Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52008PC0483

    Voorstel voor een Verordening (EG) nr. …./…. van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 219/2007 van de Raad betreffende de oprichting van een gemeenschappelijke onderneming voor de realisering van het Europese nieuwe generatie luchtverkeersbeveiligingssysteem (SESAR)

    /* COM/2008/0483 def. - CNS 2008/0159 */

    52008PC0483

    Voorstel voor een Verordening (EG) nr. …./…. van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 219/2007 van de Raad betreffende de oprichting van een gemeenschappelijke onderneming voor de realisering van het Europese nieuwe generatie luchtverkeersbeveiligingssysteem (SESAR) /* COM/2008/0483 def. - CNS 2008/0159 */


    [pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

    Brussel, 23.7.2008

    COM(2008) 483 definitief

    2008/0159 (CNS)

    Voorstel voor een

    VERORDENING (EG) Nr. …./…. VAN DE RAAD

    tot wijziging van Verordening (EG) nr. 219/2007 van de Raad betreffende de oprichting van een gemeenschappelijke onderneming voor de realisering van het Europese nieuwe generatie luchtverkeersbeveiligingssysteem (SESAR)

    (door de Commissie ingediend)

    TOELICHTING

    1. Achtergrond van het voorstel

    1.1. Motivering en doel van het voorstel

    Het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voorziet in gemeenschappelijke ondernemingen (GO’s) als instrument om de Gemeenschap in staat te stellen structuren op te richten, met name partnerschappen tussen de openbare en de particuliere sector, die noodzakelijk zijn voor de doelmatige uitvoering van communautaire onderzoeks-, technologische ontwikkelings- en demonstratieprogramma’s.

    De eerste gemeenschappelijk onderneming die werd opgericht uit hoofde van artikel 171 van het Verdrag was de gemeenschappelijke onderneming GALILEO (GOG) die het licht zag in 2002[1] en tevens de inspiratiebron vormde voor het voorstel tot oprichting van de in 2005 gestartte gemeenschappelijke onderneming SESAR (GOS)[2].

    In de communautaire of nationale wetgeving zijn deze organen echter niet verder gedefinieerd. Omdat de juridische status van deze eenheden, die tussen een communautair orgaan en een particuliere onderneming in zitten, niet duidelijk is gedefinieerd hebben zich al veel problemen voorgedaan bij het opzetten van hun juridische en bestuurlijke structuur, die moet voldoen aan de eisen van zowel de Gemeenschap als die van het gastland.

    Op grond van het bepaalde in het 7e kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling (KP7) moeten gemeenschappelijke technologie initiatieven (GTI) worden uitgevoerd door GO die zijn opgericht overeenkomstig artikel 171 van het Verdrag. Omdat zoveel voorstellen werden ingediend voor GTI’s en niet duidelijk was welke juridische en budgetaire gevolgen de oprichting ervan zou hebben, hebben de EU-instellingen zich specifiek bezig gehouden met een betere definiëring van de status van deze eenheden om een gemeenschappelijke aanpak te kunnen formuleren voor de oprichting van dergelijke initiatieven.

    Om te zorgen voor een samenhangende communautaire aanpak bij de oprichting van dergelijke ondernemingen zou de gemeenschappelijke onderneming SESAR dezelfde behandeling moeten genieten als die welke wordt verleend aan soortgelijke structuren. Omdat deze ondernemingen bovendien alle zijn opgezet als instrumenten voor de tenuitvoerlegging van het 7e kaderprogramma zou een reeks coherente regels moeten gelden voor alle ondernemingen. Met dit voorstel wil men de verordening en de statuten van de gemeenschappelijke onderneming SESAR, die zich in de beginfase bevindt van de oprichting, afstemmen op de nieuwe aanpak van de EU-instellingen voor de oprichting van GO’s.

    1.2. Algemene context

    Het voorstel voor de oprichting van de GOS werd ingediend net toen de activiteiten in het kader van het GOG werden afgebouwd. Bij de bespreking van het SESAR-voorstel werd dan ook rekening gehouden met de ervaringen die zijn opgedaan bij de GOG. Uit de besprekingen tijdens de wetgevingsprocedure bleek dat een gemeenschappelijke onderneming niet kan worden beschouwd als een communautair orgaan (zoals een communautair agentschap) of een internationale organisatie omdat ook particuliere eenheden deelenemen. Dit betekent dat moet worden voldaan aan de juridische verplichtingen van het gastland hoewel het communautaire karakter ook bepaalde verplichtingen kan inhouden.

    De GOS werd uiteindelijk opgericht bij Verordening (EG) nr. 219/2007 van de Raad van 27 februari 2007 en werd in Brussel gevestigd. Er zijn twee stichtende leden, de Gemeenschap, vertegenwoordigd door de Europese Commissie en Eurocontrol, vertegenwoordigd door haar agentschap. Omdat de GOS wordt beschouwd als een partnerschap tussen de openbare en de particuliere sector kunnen zowel particuliere als publieke eenheden, ook uit derde landen, lid worden.

    De juridische status van de gemeenschappelijke onderneming werd niet verder gedefinieerd in het Verdrag of in een ander EG- of nationaal besluit dan bij de verordeningen tot oprichting van de GO’s. Men ging er derhalve van uit dat er geen rechtsgrond was die zou kunnen rechtvaardigen dat deze eenheid vrijstelling van btw en accijnsen zou worden verleend of voordelen die voortvloeien uit het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten die worden verleend aan EU-instellingen of organen en dat het personeel evenmin kon worden vrijgesteld van nationale belastingen, bijdragen voor de sociale zekerheid en soortgelijke lasten. De lidstaten waren het er echter over eens dat voor de GOS een bepaling moet worden opgenomen die verwijst naar een mogelijke belastingvrijstelling (artikel 2, lid 2 van Verordening (EG) nr. 219/2007): " De lidstaten nemen alle mogelijke maatregelen om de gemeenschappelijke onderneming de ruimst mogelijke belastingvrijstelling te verlenen, met name van BTW en andere belastingen en accijnzen ". De lidstaten waren op grond van deze bepaling echter niet verplicht de GOS enige vorm van belastingvrijstelling te verlenen.

    Anderzijds beseft men dat de GOS een " eenheid zonder winstoogmerk is die alle middelen aanwendt voor het beheer van een openbaar onderzoeksprogramma van Europees belang ". De stichtende leden zijn twee internationale organisaties die tweederde van de totale begroting verschaffen uit openbare middelen bestemd voor O&O-activiteiten.

    Onmiddellijk na de inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 219/2007 werd begonnen met de oprichting van de GOS. In 2007 werden het bestuur (bestaande uit de Raad van Bestuur en de uitvoerend directeur) en een aanvankelijke administratieve structuur opgezet en werd het lidmaatschapsproces gestart. Overeenkomstig de bepalingen van het huidige werkprogramma moeten de GOS-structuur en de interne voorschriften alsmede de afronding van het lidmaatschapsproces tegen het einde van 2008 geconsolideerd worden. Doel van de GOS is in 2009 een begin te maken met de ontwikkelingsactiviteiten.

    Na de presentatie van het voorstel voor de GOS begonnen besprekingen over vier andere voorstellen voor GO’s (CLEAN SKY[3], ENIAC[4], IMI[5] en ARTEMIS[6]) gebaseerd op artikel 171 van het Verdrag voor de tenuitvoerlegging van gemeenschappelijke technologie initiatieven binnen het 7e kaderprogramma voor onderzoek en technologische ontwikkeling. Deze nieuwe eenheden zijn te vergelijken met de GOS omdat ook zij grote O&O-projecten uitvoeren en beheren waarbij publieke en particuliere eenheden zijn betrokken. Op dat moment en rekening houdend met het groeiende aantal van dit soort projecten, de communautaire middelen die hiervoor werden uitgetrokken alsmede de implicaties van artikel 185 van het Financieel Reglement met betrekking tot “door de Gemeenschappen opgerichte organen”, erkenden de EU-instellingen dat het noodzakelijk was de juridische status van de GO's beter te definiëren. Er werd derhalve gekozen voor een nieuwe aanpak die gebaseerd was op het feit dat GO’s opgezet kunnen worden als communautaire organen. Het protocol betreffende privileges en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen (PPI), het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en de bepalingen van artikel 185 van het Financieel Reglement zouden dan van toepassing worden op deze organen.

    Bij de oprichting van de vier nieuwe GO’s, die in hun basisbesluiten duidelijk gedefinieerd zijn als communautaire organen, werd voor deze aanpak gekozen. Deze status houdt een aantal voorrechten en verplichtingen in die gedefinieerd zijn in de respectievelijke verordeningen en statuten van deze organen waarbij rekening wordt gehouden met hun specifieke aard en hun operationele behoeften.

    1.2.1. Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied

    Sedert de oprichting van de GOS zijn vier nieuwe GO’s opgericht overenkomstig artikel 171 van het Verdrag. Dit zijn: ARTEMIS, CLEAN SKY, IMI en ENIAC.

    1.2.2. Samenhang met andere beleidsgebieden en –doelstellingen van de EU

    Dit voorstel heeft tot doel ervoor te zorgen dat de oprichting van de GOS overeenkomt met de door de instellingen bekrachtigde aanpak voor de oprichting van GO’s overeenkomstig artikel 171 van het Verdrag. De voorgestelde aanpassingen van de GOS-verordening en haar statuten weerspiegelen de beginselen van de communautaire aanpak voor de oprichting van GO’s en zijn in overeenstemming met de respectievelijke bepalingen van de bij punt 1.2.1 vermelde verordeningen tot oprichting van GO’s.

    2. Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling

    2.1. Raadpleging van belanghebbende partijen

    2.1.1. Wijze van raadpleging, belangrijkste geraadpleegde sectoren en algemeen profiel van de respondenten

    Niet van toepassing.

    2.1.2. Samenvatting van de reacties en de manier waarop daarmee rekening is gehouden

    2.2. Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid

    Informatie met betrekking tot de impact van dit voorstel werd bijeengebracht door de administratieve diensten van de GOS. Het werkdocument van de diensten van de Commissie over de financiële gevolgen en de gevolgen van het Voorstel voor een besluit van de Raad over Europol voor het personeel werd eveneens als referentie gebruikt.[7]

    2.3. Effectbeoordeling

    Voornaamste doel van dit voorstel is te zorgen voor een samenhangende aanpak van de oprichting van GO’s overeenkomstig artikel 171 van het Verdrag. De aanpassing van de GOS-verordening en de statuten aan die van de hierboven genoemde GTI’s zou een belangrijke positieve financiële impact hebben op de ontwikkelingsfase van zowel de GOS als SESAR. Met behulp van de besparingen die zouden voortvloeien uit deze nieuwe status zou men deze middelen kunnen concentreren en er optimaal gebruik van kunnen maken ten behoeve van de gehele Gemeenschap, hetgeen in feite een van de doelstellingen is van SESAR.

    Fiscale gevolgen

    De totale kosten van de ontwikkelingsfase van SESAR voor de periode 2007-2016 worden geraamd op 2,1 miljard euro. De kosten zullen gelijk worden verdeeld tussen de Gemeenschap (700 miljoen euro: 350 miljoen euro uit het 7e O&O kaderprogramma + 350 miljoen euro van het programma voor trans-Europese netwerken), Eurocontrol (700 miljoen euro) en het bedrijfsleven (700 miljoen euro).

    De bijdrage van de Gemeenschap zal volledig contant worden uitbetaald, terwijl de bijdragen van Eurocontrol en van het bedrijfsleven grotendeels (ongeveer 90%) in natura zullen zijn.

    Omdat de GOS niet werd beschouwd als een communautair orgaan en omdat een gemeenschappelijke onderneming niet is gedefinieerd in de Belgische wetgeving had de GOS de Belgische autoriteiten verzocht haar fiscale status te bepalen. De GOS had gevraagd voor btw-doeleinden te mogen worden beschouwd als een belastingplichtig persoon, met het recht op volledige btw-aftrek. De Belgische minister van Financiën verklaarde de GOS een dergelijke status niet te kunnen verlenen. De huidige fiscale status heeft aanzienlijke financiële gevolgen voor de GOS. De GOS zal niet-terugvorderbare btw moeten betalen over de aankoop van goederen en diensten voor haar eigen activiteiten, over de bijdragen in natura van haar leden en in het algemeen over alle studie- en ontwikkelingsactiviteiten die zij coördineert. Het totale btw-bedrag dat moet worden betaald wordt geraamd op 290 miljoen euro, oftewel 41% van de totale geraamde bijdrage van de Gemeenschap aan de ontwikkelingsfase van SESAR. De status van de GOS wijzigen in die van een een communautair orgaan zou derhalve een besparing opleveren van ongeveer 290 miljoen euro in de begroting van de GOS-middelen die gebruikt zouden worden voor de financiering van onderzoek- en ontwikkelingsactiviteiten.

    GOS krijgt statuut van EU-personeel

    Wanneer de Belgische arbeidsvoorwaarden van het GOS-personeel zouden worden gewijzigd en het personeel onder het Personeelsstatuut van de EU zou komen te vallen zou dit tevens een positieve impact hebben op de personeels- en administratieve kosten van de GOS.

    De GOS zal een slanke structuur krijgen met een klein aantal hoog gekwalificeerde personeelsleden die belast zijn met het algemene beheer van de ontwikkelingsfase. Volgens het GOS-personeelsplan dat door de Raad van Bestuur werd goedgekeurd zal het personeel in totaal 28 werknemers omvatten. Momenteel telt de GOS 15 personeelsleden en zijn er plannen om tegen eind 2008 nog 8 mensen in dienst te nemen en in 2009 nog eens vijf.

    Gezien de sterke betrokkenheid van de voornaamste GOS-actoren op het gebied van luchtverkeersbeveiliging (ATM), is de onafhankelijkheid van het personeel van wezenlijk belang. Daarom moet de GOS haar eigen personeel aanwerven dat onder de rechtstreekse autoriteit zal worden geplaatst van de uitvoerend directeur. De ATM-sector is echter een relatief kleine sector. Alle hoog gekwalificeerde deskundigen zijn reeds in dienst bij de voornaamste belanghebbenden van de sector. De GOS moet derhalve aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden bieden om gekwalificeerd personeel te kunnen aantrekken. Hoewel GOS-personeel momenteel is onderworpen aan de Belgische arbeidswetgeving stipuleert het GOS-statuut dan ook dat de arbeidsvoorwaarden “gebaseerd moeten worden op die van het personeel van de Europese Gemeenschappen”. De regels in verband met de aanwerving die door de Raad van Bestuur zijn vastgesteld luiden als volgt: "de regeling welke van toepassing is op de personeelsleden van de Europese Gemeenschappen als bedoeld in artikel 8 van het Statuut fungeert als basis en voor zover mogelijk, voor de vaststelling van de lonen van het personeel, de loonsverhogingen in verband met anciënniteit, het aantal verlofdagen, de vergoeding van medische onkosten, de complementaire pensioenrechten."

    Het GOS-personeel is overeenkomstig hun functies aangeworven op basis van de rangen van het tijdelijk personeel van de Gemeenschappen. Alle GOS-personeelsleden zijn bij indienstneming ingedeeld in de eerste trap van hun rang. Voor de verandering zal een herindeling dan ook niet nodig zijn omdat de rangen van de respectieve personeelsstatuten rechtstreeks met elkaar overeenkomen. Voorts heeft de GOS ook aanvullende verzekeringen overgenomen voor ziektekosten en pensioenen om de op grond van de Belgische voorschriften verplichte basisvoorwaarden aan te vullen tot het niveau van de voorwaarden die het communautaire personeelsstatuut biedt.

    De jaarlijkse nettobezoldiging van een GOS-personeelslid zou equivalent moeten zijn aan de jaarlijkse nettobezoldiging van een tijdelijke EG-functionaris met dezelfde rang en salaristrap. Bij de berekening van de nettobezoldiging wordt rekening gehouden met de volgende factoren: het basissalaris, de kostwinnerstoelage, de kindertoelage, schooltoelage, aftrek voor de pensioenbijdrage, aftrek voor de bijdrage ziekteverzekering, aftrek voor de bijdrage ongevallenverzekering, aftrek van belasting, aftrek van werkloosheidsbijdrage, aftrek van elders ontvangen toelagen en aftrek van de speciale heffing. De jaarlijkse kosten worden vervolgens berekend door aan dit bedrag de verplichte bijdragen toe te voegen voor de sociale zekerheid voor zowel de werkgever als de werknemer en ten slotte de aanvullende bijdragen om een hogere vergoeding voor een ziektekosten en een betere pensioenregeling te kunnen bieden.

    Rekening houdend met het feit dat de GOS momenteel 15 personeelsleden in dienst heeft bestaande uit één AD14, één AD13, drie AD 12, twee AD10, twee AD8, drie AD7, één AST3 en twee AST1, belopen de indicatieve kosten van een GOS-personeelslid bij het huidige personeelsstatuut per jaar gemiddeld 253.306 euro.

    [pic]

    De indicatieve gemiddelde kosten van een GOS-personeelslid[8] bij het EG-Personeelsstatuut zouden per jaar neerkomen op 105.563 euro. Bij dit bedrag wordt uitgegaan van het zelfde aantal werknemers, in dezelfde rang en met de dezelfde voordelen en gaat men ervan uit dat de GOS-personeelskosten volledig worden gedekt door de communautaire bijdrage aan de GOS.

    [pic]

    De posten die momenteel worden ingenomen zijn beheersfuncties. Nieuwe aanwervingen zullen betrekking hebben op lagere rangen zodat de gemiddelde loonkosten omlaag zullen gaan.

    GOS-personeelleden die momenteel in dienst zijn, zullen vrij kunnen bepalen of zij willen overstappen op het EG-personeelsstatuut maar hiertoe niet verplicht worden.

    3. Juridische elementen van het voorstel

    3.1. Samenvatting van de voorgestelde maatregel

    De voorgestelde herziening van Verordening (EG) nr. 219/2007 houdt in dat de volgende bepalingen worden opgenomen om de status van de GOS aan te passen aan die van de nieuw opgerichte GO’s:

    1. Erkenning van de GOS als communautair orgaan (artikel 2 van de Verordening).

    2. Toepassing van het personeelsstatuut van de Europese Gemeenschappen, de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen en de gezamenlijk door de instellingen van de Europese Gemeenschappen vastgestelde regels op GOS-personeelsleden (artikel 2, onder a) van de verordening).

    3. Toepassing van het Protocol betreffende voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen op de GOS, haar personeelsleden en de uitvoerend directeur (artikel 2, onder b) van de verordening).

    4. Aanpassing van de bepalingen inzake aansprakelijkheid (artikel 2, onder c) van de verordening).

    5. Aanpassing van de bepalingen inzake de jurisdictie van het Hof van Justitie en de toepasselijke wetgeving (artikel 2, onder d) van de verordening).

    6. Kwantificering van de bijdrage van de Gemeenschap en vaststelling van praktische regelingen voor de overdracht aan de GOS (artikel 4, lid 2, van de verordening ).

    7. Wijziging van de bepaling in verband met de wijziging van de GOS-statuten (artikelen 3, lid 2, & 5, lid 4, van de verordening en 24, lid 2, van de statuten). Deze wijziging houdt geen verband met de aanpassing van de GOS-status. Het is een correctie van de procedure voor de goedkeuring van wijziging van de statuten door middel van een regelgevende comité procedure waarbij het Comité voor het gemeenschappelijk luchtruim betrokken wordt. De formulering van de oorspronkelijke bepaling brengt dit voornemen echter onvoldoende tot uitdrukking en moet derhalve worden aangepast.

    8. Aaanpassing van artikel 185 van het Financieel Reglement[9]:

    9. Vaststelling van de financiële regels in overeenstemming met de financiële kaderregeling voor de in artikel 185 van het Financieel Reglement bedoelde organen (artikel 4, onder a) van de verordening).

    10. Kwijting (artikel 4, onder b), van de verordening) en presentatie van de begroting (artikel 15, lid 2, & lid 4, van de statuten).

    11. Aanpassing van de procedure voor de benoeming van de uitvoerend directeur (artikel 7, lid 5, van de statuten).

    12. Aanpassing van de bepalingen met betrekking tot de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap (artikel 17, lid 3, van de statuten).

    13. Overgangsbepalingen voor de overstap van GOS-personeel naar het EU-Personeelsstatuut (artikel 2 van het voorstel).

    3.2. Rechtsgrondslag

    Dit voorstel houdt geen wijziging in van de rechtsgrondslag van de oorspronkelijke verordening.

    3.3. Subsidiariteitsbeginsel

    Niet van toepassing

    3.4. Evenredigheidsbeginsel

    Niet van toepassing

    3.5. Keuze van instrumenten

    Verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 219/2007

    4. Gevolgen voor de begroting

    De totale geraamde kosten van de communautaire bijdrage voor de ontwikkelingsfase van SESAR zijn vastgesteld op ten hoogste 700 miljoen euro afkomstig in gelijke delen van het 7e kaderprogramma voor O&O en het programma voor de trans-Europese netwerken gedurende de periode 2007-2013. De hierboven vermelde programma’s financieren de administratieve en operationele kosten van de GOS overeenkomstig hun respectieve regels. De voorgestelde herziening van Verordening 219/2007 zal niet van invloed zijn op het hierboven vermelde geraamde bedrag. Een herzien financieel memorandum is bij dit voorstel gevoegd om de begrotingsprognose van de GOS aan te passen in het licht van de ontwikkelingen bij het project.

    5. Aanvullende informatie

    5.1. Simulatie, proefperiode en overgangsperiode

    Voor de voorgestelde herzienining van Verordening 219/2007 zullen de financiêle voosrschiften van de GOS, de regels inzake aanwerving en de arbeidscontracten moeten worden aangepast. De GOS zal tevens een algemene overeenkomst sluiten met de Commissie en een administratieve overeenkomst met België over de toepassing van de PPI.

    5.2. Toetsings-/herzienings-/uitdovingsclausule

    Niet van toepassing

    2008/0159 (CNS)

    Voorstel voor een

    VERORDENING (EG) Nr. …./…. VAN DE RAAD

    tot wijziging van Verordening (EG) nr. 219/2007 van de Raad betreffende de oprichting van een gemeenschappelijke onderneming voor de realisering van het Europese nieuwe generatie luchtverkeersbeveiligingssysteem (SESAR)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op de artikelen 171 en 172,

    Gelet op het voorstel van de Commissie[10],

    Gezien het advies van het Europees Parlement[11],

    Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité[12],

    Overwegende hetgeen volgt:

    14. Sedert de oprichting van de Gemeenschappelijke onderneming SESAR, is bij Verordening (EG) nr. 71/2008 van de Raad van 20 december 2007[13] de gemeenschappelijke onderneming Clean Sky opgericht, bij Verordening (EG) nr. 72/2008 van de Raad van 20 december 2007[14] de gemeenschappelijke onderneming ENIAC, bij Verordening (EG) nr. 73/2008 van de Raad van 20 december 2007[15] de gemeenschappelijke onderneming voor de tenuitvoerlegging van het gezamenlijk technologie-initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen en bij Verordening (EG) nr. 74/2008 van de Raad van 20 december 2007[16] de gemeenschappelijke onderneming ARTEMIS voor de tenuitvoerlegging van een gemeenschappelijk technologie-initiatief inzake ingebedde computersystemen. Deze gemeenschappelijke ondernemingen zijn organen die door de Gemeenschappen zijn opgericht in de zin van artikel 185, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen[17] waarvoor Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen, alsmede van bijzondere maatregelen welke tijdelijk op de ambtenaren van de Commissie van toepassing zijn (Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden)[18], van toepassing is op het personeel van de gemeenschappelijke onderneming en het Protocol betreffende voorrechten en immuniteiten van toepassing is op de gemeenschappelijke onderneming en haar personeel.

    15. Als een door de Gemeenschap opgericht orgaan dient de juridische status van de gemeenschappelijke onerneming SESAR te worden aangepast aan die van de nieuwe opgerichte gemeenschappelijke ondernemingen hetgeen er tevens voor zou zorgen dat ze dezelfde behandeling geniet als die welke deze laatste ontvangen

    16. Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma Samenwerking tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013)[19] stelt dat bij het onderzoek een innovatief systeem voor luchtverkeersbeveiliging (ATM) in de context van het SESAR1-initiatief zal worden ontwikkeld en uitgevoerd dat tevens de meest efficiënte coördinatie van de ontwikkeling van ATM-systemen in Europa zal waarborgen.

    17. Volgens de jaarprogramma's voor 2007 en 2008 met betrekking tot het specifieke programma "Samenwerking", Vervoer (met inbegrip van luchtvaart), voor de tenuitvoerlegging van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007 tot 2013), zal de Commissie jaarlijkse bijdragen verschaffen uit het zevende kaderprogramma aan de gemeenschappelijke onderneming SESAR voor een totaalbedrag van naar raming 350 miljoen euro voor de volledige periode.

    18. In het meerjarenwerkprogramma voor subsidies op het gebied van trans-Europese netwerken voor de periode 2007-2013[20], wordt het SESAR-project aangewezen als een belangrijke horizontale prioriteit waarvoor een geraamde begroting wordt toegewezen van 350 miljoen euro voor de periode 2007-2013.

    19. De Commissie raamt de financiële bijdrage van de Gemeenschap aan de gemeenschappelijke onderneming SESAR op 700 miljoen euro die in gelijke delen afkomstig zal zijn van het 7e kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling en van het programma voor trans-Europees vervoersnetten.

    20. Omdat de gemeenschappelijke onderneming SESAR een door de Gemeenschap opgezet orgaan is, zou het besluitvormingsproces de besluitvormingautonomie van de Gemeenschap moeten waarborgen, met name met betrekking tot vraagstukken die gevolgen hebben voor de strategische oriëntatie van SESAR en de gemeenschappelijke onderneming, de financiële bijdrage van de Gemeenschap en de onafhankelijkheid en gelijke behandeling van het personeel van de gmeenschappelijke onderneming.

    21. Tussen de gemeenschappelijke onderneming SESAR en België moet een overeenkomst worden gesloten betreffende voorrechten en immuniteiten en andere door België aan de gemeenschappelijke onderneming SESAR te verlenen ondersteuning.

    22. Verordening (EG) nr. 219/2007 dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Verordening (EG) nr. 219/2007 wordt als volgt gewijzigd:

    (1) Artikel 2 wordt vervangen door:

    "Artikel 2

    Juridische status

    1. De gemeenschappelijke onderneming is een communautair orgaan en heeft rechtspersoonlijkheid. Zij geniet in de lidstaten de ruimste rechtsbevoegdheid die krachtens de wetgeving van die lidstaten aan rechtspersonen wordt verleend. Het orgaan kan in het bijzonder roerende en onroerende zaken verkrijgen of vervreemden en kan in rechte optreden."

    (2) De volgende artikelen 2 bis, 2ter, 2 quater en 2 quinquies worden ingevoegd:

    "Artikel 2 bis

    Personeel

    1. Het statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, de regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen en de regels die gezamenlijk zijn vastgesteld door de instellingen van de Europese Gemeenschappen met het doel dit statuut en deze regeling toe te passen, gelden voor het personeel van de gemeenschappelijke onderneming en de uitvoerend directeur daarvan.

    2. Onverminderd artikel 7, lid 2, van de statuten, oefent de gemeenschappelijke onderneming, wat haar personeel betreft, de bevoegdheden uit die haar door de benoemende autoriteit zijn verleend op grond van het statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en op grond van de bevoegdheid contracten te sluiten overeenkomstig de regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen.

    3. De raad van bestuur stelt in overeenstemming met de Commissie de nodige uitvoeringsmaatregelen vast, bedoeld in artikel 110, lid 1, van het statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en de regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen.

    4. De personeelsmiddelen worden vastgesteld in de personeelsformatie van de gemeenschappelijke onderneming die in de jaarlijkse begroting wordt opgenomen.

    5. Het personeel van de gemeenschappelijke onderneming bestaat uit tijdelijke en contractuele functionarissen die zijn aangesteld voor een bepaalde termijn, eenmaal verlengbaar met een bepaalde termijn. De totale aanstellingsperiode bedraagt maximaal acht jaar en duurt in geen geval langer dan de looptijd van de gemeenschappelijk onderneming.

    6. Alle personeelskosten komen ten laste van de gemeenschappelijke onderneming.

    Artikel 2 ter

    Voorrechten en immuniteiten

    1. Het Protocol inzake de voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen is van toepassing op de gemeenschappelijke onderneming, de uitvoerend directeur en het personeel ervan.

    2. Tussen de gemeenschappelijke onderneming en België wordt een administratieve overeenkomst gesloten betreffende voorrechten en immuniteiten en andere ondersteunende maatregelen die door België aan de gemeenschappelijke onderneming worden verleend.

    Artikel 2 quater

    Aansprakelijkheid

    1. De contractuele aansprakelijkheid van de gemeenschappelijke onderneming wordt geregeld door de relevante contractuele bepalingen en door het recht dat op de overeenkomst of het contract in kwestie van toepassing is.

    2. In geval van niet-contractuele aansprakelijkheid vergoedt de gemeenschappelijke onderneming, overeenkomstig de algemene beginselen die de wetgevingen van de lidstaten gemeen hebben, alle schade die door haar personeel bij de uitoefening van hun taken is veroorzaakt.

    3. Elke betaling door de gemeenschappelijke onderneming in verband met de aansprakelijkheid als bedoeld in de leden 1 en 2 en de daarmee verband houdende kosten en uitgaven worden beschouwd als uitgaven van de gemeenschappelijke onderneming en worden gedekt door de middelen van de gemeenschappelijke onderneming.

    4. De gemeenschappelijke onderneming is als enige verantwoordelijk voor het nakomen van haar verplichtingen.

    Artikel 2 quinquies

    Bevoegdheid van het Hof van Justitie en toepasselijke wetgeving

    1. Het Hof van Justitie is bevoegd om uitspraak te doen:

    (a) in elk geschil tussen de leden dat verband houdt met de inhoud van deze verordening en/of de in artikel 3 bedoelde statuten;

    (b) ingevolge alle arbitragebedingen in door de gemeenschappelijke onderneming gesloten overeenkomsten en contracten;

    (c) in gevallen waarin overeenkomstig de artikelen 230 en 232 van het Verdrag beroep is ingesteld tegen de gemeenschappelijke onderneming, met inbegrip van besluiten van haar organen;

    (d) in geschillen over vergoeding van schade die door personeelsleden van de gemeenschappelijke onderneming veroorzaakt wordt bij de uitoefening van hun taken.

    2. Op alle aangelegenheden die niet bij deze verordening of andere besluiten van het Gemeenschapsrecht zijn geregeld, is het recht van toepassing van de staat waar de zetel van de gemeenschappelijke onderneming zich bevindt .

    (3) Artikel 3 wordt vervangen door:

    "Artikel 3

    Statuten van de gemeenschappelijke onderneming

    1. De in de bijlage opgenomen statuten van de gemeenschappelijke onderneming vormen een integrerend deel van deze verordening en worden hierbij vastgesteld.

    2. De statuten kunnen volgens de in artikel 6, lid 3, bedoelde procedure worden gewijzigd."

    (4) Artikel 4, lid 2, wordt vervangen door:

    "2. De maximale bijdrage van de Europese Gemeenschap zal 700 miljoen euro bedragen, waarvan 350 miljoen euro afkomstig uit de begrotingsmiddelen die zijn toegewezen aan het thema "vervoer (met inbegrip van luchtvaart) van het specifieke programma samenwerking van het zevende kaderprogramma voor onderzoek en technologische ontwikkeling en 350 miljoen euro afkomstig uit de begroting van het kaderprogramma trans-Europese netwerken voor de periode 2007-2013. De communautaire bijdrage wordt betaald in overeenstemming met de bepalingen van artikel 54, lid 2, onder b), van Verordening 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen[21] (hierna het Financieel reglement genoemd).

    De regelingen betreffende de communautaire financiële bijdrage worden vastgesteld bij algemene overeenkomst en jaarlijkse financiële uitvoeringsovereenkomsten, die tussen de Commissie, namens de Gemeenschap, en de gemeenschappelijke onderneming moeten worden gesloten. De algemene overeenkomst biedt de Commissie het recht zich te verzetten tegen het gebruik van de communautaire bijdrage voor doeleinden die zij in strijd acht met de beginselen van de hierboven vermelde communautaire programma's of met het Financieel Reglement of die zij schadelijk acht voor het belang van de Gemeenschap. Wanneer de Gemeenschap verzet aantekent, zal de gemeenschappelijke onderneming de bijdrage van de Gemeenschap niet voor die doeleinden gebruiken."

    (5) De volgende artikelen 4 bis en 4 ter worden ingevoegd:

    "Artikel 4 bis

    Financiële regeling

    1. De gemeenschappelijke onderneming neemt een specifieke financiële regeling aan, overeenkomstig artikel 185, lid 1, van het Financieel Reglement. Deze kan afwijken van de regeling van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie[22] van 23 december 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van het financieel reglement wanneer specifieke bedrijfsbehoeften van de gemeenschappelijke onderneming dat noodzakelijk maken en na voorafgaande toestemming van de Commissie.

    2. De gemeenschappelijke onderneming beschikt over eigen interne auditcapaciteit.

    Artikel 4 ter

    Kwijting

    De kwijting voor de uitvoering van de begroting voor het jaar n van de gemeenschappelijke onderneming wordt op aanbeveling van de Raad vóór 15 mei van jaar n+2 door het Europees Parlement verleend. De Raad van bestuur zal in de financiële regels van de gemeenschappelijke onderneming zorgen voor de procedure die moet worden gevolgd wanneer kwijting wordt verleend waarbij rekening wordt gehouden met de specifieke kenmerken die voortvloeien uit de aard van de gemeenschappelijke onderneming als publiek-private partnerschap en met name van de bijdrage van de privésector aan de begroting."

    (6) Artikel 5, lid 4, wordt vervangen door:

    "4. Het standpunt van de Gemeenschap in de Raad van bestuur ten aanzien van besluiten inzake de toetreding van nieuwe leden en significante wijzigingen van het ATM-masterplan wordt vastgesteld volgens de procedure bedoeld in artikel 6, lid 3."

    (7) de bijlage wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij de onderhavige verordening.

    Artikel 2

    Overgangsbepalingen

    (1) Overgangsbepalingen met betrekking tot het personeel:

    (a) In afwijking van artikel 1, lid 2, van deze verordening zullen alle door de gemeenschappelijke onderneming SESAR gesloten arbeidscontracten die van kracht zijn op de datum van inwerkingtreding van deze verordening worden nagekomen tot de datum waarop deze contracten verstrijken zonder eventuele mogelijke verlenging.

    (b) Alle personeelsleden die als tijdelijk functionaris in dienst zijn genomen op basis van een onder a) bedoelde arbeidsovereenkomst krijgen de mogelijkheid een contract te sluiten overeenkomstig artikel 2 bis van de in Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68[23] vastgelegde regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Gemeenschappen, in de rangen die worden vermeld in de personeelsformatie.

    Hiertoe zal een intern selectieproces worden toegepast op alle personeelsleden, met uitzondering van de uitvoerend directeur, die op de datum van inwerkingtreding van deze verordening een contract hebben met de gemeenschappelijke onderneming SESAR. De interne selectie zal worden uitgevoerd uiterlijk [6] maanden na de inwerkingtreding van deze verordening door de autoriteit die bevoegd is contracten ts sluiten om de bekwaamheid, doelmatigheid en integreiteit van de kandidaten te beoordelen.

    Naargelang de aard en het niveau van de functies wordt geslaagde kandidaten een overeenkomst als tijdelijk functionaris aangeboden voor een periode die ten minste overeenstemt met de resterende duur van de overeenkomst die was afgesloten vóór de datum waarop deze verordening in werking treedt.

    (c) Indien een contract van onbepaalde duur was gesloten door de gemeenschappelijke onerneming SESAR voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening en het personeelslid overeenkomstig de voorwaarden van punt b) van dit artikel een overeenkomst als tijdelijk functionaris heeft aanvaard, kan de overeenkomst voor onbepaalde tijd worden verlengd, conform artikel 8, lid 1, van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen.

    (d) De Belgische wetgeving die van toepassing is op arbeidscontracten en andere relevante instrumenten zal van toepassing zijn op personeel dat niet is aangeworven in overeenstemming met punt b) van dit artikel.

    (2) Overgangsbepalingen met betrekking tot het mandaat van de uitvoerend directeur:

    Het mandaat van uitvoerend directeur dat van toepassing was op de datum van inwerkingtreding van deze verordening geldt niet meer op de dag waarop de gemeenschappelijke onderneming SESAR ophoudt te bestaan zoals uiteengezet in artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) nr. 219/2007. Wanneer de looptijd van de gemeenschappelijke onderneming SESAR wordt verlengd zal een nieuwe procedure voor de benoeming van de uitvoerend directeur in overeenstemming met artikel 7, lid 2, van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 219/2007 worden gestart. Indien de uitvoerend directeur tijdens zijn mandaat moet worden vervangen, zal zijn opvolger worden benoemd overeenkomstig artikel 7, lid 2, van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 219/2007.

    Artikel 3

    Inwerkingtreding

    Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie .

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel,

    Voor de Raad

    De voorzitter

    BIJLAGE

    (1) In artikel 5, lid 1, onder h), worden de woorden “financieel reglement” vervangen door “financiële regels”.

    (2) Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

    (a) Aan lid 1 wordt de volgende zin toegevoegd:

    "De uitvoerend directeur oefent met betrekking tot het personeel de in artikel 2 bis, lid 2, van deze verordening vermelde bevoegdheden uit."

    (b) lid 2 wordt vervangen door:

    "2. De uitvoerend directeur wordt door de raad van bestuur benoemd op basis van een door de Commissie voorgestelde lijst van ten minste drie kandidaten die is opgesteld na een in het Publicatieblad van de Europese Unie en in andere tijdschriften of op internetsites gepubliceerde oproep tot het indienen van blijken van belangstelling. De uitvoerend directeur wordt benoemd voor een periode van drie jaar. Na een evaluatie door de raad van bestuur van de prestaties van de uitvoerend directeur tijdens deze periode, kan zijn ambtstermijn worden verlengd met een verdere periode van niet meer dan vier jaar, die in elk geval niet de looptijd mag overschrijden van de gemeenschappelijke onderneming zoals uiteengezet in artikel 1, lid 2, van deze verordening."

    (c) Lid 5 wordt als volgt gewijzigd:

    (i) het bepaalde onder a) wordt vervangen door:

    "(a) het tewerkstellen, leiden en controleren van het personeel van de gemeenschappelijke onderneming met inbegrip van al het in artikel 8, bedoelde personeel;"

    (ii) de woorden “financieel reglement" bij punt e) worden vervangen door “financiële regels”.

    (3) Het volgende artikel 7 bis wordt ingevoegd:

    "Artikel 7 bis

    Interne controletaak

    De taken die uit hoofde van artikel 185, lid 3, van het Financieel Reglement opgedragen zijn aan de interne controleur van de Commissie worden onder verantwoordelijkheid van de raad van bestuur uitgevoerd, die hiervoor een passende regeling treft en daarbij rekening houdt met de omvang en de werkingssfeer van de gemeenschappelijke onderneming ."

    (4) Artikel 8 wordt vervangen door:

    "Artikel 8

    Detachering van personeel van de gemeenschappelijke onderneming

    De leden van de gemeenschappelijke onderneming kunnen de uitvoerend directeur voorstellen leden van zijn personeel bij de gemeenschappelijke onderneming te detacheren volgens de voorwaarden van de relevante in artikel 1, lid 3, van deze statuten bedoelde overeenkomst. Het bij de gemeenschappelijke onderneming gedetacheerd personeel moet volledig onafhankelijk te werk gaan en onder toezicht van de uitvoerend directeur."

    (5) Artikel 14 wordt geschrapt.

    (6) Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

    (a) lid 2 wordt vervangen door:

    "2. Elk jaar legt de directeur de door de raad van bestuur goedgekeurde kostenramingen voor het SESAR-project voor aan de leden. De raad van bestuur zal in de financiële regels van de gemeenschappelijke onderneming een procedure voorzien die moet worden gevolgd bij het indienen van de kostenramingen. "

    (b) punt 4 wordt vervangen door:

    "4. Op basis van de goedgekeurde kostenramingen voor het SESAR-project en rekening houdend met de door de leden gemaakte opmerkingen stelt de uitvoerend directeur de ontwerpbegroting voor het volgende jaar op en legt hij deze ter goedkeuring voor aan de raad van bestuur. De raad van bestuur zal in de financiële regels van de gemeenschappelijke onderneming een procedure opnemen die moet worden gevolgd bij het indienen van de ontwerpbegroting."

    (7) Het volgende artikel 17, lid 3, wordt toegevoegd:

    "3. Alle door de gemeenschappelijke onderneming aangenomen besluiten en gesloten contracten dienen expliciet te bepalen dat OLAF en de Rekenkamer ter plaatse, inclusief in de kantoren van de eindbegunstigden, inspecties mogen houden van de documenten van alle contractanten en subcontractanten die communautaire middelen hebben ontvangen."

    (8) Artikel 21 wordt vervangen door:

    "Artikel 21

    Verzekeringen

    De uitvoerend directeur dient bij de Raad van bestuur een voorstel in voor alle benodigde verzekeringen en de gemeenschappelijke onderneming sluit de verzekeringen af die de Raad van bestuur hem vraagt af te sluiten."

    (9) Artikel 24, lid 2, wordt vervangen door:

    "2. Indien de raad van bestuur de in lid 1 vermelde voorstellen met een meerderheid van 75% van de stemmen en overeenkomstig artikel 4, lid 5, van de statuten aanvaardt, zullen deze voorstellen als ontwerp-wijzigingen worden ingediend bij de Commissie die die, eventueel, overeenkomstig de in artikel 3, lid 2, van deze verordening uiteengezette procedure goedkeurt."

    FINANCIEEL MEMORANDUM

    1. BENAMING VAN HET VOORSTEL :

    Voorstel voor een Verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 219/2007 betreffende de oprichting van een gemeenschappelijke onderneming voor de realisering van het Europese nieuwe generatie luchtverkeersbeveiligingssysteem (SESAR).

    Dit financieel memorandum is een bijwerking van het financieel memorandum dat werd ingediend bij het voorstel van de Commissie COM(2005) 602 definitief van 25.11.2005.

    2. ABM/ABB-KADER

    Betrokken beleidsterrein(en) en bijbehorende activiteit(en):

    Beleidsterrein: Titel 06 — Energie en vervoer

    Activiteiten:

    Onder hoofdstuk 06 03 — Trans-Europese netwerken;

    Hoofdstuk 06 06 — Onderzoek in verband met energie en vervoer

    3. BEGROTINGSONDERDELEN

    3.1. Begrotingsonderdelen (beleidsuitgaven en bijbehorende uitgaven voor technische en administratieve bijstand (vroegere BA-onderdelen)) inclusief omschrijving:

    06.0305 – gemeenschappelijke onderneming SESAR.

    06.060203 – gemeenschappelijke onderneming SESAR

    3.2. Duur van de actie en van de financiële gevolgen: 2007-2013

    3.3. Begrotingskenmerken:

    Begrotingsonderdeel | Soort uitgave | Nieuw | Bijdrage EVA | Bijdragen kandidaat-lidstaten | Rubriek financiële vooruitzichten |

    06.0305 | Niet-verplicht | Gespl. kred. | JA | JA | NEE | Nr. |

    06.060203 | Niet-verplicht | Gespl. kred. | JA | JA | NEE | Nr. |

    4. OVERZICHT VAN DE MIDDELEN

    4.1. Financiële middelen

    4.1.1. Overzicht van de vastleggingskredieten (VK) en betalingskredieten (BK)

    in miljoen euro (tot op 3 decimalen)

    Soort uitgave | Punt nr. | Jaar 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 en later | Totaal |

    Operationele uitgaven[24] |

    Vastleggingskredieten (VK) 06.0305 06.060203 | 8.1. | a | 50,000 10,000 | 150,000 50,000 | 0 51,500 | 0 60,000 | 50,000 60,000 | 100,000 118,500 | 350,000 350,000 |

    Betalingskredieten (BK) 06.0305 06.060203 | b | 0,000 10,000 | 25,000 50,000 | 50,000 23,000 | 50,000 80,000 | 50,000 60,000 | 175,000 125,000 | 350,000 350,000 |

    Administratieve uitgaven binnen het referentiebedrag |

    Technische & administratieve bijstand (NGK) | 8.2.4. | c | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |

    Vastleggingskredieten | a+c | 60,000 | 200,000 | 51,500 | 60,000 | 110,000 | 218,500 | 700,000 |

    Betalingskredieten | b+c | 10,000 | 75,000 | 73,000 | 130,000 | 110,000 | 300,000 | 700,000 |

    Administratieve uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen |

    Personeelsuitgaven en aanverwante uitgaven (NGK) | 8.2.5. | d | 0,305 | 0,422 | 0,422 | 0,422 | 0,422 | 0,844 | 2,837 |

    Andere niet in het referentiebedrag begrepen administratieve uitgaven (NGK) | 8.2.6. | e | 0,017 | 0,005 | 0,005 | 0,205 | 0,005 | 0,610 | 0,847 |

    Totale indicatieve kosten van de maatregel |

    TOTAAL VK inclusief personeelsuitgaven | a+c+d+e | 60,322 | 200,427 | 51,927 | 60,627 | 110,427 | 219,954 | 703,684 |

    TOTAAL BK inclusief personeelsuitgaven | b+c+d+e | 10,322 | 75,427 | 73,427 | 130,627 | 110,427 | 301,454 | 703,684 |

    Medefinanciering

    Indien het voorstel door lidstaten of uit andere bronnen (geef aan welke) wordt medegefinancierd, geef dan een raming daarvan in de onderstaande tabel (voeg extra rijen toe indien de medefinanciering uit meer dan een bron afkomstig is):

    in miljoen euro (tot op 3 decimalen)

    Medefinancieringsbron | Jaar 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 e.v. | Totaal |

    EUROCONTROL Andere leden van de GOS | f | 0 0 | 12,000 2,000 | 80,000 80,000 | 100,000 100,000 | 120,000 80,000 | 388,000 438,000 | 700,000 700,000 |

    TOTAAL VK met inbegrip van medefinanciering | a+c+d+e+f | 60,222 | 214,427 | 211,927 | 260,627 | 310,427 | 1.045,954 | 2.103,584 |

    4.1.2. Verenigbaarheid met de financiële programmering

    X Het voorstel is verenigbaar met de bestaande financiële programmering.

    ( Het voorstel vergt herprogrammering van de betrokken rubriek van de financiële vooruitzichten.

    ( Het voorstel vergt wellicht toepassing van de bepalingen van het Interinstitutioneel Akkoord[25] (flexibiliteitsinstrument of herziening van de financiële vooruitzichten).

    4.1.3. Financiële gevolgen voor de ontvangsten

    X Het voorstel heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten

    ( Het voorstel heeft de volgende financiële gevolgen voor de ontvangsten:

    in miljoen euro (tot op een decimaal)

    Vóór de actie [Jaar n-1] | Situatie na de actie |

    Totale personele middelen in VTE | 3 | 4 | 4 | 4 | 4 | 8 |

    5. KENMERKEN EN DOELSTELLINGEN

    5.1. Behoefte waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien

    De opzet van GOS als een publiek-private partnerschap naar het voorbeeld van de gezamenlijke technologie-initiatieven CLEAN SKY[27], ENIAC[28], IMI[29] en ARTEMIS[30], op grond van artikel 171 van het Verdrag.

    5.2. Meerwaarde van het communautaire optreden, samenhang van het voorstel met andere financiële instrumenten en mogelijke synergie

    Bij dit punt zijn er geen wijzigingen ten opzichte van het oorspronkelijk financieel memorandum bij COM(2005) 602 definitief van 25.11.2005.

    5.3. Doelstellingen, verwachte resultaten en bijbehorende indicatoren van het voorstel in de context van het ABM

    Het SESAR-initiatief beoogt een nieuwe generatie geharmoniseerd luchtverkeersbeveiligingssysteem in Europa te ontwikkelen dat noodzakelijk is om de groei van het luchtverkeer in Europa de komende 20 jaar op een economische en milieuverantwoorde manier te ondersteunen. De operationele doelconcepten en het hieraan verbonden onderzoeksprogramma voor het nieuwe systeem zijn ontwikkeld in de definitiefase van SESAR en zullen worden opgenomen in het Europese ATM Masterplan . Dit Masterplan definieert het scenario voor de ontwikkeling en uitvoering van nieuwe technologieën, functies of organisaties die in alle regio's van Europa nodig zijn. Het is in feite het Europese ATM modernisertingsplan.

    [pic]

    De nieuwe apparatuur, systemen en normen zullen ontwikkeld en gevalideerd worden in de ontwikkelingsfase van SESAR. Om het ATM-onderzoek zodanig te rationaliseren en organiseren dat fragmentering en overlapping bij de operationele en industriële tenuitvoerlegging worden vermeden, zal al het ATM-onderzoek binnen het 7e kaderprogramma worden ondernomen binnen het SESAR-initiatief en door de gemeenschappelijke onderneming SESAR worden beheerd. De GOS zal ook het SESAR-programma coördineren met andere onderzoeksactiviteiten op het gebied van de luchtvaart om de consistentie van het systeem te kunnen waarborgen voor het volledige luchtverkeersysteem.

    De GOS zal worden uitgerust met een slanke structuur en vermoedelijk 28 personeelsleden in dienst hebben:

    [pic]

    De activiteiten van de GOS zullen georganiseerd worden rond de volgende thema's:

    - Ontwikkeling van nieuwe instrumenten en –systemen voor luchtverkeersbeveiliging die de automatisering van het luchtverkeersbeviligingssysteem zal verbeteren zodat het personeel zich kan concentreren op taken met een hogere toegevoegde waarde.

    - Ontwikkeling van nieuwe technologieën voor luchtverkeersbeveiliging ter ondersteuning van de ontwikkeling van de luchtverkeersbeveiliging, met inbegrup van meer vliegtuigautonomie.

    - Integratie- en valideringsprojecten. De nieuwe technologieën en concepten zullen worden beoordeeld in een realistische omgeving die gesimuleerd of getoetst kan worden in een pre-operationele context.

    Wijze van uitvoering (indicatief)

    X Gecentraliseerd beheer

    ( rechtstreeks door de Commissie

    X gedelegeerd aan:

    ( uitvoerende agentschappen

    X door de Gemeenschappen opgerichte organen als bedoeld in artikel 185 van het Financieel Reglement

    ( nationale publiekrechtelijke organen of organen met een openbaredienstverleningstaak

    ( Gedeeld of gedecentraliseerd beheer

    ( met lidstaten

    ( met derde landen

    ( Gezamenlijk beheer met internationale organisaties (geef aan welke)

    Opmerkingen:

    6. TOEZICHT EN EVALUATIE

    6.1. Toezicht

    Bij dit punt zijn geen veranderingen ten opzichte van het oorspronkelijke financieel memorandum bij COM(2005) 602 definitief van 25.11.2005.

    6.2. Evaluatie

    6.2.1. Evaluatie vooraf

    Bij dit punt zijn geen veranderingen ten opzichte van het oorspronkelijk financieel memorandum bij COM(2005) 602 definitief van 25.11.2005.

    6.2.2. Naar aanleiding van een tussentijdse evaluatie of evaluatie achteraf genomen maatregelen (ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan)

    Bij dit punt zijn geen veranderingen ten opzichte van het oorspronkelijk financieel memorandum bij COM(2005) 602 definitief van 25.11.2005.

    6.2.3. Vorm en frequentie van toekomstige evaluaties

    Bij dit punt zijn geen veranderingen ten opzichte van het oorpsronkelijk financiee lmemorandum bij COM(2005) 602 definitief van 25.11.2005.

    7. Fraudebestrijdingsmaatregelen

    Bij dit punt zijn geen veranderingen ten opzichte van het oorspronkelijk financieel memorandum bij COM(2005) 602 definitief van 25.11.2005.

    8. MIDDELEN

    8.1. Financiële kosten van de doelstellingen van het voorstel

    Vastleggingskredieten, in miljoen euro (tot op 3 decimalen)

    Jaar 2007 | Jaar 2008 | Jaar 2009 | Jaar 2010 | Jaar 2011 | Jaar 2012-2013 |

    Ambtenaren of tijdelijk personeel[32] (06 01 01) | A*/AD | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 2 |

    B*, C*/AST | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 4 |

    Uit artikel 06 01 02 gefinancierd personeel[33] | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 2 |

    Uit art. 06 01 04/05 gefinancierd ander personeel[34] | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |

    TOTAAL | 3 | 4 | 4 | 4 | 4 | 8 |

    8.2.2. Beschrijving van de taken die uit de actie voortvloeien

    - Opzet van GOS

    - Deelneming aan de leiding van de GOS

    - Contacten met de verschillende politieke, economische, technische en sociale actoren

    - Beheer van de communautaire bijdragen aan de GOS

    - Activiteiten op het gebied van communicatie met betrekking tot SESAR

    8.2.3. Herkomst van het (statutaire) personeel

    X Posten die momenteel zijn toegewezen aan het beheer van het te vervangen of te verlengen programma

    ( Posten die al zijn toegewezen in het kader van de JBS/VOB-procedure voor jaar n

    ( Posten waarom in het kader van de volgende JBS/VOB-procedure zal worden gevraagd

    ( Bestaande posten binnen de beherende dienst die worden heringedeeld (interne herindeling)

    ( Posten die voor jaar n nodig zijn maar die in het kader van de JBS/VOB-procedure voor dat jaar nog niet zijn toegewezen

    8.2.4. Andere administratieve uitgaven binnen het referentiebedrag (XX 01 04/05 – Uitgaven voor administratief beheer )

    in miljoen euro (tot op 3 decimalen)

    Begrotingsonderdeel (nummer en omschrijving) | Jaar n | Jaar n+1 | Jaar n+2 | Jaar n+3 | Jaar n+4 | Jaar n+5 e.v. | TOTAAL |

    Andere technische en administratieve bijstand |

    - intern |

    - extern |

    Totaal Technische en administratieve bijstand |

    8.2.5. Personeelsuitgaven en aanverwante uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen

    in miljoen euro (tot op 3 decimalen)

    Soort personeel | Jaar 2007 | Jaar 2008 | Jaar 2009 | Jaar 2010 | Jaar 2011 | Jaar 2012 en daarna |

    Ambtenaren en tijdelijk personeel (06 01 01) | 0,234 | 0,351 | 0,351 | 0,351 | 0,351 | 0,702 |

    Uit art. 06 01 02 gefinancierd personeel (hulpfunctionarissen, gedetacheerde nationale deskundigen, personeel op contractbasis, enz.) 06 01 02 01 03 | 0,071 | 0,071 | 0,071 | 0,071 | 0,071 | 0,142 |

    Totaal Personeelsuitgaven en aanverwante uitgaven die NIET in het referentiebedrag zijn begrepen | 0,305 | 0,422 | 0,422 | 0,422 | 0,422 | 0,844 |

    Berekening – Ambtenaren en tijdelijke functionarissen |

    1 employee x 117.000 EUR/jaar |

    Berekening – Uit artikel 06 01 02 gefinancierd personeel |

    1 Gedetacheerde nationale deskundige 70.768 EUR/jaar |

    8.2.6. Andere administratieve uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen in miljoen euro (tot op 3 decimalen) |

    Jaar 2007 | Jaar 2008 | Jaar 2009 | Jaar 2010 | Jaar 2011 | Jaar 2012 e.v. | TOTAAL |

    06 01 02 11 01 – Dienstreizen (*) | 0,003 | 0,003 | 0,003 | 0,003 | 0,003 | 0,006 | 0,021 |

    06 01 02 11 02 – Conferenties en vergaderingen (**) | pm | pm | pm | pm | pm | pm |

    06 01 02 11 03 – Comités[36] |

    06 01 02 11 04 – Studies en adviezen |

    06 01 02 11 05 - Informatiesystemen |

    2 Totaal Andere beheersuitgaven (06 01 02 11) | 0,003 | 0,003 | 0,003 | 0,003 | 0,003 | 0,006 | 0,021 |

    3 Andere uitgaven van administratieve aard (vermeld welke en verwijs naar het begrotingsonderdeel) 06.010404 (***) Dienstreizen 06.010503 (****) | 0,014 | 0,002 | 0,002 | 0,200 0,002 | 0,002 | 0,600 0,004 | 0,800 0,026 |

    Totaal Andere administratieve uitgaven die NIET in het referentiebedrag zijn begrepen | 0,017 | 0,005 | 0,005 | 0,205 | 0,005 | 0,610 | 0,847 |

    Berekening - Andere administratieve uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen (*) Uitgaven voor dienstreizen voor DG TREN-personeel dat aan het project is toegewezen: deelneming aan conferenties en vergaderingen die verband houden met SESAR en de GOS. (**) Organisatie van conferenties, studiebijeenkomsten en vergaderingen om SESAR, de GOS en het Europese ATM Master plan te presenteren en te steunen. (***) Kosten die verband houden met de twee tussentijdse en de eindevaluatie die zijn vastgesteld in artikel 7 van Ver. 219/2007. (****) Uitgaven voor dienstreizen van gedetacheerde nationale deskundigen die aan het project zijn toegewezen (Onderzoeksbegroting). |

    De behoeften op het administratieve en personele vlak worden gefinancierd uit de toewijzing voor het beheer die het directoraat-generaal in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure ontvangt.

    [1] Verordening (EG) nr. 876/2002 van de Raad van 21.5.2002, PB L 138 van 28.5.2002, blz. 1.

    [2] Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de oprichting van een gemeenschappelijke onderneming voor de realisering van het Europese nieuwe generatie luchtverkeersbeveiligingssysteem (SESAR), COM(2005) 602 definitief van 25.11.2005.

    [3] Verordening (EG) nr. 71/2008 van de Raad van 20.12.2007, PB L 30 van 4.2.2008, blz. 1.

    [4] Verordening (EG) nr. 72/2008 van de Raad van 20.12.2007, PB L 30 van 4.2.2008, blz. 21.

    [5] Verordening (EG) nr. 73/2008 van de Raad van 20.12.2007, PB L 30 van 4.2.2008, blz. 38.

    [6] Verordening (EG) nr. 74/2008 van de Raad van 20.12.2007, PB L 30 van 4.2.2008, blz. 52.

    [7] SEC(2007) 729 van 23.5.2007.

    [8] Werkdocument van de diensten van de Commissie "on the financial and staff implications of the Proposal for a Council Decision on Europol", SEC(2007) 729 van 23.5.2007.

    [9] Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1-48).

    [10] PB C, , blz. .

    [11] PB C, , blz. .

    [12] PB C , , blz. .

    [13] PB L 30 van 4.2.2008, blz. 1.

    [14] PB L 30 van 4.2.2008, blz. 21.

    [15] PB L 30 van 4.2.2008, blz. 38.

    [16] PB L 30 van 4.2.2008, blz. 52.

    [17] PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1525/2007 van de Raad (PB L 343 van 27.12.2007, blz. 9).

    [18] PB L 56 van 4.3.1968, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 337/2007 (PB L 90 van 30.3.2007, blz. 1).

    [19] PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86. Verordening gerectificeerd in PB L 54 van 22.2.2007, blz. 30.

    [20] Besluit C(2007) 3512 van de Commissie van 23.7.2007.

    [21] PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 1995/2006 (PB L 390 van 30.12.2006, blz. 1).

    [22] PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72; corrigendum in PB L 2 van 7.1.2003, blz. 39.

    [23] PB L 56 van 4.3.1968, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 1558/2007 (PB L 340 van 22.12.2007, blz. 1).

    [24] Uitgaven die niet onder hoofdstuk 06 01 van de betrokken titel 06 vallen.

    [25] Zie punten 19 en 24 van het interinstitutioneel akkoord.

    [26] Voeg zo nodig extra kolommen toe (wanneer de duur van de actie langer is dan 6 jaar).

    [27] Verordening (EG) nr. 71/2007 van de Raad van 20.12.2007, PB L 30 van 4.2.2008, blz. 1.

    [28] Verordening (EG) nr. 72/2008 van de Raad van 20.12.2007, PB L 30 van 4.2.2008, blz. 21.

    [29] Verordening (EG) nr. 73/2008 van de Raad van 20.12.2007, PB L 30 van 4.2.2008, blz. 38.

    [30] Verordening (EG) nr. 74/2008 van de Raad van 20.12.2007, PB L 30 van 4.2.2008, blz. 52.

    [31] Zoals beschreven in punt 5.3.

    [32] Waarvan de kosten NIET door het referentiebedrag worden gedekt.

    [33] Waarvan de kosten NIET door het referentiebedrag worden gedekt.

    [34] Waarvan de kosten door het referentiebedrag worden gedekt.

    [35] Verwijs naar het specifieke financieel memorandum voor de betrokken uitvoerende agentschappen.

    [36] Vermeld het soort comité en de groep waartoe dit behoort.

    Top