 % van de schade boven de drempel. De methode voor het berekenen van de steun uit het Solidariteitsfonds werd beschreven in het jaarverslag over het Solidariteitsfonds 2002-2003 en is goedgekeurd door de Raad en het Europees Parlement.

Voor dit geval wordt voorgesteld dezelfde percentages toe te passen en de volgende steunbedragen toe te wijzen:

(EUR) |

Directe schade | Drempel | Bedrag op basis van 2,5 % | Bedrag op basis van 6 % | Voorgesteld totaal steunbedrag |

Italië, aardbeving Abruzzo | 10 212 036 560 | 3 398 601 000 | 84 965 025 | 408 806 134 | 493 771 159 |

Totaal | 493 771 159 |

Na deze steunverlening blijft ten minste 25 % van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie beschikbaar om de behoeften tot het einde van het begrotingsjaar te dekken, zoals voorgeschreven door artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2012/2002.

De op 31 mei 2009 beschikbare middelen zijn weergegeven in de Budget Forecast Alert Note van 18 juni 2009. Er wordt daarom voorgesteld het bedrag van 493 771 159 EUR aan betalingskredieten te herschikken vanuit de beleidsterreinen 05 – Landbouw en plattelandsontwikkeling, 07 – Milieu, 08 – Onderzoek en 11 – Maritieme zaken en visserij, en wel als volgt:

05 04 02 01 Voltooiing van de maatregelen in het kader van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Oriëntatie Regio's van doelstelling 1 (2000-2006) – 70 110 359 EUR: De herschikking is mogelijk omdat er in tegenstelling tot de oorspronkelijke plannen, geen programma's zullen worden afgesloten in 2009 en de beschikbare betalingskredieten maar voor betalingen tot 95% van de vastleggingen zullen worden gebruikt.

06 02 06 Programma Marco Polo II –23 000 000 EUR: Tijdens de procedure voor de begroting 2009 heeft de begrotingsautoriteit 37 miljoen EUR extra betalingskredieten aan dit begrotingsonderdeel toegevoegd. In 2009 zullen er evenwel slechts behoeften zijn voor voorfinancieringen en omdat er dit jaar geen tussentijdse betalingen verschuldigd zullen zijn, zal slechts een deel van de aanvullende middelen voor voorfinancieringen in 2009 opgenomen kunnen worden.

06 04 06 – Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma "Intelligente energie – Europa" - 38 000 000 EUR: Tijdens de procedure voor de begroting 2009 heeft de begrotingsautoriteit 50 miljoen EUR extra betalingskredieten aan dit begrotingsonderdeel toegevoegd, wat meer dan het dubbele is van wat in het voorontwerp van begroting was gevraagd. Er kan 12 miljoen EUR, of 52% van de oorspronkelijke toewijzing, worden opgenomen, maar de Commissie en de begunstigden hebben niet de capaciteit om het saldo van 38 miljoen EUR op te nemen. Daardoor kan in 2009 slechts een deel van de verhoging worden benut.

06 06 01 02 Onderzoek in verband met energie — Gemeenschappelijke onderneming brandstofcellen en waterstof (FCH) – 19 660 800 EUR: De aanbesteding voor 2009 is begin juli uitgeschreven, met 15 oktober 2009 als uiterste datum. Rekening houdende met de tijd die nodig is voor de evaluatie en het selecteren van projecten en het voeren van onderhandelingen, wordt verwacht dat de contracten maar in 2010 zullen worden gesloten. Daarom zullen vanaf dit begrotingsonderdeel geen betalingen worden verricht in 2009.

06 06 02 01 - Onderzoek in verband met vervoer (inclusief luchtvaart) –15 000 000 EUR: De uitnodiging tot het indienen van voorstellen vond in 2007 plaats, maar de contracten werden pas eind 2008 ondertekend, waardoor de meerderheid van de tussentijdse betalingen niet in 2009 zal kunnen worden verricht. Bovendien zullen de contracten voor de uitnodiging 2008 pas eind 2009 worden ondertekend en zullen er geen voorfinancieringen worden betaald zoals was voorzien. De reden voor de vertraging bij het sluiten van contracten is, dat zowel in 2008 als in 2009 de onderhandelingen met begunstigden langer dan verwacht duurden.

06 06 02 03 Gemeenschappelijke onderneming SESAR - 10 000 000 EUR: SESAR wordt ook gefinancierd met kredieten van EUROCONTROL. De timing van de financiële bijdrage van EUROCONTROL was evenwel onduidelijk toen de begroting 2009 werd opgesteld. EUROCONTROL heeft zijn bijdrage nu in 2009 overgemaakt, met als gevolg dat een geringere bijdrage uit de Gemeenschapsbegroting nodig is - slechts 13 miljoen EUR in plaats van de 23 miljoen EUR waarvan in de begroting was uitgegaan.

06 06 05 02 - Afronding van het vijfde EG-kaderprogramma (2003-2006) –35 000 000 EUR: Vertragingen bij de indiening van tussentijdse verslagen door begunstigden hebben op hun beurt vertragingen bij de volledige uitvoering van dit begrotingsonderdeel veroorzaakt.

07 03 07 LIFE+ (Financieringsinstrument voor het milieu — 2007 - 2013) – 110 000 000 EUR: Tijdens de begrotingsprocedure 2009 heeft de begrotingsautoriteit de kredieten voor LIFE+, zowel voor vastleggingen (+ 29,3 miljoen EUR) als voor betalingen (+ 131 miljoen EUR), verhoogd. De Commissie past voor LIFE+-subsidies een betalingsregime toe dat gestoeld is op de voorschriften van de rechtsgrondslag, nl. dat één jaarlijkse uitnodiging tot het indienen van voorstellen wordt ingericht. Rekening houdende met de meerjarigheid van projecten, leidt dit regime ertoe dat 40% van de vastlegging (voor de desbetreffende uitnodiging) wordt uitbetaald in het jaar van de ondertekening, 30% wanneer een bevredigend niveau van bestedingen is bereikt (gewoonlijk tussen het eerste en derde jaar na de ondertekening) en 30% na de evaluatie van het eindverslag (van drie tot 6 jaar of meer na de ondertekening). Daarom kan de verhoging van de betalingskredieten waartoe was besloten, niet in 2009 worden uitgevoerd. Dit feit is aan de begrotingsautoriteit meegedeeld in de uitvoerbaarheidsnota (november 2008) en nog eens in de activiteitenverklaring bij activiteit 07 03 die bij het voorontwerp van begroting voor 2010 is gevoegd.

08 02 01 Samenwerking — Gezondheid –25 000 000 EUR: Door vertragingen in de vastleggingsprocedures zijn de voor 2009 geplande betalingen van voorfinancieringen verschoven naar 2010. In vergelijking met het voorontwerp van begroting (VOB) 2009 is de timing van de uitnodiging tot het indienen van voorstellen voor het KP7-Gezondheid lichtjes opgeschoven doordat de goedkeuring van het werkprogramma Samenwerking – Gezondheid pas eind augustus 2008 plaatsvond. Toen het VOB 2009 werd opgesteld begin 2008 dacht men dat het werkprogramma 2009 eind juni 2008 zou worden goedgekeurd. Doordat het werkprogramma met twee maanden vertraging werd bekendgemaakt, werd de uitnodiging pas in december 2008 in plaats van in oktober gepubliceerd en afgesloten. De oorspronkelijke timing (evaluatie, globale vastlegging, onderhandelingen, vastleggingen, ondertekening van contracten en afronding van de voorfinancieringen) liep daardoor vertraging op. Als gevolg daarvan zullen in 2009 minder afzonderlijke vastleggingen worden verricht en zullen minder dossiers in 2009 een voorfinanciering ontvangen (de rest zal naar 2010 worden verschoven). Hierdoor kunnen betalingskredieten beschikbaar worden gesteld.

08 07 02 Samenwerking – Vervoer - Gemeenschappelijke onderneming Clean Sky – 22 000 000 EUR: De beleidskredieten voor 2009 zullen via twee verschillende soorten contracten ten uitvoer worden gelegd: 1) subsidieovereenkomsten met leden (GAM), éénjarige contracten met 80% voorfinanciering in het desbetreffende jaar en 20% in het volgende, en 2) meerjarige subsidieovereenkomsten met partners (GAP), gesloten na een uitnodiging tot het indienen van voorstellen. De uitnodiging zal plaatsvinden in het derde of het vierde kwartaal van 2009, en dus geen betalingen in 2009 meebrengen. Het gebruik van de voor 2009 opgevoerde betalingskredieten zal dus beperkt blijven tot de nog af te wikkelen verplichtingen van 2008 (RAL) en de voorfinanciering van de subsidieovereenkomsten met leden. De begroting 2009 werd opgesteld vóór het jaarlijks uitvoeringsplan van Clean Sky op 26 mei 2009. Doordat voor het goedgekeurde plan een geringere bijdrage uit de Gemeenschapsbegroting nodig is dan oorspronkelijk was voorzien, is ongeveer 22 miljoen EUR beschikbaar voor herschikking.

08 10 01 Ideeën – 45 000 000 EUR: 2009 is het eerste jaar van het programma Ideeën waarvoor tussentijdse betalingen verschuldigd zijn. Op basis van de eerste ontvangen kostendeclaraties zijn de oorspronkelijke ramingen naar beneden bijgesteld. Vertragingen in de evaluaties zullen bovendien ertoe leiden dat subsidieovereenkomsten later worden ondertekend. Bijgevolg wordt de voor betalingen van voorfinancieringen vereiste kredieten eveneens naar beneden bijgesteld. Alles bijeen gaat het om een geschatte verlaging met 45 miljoen EUR.

11 06 01 Afwikkeling van het Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij (FIOV) — Doelstelling 1 (2000-2006) – 16 000 000 EUR en Afwikkeling van het Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij (FIOV) — Gebieden buiten doelstelling 1 (2000-2006) – 65 000 000 EUR: 81 miljoen EUR aan betalingskredieten voor de programmeringsperiode 2000-2006 is beschikbaar omdat voor sommige operationele programma's het plafond is bereikt van de betalingen die kunnen worden verricht vóór de eindafsluiting. Dit plafond werd vroeger dan verwacht bereikt omdat de lidstaten in 2008 hogere dan voorspelde betalingsverzoeken indienden, die door een overschrijving werden gedekt, waardoor een aantal voor 2009 voorziene betalingen al in 2008 kon worden gedaan.

OVERZICHTSTABEL PER RUBRIEK VAN HET FINANCIEEL KADER

Financieel kader Rubriek/subrubriek | Financieel kader 2009 | Begroting 2009 (GB 1-5 en VOGB 6-8 daarin verwerkt) | VOGB 9/2009 | Begroting 2009 (GB 1-5 en VOGB 6-9 daarin verwerkt) |

|VK |BK |VK |BK |VK |BK |VK |BK | | 1. DUURZAME GROEI | | | | | | | | | | 1a. Concurrentiekracht ter bevordering van groei en werkgelegenheid |13 272 000 000 | |13 768 997 000 |11 100 585 513 | |-232 660 800 |13 768 997 000 |10 867 924 713 | |1b. Samenhang ter bevordering van groei en werkgelegenheid |48 428 000 000 | |48 426 884 669 |34 963 348 789 | | |48 426 884 669 |34 963 348 789 | | Totaal | 61 700 000 000 | |62 195 881 669 | 46 063 934 302 | |-232 660 800 | 62 195 881 669 | 45 831 273 502 | | Marge[4] | | |4 118 331 | | | |4 118 331 | | | 2. BESCHERMING EN BEHEER VAN NATUURLIJKE HULPBRONNEN waarvan: | | | | | | | | | | marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse betalingen |46 679 000 000 | |41 180 696 325 |41 083 823 325 | | |41 180 696 325 |41 083 823 325 | | Totaal | 57 639 000 000 | |56 770 777 011 | 52 566 129 680 | |-261 110 359 | 56 770 777 011 | 52 305 019 321 | | Marge | | |868 222 989 | | | |868 222 989 | | | 3. BURGERSCHAP, VRIJHEID, VEILIGHEID EN RECHTVAARDIGHEID | | | | | | | | | | 3a. Vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid |872 000 000 | |866 225 000 |617 440 000 | | |866 225 000 |617 440 000 | |3b. Burgerschap |651 000 000 | |772 125 542 |800 122 542 |493 771 159 |493 771 159 |1 265 896 701 |1 293 893 701 | | Totaal | 1 523 000 000 | |1 638 350 542 | 1 417 562 542 | 493 771 159 | 493 771 159 | 2 132 121 701 | 1 911 333 701 | | Marge[5] | | |5 812 000 | | | |5 812 000 | | | 4. DE EU ALS MONDIALE PARTNER[6]

|7 440 000 000 | | 8 103 930 360 | 8 324 169 158 | | | 8 103 930 360 | 8 324 169 158 | | Marge | | | -419 930 360 | | | | -419 930 360 | | | 5. ADMINISTRATIE[7]

|7 699 000 000 | |7 700 730 900 | 7 700 730 900 | | |7 700 730 900 | 7 700 730 900 | | Marge | | | 76 269 100 | | | | 76 269 100 | | | 6. COMPENSATIES | 210 000 000 | |209 112 912 | 209 112 912 | | |209 112 912 | 209 112 912 | | Marge | | | 887 088 | | | | 887 088 | | | TOTAAL | 136 211 000 000 | 121 934 000 000 | 136 618 783 394 | 116 281 639 494 | 493 771 159 | 0 |137 112 554 553 | 116 281 639 494 | | Marge | | |535 379 148 | 6 095 523 048 | | |535 379 148 | 6 589 294 207 | |

[1] PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

[2] PB L 343 van 27.12.2007, blz. 9.

[3] Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad van 11 november 2002 tot oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (PB L 311 van 14.11.2002, blz. 3).

[4] Het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering wordt niet opgenomen in de berekening van de marge onder rubriek 1a.

[5] Het bedrag voor het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (EUSF) wordt in de begroting opgenomen boven het maximum van de betrokken rubrieken van het financieel kader, overeenkomstig het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 (PB C 139 van 14.6.2006).

[6] De marge voor 2009 in rubriek 4 houdt geen rekening met de kredieten betreffende de reserve voor noodhulp of de beschikbaarstelling van het flexibiliteitsinstrument.

[7] Om de marge ten opzichte van het maximum van rubriek 5 te berekenen, wordt rekening gehouden met voetnoot 1 van het financieel kader 2007-2013 voor een bedrag van 78 miljoen euro aan bijdragen van de personeelsleden aan het pensioenstelsel.

Top