Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52008PC0081(02)

    Voorstel voor een besluit van de Raad inzake de sluiting van de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Pakistan inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten

    /* COM/2008/0081 def. - CNS 2008/0036 */

    52008PC0081(02)

    Voorstel voor een besluit van de Raad inzake de sluiting van de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Pakistan inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten /* COM/2008/0081 def. - CNS 2008/0036 */


    [pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

    Brussel, 14.2.2008

    COM(2008) 81 definitief

    2008/0036 (CNS)

    Voorstel voor een

    BESLUIT VAN DE RAAD

    inzake de ondertekening en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Pakistan inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten

    Voorstel voor een

    BESLUIT VAN DE RAAD

    inzake de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Pakistan inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten

    (door de Commissie ingediend)

    TOELICHTING

    ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL |

    110 | Motivering en doel van het voorstel Ingevolge de arresten van het Hof van Justitie in de zogenoemde "Open Skies"-zaken heeft de Raad de Commissie op 5 juni 2003 een mandaat verleend om met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande overeenkomsten door een communautaire overeenkomst[1] (het "horizontale mandaat"). Deze overeenkomsten hebben tot doel alle communautaire luchtvaartmaatschappijen niet-discriminerende toegang tot luchtroutes tussen de Gemeenschap en derde landen te verlenen en bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen lidstaten en derde landen in overeenstemming te brengen met de Gemeenschapswetgeving. |

    120 | Algemene context De internationale luchtvaartrelaties tussen lidstaten en derde landen worden traditiegetrouw vastgelegd in bilaterale overeenkomsten met betrekking tot luchtdiensten, in bijlagen bij deze overeenkomsten en in aanverwante bilaterale of multilaterale regelingen. Lidstaten overtreden de Gemeenschapswetgeving wanneer zij traditionele bepalingen betreffende de aanwijzing van luchtvaartmaatschappijen opnemen in hun bilaterale overeenkomsten inzake luchtdiensten. Dergelijke bepalingen verlenen een derde land het recht de machtigingen en vergunningen van een luchtvaartmaatschappij te weigeren, in te trekken of op te schorten als deze luchtvaartmaatschappij door een lidstaat is aangewezen maar niet substantieel in handen is van en gecontroleerd wordt door deze lidstaat of onderdanen ervan. Dit wordt beschouwd als discriminatie van communautaire luchtvaartmaatschappijen die op het grondgebied van een lidstaat zijn gevestigd maar die in handen zijn van en gecontroleerd worden door onderdanen van andere lidstaten. Dit is in strijd met artikel 43 van het Verdrag, dat onderdanen van een lidstaat die hun recht op vrijheid van vestiging uitoefenen, garandeert dat ze in de ontvangende lidstaat dezelfde behandeling krijgen als de onderdanen van die lidstaat. Er zijn nog meer aspecten die in overeenstemming met het Gemeenschapsrecht moeten worden gebracht door bestaande bepalingen in bilaterale luchtdienstovereenkomsten tussen lidstaten en derde landen te wijzigen of aan te vullen; het gaat bijvoorbeeld om de belasting op vliegtuigbrandstof, de door luchtvaartmaatschappijen uit derde landen op intracommunautaire luchtroutes gehanteerde tarieven of verplichte commerciële overeenkomsten tussen luchtvaartmaatschappijen. |

    130 | Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied De bepalingen van de overeenkomst vervangen de bestaande bepalingen in zestien bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen lidstaten en Pakistan, of zijn een aanvulling daarop. |

    140 | Samenhang met andere beleidsgebieden van de Unie De overeenkomst dient ook een fundamentele doelstelling van het externe luchtvaartbeleid van de Gemeenschap, omdat zij de bestaande bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten in overeenstemming zal brengen met de Gemeenschapswetgeving. |

    RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING |

    Raadpleging van belanghebbende partijen |

    211 | Wijze van raadpleging, belangrijkste geraadpleegde sectoren en algemeen profiel van de respondenten De lidstaten werden tijdens de volledige duur van de onderhandelingen geraadpleegd. |

    212 | Samenvatting van de reacties en hoe daarmee rekening is gehouden Er is rekening gehouden met de opmerkingen van de lidstaten. |

    JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL |

    305 | Samenvatting van de voorgestelde maatregel Overeenkomstig de mechanismen en richtsnoeren in de bijlage bij de "horizontale overeenkomst" heeft de Commissie met Pakistan onderhandeld over een overeenkomst ter vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten inzake luchtdiensten tussen lidstaten en Pakistan. Artikel 2 van deze overeenkomst vervangt de traditionele aanwijzingsbepalingen door een communautaire aanwijzingsbepaling, waardoor alle communautaire luchtvaartmaatschappijen gebruik kunnen maken van het vestigingsrecht. Bij artikel 4 worden strijdigheden weggenomen tussen de bestaande bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten en Verordening (EEG) nr. 2409/92 van de Raad inzake tarieven voor luchtdiensten, die luchtvaartmaatschappijen uit derde landen verbiedt een dominerende rol te spelen bij het vaststellen van de tarieven voor luchtvervoersdiensten die volledig binnen de Gemeenschap plaatsvinden. Bij artikel 5 worden bepalingen in bilaterale overeenkomsten die duidelijk concurrentieverstorend zijn (verplichte commerciële overeenkomsten tussen luchtvaartmaatschappijen) in overeenstemming gebracht met de EU-mededingingsregelgeving. |

    310 | Rechtsgrondslag Artikel 80, lid 2, en artikel 300, lid 2, van het EG-Verdrag. |

    329 | Subsidiariteitsbeginsel Het voorstel is volledig gebaseerd op het door de Raad verleende "horizontale mandaat", rekening houdend met de onder de Gemeenschapswetgeving en bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten vallende kwesties. |

    Evenredigheidsbeginsel Bij de overeenkomst worden bepalingen in bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten slechts in zoverre gewijzigd of aangevuld als nodig is om deze in overeenstemming te brengen met de Gemeenschapswetgeving. |

    Keuze van instrumenten |

    342 | De Overeenkomst tussen de Gemeenschap en Pakistan is het meest efficiënte instrument om alle bestaande bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen lidstaten en Pakistan in overeenstemming te brengen met het Gemeenschapsrecht. |

    GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING |

    409 | Het voorstel heeft geen gevolgen voor de communautaire begroting. |

    AANVULLENDE INFORMATIE |

    510 | Vereenvoudiging |

    511 | Het voorstel voorziet in vereenvoudiging van wetgeving. |

    512 | De desbetreffende bepalingen van bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen lidstaten en Pakistan worden vervangen of aangevuld door in één enkele communautaire overeenkomst ondergebrachte bepalingen. |

    570 | Nadere uitleg van het voorstel Overeenkomstig de standaardprocedure voor de ondertekening en sluiting van internationale overeenkomsten wordt de Raad verzocht de besluiten inzake de ondertekening en voorlopige toepassing en inzake de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Pakistan inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten goed te keuren en de personen aan te wijzen die bevoegd zijn om de overeenkomst namens de Gemeenschap te ondertekenen. |

    1. Voorstel voor een

    BESLUIT VAN DE RAAD

    inzake de ondertekening en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Pakistan inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 80, lid 2, juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin,

    Gezien het voorstel van de Commissie[2],

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) De Raad heeft de Commissie op 5 juni 2003 gemachtigd met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een communautaire overeenkomst.

    (2) Overeenkomstig de mechanismen en richtsnoeren in de bijlage bij het besluit van de Raad waarbij de Commissie werd gemachtigd om met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een communautaire overeenkomst, heeft de Commissie namens de Gemeenschap met Pakistan onderhandeld over een overeenkomst inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten.

    (3) Onder voorbehoud van sluiting op een later tijdstip dient de overeenkomst die op basis van deze onderhandelingen tot stand is gekomen, te worden ondertekend en voorlopig te worden toegepast,

    BESLUIT:

    Enig Artikel

    1. Onder voorbehoud van sluiting op een later tijdstip wordt de voorzitter van de Raad gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) namens de Europese Gemeenschap de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Pakistan inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten te ondertekenen.

    2. In afwachting van de inwerkingtreding van de overeenkomst wordt ze toegepast vanaf de eerste dag van de maand volgende op de datum waarop de partijen elkaar in kennis hebben gesteld van de voltooiing van de daartoe vereiste procedures. De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de in artikel 8, lid 2, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving te verrichten.

    3. De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.

    Gedaan te Brussel,

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    2008/0036 (CNS)

    Voorstel voor een

    BESLUIT VAN DE RAAD

    inzake de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Pakistan inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 80, lid 2, juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin, en artikel 300, lid 3, eerste alinea,

    Gezien het voorstel van de Commissie[3],

    Gezien het advies van het Europees Parlement[4],

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) De Raad heeft de Commissie op 5 juni 2003 gemachtigd met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een communautaire overeenkomst.

    (2) Overeenkomstig de mechanismen en richtsnoeren in de bijlage bij het besluit van de Raad waarbij de Commissie werd gemachtigd om met derde landen te onderhandelen over de vervanging van sommige bepalingen in bestaande bilaterale overeenkomsten door een communautaire overeenkomst, heeft de Commissie namens de Gemeenschap met de Islamitische Republiek Pakistan onderhandeld over een overeenkomst inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten.

    (3) Onder voorbehoud van eventuele sluiting op een later tijdstip is deze overeenkomst op […] namens de Gemeenschap ondertekend overeenkomstig Besluit .../…/EG van de Raad van […][5].

    (4) Deze overeenkomst dient te worden goedgekeurd,

    BESLUIT:

    Artikel 1

    1. De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Pakistan inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.

    2. De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.

    Artikel 2

    De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd om de persoon aan te wijzen die bevoegd is om de in artikel 8, lid 1, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving te verrichten.

    Gedaan te Brussel,

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    BIJLAGE

    OVEREENKOMST

    tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Pakistan inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten

    DE EUROPESE GEMEENSCHAP

    enerzijds, en

    DE ISLAMITISCHE REPUBLIEK PAKISTAN

    (hierna "Pakistan" genoemd)

    anderzijds,

    (hierna "de partijen" genoemd)

    VASTSTELLEND dat sommige bepalingen in bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen verscheidene lidstaten van de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Pakistan in overeenstemming moeten worden gebracht met de Gemeenschapswetgeving.

    VASTSTELLEND dat de Europese Gemeenschap exclusief bevoegd is voor diverse aspecten die mogelijk zijn opgenomen in bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen de lidstaten van de Europese Gemeenschap en derde landen.

    VASTSTELLEND dat in een lidstaat gevestigde communautaire luchtvervoerders overeenkomstig de wetgeving van de Europese Gemeenschap het recht hebben gekregen op niet-discriminerende toegang tot luchtroutes tussen die lidstaat en derde landen.

    GELET OP de overeenkomsten tussen de Europese Gemeenschap en de in bijlage 3 vermelde vier Europese landen, waarbij onderdanen van deze landen de mogelijkheid krijgen eigendom te verwerven in luchtvervoerders die een vergunning hebben gekregen overeenkomstig de wetgeving van de Europese Gemeenschap.

    ERKENNENDE dat alle aspecten van bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen lidstaten van de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Pakistan in overeenstemming moeten zijn met de wetten van de partijen teneinde een solide rechtsgrondslag voor luchtdiensten tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Pakistan tot stand te brengen en de continuïteit van dergelijke luchtdiensten te behouden.

    VASTSTELLEND dat deze overeenkomst geen gevolgen dient te hebben voor de bepalingen van de bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten tussen lidstaten de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Pakistan die niet strijdig zijn met de wetgeving van de Europese Gemeenschap en Pakistan.

    ERKENNENDE dat sommige bepalingen van de tussen lidstaten van de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Pakistan gesloten bilaterale overeenkomsten voor luchtdiensten die i) luchtvaartmaatschappijen verplichten of aanzetten tot overeenkomsten tussen ondernemingen, besluiten van ondernemersverenigingen en onderling afgestemde feitelijke gedragingen die ertoe strekken of tot gevolg hebben dat de mededinging op de relevante routes wordt verhinderd, beperkt of vervalst; of ii) de gevolgen van dergelijke overeenkomsten, besluiten of onderling afgestemde feitelijke gedragingen versterken; of iii) waarbij de verantwoordelijkheid voor het nemen van maatregelen die de mededinging tussen luchtvaartmaatschappijen op de relevante routes verhinderen, beperken of verstoren, wordt toevertrouwd aan luchtvaartmaatschappijen of andere particuliere economische operatoren, de doeltreffendheid in het gedrang brengen van de op ondernemingen toepasselijke mededingingsregels.

    VASTSTELLEND dat de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Pakistan er in het kader van deze overeenkomst niet naar streven het totale volume aan luchtverkeer tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Pakistan te verhogen, noch om het evenwicht tussen communautaire luchtvervoerders en luchtvervoerders uit de Islamitische Republiek Pakistan te wijzigen, noch om wijzigingen aan te brengen in de bepalingen van bestaande bilaterale luchtdienstovereenkomsten inzake verkeersrechten.

    ZIJN ALS VOLGT OVEREENGEKOMEN:

    ARTIKEL 1

    Algemene bepalingen

    1. In deze overeenkomst wordt onder "lidstaten" de lidstaten van de Europese Gemeenschap verstaan.

    2. Wanneer in de in bijlage 1 vermelde overeenkomsten wordt verwezen naar onderdanen van de lidstaat die partij is bij de overeenkomst, wordt dit begrepen als een verwijzing naar onderdanen van de lidstaten van de Europese Gemeenschap.

    3. Wanneer in de in bijlage 1 vermelde overeenkomsten wordt verwezen naar luchtvervoerders of luchtvaartmaatschappijen van de lidstaat die partij is bij de overeenkomst, wordt dit begrepen als een verwijzing naar de door die lidstaat aangewezen luchtvervoerders of luchtvaartmaatschappijen.

    ARTIKEL 2

    Aanwijzing door een lidstaat

    1. De bepalingen van de leden 2 en 3 van dit artikel hebben voorrang op de overeenkomstige bepalingen van de in bijlage 2, onder a) en b), genoemde artikelen wat betreft de aanwijzing van luchtvervoerders door de desbetreffende lidstaat, de vergunningen en machtigingen die door de Islamitische Republiek Pakistan aan deze luchtvervoerder zijn toegekend en de weigering, intrekking, opschorting of beperking van de vergunningen en machtigingen van de luchtvervoerder.

    2. Bij ontvangst van een aanwijzing door een lidstaat van de Europese Gemeenschap verstrekt de Islamitische Republiek Pakistan de passende vergunningen en machtigingen met zo weinig mogelijk procedurele vertraging, wanneer:

    i. de luchtvervoerder, overeenkomstig het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, op het grondgebied van de aanwijzende lidstaat is gevestigd en beschikt over een geldige exploitatievergunning overeenkomstig het Europese Gemeenschapsrecht; en

    ii. de lidstaat die verantwoordelijk is voor de afgifte van het Air Operators Certificate op doeltreffende wijze controleert of de luchtvervoerder de regelgeving naleeft en de bevoegde luchtvaartautoriteit duidelijk in de aanwijzing is vermeld; en

    iii. de luchtvervoerder rechtstreeks of door een meerderheidsbelang eigendom is van lidstaten en/of onderdanen van lidstaten, en/of van andere in bijlage 3 vermelde landen en/of onderdanen van die landen, en deze landen en/of onderdanen daadwerkelijk zeggenschap uitoefenen over de luchtvervoerder; en

    iv. de hoofdzetel van de luchtvervoerder gevestigd is op het grondgebied van de lidstaat die de geldige exploitatievergunning voor die luchtvervoerder heeft afgegeven.

    3. De Islamitische Republiek Pakistan mag de vergunningen of machtigingen van een door een lidstaat aangewezen luchtvervoerder weigeren, intrekken, opschorten of beperken wanneer:

    i. de luchtvervoerder, overeenkomstig het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, niet op het grondgebied van de aanwijzende lidstaat is gevestigd en niet beschikt over een geldige exploitatievergunning van een lidstaat overeenkomstig het Europese Gemeenschapsrecht; of

    ii. de lidstaat die verantwoordelijk is voor de afgifte van het Air Operators Certificate niet op doeltreffende wijze controleert of de luchtvervoerder de regelgeving naleeft, of wanneer de relevante luchtvaartautoriteit niet duidelijk in de aanwijzing is vermeld; of

    iii. de luchtvervoerder niet rechtstreeks of door een meerderheidsbelang eigendom is van lidstaten en/of onderdanen van lidstaten, en/of van andere in bijlage 3 vermelde landen en/of onderdanen van die landen, en deze landen en/of onderdanen niet daadwerkelijk zeggenschap uitoefenen over de luchtvervoerder; of

    iv. de hoofdzetel van de luchtvervoerder niet gevestigd is op het grondgebied van de lidstaat die de geldige exploitatievergunning voor die luchtvervoerder heeft afgegeven; of

    v. de luchtvervoerder reeds over een exploitatievergunning beschikt krachtens een bilaterale overeenkomst tussen de Islamitische Republiek Pakistan en een andere lidstaat en de luchtvervoerder, door krachtens de onderhavige overeenkomst verkeersrechten uit te oefenen op een traject dat een punt in die andere lidstaat omvat, de krachtens die andere overeenkomst opgelegde beperkingen van de verkeersrechten omzeilt;of

    vi. de luchtvervoerder houder is van een Air Operators Certificate en een exploitatievergunning die zijn afgegeven door een lidstaat waarmee de Islamitische Republiek Pakistan geen bilaterale overeenkomst voor luchtdiensten heeft gesloten en wanneer die lidstaat verkeersrechten of aanverwante commerciële mogelijkheden heeft geweigerd aan een luchtvervoerder met een door de Islamitische Republiek Pakistan is afgegeven vergunning.

    4. Bij de uitoefening van de rechten die haar krachtens lid 3 zijn verleend, mag de Islamitische Republiek Pakistan geen onderscheid maken tussen communautaire luchtvervoerders op grond van nationaliteit, voor zover ze aan de bovenvermelde eisen voldoet.

    ARTIKEL 3

    Veiligheid

    1. De bepalingen van lid 2 van dit artikel vormen een aanvulling op de desbetreffende bepalingen in de in bijlage 2, onder c), vermelde artikelen.

    2. Wanneer een lidstaat een luchtvervoerder heeft aangewezen die onder het wettelijk toezicht van een andere lidstaat staat, zijn de rechten van de Islamitische Republiek Pakistan uit hoofde van de veiligheidsvoorschriften van de overeenkomst tussen de lidstaat die de luchtvervoerder heeft aangewezen en de Islamitische Republiek Pakistan zowel van toepassing op de vaststelling, naleving of handhaving van veiligheidsnormen door die andere lidstaat als op de exploitatievergunning van die luchtvervoerder.

    ARTIKEL 4

    Tarieven voor vervoer binnen de Europese Gemeenschap

    1. De bepalingen van lid 2 van dit artikel vormen een aanvulling op de overeenkomstige bepalingen van de in bijlage 2, onder d), vermelde artikelen.

    2. De tarieven die de luchtvervoerder(s) welke door de Islamitische Republiek Pakistan is/zijn aangewezen krachtens een in bijlage 1 vermelde overeenkomst die een in bijlage 2, onder d), vermelde bepaling bevat, in rekening brengen voor vervoer dat volledig binnen de Europese Gemeenschap plaatsvindt, zijn onderhevig aan de Europese Gemeenschapswetgeving. De wetgeving van de Europese Gemeenschap wordt op niet-discriminerende wijze toegepast.

    ARTIKEL 5

    Verenigbaarheid met de mededingingsregels

    1. Onverminderd andersluidende bepalingen mag niets in de in bijlage 1 vermelde overeenkomsten (i) aanzetten tot overeenkomsten tussen ondernemingen, besluiten van ondernemersverenigingen en onderling afgestemde feitelijke gedragingen die de mededinging verhinderen, verstoren of beperken; (ii) de gevolgen van dergelijke overeenkomsten, besluiten of onderling afgestemde feitelijke gedragingen versterken; of (iii) de verantwoordelijkheid voor het nemen van maatregelen die de mededinging verhinderen, verstoren of beperken, toevertrouwen aan particuliere economische operatoren.

    2. De bepalingen in de in bijlage 1 vermelde overeenkomsten die niet verenigbaar zijn met lid 1 van dit artikel worden niet toegepast.

    ARTIKEL 6

    Bijlagen bij de overeenkomst

    De bijlagen bij deze overeenkomst maken integrerend deel uit van de overeenkomst.

    ARTIKEL 7

    Herziening of wijziging

    De overeenkomstsluitende partijen mogen deze overeenkomst op elk ogenblik met wederzijdse instemming wijzigen. Elke partij mag op elk ogenblik verzoeken deze overeenkomst met wederzijdse instemming te wijzigen of te herzien; de andere partij moet uiterlijk 60 (zestig) dagen na dat verzoek antwoord geven.

    ARTIKEL 8

    Inwerkingtreding en voorlopige toepassing

    1. Deze overeenkomst treedt in werking wanneer de partijen elkaar schriftelijk hebben meegedeeld dat zij hun interne procedures voor de inwerkingtreding van de overeenkomst hebben voltooid.

    2. Onverminderd het bepaalde in lid 1 stemmen de partijen ermee in deze overeenkomst voorlopig toe te passen vanaf de eerste dag van de maand volgende op de datum waarop de partijen elkaar in kennis hebben gesteld van de voltooiing van de daartoe vereiste procedures.

    3. Overeenkomsten en andere regelingen tussen lidstaten en de Islamitische Republiek Pakistan die op de datum van ondertekening van deze overeenkomst nog niet in werking zijn getreden en niet voorlopig worden toegepast, zijn vermeld in bijlage 1, onder b). Zodra deze overeenkomsten en regelingen in werking treden of voorlopig worden toegepast, vallen ze onder de onderhavige overeenkomst.

    ARTIKEL 9

    Beëindiging

    1. Wanneer een in bijlage 1 vermelde overeenkomst wordt beëindigd, worden ook alle bepalingen van de onderhavige overeenkomst die betrekking hebben op de desbetreffende in bijlage 1 vermelde overeenkomst tegelijkertijd beëindigd.

    2. Wanneer alle in bijlage 1 vermelde overeenkomsten worden beëindigd, wordt de onderhavige overeenkomst tegelijkertijd beëindigd.

    TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd, deze overeenkomst hebben ondertekend.

    Gedaan te [….] in tweevoud, op [../../….] in de Bulgaarse, Tsjechische, Deense, Nederlandse, Engelse, Estse, Finse, Franse, Duitse, Griekse, Hongaarse, Italiaanse, Letse, Litouwse, Maltese, Poolse, Portugese, Roemeense, Slowaakse, Sloveense, Spaanse en Zweedse taal.

    VOOR DE EUROPESE GEMEENSCHAP: | VOOR DE ISLAMITISCHE REPUBLIEK PAKISTAN: |

    BIJLAGE 1

    Voorlopige lijst van de overeenkomsten waarnaar wordt verwezen in artikel 1 van deze overeenkomst

    a) Overeenkomsten voor luchtdiensten tussen de Islamitische Republiek Pakistan en lidstaten van de Europese Gemeenschap die, op de datum van ondertekening van onderhavige overeenkomst, zijn gesloten, ondertekend en/of voorlopig worden toegepast

    - Overeenkomst voor luchtdiensten tussen de Oostenrijkse federale regering en de regering van de Islamitische Republiek Pakistan , opgesteld te Rawalpindi op 28 mei 1971, hierna de "Overeenkomst tussen Pakistan en Oostenrijk" genoemd, in bijlage 2;

    Laatstelijk gewijzigd bij de intentieverklaring die op 27 september 2006 te Islamabad is opgesteld, hierna de "Intentieverklaring tussen Pakistan en Oostenrijk" genoemd, in bijlage 2;

    - Overeenkomst voor luchtdiensten tussen de regering van de Volksrepubliek Bulgarije en de regering van de Islamitische Republiek Pakistan , opgesteld te Islamabad op 22 oktober 1969, hierna de "Overeenkomst tussen Pakistan en Bulgarije" genoemd, in bijlage 2;

    - Overeenkomst voor luchtdiensten tussen de regering van de Socialistische Republiek Tsjechoslowakije en de regering van de Islamitische Republiek Pakistan , opgesteld te Praag op 2 september 1969, hierna de "Overeenkomst tussen Pakistan en Tsjechië" genoemd, in bijlage 2;

    - Overeenkomst voor luchtdiensten tussen de regering van de Franse Republiek en de regering van de Islamitische Republiek Pakistan , opgesteld te Karachi op 31 juli 1950, hierna de "Overeenkomst tussen Pakistan en Frankrijk" genoemd, in bijlage 2;

    Gewijzigd bij de uitwisseling van nota's van 29 augustus en 20 en 31 oktober 1960;

    Gewijzigd bij de uitwisseling van nota's van 2 en 9 juli 1974;

    - Overeenkomst voor luchtvervoer tussen de Bondsrepubliek Duitsland en Pakistan , opgesteld te Bonn op 20 juli 1960, hierna de "Overeenkomst tussen Pakistan en Duitsland" genoemd, in bijlage 2;

    Te lezen in samenhang met de overeengekomen notulen die op 12 november 1998 te Bonn zijn opgesteld;

    - Overeenkomst voor luchtdiensten tussen de regering van de Helleense Republiek en de regering van de Islamitische Republiek Pakistan , opgesteld te Athene op 15 november 2005, hierna de "Overeenkomst tussen Pakistan en Griekenland" genoemd, in bijlage 2;

    - Overeenkomst voor luchtdiensten tussen de regering van de Volksrepubliek Hongarije en de regering van de Islamitische Republiek Pakistan , opgesteld te Boedapest op 11 mei 1977, hierna de "Overeenkomst tussen Pakistan en Hongarije" genoemd, in bijlage 2;

    - Overeenkomst voor luchtdiensten tussen de regering van de Italiaanse Republiek en de regering van de Islamitische Republiek Pakistan , opgesteld te Rome op 5 oktober 1957, hierna de "Overeenkomst tussen Pakistan en Italië" genoemd, in bijlage 2;

    Gewijzigd bij de intentieverklaring die op 16 januari 1974 te Rome is opgesteld;

    Laatstelijk gewijzigd bij de intentieverklaring die op 24 maart 2004 te Rome is opgesteld;

    - Overeenkomst voor luchtdiensten tussen de regering van de Republiek Malta en de regering van de Islamitische Republiek Pakistan , opgesteld te Valetta op 25 april 1975, hierna de "Overeenkomst tussen Pakistan en Malta" genoemd, in bijlage 2;

    - Overeenkomst voor luchtdiensten tussen de regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de regering van de Islamitische Republiek Pakistan , opgesteld te Karachi op 17 juli 1952, hierna de "Overeenkomst tussen Pakistan en Nederland" genoemd, in bijlage 2;

    Gewijzigd bij de overeengekomen notulen die op 27 april 1995 in Den Haag zijn opgesteld;

    Gewijzigd bij de overeengekomen notulen die op 28 juni 1995 in Den Haag zijn opgesteld;

    Gewijzigd bij de intentieverklaring die op 16 november 1995 te Bhurban is opgesteld;

    Gewijzigd bij de overeengekomen notulen die op 25 maart 1997 in Den Haag zijn opgesteld;

    Laatstelijk gewijzigd bij de vertrouwelijke intentieverklaring die op 28 november 1998 te Karachi is opgesteld;

    - Overeenkomst voor luchtdiensten tussen de regering van de Volksrepubliek Polen en de regering van de Islamitische Republiek Pakistan , opgesteld te Rawalpindi op 30 oktober 1970, hierna de "Overeenkomst tussen Pakistan en Polen" genoemd, in bijlage 2;

    - Overeenkomst voor luchtdiensten tussen de regering van de Islamitische Republiek Pakistan en de regering van Portugal , opgesteld te Karachi op 7 juni 1958, hierna de "Overeenkomst tussen Pakistan en Portugal" genoemd, in bijlage 2;

    - Overeenkomst voor luchtvervoer tussen de regering van de Islamitische Republiek Pakistan en de regering van het Koninkrijk Spanje , opgesteld te Madrid op 19 juni 1979, hierna de "Overeenkomst tussen Pakistan en Spanje" genoemd, in bijlage 2;

    Gewijzigd bij de uitwisseling van nota's van 20 en 29 juli 1988;

    - Overeenkomst voor luchtdiensten tussen de regering van de Socialistische Republiek Roemenië en de regering van de Islamitische Republiek Pakistan , opgesteld te Rawalpindi op 9 januari 1973, hierna de "Overeenkomst tussen Pakistan en Roemenië" genoemd, in bijlage 2;

    - Overeenkomst voor luchtdiensten tussen de regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland en de Regering van de Islamitische Republiek Pakistan , opgesteld te Karachi op 14 september 1999, hierna de "Overeenkomst tussen Pakistan en het Verenigd Koninkrijk" genoemd, in bijlage 2;

    Gewijzigd bij de intentieverklaring die op 9 februari 2000 te Londen is opgesteld.

    b) Geparafeerde of ondertekende overeenkomsten voor luchtdiensten en andere regelingen tussen de Islamitische Republiek Pakistan en lidstaten van de Europese Gemeenschap die, op de datum van ondertekening van onderhavige overeenkomst, nog niet zijn van kracht zijn geworden en niet voorlopig worden toegepast

    - Overeenkomst voor luchtdiensten tussen de regering van het Koninkrijk Denemarken en de regering van de Islamitische Republiek Pakistan , opgesteld te Oslo op 23 maart 1999, hierna de "Overeenkomst tussen Pakistan en Denemarken" genoemd, in bijlage 2;

    Aangevuld door de intentieverklaring tussen de Scandinavische landen en Pakistan, opgesteld te Oslo op 23 maart 1999;

    - Overeenkomst voor luchtdiensten tussen de regering van de Islamitische Republiek Pakistan en de regering van het Groothertogdom Luxemburg , opgesteld te Karachi op 14 oktober 1997, hierna de "Overeenkomst tussen Pakistan en Luxemburg" genoemd, in bijlage 2;

    Aangevuld door de intentieverklaring die op 14 oktober 1997 te Karachi is ondertekend;

    - Overeenkomst voor luchtdiensten tussen de regering van het Koninkrijk Zweden en de regering van de Islamitische Republiek Pakistan , opgesteld te Oslo op 23 maart 1999, hierna de "Overeenkomst tussen Pakistan en Zweden" genoemd, in bijlage 2;

    Aangevuld door de intentieverklaring tussen de Scandinavische landen en Pakistan, opgesteld te Oslo op 23 maart 1999.

    BIJLAGE 2

    Voorlopige lijst van artikelen die zijn opgenomen in de in bijlage 1 vermelde overeenkomsten en waarnaar wordt verwezen in de artikelen 2 tot en met 4 van deze overeenkomst

    a) Aanwijzing door een lidstaat:

    - Artikel 3 van de overeenkomst tussen Pakistan en Oostenrijk en artikel 2 bis van de intentieverklaring tussen Pakistan en Oostenrijk die op 27 september 2006 te Islamabad is opgesteld;

    - Artikel III van de overeenkomst tussen Pakistan en Bulgarije;

    - Artikel III van de overeenkomst tussen Pakistan en Tsjechië;

    - Artikel 3 van de overeenkomst tussen Pakistan en Denemarken;

    - Artikel 2 van de overeenkomst tussen Pakistan en Frankrijk;

    - Artikel 3 van de overeenkomst tussen Pakistan en Duitsland;

    - Artikel 3 van de overeenkomst tussen Pakistan en Griekenland;

    - Artikel 3 van de overeenkomst tussen Pakistan en Hongarije;

    - Artikel II van de overeenkomst tussen Pakistan en Italië;

    - Artikel 3 van de overeenkomst tussen Pakistan en Malta;

    - Artikel III van de overeenkomst tussen Pakistan en Polen;

    - Artikel II van de overeenkomst tussen Pakistan en Portugal;

    - Artikel III van de overeenkomst tussen Pakistan en Roemenië;

    - Artikel 3 van de overeenkomst tussen Pakistan en Spanje;

    - Artikel 3 van de overeenkomst tussen Pakistan en Zweden;

    - Artikel 4 van de overeenkomst tussen Pakistan en het Verenigd Koninkrijk.

    b) Weigering, intrekking, opschorting of beperking van vergunningen of machtigingen:

    - Artikel 4 van de overeenkomst tussen Pakistan en Oostenrijk en artikel 2 bis van de intentieverklaring tussen Pakistan en Oostenrijk;

    - Artikel IV van de overeenkomst tussen Pakistan en Bulgarije;

    - Artikel IV van de overeenkomst tussen Pakistan en Tsjechië;

    - Artikel 4 van de overeenkomst tussen Pakistan en Denemarken;

    - Artikel 2 van de overeenkomst tussen Pakistan en Frankrijk;

    - Artikel 4 van de overeenkomst tussen Pakistan en Duitsland;

    - Artikel 4 van de overeenkomst tussen Pakistan en Griekenland;

    - Artikel 4 van de overeenkomst tussen Pakistan en Hongarije;

    - Artikel VIII van de overeenkomst tussen Pakistan en Italië;

    - Artikel 4 van de overeenkomst tussen Pakistan en Luxemburg;

    - Artikel 4 van de overeenkomst tussen Pakistan en Malta;

    - Artikel VIII van de overeenkomst tussen Pakistan en Nederland;

    - Artikel IV van de overeenkomst tussen Pakistan en Polen;

    - Artikel VIII van de overeenkomst tussen Pakistan en Portugal;

    - Artikel IV van de overeenkomst tussen Pakistan en Roemenië;

    - Artikel 4 van de overeenkomst tussen Pakistan en Spanje;

    - Artikel 4 van de overeenkomst tussen Pakistan en Zweden;

    - Artikel 5 van de overeenkomst tussen Pakistan en het Verenigd Koninkrijk.

    c) Veiligheid:

    - Aanhangsel D van de intentieverklaring tussen Pakistan en Oostenrijk;

    - Artikel V van de overeenkomst tussen Pakistan en Bulgarije;

    - Artikel V van de overeenkomst tussen Pakistan en Tsjechië;

    - Artikel 16 van de overeenkomst tussen Pakistan en Denemarken;

    - Artikel 8 van de overeenkomst tussen Pakistan en Griekenland;

    - Artikel 5 van de overeenkomst tussen Pakistan en Hongarije;

    - Artikel II van de overeenkomst tussen Pakistan en Italië;

    - Artikel 6 van de overeenkomst tussen Pakistan en Luxemburg;

    - Artikel 5 van de overeenkomst tussen Pakistan en Malta;

    - Aanhangsel II van de overeengekomen notulen tussen Pakistan en Nederland van 25 maart 1997;

    - Artikel V van de overeenkomst tussen Pakistan en Roemenië;

    - Artikel 5 van de overeenkomst tussen Pakistan en Spanje;

    - Artikel 16 van de overeenkomst tussen Pakistan en Zweden.

    d) Tarieven voor vervoer binnen de Europese Gemeenschap:

    - Artikel 9 van de overeenkomst tussen Pakistan en Oostenrijk;

    - Artikel VIII van de overeenkomst tussen Pakistan en Bulgarije;

    - Artikel VIII van de overeenkomst tussen Pakistan en Tsjechië;

    - Artikel 11 van de overeenkomst tussen Pakistan en Denemarken;

    - Artikel 6 van de overeenkomst tussen Pakistan en Frankrijk;

    - Bijlage 4 van de overeengekomen notulen die op 12 november 1998 te Bonn zijn opgesteld – zoals voorlopig toegepast in het kader van de overeenkomst tussen Pakistan en Duitsland;

    - Artikel 13 van de overeenkomst tussen Pakistan en Griekenland;

    - Artikel 9 van de overeenkomst tussen Pakistan en Hongarije;

    - Artikel VI van de overeenkomst tussen Pakistan en Italië;

    - Artikel 10 van de overeenkomst tussen Pakistan en Luxemburg;

    - Artikel 9 van de overeenkomst tussen Pakistan en Malta;

    - Artikel VI van de overeenkomst tussen Pakistan en Nederland;

    - Artikel VIII van de overeenkomst tussen Pakistan en Polen;

    - Artikel VI van de overeenkomst tussen Pakistan en Portugal;

    - Artikel IX van de overeenkomst tussen Pakistan en Roemenië;

    - Artikel 9 van de overeenkomst tussen Pakistan en Spanje;

    - Artikel 11 van de overeenkomst tussen Pakistan en Zweden;

    - Artikel 7 van de overeenkomst tussen Pakistan en het Verenigd Koninkrijk.

    BIJLAGE 3

    Lijst van andere landen waarnaar wordt verwezen in artikel 2 van deze overeenkomst

    a) De Republiek IJsland (krachtens de Overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte);

    b) Het Vorstendom Liechtenstein (krachtens de Overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte);

    c) Het Koninkrijk Noorwegen (krachtens de Overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte);

    d) De Zwitserse Bondsstaat (krachtens de Overeenkomst inzake luchtvervoer tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat).

    [1] Besluit 11323/03 van de Raad van 5 juni 2003 (niet publiek toegankelijk).

    [2] PB C van , blz. .

    [3] PB C van , blz. .

    [4] PB C van , blz. .

    [5] PB C van , blz. .

    Top