Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52008PC0311

    Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het in de handel brengen van bouwproducten {SEC(2008) 1900} {SEC(2008) 1901}

    /* COM/2008/0311 def. - COD 2008/0098 */

    52008PC0311

    Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het in de handel brengen van bouwproducten {SEC(2008) 1900} {SEC(2008) 1901} /* COM/2008/0311 def. - COD 2008/0098 */


    NL

    Brussel, 23.5.2008

    COM(2008) 311 definitief

    2008/0098 (COD)

    Voorstel voor een

    VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

    TOT VASTSTELLING VAN GEHARMONISEERDE VOORWAARDEN VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN VAN BOUWPRODUCTEN

    (door de Commissie ingediend)

    {SEC(2008) 1900}

    {SEC(2008) 1901}

    TOELICHTING

    Na een brede raadpleging van belanghebbenden en een effectbeoordeling stelt de Commissie in het kader van haar programma voor betere regelgeving en vereenvoudiging voor Richtlijn 89/106/EEG van de Raad te vervangen door een verordening om de doelstellingen van de Gemeenschapswetgeving beter te definiëren en er de toepassing van te vergemakkelijken door middel van enkele vereenvoudigde mechanismen die speciaal bedoeld zijn om de administratieve lasten voor het bedrijfsleven en met name voor kleine en middelgrote ondernemingen te verlichten.

    1. Achtergrond van het voorstel

    1.1. Motivering en doel van het voorstel

    Het doel van de Bouwproductenrichtlijn (89/106/EEG) [1] is het vrije verkeer en het gebruik van bouwproducten binnen de interne markt te waarborgen.

    In oktober 2005 heeft de Commissie een driejarenprogramma voor vereenvoudiging gelanceerd als onderdeel van haar strategie voor betere regelgeving en vereenvoudiging [2].. Het doel ervan is wetgeving minder belastend, gemakkelijker toepasbaar en dus efficiënter te maken en tegelijkertijd de beleidsdoelstellingen van de EU te handhaven. Dat houdt in dat wordt nagegaan of de aanvankelijk gekozen aanpak de meest doeltreffende is om de doelstellingen van de wetgeving te verwezenlijken. De vereenvoudiging van de bouwproductenrichtlijn is een van de initiatieven in het kader van deze strategie en is erop gericht de administratieve lasten van die richtlijn met name voor kleine en middelgrote ondernemingen te verduidelijken en te beperken door meer flexibiliteit bij de formulering en het gebruik van technische specificaties, eenvoudiger certificeringsvoorschriften en verwijdering van de obstakels die de totstandbrenging van een volledige interne markt voor bouwproducten tot dusver hebben belemmerd [3].

    Bouwproducten zijn tussenproducten die bestemd zijn om in bouwwerken te worden verwerkt. Concepten zoals veiligheid en algemeen belang zijn dus alleen van toepassing op bouwproducten in de mate waarin deze ertoe bijdragen te voldoen aan de eisen van de werken waarin ze moeten worden verwerkt.

    De nieuwe aanpak is niet de geschikte wetgevingstechniek om het doel te verwezenlijken, namelijk het vrije verkeer en het gebruik van bouwproducten te waarborgen. In de voorgestelde verordening wordt echter het nieuwe wettelijke kader, zoals gedefinieerd in het pakket over de interne markt voor goederen [4], gevolgd op gebieden zoals de criteria voor de aanmelding van instanties die taken van derden verrichten bij de attestering van aangegeven prestaties, of de bepalingen voor het markttoezicht.

    In dit verband is de betekenis van de in dit voorstel gedefinieerde CE-markering specifiek voor bouwproducten: zij attesteert dat de informatie die het product vergezelt, is verkregen in overeenstemming met de voorgestelde verordening en derhalve als nauwkeurig en betrouwbaar moet worden beschouwd.

    Andere specificiteiten voor bouwproducten, waarvoor van het nieuwe wettelijke kader moet worden afgeweken, zijn onder meer de systemen voor attestering van aangegeven prestaties; de in het nieuwe wettelijke kader voorgestelde modules konden niet worden toegepast zonder substantiële aanpassing voor deze sector. In de thans krachtens de Bouwproductenrichtlijn geldende systemen moesten echter kleine wijzigingen worden aangebracht.

    Al bij al is de verordening niet bedoeld om de veiligheid van de producten te definiëren, maar om ervoor te zorgen dat betrouwbare informatie wordt verstrekt over hun prestaties. Dit is mogelijk door middel van een gemeenschappelijke technische taal die moet worden gebruikt door fabrikanten bij de marktintroductie van producten en door overheidsinstanties bij de formulering van de technische eisen van werken die van directe of indirecte invloed zijn op de daarbij te gebruiken producten. Deze gemeenschappelijke technische taal wordt toegelicht in de geharmoniseerde technische specificaties (geharmoniseerde Europese normen en Europese beoordelingsdocumenten) die in het kader van deze verordening zijn ontwikkeld.

    Volgens het voorstel zullen de fundamentele eisen voor werken de nationale en Europese regelgevingsvoorschriften voor bouwwerken omvatten. De gemeenschappelijke technische taal van de geharmoniseerde specificaties moet de nodige instrumenten verschaffen om de vereiste kenmerken van de bouwproducten te beschrijven en te beoordelen; zij moet de nationale autoriteiten derhalve in staat stellen om alle nodige controles van de producten in kwestie uit te voeren en de bouwbedrijven om ze op de meest geschikte en efficiënte manier te gebruiken. Wanneer de prestaties van producten door autoriteiten van lidstaten worden beschreven of door fabrikanten worden meegedeeld, moet dit door middel van deze gemeenschappelijke technische taal gebeuren.

    1.2. Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU

    Het algemene beleidsdoel en de specifiekere of operationele doelstellingen die met de herziening van de bouwproductenrichtlijn worden nagestreefd, zijn niet alleen volledig in overeenstemming met talrijke fundamentele communautaire beleidslijnen, zoals de Lissabonstrategie en de beleidsmaatregelen voor betere en eenvoudiger regelgeving, maar zijn er zelfs een rechtstreeks en noodzakelijk gevolg van.

    Vooral de strategieën voor duurzame ontwikkeling moeten in aanmerking worden genomen door de toepassing van de fundamentele eisen voor werken, die de grondslag blijven vormen voor de formulering van technische specificaties voor bouwproducten.

    De voor de goede werking van de interne markt vereiste gemeenschappelijke technische taal kan daarom worden gebruikt als een krachtig instrument ten dienste van het milieubeleid van de Unie en de lidstaten op dit gebied.

    2. Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling

    2.1. Wijze van raadpleging en algemeen profiel van de respondenten

    Van 17 maart tot 15 juni 2006 werd via internet een open raadpleging gehouden. In totaal werden 319 antwoorden ontvangen, wat als een goede respons wordt beschouwd. Alle relevante actoren die met de bouwproductenrichtlijn te maken hebben, inclusief de industrie, overheidsdiensten en andere belanghebbenden, waren in de antwoorden op de enquête individueel of als groep vertegenwoordigd. De vertegenwoordiging van de industrie in de antwoorden kan als goed worden aangemerkt: 94 brancheverenigingen op zowel Europees als nationaal niveau en 102 individuele fabrikanten hebben de vragenlijst beantwoord.

    - Een beknopt verslag van de ontvangen antwoorden is beschikbaar op:

    http://ec.europa.eu/enterprise/construction/cpdrevision/consultation_results_en.pdf http://ec.europa.eu/enterprise/construction/cpdrevision/consultation_statistics_en.pdf

    - De belangrijkste bevindingen zijn:

    · bijna alle antwoorden bevestigen de noodzaak van een geharmoniseerd wettelijk kader. Wederzijdse erkenning wordt over het algemeen ontoereikend geacht om tot een vrij verkeer te komen;

    · ook wordt een absolute noodzaak tot verduidelijking bevestigd met betrekking tot de fundamentele elementen van de bouwproductenrichtlijn: de algemene aanpak (een op prestaties gebaseerde tegenover een prescriptieve benadering), de betekenis en de status (verplicht of niet) van de CE-markering, de aanvaarding van de CE-markering door de nationale autoriteiten en de gebruikers van bouwproducten als een betrouwbare markering, alsook de rol van normen en Europese technische goedkeuringen;

    · de bouwproductenrichtlijn biedt duidelijk mogelijkheden tot vereenvoudiging. De systemen van conformiteitsverklaring moeten worden vereenvoudigd en in aantal beperkt. De Europese technische goedkeuring als traject voor CE-markering wordt als noodzakelijk beschouwd, maar de administratieve procedures voor het verlenen van de goedkeuring moeten worden gestroomlijnd en de richtsnoeren voor Europese technische goedkeuringen moeten verdwijnen. De optie “geen prestatie bepaald” moet worden gehandhaafd, maar moet wel beter worden gedefinieerd om de toepassing van de bouwproductenrichtlijn te vereenvoudigen en bedrijven onnodige kosten te besparen;

    · er heerst terecht bezorgdheid over de potentiële specifieke effecten van de bouwproductenrichtlijn op kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s). Bijzondere nadruk wordt gelegd op de noodzaak van een passende behandeling, vooral voor niet in serie gemaakte producten. Wijzigingen van de bouwproductenrichtlijn mogen de bedrijfsactiviteit van kmo’s trouwens niet onnodig belasten;

    · ten slotte wordt unaniem gevraagd de geloofwaardigheid van het hele systeem te versterken, met name door strengere criteria voor de aanwijzing en aanmelding van instanties en door betere coördinatie van het markttoezicht.

    2.2. Effectbeoordeling van beleidsopties

    In het kader van het beleid voor betere regelgeving heeft de Commissie een effectbeoordeling van beleidsopties uitgevoerd, waarbij drie mogelijkheden zijn onderzocht: Optie 1 – Geen actie van de EU: geen verandering; Optie 2 – Geen wetgeving; Optie 3 – Herziening van de bouwproductenrichtlijn.

    Optie 1 – Geen actie van de EU: geen verandering

    De basisoptie is dat de bouwproductenrichtlijn in haar huidige vorm van kracht blijft. De eisen ervan worden niet verduidelijkt of vereenvoudigd en er worden alleen maar wijzigingen aangebracht die verband houden met de natuurlijke evolutie van de wetgeving in haar huidige vorm en met andere op dit gebied van toepassing zijnde wetgeving dan de bouwproductenrichtlijn.

    Enkele van de bestaande verschillen in de nationale eisen en in de test- en certificatiesystemen zouden evenwel gedeeltelijk kunnen worden weggewerkt via de reeds toegepaste methoden van administratieve samenwerking tussen nationale autoriteiten.

    Uit een grondige analyse van deze optie blijkt niettemin dat veel van de huidige problemen, zoals de onduidelijke betekenis van de CE-markering, de verschillende benaderingen van de CE-markering (verplicht, niet verplicht), de complexiteit van het systeem, de onvoldoende aanvaarding van de CE-markering en de sterke toename van het aantal nationale merken, zullen blijven bestaan. Dit wordt bevestigd door de recentste gegevens over klachten en inbreuken op gebieden die al onder geharmoniseerde technische specificaties vallen. Bijgevolg zou de bouwproductenrichtlijn haar doelstelling, namelijk het vrije verkeer en gebruik van bouwproducten binnen de interne markt, nog altijd niet verwezenlijken.

    Optie 2 – Geen wetgeving

    Deze optie zou inhouden dat de bouwproductenrichtlijn wordt ingetrokken zonder dat er iets voor in de plaats komt en dat wordt teruggegrepen op wederzijdse erkenning, rekening houdend met het nieuwe wettelijke kader.

    In de praktijk zou de interne markt uitsluitend steunen op het beginsel dat een product dat in één lidstaat rechtmatig in de handel is gebracht, in gelijk welke andere lidstaat in de handel kan worden gebracht, ook al voldoet het niet helemaal aan de technische voorschriften van het land van bestemming, zolang een lidstaat geen geldige redenen heeft om het product op zijn eigen markt te verbieden.

    Volgens COM(1999) 299 definitief over de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning in de interne markt behoorde de bouw tussen 1996 en 1998 tot de top vijf van de sectoren met inbreuken op de wederzijdse erkenning uit hoofde van artikel 28 (ex artikel 30) van het Verdrag. Volgens COM(2002) 419 definitief was het aantal inbreuken in de bouwsector in de periode 1998-2001 licht gestegen en kwam de bouw in de top vier te staan. De recentste beschikbare gegevens bevestigen deze tendens en tonen aan dat wederzijdse erkenning niet volstaat om een efficiënte werking van de interne markt voor bouwproducten te waarborgen.

    In mei 2006 is uit de raadpleging van de belanghebbenden gebleken dat de fabrikanten bijna unaniem van oordeel zijn dat met wederzijdse erkenning het vrije verkeer en gebruik van bouwproducten op de interne markt niet kan worden verwezenlijkt.

    Met de externe studie [5], die werd opgedragen om de effectbeoordeling van de herziening van de bouwproductenrichtlijn voor te bereiden, is nagegaan of de optie ‘geen wetgeving’ de met die richtlijn vastgestelde problemen al dan niet zou oplossen. Gezien de bovenstaande discussie was het geen verrassing dat de conclusie luidde dat met deze optie het doel van het vrije verkeer van bouwproducten op de interne markt niet zou worden bereikt.

    Optie 3 – Herziening van de bouwproductenrichtlijn: de voorkeursoptie

    Optie 3 om de Gemeenschapswetgeving te herzien, krijgt de voorkeur. Zij bestaat uit een pakket dat de bestaande noodzaak weerspiegelt en in de effectbeoordeling het best scoort. Het is de enige optie die volledig strookt met de kwesties en problemen die moeten worden aangepakt, en met de bevindingen van de raadpleging van belanghebbenden die hierover heeft plaatsgevonden. Zij biedt een optimale aanpak voor de belangrijkste probleemfactoren en de best mogelijke verbeteringen voor degenen die er de gevolgen van dragen. Zij vrijwaart ook het algemene acquis en de technische specificaties die onder de huidige bouwproductenrichtlijn zijn vastgesteld. Ten slotte wordt met deze optie de in de bouw bereikte evenwichtige subsidiariteit strikt in acht genomen, d.w.z. de lidstaten zijn bevoegd voor de ontwerp- en bouwvoorschriften voor werken, terwijl de EU-wetgeving de interne markt garanties biedt voor de producten die bij die werken worden gebruikt.

    3. Aanpak van de geconstateerde problemen

    3.1. Behoefte aan verduidelijking

    De voorgestelde verordening bevat een nauwkeurige definitie van het onderwerp en ook definities van de meest pertinente concepten op het gebied van de interne markt voor bouwproducten. Belangrijker nog, de specifieke betekenis van de CE-markering voor bouwproducten wordt duidelijk vastgelegd: dit zal verwarring helpen vermijden met andere wetteksten over het aanbrengen van die markering.

    De CE-markering voor bouwproducten impliceert het verstrekken van relevante informatie over de prestaties van het product bij de marktintroductie ervan; bovendien moet deze informatie verkregen zijn volgens de voorschriften van de verordening.

    Om de lasten voor kmo’s te verlichten, is voorzien in specifieke bepalingen voor micro-ondernemingen en voor individuele producten.

    Daarnaast worden ook de specifieke rol en betekenis van de geharmoniseerde technische specificaties, d.w.z. geharmoniseerde normen en Europese beoordelingsdocumenten, toegelicht: zij moeten op het begrip “prestaties” zijn gebaseerd. Bijgevolg bestaat de rol van geharmoniseerde technische specificaties erin de meest geschikte test- of berekeningsmethoden te verschaffen om de bestendigheid van de prestaties van de respectieve producten te beoordelen en te verifiëren.

    Ten slotte zal CE-markering verplicht zijn voor het aangeven van de prestaties van producten die onder de geharmoniseerde normen vallen. Toch handhaaft het voorstel het vrijwillige karakter van de geharmoniseerde normen door de fabrikanten het alternatief van de Europese technische beoordeling te bieden om CE-markering te verkrijgen.

    3.2. De geloofwaardigheid van het systeem versterken

    Volgens het nieuwe wettelijke kader voert het voorstel nieuwe en striktere criteria in voor de aanmelding van instanties die taken van derden verrichten bij de beoordeling en verificatie van de bestendigheid van de prestaties. Volgens datzelfde kader stelt het voorstel ook stringente criteria vast voor de aanwijzing van technische beoordelingsinstanties. Vandaar dat een grotere aanvaarding van de CE-markering door de autoriteiten van de lidstaten en door de klanten (ontwerpers, aannemers en eigenaren) kan worden verwacht, aangezien het de enige markering is die de overeenstemming van de bouwproducten met de aangegeven prestaties attesteert.

    Bovendien zijn de bepalingen inzake de vrijwaringsprocedure van het nieuwe wettelijke kader in dit voorstel opgenomen, wat ook de geloofwaardigheid van het hele systeem zal vergroten.

    3.3. Behoefte aan vereenvoudiging

    Vereenvoudiging is de belangrijkste doelstelling van dit voorstel. Voortbouwend op de ervaring die met de toepassing van de bouwproductenrichtlijn is opgedaan en behalve de ter verduidelijking aangebrachte vereenvoudigingen, bevat het voorstel ook een groot aantal maatregelen om de CE-markeringsprocedure te vereenvoudigen en zo de administratieve lasten voor bedrijven en met name micro-ondernemingen te beperken. Sommige van deze maatregelen zijn rechtstreeks van toepassing, zoals die in verband met micro-ondernemingen, die eenvoudiger toegang zullen geven tot CE-markering wanneer de producten die zij op de markt introduceren, geen significante veiligheidsproblemen opleveren. Ook is voorzien in specifieke vereenvoudigde maatregelen voor individuele niet in serie vervaardigde producten.

    De procedures voor het verkrijgen van een Europese technische beoordeling moeten eveneens worden vereenvoudigd en verduidelijkt. Daarnaast worden de Europese normalisatie-instellingen en technische beoordelingsinstanties ertoe aangemoedigd de tests in het kader van de geharmoniseerde technische specificaties te vervangen door minder belastende methoden, zoals bijvoorbeeld beschrijvende methoden, en in de geharmoniseerde normen zo mogelijk klassen in te voeren om het gebruik van de begrippen “zonder tests” of “zonder verdere tests” te vergemakkelijken.

    Ten slotte zal met de invoering van de specifieke technische documentatie het gebruik van de resultaten van door derden uitgevoerde tests worden vergemakkelijkt en ook het cascadeproces van de tests, d.w.z. de overdracht van testresultaten van upstream- naar downstreamproductiestadia of van een aanbieder van systemen of modelontwerper naar de assembleur van dergelijke systemen of modellen, worden bevorderd.

    Verwacht wordt dat deze maatregelen de administratieve kosten van het op de Europese markt introduceren van bouwproducten aanzienlijk zullen reduceren zonder de veiligheidsniveaus voor bouwwerken daardoor te verlagen. De meest significante vereenvoudigingsmaatregelen die met het voorstel worden beoogd, kunnen als volgt worden ingedeeld:

    3.3.1. Algemeen toepasselijke maatregelen

    Systemen voor beoordeling en verificatie van de bestendigheid van de prestaties

    – Overgang van 6 naar 5 systemen door eliminatie van het vroegere systeem 2.

    – Vereenvoudiging van het vroegere systeem 1+ door opheffing van de steekproefsgewijze controle op de bouwplaats en op de markt. Dit systeem, dat volgens de bouwproductenrichtlijn het meest veeleisend is, vergt naast de tests die in het productiebedrijf worden uitgevoerd voordat het product op de markt wordt geïntroduceerd, een aantal tests die op het product kunnen worden verricht wanneer het zich al op de markt of op de bouwplaats bevindt. De eis voor dergelijke tests werd opgeheven.

    – De invoering van “witness tests”, d.w.z. de mogelijkheid om tests uit te voeren in het productiebedrijf van de fabrikant en zo te vermijden dat productmonsters naar het laboratorium van de aangemelde instantie moeten worden overgebracht.

    Methoden om de kosten van de tests te beperken

    – Invoering van een “zacht systeem” waarbij de prestatieverklaring van de fabrikant gewoon wordt gestaafd met een specifieke technische documentatie, die de fabrikant in de fabriek ter beschikking houdt van de markttoezichtautoriteiten.

    Via de specifieke technische documentatie worden de volgende instrumenten gecreëerd:

    – zonder tests: in bepaalde omstandigheden die in de geharmoniseerde technische specificaties of bij besluit van de Commissie moeten worden vastgesteld, moet het product zonder tests geschikt worden bevonden voor een specifiek gebruik of in staat worden geacht een specifiek prestatieniveau of een specifieke prestatieklasse te bereiken;

    – zonder verdere tests: op dezelfde wijze, op basis van een aantal tests die door een derde worden uitgevoerd, en in bepaalde omstandigheden die in de geharmoniseerde technische specificaties of bij besluit van de Commissie moeten worden vastgesteld, moet het product zonder tests geschikt worden bevonden voor een specifiek gebruik of in staat worden geacht een specifiek prestatieniveau of een specifieke prestatieklasse te bereiken;

    – gemeenschappelijk gebruik van het typeonderzoek: de fabrikant zal de resultaten van door een derde uitgevoerde tests kunnen gebruiken zolang zijn product de kenmerken bezit die bepalend zijn voor dit producttype, d.w.z. zolang daarvoor dezelfde materialen worden gebruikt en de fabricage ervan volgens soortgelijke productiemethoden plaatsvindt;

    – typeonderzoek volgens het cascadeproces: fabrikanten die pakketten of systemen assembleren, kunnen de resultaten van de tests die door de aanbieders van dergelijke pakketten of systemen zijn uitgevoerd, met hun toestemming en volgens hun instructies gebruiken. Voorts hoeven tests die in upstreamstadia van het productieproces zijn uitgevoerd, in downstreamstadia niet te worden herhaald als de prestatiekenmerken niet zijn gewijzigd. Deze maatregelen zullen er in aanzienlijke mate toe bijdragen de kosten van op de markt geïntroduceerde producten te drukken zonder de veiligheid van de in aanbouw zijnde werken te verminderen. Zij zullen vooral aan kmo’s ten goede komen.

    Behalve de bovengenoemde concrete maatregelen worden de auteurs van technische specificaties verzocht in die specificaties zoveel mogelijk gebruik te maken van beoordelingsmethoden die minder belastend zijn dan tests.

    3.3.2. Specifiek toepasselijke maatregelen

    Behandeling van individueel vervaardigde producten

    De behandeling van individueel vervaardigde producten wordt eveneens vereenvoudigd door gebruik te maken van de nieuwe specifieke technische documentatie. Ook deze vereenvoudigingsmaatregel geldt voor alle ondernemingen die dergelijke producten vervaardigen, maar is bijzonder relevant voor kmo’s en met name voor ambachtslieden en micro-ondernemingen.

    Behandeling van micro-ondernemingen

    Bovendien voorziet het voorstel in een specifieke behandeling voor micro-ondernemingen, waaraan de mogelijkheid wordt geboden om het toepasselijke systeem voor de beoordeling en verificatie van de bestendigheid van de prestaties te vervangen door een specifieke technische documentatie, zonder tussenkomst van derden, behalve dan voor producten die een heel belangrijke rol spelen in het waarborgen van de veiligheid van de werken.

    3.3.3. Systeem van Europese technische beoordeling

    Volgens de bouwproductenrichtlijn is het systeem van Europese technische goedkeuringen de route naar CE-markering voor producten die niet onder geharmoniseerde normen vallen. Dit systeem is vaak bekritiseerd, vooral vanwege zijn complexiteit, kosten en gebrek aan transparantie.

    Eerst en vooral zij erop gewezen dat, bij gebrek aan een geharmoniseerde norm, het verlenen van een Europese technische goedkeuring er hoofdzakelijk in bestaat een nieuwe technische specificatie te creëren, d.w.z. vast te stellen welke tests of andere beoordelingsmethoden op een product moeten worden toegepast om de prestaties ervan te evalueren. Dit is eigenlijk een complexe en moeilijke taak die nodig is om het mogelijk te maken het product met een CE-markering op de markt te introduceren. Deze praktijk bestaat in de lidstaten al jaren, wat het bestaan van solide nationale instanties op dit gebied verklaart.

    De resultaten van de raadpleging van de belanghebbenden hebben aangetoond dat deze methode nog steeds noodzakelijk en geldig is, maar dat ze moet worden verbeterd. Het doel van de herziening is dus het systeem zoveel mogelijk te vereenvoudigen door de procedures te vereenvoudigen, het systeem transparanter te maken en de fabrikant een grotere rol te geven bij het bepalen van de inhoud van de beoordeling.

    De belangrijkste voorgestelde wijzigingen in het systeem kunnen als volgt worden samengevat:

    1. De Europese technische goedkeuringen moeten een vrijwillige route naar CE-markering blijven, als optie voor het gebruik van geharmoniseerde normen. Een Europese technische goedkeuring kan worden uitgevoerd, ook al bestaat er een geharmoniseerde norm voor hetzelfde product, zodat de fabrikant meer flexibiliteit en een ruimere keuze krijgt.

    2. Momenteel bevat de bouwproductenrichtlijn geen criteria voor de sectorale deskundigheid van technische beoordelingsinstanties. Vandaar dat voor die instanties in het voorstel expliciet strikte criteria worden vastgesteld, niet alleen voor hun sectorale deskundigheid, maar ook voor hun technische deskundigheid op een of meer van de 11 gedefinieerde sectorale gebieden.

    3. Het huidige systeem erkent twee routes voor Europese technische goedkeuringen, namelijk de richtsnoeren voor Europese technische goedkeuringen en de beoordelingsprocedure met gemeenschappelijke overeenstemming. Deze twee moeten worden vervangen door een enkele vereenvoudigde route, het Europees beoordelingsdocument.

    4. De fabrikant krijgt een cruciale rol in de ontwikkeling van het Europees beoordelingsdocument, want hij bepaalt welke eigenschappen in aanmerking moeten worden genomen; hij intervenieert in de procedure en hij ondertekent het definitieve contract alleen als hij het exacte werkprogramma, het tijdschema en de kosten van de procedure kent.

    5. Wat het tijdschema betreft, beoogt de voorgestelde procedure 4,5 maanden voor de opstelling van het Europees beoordelingsdocument, vergeleken met de geraamde gemiddelden (niet voorzien in de bouwproductenrichtlijn) van 14,5 maanden voor een beoordelingsprocedure met gemeenschappelijke overeenstemming en meer dan 24 maanden voor de voorbereiding van een richtsnoer voor Europese technische goedkeuring.

    4. Juridische elementen van het voorstel

    4.1. Samenvatting van de voorgestelde maatregel(en)

    De voorgestelde verordening voorziet in de intrekking van de bouwproductenrichtlijn. Wanneer een besluit wordt ingetrokken, geldt over het algemeen het beginsel van “parallelliteit naar de vorm”, d.w.z. dat de intrekking van een richtlijn normaliter plaatsvindt door middel van een vervangingsrichtlijn. In dit geval gelden echter bijzondere omstandigheden, namelijk:

    · overwegingen in verband met de doeltreffendheid van de verordening wat de verwezenlijking van de doelstellingen van de interne markt betreft;

    · ervaring met de huidige bouwproductenrichtlijn, waaruit aanzienlijke verschillen blijken in de inhoud en het tijdschema van de omzetting door de lidstaten, wat negatieve gevolgen heeft gehad voor de werking van de interne markt voor bouwproducten;

    · praktische moeilijkheden als gevolg van de verschillende omzettingen, wat duidelijk wordt geïllustreerd door de huidige situatie met betrekking tot de status van de CE-markering. De bouwproductenrichtlijn is op zodanige wijze omgezet dat CE-markering als vrijwillig wordt beschouwd in vier lidstaten en als verplicht in de overige lidstaten. De industrie is heel misnoegd over deze situatie, maar dit dilemma is tot dusver nog niet opgelost.

    Om deze redenen wordt ervan uitgegaan dat de meest efficiënte manier om de bouwproductenrichtlijn te vervangen, een direct toepasbaar instrument is. Een verordening wordt derhalve gekozen als de meest geschikte maatregel, omdat zij direct toepasbaar is. Zo wordt naar verwachting een uiteenlopende interpretatie en uitvoering door de lidstaten vermeden.

    4.2. Rechtsgrondslag

    Dit voorstel is gebaseerd op artikel 95 van het Verdrag.

    4.3. Subsidiariteit

    Het voorstel is gebaseerd op een duidelijk beginsel van verdeling van de bevoegdheden en verantwoordelijkheden tussen de Unie en de lidstaten op het gebied van het bouwproces.

    De lidstaten moeten ervoor zorgen dat de bouwkundige en civieltechnische werken op hun grondgebied zodanig worden ontworpen en uitgevoerd dat zij de veiligheid van personen, huisdieren en goederen niet in gevaar brengen en dat zij tevens voldoen aan andere fundamentele eisen ten behoeve van het algemeen welzijn.

    Anderzijds is deze vorm van Gemeenschapswetgeving bedoeld om het kader vast te stellen voor de voltooiing van de interne markt voor bouwproducten, waarvoor het Verdrag de Unie verantwoordelijk stelt.

    De opheffing van de technische belemmeringen in de bouwsector, voor zover deze niet kunnen worden uitgeschakeld door een wederzijdse erkenning van gelijkwaardigheid tussen alle lidstaten, kan alleen worden verwezenlijkt door de vaststelling van een gemeenschappelijke technische taal waarmee de fabrikanten de prestaties zullen formuleren met betrekking tot de essentiële kenmerken van de bouwproducten die zij op de markt introduceren. Hoofddoel van de voorgestelde wetgeving is de nodige eisen vast te stellen om deze geharmoniseerde technische taal tot stand te brengen.

    4.4. Evenredigheidsbeginsel

    Het voorstel bouwt grotendeels voort op bestaande praktijken, procedures en infrastructuren en consolideert, verduidelijkt en vereenvoudigt deze eerder dan nieuwe maatregelen en infrastructuren te creëren.

    Wat de aanscherping betreft van de criteria voor de aanmelding van instanties die taken van derden verrichten bij de beoordeling en verificatie van de bestendigheid van de prestaties, en ook voor de bepalingen inzake de vrijwaringsclausule wordt het nieuwe wettelijke kader strikt toegepast.

    De criteria voor de aanwijzing en aanmelding van de technische beoordelingsinstanties volgen dezelfde lijn met enkele aanpassingen om rekening te houden met de specifieke functies die deze instanties zullen vervullen.

    2008/0098 (COD)

    Voorstel voor een

    VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

    TOT VASTSTELLING VAN GEHARMONISEERDE VOORWAARDEN VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN VAN BOUWPRODUCTEN

    (Voor de EER relevante tekst)

    HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 95,

    Gezien het voorstel van de Commissie [6],

    Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité [7],

    Gezien het advies van het Comité van de Regio's [8],

    Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag [9],

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) De regelgeving van de lidstaten schrijft voor dat bouwwerken zo moeten zijn ontworpen en uitgevoerd dat zij de veiligheid van personen, huisdieren en goederen niet in gevaar brengen.

    (2) Deze regelgeving is van directe invloed op de aan bouwproducten gestelde eisen. Deze eisen zijn bijgevolg vervat in nationale productnormen, nationale technische goedkeuringen en andere nationale technische specificaties en voorschriften voor bouwproducten, die zo uiteenlopend zijn dat zij het handelsverkeer binnen de Gemeenschap belemmeren.

    (3) Richtlijn 89/106/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake voor de bouw bestemde producten [10] was bedoeld om de technische belemmeringen voor de handel in bouwproducten op te heffen en zo het vrije verkeer ervan binnen de interne markt te bevorderen.

    (4) Om dat doel te verwezenlijken, voorzag Richtlijn 89/106/EEG in de vaststelling van geharmoniseerde normen voor bouwproducten en het verlenen van Europese technische goedkeuringen.

    (5) Richtlijn 89/106/EEG moet worden vervangen om het bestaande kader te vereenvoudigen en te verduidelijken en de bestaande maatregelen transparanter en doeltreffender te maken.

    (6) Er is behoefte aan vereenvoudigde procedures voor het opstellen van prestatieverklaringen om zo de financiële lasten voor kleine en middelgrote ondernemingen en met name micro-ondernemingen te verlichten.

    (7) Verordening [...] van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het in de handel brengen van producten en Besluit […] van het Europees Parlement en de Raad betreffende een gemeenschappelijk kader voor het in de handel brengen van producten stellen een horizontaal wettelijk kader vast voor het in de handel brengen van producten op de interne markt. Deze verordening moet derhalve rekening houden met dat wetgevend kader.

    (8) De technische belemmeringen in de bouwsector kunnen alleen worden opgeheven door geharmoniseerde technische specificaties vast te stellen om de prestaties van bouwproducten te beoordelen.

    (9) Deze geharmoniseerde technische specificaties moeten tests, berekeningen en andere middelen omvatten, die worden gedefinieerd in geharmoniseerde normen en Europese beoordelingsdocumenten ter beoordeling van de prestaties met betrekking tot de essentiële kenmerken van bouwproducten.

    (10) De methoden die door de lidstaten in hun eisen voor werken worden toegepast, en ook alle andere nationale voorschriften met betrekking tot de essentiële kenmerken van bouwproducten moeten in overeenstemming zijn met de geharmoniseerde technische specificaties.

    (11) Er moeten fundamentele eisen voor werken worden vastgesteld om de basis te leggen voor de voorbereiding van de mandaten en geharmoniseerde normen en voor de opstelling van de Europese beoordelingsdocumenten voor bouwproducten.

    (12) Waar nodig moeten prestatieniveaus met betrekking tot de essentiële kenmerken waaraan bouwproducten in de lidstaten moeten voldoen, in de geharmoniseerde technische specificaties worden vastgesteld om rekening te houden met de diverse niveaus van de fundamentele eisen voor bepaalde werken en ook met de verschillen in klimaat, geologie en geografie en andere verschillende omstandigheden in de lidstaten.

    (13) De Europese Commissie voor normalisatie (CEN) en het Europees Comité voor elektrotechnische normalisatie (CENELEC) worden erkend als de instanties die bevoegd zijn om geharmoniseerde normen vast te stellen overeenkomstig de op 28 maart 2003 ondertekende algemene richtsnoeren voor samenwerking tussen de Commissie en deze twee instanties.

    (14) Deze geharmoniseerde normen moeten de passende instrumenten verschaffen voor de geharmoniseerde beoordeling van de prestaties met betrekking tot de essentiële kenmerken van bouwproducten. Geharmoniseerde normen moeten worden vastgesteld op grond van mandaten die de Commissie voor de relevante families van bouwproducten overeenkomstig artikel 6 van Richtlijn 98/34/EG heeft verleend.

    (15) De procedures van Richtlijn 89/106/EEG voor de beoordeling van de prestaties met betrekking tot de essentiële kenmerken van bouwproducten die niet onder een geharmoniseerde norm vallen, moeten worden vereenvoudigd om ze transparanter te maken en om de kosten voor fabrikanten van bouwproducten te verminderen.

    (16) Om fabrikanten en importeurs van bouwproducten de mogelijkheid te geven een prestatieverklaring op te stellen voor bouwproducten die niet onder een geharmoniseerde norm vallen, moet een Europese technische beoordeling worden verstrekt.

    (17) Om de fabrikant en de importeur extra flexibiliteit te geven voor de beoordeling van de prestaties van het bouwproduct dat hij op de markt wil introduceren, zou hij het recht moeten hebben om, ook als het product onder een geharmoniseerde norm valt, een Europese technische beoordeling te vragen.

    (18) Fabrikanten en importeurs van bouwproducten zouden voor hun producten om uitvoering van Europese technische beoordelingen moeten kunnen verzoeken op grond van de richtsnoeren voor Europese technische goedkeuring die krachtens Richtlijn 89/106/EEG zijn vastgesteld. Daarom moet de blijvende geldigheid van deze richtsnoeren als Europese beoordelingsdocumenten worden gewaarborgd.

    (19) De opstelling van ontwerpen van Europese beoordelingsdocumenten en het verstrekken van Europese technische beoordelingen zou moeten worden toevertrouwd aan technische beoordelingsinstanties die door de lidstaten zijn aangewezen. Om ervoor te zorgen dat de technische beoordelingsinstanties de nodige bekwaamheid hebben om die taken uit te voeren, moeten de eisen voor de aanwijzing ervan op communautair niveau worden vastgesteld. Vandaar dat ook moet worden voorzien in periodieke evaluaties van technische beoordelingsinstanties door technische beoordelingsinstanties uit andere lidstaten.

    (20) De technische beoordelingsinstanties moeten een organisatie opzetten om de procedures voor de opstelling van ontwerpen van Europese beoordelingsdocumenten en voor het verstrekken van de Europese technische beoordelingen te coördineren.

    (21) De marktintroductie van bouwproducten die onder een geharmoniseerde norm vallen of waarvoor een Europese technische beoordeling is afgegeven, moet vergezeld gaan van een prestatieverklaring met betrekking tot de essentiële kenmerken van het product overeenkomstig de relevante geharmoniseerde technische specificaties.

    (22) De fabrikant zou het recht moeten hebben geen prestatieverklaring te verstrekken voor die essentiële kenmerken van bouwproducten waarvoor geen eisen bestaan op de plaats waar hij het product op de markt wil introduceren.

    (23) Wanneer er op de plaats waar de fabrikant het product op de markt wil introduceren, geen eisen bestaan met betrekking tot de essentiële kenmerken van bouwproducten, moet de fabrikant in staat worden gesteld dat product zonder prestatieverklaring in de handel te brengen.

    (24) Er is behoefte aan vereenvoudigde procedures voor het opstellen van prestatieverklaringen om zo de financiële lasten voor kleine en middelgrote ondernemingen en met name micro-ondernemingen te verlichten.

    (25) Om ervoor te zorgen dat de prestatieverklaring nauwkeurig en betrouwbaar is, moeten de prestaties van het bouwproduct worden beoordeeld en moet de productie in de fabriek worden gecontroleerd volgens een passend systeem voor de beoordeling en verificatie van de bestendigheid van de prestaties van het bouwproduct.

    (26) Gezien de specificiteit van bouwproducten en de bijzondere opzet van het systeem voor de beoordeling ervan, zijn de conformiteitsbeoordelingsprocedures waarin Besluit (EG) …… voorziet, en de in dat besluit beschreven modules niet geschikt voor die producten. Daarom moeten specifieke methoden worden vastgesteld voor de beoordeling en verificatie van de bestendigheid van de prestaties met betrekking tot de essentiële kenmerken van bouwproducten.

    (27) Gezien het verschil in betekenis van de CE-markering voor bouwproducten, vergeleken met de algemene beginselen die in Verordening (EG) … zijn uiteengezet, moeten er specifieke maatregelen worden genomen om duidelijkheid te verschaffen over de verplichting tot het aanbrengen van de CE-markering op bouwproducten en over de gevolgen van het aanbrengen ervan.

    (28) Door de CE-markering op een bouwproduct aan te brengen of te laten aanbrengen, moet de fabrikant de verantwoordelijkheid nemen voor de conformiteit van dat product met de aangegeven prestaties ervan.

    (29) De CE-markering moet worden aangebracht op alle bouwproducten waarvoor de fabrikant een prestatieverklaring overeenkomstig deze verordening heeft opgesteld. Als er geen prestatieverklaring is opgesteld, mag de CE-markering niet worden aangebracht.

    (30) De CE-markering moet het enige merkteken zijn dat aangeeft dat het bouwproduct conform is met de aangegeven prestaties en met de toepasselijke eisen. Aan bouwproducten met de CE-markering kunnen derhalve geen extra markeringen worden opgelegd door de lidstaten of door overheidsorganen of particuliere instellingen die als overheidsbedrijf of op grond van een monopoliepositie of overheidsmandaat als overheidsorgaan optreden, wanneer de eisen voor het gebruik ervan in die lidstaat overeenkomen met de aangegeven prestaties.

    (31) Om onnodige tests te vermijden van bouwproducten waarvan de prestaties al op afdoende wijze door stabiele eerdere testresultaten of andere bestaande gegevens zijn aangetoond, moet de fabrikant in staat worden gesteld om, onder de voorwaarden die in de geharmoniseerde technische specificaties of in een besluit van de Commissie zijn vastgesteld, zonder tests of zonder verdere tests een bepaald prestatieniveau of een bepaalde prestatieklasse aan te geven.

    (32) Om herhaling van reeds uitgevoerde tests te vermijden, moet een fabrikant van een bouwproduct in staat worden gesteld gebruik te maken van de testresultaten die door een derde zijn verkregen.

    (33) Om de kosten van de marktintroductie van producten voor micro-ondernemingen te verminderen, moet worden voorzien in vereenvoudigde procedures voor de beoordeling en verificatie van de bestendigheid van de prestaties, wanneer de producten in kwestie geen significante veiligheidsproblemen opleveren.

    (34) Wat individueel ontworpen en vervaardigde bouwproducten betreft, moet de fabrikant in staat worden gesteld vereenvoudigde procedures voor de beoordeling en verificatie van de bestendigheid van de prestaties toe te passen, wanneer de naleving van de toepasselijke regelgeving door het op de markt geïntroduceerde product kan worden aangetoond.

    (35) Het is van belang de toegankelijkheid van de nationale technische voorschriften te waarborgen, zodat ondernemingen en met name kleine en middelgrote ondernemingen betrouwbare en nauwkeurige informatie kunnen verzamelen over de wetgeving die van kracht is in de lidstaat waar zij hun producten in de handel willen brengen. De productcontactpunten die zijn ingesteld bij Verordening (EG) nr. … van het Europees Parlement en de Raad van […2008] tot vaststelling van procedures voor de toepassing van bepaalde nationale technische voorschriften op goederen die in een andere lidstaat legaal in de handel zijn gebracht, en tot intrekking van Beschikking 3052/95/EG, zouden derhalve ook informatie moeten verstrekken over voorschriften die van toepassing zijn op de integratie, assemblage of installatie van een specifiek type bouwproduct.

    (36) Om een gelijkwaardige en consequente handhaving van de communautaire harmonisatiewetgeving te waarborgen, moeten de lidstaten een doeltreffend markttoezicht houden. Verordening (EG) nr. [...] van het Europees Parlement en de Raad van […2008] tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het in de handel brengen van producten, stelt de basisvoorwaarden vast voor de werking van een dergelijk markttoezicht.

    (37) De verantwoordelijkheid van de lidstaten voor de veiligheid, de gezondheid en andere, onder de fundamentele eisen voor werken vallende aspecten op hun grondgebied moet worden erkend in een vrijwaringsclausule die in adequate beschermingsmaatregelen voorziet.

    (38) Omdat ervoor moet worden gezorgd dat de instanties die de beoordeling en verificatie van de bestendigheid van de prestaties van bouwproducten uitvoeren, in de hele Gemeenschap een uniform prestatieniveau hebben en omdat al deze instanties hun functies op hetzelfde niveau en onder eerlijke concurrentievoorwaarden moeten vervullen, moeten eisen worden vastgesteld voor prestatiebeoordelingsinstanties die zich voor de doeleinden van deze verordening willen aanmelden. Ook moet worden voorzien in passende informatie over en toezicht op deze instanties.

    (39) Om bij de beoordeling en verificatie van de bestendigheid van de prestaties van bouwproducten een coherent kwaliteitsniveau te waarborgen, moeten ook eisen worden vastgesteld voor de autoriteiten die de instanties die deze taken uitvoeren, bij de Commissie en de andere lidstaten moeten aanmelden.

    (40) Daar de doelstellingen van het overwogen optreden, namelijk de totstandbrenging van een goed werkende interne markt voor bouwproducten door middel van geharmoniseerde technische specificaties om de prestaties van bouwproducten uit te drukken, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve wegens de omvang en de gevolgen van het optreden beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.

    (41) De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden [11].

    (42) De Commissie moet met name worden gemachtigd om de voorwaarden vast te stellen waaronder de prestatieverklaring beschikbaar mag zijn op een website, de periode vast te stellen waarin fabrikanten, importeurs en distributeurs de technische documentatie en de prestatieverklaring ter beschikking moeten houden, prestatieklassen vast te stellen met betrekking tot de essentiële kenmerken van bouwproducten, het systeem voor de beoordeling van de prestaties en de verificatie van de bestendigheid van de aangegeven prestaties vast te stellen dat op een bepaald bouwproduct of een familie van bouwproducten moet worden toegepast, het formaat van de Europese technische beoordeling te bepalen, procedures vast te stellen voor het uitvoeren van de evaluatie van technische beoordelingsinstanties en de bijlagen I tot en met V te wijzigen. Aangezien het gaat om maatregelen van algemene strekking tot wijziging van niet-essentiële onderdelen van deze verordening, onder meer door ze met nieuwe niet-essentiële onderdelen aan te vullen, moeten deze maatregelen worden vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure met toetsing van artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG.

    (43) Omdat het enige tijd vergt om ervoor te zorgen dat het kader voor de goede werking van deze verordening tot stand is gebracht, moet de toepassing ervan worden uitgesteld, met uitzondering van de bepalingen betreffende de aanwijzing van technische beoordelingsinstanties, aanmeldende autoriteiten en aangemelde instanties, de oprichting van een organisatie van technische beoordelingsinstanties en de oprichting van het permanent comité,

    HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    HOOFDSTUK I

    Algemene bepalingen

    Artikel 1

    Onderwerp

    Deze verordening stelt voorschriften vast voor de wijze waarop de prestaties van bouwproducten met betrekking tot hun essentiële kenmerken worden uitgedrukt, en voor het gebruik van de CE-markering op deze producten.

    Artikel 2

    Definities

    Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

    1. “bouwproduct”: elk product of pakket dat wordt vervaardigd en op de markt geïntroduceerd om blijvend deel uit te maken van bouwwerken of delen ervan, zodat de verwijdering van het product de prestaties van het bouwwerk vermindert en de verwijdering of vervanging van het product een bouwwerkzaamheid is;

    2. “werken”: bouwkundige en civieltechnische werken;

    3. “essentiële kenmerken”: die kenmerken van het bouwproduct die verband houden met de fundamentele eisen voor werken;

    4. “geharmoniseerde technische specificaties”: geharmoniseerde normen en Europese beoordelingsdocumenten;

    5. “op de markt aanbieden”: het in het kader van een handelsactiviteit, al dan niet tegen betaling, verstrekken van een bouwproduct met het oog op distributie of gebruik op de communautaire markt;

    6. “marktintroductie”: het voor het eerst in de Gemeenschap op de markt aanbieden van een bouwproduct;

    7. “fabrikant”: een natuurlijke of rechtspersoon die een bouwproduct vervaardigt of onder zijn naam of handelsmerk laat vervaardigen;

    8. “distributeur”: een natuurlijke of rechtspersoon in de toeleveringsketen, behalve dan de fabrikant of de importeur, die een bouwproduct op de markt aanbiedt;

    9. “importeur”: een in de Gemeenschap gevestigde natuurlijke of rechtspersoon die een bouwproduct uit een derde land in de Gemeenschap op de markt introduceert;

    10. “marktdeelnemers”: de fabrikant, de importeur, de distributeur en de gemachtigde;

    11. “gemachtigde”: een in de Gemeenschap gevestigde natuurlijke of rechtspersoon die van de fabrikant mandaat heeft gekregen om namens hem specifieke taken te vervullen;

    12. “geharmoniseerde norm”: een norm die door een van de in bijlage I bij Richtlijn 98/34/EG genoemde Europese normalisatie-instellingen is vastgesteld op grond van een verzoek dat door de Commissie overeenkomstig artikel 6 van die richtlijn is ingediend;

    13. “Europees beoordelingsdocument”: een document dat door de organisatie van technische beoordelingsinstanties is goedgekeurd;

    14. “accreditatie”: heeft dezelfde betekenis als in Verordening (EG) nr. [...];

    15. “uit de handel nemen”: maatregel waarmee wordt beoogd te voorkomen dat een bouwproduct dat zich in de toeleveringsketen bevindt, op de markt wordt aangeboden;

    16. “terugroepen”: maatregel waarmee wordt beoogd een bouwproduct te doen terugkeren dat al op de markt is aangeboden;

    17. “producttype”: de prestaties van een bouwproduct dat is vervaardigd met een bepaalde combinatie van grondstoffen of andere elementen in een specifiek productieproces;

    18. “productiecontrole in de fabriek”: de permanente interne productiecontrole in een fabriek;

    19. “micro-onderneming”: een micro-onderneming zoals gedefinieerd in de Aanbeveling van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen [12];

    20. “levenscyclus”: de opeenvolgende en onderling gerelateerde fasen van de levensduur van een product, vanaf de aanschaf van de grondstof of de generatie uit natuurlijke hulpbronnen tot de definitieve verwijdering.

    Artikel 3

    Fundamentele eisen voor werken en essentiële productkenmerken

    1. De essentiële kenmerken van bouwproducten worden vastgelegd in geharmoniseerde technische specificaties met betrekking tot de fundamentele eisen voor werken in bijlage I.

    HOOFDSTUK II

    Prestatieverklaring

    en CE-markering

    Artikel 4

    Voorwaarden voor het opstellen van de prestatieverklaring

    1. Bij de marktintroductie van een bouwproduct verstrekt de fabrikant of de importeur een prestatieverklaring als de volgende voorwaarden zijn vervuld:

    a) het bouwproduct valt onder een geharmoniseerde norm of er is een Europese technische beoordeling voor verstrekt; en

    b) de eisen met betrekking tot de essentiële kenmerken van dat product bestaan op de plaats waar de fabrikant of importeur het product op de markt wil introduceren.

    De fabrikant of de importeur mag een prestatieverklaring verstrekken, wanneer de onder b) bedoelde eisen niet bestaan.

    2. De in lid 1 bedoelde prestatieverklaring heeft ten minste betrekking op de essentiële kenmerken waarvoor de in lid 1, onder b), bedoelde eisen bestaan.

    3. De lidstaten gaan ervan uit dat de door de fabrikant of de importeur opgestelde prestatieverklaring nauwkeurig en betrouwbaar is.

    Artikel 5

    Inhoud van de prestatieverklaring

    1. De prestatieverklaring formuleert de prestaties van bouwproducten met betrekking tot de essentiële kenmerken van die producten overeenkomstig de relevante geharmoniseerde technische specificaties.

    2. De prestatieverklaring bevat de volgende gegevens:

    a) het producttype waarvoor zij is opgesteld;

    b) de lijst van de essentiële kenmerken van het bouwproduct waarvoor de prestaties worden aangegeven, en de prestatieniveaus of -klassen;

    c) het referentienummer van de geharmoniseerde norm, het Europees beoordelingsdocument of de specifieke technische documentatie waarvan gebruik is gemaakt voor de beoordeling van elk essentieel kenmerk.

    Artikel 6

    Vorm van de prestatieverklaring

    1. Bij elk product dat op de markt wordt aangeboden, wordt een kopie van de prestatieverklaring verstrekt.

    Wanneer echter een partij van hetzelfde product aan een enkele gebruiker wordt geleverd, mag deze vergezeld gaan van één kopie van de prestatieverklaring.

    2. De kopie van de prestatieverklaring mag alleen met de uitdrukkelijke toestemming van de ontvanger in elektronische vorm worden verstrekt.

    3. In afwijking van de leden 1 en 2 mag de inhoud van de prestatieverklaring onder door de Commissie vastgestelde voorwaarden op een website ter beschikking worden gesteld.

    De maatregelen die bedoeld zijn om niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen door ze aan te vullen, worden vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure met toetsing zoals bedoeld in artikel 51, lid 2.

    4. De prestatieverklaring wordt opgesteld volgens het model in bijlage III.

    Artikel 7

    Gebruik van de CE-markering

    1. De CE-markering wordt alleen aangebracht op bouwproducten waarvoor de fabrikant een prestatieverklaring overeenkomstig de artikelen 4, 5 en 6 heeft opgesteld.

    Als een prestatieverklaring door de fabrikant niet overeenkomstig de artikelen 4, 5 en 6 is opgesteld, mag de CE-markering niet op de bouwproducten worden aangebracht.

    Door de CE-markering aan te brengen of te laten aanbrengen, neemt de fabrikant de verantwoordelijkheid voor de conformiteit van het bouwproduct met de aangegeven prestaties.

    2. De CE-markering is het enige merkteken dat aangeeft dat het bouwproduct conform is met de aangegeven prestaties.

    De lidstaten verwijzen in hun nationale maatregelen alleen naar de CE-markering en schrappen verwijzingen naar andere conformiteitsmerktekens.

    3. De lidstaten mogen, op hun grondgebied of onder hun verantwoordelijkheid, het op de markt aanbieden of het gebruik van bouwproducten met de CE-markering niet verbieden of belemmeren, wanneer de eisen voor het gebruik ervan in die lidstaat overeenkomen met de aangegeven prestaties.

    4. De lidstaten zorgen ervoor dat het gebruik van bouwproducten met de CE-markering niet wordt belemmerd door regels of voorwaarden die zijn opgelegd door overheidsorganen of particuliere instellingen die als overheidsbedrijf of op grond van een monopoliepositie of overheidsmandaat als overheidsorgaan optreden, wanneer de eisen voor dat gebruik in die lidstaat overeenkomen met de aangegeven prestaties.

    Artikel 8

    Voorschriften en voorwaarden voor het aanbrengen van de CE-markering

    1. Voor de CE-markering gelden de in artikel 26 bis van Verordening (EG) nr. … vastgelegde beginselen.

    2. De CE-markering wordt zichtbaar, leesbaar en onuitwisbaar op het bouwproduct of op het gegevensplaatje aangebracht. Wanneer dit door de aard van het product niet mogelijk of niet gerechtvaardigd is, wordt de CE-markering aangebracht op de verpakking of in de begeleidende documenten.

    3. De CE-markering wordt gevolgd door de laatste twee cijfers van het jaar waarin zij is aangebracht, de naam of het merk van de producent, de unieke identificatiecode van het bouwproduct en het nummer van de prestatieverklaring.

    4. De CE-markering wordt aangebracht voordat het bouwproduct op de markt wordt geïntroduceerd. Zij kan worden gevolgd door een pictogram of een andere aanduiding betreffende een bijzonder risico of gebruik.

    Artikel 9

    Productcontactpunten

    Elke lidstaat zorgt ervoor dat de productcontactpunten die bij Verordening (EG) nr. …. zijn ingesteld, ook informatie verstrekken over alle technische voorschriften of regelgevingsbepalingen die van toepassing zijn op de integratie, assemblage of installatie van een specifiek type bouwproduct op het grondgebied van die lidstaat.

    HOOFDSTUK III

    Verplichtingen van marktdeelnemers

    Artikel 10

    Verplichtingen van fabrikanten

    1. Fabrikanten stellen de vereiste technische documentatie op waarin alle relevante elementen met betrekking tot de toepasselijke attestering van de aangegeven prestaties worden beschreven.

    Fabrikanten stellen de prestatieverklaring op overeenkomstig de artikelen 4, 5 en 6 en brengen de CE-markering aan overeenkomstig de artikelen 7 en 8.

    2. Fabrikanten houden de technische documentatie en de prestatieverklaring ter beschikking gedurende de periode die door de Commissie voor elke familie van bouwproducten op grond van de verwachte levensduur en de rol van het bouwproduct in de werken wordt vastgesteld.

    De maatregelen die bedoeld zijn om niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen door ze aan te vullen, worden vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure met toetsing zoals bedoeld in artikel 51, lid 2.

    3. Fabrikanten zorgen ervoor dat er procedures worden ingesteld om voor serieproductie de aangegeven prestaties te handhaven. Met veranderingen in het producttype of in de toepasselijke geharmoniseerde technische specificaties wordt terdege rekening gehouden.

    In alle gevallen waarin dat passend is voeren fabrikanten steekproeven uit op de in de handel gebrachte bouwproducten, onderzoeken zij klachten en houden daarvan zo nodig een register bij en houden zij de distributeurs op de hoogte van dit toezicht.

    4. Fabrikanten zorgen ervoor dat op hun bouwproducten een type-, partij- of serienummer, dan wel een ander identificatiemiddel wordt aangebracht of, wanneer dit door de omvang of aard van het product niet mogelijk is, dat de vereiste informatie op de verpakking of in een bij het bouwproduct gevoegd document wordt vermeld.

    5. Fabrikanten vermelden hun naam, geregistreerde handelsnaam of geregistreerd handelsmerk en hun contactadres op het bouwproduct of, wanneer dit niet mogelijk is, op de verpakking of in een bij het bouwproduct gevoegd document.

    6. Fabrikanten die van mening zijn of redenen hebben om aan te nemen dat een door hen op de markt geïntroduceerd bouwproduct niet conform is met de aangegeven prestaties, nemen onmiddellijk de nodige corrigerende maatregelen om dat bouwproduct conform te maken of zo nodig uit de handel te nemen of van de eindgebruikers terug te roepen. Zij brengen de nationale autoriteiten van de lidstaten waar zij het bouwproduct op de markt hebben aangeboden hiervan onmiddellijk op de hoogte, waarbij zij in het bijzonder de non-conformiteit en de genomen corrigerende maatregelen uitvoerig beschrijven.

    7. Fabrikanten verstrekken de bevoegde nationale autoriteiten op grond van een met redenen omkleed verzoek alle benodigde informatie en documentatie om de conformiteit van het bouwproduct met de aangegeven prestaties aan te tonen. Zij werken op verzoek van deze autoriteiten met hen mee aan eventuele maatregelen ter voorkoming van de risico’s van bouwproducten die zij op de markt hebben geïntroduceerd.

    Artikel 11

    Gemachtigden

    1. Fabrikanten kunnen door middel van een schriftelijk mandaat een gemachtigde aanstellen.

    De opstelling van technische documentatie kan geen deel uitmaken van het mandaat van de gemachtigde.

    2. Wanneer een fabrikant een gemachtigde heeft aangesteld, verricht deze ten minste de volgende taken:

    a) hij houdt de prestatieverklaring en de technische documentatie gedurende de in artikel 10, lid 2, bedoelde termijn ter beschikking van de nationale toezichtautoriteiten;

    b) op verzoek verstrekt hij de bevoegde nationale autoriteiten alle benodigde informatie en documentatie om de conformiteit van het product met de aangegeven prestaties aan te tonen;

    c) hij werkt op verzoek van de bevoegde autoriteiten met hen mee aan eventuele maatregelen ter voorkoming van de risico’s van bouwproducten die onder hun mandaat vallen.

    Artikel 12

    Verplichtingen van importeurs

    1. Importeurs die een bouwproduct in de Gemeenschap op de markt introduceren, betrachten de nodige zorgvuldigheid in verband met de eisen van deze verordening.

    2. Alvorens een bouwproduct op de markt te introduceren, zorgen importeurs ervoor dat de beoordeling en verificatie van de bestendigheid van de aangegeven prestaties door de fabrikant is uitgevoerd. Zij zorgen ervoor dat de fabrikant de in artikel 10, lid 1, eerste alinea, bedoelde technische documentatie heeft opgesteld. Zij stellen de prestatieverklaring op overeenkomstig de artikelen 4, 5 en 6. Zij zorgen er ook voor dat het product voorzien is van de vereiste CE-markering en vergezeld gaat van de vereiste documenten, en dat de fabrikant de eisen van artikel 10, leden 4 en 5, heeft nageleefd.

    Wanneer een importeur van mening is of redenen heeft om aan te nemen dat het bouwproduct niet conform is met de prestatieverklaring, mag hij het product niet op de markt introduceren zolang het niet conform is met de bijgevoegde prestatieverklaring of zolang de prestatieverklaring niet is gecorrigeerd.

    3. Importeurs vermelden hun naam, geregistreerde handelsnaam of geregistreerd handelsmerk en hun contactadres op het bouwproduct of, wanneer dit niet mogelijk is, op de verpakking of in een bij het product gevoegd document.

    4. Gedurende de periode dat een bouwproduct onder hun verantwoordelijkheid valt, zorgen importeurs ervoor dat de opslag- en vervoersomstandigheden de conformiteit met de aangegeven prestaties niet in het gedrang brengen.

    5. Importeurs die van mening zijn of redenen hebben om aan te nemen dat een door hen op de markt geïntroduceerd bouwproduct niet conform is met de prestatieverklaring, nemen onmiddellijk de nodige corrigerende maatregelen om dat product conform te maken of zo nodig uit de handel te nemen of van de eindgebruikers terug te roepen. Zij brengen de nationale autoriteiten van de lidstaten waar zij het bouwproduct op de markt hebben aangeboden hiervan onmiddellijk op de hoogte, waarbij zij in het bijzonder de non-conformiteit en de genomen corrigerende maatregelen uitvoerig beschrijven.

    6. Importeurs houden gedurende de in artikel 10, lid 2, bedoelde termijn een kopie van de prestatieverklaring ter beschikking van de markttoezichtautoriteiten en zorgen ervoor dat de technische documentatie op verzoek aan die autoriteiten kan worden verstrekt.

    7. Importeurs verstrekken de bevoegde nationale autoriteiten op grond van een met redenen omkleed verzoek alle benodigde informatie en documentatie om de conformiteit van het bouwproduct met de aangegeven prestaties aan te tonen. Zij werken op verzoek van deze autoriteiten met hen mee aan eventuele maatregelen ter voorkoming van de risico’s van bouwproducten die zij op de markt hebben geïntroduceerd.

    Artikel 13

    Verplichtingen van distributeurs

    1. Distributeurs die een product op de markt aanbieden, betrachten de nodige zorgvuldigheid in verband met de eisen van deze verordening.

    2. Alvorens een bouwproduct op de markt aan te bieden, zorgen distributeurs ervoor dat het product voorzien is van de vereiste CE-markering en vergezeld gaat van de krachtens deze verordening vereiste documenten en van instructies en veiligheidsinformatie in een taal die gemakkelijk te begrijpen is door gebruikers in de lidstaat waar het product op de markt wordt aangeboden, en dat de fabrikant en de importeur de eisen van artikel 10, leden 4 en 5, respectievelijk artikel 12, lid 3, hebben nageleefd.

    Wanneer een distributeur van mening is of redenen heeft om aan te nemen dat een bouwproduct niet conform is met de prestatieverklaring, mag hij het product pas op de markt aanbieden als het conform is met de bijgevoegde prestatieverklaring of als de prestatieverklaring is gecorrigeerd. De distributeur brengt de fabrikant of de importeur en ook de markttoezichtautoriteiten hiervan op de hoogte, wanneer het product een risico meebrengt.

    3. Gedurende de periode dat een bouwproduct onder zijn verantwoordelijkheid valt, zorgt een distributeur ervoor dat de opslag- en vervoersomstandigheden de conformiteit met de aangegeven prestaties niet in het gedrang brengen.

    4. Distributeurs die van mening zijn of redenen hebben om aan te nemen dat een door hen op de markt aangeboden bouwproduct niet conform is met de prestatieverklaring, zorgen er onmiddellijk voor dat de nodige corrigerende maatregelen worden genomen om dat product conform te maken of zo nodig uit de handel te nemen of van de eindgebruikers terug te roepen. Zij brengen de nationale autoriteiten van de lidstaten waar zij het product op de markt hebben aangeboden hiervan onmiddellijk op de hoogte, waarbij zij in het bijzonder de non-conformiteit en de genomen corrigerende maatregelen uitvoerig beschrijven.

    5. Distributeurs verstrekken de bevoegde nationale autoriteiten op grond van een met redenen omkleed verzoek alle benodigde informatie en documentatie om de conformiteit van het bouwproduct met de aangegeven prestaties aan te tonen. Zij werken op verzoek van deze autoriteiten met hen mee aan eventuele maatregelen ter voorkoming van de risico’s van de bouwproducten die zij op de markt hebben aangeboden.

    Artikel 14

    Gevallen waarin de verplichtingen van fabrikanten van toepassing zijn op importeurs en distributeurs

    Wanneer een importeur of distributeur een product onder zijn naam of handelsmerk op de markt introduceert of een al in de handel gebracht bouwproduct zodanig wijzigt dat de conformiteit met de aangegeven prestaties in het gedrang kan komen, wordt hij beschouwd als fabrikant in de zin van deze verordening en moet hij bijgevolg voldoen aan de verplichtingen van de fabrikant overeenkomstig artikel 10.

    Artikel 15

    Identificatie van marktdeelnemers

    Gedurende de in artikel 10, lid 2, bedoelde termijn zijn marktdeelnemers in staat de markttoezichtautoriteiten op verzoek het volgende mee te delen:

    a) welke marktdeelnemer een product aan hen heeft geleverd;

    b) aan welke marktdeelnemer zij een product hebben geleverd.

    HOOFDSTUK IV

    Geharmoniseerde technische specificaties

    Artikel 16

    Geharmoniseerde normen

    1. Geharmoniseerde normen worden door de in bijlage I bij Richtlijn 98/34/EG genoemde Europese normalisatie-instellingen vastgesteld op grond van mandaten die de Commissie overeenkomstig artikel 6 van die richtlijn heeft verleend.

    2. Geharmoniseerde normen stellen de methoden en criteria vast om de prestaties van bouwproducten met betrekking tot hun essentiële kenmerken te beoordelen.

    Geharmoniseerde normen voorzien in voorkomend geval in minder belastende methoden dan tests om de prestaties van bouwproducten met betrekking tot hun essentiële kenmerken te beoordelen.

    3. De Europese normalisatie-instellingen leggen in geharmoniseerde normen de toepasselijke productiecontrole in de fabriek vast, rekening houdend met de specifieke omstandigheden van het fabricageproces van het betrokken bouwproduct.

    4. De Commissie beoordeelt de conformiteit van de door de Europese normalisatie-instellingen vastgestelde geharmoniseerde normen met het relevante mandaat.

    De Commissie maakt in het Publicatieblad van de Europese Unie de lijst bekend met de referenties van de geharmoniseerde normen die conform zijn met de relevante mandaten en stelt de datum vast waarop die normen van toepassing zijn.

    De Commissie maakt alle bijwerkingen van die lijst bekend.

    Artikel 17

    Formeel bezwaar tegen geharmoniseerde normen

    1. Wanneer een lidstaat of de Commissie van mening is dat een geharmoniseerde norm niet geheel voldoet aan de in het desbetreffende mandaat beschreven eisen, legt de Commissie of die lidstaat de aangelegenheid met vermelding van argumenten voor aan het bij artikel 5 van Richtlijn 98/34/EG ingestelde comité. Het comité brengt na overleg met de relevante Europese normalisatie-instellingen onverwijld advies uit.

    2. Op basis van het advies van het comité beslist de Commissie of zij de referenties van de betrokken geharmoniseerde norm in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendmaakt, niet bekendmaakt, met beperkingen bekendmaakt, handhaaft, met beperkingen handhaaft of intrekt.

    3. De Commissie brengt de betrokken Europese normalisatie-instelling op de hoogte en verzoekt zo nodig om herziening van de geharmoniseerde normen in kwestie.

    Artikel 18 [17]

    Prestatieniveaus of -klassen

    1. De Commissie kan prestatieklassen vaststellen met betrekking tot de essentiële kenmerken van bouwproducten.

    De maatregelen die bedoeld zijn om niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen door ze aan te vullen, worden vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure met toetsing zoals bedoeld in artikel 51, lid 2.

    2. Wanneer de prestatieklassen met betrekking tot de essentiële kenmerken van bouwproducten niet door de Commissie worden vastgesteld, kunnen zij door de Europese normalisatie-instellingen in geharmoniseerde normen worden vastgelegd.

    Wanneer de Commissie prestatieklassen met betrekking tot de essentiële kenmerken van bouwproducten heeft vastgesteld, gebruiken de Europese normalisatie-instellingen deze klassen in geharmoniseerde normen.

    3. De Europese normalisatie-instellingen kunnen in geharmoniseerde technische specificaties vaststellen onder welke voorwaarden een product geacht wordt zonder tests of zonder verdere tests aan een bepaald prestatieniveau of een bepaalde prestatieklasse te voldoen.

    4. De lidstaten kunnen de prestatieniveaus of –klassen met betrekking tot de essentiële kenmerken van bouwproducten alleen vaststellen overeenkomstig de classificatiesystemen die door de Europese normalisatie-instellingen in geharmoniseerde normen of door de Commissie zijn vastgelegd.

    Artikel 19 [18]

    Beoordeling en verificatie van de bestendigheid van de prestaties

    1. De beoordeling en verificatie van de bestendigheid van de aangegeven prestaties van bouwproducten met betrekking tot hun essentiële kenmerken worden uitgevoerd volgens een van de in bijlage V beschreven systemen.

    2. De Commissie stelt vast welk systeem van toepassing is op een bepaald bouwproduct of een bepaalde familie van bouwproducten volgens de volgende criteria:

    a) het belang van het product ten opzichte van de fundamentele eisen voor werken;

    b) de aard van het product;

    c) het effect van de veranderlijkheid van de essentiële kenmerken van het bouwproduct tijdens zijn levensduur;

    d) de mate waarin bij de fabricage van het product gebreken kunnen optreden.

    In elk geval kiest de Commissie het minst belastende veiligheidsconforme systeem.

    De maatregelen die bedoeld zijn om niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen door ze aan te vullen, worden vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure met toetsing zoals bedoeld in artikel 51, lid 2.

    3. Het zo gekozen systeem wordt vermeld in de mandaten voor geharmoniseerde normen en in de geharmoniseerde technische specificaties.

    Artikel 20 [19]

    Europees beoordelingsdocument

    1. Het Europees beoordelingsdocument wordt door de in artikel 25, lid 1, bedoelde organisatie van technische beoordelingsinstanties goedgekeurd nadat een fabrikant of importeur volgens de procedure van bijlage II een verzoek om Europese technische beoordeling heeft ingediend.

    2. De in artikel 25, lid 1, bedoelde organisatie van technische beoordelingsinstanties stelt in het Europees beoordelingsdocument de methoden en criteria vast voor de beoordeling van de prestaties met betrekking tot de essentiële kenmerken van het bouwproduct die verband houden met het door de fabrikant beoogde gebruik.

    3. De in artikel 25, lid 1, bedoelde organisatie van technische beoordelingsinstanties legt in het Europees beoordelingsdocument vast welke specifieke productiecontrole in de fabriek moet worden toegepast, rekening houdend met de specifieke omstandigheden van het fabricageproces van het betrokken bouwproduct.

    Artikel 21 [20]

    Europese technische beoordeling

    1. De Europese technische beoordeling wordt voor elk bouwproduct afgegeven door een technische beoordelingsinstantie, nadat een fabrikant of importeur daar op basis van een Europees beoordelingsdocument volgens de procedure van bijlage II om heeft verzocht.

    2. De Commissie stelt het formaat van de Europese technische beoordeling vast.

    De maatregelen die bedoeld zijn om niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen door ze aan te vullen, worden vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure met toetsing zoals bedoeld in artikel 51, lid 2.

    HOOFDSTUK V

    Technische beoordelingsinstanties

    Artikel 22 [21]

    Aanwijzing van technische beoordelingsinstanties

    1. De lidstaten kunnen technische beoordelingsinstanties aanwijzen voor de in tabel 1 van bijlage IV genoemde productgebieden.

    Lidstaten die een technische beoordelingsinstantie hebben aangewezen, delen de andere lidstaten en de Commissie de naam en het adres van die instantie mee en het productgebied waarvoor zij is aangewezen.

    2. De Commissie maakt de lijst van de technische beoordelingsinstanties openbaar, met vermelding van de productgebieden waarvoor zij zijn aangewezen.

    De Commissie maakt alle bijwerkingen van die lijst openbaar.

    Artikel 23 [22]

    Eisen voor technische beoordelingsinstanties

    1. De technische beoordelingsinstantie voldoet aan de eisen in tabel 2 van bijlage IV.

    2. Indien een technische beoordelingsinstantie niet langer voldoet aan de in lid 1 bedoelde eisen, trekt de lidstaat de aanwijzing van die instantie in.

    3. De lidstaten brengen de Commissie en de andere lidstaten op de hoogte van hun nationale procedures voor de evaluatie van technische beoordelingsinstanties en voor het toezicht op hun activiteit, en van alle wijzigingen in die informatie. De Commissie maakt deze informatie openbaar.

    Artikel 24 [23]

    Evaluatie van technische beoordelingsinstanties

    1. De technische beoordelingsinstanties gaan na of andere technische beoordelingsinstanties voldoen aan de criteria in tabel 2 van bijlage IV.

    De evaluatie wordt georganiseerd door de in artikel 25, lid 1, bedoelde organisatie en vindt om de vier jaar plaats op de in tabel 1 van bijlage IV genoemde productgebieden waarvoor de technische beoordelingsinstanties zijn aangewezen.

    2. De Commissie stelt procedures vast om de evaluatie uit te voeren en ook passende beroepsprocedures tegen als gevolg van de evaluatie genomen besluiten.

    De maatregelen die bedoeld zijn om niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen door ze aan te vullen, worden vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure met toetsing zoals bedoeld in artikel 51, lid 2.

    De evaluatie van een technische beoordelingsinstantie mag niet worden uitgevoerd door een technische beoordelingsinstantie uit dezelfde lidstaat.

    3. De in artikel 25, lid 1, bedoelde organisatie deelt de resultaten van de evaluatie van technische beoordelingsinstanties mee aan alle lidstaten en aan de Commissie.

    De Commissie houdt in samenwerking met de lidstaten toezicht op de naleving van de voorschriften en op de goede werking van de evaluatie van technische beoordelingsinstanties.

    Artikel 25 [24]

    Coördinatie van de technische beoordelingsinstanties

    1. De technische beoordelingsinstanties richten een organisatie voor technische beoordeling op, hierna “organisatie van technische beoordelingsinstanties” genoemd.

    2. De organisatie van technische beoordelingsinstanties voert de volgende taken uit:

    a) de toepassing van de in artikel 19 en bijlage II beschreven voorschriften en procedures coördineren en de daarvoor benodigde steun verlenen;

    b) de Commissie tweemaal per jaar op de hoogte brengen van eventuele problemen met de voorbereiding van Europese beoordelingsdocumenten en van alle aspecten in verband met de interpretatie van de in artikel 19 en bijlage II beschreven voorschriften en procedures;

    c) Europese beoordelingsdocumenten goedkeuren;

    d) de evaluatie van de technische beoordelingsinstanties organiseren;

    e) zorgen voor de coördinatie van de technische beoordelingsinstanties.

    3. De Commissie kan de organisatie van technische beoordelingsinstanties bijstaan bij de uitvoering van de in lid 2, onder e), genoemde taken. De Commissie kan daartoe met die een partnerschapskaderovereenkomst sluiten.

    4. De lidstaten zorgen ervoor dat de technische beoordelingsinstanties met financiële en personele middelen bijdragen aan de organisatie van technische beoordelingsinstanties.

    HOOFDSTUK VI

    VEREENVOUDIGDE PROCEDURES

    Artikel 26 [25]

    Gebruik van specifieke technische documentatie

    1. Wanneer de fabrikant het producttype bepaalt, mag hij het typeonderzoek of de typeberekening vervangen door een specifieke technische documentatie waaruit blijkt dat:

    a) voor een of meer essentiële kenmerken van het bouwproduct dat hij op de markt introduceert, dat product geacht wordt een bepaald prestatieniveau of een bepaalde prestatieklasse te halen zonder tests of berekening of zonder verdere tests of berekening, overeenkomstig de voorwaarden die in de relevante geharmoniseerde technische specificatie of in het relevante besluit van de Commissie zijn vastgesteld;

    b) het bouwproduct dat hij op de markt introduceert, van hetzelfde producttype is als een ander bouwproduct dat door een andere fabrikant is vervaardigd en al overeenkomstig de relevante geharmoniseerde technische specificatie is getest. Wanneer deze voorwaarden zijn vervuld, heeft de fabrikant het recht de prestaties aan te geven op basis van alle of een deel van de testresultaten van dat andere product;

    c) het bouwproduct dat hij op de markt introduceert, een samenstel is van bestanddelen die hij naar behoren samenvoegt volgens nauwkeurige instructies van de leverancier van dat samenstel of bestanddeel ervan, die dat samenstel of bestanddeel al overeenkomstig de relevante geharmoniseerde technische specificatie op een of meer essentiële kenmerken heeft getest. Wanneer deze voorwaarden zijn vervuld, heeft de fabrikant het recht de prestaties aan te geven op basis van alle of een deel van de hem verstrekte testresultaten voor het samenstel of bestanddeel.

    De fabrikant kan de door een andere fabrikant verkregen testresultaten pas gebruiken als hij daarvoor de toestemming heeft gekregen van die andere fabrikant, die verantwoordelijk blijft voor de nauwkeurigheid, betrouwbaarheid en bestendigheid van die testresultaten.

    2. Als het in lid 1 bedoelde bouwproduct behoort tot een familie van bouwproducten waarvoor het toepasselijke systeem voor de beoordeling en verificatie van de bestendigheid van de prestaties systeem 1 of 2 van bijlage V is, wordt de specifieke technische documentatie geverifieerd door een relevante certificatie-instantie zoals bedoeld in bijlage V.

    Artikel 27 [26]

    Gebruik van specifieke technische documentatie door micro-ondernemingen

    1. Micro-ondernemingen kunnen het toepasselijke systeem voor de beoordeling van de aangegeven prestaties van een bouwproduct vervangen door een specifieke technische documentatie. De specifieke technische documentatie moet aantonen dat het bouwproduct voldoet aan de toepasselijke eisen.

    2. Als een bouwproduct behoort tot een familie van bouwproducten waarvoor het toepasselijke systeem voor de beoordeling en verificatie van de bestendigheid van de prestaties systeem 1 of 2 van bijlage V is, wordt de specifieke technische documentatie geverifieerd door een relevante certificatie-instantie zoals bedoeld in bijlage V.

    Artikel 28 [27]

    Gebruik van specifieke technische documentatie voor individueel vervaardigde producten

    1. Voor een bouwproduct dat in antwoord op een specifieke bestelling in een niet-geïndustrialiseerd productieproces is ontworpen en vervaardigd en dat in een enkel geïdentificeerd werk is geïnstalleerd, kan de fabrikant het toepasselijke systeem voor de beoordeling van de prestaties vervangen door een specifieke technische documentatie waaruit blijkt dat het product voldoet aan de relevante eisen.

    2. Als een bouwproduct behoort tot een familie van bouwproducten waarvoor het toepasselijke systeem voor de beoordeling en verificatie van de bestendigheid van de prestaties systeem 1 of 2 van bijlage V is, wordt de specifieke technische documentatie geverifieerd door een relevante certificatie-instantie zoals bedoeld in bijlage V.

    HOOFDSTUK VII

    Aanmeldende autoriteiten en aangemelde instanties

    Artikel 29 [28]

    Aanmelding

    De lidstaten melden bij de Commissie en de andere lidstaten de instanties aan die gemachtigd zijn om taken van derden uit te voeren bij de beoordeling en verificatie van de bestendigheid van de prestaties in het kader van deze verordening.

    Artikel 30 [29]

    Aanmeldende autoriteiten

    1. De lidstaten wijzen een aanmeldende autoriteit aan die verantwoordelijk is voor de instelling en uitvoering van de nodige procedures voor de beoordeling en aanmelding van de instanties die zullen worden gemachtigd om taken van derden uit te voeren bij de beoordeling en verificatie van de bestendigheid van de aangegeven prestaties voor de toepassing van deze verordening, en voor het toezicht op de aangemelde instanties, met inbegrip van de naleving van artikel 33.

    2. Wanneer de aanmelding gebaseerd is op een accreditatiecertificaat, kunnen de lidstaten de beoordeling en het toezicht zoals bedoeld in lid 1 laten uitvoeren door hun nationale accreditatie-instanties, zoals gedefinieerd in Verordening (EG) nr. ….

    3. Wanneer de aanmeldende autoriteit de beoordeling, de aanmelding of het toezicht zoals bedoeld in lid 1 delegeert, uitbesteedt of op andere wijze toevertrouwt aan een instantie die geen overheidsinstantie is, moet deze instantie een rechtspersoon zijn en dienovereenkomstig voldoen aan de eisen van artikel 31. Bovendien moet deze instantie een regeling treffen om de aansprakelijkheid voor haar activiteiten te dekken.

    4. De aanmeldende autoriteit neemt de volledige verantwoordelijkheid op zich voor de taken die door bovengenoemde instantie worden verricht.

    Artikel 31 [30]

    Eisen voor aanmeldende autoriteiten

    1. De aanmeldende autoriteit is zodanig opgericht dat zich geen belangenconflicten met aangemelde instanties voordoen.

    2. De aanmeldende autoriteit is zodanig georganiseerd en functioneert zodanig dat de objectiviteit en onpartijdigheid van haar activiteiten gewaarborgd zijn.

    3. De aanmeldende autoriteit is zodanig georganiseerd dat elk besluit in verband met de aanmelding van een prestatiebeoordelingsinstantie wordt genomen door bekwame personen die niet de beoordeling hebben verricht.

    4. De aanmeldende autoriteit mag geen activiteiten aanbieden of verrichten die worden uitgevoerd door aangemelde instanties en verleent geen adviezen op commerciële of concurrentiële basis.

    5. De aanmeldende autoriteit waarborgt de vertrouwelijkheid van de verkregen informatie.

    6. De aanmeldende autoriteit beschikt over een voldoende aantal bekwame personeelsleden om haar taken naar behoren uit te voeren.

    Artikel 32 [31]

    Informatieverplichting voor aanmeldende autoriteiten

    De lidstaten brengen de Commissie en de andere lidstaten op de hoogte van hun nationale procedures voor de evaluatie en aanmelding van prestatiebeoordelingsinstanties en voor het toezicht op aangemelde instanties, en van alle wijzigingen in die informatie.

    De Commissie maakt deze informatie openbaar.

    Artikel 33 [32]

    Eisen voor aangemelde instanties

    1. Om te kunnen worden aangemeld, moet een prestatiebeoordelingsinstantie voldoen aan de eisen in de leden 2 tot en met 11.

    2. De prestatiebeoordelingsinstantie is naar nationaal recht opgericht en bezit rechtspersoonlijkheid.

    3. De prestatiebeoordelingsinstantie is een derde partij die onafhankelijk is van de door haar beoordeelde organisaties of bouwproducten.

    Een instantie die lid is van een organisatie van ondernemers of van een vakorganisatie die ondernemingen vertegenwoordigt die betrokken zijn bij het ontwerp, de vervaardiging, de beschikbaarstelling, de montage, het gebruik of het onderhoud van de door haar beoordeelde bouwproducten, kan als een dergelijke instantie worden beschouwd op voorwaarde dat haar onafhankelijkheid en de afwezigheid van belangenconflicten gewaarborgd zijn.

    4. De prestatiebeoordelingsinstantie, haar hoogste leidinggevenden en het personeel dat verantwoordelijk is voor de uitvoering van taken van derden bij de beoordeling en verificatie van de bestendigheid van de aangegeven prestaties, zijn niet de ontwerper, fabrikant, leverancier, installateur, koper, eigenaar, gebruiker of onderhouder van de door hen beoordeelde bouwproducten, noch de gemachtigde van een van deze partijen. Dit staat echter het gebruik niet in de weg van beoordeelde producten die nodig zijn voor de activiteiten van de aangemelde instantie of van de producten voor persoonlijke doeleinden.

    Zij treden niet rechtstreeks of als vertegenwoordiger van de betrokken partijen op bij het ontwerpen, vervaardigen of bouwen, verkopen, installeren, gebruiken of onderhouden van deze bouwproducten. Zij oefenen geen activiteiten uit die hun onafhankelijke oordeel en hun integriteit met betrekking tot de activiteiten waarvoor zij zijn aangemeld, in het gedrang kunnen brengen.

    De aangemelde instantie zorgt ervoor dat de activiteiten van haar ondergeschikte instanties of subcontractanten geen afbreuk doen aan de vertrouwelijkheid, objectiviteit en onpartijdigheid van haar beoordelings- en/of verificatieactiviteiten.

    5. De aangemelde instantie en haar personeel voeren de taken van derden bij de beoordeling en verificatie van de bestendigheid van de prestaties uit met de grootste mate van beroepsintegriteit en met de vereiste technische bekwaamheid op het specifieke gebied en zij zijn vrij van elke druk en beïnvloeding, met name van financiële aard, die hun oordeel of de resultaten van hun beoordelings- en/of verificatieactiviteiten kunnen beïnvloeden, inzonderheid van personen of groepen van personen die belang hebben bij de resultaten van deze activiteiten.

    6. De aangemelde instantie is in staat alle taken van derden bij de beoordeling en verificatie van de bestendigheid van de prestaties te verrichten die overeenkomstig bijlage V aan een dergelijke instantie zijn toegewezen en waarvoor zij is aangemeld, ongeacht of deze taken door de aangemelde instantie zelf of namens haar en onder haar verantwoordelijkheid worden verricht.

    Te allen tijde en voor elk systeem van beoordeling en verificatie van de bestendigheid van de prestaties en elke soort of categorie bouwproducten, kenmerken en taken waarvoor zij is aangemeld, beschikt de aangemelde instantie over:

    a) het benodigde personeel met technische kennis en voldoende passende ervaring om de taken van derden bij de beoordeling en verificatie van de bestendigheid van de prestaties te verrichten;

    b) de vereiste beschrijving van de procedures die voor de beoordeling van de prestaties worden gevolgd, waarbij de transparantie en de mogelijkheid tot herhaling van deze procedures worden gewaarborgd. Zij moet beschikken over een passend beleid en adequate procedures die een onderscheid maken tussen taken die als aangemelde instantie worden uitgevoerd en andere activiteiten;

    c) de nodige procedures om bij de uitoefening van haar activiteiten rekening te houden met de omvang, de sector, de structuur van de ondernemingen, de complexiteit van de producttechnologie in kwestie en het massa- of seriële karakter van het productieproces.

    Zij beschikt over de nodige middelen om de technische en administratieve taken in verband met de activiteiten waarvoor zij is aangemeld, op passende wijze uit te voeren en heeft toegang tot alle vereiste apparatuur en faciliteiten.

    7. Het personeel dat verantwoordelijk is voor de uitvoering van de activiteiten waarvoor de instantie is aangemeld, beschikt over:

    a) een gedegen technische en beroepsopleiding die alle relevante taken van derden bij de beoordeling en verificatie van de bestendigheid van de aangegeven prestaties omvat waarvoor de instantie is aangemeld;

    b) een bevredigende kennis van de eisen van de beoordelingen en verificaties die het verricht en voldoende autoriteit om deze activiteiten uit te voeren;

    c) voldoende kennis van en inzicht in de toepasselijke geharmoniseerde normen en de relevante bepalingen van de verordening;

    d) de vereiste bekwaamheid voor het opstellen van certificaten, dossiers en rapporten waaruit blijkt dat de beoordelingen en verificaties zijn uitgevoerd.

    8. De onpartijdigheid van de aangemelde instantie, haar hoogste leidinggevenden en haar beoordelingspersoneel moet worden gewaarborgd.

    De beloning van de hoogste leidinggevenden van de aangemelde instantie en het beoordelingspersoneel hangt niet af van het aantal uitgevoerde beoordelingen of van de resultaten daarvan.

    9. De aangemelde instantie sluit een aansprakelijkheidsverzekering af, tenzij de wettelijke aansprakelijkheid naar nationaal recht bij de staat ligt of de lidstaat zelf rechtstreeks verantwoordelijk is voor de verrichte beoordeling en/of verificatie.

    10. Het personeel van de aangemelde instantie is gebonden aan het beroepsgeheim ten aanzien van alle informatie waarvan het kennis neemt bij de uitoefening van de taken overeenkomstig bijlage V, behalve ten opzichte van de bevoegde overheidsinstanties van de lidstaat waar de werkzaamheden plaatsvinden. De eigendomsrechten worden beschermd.

    11. De aangemelde instantie neemt deel aan, of zorgt ervoor dat haar beoordelingspersoneel op de hoogte is van de desbetreffende normalisatieactiviteiten en de activiteiten van de coördinatiegroep van aangemelde instanties die bij deze verordening is opgericht, en past de door die groep genomen administratieve beslissingen en geproduceerde documenten toe als algemene richtsnoeren.

    Artikel 34

    Vermoeden van conformiteit

    Wanneer een prestatiebeoordelingsinstantie kan aantonen dat zij voldoet aan de criteria in de relevante geharmoniseerde normen of delen ervan, waarvan de referenties in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt, wordt zij geacht aan de eisen van artikel 33 te voldoen, op voorwaarde dat de van toepassing zijnde geharmoniseerde normen deze eisen dekken.

    Artikel 35 [33]

    Ondergeschikte instanties en uitbesteding

    1. Wanneer de aangemelde instantie specifieke taken in verband met de taken van derden bij de beoordeling en verificatie van de bestendigheid van de prestaties uitbesteedt of door een ondergeschikte instantie laat uitvoeren, waarborgt zij dat de subcontractant of ondergeschikte instantie voldoet aan de eisen van artikel 33 en brengt zij de aanmeldende autoriteit daarvan op de hoogte.

    2. De aangemelde instantie neemt de volledige verantwoordelijkheid op zich voor de taken die worden verricht door subcontractanten of ondergeschikte instanties, ongeacht waar deze zijn gevestigd.

    3. Activiteiten mogen uitsluitend met instemming van de klant worden uitbesteed of door een ondergeschikte instantie worden uitgevoerd.

    4. De aangemelde instantie houdt alle relevante documenten over de beoordeling van de kwalificaties van de subcontractant of de ondergeschikte instantie en over de door de subcontractant of ondergeschikte instantie uit hoofde van bijlage V uitgevoerde werkzaamheden ter beschikking van de nationale autoriteiten.

    Artikel 36 [34]

    Witness tests

    1. Als dat om technische, economische of logistieke redenen verantwoord is, kunnen aangemelde instanties besluiten de in bijlage V bedoelde tests uit te voeren of onder hun toezicht te laten uitvoeren, hetzij in de productie-installaties met de testapparatuur van de fabrikant, hetzij met de voorafgaande toestemming van de fabrikant in een particulier of openbaar laboratorium met de testapparatuur van dat laboratorium.

    2. Alvorens die tests uit te voeren, gaat de aangemelde instantie na of de testapparatuur een passend ijksysteem heeft en of dat systeem werkt.

    Artikel 37 [35]

    Verzoek om aanmelding

    1. Om te worden gemachtigd voor het uitvoeren van taken van derden bij de beoordeling en verificatie van de bestendigheid van de prestaties, dient een instantie een verzoek om aanmelding in bij de aanmeldende autoriteit van de lidstaat waar zij is gevestigd.

    2. Het verzoek gaat vergezeld van een beschrijving van de te verrichten activiteiten, van de beoordelings- en/of verificatieprocedures waarvoor de instantie verklaart bekwaam te zijn en, indien dit bestaat, van een accreditatiecertificaat dat is afgegeven door een nationale accreditatie-instantie in de zin van Verordening (EG) nr. ... en waarin wordt verklaard dat de instantie voldoet aan de eisen van artikel 33.

    3. Wanneer de betrokken instantie geen accreditatiecertificaat kan overleggen, verstrekt zij de aanmeldende autoriteit alle bewijsstukken die nodig zijn om haar conformiteit met de eisen van artikel 33 te verifiëren, te erkennen en daar geregeld toezicht op te houden.

    Artikel 38 [36]

    Aanmeldingsprocedure

    1. Aanmeldende autoriteiten mogen uitsluitend instanties aanmelden die hebben voldaan aan de eisen van artikel 33.

    2. Zij verrichten de aanmelding bij de Commissie en de andere lidstaten door middel van het door de Commissie ontwikkelde en beheerde elektronische aanmeldingssysteem.

    Voor de in lid 3, tweede alinea, bedoelde horizontale aanmeldingen waarvoor het passende elektronische instrument niet beschikbaar is, wordt bij wijze van uitzondering een papieren versie van de aanmelding aanvaard.

    3. De aanmelding bevat alle nadere gegevens over de uit te voeren functies, de verwijzing naar de relevante geharmoniseerde technische specificatie en, voor de toepassing van het in punt 1.4 van bijlage V beschreven systeem, de essentiële kenmerken waarvoor de instantie bevoegd is.

    Verwijzing naar de relevante geharmoniseerde technische specificatie is echter niet vereist in de volgende gevallen van essentiële kenmerken:

    a) gedrag bij brand;

    b) brandwerendheid;

    c) gedrag bij een brand vanaf de buitenzijde;

    d) geluidsabsorptie.

    4. Wanneer een aanmelding niet gebaseerd is op een accreditatiecertificaat, verstrekt de aanmeldende autoriteit de Commissie en de andere lidstaten alle bewijsstukken van de bekwaamheid van de aangemelde instantie en van de genomen maatregelen om ervoor te zorgen dat geregeld toezicht wordt gehouden op de instantie en dat de instantie blijft voldoen aan de eisen van artikel 33.

    5. De betrokken instantie mag de activiteiten van een aangemelde instantie alleen verrichten als de Commissie en de andere lidstaten geen bezwaren hebben ingediend binnen twee weken na de aanmelding als er een accreditatiecertificaat is gebruikt, en binnen twee maanden na de aanmelding als er geen accreditatie is gebruikt.

    Alleen een dergelijke instantie wordt voor de toepassing van deze verordening als aangemelde instantie beschouwd.

    6. De Commissie en de andere lidstaten worden in kennis gesteld van alle relevante latere wijzigingen in de aanmelding.

    Artikel 39 [37]

    Identificatienummers en lijsten van aangemelde instanties

    1. De Commissie kent aan aangemelde instanties een identificatienummer toe.

    Zij kent per instantie slechts één nummer toe, ook als de instantie uit hoofde van diverse Gemeenschapsbesluiten is aangemeld.

    2. De Commissie maakt de lijst van de krachtens deze verordening aangemelde instanties openbaar, met vermelding van de toegekende identificatienummers en de activiteiten waarvoor zij zijn aangemeld.

    De Commissie zorgt voor de bijwerking van deze lijst.

    Artikel 40 [38]

    Wijzigingen in de aanmelding

    1. Wanneer een aanmeldende autoriteit heeft geconstateerd of vernomen dat een aangemelde instantie niet meer aan de eisen van artikel 33 voldoet of haar verplichtingen niet nakomt, wordt de aanmelding door de aanmeldende autoriteit beperkt, opgeschort of ingetrokken al naargelang de mate waarin de instantie daarin tekortschiet. Zij brengt daar de Commissie en de andere lidstaten onmiddellijk van op de hoogte.

    2. Wanneer de aanmelding wordt ingetrokken, beperkt of opgeschort of de aangemelde instantie haar activiteiten heeft gestaakt, doet de betrokken aanmeldende lidstaat het nodige om ervoor te zorgen dat de dossiers hetzij door een andere aangemelde instantie worden behandeld, hetzij op verzoek aan de verantwoordelijke aanmeldende autoriteit en markttoezichtautoriteit ter beschikking worden gesteld.

    Artikel 41 [39]

    Betwisting van de bekwaamheid van aangemelde instanties

    1. De Commissie onderzoekt alle gevallen waarin zij twijfelt of in kennis wordt gesteld van twijfels over de bekwaamheid van een aangemelde instantie of over de vraag of een aangemelde instantie nog aan de eisen voldoet en haar verantwoordelijkheden nakomt.

    2. De aanmeldende lidstaat verstrekt de Commissie op verzoek alle informatie over de grondslag van de aanmelding of het op peil houden van de bekwaamheid van de betrokken instantie.

    3. Alle informatie die de Commissie in het kader van haar onderzoek ontvangt, wordt door haar vertrouwelijk behandeld.

    4. Wanneer de Commissie vaststelt dat een aangemelde instantie niet of niet meer aan de aanmeldingseisen voldoet, brengt zij de aanmeldende lidstaat daarvan op de hoogte en verzoekt zij deze lidstaat de nodige corrigerende maatregelen te nemen en zo nodig de aanmelding in te trekken.

    Artikel 42 [40]

    Operationele verplichtingen van aangemelde instanties

    1. Aangemelde instanties voeren taken van derden uit overeenkomstig de in bijlage V beschreven systemen voor de beoordeling en verificatie van de bestendigheid van de prestaties.

    2. De beoordelingen en verificaties van de bestendigheid van de prestaties worden op evenredige wijze uitgevoerd, waarbij onnodige lasten voor marktdeelnemers worden vermeden. De aangemelde instanties verrichten hun activiteiten, rekening houdend met de omvang, de sector, de structuur van de ondernemingen, de relatieve technologische complexiteit van de bouwproducten en het seriële karakter van de productie.

    Daarbij nemen zij de door deze verordening voor het product vereiste striktheid in acht en houden zij rekening met de rol van het product in de veiligheid van de werken.

    3. Wanneer een aangemelde instantie bij het toezicht op de verificatie van de bestendigheid van de prestaties van het vervaardigde product vaststelt dat een bouwproduct niet meer dezelfde prestaties heeft als het producttype, verlangt zij van de fabrikant dat hij passende corrigerende maatregelen neemt; zo nodig schort zij het certificaat op of trekt zij het in.

    4. Wanneer geen corrigerende maatregelen worden genomen of de genomen maatregelen niet het vereiste effect hebben, worden de certificaten door de aangemelde instantie naargelang het geval beperkt, opgeschort of ingetrokken.

    Artikel 43 [41]

    Informatieverplichting voor aangemelde instanties

    1. Aangemelde instanties brengen de aanmeldende autoriteit op de hoogte van:

    a) elke weigering, beperking, opschorting of intrekking van certificaten;

    b) alle omstandigheden die van invloed zijn op de werkingssfeer van en de voorwaarden voor hun aanmelding;

    c) verzoeken om informatie over uitgevoerde activiteiten ter beoordeling en/of verificatie van de bestendigheid van de prestaties, die zij van markttoezichtautoriteiten hebben ontvangen;

    d) op verzoek, de binnen de werkingssfeer van hun aanmelding uitgevoerde taken van derden overeenkomstig de systemen voor de beoordeling en verificatie van de bestendigheid van de prestaties, en andere activiteiten, waaronder grensoverschrijdende activiteiten en uitbesteding.

    2. Aangemelde instanties verstrekken de andere krachtens deze verordening aangemelde instanties die soortgelijke taken van derden overeenkomstig de systemen voor de beoordeling en verificatie van de bestendigheid van de prestaties voor dezelfde bouwproducten uitvoeren, relevante informatie over negatieve en op verzoek ook over positieve resultaten van deze beoordelingen en/of verificaties.

    Artikel 44 [42]

    Uitwisseling van ervaring

    De Commissie organiseert de uitwisseling van ervaring tussen de nationale autoriteiten van de lidstaten die verantwoordelijk zijn voor het aanmeldingsbeleid.

    Artikel 45 [43]

    Coördinatie van aangemelde instanties

    De Commissie zorgt voor passende coördinatie en samenwerking tussen uit hoofde van artikel 29 aangemelde instanties in het kader van groepen van aangemelde instanties op zowel sectoraal als sectoroverschrijdend niveau.

    De lidstaten zorgen ervoor dat de door hen aangemelde instanties rechtstreeks of via aangewezen vertegenwoordigers aan de werkzaamheden van die groepen deelnemen.

    HOOFDSTUK VIII

    Markttoezicht- en vrijwaringsprocedures

    Artikel 46 [44]

    Procedure voor bouwproducten die op nationaal niveau een risico meebrengen

    1. Wanneer de markttoezichtautoriteiten van een lidstaat maatregelen hebben genomen krachtens artikel 18 van Verordening (EG) nr. ... of voldoende redenen hebben om aan te nemen dat een onder deze verordening vallend bouwproduct de aangegeven prestaties niet haalt en/of een risico voor de gezondheid of veiligheid van personen of voor andere onder deze verordening vallende aspecten van de bescherming van algemene belangen meebrengt, voeren zij een beoordeling van het betrokken product uit in het licht van alle in deze verordening vastgestelde eisen. De betrokken marktdeelnemers werken op elke vereiste wijze met de markttoezichtautoriteiten samen.

    Wanneer de markttoezichtautoriteiten bij deze beoordeling vaststellen dat het bouwproduct niet aan de in deze verordening vastgestelde eisen voldoet, verlangen zij onverwijld van de betrokken marktdeelnemer dat hij alle passende corrigerende maatregelen neemt om het product met deze eisen conform te maken of uit de handel te nemen of terug te roepen binnen een door hen vast te stellen redelijke termijn, die evenredig is met de aard van het risico.

    De markttoezichtautoriteiten stellen de betrokken aangemelde instantie daarvan op de hoogte.

    Artikel 19 van Verordening (EG) nr. … is van toepassing op de hierboven bedoelde maatregelen.

    2. Wanneer de markttoezichtautoriteiten van mening zijn dat de non-conformiteit niet tot het nationale grondgebied beperkt is, brengen zij de Commissie en de andere lidstaten op de hoogte van de resultaten van de beoordeling en van de maatregelen die zij van de marktdeelnemer hebben verlangd.

    3. De marktdeelnemer zorgt ervoor dat de door hem genomen corrigerende maatregelen worden toegepast op alle betrokken bouwproducten die hij in de Gemeenschap op de markt heeft aangeboden.

    4. Wanneer de betrokken marktdeelnemer niet binnen de in lid 1, tweede alinea, bedoelde termijn doeltreffende corrigerende maatregelen neemt, nemen de markttoezichtautoriteiten alle passende voorlopige maatregelen om het op de nationale markt aanbieden van het bouwproduct te verbieden of te beperken, dan wel het bouwproduct in de betrokken lidstaat uit de handel te nemen of terug te roepen.

    Zij brengen de Commissie en de andere lidstaten onverwijld van deze maatregelen op de hoogte.

    5. De in lid 4 bedoelde informatie omvat alle bekende bijzonderheden, met name de gegevens die nodig zijn om het non-conforme bouwproduct te identificeren, om de oorsprong van het bouwproduct, de aard van het risico en de aard en duur van de genomen nationale maatregelen vast te stellen en om kennis te nemen van de door de betrokken marktdeelnemer naar voren gebrachte standpunten. De markttoezichtautoriteiten vermelden met name of de non-conformiteit een van de volgende redenen heeft:

    a) het product voldoet niet aan de in deze verordening vastgestelde eisen ten aanzien van de gezondheid of veiligheid van personen of andere aspecten van de bescherming van algemene belangen;

    b) tekortkomingen in de geharmoniseerde technische specificaties of in de specifieke technische documentatie.

    6. De andere lidstaten dan die welke de procedure in gang heeft gezet, brengen de Commissie en de andere lidstaten onverwijld op de hoogte van door hen genomen maatregelen en van aanvullende informatie over de non-conformiteit van het betrokken bouwproduct waarover zij beschikken, en van hun bezwaren indien zij het niet eens zijn met de aangemelde nationale maatregel.

    7. Indien binnen vijftien werkdagen na de ontvangst van de in lid 4 bedoelde informatie geen bezwaar tegen een voorlopige maatregel van een lidstaat jegens het betrokken bouwproduct is ingebracht door een lidstaat of de Commissie, wordt de maatregel geacht gerechtvaardigd te zijn.

    8. De lidstaten zorgen ervoor dat ten aanzien van het betrokken bouwproduct onmiddellijk de passende beperkende maatregelen worden genomen, zoals het uit de handel nemen van het product op hun markt.

    Artikel 47 [45]

    Communautaire vrijwaringsprocedure

    1. Wanneer na voltooiing van de procedure van artikel 46, leden 3 en 4, bezwaren tegen een nationale maatregel van een lidstaat worden ingebracht of de Commissie van mening is dat de nationale maatregel in strijd is met de Gemeenschapswetgeving, treedt de Commissie onverwijld in overleg met de lidstaten en de betrokken marktdeelnemer(s) en voert zij een evaluatie van de nationale maatregel uit. Aan de hand van de resultaten van die evaluatie stelt de Commissie een beschikking vast, waarin zij aangeeft of de maatregel al dan niet gerechtvaardigd is.

    De Commissie richt haar beschikking tot alle lidstaten en brengt de lidstaten en de betrokken marktdeelnemer(s) daar onmiddellijk van op de hoogte.

    2. Indien de nationale maatregel gerechtvaardigd wordt geacht, nemen alle lidstaten de nodige maatregelen om het non-conforme bouwproduct uit de handel te nemen. De lidstaten stellen de Commissie daarvan in kennis. Indien de nationale maatregel niet gerechtvaardigd wordt geacht, trekt de betrokken lidstaat de maatregel in.

    3. Indien de nationale maatregel gerechtvaardigd wordt geacht en de non-conformiteit van het bouwproduct wordt toegeschreven aan tekortkomingen in de geharmoniseerde normen zoals bedoeld in artikel 46, lid 5, onder b), brengt de Commissie de relevante Europese normalisatie-instellingen op de hoogte en legt zij de aangelegenheid voor aan het bij artikel 5 van Richtlijn 98/34/EG ingestelde comité. Het comité raadpleegt de relevante Europese normalisatie-instelling en brengt onverwijld advies uit.

    Indien de nationale maatregel gerechtvaardigd wordt geacht en de non-conformiteit van het bouwproduct wordt toegeschreven aan tekortkomingen in de Europese beoordelingsdocumenten of in de specifieke technische documentatie zoals bedoeld in artikel 46, lid 5, onder b), neemt de Commissie passende maatregelen.

    Artikel 48 [46]

    Conforme bouwproducten die toch een risico voor de gezondheid en veiligheid meebrengen

    1. Wanneer een lidstaat na uitvoering van een beoordeling overeenkomstig artikel 46, lid 1, vaststelt dat een bouwproduct dat conform is met deze verordening, toch een risico voor de gezondheid of veiligheid van personen of voor andere aspecten van de bescherming van algemene belangen meebrengt, verlangt deze lidstaat van de betrokken marktdeelnemer dat hij alle passende maatregelen neemt om ervoor te zorgen dat het bouwproduct dat risico niet meer meebrengt wanneer het op de markt wordt geïntroduceerd, of om het bouwproduct binnen een door de lidstaat vast te stellen redelijke termijn, die evenredig is met de aard van het risico, uit de handel te nemen of terug te roepen.

    2. De marktdeelnemer zorgt ervoor dat de door hem genomen corrigerende maatregelen worden toegepast op alle betrokken bouwproducten die hij in de Gemeenschap op de markt heeft aangeboden.

    3. De lidstaat brengt de Commissie en de andere lidstaten onmiddellijk op de hoogte. De informatie omvat alle bekende bijzonderheden, met name de gegevens die nodig zijn om het betrokken bouwproduct te identificeren en om de oorsprong en de toeleveringsketen van het product, de aard van het risico en de aard en duur van de nationale maatregelen vast te stellen.

    4. De Commissie treedt onverwijld in overleg met de lidstaten en de betrokken marktdeelnemer(s) en voert een evaluatie van de nationale maatregel uit. Aan de hand van de resultaten van die evaluatie stelt de Commissie een beschikking vast, waarin zij aangeeft of de maatregel al dan niet gerechtvaardigd is, en stelt zij zo nodig passende maatregelen voor.

    5. De Commissie richt haar beschikking tot alle lidstaten en brengt de lidstaten en de betrokken marktdeelnemer(s) daar onmiddellijk van op de hoogte.

    Artikel 49 [47]

    Formele non-conformiteit

    1. Onverminderd artikel 46 verlangt een lidstaat, wanneer hij een van de volgende feiten vaststelt, van de betrokken marktdeelnemer dat deze een einde maakt aan de non-conformiteit:

    a) de CE-markering is in strijd met artikel 7 of 8 aangebracht;

    b) de CE-markering is niet aangebracht, hoewel dat overeenkomstig artikel 7, lid 1, vereist is;

    c) de prestatieverklaring is niet opgesteld, hoewel dat overeenkomstig artikel 4 vereist is;

    d) de prestatieverklaring is niet opgesteld overeenkomstig de artikelen 4, 5 en 6;

    e) de technische documentatie is niet beschikbaar of onvolledig.

    2. Wanneer de in lid 1 bedoelde non-conformiteit voortduurt, neemt de lidstaat alle passende maatregelen om het op de markt aanbieden van het bouwproduct te beperken of te verbieden, of het product terug te roepen of uit de handel te nemen.

    HOOFDSTUK IX

    Slotbepalingen

    Artikel 50 [48]

    Wijziging van de bijlagen

    1. De Commissie kan de bijlagen I tot en met V wijzigen.

    2. De maatregelen die bedoeld zijn om niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen, worden vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure met toetsing zoals bedoeld in artikel 51, lid 2.

    Artikel 51 [49]

    Comité

    1. De Commissie wordt bijgestaan door een comité, Permanent comité voor de bouw genoemd.

    2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn artikel 5 bis, leden 1 tot en met 4, en artikel 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.

    Artikel 52 [50]

    Intrekking

    1. Richtlijn 89/106/EEG wordt ingetrokken.

    2. Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijn worden verstaan als verwijzingen naar deze verordening.

    Artikel 53 [51]

    Overgangsbepalingen

    1. Bouwproducten die vóór 1 juli 2011 overeenkomstig Richtlijn 89/106/EEG op de markt zijn geïntroduceerd, worden geacht te voldoen aan deze verordening.

    2. Fabrikanten en importeurs mogen een prestatieverklaring opstellen op basis van een conformiteitscertificaat dat of een conformiteitsverklaring die vóór 1 juli 2011 overeenkomstig Richtlijn 89/106/EEG is afgegeven.

    3. Richtsnoeren voor Europese technische goedkeuring die vóór 1 juli 2011 overeenkomstig artikel 11 van Richtlijn 89/106/EEG werden gepubliceerd, mogen als Europese beoordelingsdocumenten worden gebruikt.

    4. Fabrikanten en importeurs mogen Europese technische goedkeuringen die overeenkomstig artikel 9 van Richtlijn 89/106/EEG vóór 1 juli 2011 zijn verstrekt, tijdens hun volledige geldigheidsduur gebruiken als Europese technische beoordelingen.

    Artikel 54 [52]

    Inwerkingtreding

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    De artikelen 3 tot en met 21, de artikelen 26, 27 en 28, de artikelen 46 tot en met 50, de artikelen 52 en 53 en de bijlagen I, II, III en V zijn echter van toepassing met ingang van 1 juli 2011.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, […]

    Voor het Europees Parlement Voor de Raad

    De voorzitter De voorzitter

    BIJLAGE I

    Fundamentele eisen voor werken

    Het bouwwerk als geheel en ook de afzonderlijke delen ervan moeten geschikt zijn voor het beoogde gebruik.

    Bij normaal onderhoud moet gedurende een economisch redelijke levensduur aan de fundamentele eisen voor werken worden voldaan.

    1. Mechanische weerstand en stabiliteit

    Het bouwwerk moet zodanig worden ontworpen en uitgevoerd dat de krachten die er tijdens de bouw en het gebruik op kunnen inwerken, geen van de volgende effecten teweegbrengen:

    a) instorting van het gehele werk of een deel ervan;

    b) aanzienlijke vervormingen die niet toelaatbaar zijn;

    c) schade aan andere delen van het werk of aan inrichtingen of installaties als gevolg van een aanzienlijke vervorming van de dragende constructie;

    d) schade door een gebeurtenis die niet in verhouding staat tot de oorspronkelijke oorzaak.

    2. Brandveiligheid

    Het bouwwerk moet zodanig worden ontworpen en uitgevoerd dat bij het uitbreken van brand:

    a) het draagvermogen van de constructie gedurende een bepaalde tijd behouden blijft;

    b) het ontstaan en de verspreiding van vuur en rook binnen het bouwwerk zelf beperkt blijft;

    c) de uitbreiding van de brand naar belendende bouwwerken beperkt blijft;

    d) de veiligheid van reddingsploegen in acht wordt genomen.

    3. Hygiëne, gezondheid en milieu

    Het bouwwerk moet zodanig worden ontworpen en uitgevoerd dat het geen risico vormt voor de hygiëne en gezondheid van bewoners en omwonenden en dat het tijdens zijn volledige levensduur geen buitengewoon grote invloed uitoefent op de milieukwaliteit of op het klimaat, noch tijdens de bouw, noch tijdens het gebruik en de sloop ervan, voornamelijk als gevolg van:

    a) de afgifte van toxische gassen;

    b) de emissie van gevaarlijke stoffen, vluchtige organische verbindingen, broeikasgassen of gevaarlijke deeltjes in de binnen- of buitenlucht;

    c) de emissie van gevaarlijke straling;

    d) het lozen van gevaarlijke stoffen in drinkwater, grondwater, zeewater of de bodem;

    e) onjuiste afvoer van afvalwater, emissie van rookgassen of onjuiste verwijdering van vast of vloeibaar afval;

    f) vochtophoping in delen of op binnenoppervlakken van het bouwwerk.

    4. Gebruiksveiligheid

    Het bouwwerk moet zodanig worden ontworpen en uitgevoerd dat het gebruik ervan of de daarin verrichte activiteiten geen onaanvaardbare ongevallenrisico's meebrengen, zoals uitglijden, vallen, botsen, brandwonden, elektrocutie of verwondingen door explosie.

    5. Bescherming tegen geluidshinder

    Het bouwwerk moet zodanig worden ontworpen en uitgevoerd dat het door gebruikers en omwonenden waargenomen geluid op een zodanig niveau gehandhaafd blijft dat het hun gezondheid niet bedreigt en dat hun slaap, hun rust en hun werk daar geen nadeel van ondervinden.

    6. Energiebesparing en warmtebehoud

    Het bouwwerk en de verwarmings-, koel- en ventilatie-installaties ervan moeten zodanig worden ontworpen en uitgevoerd dat, rekening houdend met de lokale klimaatomstandigheden en de gebruikers, een gering energieverbruik voldoende is.

    7. duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen

    Het bouwwerk moet zodanig worden ontworpen, uitgevoerd en gesloopt dat duurzaam gebruik wordt gemaakt van natuurlijke hulpbronnen en het volgende wordt gewaarborgd:

    a) de recycleerbaarheid van het bouwwerk en de materialen en delen ervan na de sloop;

    b) de duurzaamheid van het bouwwerk;

    c) het gebruik van milieuvriendelijke grondstoffen en secundaire materialen in het bouwwerk.

    BIJLAGE II

    Procedure voor de goedkeuring van een Europees beoordelingsdocument en voor het verstrekken van een Europese technische beoordeling

    1. Een technische beoordelingsinstantie voert de beoordeling uit en verstrekt de Europese technische beoordeling op het productgebied waarvoor zij is aangewezen.

    De bepalingen van deze bijlage voor fabrikanten gelden ook voor importeurs.

    2. De opstelling en de goedkeuring van een Europees beoordelingsdocument vinden plaats overeenkomstig de punten 2.1 tot en met 2.9.

    2.1. De technische beoordelingsinstantie die een verzoek om Europese technische beoordeling ontvangt (hierna de “verantwoordelijke technische beoordelingsinstantie” genoemd) voor een bouwproduct, brengt de in artikel 25, lid 1, bedoelde organisatie van technische beoordelingsinstanties en de Commissie op de hoogte van de inhoud van het verzoek en van de referentie van het besluit van de Commissie betreffende de beoordeling en verificatie van de bestendigheid van de prestaties, dat de technische beoordelingsinstantie voor dit product wil toepassen, of van het ontbreken van een dergelijk besluit van de Commissie.

    2.2. De verantwoordelijke technische beoordelingsinstantie verkrijgt, in samenwerking met de fabrikant, de relevante informatie over het product en het beoogde gebruik ervan. De verantwoordelijke technische beoordelingsinstantie deelt de fabrikant mee of het product geheel of gedeeltelijk onder een andere geharmoniseerde technische specificatie valt. De verantwoordelijke technische beoordelingsinstantie stelt dan een eerste met de fabrikant te sluiten contract op, waarin de voorwaarden voor de opstelling van het werkprogramma worden vastgesteld.

    2.3. Binnen een maand na de sluiting van het eerste contract dient de fabrikant bij de verantwoordelijke technische beoordelingsinstantie een technisch dossier in met een beschrijving van het product, het beoogde gebruik ervan en nadere gegevens over de door hem toegepaste productiecontrole in de fabriek.

    2.4. Binnen een maand na de ontvangst van het technische dossier bereidt de verantwoordelijke technische beoordelingsinstantie het tweede ontwerpcontract en het ontwerpwerkprogramma voor en zendt deze aan de fabrikant toe met alle gedetailleerde aspecten en met de acties die zij zal ondernemen om voor de essentiële kenmerken van het product de prestaties te beoordelen in verband met het beoogde gebruik. Het ontwerpwerkprogramma omvat ten minste de volgende delen:

    a) deel 1: het beoordelingsprogramma waarin de testmethoden, berekeningsmethoden, beschrijvende methoden, parameters en alle andere middelen, zoals de beoordelingscriteria, worden vermeld die passend worden geacht voor de identificatie van het product en voor de beoordeling van zowel de prestaties voor de essentiële kenmerken ervan in verband met het beoogde gebruik als de duurzaamheidsaspecten voor de relevante essentiële kenmerken;

    b) deel 2: de activiteiten met betrekking tot de eerste inspectie van de fabriek waarin het product wordt vervaardigd waarop het verzoek betrekking heeft;

    c) deel 3: de plaatsen waarop de tests zullen worden uitgevoerd;

    d) deel 4: de verwachte tijd en kosten.

    2.5. Na de sluiting van het tweede contract, inclusief het overeengekomen werkprogramma, tussen de verantwoordelijke technische beoordelingsinstantie en de fabrikant, stuurt de verantwoordelijke technische beoordelingsinstantie deel 1 van het werkprogramma, samen met het deel van het technische dossier dat verband houdt met de beschrijving van het product en het beoogde gebruik ervan, naar alle andere technische beoordelingsinstanties die voor hetzelfde, in tabel 1 van bijlage IV genoemd bouwproductgebied zijn aangewezen. Deze technische beoordelingsinstanties richten een werkgroep op die door de verantwoordelijke technische beoordelingsinstantie wordt gecoördineerd.

    Binnen twee weken nadat alle betrokken technische beoordelingsinstanties deze documenten van de verantwoordelijke technische beoordelingsinstantie hebben ontvangen, stelt de werkgroep het ontwerp op van het Europees beoordelingsdocument, dat de methoden en criteria bevat voor de beoordeling van de prestaties voor de relevante essentiële kenmerken, zulks op basis van deel 1 van het werkprogramma en van de pertinente en verantwoorde technische bijdragen van haar leden.

    2.6. Het ontwerp van het Europees beoordelingsdocument wordt dan, samen met het relevante deel van het technische dossier dat de beschrijving van het product en het beoogde gebruik ervan bevat, door de verantwoordelijke technische beoordelingsinstantie meegedeeld aan alle andere technische beoordelingsinstanties.

    Binnen twee weken verstrekken deze andere technische beoordelingsinstanties de verantwoordelijke technische beoordelingsinstantie de relevante informatie over hun nationale bouwregelgeving en andere wettelijke of administratieve bepalingen die van toepassing zijn op het product en het beoogde gebruik ervan. De verantwoordelijke technische beoordelingsinstantie brengt de leden van de werkgroep en de fabrikant op de hoogte van de inhoud van deze bijdragen.

    2.7. Na raadpleging van de werkgroep neemt de verantwoordelijke technische beoordelingsinstantie deze bijdragen op in het ontwerp van het Europees beoordelingsdocument dat zij aan de in artikel 25, lid 1, bedoelde organisatie van technische beoordelingsinstanties toestuurt. Nadat de organisatie van technische beoordelingsinstanties het eindontwerp van het Europees beoordelingsdocument heeft meegedeeld aan de fabrikant, die een week heeft om daarop te reageren, keurt zij het Europees beoordelingsdocument goed als voorlopig document. De organisatie van technische beoordelingsinstanties zendt een exemplaar van het goedgekeurd voorlopig Europees beoordelingsdocument naar de fabrikant en de Commissie. Als de Commissie de organisatie van technische beoordelingsinstanties binnen vijftien werkdagen na de ontvangst van dat exemplaar haar opmerkingen over het voorlopig Europees beoordelingsdocument meedeelt, wordt het door de organisatie van technische beoordelingsinstanties dienovereenkomstig gewijzigd. Na het verstrijken van deze termijn begint de verantwoordelijke technische beoordelingsinstantie met de voorbereidingen voor het uitvoeren van de beoordeling.

    2.8. De verantwoordelijke technische beoordelingsinstantie voert de beoordeling uit overeenkomstig de bepalingen van het goedgekeurd voorlopig Europees beoordelingsdocument en verstrekt vervolgens de overeenkomstige Europese technische beoordeling.

    2.9. Zodra de eerste Europese technische beoordeling op basis van een bepaald voorlopig Europees beoordelingsdocument door de verantwoordelijke technische beoordelingsinstantie is verstrekt, wordt dit Europees beoordelingsdocument door de organisatie van technische beoordelingsinstanties op basis van een voorstel van de verantwoordelijke technische beoordelingsinstantie zo nodig bijgewerkt. De Commissie maakt de referentie van het definitief Europees beoordelingsdocument in de C-reeks van het Publicatieblad van de Europese Unie bekend.

    3. Zodra de referentie van het definitief Europees beoordelingsdocument in het Publicatieblad van de Europese Unie is bekendgemaakt, worden de voorbereidingen voor Europese technische beoordelingen op basis van latere verzoeken voor bouwproducten met soortgelijke essentiële kenmerken in verband met het beoogde gebruik als in het eerste verzoek, uitgevoerd overeenkomstig dit definitief Europees beoordelingsdocument.

    4. Een vertegenwoordiger van de Commissie mag alle vergaderingen van de in punt 2.5 bedoelde werkgroep als waarnemer bijwonen.

    5. Als alle technische beoordelingsinstanties en de fabrikant niet tot overeenstemming zijn gekomen over het Europees beoordelingsdocument, legt de organisatie van technische beoordelingsinstanties deze kwestie voor aan de Commissie om er een passende oplossing voor te vinden.

    BIJLAGE III

    Prestatieverklaring

    nr. ...................

    1. Nr. ........................... (unieke identificatiecode van het product)

    2. Naam of merk en adres van de fabrikant (of zijn gemachtigde):

    .................................................................................................................................

    .................................................................................................................................

    3. Deze prestatieverklaring wordt verstrekt onder volledige verantwoordelijkheid van de fabrikant:

    .................................................................................................................................

    .................................................................................................................................

    4. Beschrijving van het product (waarmee het kan worden getraceerd):

    .................................................................................................................................

    .................................................................................................................................

    5. De prestaties van het hierboven beschreven product zijn conform met de in punt 7 aangegeven prestaties.

    6. .................................................. (naam, nummer van de aangemelde instantie, indien relevant)

    heeft ………………………………………………. (beschrijving van de werkzaamheden) uitgevoerd

    en ……………………………………. (het conformiteitscertificaat van het product, het conformiteitscertificaat van de productiecontrole in de fabriek, de testrapporten, indien relevant) verstrekt:

    ........................................................................................................................

    ........................................................................................................................

    7. Prestatieverklaring (lijst, niveaus en klassen en verwijzing naar de overeenkomstige geharmoniseerde technische specificatie / specifieke technische documentatie die is gebruikt om de prestaties voor de aangegeven essentiële kenmerken te beoordelen)

    Naam van het aangegeven essentiële kenmerk | Prestatieniveau of -klasse voor het aangegeven essentiële kenmerk | Referentie van de geharmoniseerde technische specificatie / specifieke technische documentatie |

    | | |

    | | |

    | | |

    Ondertekend voor en namens: ………………………….

    ............................................ ...............................................

    (plaats en datum van afgifte) (naam, functie) (handtekening)

    BIJLAGE IV

    Productgebieden en eisen voor technische beoordelingsinstanties

    Tabel 1 - Productgebieden

    Gebiedscode | Productgebied | Families van bouwproducten |

    A | Civieltechnische werken | Geotextiel en aanverwante producten – Verkeersinrichtingen – Bestratingsproducten en vloerafwerkingen voor bestrating - Toeslagmaterialen – Producten voor de wegenbouw - Buizen, reservoirs en toebehoren die niet in contact komen met voor menselijke consumptie bestemd water – Vloerconstructies (inclusief zwevende vloeren), wegen en andere verkeersgebieden – Asfaltbeton voor zeer dunne lagen - Rioleringsproducten – Beschermingspakketten tegen vallend gesteente - Vloeibaar aan te brengen waterdichtingskits voor brugdekken - Voegovergangen voor verkeersbruggen |

    B | gePREFABRICeerde volledige/gedeeltelijke bouweenheden | Geprefabriceerde bouwpakketten voor houtskeletbouw of voor gebouwen in rondhout - Bouwpakketten voor koelgebouwen en bouwpakketten voor schillen van koelgebouwen - Geprefabriceerde bouweenheden - Bouwpakketten met betonnen skelet - Bouwpakketten met metalen skelet |

    C | materialen en bestanddelen voor dragende muren | Houtproducten voor de bouw en toebehoren - Cement, bouwkalk en andere hydraulische bindmiddelen - Wapeningsstaal en voorspanstaal voor beton - Metaalconstructieproducten en hulpproducten - Producten voor beton, mortel en injectiespecie - Opleggingen voor bouwkundige en civieltechnische toepassingen - Vooraf vervaardigde betonproducten - Geprefabriceerde trappen - Lichte samengestelde balken en pilaren op houtbasis - Voorspansystemen (kits) - Ankers |

    D | dakbedekking en bouwschil | Vliesgevelsystemen - Dakbedekkingen, daklichten, dakramen en toebehoren - Vlakglas, geprofileerd glas en glasblokken – Binnen- en buitenramen en -deuren, dakopeningen en lichtkoepels - Systemen voor vloeibaar aangebrachte waterdichte dakbedekking - Kits voor gevelbekleding - Verlijmde vliesgevels - Mechanisch bevestigde flexibele afdichtingssystemen voor daken - Bouwpakketten voor zelfdragende doorschijnende daken - Geprefabriceerde houtachtige dragende panelen en zelfdragende samengestelde lichte panelen |

    E | bouwelementen/-pakketten voor binnen/buiten | Sanitair – Platen op houtbasis - Metselwerk en bijbehorende producten - In- en uitwendige afwerkingen voor wanden en plafonds – Gipsproducten - Kits voor scheidingswanden - Kits voor waterdichte vloer- en wandbekleding van natte ruimten - Niet-dragende blijvende bekistingssystemen/-kits bestaande uit holle blokken of panelen van isolatiemateriaal en/of beton |

    F | verwarming/VENTILATIe/isolatie | Schoorstenen, rookkanalen en specifieke producten - Voorzieningen voor ruimteverwarming - Warmte-isolatieproducten - Kits voor externe thermische isolatie met bepleistering – Kits voor isolatie d.m.v. een omkeerdak – Gevelbekledingsplaten |

    G | bevestigingen/afdichtingen/kleefmiddelen | Bouwlijm – Constructieve penverbindingen – Driedimensionele nagel-/spijkerplaten – Ankers/bouten/schroeven - Wandpanelen van roestvrij staal - Loodslabben in spouwmuren - Bevestigingsmiddel voor gevelbekleding en platte daken of zadeldaken – Verbindingen voor betonnen sandwichelementen – Gas- en waterdichte afdichtingen voor buizen in muur- en vloerdoorvoeren - Kits voor dichtingsprofielen en -strips - Dichtingsmengsels en -profielen voor voegen - Elastische opgehangen bevestigingen - Trekbanden - Puntbevestiging – Afstotende en oppervlaktebehandelingsproducten – Egaliserende bevestigingsverbindingen voor daken, muren en binnentoepassingen – Vochtwerende producten/behandelingen |

    H | brandbeveiliging en aanverwante producten | Branddetectie- en alarmsystemen, vaste brandbestrijdingssystemen, brandbeveiligings- en anti-rooksystemen en explosiebeveiligingsproducten - Producten met brandvertragende, brandwerende en tegen brand afdichtende eigenschappen |

    I | ELEKTRIsche INSTALLATIe | Elk bouwproduct in verband met de elektrische installatie |

    J | GASINSTALLATIe | Elk bouwproduct in verband met de gasinstallatie |

    K | WATERvoorziening en riolering | Kit bestaande uit een sifon met gedeeltelijk mechanische sluiting, gemonteerd in een kolk zonder sifon - Kit voor mangatdeksel, bestaande uit een deksel en extra ringen van kunststof voor verschillende toepassingen – Leidingenkits voor koud en warm water, inclusief voor menselijke consumptie bestemd water - Leidingsystemen voor drainering en riolering met of zonder druk – Soepele verbindingen voor stort- en drukriolen en draineerbuizen - Composttoilet |

    Tabel 2 – Eisen voor technische beoordelingsinstanties

    Bevoegdheid | Beschrijving van de bevoegdheid | Eis |

    1 Risicoanalyse | Onderzoek naar de potentiële risico’s en voordelen van het gebruik van innovatieve bouwproducten zonder te beschikken over gedegen/geconsolideerde technische informatie over de prestaties ervan wanneer ze in bouwwerken worden gebruikt. | Een technische beoordelingsinstantie moet onafhankelijk zijn van de belanghebbenden en van alle particuliere belangen.Voorts moet een technische beoordelingsinstantie beschikken over personeel met:a) objectiviteit en een gedegen technisch oordeel; b) grondige kennis van de in de lidstaten geldende regelgeving en andere voorschriften op de productgebieden waarvoor de instantie is aangewezen;c) algemeen inzicht in de bouwpraktijken en grondige technische kennis op de productgebieden waarvoor de instantie is aangewezen;d) grondige kennis van de specifieke risico’s en de technische aspecten van het bouwproces;e) grondige kennis van de bestaande geharmoniseerde normen en testmethoden op de productgebieden waarvoor de instantie is aangewezen;f) passende taalvaardigheid. |

    2 Vaststellen van technische criteria | De resultaten van de risicoanalyse omzetten in technische criteria voor de beoordeling van het gedrag en de prestaties van de bouwproducten i.v.m. de naleving van de toepasselijke nationale eisen;de benodigde technische informatie voor de deelnemers aan het bouwproces als potentiële gebruikers van de bouwproducten (fabrikanten, ontwerpers, aannemers, installateurs). | |

    3 Vaststellen van beoordelingsmethoden | Passende methoden (tests of berekeningen) ontwerpen en valideren om de prestaties voor essentiële kenmerken van bouwproducten te beoordelen, rekening houdend met de huidige stand van de techniek. | |

    4 Vaststellen van de specifieke productiecontrole in de fabriek | Het fabricageproces van het specifieke product begrijpen en evalueren teneinde passende maatregelen te kunnen nemen om de bestendigheid van het product via het fabricageproces in kwestie te waarborgen. | Een technische beoordelingsinstantie moet beschikken over personeel met een passende kennis van de relatie tussen de fabricageprocessen en de productkenmerken in verband met de productiecontrole in de fabriek. |

    5 Beoordeling van het product | De prestaties voor essentiële kenmerken van bouwproducten beoordelen op basis van geharmoniseerde methoden tegenover geharmoniseerde criteria. | Behalve de in de punten 1, 2 en 3 gestelde eisen moet een technische beoordelingsinstantie toegang hebben tot de benodigde apparatuur voor de beoordeling van de prestaties voor essentiële kenmerken van bouwproducten op de productgebieden waarvoor zij is aangewezen. |

    6 Algemeen beheer | Zorgen voor coherentie, betrouwbaarheid, objectiviteit en traceerbaarheid door de constante toepassing van passende beheersmethoden. | Een technische beoordelingsinstantie moet beschikken over: a) bewijsstukken inzake een correct bestuurlijk gedrag;b) een beleid met bijbehorende procedures om de vertrouwelijkheid van gevoelige informatie bij de instantie zelf en bij al haar partners te waarborgen;c) een documentcontrolesysteem om de registratie, traceerbaarheid, beschikbaarheid en archivering van alle relevante documenten te waarborgen;d) een mechanisme voor interne audit en beoordeling van het beheer om geregeld te controleren of passende beheersmethoden worden toegepast;e) een procedure om beroepen en klachten objectief te behandelen. |

    BIJLAGE V

    Beoordeling en verificatie van de bestendigheid van de prestaties

    1. Systemen voor beoordeling en verificatie van de bestendigheid van de prestaties

    1.1. Systeem 1 – Verklaring van de prestaties voor de essentiële kenmerken van het product door de fabrikant op basis van de volgende items:

    a) de fabrikant voert het volgende uit:

    i) de productiecontrole in de fabriek;

    ii) verdere tests van in de fabriek genomen monsters volgens het voorgeschreven testprogramma;

    b) de aangemelde instantie verstrekt het conformiteitscertificaat van het product op basis van:

    i) de bepaling van het producttype op grond van typeonderzoek (inclusief bemonstering), typeberekening, getabelleerde waarden of een beschrijvende documentatie van het product;

    ii) de eerste inspectie van de productie-installatie en van de productiecontrole in de fabriek;

    iii) permanente bewaking, beoordeling en evaluatie van de productiecontrole in de fabriek;

    iv) steekproefsgewijze controle van in de fabriek genomen monsters.

    1.2. Systeem 2 – Verklaring van de prestaties voor de essentiële kenmerken van het product door de fabrikant op basis van de volgende items:

    a) de fabrikant voert het volgende uit:

    i) de productiecontrole in de fabriek;

    ii) verdere tests van door de fabrikant in de fabriek genomen monsters volgens het voorgeschreven testprogramma;

    b) de aangemelde instantie verstrekt het conformiteitscertificaat van het product op basis van:

    i) de bepaling van het producttype op grond van typeonderzoek (inclusief bemonstering), typeberekening, getabelleerde waarden of een beschrijvende documentatie van het product;

    ii) de eerste inspectie van de productie-installatie en van de productiecontrole in de fabriek;

    iii) permanente bewaking, beoordeling en evaluatie van de productiecontrole in de fabriek.

    1.3. Systeem 3 – Verklaring van de prestaties voor de essentiële kenmerken van het product door de fabrikant op basis van de volgende items:

    a) de fabrikant voert het volgende uit:

    i) de bepaling van het producttype op grond van typeonderzoek (inclusief bemonstering), typeberekening, getabelleerde waarden of een beschrijvende documentatie van het product;

    ii) de productiecontrole in de fabriek;

    iii) tests van in de fabriek genomen monsters volgens het voorgeschreven testprogramma;

    b) de aangemelde instantie verstrekt het conformiteitscertificaat van de productiecontrole in de fabriek op basis van:

    i) de eerste inspectie van de productie-installatie en van de productiecontrole in de fabriek;

    ii) permanente bewaking, beoordeling en evaluatie van de productiecontrole in de fabriek.

    1.4. Systeem 4 – Verklaring van de prestaties voor de essentiële kenmerken van het product door de fabrikant op basis van de volgende items:

    a) de fabrikant voert de productiecontrole in de fabriek uit:

    b) de aangemelde instantie bepaalt het producttype op grond van typeonderzoek (op basis van de bemonstering door de fabrikant), typeberekening, getabelleerde waarden of een beschrijvende documentatie van het product.

    1.5. Systeem 5 – Verklaring van de prestaties voor de essentiële kenmerken van het product door de fabrikant op basis van de volgende items:

    a) de fabrikant voert het volgende uit:

    i) de bepaling van het producttype op grond van typeonderzoek, typeberekening, getabelleerde waarden of een beschrijvende documentatie van het product;

    ii) de productiecontrole in de fabriek;

    b) geen taken voor de aangemelde instantie.

    2. Instanties die betrokken zijn bij de beoordeling en verificatie van de bestendigheid van de prestaties

    De aangemelde instanties die bij de beoordeling en verificatie van de bestendigheid van de prestaties van een bouwproduct betrokken zijn, kunnen op grond van hun taken als volgt worden ingedeeld:

    (1) certificatie-instantie: een aangemelde, al dan niet van de overheid afhankelijke instantie die de nodige deskundigheid en bevoegdheid bezit om de certificering volgens de vastgestelde procedure- en beheersregels af te wikkelen;

    (2) inspectie-instantie: een aangemelde instantie die over de nodige organisatie, personeel, deskundigheid en integriteit beschikt om volgens specifieke criteria de volgende taken te vervullen: beoordeling, aanbeveling tot aanvaarding en vervolgens toezicht op de kwaliteitscontrole door de fabrikant, en keuze en evaluatie van bouwproducten in de fabriek volgens specifieke criteria;

    (3) testlaboratorium: een aangemeld laboratorium dat de kenmerken of prestaties van materialen of bouwproducten meet, onderzoekt, test, ijkt of op enige andere manier bepaalt.

    [1] PB L 40 van 11.2.1989, blz. 12. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 93/68/EEG, PB L 220 van 30.8.1993, blz. 1.

    [2] Europese Commissie (2005): COM(2005) 535 definitief: Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's "Uitvoering van het Lissabonprogramma van de Gemeenschap: Een strategie voor de vereenvoudiging van de regelgeving", Brussel.

    [3] MEMO/05/394 en MEMO/06/426 van de Europese Commissie.

    [4] COM(2007) 36 definitief.

    [5] uitgevoerd door Risk & Policy Analysts Ltd (RPA), VK.

    [6] PB C […] van [...], blz. […].

    [7] PB C […] van [...], blz. […].

    [8] PB C […] van [...], blz. […].

    [9] PB C […] van [...], blz. […].

    [10] PB L 40 van 11.2.1989, blz. 12. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).

    [11] PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23. Besluit gewijzigd bij Besluit 2006/512/EG (PB L 200 van 22.7.2006, blz. 11).

    [12] PB L 124 van 20.5.2003, blz. 36.

    --------------------------------------------------

    Top