Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52008PC0188

Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1683/95 betreffende de invoering van een uniform visummodel, wat de nummering van visa betreft

/* COM/2008/0188 def. - CNS 2008/0074 */

52008PC0188




[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 14.4.2008

COM(2008) 188 definitief

2008/0074 (CNS)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1683/95 betreffende de invoering van een uniform visummodel, wat de nummering van visa betreft

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL |

Motivering en doel van het voorstel Het visumnummer vormt een integrerend onderdeel van het uniforme visummodel. Het wordt opgenomen ter identificatie van het individuele visum dat door een van de lidstaten aan een onderdaan van een derde land is afgegeven. Het nummer wordt tijdens het productieproces vóór de personalisering op de zelfklever gedrukt teneinde verloren of gestolen blanco documenten te onderkennen. Het dient ook voor de registratie van visumzelfklevers teneinde de voorraden en de afgegeven visa te controleren. De nummering van visa wordt momenteel gedeeltelijk omschreven in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1683/95 betreffende de invoering van een uniform visummodel[1] en in de door de Commissie aangenomen technische specificaties[2]. De nummering bestaat uit het visumnummer, voorafgegaan door de letter of letters van de afgevende lidstaat zoals beschreven in punt 3 van de bijlage bij de verordening. Momenteel worden hiervoor de landencodes voor autokentekenplaten gebruikt. De Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) heeft normen voor machineleesbare reisdocumenten, en in het bijzonder een lijst van landencodes, vastgesteld. Krachtens de ICAO-normen moet de eerste lijn van de machineleesbare zone de drieletterige ICAO-landencode van de afgevende staat en de tweede lijn het visumnummer (waarbij gebruik wordt gemaakt van negen invoerposities) omvatten. Het uniforme visummodel moet machineleesbaar zijn en bijgevolg voldoen aan de ICAO-normen teneinde het controleproces aan de grens te bespoedigen. Aangezien het op de tweede lijn van de machineleesbare zone gebruikte visumnummer beperkt is tot negen karakters, hebben zich in het verleden een aantal problemen voorgedaan met de huidige visumnummering. Ten eerste interpreteerden de lidstaten de nummering op hun eigen manier, die voldeed aan de vereisten van hun eigen proces voor de productie van visumzelfklevers, maar niet volledig in overeenstemming was met Verordening (EG) nr. 1683/95 en evenmin met de ICAO-normen (sommige lidstaten gebruikten meer dan negen karakters, die niet pasten in de machineleesbare zone en bijgevolg slechts gedeeltelijk werden ingevoerd). De visa konden bijgevolg niet door machines worden gelezen, moesten manueel in het systeem worden ingevoerd of konden zelfs niet worden teruggevonden. Ten tweede biedt de huidige formulering van de technische specificaties voor het uniforme visummodel niet voldoende ruimte voor de karakters van de volgnummers van de visumzelfklevers van die landen die grote aantallen visa afgeven. Voorts was er sprake van een zeker gebrek aan samenhang, aangezien in de machineleesbare zone als landencode de ICAO-code en voor het nummer van de visumzelfklever het systeem van de autokentekenplaten worden gebruikt. Tot nog toe waren die verschillen niet zo belangrijk, omdat visa aan de grens alleen visueel worden onderzocht of gecontroleerd door de machineleesbare zone te lezen. Zodra het visuminformatiesysteem (VIS) is ingevoerd, zal voor de verificatie bij de doorlaatposten aan de buitengrenzen in beginsel gebruik worden gemaakt van het nummer van de visumzelfklever, in combinatie met de vingerafdrukken van de visumhouder. Het betrokken aanvraagdossier voor het visum zal in het VIS worden opgevraagd aan de hand van het nummer van de visumzelfklever, waarna zal worden geverifieerd of de vingerafdrukken van de persoon die het visum aan de grens aanbiedt overeenkomen met die welke door de consulaire post in het aanvraagdossier zijn opgenomen. In de meeste gevallen zal de aanvraag naar het VIS worden gezonden door de machineleesbare zone van het visum te lezen. In het kader van het VIS moet dus een uniek visumnummer worden gebruikt, dat op de visumzelfklever is gedrukt en overeenstemt met het nummer in de machineleesbare zone. Het huidige systeem voor visumnummering moet bijgevolg worden gewijzigd om te komen tot een uniek visumzelfklevernummer. Aldus kan worden vermeden dat er bij de verificatie meerdere visumdossiers worden aangetroffen, in plaats van het enige, relevante aanvraagdossier. Tegelijkertijd zouden de ICAO-landencodes moeten worden gebruikt voor de nummering van visumzelfklevers, teneinde de ICAO-normen in acht te nemen. Met het oog op coherentie zou in beginsel ook de landencode met een latent beeldeffect moeten worden aangepast, maar omdat daarvoor plaatdruk wordt gebruikt, zouden de drukplaten moeten worden gewijzigd, wat zeer duur is. Omdat deze landencode losstaat van de nummering, kan nog worden gewacht met de aanpassing ervan. Om in de huidige fase de kosten te beperken, zou deze aanpassing later moeten worden doorgevoerd in het kader van andere wijzigingen van Verordening (EG) nr. 1683/95. |

Algemene context De invoering van het VIS voor de uitwisseling van visumgegevens is een van de belangrijkste beleidsinitiatieven van de Europese Unie met het oog op de totstandbrenging van een ruimte van vrijheid en veiligheid. Het VIS moet de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk visumbeleid, de consulaire samenwerking en de raadpleging van centrale visumautoriteiten verbeteren, om de visumaanvraagprocedure te vergemakkelijken, "visumshopping" te voorkomen, fraudebestrijding en controles bij de doorlaatposten aan de buitengrenzen en op het grondgebied van de lidstaten gemakkelijker te maken, de identificatie en terugkeer van illegale immigranten te ondersteunen, de toepassing van Verordening (EG) nr. 343/2003 "Dublin II"[3] te vergemakkelijken en bedreigingen van de interne veiligheid van de lidstaten te voorkomen. In dit verband is het van essentieel belang dat grenswachters die het VIS raadplegen een uniek visumzelfklevernummer kunnen gebruiken om het dossier te vinden aan de hand waarvan de vingerafdrukken van personen die zich aan de grens aanbieden, kunnen worden geverifieerd. |

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied Aangezien de huidige bepalingen van Verordening (EG) nr. 1683/95 betreffende de invoering van een uniform visummodel en de huidige aanvullende technische specificaties het niet mogelijk maken een coherent en uniek visumzelfklevernummer in te voeren voor raadpleging van het VIS, moet de wijze van nummering van visumzelfklevers worden gewijzigd vóór de inwerkingtreding van het VIS. |

Belangrijkste geraadpleegde organisaties en deskundigen Deskundigen van de lidstaten en VIS-deskundigen zijn geraadpleegd om een goed en coherent systeem voor de nummering van visumzelfklevers te vinden. |

Effectbeoordeling Indien het huidige systeem voor visumnummering wordt behouden, zouden er in het visuminformatiesysteem geen betrouwbare biometrische verificaties kunnen worden verricht. De vraag is dus of het bestaande systeem voor visumnummering moet worden toegepast met een uniforme overname van het visumnummer in de machineleesbare zone, dan wel of er een andere oplossing moet worden gezocht. De toepassing van het bestaande systeem kreeg geen steun omdat de voor karakters voorziene ruimte ontoereikend was. Het bij artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1683/95 ingestelde technische comité onderzocht meerdere opties: Optie 1 Alle lidstaten zorgen ervoor dat zij visumzelfklevernummers met negen karakters hebben, beginnend met de landencode zoals bepaald in de huidige technische specificaties, en dat deze nummers identiek worden overgenomen op de tweede lijn van de machineleesbare zone. Optie 2 Er wordt een nieuw systeem ingevoerd met nog steeds negen karakters, maar waarbij de huidige voorletters worden vervangen door de erkende ICAO-(ISO-)codes, die bestaan uit drie letters (uitzondering: voor Duitsland wordt slechts de letter "D" gebruikt). Daarnaast kunnen zes karakters worden gebruikt. Deze karakters kunnen bestaan uit letters en nummers, zodat er maximaal 2 176 782 335 volgnummers mogelijk zijn. Optie 3 Op de tweede lijn van de machineleesbare zone wordt het visumzelfklevernummer geprint maar zonder de landencode. Op basis van de eerste lijn van de machineleesbare zone kan dan worden vastgesteld welk land het visum heeft afgegeven. Bij deze optie zouden 999 999 999 999 volgnummers kunnen worden toegekend. In de rechterbovenhoek zou de landencode niet verschijnen omdat deze code in de machineleesbare zone kan worden gelezen. De deskundigen waren van mening dat geen van deze opties werkbaar was en waren het erover eens dat de oplossing erin bestaat de landencode te scheiden van het visumnummer. Het visumnummer, dat bestaat uit negen nummers, zal worden gedrukt in rubriek 5 van de visumzelfklever (rechterbovenhoek). Om blanco visa van elkaar te kunnen onderscheiden en om een uniek visumnummer te kunnen aanmaken, zal de in de machineleesbare zone gebruikte landencode, die overeenstemt met de ICAO-code, worden gedrukt in ondergrondbedrukking net onder het visumnummer (nieuwe rubriek 5a). De voorgestelde oplossing heeft niet alleen tot gevolg dat er een uniek visumzelfklevernummer wordt aangemaakt maar ook dat er extra ruimte komt voor karakters, wat nuttig is voor lidstaten die grote aantallen visa afgeven. Lidstaten moeten hun drukmethoden wijzigen en de nieuwe visumzelfklevers verspreiden onder hun consulaten vóór het VIS operationeel wordt. Zodra het VIS operationeel is, kunnen de lidstaten hun consulaten overal aansluiten op het systeem of kunnen zij het systeem geleidelijk regionaal invoeren. Lidstaten die niet vooruitlopen op de geleidelijke regionale invoering van het VIS, kunnen hun voorraad oude visa opgebruiken in regio's waar het systeem nog niet is ingevoerd. Anders moeten de resterende voorraden op veilige wijze worden vernietigd. Met het oog op de tenuitvoerlegging van dit voorstel moeten na de vaststelling ervan ook de technische specificaties worden gewijzigd, aangezien het uniforme model zal moeten worden aangepast. |

2. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL |

Samenvatting van de voorgestelde maatregel Het visumzelfklevernummer, dat tijdens het productieproces wordt gedrukt, moet worden aangepast aan de nieuwe eisen van het VIS en aan de rechtsgrondslag ervan. Het in het systeem opgenomen visumzelfklevernummer moet uniek zijn zodat bij verificatie de vingerafdrukken worden vergeleken met de gegevens uit het juiste aanvraagdossier. |

Rechtsgrondslag Artikel 62, punt 2, onder b), iii), van het EG-Verdrag. Wat het Verenigd Koninkrijk en Ierland betreft, wordt ervan uitgegaan dat zij deelnemen aan deze maatregel. De basisverordening (EG) nr. 1683/95 was gebaseerd op het oude artikel 100 C van het EG-Verdrag. Na de inwerkingtreding van het Verdrag van Amsterdam werd deze rechtsgrondslag niet gewijzigd of vervangen, anders dan bij Verordening (EG) nr. 539/2001, die volledig werd herschreven om rekening te houden met de nieuwe rechtsgrondslag. Bijgevolg wordt ervan uitgegaan dat het Verenigd Koninkrijk en Ierland nog steeds deelnemen aan maatregelen die reeds vóór de inwerkingtreding van het Verdrag van Amsterdam zijn vastgesteld op basis van de eerste pijler. Bijgevolg zijn er dienaangaande geen overwegingen toegevoegd. |

Evenredigheidsbeginsel Het voorstel is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel: omdat hetzelfde resultaat niet door de lidstaten alleen kan worden verwezenlijkt, moet de Gemeenschap maatregelen nemen. |

Keuze van instrumenten |

Voorgesteld instrument: wijziging van Verordening (EG) nr. 1683/95. |

3. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING |

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Gemeenschap. |

Nadere uitleg van het voorstel |

Artikel 1

Artikel 1 bevat alle wijzigingen die in de bijlage moeten worden aangebracht met het oog op de voorgenomen wijziging van de volgnummers voor visumzelfklevers.

De laatste twee wijzigingen (in de punten 5 en 6) hebben betrekking op de wijzigingen die zijn aangebracht bij Verordening (EG) nr. 334/2002[4]. De bijlage is destijds niet aangepast, omdat de lidstaten op dat ogenblik de nieuwe visumzelfklever nog niet hadden geproduceerd en er bijgevolg nog geen nieuw model beschikbaar was. De bijlage bij de verordening bleef bijgevolg ongewijzigd. Thans moet zij in overeenstemming worden gebracht met het in de bijlage opgenomen nieuwe model. Aangezien het in punt 1 vermelde veiligheidskenmerk (een "teken dat bestaat uit negen ellipsen") in het nieuwe visum is vervangen door een foto, moet punt 1 dus worden vervangen door punt 2a en moet punt 2a worden geschrapt.

Artikel 2

Dit artikel bevat het uitvoeringskader.

Het VIS zou in mei 2009 operationeel moeten zijn en zou nadien worden ingevoerd zodra de lidstaten hebben bevestigd dat zij de nodige maatregelen hebben genomen. Het is van essentieel belang dat de lidstaten visumzelfklevers met de nieuwe nummers gebruiken zodra het VIS operationeel is, althans in de landen waar het systeem het eerst wordt ingevoerd; de "oude" visumzelfklevers kunnen worden gebruikt in andere regio's die nog niet op het VIS zijn aangesloten. Daarom verstrijkt de termijn voor uitvoering op 1 mei 2009, maar kunnen voorraden visumzelfklevers worden opgebruikt in regio's die nog niet op het VIS zijn aangesloten. Na de aanneming van deze verordening zal de Commissie zo snel mogelijk de vereiste technische specificaties vaststellen, zodat de desbetreffende beschikking tijdig kan worden aangenomen. De technische specificaties zullen het uniforme visummodel aanpassen door de landencode in een ruimte net onder het nationale visumnummer te plaatsen (zie bijlage).

2008/0074 (CNS)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1683/95 betreffende de invoering van een uniform visummodel, wat de nummering van visa betreft

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 62, punt 2, onder b), iii),

Gezien het voorstel van de Commissie[5],

Gezien het advies van het Europees Parlement[6],

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Het huidige rechtskader dat werd gecreëerd door Verordening (EG) nr. 1683/95 van 29 mei 1995 betreffende de invoering van een uniform visummodel[7] en de aanvullende technische specificaties die door de Commissie zijn vastgesteld op 7.2.1996 en 27.12.2000[8], maakt het niet mogelijk betrouwbare opzoekingen te verrichten in het visuminformatiesysteem, dat is ingesteld bij Verordening (EG) nr. [ ] van het Europees Parlement en de Raad van [ ] betreffende het visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling tussen de lidstaten van informatie op het gebied van visa voor kort verblijf (VIS-verordening)[9].

(2) Nadeel van het huidige nummeringssysteem is met name dat er niet voldoende karakters kunnen worden vermeld op visa die worden afgegeven door lidstaten die grote aantallen aanvragen ontvangen.

(3) Een coherent en uniek visumzelfklevernummer is bijgevolg van essentieel belang voor verificaties in het VIS.

(4) Verordening (EG) nr. 1683/95 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(5) Wat IJsland en Noorwegen betreft, vormt deze verordening een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten Overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis[10] die vallen onder artikel 1, punt B, van Besluit 1999/437/EG van de Raad inzake bepaalde toepassingsbepalingen van die overeenkomst[11].

(6) Wat Zwitserland betreft, vormt deze verordening een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de door de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat ondertekende Overeenkomst inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis die vallen onder artikel 1, punt A, van Besluit 1999/437/EG, juncto artikel 4, lid 1, van de Besluiten 2004/849/EG[12] en 2004/860/EG[13] van de Raad,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1683/95 wordt als volgt gewijzigd:

1) Aan artikel 2 wordt het volgende lid 3 toegevoegd:

"3. Overeenkomstig de in artikel 6, lid 2, bedoelde procedure kan worden besloten dat de in artikel 2 bedoelde specificaties geheim zijn en niet worden bekendgemaakt. In dat geval worden zij uitsluitend aan de door de lidstaten aangewezen organisaties die verantwoordelijk zijn voor het drukken en aan door een lidstaat of de Commissie naar behoren gemachtigde personen verstrekt. "

2) Artikel 3, lid 1, wordt geschrapt.

3) De bijlage wordt vervangen door de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie .

De lidstaten passen deze verordening uiterlijk op 1 mei 2009 toe. De lidstaten kunnen hun resterende voorraden opgebruiken in consulaire vertegenwoordigingen die niet zijn aangesloten op het visuminformatiesysteem (VIS).

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De voorzitter

BIJLAGE

Het volgende model wordt ingevoegd:

[pic]

Veiligheidskenmerken

1. Er wordt een volgens hoge veiligheidsnormen vervaardigde foto geïntegreerd.

2. In deze zone komt een optisch variabel beeldmerk ("kinegram" of soortgelijk beeldmerk). Afhankelijk van de gezichtshoek worden twaalf sterren, het "E" -teken en een aardbol zichtbaar in verschillende grootten en kleuren.

3. In deze zone komt het logo dat bestaat uit een letter of letters die de afgevende lidstaat (of "BNL" in het geval van de Beneluxstaten, nl. België, Nederland en Luxemburg) aanduiden met een latent beeldeffect. Dit logo is licht wanneer het horizontaal wordt gehouden en donker wanneer het 90° is gedraaid. De volgende logo's worden gebruikt: A voor Oostenrijk, BG voor Bulgarije, BNL voor Benelux, CY voor Cyprus, CZE voor Tsjechië, D voor Duitsland, DK voor Denemarken, E voor Spanje, EST voor Estland, F voor Frankrijk, FIN voor Finland, GR voor Griekenland, H voor Hongarije, I voor Italië, IRL voor Ierland, LT voor Litouwen, LVA voor Letland, M voor Malta, P voor Portugal, PL voor Polen, ROU voor Roemenië, S voor Zweden, SK voor Slowakije, SVN voor Slovenië, UK voor het Verenigd Koninkrijk.

4. In het midden van deze zone komt het woord "visum" in hoofdletters in optisch variabele inkt. Afhankelijk van de gezichtshoek is de kleur groen of rood.

5. Deze rubriek bevat het negencijferige nationale nummer van de visumzelfklever, dat is voorgedrukt. Er wordt een bijzonder karakter gebruikt.

5a. Deze rubriek bevat de drieletterige landencode conform ICAO-document 9303 betreffende machineleesbare reisdocumenten[14], ter aanduiding van de afgevende lidstaat.

Het "visumzelfklevernummer" is de drieletterige landencode van rubriek 5a en het nationale nummer van rubriek 5.

In te vullen rubrieken

6. Deze rubriek begint met de woorden: "geldig voor". De afgevende overheid geeft het grondgebied of de grondgebieden aan waarvoor het visum geldig is.

7. Deze rubriek begint met het woord "van" en verder op de lijn komt het woord "tot". De afgevende overheid dient hier de geldigheidsduur van het visum aan te geven.

8. Deze rubriek begint met de woorden "type visum". De afgevende overheid vermeldt de visumcategorie overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 5 en 7. Verder op de lijn komen de woorden "aantal binnenkomsten","verblijfsduur" (d.w.z. door de aanvragers beoogde verblijfsduur) en "dagen".

9. Deze rubriek begint met de woorden "afgegeven te" en dient om de plaats van afgifte te vermelden.

10. Deze rubriek begint met het woord "op" (gevolgd door de datum van afgifte die door de afgevende overheid wordt ingevuld) en verder op de lijn komt het woord "paspoortnummer" (gevolgd door het paspoortnummer van de houder).

11. Deze rubriek begint met de woorden "voornaam, naam".

12. Deze rubriek begint met de woorden "opmerkingen". Zij wordt door de afgevende overheid gebruikt voor bijkomende gegevens die zij noodzakelijk acht, mits beantwoordend aan het bepaalde in artikel 4 van deze verordening. De volgende twee en een halve lijn worden voor dergelijke opmerkingen opengelaten.

13. Deze rubriek bevat relevante machineleesbare informatie om controles aan de buitengrenzen te vergemakkelijken. Het machineleesbare gedeelte bevat in ondergrondbedrukking een gedrukte tekst ter aanduiding van de lidstaat die het document afgeeft. Deze tekst mag de technische elementen van de machineleesbare zone of de leesbaarheid ervan niet beïnvloeden.

Het papier heeft een natuurlijke kleur met rode en blauwe tekens.

De bewoordingen die de rubrieken aanduiden zijn in het Engels en in het Frans gesteld. De afgevende staat kan een derde officiële taal van de Gemeenschap daaraan toevoegen. Het woord "visum" op de bovenste lijn mag evenwel in eender welke officiële taal van de Gemeenschap voorkomen.

[1] PB L 164 van 14.7.1995, blz. 1-4.

[2] Beschikking 2/96 van 7.2.1996 en beschikking COM(2000) 4332 van 27.12.2000, niet gepubliceerd.

[3] PB L 50 van 25.2.2003, blz. 1-10.

[4] PB L 53 van 23.2.2002, blz. 7-8.

[5] PB C […] van […], blz. [...].

[6] PB C […] van […], blz. [...].

[7] PB L 164 van 14.7.1995, blz. 1-4. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 334/2002 (PB L 53 van 23.2.2002, blz. 7).

[8] Beschikking 2/96 van 7.2.1996 en beschikking COM(2000) 4332 van 27.12.2000, niet gepubliceerd.

[9] PB L (nog niet formeel vastgesteld).

[10] PB L 176 van 10.7.1999, blz. 36.

[11] PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31.

[12] PB L 368 van 15.12.2004, blz. 26-27.

[13] PB L 370 van 17.12.2004, blz. 78-79.

[14] Uitzondering voor Duitsland: overeenkomstig ICAO-document 9303 betreffende machineleesbare reisdocumenten is de landencode van Duitsland "D".

Top