This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52009DC0273
COMMUNICATION FROM THE COMMISSION TO THE EUROPEAN PARLIAMENT AND THE COUNCIL on Strengthening Chemical, Biological, Radiological and Nuclear Security in the European Union – an EU CBRN Action Plan
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD inzake de aanscherping van de chemische, biologische, radiologische en nucleaire beveiliging in de Europese Unie – een CBRN-actieplan voor de EU (Voor de EER relevante tekst)
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD inzake de aanscherping van de chemische, biologische, radiologische en nucleaire beveiliging in de Europese Unie – een CBRN-actieplan voor de EU (Voor de EER relevante tekst)
/* */
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD inzake de aanscherping van de chemische, biologische, radiologische en nucleaire beveiliging in de Europese Unie – een CBRN-actieplan voor de EU (Voor de EER relevante tekst) /* */
NL || COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 24.6.2009 COM(2009) 273 definitief MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET
EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD inzake de aanscherping van de
chemische, biologische, radiologische en nucleaire beveiliging in de Europese
Unie – een CBRN-actieplan voor de EU
(Voor de EER relevante tekst) {SEC(2009) 790}
{SEC(2009) 791}
{SEC(2009) 874} MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET
EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD inzake de aanscherping van de
chemische, biologische, radiologische en nucleaire beveiliging in de Europese
Unie – een CBRN-actieplan voor de EU
(Voor de EER relevante tekst) 1. Inleiding In de voorbije tien tot vijftien jaar heeft de
dreiging dat een terroristische groepering de hand zou kunnen leggen op
chemisch, biologisch, radiologisch of nucleair (CBRN) materiaal regeringen en
internationale organisaties ertoe gebracht ingrijpende regelgeving[1]
en programma's goed te keuren om hun bevolking tegen de daaruit voortvloeiende
gevaren te beschermen. De bezorgdheid waaraan deze programma's tegemoet
trachten te komen, werd gevoed door een aantal goed gedocumenteerde voorvallen
waaruit duidelijk de belangstelling van bepaalde terroristische groepen voor
het verwerven van dergelijk materiaal bleek. Hoewel het aantal incidenten met
dergelijk materiaal gelukkig beperkt is gebleven, wordt algemeen aangenomen dat
de risico's van die aard zijn dat gecoördineerde actie op het gebied van
preventie, detectie en reactie absoluut noodzakelijk is. Veel deskundigen zijn het er weliswaar over
eens dat terroristen niet onaanzienlijke moeilijkheden moeten overwinnen om
"met succes" dergelijke stoffen te bewerken en in hun aanslagen te
gebruiken en dat de waarschijnlijkheid dat dergelijke aanslagen zullen plaatsvinden
derhalve vrij gering is, maar het is duidelijk dat geen enkele overheid het
zich kan permitteren deze dreiging te negeren, gelet op de mogelijk zeer ware
tol aan mensenlevens die dergelijke aanslagen kunnen eisen, en de economische
gevolgen ervan. Er bestaat onder deskundigen ook eensgezindheid over dat de
mogelijkheid van een relatief beperkte aanslag zorgvuldig moet worden bekeken,
vanwege de zeer aanzienlijke psychologische, gezondheids- en economische
gevolgen die zelfs een kleinschalige aanslag met dergelijk materiaal zou hebben
op de bevolking. Voorkomen dat terroristen toegang krijgen tot
CBRN-materiaal geldt momenteel voor de Europese Unie als een kernprioriteit.
Dit wordt erkend in de terrorismebestrijdingsstrategie van de Europese Unie,
die door de Raad op 1 december 2005 werd aangenomen, en in de
"Strategie van de EU ter bestrijding van de verspreiding van
massavernietigingswapens en overbrengingsmiddelen daarvoor"[2],
die door de Europese Raad op 12 december 2003 werd aangenomen. Voorts
keurde de Raad JBZ in 2007 specifieke conclusies goed waarin werd opgeroepen om
op EU-niveau verder werk te maken van de CBRN-beveiliging[3]. 2. Definities Er bestaan geen algemeen aanvaarde definities
van CBRN-stoffen, -dreigingen of -incidenten; in eerdere EU-beleidsdocumenten
op dit gebied wordt alleen verwezen naar CBRN-incidenten, zonder dat wordt
gedefinieerd wat dergelijke incidenten zoal kunnen zijn. In andere teksten over
CBRN-materiaal wordt verwezen naar terroristische aanslagen met niet‑conventionele
middelen – in tegenstelling tot meer conventionele middelen zoals explosieven
en wapens. In een militaire context verwijst de term in hoofdzaak naar het
gebruik van niet‑conventionele wapens, of massavernietigingswapens. Binnen het bestek van deze mededeling is het
evenwel dienstig een vrij brede definitie van een terroristische dreiging in
verband met CBRN-materiaal te hanteren, namelijk: elk gebruik van chemische,
biologische, radiologische en nucleaire stoffen en materialen voor
terroristische doeleinden. Een aanpak die rekening houdt met alle mogelijke
manieren waarop terroristen deze stoffen kunnen gebruiken, is uit een oogpunt
van preventie en detectie de enige aanvaardbare werkwijze, aangezien alle
mogelijke risico's in verband met dit materiaal gedekt moeten worden. Wanneer het in deze context evenwel om
paraatheid en reactie gaat, moet onvermijdelijk worden uitgegaan van een
"alle risico's"-aanpak, want – of een CBRN-incident nu het gevolg is
van een ongeval of kwaad opzet, of het door de mens is veroorzaakt of niet – de
reactie op het stuk van civiele bescherming en gezondheidsmaatregelen zal
waarschijnlijk nagenoeg identiek zijn. Het CBRN-beleidspakket gaat daarom in
grote lijnen uit van een "alle risico's"‑aanpak, maar legt toch
een sterke nadruk op het bestrijden van de terrorismedreiging, inzonderheid wat
preventieve acties betreft. 3. Recente
CBRN-ontwikkelingen op nationaal en EU-niveau Het in deze mededeling geschetste CBRN-beleid
bouwt voort op een aantal verschillende maatregelen die recent door zowel de
lidstaten als de Europese Unie zijn genomen. 3.1. Nationale maatregelen De lidstaten zijn in eerste instantie
verantwoordelijk voor veel van de actieterreinen die door het onderhavige
beleidspakket worden bestreken. Zij zijn verantwoordelijk voor het beschermen
van hun burgers tegen CBRN-dreigingen door middel van een heel scala aan
uiteenlopende maatregelen en met medewerking van een groot aantal bevoegde
autoriteiten. Het zijn hun diensten voor ordehandhaving, civiele bescherming en
medische zorgverlening die als eerste op de plaats van een incident zullen
verschijnen, en het is op hun ambulances, ziekenhuizen en voorraden aan
bestrijdingsmiddelen dat een beroep zal worden gedaan voor zowel medische
noodhulp als nazorg. Ook de nationale forensische onderzoekscapaciteit zal
worden aangesproken om te helpen bij het vaststellen van de oorzaak van een
eventueel incident en bij de opsporing van de daders in het geval van een
kwaadwillige aanslag. In het algemeen zijn vele lidstaten vrij goed voorbereid
om een CBRN-dreiging aan te pakken, en allemaal hebben zij hun eigen
oplossingen gevonden voor de aanzienlijke coördinatieproblemen en andere
uitdagingen die het voorkomen, detecteren en uiteindelijk aanpakken van een
CBRN-incident binnen hun nationale context oproept. 3.2. Maatregelen op EU-niveau De Europese Raad van Gent in 2001 gaf de
aanzet tot de eerste maatregelen ter bestrijding van de CBRN-dreiging op
EU-niveau[4], waarna de goedkeuring van het
"Programma ter verbetering van de samenwerking in de Europese Unie bij het
voorkomen van chemische, biologische, radiologische en nucleaire terroristische
dreigingen en het beperken van de gevolgen daarvan" volgde in
december 2002[5]. Na dit programma kwam het EU‑Solidariteitsprogramma
van de Raad en de Commissie van 3 december 2004 betreffende de
gevolgen van terroristische dreigingen en aanslagen, dat het CBRN‑programma
van 2002 heeft uitgebreid, herzien en vervangen na de aanslagen in Madrid op 11
maart 2004[6]. De relevante onderdelen van het solidariteitsprogramma
werden opgenomen in de algemene terrorismebestrijdingsstrategie en het
bijbehorende actieplan, die in 2005, na de aanslagen in Londen, werden
aangenomen[7]. Zoals eerder al vermeld, is in de conclusies
van de Raad JBZ van 6 december 2007 "over de aanpak van
chemische, biologische, radiologische nucleaire risico's en bioparaatheid"
het meest recente overzicht opgenomen van de op EU-niveau lopende activiteiten.
De Raad JBZ – in de bewoordingen van die conclusies: "is van oordeel
dat er verder moet worden gewerkt aan doeltreffende beleidsmaatregelen om de
CBRN-risico's aan te pakken (…)". En de Raad "verzoekt de
Commissie om conform haar bevoegdheden samen met de lidstaten en de betrokken
actoren haar werkzaamheden op het gebied van CBRN voort te zetten, daarbij
doublures te vermijden en voort te bouwen op goede praktijken in de diverse
lidstaten (…)". Op het stuk van buitenlands beleid vindt deze
operationele en pijleroverschrijdende aanpak, die een nauwe coördinatie en
samenwerking tussen de lidstaten en de Commissie vereist, een verlengstuk in de
implementatie van de EU-strategie inzake massavernietigingswapens en van
communautaire instrumenten zoals het stabiliteitsinstrument, het instrument
voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid (INSC – Instrument for
Nuclear Safety Cooperation) en het pretoetredingsinstrument (IPA – Instrument
for Pre-Accession)[8]. 3.3. EU-reactiemechanismen Hoewel de verantwoordelijkheid om te reageren
op CBRN-incidenten op de lidstaten rust, werden op EU-niveau solide procedures
voor crisisbeheer en instrumenten ter ondersteuning van de lidstaten in geval
van een crisis met grensoverschrijdende implicaties uitgewerkt. De Europese
Unie heeft haar capaciteit opgevoerd om een gecoördineerde aanpak en wederzijdse
ondersteuning tussen de lidstaten te garanderen ingeval een ramp zich
daadwerkelijk voordoet. Deze samenwerking geschiedt via het communautaire
mechanisme voor civiele bescherming [9]. Het hoofddoel van dit mechanisme is
samenwerking bij bijstandsinterventies in het kader van civiele
bescherming te vergemakkelijken in ernstige noodsituaties die mogelijk een
dringend ingrijpen vereisen. Via het waarnemings- en informatiecentrum (MIC –
Monitoring and Information Centre) ondersteunt de Commissie actief de mobilisatie,
het transport en de coördinatie van bijstand in het kader van civiele
bescherming aan landen die getroffen zijn door ernstige noodsituaties. Voorts voorziet de crisiscoördinatieregeling
(CCA – Crisis Coordination Arrangements) in een pijleroverschrijdende
benadering van crisisbeheer en is deze regeling dienstig bij zowel externe
crisissen als crisissen binnen de EU. De Commissie is bij deze regeling
betrokken via haar crisisbeheersysteem ARGUS, dat onder meer een snelle
informatiestroom garandeert tussen de snelle-waarschuwingssystemen van de
Commissie zoals het ECURIE-systeem voor radiologische noodsituaties, het
systeem voor vroegtijdige waarschuwing en maatregelen (EWRS – Early Warning and
Response System) voor overdraagbare ziekten, het RAS-BICHAT-systeem voor
biologische en chemische bedreigingen van de gezondheid en het waarnemings- en
informatiecentrum (MIC) voor alles wat met civiele bescherming te maken heeft.
Ook het gezondheidsbeveiligingscomité speelt een belangrijke rol in het kader
van de reactie op gezondheidsdreigingen, met name door middel van
crisisvoorbereiding, oefeningen voor CBRN-incidenten en het opstellen van een
lijst met ziekteverwekkers en chemicaliën die een gevaar voor de gezondheid
inhouden, terwijl het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding
(ECDC - European Centre for Disease prevention and Control) risicoanalyses
levert op het gebied van overdraagbare ziekten en biologische incidenten. 4. Het
CBRN-actieplan van de EU 4.1. Ontwikkeling van het
CBRN-actieplan van de EU – de CBRN-Task Force Om het thans voorliggende CBRN-beleid uit te
werken heeft de Commissie in februari 2008 een CBRN-Task Force opgericht.
Een van de belangrijkste kenmerken van het werk van de Task Force was de
multidisciplinaire aanpak en de betrokkenheid van een groot aantal instanties.
De deelnemers waren afkomstig uit een brede waaier van nationale autoriteiten
en organisaties, variërend van een aantal verschillende ministeries zoals
Binnenlandse Zaken, Justitie, Defensie en Volksgezondheid, over
vertegenwoordigers van nationale interventiestructuren, civiele bescherming,
stralingsbeschermingsinstanties en andere hulpverleners, tot forensische
instituten en nucleaire veiligheidscontrole-instanties. Er namen ook
vertegenwoordigers van EU-instanties deel, met name van Europol en Eurojust.
Hieruit bleek dat vele belanghebbenden het erg op prijs stelden betrokken te
worden bij de uitwerking van verdere beleidsmaatregelen op Europees niveau. Het eindrapport van de Task Force werd
gepubliceerd in januari 2009 en bevatte 264 afzonderlijke aanbevelingen.
Daaruit kwam niet alleen naar voren dat er nog veel werk te doen was, maar ook
dat er onder de deskundigen een grote eensgezindheid bestond over de wijze
waarop de bestaande problemen het best konden worden aangepakt. Het CBRN‑actieplan
van de EU is gebaseerd op dit eindrapport. 4.2. Algemeen doel en
kernmaatregelen Het algemene doel van het voorgestelde nieuwe
CBRN-beleid is de dreiging van CBRN‑incidenten en de schade die zij aan
de burgers van de Europese Unie kunnen berokkenen te beperken door middel van
een coherent CBRN-actieplan van de EU met duidelijke prioriteiten, waarbij alle
belanghebbenden – ook vertegenwoordigers van het bedrijfsleven – betrokken
worden. Er wordt gestreefd naar samenhang en complementariteit met relevante
communautaire en GBVB-instrumenten, met name het stabiliteitsinstrument[10],
het INSC en het IPA, die beperking van de CBRN-risico's en paraatheid buiten de
EU beogen, alsook met alle relevante bepalingen van het Euratom-Verdrag en het
afgeleid Gemeenschapsrecht. Om dit doel te bereiken worden de inspanningen
en middelen erop geconcentreerd de waarschijnlijkheid dat een CBRN-incident
zich voordoet zo klein mogelijk te maken en de gevolgen te beperken mocht het
zich toch voordoen. Enkele van de kernmaatregelen om dit doel te bereiken,
zijn: · een risicogeoriënteerde benadering van CBRN-beveiliging invoeren in de
Europese Unie. Dit brengt mee dat risicoanalyses gemaakt moeten worden om de
prioriteiten in de beveiligingsmaatregelen te bepalen; · ervoor zorgen dat CBRN-stoffen goed beschermd worden en dat de
mogelijkheid van misbruik beperkt wordt; · de uitwisseling van informatie tussen de lidstaten over
CBRN-beveiligingsvraagstukken verbeteren om sneller te kunnen reageren op
bedreigingen die de kop opsteken; · de ontwikkeling en het gebruik van detectiesystemen in de hele Europese
Unie verbeteren; en · zorgen dat hulpverleners beschikken over de nodige instrumenten om in
geval van CBRN‑incidenten levens te redden en de schade aan eigendommen
te beperken. Door de uitvoering van de 133 maatregelen die
beschreven zijn in het CBRN-actieplan van de EU, dat deel uitmaakt van
onderhavig beleidspakket, kunnen deze doelstellingen worden gerealiseerd. Het CBRN-actieplan van de EU is geen juridisch
instrument. Rechtstreekse juridische en budgettaire gevolgen voor de Europese
Unie kunnen dan ook uitsluitend voortvloeien uit toekomstige rechtsinstrumenten
die ter uitvoering van het actieplan worden goedgekeurd en waarvoor vooraf een
afzonderlijke effectbeoordeling moet worden opgesteld – met inbegrip van een
beoordeling van hun effect op bedrijfstakken en onderzoeksomgevingen, alsmede
een systematische en grondige controle om na te gaan of ze verenigbaar zijn met
het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. 4.3. Belangrijkste actieterreinen Het actieplan onderscheidt drie grote
actieterreinen op het gebied van CBRN-beveiliging: · Preventie – ervoor zorgen dat ongeoorloofde toegang tot CBRN-materiaal
zo moeilijk mogelijk is; · Detectie – in staat zijn om CBRN-materiaal te detecteren om zo
CBRN-incidenten te voorkomen of erbij te interveniëren; · Paraatheid en reactie – in staat zijn om efficiënt te reageren op
incidenten met CBRN-materiaal en ze zo vlug mogelijk te boven te komen. Ter ondersteuning van hetgeen op deze drie
actieterreinen wordt ondernomen, wordt een aantal horizontale maatregelen
genomen, die in grote lijnen toepasselijk zijn op alle CBRN-werkzaamheden. 4.4. Preventie De grootste nadruk van het CBRN-actieplan ligt
op preventieve maatregelen. Dit betekent dat de inspanningen dienen te worden
geconcentreerd op een beperkt aantal kwetsbare punten, die met kwade
bedoelingen misbruikt zouden kunnen worden, door het toepassen van strenge
risicoanalyseprocedures. Een van de eerste activiteiten die in het kader van
het CBRN‑actieplan dienen te worden ondernomen, is dan ook het opstellen
van een rangorde van CBRN-stoffen met hoog risico, op basis van een grondige
risicoanalyse. Dit is een voorwaarde om daarna allerlei maatregelen te kunnen
nemen die specifiek gericht zijn op CBRN-materiaal met hoog risico. Verdere acties zullen vooral gericht zijn op
de beveiliging van CBRN-materiaal en ‑inrichtingen, controle op
CBRN-materiaal, de ontwikkeling van een sterk beveiligingsbewustzijn bij het
personeel, een betere opsporing van verdachte transacties en gedragingen in
verband met CBRN-materiaal met hoog risico, verbetering van de beveiliging bij
transport, uitwisseling van informatie, invoer- en uitvoerregelingen, en een
intensivering van de samenwerking in verband met de beveiliging van nucleair
materiaal. 4.5. Detectie Detectiecapaciteit is een onmisbare aanvulling
op preventie. Detectie is tevens van cruciaal belang met het oog op een
adequate reactie op een CBRN-incident, aangezien het zonder detectie onmogelijk
is vast te stellen welke stoffen bij het incident werden gebruikt. In een
Europese Unie zonder binnengrenzen dienen detectiesystemen zowel aan de
buitengrenzen als binnen elke lidstaat te worden geïnstalleerd en gebruikt.
Correcte en onmiddellijke detectie kan duizenden levens redden en de nodige
achtergrondkennis leveren die een passende reactie mogelijk maakt. De inspanningen die op EU-niveau worden
geleverd met betrekking tot het gebruik van detectieapparatuur voor
CBRN-stoffen, zullen vooral gericht zijn op het ontwikkelen van
minimumdetectienormen voor de gehele EU, het vaststellen van proefprogramma's
en test- en certificeringsregelingen voor CBRN-detectiesystemen en het
verbeteren van de uitwisseling van goede praktijken inzake de detectie van
CBRN-materiaal. 4.6. Paraatheid en reactie Er moet verder werk worden gemaakt van een
aanscherping van de bestaande maatregelen, met name in verband met kwaadwillige
CBRN-incidenten. Bijzondere aandacht moet uitgaan naar het opstellen van
CBRN-rampenplannen, uitbreiding van de reactiecapaciteit, verbetering van de
informatiedoorstroming, het ontwikkelen van betere modelleringsinstrumenten en
het opvoeren van de capaciteit voor het voeren van strafonderzoeken. 4.7. Horizontale acties De in het CBRN-actieplan voorgestelde
horizontale maatregelen zijn in hoofdzaak gericht op internationale
samenwerking, communicatie met het publiek, voorlichtingsinstrumenten,
opleiding, beveiliging met betrekking tot het personeel, onderzoek en
strafbaarstelling van CBRN-daden. 5. Tenuitvoerlegging 5.1. Bestaande structuren Het actieplan moet in de eerste plaats via
bestaande structuren ten uitvoer worden gelegd. Weliswaar voorziet het
EU-actieplan in de oprichting van een beperkt aantal nieuwe werkstructuren,
maar die zijn hoofdzakelijk bedoeld als tijdelijke werkregelingen met
specifieke en in de tijd beperkte doelstellingen. Op het gebied van civiele bescherming zullen
in het kader van het communautair mechanisme voor civiele bescherming en het
financieringsinstrument voor civiele bescherming maatregelen worden uitgewerkt
om de paraatheid voor CBRN-incidenten te verhogen. Deze maatregelen behelzen
onder meer workshops, opleiding (minstens eenmaal per jaar), uitwisseling van
experts, simulatieoefeningen, uitwerking van scenario's en
capaciteitsbeoordeling. Nieuwe maatregelen zijn noodzakelijk om de
CBRN-reactiecapaciteit van de EU op te voeren, met name door de beschikbaarheid
van civiele beschermingsmodules te verbeteren en door de behoefte aan nieuwe
soorten modules en de haalbaarheid van het vooraf in gereedheid brengen van
kernmodules bij grote publieke evenementen te onderzoeken. De verschillende
sporen waarrond in het kader van het mechanisme zal worden gewerkt, zullen
worden gecoördineerd door het lanceren van een CBRN‑weerbaarheidsprogramma
van de EU, dat de diverse activiteiten op het gebied van civiele bescherming
uit het CBRN-actieplan bundelt en dat een coherente bijdrage van het mechanisme
voor civiele bescherming aan de algemene tenuitvoerlegging van dit actieplan
garandeert. In de gezondheidssector is reeds een
uitgebreid kader tot stand gebracht. Het Gezondheidsbeveiligingscomité en de
bestaande mechanismen voor de uitwisseling van informatie zoals het EWRS, RAS
BICHAT en het RASFF zullen een belangrijke rol spelen bij de tenuitvoerlegging
van de gezondheidsgerelateerde maatregelen van het actieplan. 5.2. De CBRN-Adviesgroep Gelet op de onmisbare rol die de CBRN-Task
Force heeft gespeeld bij de totstandkoming van het onderhavige beleidspakket,
zal de Commissie ook in de uitvoeringsfase met de leden van de Task Force
blijven werken, door het oprichten en voorzitten van een CBRN-Adviesgroep. De
subgroepen die zich respectievelijk bezighouden met chemische stoffen,
biologische stoffen en radiologische/nucleaire stoffen, zouden tweemaal per
jaar kunnen bijeenkomen om – na de goedkeuring – de uitvoering van het
actieplan te bespreken, met rapportage uit de enkele eerder genoemde
werkgroepen rond specifieke thema's. Deze subgroepen kunnen vervolgens verslag
uitbrengen aan de plenaire adviesgroep, die alle horizontale vraagstukken
behandelt en die, naargelang van de behoefte, één of twee keer per jaar zou
kunnen vergaderen. Uiteraard dient te worden gezorgd voor uitwisseling van
informatie en coördinatie met bestaande structuren, zoals thematisch verwante
werkgroepen van de Raad, het Gezondheidsbeveiligingscomité en groepen die in
het kader van het Euratom-Verdrag zijn opgericht. 5.3. Financiële ondersteuning door
de Commissie De belangrijkste financiële instrumenten waarover
de Commissie beschikt om de uitvoering van het onderhavige beleidspakket te
ondersteunen, zijn de bestaande financiële programma's, inzonderheid het
specifieke programma "Terrorisme en andere aan veiligheid gerelateerde
risico's: preventie, paraatheid en beheersing van de gevolgen" en het
specifieke programma “Preventie en bestrijding van criminaliteit”[11].
Deze specifieke programma's lopen tot december
2013. In de jaarlijkse werkprogramma's van
beide financiële programma's worden de bedragen opgenomen die beschikbaar zijn
voor de uitvoering van het onderhavige beleidspakket.
Naar verwachting zal voor de periode 2010-2013 ongeveer 100 miljoen
euro ter beschikking worden gesteld ter ondersteuning van de uitvoering van het
actieplan. Extra
financiering met middelen uit de volgende programma's en instrumenten zal
eveneens een bijdrage leveren aan de tenuitvoerlegging van het CBRN-actieplan. Het financieringsinstrument voor civiele
bescherming[12] voorziet in financiële middelen "ter
ondersteuning en aanvulling van de door de lidstaten gedane inspanningen voor
de bescherming van, in eerste instantie de bevolking, maar ook van het milieu
en eigendommen, met inbegrip van het cultureel erfgoed, in geval van natuur- of
door de mens veroorzaakte rampen, daden van terrorisme of technologische,
radiologische of milieuongevallen, alsook ter vergemakkelijking van versterkte
samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van civiele bescherming"[13].
Ook dit instrument loopt tot 31 december 2013. Op het gebied van onderzoek biedt het zevende
kaderprogramma voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische
ontwikkeling en demonstratie[14], met name het gedeelte betreffende
veiligheidsonderzoek, aanzienlijke financieringsmogelijkheden voor de door het
CBRN-actieplan van de EU naar voren geschoven onderzoeksprioriteiten. De CBRN‑gerelateerde resultaten (detectie,
crisisbeheer) van de eerste oproepen tot inschrijving komen reeds geleidelijk
ter beschikking. Zoals de andere genoemde
financiële programma's loopt ook dit kaderprogramma tot 31 december 2013. Bijkomende prioriteiten voor veiligheidsonderzoek
zullen naar voren komen uit de werkzaamheden van het Europees Forum voor
onderzoek en innovatie op het gebied van veiligheid (ESRIF), waarvan het
rapport aanwijzingen zal bevatten omtrent de in de toekomst van CBRN-materiaal
te verwachten bedreigingen en de inspanningen op het gebied van onderzoek en
innovatie die noodzakelijk worden geacht om die tegen te gaan. Het EU-Volksgezondheidsprogramma 2008-2013 zal
steun blijven verlenen aan het werk van het Gezondheidsbeveiligingscomité en
aan acties met betrekking tot paraatheid en reactie op CBRN-bedreigingen van de
volksgezondheid. Ten slotte heeft de Europese Commissie, voor
het geval dat een CBRN-incident daadwerkelijk plaatsvindt, voorgesteld het
werkterrein van het bestaande Solidariteitsfonds van de Europese Unie uit te
breiden, zodat het kan worden gebruikt om de lidstaat of lidstaten bij te staan
die met de gevolgen van een dergelijk incident worden geconfronteerd[15]. Een specifieke manier om de middelen die
beschikbaar zijn voor de tenuitvoerlegging van het CBRN-actieplan in te zetten,
zou erin kunnen bestaan subsidies te verlenen aan een lidstaat of een groep
lidstaten die het op zich nemen bepaalde acties op te zetten en uit te voeren.
Uiteraard is deze werkwijze alleen mogelijk met inachtneming van de respectieve
bevoegdheden van de lidstaten en de Commissie en conform de toepasselijke
financiële voorschriften. 5.4. Tijdschema, verslag,
herziening Het CBRN-actieplan van de EU zal worden
herzien in 2013. Deze termijn moet normaliter lang genoeg zijn om significante
vooruitgang te boeken en valt mooi samen met de looptijd van de financiële
programma's die de uitvoering ervan moeten schragen. In de loop van die periode
zal geregelde rapportage over en monitoring van de uitvoering plaatsvinden, via
de blijvende betrokkenheid van de eerder genoemde adviesgroep, onder meer door
middel van verslagen aan de respectieve werkgroepen van de Raad die zich met
CBRN-vraagstukken bezighouden. Halfweg de looptijd van het actieplan zal de
Commissie zelf een rapport opstellen. Dank zij het flexibele karakter van het
actieplan kunnen aanpassingen in de vastgestelde prioriteiten en andere
wijzigingen op elk ogenblik tijdens de looptijd worden overeengekomen. 6. De
verstandhouding tussen veiligheidsdiensten en gezondheidswerkers – overzicht
van beste praktijken Een conclusie van eerdere werkzaamheden op het
gebied van bioparaatheid, die door de Commissie samen met Europol en de
nationale rechtshandhavings- en gezondheidsinstanties werden ondernomen, was
dat moet worden gestreefd naar meer samenwerking en coördinatie tussen de vele
actoren die bij de voorkoming van en de reactie op CBRN-incidenten betrokken
zijn. Hoewel al deze actoren voor het algemeen nut werken en hun eerste
prioriteit steeds de bescherming van mensenlevens is, kijken zij onvermijdelijk
elk in hoofdzaak vanuit de invalshoek van hun eigen verantwoordelijkheid naar
een incident. Elk optreden van deze instanties vindt allicht plaats in een
omgeving die zwaar ontredderd is door een traumatische gebeurtenis die net
heeft plaatsgevonden, mogelijk met een groot aantal dodelijke slachtoffers. Dat
soort situaties vergt een goede aanpak en vereist zeer regelmatige oefeningen
om te bereiken dat de reactie in haar geheel zo goed gecoördineerd en
doeltreffend verloopt als het publiek mag verwachten. Om de lidstaten te helpen om op dit gebied
sneller vooruitgang te boeken, heeft de Commissie de resultaten van drie
afzonderlijke regionale workshops met praktijkmensen uit de lidstaten gebundeld
in een document waarin wordt uiteengezet wat volgens het stellige oordeel van
de experts momenteel de beste praktijken zijn, met name op chemisch en
biologisch gebied. Dit document is uitsluitend bestemd om de lidstaten te
ondersteunen bij de inspanningen die zij reeds leveren om hun CBRN-paraatheid
te verbeteren. 7. Buitenlandse
betrekkingen Het belangrijkste onderdeel van het huidige
buitenlandse beleid van de EU met betrekking tot de CBRN-dreiging is de EU-strategie
tegen de verspreiding van massavernietigingswapens, die in december 2003
werd goedgekeurd. Deze strategie werd onlangs geactualiseerd en herzien,
hetgeen ertoe heeft geleid dat de Raad in december 2008 "Nieuwe
actielijnen voor de Europese Unie in de strijd tegen de proliferatie van
massavernietigingswapens en de overbrengingsmiddelen daarvoor" heeft
aangenomen[16]. Deze nieuwe actielijnen en het onderhavige
CBRN-pakket zullen, samen met relevante communautaire instrumenten, met name
het stabiliteitsinstrument, een elkaar versterkend effect hebben op het
verminderen van de gevaren van CBRN-materiaal. De Commissie zal van haar kant
zorgen voor een coherente en gecoördineerde aanpak van de uitvoering. In
maart 2009 presenteerde de Commissie een mededeling waarin zij haar visie
op nucleaire non-proliferatie uiteenzet[17] en aangeeft op welke wijze
dat beleid kan worden aangescherpt, met name uit een oogpunt van nucleaire
beveiliging in het kader van de bepalingen van het Euratom-Verdrag. Via het stabiliteitsinstrument steunt de
Commissie derde landen bij het ontwikkelen van opleiding en hulpverlening met
het oog op beperking van de CBRN-risico's en op paraatheid. De EU-steun wordt
geleidelijk uitgebreid van de landen van de voormalige Sovjet-Unie naar nieuwe regio's,
waaronder Zuidoost-Azië, het Midden-Oosten en delen van Afrika, waarover
bezorgdheid bestaat, met name op nucleair en biologisch gebied. De uitvoering
van resolutie 1540 van de VN-Veiligheidsraad zal nog extra kracht krijgen
door steun te geven aan het IAEA, door wetenschappers die zich voorheen met
massavernietigingswapens bezighielden in dienst te nemen, door
splijtstofsmokkel te bestrijden, onder meer door bedrieglijke financiële
praktijken aan te pakken, en door bij te dragen tot doeltreffender systemen van
uitvoercontrole en grensbewaking. Regionale "CBRN-excellentiecentra"
zullen een hulpmiddel zijn voor de uitwisseling van beste praktijken, de
ondersteuning van capaciteitsopbouw en het delen van ervaringen die op
EU-niveau zijn opgedaan met cruciale regio's. Met een budget van circa 300
miljoen euro voor de periode 2007-2013 beoogt het stabiliteitsinstrument in de
gehele wereld een cultuur van CBRN-veiligheid en –beveiliging tot ontwikkeling
brengen. Een essentieel kenmerk van het stabiliteitsinstrument
is de nauwe betrokkenheid van deskundigen van de lidstaten door middel van een
nieuw mechanisme: de steunvoorzieningen voor deskundigen. Samen met de
Commissie hebben deskundigen van de lidstaten het voorbije jaar een reeks
reizen gemaakt en workshops gehouden om te bepalen welke regio's prioritair
zijn. De ontwikkeling van nieuwe sectoren in opkomende economieën en het
daarmee gepaard gaande risico op proliferatie, met name in het kader van de
zogenoemde "nucleaire renaissance" en de biotechnologie, vormen een
grote uitdaging. Om dat risico te beperken, steunt de Commissie het initiatief
om multilaterale splijtstofbanken op te richten. Ook de mogelijkheid dat
terroristen pandemieën trachten te misbruiken houdt een grote bedreiging in
voor de veiligheid en gezondheid. Daarom is de Commissie voornemens specifieke
maatregelen aan te moedigen, met name alarmeringssystemen en uitwisseling van
beste praktijken, waarbij regionale organisaties betrokken zouden worden. De
regionale CBRN-excellentiecentra zullen de spil vormen van deze initiatieven.
Vraagstukken in verband met de dreiging die uitgaat van CBRN-materiaal worden
ook op een aantal internationale fora[18] besproken en worden beleidsmatig aangepakt
door internationale organisaties zoals het Internationaal Agentschap voor
atoomenergie (IAEA – International Atomic Energy Agency), de Organisatie voor
het verbod op chemische wapens (OPCW – Organisation for the Prohibition of
Chemical Weapons), de BTWC-Conferentie, Interpol en het Initiatief voor wereldwijde
bescherming van de gezondheid (GHSI – Global Health Security Initiative).
Geheel conform artikel 19 van het Verdrag betreffende de Europese Unie is
een van de kernaanbevelingen van het CBRN-actieplan van de EU dat de Europese
Unie een grotere inspanning moet leveren om in dergelijke internationale fora
en op vergaderingen van deze internationale organisaties een gecoördineerde
visie te presenteren. Meer in het algemeen vormen de inspanningen
ter bestrijding van terrorisme een onderdeel van vele bestaande of op stapel
staande samenwerkingsakkoorden tussen de EU en derde landen. De Raad besloot in
2002 dat een standaardclausule inzake terrorismebestrijding diende te worden
opgenomen in alle overeenkomsten met derde landen. Daarenboven zijn sinds
november 2003 clausules inzake massavernietigingswapens opgenomen in alle
nieuwe of vernieuwde overeenkomsten, welke thans voor bijna 100 landen gelden.
Ook de samenwerking rond CBRN-kwesties met strategische partners zoals de
Verenigde Staten kan verder worden ontwikkeld op basis van het onderhavige
beleidspakket. Uit een oogpunt van volksgezondheid zal de
Commissie blijven deelnemen en steun blijven geven aan de werkzaamheden van het
Initiatief voor wereldwijde bescherming van de gezondheid en is zij voornemens
in 2009 een mededeling te presenteren inzake bescherming van de gezondheid. 8. Conclusies De bevolking van de Europese Unie beschermen
tegen terrorisme en andere criminele bedreigingen is een hoge prioriteit voor
de Commissie. Zoals blijkt uit een aantal voorvallen overal ter wereld, zijn
terroristen er steevast op uit chemische, biologische, radiologische en
nucleaire (CBRN) stoffen in hun bezit te krijgen. De Europese Unie stelt zich
tot taak te verhinderen dat dergelijke niet-conventionele dreigingen werkelijkheid
worden. Het CBRN‑actieplan van de EU zal in hoge mate bijdragen tot de
vervulling van deze taak. [1] Zoals
Resolutie 1540 van de VN-Veiligheidsraad. [2] 15708/03
en SN 400/03, nr. 68. Zie ook punt 7. [3] 16589/07
van 17 december 2007. [4] SN
4292/01 REV 2. [5] 14627/02. [6] 15480/02. [7] 14469/4/05,
punten 20 en 31. [8] Zie
ook de mededeling van de Commissie over "De internationale uitdaging van
nucleaire veiligheid en nucleaire beveiliging", COM(2008) 312
definitief van 22.5.2008, en de mededeling van de Commissie inzake nucleaire
non-proliferatie, COM(2009) 143 definitief van 26.3.2009. [9] Beschikking
van de Raad van 23 oktober 2001 – herschikt bij Beschikking
2007/779/EG (PB L 314 van 1.12.2007, blz. 9). [10] Verordening
(EG) nr. 1717/2006 (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 1). [11] PB L 58
van 24.2.2007, blz. 1 en 7. [12] PB
L 71 van 10.3.2007, blz. 9. [13] Beschikking
tot instelling van een financieringsinstrument voor civiele bescherming
(PB L 71 van 10.3.2007, blz. 9). [14] Besluit
nr. 1982/2006/EG (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1). [15] Voorstel
voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van
het Solidariteitsfonds van de Europese Unie, COM(2005) 108 definitief
van 6.4.2005. [16] Raadsdocument
nr. C-17172/08 van 17 december 2008. [17] COM(2009)
143 definitief van 26.3.2009. [18] Zoals
het Wereldwijd Initiatief ter bestrijding van nucleair terrorisme (GICNT) en
regelingen inzake controle op de export van goederen voor tweeërlei gebruik,
zoals de Groep van Nucleaire Exportlanden, de Regeling van Wassenaar, de Autraliëgroep
en het Controleregime voor de uitvoer van rakettechnologie (MTCR).