Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52008DC0642

    Mededeling van de Commissie - De ultraperifere regio’s: een troef voor Europa

    /* COM/2008/0642 def. */

    52008DC0642

    Mededeling van de Commissie - De ultraperifere regio’s: een troef voor Europa /* COM/2008/0642 def. */


    [pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

    Brussel, 17.10.2008

    COM(2008) 642 definitief

    MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

    De ultraperifere regio’s: een troef voor Europa

    MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

    De ultraperifere regio’s: een troef voor Europa

    1. INLEIDING

    Mondialisering, klimaatverandering, demografische ontwikkeling en migratiestromen, duurzaam beheer van natuurlijke rijkdommen, zoals maritieme hulpbronnen en landbouwproducten, behoren tot de uitdagingen waar heel Europa mee wordt geconfronteerd.

    De Europese Commissie is zich bewust van de kwetsbaarheid en de bijzondere vatbaarheid van ultraperifere gebieden voor deze uitdagingen. Om die reden en om het debat over de ontwikkeling van de Europese strategie voor deze regio's te voeden, heeft zij in september 2007 de aanzet gegeven tot een breed opgezette raadpleging[1] van Europese instellingen, lidstaten, ultraperifere gebieden, vakorganisaties en sociale partners, onderzoekcentra en universiteiten, en heeft zij op 14 en 15 mei 2008 in Brussel een interinstitutionele en partnerschapconferentie georganiseerd.

    Uit de talloze ontvangen bijdragen komt een duidelijke bereidheid naar voren om de ultraperifere dimensie van de Europese Unie meer op waarde te schatten en meer diepgang te geven en tot een vernieuwde strategie te komen, die een ingrijpende verandering markeren moet: de ultraperifere regio's als "regio's met mogelijkheden", regio's met ontwikkelingspotentieel, waarbij tezelfdertijd rekening wordt gehouden met hun specifieke kenmerken.

    Gebaseerd op die overwegingen is deze mededeling:

    - een antwoord op het verzoek van de staatshoofden en regeringsleiders aan de Commissie om de resultaten van de openbare raadpleging naar buiten te brengen en voorstellen op dit gebied te presenteren (conclusies van de Europese Raad, december 2007, punt 59).

    - een voorstel voor een andere benadering van de ontwikkeling van de strategie, door de weg vrij te maken voor een nieuw paradigma en aanbevelingen te formuleren voor een optimaal gebruik van bestaande instrumenten en mogelijkheden binnen het huidige financiële kader (2007-2013).

    2. ONTWIKKELING VAN DE EUROPESE STRATEGIE VOOR DE ULTRAPERIFERE REGIO'S

    De Europese Unie heeft al in 1999 erkend dat de geografische en economische realiteit van ultraperifere regio's afwijkt van de andere Europese regio's: hun situatie wordt namelijk bemoeilijkt door de grote afstand, het insulaire karakter, de kleine oppervlakte, een moeilijk reliëf en klimaat en de economische afhankelijkheid van enkele producten (artikel 299, lid 2, van het EG-Verdrag). Die factoren vormen een handicap voor hun duurzame en harmonieuze ontwikkeling en de Europese Unie wil die handicap, door middel van verschillende programma's en maatregelen, verminderen om de economische en sociale convergentie van deze regio's te bevorderen[2].

    In 2004 heeft de Europese Unie een strategie gedefinieerd die gebaseerd is op een geïntegreerde benadering met drie hoofdaccenten: toegankelijkheid en beperking van de gevolgen van andere problemen, concurrentievermogen en regionale integratie. Deze benadering is vanwege het permanente karakter van de handicaps van de ultraperifere regio's nog steeds geldig, maar moet meer diepgang krijgen om een antwoord te kunnen bieden op nieuwe uitdagingen.

    Om die reden heeft de Commissie in september 2007[3] verklaard dat "het communautaire beleid en de specifieke steunmaatregelen, telkens wanneer nodig, verder moeten worden aangepast." Deze voortdurende aanpassing aan de specifieke kenmerken van de ultraperifere regio's wordt sinds 2007 voortgezet, bijvoorbeeld door middel van nieuwe programma's en maatregelen ten gunste van de ultraperifere regio's, die deze in staat moeten stellen nettovooruitgang te boeken met de drie hoofdaccenten van de strategie.

    Vergroten van de toegankelijkheid

    Met de operationele programma's van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) voor de periode 2007-2013 worden de inspanningen ter verbetering van de toegankelijkheid voortgezet door te investeren in de vervoers- en telecommunicatie-infrastructuur en door huishoudelijke uitgaven te dekken met de nieuwe specifieke toewijzing ter compensatie van extra kosten. In totaal wordt bijna 1 710 miljoen euro van het EFRO-budget (oftewel 36% van alle EFRO-middelen voor de ultraperifere regio's) geïnvesteerd in de verbetering van de toegankelijkheid van deze regio's.

    De Commissie heeft verder een steunregeling goedgekeurd voor het vrachtvervoer in de overzeese gebieden[4], alsmede een regeling voor steun met een sociaal karakter ten gunste van het luchtverkeer (Guyana[5] en Madeira, zoals in het verleden zijn goedgekeurd voor Guadeloupe, Martinique en Réunion).

    Stimuleren van het concurrentievermogen

    In overeenstemming met de richtsnoeren die voortvloeien uit de tenuitvoerlegging van de strategieën van Lissabon en Göteborg, hebben de ultraperifere regio's de uitdaging van hun economische concurrentiepositie opgenomen door voor de periode 2007-2013 een strategie vast te stellen die gericht is op het ontwikkelen van hun respectieve potentieel. In het kader van de operationele programma's van het EFRO en het Europees Sociaal Fonds (ESF) krijgt dit met name gestalte in de vorm van een sterke concentratie van de uitgaven op de thema's van Lissabon, de bereidheid om regionale innovatiestrategieën op te zetten en de versterkte ontwikkeling van het menselijk potentieel inzake onderzoek en innovatie.

    Ook de programma's voor plattelandsontwikkeling in de periode 2007-2013 versterken de concurrentiepositie van de ultraperifere regio's doordat zij het accent leggen op handhaving van de productiviteit van de landbouwsector, ondersteuning van sectoren waarin herstructureringen plaatsvinden, bijscholing, ontwikkeling van kwalitatief hoogstaande producten en milieubehoud.

    Op landbouwgebied handhaaft de ontwerpverordening over de "gezondheidscontrole"[6] de uitzonderingen ten aanzien van de ultraperifere regio's in verband met de loskoppeling en modulatie van rechtstreekse betalingen. Zij voorziet ook in de overdracht van een bedrag van 24,46 miljoen euro aan rechtstreekse betalingen naar de steunregeling POSEI met ingang van het boekjaar 2010.

    Voorts heeft de Commissie in het kader van de GMO voor wijn rekening gehouden met de verzoeken van ultraperifere regio's betreffende handhaving van de bestaande regeling voor de herstructurering van wijngaarden en uitsluiting van de rooiregeling. Met betrekking tot distillatie en gebruik van geconcentreerde druivenmost zal de status quo worden gehandhaafd, met uitzondering van een wijziging voorzien bij Verordening (EG) nr. 247/2006.

    Op visserijgebied helpt het Europees Visserijfonds (EVF) visserijgemeenschappen hun economie te diversifiëren, competitief te blijven op de versmarkt door producten te ontwikkelen met een hoge toegevoegde waarde, en de bevoorrading van de plaatselijke markten door de aquacultuur te verbeteren.

    De Commissie heeft in oktober 2007 haar visie gepresenteerd op een nieuw geïntegreerd maritiem beleid voor de Europese Unie[7], dat synergie en samenhang tussen de sectorale beleidsvormen versterkt, maar ook beter tracht te voldoen aan de specifieke behoeften van de ultraperifere regio's.

    Tot slot zijn er op het gebied van staatssteun enkele besluiten die beogen de productieve investeringen, werkgelegenheid en beroepsopleiding te bevorderen, rekening houdende met de specifieke handicaps van de ultraperifere regio's[8]. Dankzij de verschillende speciale fiscale en douaneregelingen[9] die voor de ultraperifere regio's zijn goedgekeurd, kan de nodige ondersteuning van het concurrentievermogen van de economieën in deze regio's worden voortgezet, met name voor bepaalde sectoren of soorten producten.

    Versterking van de regionale integratie

    De programma's voor territoriale samenwerking 2007-2013, die worden gecofinancierd in het kader van het EFRO, bieden kansen voor de ontwikkeling van het actieplan voor het grote nabuurschap. In het kader van het programma "Macaronesië"[10] (MAC) wordt bijvoorbeeld bijna een derde van het EFRO-budget aan de samenwerking met derde landen besteed. Parallel hiermee hebben Mauritanië, Senegal en Kaapverdië, in het kader van de nationale indicatieve programma's van het 10e EOF, financiële middelen gereserveerd voor de samenwerking met de ultraperifere regio's of zullen zij dit doen. Voorts zijn de Canarische eilanden momenteel bezig met het opzetten van een grensoverschrijdend samenwerkingsprogramma met Marokko, dat gecofinancierd wordt in het kader van het Instrument voor het grote nabuurschap en het EFRO.

    Tot slot spelen de ultraperifere regio's van Macaronesië een essentiële rol bij de tenuitvoerlegging van het speciale partnerschap tussen de Europese Unie en Kaapverdië[11].

    Dankzij de specifieke bepalingen voor ultraperifere regio's in de economische partnerschapsovereenkomsten, bijvoorbeeld inzake vergemakkelijking van de samenwerking met de ACS-staten, vrijwaringsclausules en clausules tot uitsluiting van de lokale markten voor suiker en bananen, kunnen deze regio's hun regionale integratie verder uitbouwen, rekening houdende met de kwetsbaarheid van hun markten.

    3. OPENBARE DISCUSSIE

    De openbare discussie over de toekomst van de Europese strategie voor de ultraperifere regio's, die heeft plaatsgevonden van september 2007 tot mei 2008, vormt een belangrijke fase in de verdieping van de dialoog en het partnerschap tussen de Europese Unie, de lidstaten en de ultraperifere regio's.

    Uit de talloze ontvangen bijdragen en de burgerparticipatie op regionaal en lokaal niveau blijkt de grote betrokkenheid en belangstelling bij alle betrokkenen.

    Aan de interinstitutionele en partnerschapconferentie op 14 en 15 mei 2008 in Brussel hebben bijna driehonderd personen deelgenomen die van gedachten hebben gewisseld over de uitdagingen en problemen van de ultraperifere regio's in Europa.

    Behalve de gedetailleerde analyse van de resultaten van deze raadpleging[12] zijn daaruit volgende belangrijke punten naar voren gekomen:

    Over het algemeen bevredigende balans van de tenuitvoerlegging van de strategie voor 2004

    - Unaniem erkennen van het belang van een geïntegreerde Europese strategie en validering van de drie in 2004 gedefinieerde prioritaire hoofdaccenten, namelijk: toegankelijkheid, concurrentievermogen en regionale integratie. Noodzaak om de acties te verdiepen, met name om de geringe toegankelijkheid van de ultraperifere regio's te verbeteren en om hun regionale integratie te versterken.

    - Erkennen van de aanzienlijke vooruitgang die de afgelopen jaren is geboekt dankzij de afkondiging van specifieke maatregelen, vooral in het kader van het cohesiebeleid, het landbouwbeleid en het beleid inzake onderzoek en mededinging.

    Opnemen van de in de mededeling uit 2007voorgestelde thema's

    - Bevestigen van de relevantie van de vier in de mededeling van september 2007 voorgestelde thema's[13], die de drie hoofdaccenten van de strategie aanvullen. Deze thema's vormen een grote uitdaging voor de ultraperifere regio's, zowel in termen van op te lossen problemen (hoge kosten van aanpassing aan de effecten van klimaatverandering, impact van demografische explosie en vergrijzing, gevolgen van de toename van illegale immigratie) als te grijpen kansen (diversificatie in de landbouw, benutten van het maritieme potentieel).

    Bevestigen van bestaande problemen en benutten van de troeven van de ultraperifere regio's

    - Bevestigen van het permanente karakter van bestaande handicaps waarmee de ultraperifere regio's te kampen hebben en consolideren van bestaande instrumenten om deze handicaps te compenseren.

    - Streven om de troeven en comparatieve voordelen van deze regio's ten opzichte van de rest van de Europese Unie en derde landen/buurlanden ten volle te benutten (hun unieke geostrategische situatie en specifieke potentieel op het gebied van hernieuwbare energie, waarneming en follow-up van de gevolgen van klimaatverandering, biodiversiteit). Deze kenmerken maken van deze regio's laboratoria par excellence voor proefprojecten met een hoge toegevoegde waarde voor de Europese Unie.

    Systematisch uitvoeren van impactstudies en streven naar optimale synergie en samenhang van communautair beleid voor de ultraperifere regio's

    - Systematisch gebruik maken van impactstudies bij de tenuitvoerlegging van nieuwe communautaire wetgeving op het gebied van milieu, landbouw en visserij en bij de onderhandelingen over internationale handelsovereenkomsten die directe gevolgen hebben voor de economieën van de ultraperifere regio's.

    - Versterken van de samenhang tussen de verschillende communautaire beleidsterreinen en zorgen dat de realiteit ter plaatse beter wordt erkend.

    Verbeteren van kennis en statistische gegevens over bepaalde fenomenen

    - Zorgen voor betrouwbare, volledige en aan de specifieke context van de ultraperifere regio's aangepaste gegevens, teneinde het overheidsbeleid doeltreffend op te stellen en ten uitvoer te leggen en het effect ervan te beoordelen. Tal van studies worden voorgesteld over bevolkingsstromen en demografische tendensen, de gevolgen van migratie op de economische en sociale samenhang van ultraperifere regio's, de gevolgen van klimaatverandering voor de economie van deze regio's en de effecten van handelsliberalisering op de landbouw.

    Al deze bijdragen zijn door de Commissie in aanmerking genomen bij het opstellen van deze mededeling en bij de totstandkoming en tenuitvoerlegging van communautair beleid met gevolgen voor de ultraperifere regio's.

    4. NAAR EEN NIEUW PARADIGMA: BENUTTEN VAN DE UNIEKE EIGENSCHAPPEN VAN DE ULTRAPERIFERE REGIO'S

    In dit tijdperk van mondialisering en streven naar versterking van de concurrentiepositie van Europa moet de ontwikkeling worden gesteund van essentiële sectoren waarin de ultraperifere regio's zich potentieel kunnen specialiseren en waarin zij over sterke comparatieve voordelen beschikken. Zij vormen ook een geschikte voedingsbodem voor de ontwikkeling van hoogwaardige initiatieven en proefprojecten, die voor Europa van groot belang zijn. Dit nieuwe paradigma, gericht op het uitspelen van de troeven van de ultraperifere regio's als hefboom voor economische ontwikkeling, moet leiden tot een vernieuwing van de strategie die met name zal worden gedragen door sectoren met een hoge toegevoegde waarde, zoals de voedingsmiddelensector, biodiversiteit, hernieuwbare energie, de astrofysica, de lucht- en ruimtevaart, de oceanografie, de vulkanologie en seismologie, maar die ook steunt op de belangrijke rol van de ultraperifere regio's als voorposten van de Europese Unie in de wereld.

    4.1. Voorposten van de Europese Unie in de wereld

    De geopolitieke en geografische realiteit in de ultraperifere regio's is anders dan die in het continentale deel van de Europese Unie; de ultraperifere regio's zijn voorposten van de Europese Unie in de contacten met andere grote economische entiteiten. Zij verlenen als zodanig een speciale dimensie aan de externe activiteiten van de Europese Unie en zijn betrokken bij de ontwikkeling van het beleid op het gebied van het grote nabuurschap, via hun geografische, culturele en historische banden met andere landen en volken, met name in Afrika en op het Amerikaanse continent.

    De ultraperifere regio's verlenen de Europese Unie een aanzienlijke internationale maritieme dimensie en daarmee versterkte legitimiteit om beleid te ontwikkelen op het gebied van gezamenlijke duurzame ontwikkeling van de oceanen in drie specifieke sectoren: Macaronesië, het Caribisch gebied en het zuidwesten van de Indische Oceaan.

    Gelegen aan maritieme routes of zee-engten spelen de ultraperifere regio's een vooraanstaande rol in het handelsverkeer. Zij spelen ook een rol inzake maritiem bestuur bij het toezicht op de kustwateren (bijvoorbeeld strijd tegen illegale visserij, piraterij of drugshandel) of het veiliger maken van het vervoer (bijvoorbeeld beheer van olietransporten in het Caribisch gebied).

    De ultraperifere regio's grenzen aan gebieden met ontwikkelingsproblemen waarmee de Europese Unie samenwerkt op het gebied van armoedebestrijding, duurzame ontwikkeling, beheer van migratiestromen en het veiliger maken van regio's. De ultraperifere regio's kunnen dus als bevoorrechte partners een rol spelen in de contacten met derde landen/buurlanden, met name op het gebied van projecten voor de versterking van de bestuurlijke capaciteit, opleiding, onderwijs en gezondheidszorg, oprichting van KMO's, landbouw, visserij en voorkoming van natuurlijke risico's.

    De ultraperifere regio's van de Atlantische Oceaan spelen een strategische rol in het speciale partnerschap dat de Europese Unie heeft getekend met Kaapverdië[14]. Er worden samenwerkingsacties ontwikkeld, met name in verband met thema's die in het actieplan van dit partnerschap zijn gedefinieerd als prioritair, zoals de bestrijding van illegale handelsstromen (drugs, illegale immigratie) en politiesamenwerking.

    4.2. Laboratoria voor de bestrijding van de gevolgen van klimaatverandering

    De geomorfologische kenmerken en geografische ligging van de ultraperifere regio's zijn belangrijke troeven voor wetenschappelijk onderzoek, met name voor de bestudering en follow-up van problemen die gelieerd zijn aan de gevolgen van klimaatverandering.

    De preventie van de natuurlijke risico's waaraan de ultraperifere regio's in sterke mate zijn blootgesteld, is een onderzoekterrein met een hoge toegevoegde waarde. De ultraperifere regio's kunnen de rol spelen van platform voor technologische en wetenschappelijke samenwerking door follow-up en waarneming van natuurlijke risico's in deze gebieden.

    Op energiegebied worden de ultraperifere regio's geconfronteerd met een dubbele uitdaging: verbeteren van hun autonomie inzake fossiele energie en benutten van de kansen die het natuurlijk milieu biedt inzake de ontwikkeling van praktijken en knowhow die kunnen worden geëxporteerd of overgenomen. Lopende of nog op te zetten proefprojecten ontwikkelen vernieuwende en oorspronkelijke oplossingen door een focus op hernieuwbare energie. Naast voordelen op milieugebied en economisch gebied vormen zij een showcase voor Europese knowhow.

    Het project NRJRUP is gericht op het bevorderen van de uitwisseling van goede praktijken en de overdracht van knowhow tussen ultraperifere regio's, alsmede op de vaststelling van beleid voor de ontwikkeling van hernieuwbare energie door een beroep op mariene hulpbronnen.

    Het project GERRI op Réunion is gericht op de totstandbrenging van autonomie op energiegebied tegen 2030.

    De elektriciteitscentrale voor verschillende doeleinden (" Aproveitamento de fins múltiplos dos Socorridos ") op Madeira draagt in sterke mate bij tot de elektriciteitsproductie op het eiland en de vermindering van de afhankelijkheid van waterkracht, die sterk onderhevig is aan seizoensinvloeden.

    Op gezondheidsgebied versterkt de klimaatverandering de blootstelling aan en vatbaarheid voor tropische ziekten. De opkomst van nieuwe ziekten noopt tot het oprichten van geavanceerde onderzoekcentra en centra voor microbiologische controles in gebieden waar deze endemisch zijn, zodat snelle, betrouwbare diagnoses van ziektebeelden kunnen worden gesteld en de risico's van het ontstaan of de verdere verspreiding van ziekten kunnen worden beoordeeld. De ultraperifere regio's beschikken reeds over infrastructuurvoorzieningen voor onderzoek en kunnen deze ook nieuw ontwikkelen, zodat de gezondheidssituatie in deze gebieden, maar ook in continentaal Europa verder kan worden verhoogd.

    Het Centrum voor Onderzoek en Controle inzake Opkomende Ziekten in de Indische Oceaan (CRVOI) is opgericht na de chikungunya-epidemie in 2007 en houdt zich bezig met de ontwikkeling van multidisciplinair onderzoek op het gebied van opkomende infectieziekten, met name die welke zich tot een epidemie kunnen ontwikkelen, in het licht van de gezondheidsprioriteiten in de regio van de Indische Oceaan.

    4.3. Opmerkelijke biodiversiteit en rijkdom van mariene ecosystemen

    Op het gebied van biodiversiteit beschikken de ultraperifere regio's over opvallend veel variëteiten, meer dan in continentaal Europa. Die rijkdom vormt de basis voor economische activiteiten, zoals visserij en toerisme, en ligt ten grondslag aan talrijke ecologische diensten, zoals zuivering van water, herstel van de visstand, bescherming van de bodem tegen erosie of van de kust tegen natuurrampen en klimaatverandering. Dit natuurlijk erfgoed heeft een enorm potentieel wat betreft nog te ontdekken hulpbronnen en innovaties op het gebied van farmaceutisch onderzoek en landbouwonderzoek.

    De ultraperifere regio's beschikken trouwens over een grote rijkdom aan goed bewaard gebleven visbestanden: hun zeeën zijn op bepaalde plaatsen levende laboratoria op het gebied van biodiversiteit; dit opent perspectieven voor een beleid inzake duurzame ontwikkeling van de visserij.

    De ultraperifere regio's zijn ook een bevoorrecht onderzoekterrein voor de ontwikkeling van biotechnologie, met name door de specifieke rijkdommen van de zee te benutten, zoals warmwaterkraters op grote diepte of tropische ecosystemen.

    De vakgroep Oceanografie en visserij van de Universiteit van de Azoren heeft een gespecialiseerde eenheid opgericht voor studie en analyse van de rijkdommen der oceanen. Een van de projecten heeft tot doel de kennis van de oceanen op grote diepte te verbeteren en technologieën te ontwikkelen om de toegang tot diepe wateren te vergemakkelijken.

    4.4. Wetenschappelijke platforms in hun geografisch gebied

    Door op hun grondgebied hoogwaardige informatie- en communicatietechnologieën te ontwikkelen kunnen de ultraperifere regio's zich de middelen verschaffen om in hun respectieve omgeving uit te groeien tot platforms voor de verspreiding van technologie en wetenschap.

    Het project SEAS[15] Guyana heeft tot doel via satellieten voor aardobservatie gegevens te verzamelen over het milieu in het Amazonegebied en het Caribisch gebied. Dankzij dit in Europa en Zuid-Amerika unieke technologische platform kan worden beschikt over alle gegevens die nodig zijn voor de follow-up van hulpbronnen en voor het beheer van het Amazonebekken (7 miljoen km2); ook draagt het bij tot het initiatief Global Monitoring Environment and Security.

    Sinds 2005 beschikt Guadeloupe over een onderzees digitaal kabelnetwerk met hoge snelheid (" Global Cable Network "), dat zich uitstrekt van Puerto Rico tot 14 eilanden in het oostelijk Caribisch gebied, waaronder Trinidad en Tobago. Dankzij deze belangrijke infrastructuur, met een totale lengte van 2 100 km, is de capaciteit van de telecommunicatie-exploitanten fors verhoogd en profiteert de gebruiker van zeer aantrekkelijke tarieven.

    Het Centrum voor Astrofysica van de Canarische eilanden maakt optimaal gebruik van de uitstekende zichtbaarheid van de hemel aldaar en beschikt over onderzoekinfrastructuur van wereldniveau en telescopen en installaties op het gebied van de astrofysica die tot de meest geavanceerde in de Europese Unie behoren. Dankzij de op handen zijnde ingebruikname van de Grote Telescoop van de Canarische eilanden (GTC), die uniek is in de wereld, worden nieuwe projecten met een hoog technologisch gehalte ontsloten voor Europese astrofysici.

    4.5. Landbouwproducten van hoge kwaliteit

    Het oorspronkelijke karakter van landbouwproducten uit ultraperifere regio's en hun goede kwaliteit moeten worden erkend. De economische ontwikkeling van de ultraperifere regio's houdt ook nauw verband met de export van in kwalitatief opzicht aantrekkelijke, typische producten: bijvoorbeeld AOC-rum uit Martinique, de Victoria-ananas uit Réunion of meloen uit de Antillen, wijn uit Madeira, kaas en thee uit de Azoren, wijn en kaas met een AOC-label uit de Canarische eilanden of bloemen en sierplanten uit de ultraperifere regio's in het algemeen.

    De Pôle de Recherche Agro-environnementale de la Martinique (PRAM) richt zich op de ontwikkeling van een gediversifieerde, duurzame landbouwsector en verricht onderzoek naar marktsegmenten of nichemarkten voor nieuwe producten, onder meer door nog niet optimaal benutte lokale vruchtenvariëteiten te exploiteren, door te trachten variëteiten genetisch te verbeteren en door te werken aan duurzame productiesystemen.

    Zoals uit alle bovenstaande voorbeelden blijkt, werken de ultraperifere regio's al volop aan vernieuwende en oorspronkelijke oplossingen om hun troeven optimaal uit te spelen. Deze kennis moet worden versterkt, willen zij hun economieën een impuls kunnen geven en een nieuwe rol kunnen spelen in de Europese Unie.

    5. VOORSTELLEN VOOR DE TOEKOMST

    Zonder vooruit te willen lopen op het toekomstige algemene politieke kader van de Europese Unie, met name de discussie over de financiële vooruitzichten na 2013, en teneinde het nieuwe paradigma gestalte te geven, stelt de Commissie voor te streven naar een beter gebruik van de bestaande communautaire instrumenten en naar een serie maatregelen die binnen het huidige begrotingskader ten uitvoer kunnen worden gelegd.

    5.1. Benutten van de bestaande communautaire instrumenten

    In budgettaire termen ontvangen de ultraperifere regio's in de periode 2007-2013 7,8 miljard euro aan communautaire middelen (EFRO, ESF, ELFPO, EVF, POSEI). Het is derhalve zaak al deze instrumenten en de flexibiliteit van de regels voor het stellen van nieuwe prioriteiten optimaal te benutten, bijvoorbeeld bij de strategische evaluatie halverwege naar aanleiding van de nationale verslagen 2009 en het verslag van de Commissie in 2010.

    De diensten van de Commissie blijven nauw samenwerken met de EIB en het EIF om de tenuitvoerlegging te begunstigen van de initiatieven JEREMIE en JESSICA in de regio's.

    De ultraperifere regio's kunnen ook worden betrokken bij het initiatief "Regio’s voor economische verandering" en de "snelle optie" daarvan, die ten uitvoer wordt gelegd via het interregionale deel van de doelstelling territoriale samenwerking en het programma voor duurzame stadsontwikkeling (Urbact II). Dit initiatief stimuleert het ontstaan van netwerken van regionale acteurs en proefprojecten die op termijn in de programma's voor convergentie en competitiviteit kunnen worden geïntegreerd; ook omvat dit prioritaire thema's die van bijzondere relevantie zijn voor de ultraperifere regio's, zoals "exploiteren van kustgebieden" en "troeven uitspelen van zeeën en oceanen".

    Op het gebied van onderwijs en opleiding stimuleert de Commissie de ontwikkeling van nieuwe vaardigheden en knowhow, die cruciaal zijn om personen in staat te stellen de uitdagingen van de 21e eeuw op te pakken. Deze aanpassing van het menselijk kapitaal zal vooral gebaseerd moeten worden op actieve deelname aan universitaire uitwisselingsprogramma's, stimulering van knowhow door levenslang leren[16] en versterking van de samenwerking tussen Europese onderwijs- en opleidingssystemen.

    De ultraperifere regio's moeten de kansen kunnen grijpen die zich voordoen in het kader van bestaande communautaire programma's op het gebied van onderzoek, vervoer, energie, innovatie, informatie- en communicatietechnologie, onderwijs en cultuur, door middel van actieve deelname aan oproepen tot het indienen van voorstellen.

    5.2. Ingaan op nieuwe uitdagingen, verdiepen van kennis, versterken van het partnerschap

    Meer bepaald stelt de Commissie de volgende maatregelen voor met betrekking tot de in de openbare raadpleging geanalyseerde thema's:

    1. Klimaatverandering

    2. Lanceren van een studie naar het economisch effect van de aanpassing aan klimaatverandering in kustgebieden. Deze studie zal worden uitgevoerd voor de gehele Europese Unie, maar een specifieke analyse omvatten voor de ultraperifere regio's. Zij moet de systematische uitwisseling van goede praktijken stimuleren inzake de kosten en planning van de aanpassing in kustgebieden.

    3. Bevorderen van de totstandkoming van een beleid voor het geïntegreerd beheer van risico's in kustgebieden (onder water zetten van gebieden, kusterosie, verminderen van de kwetsbaarheid van de betrokken bevolking en gebieden) en van een systeem voor toezicht en waarschuwing op het gebied van veiligheid en bescherming burgerbevolking.

    4. Opzetten van een vrijwillig programma voor natuurbehoud, op basis van de ervaringen in het kader van Natura 2000.

    5. Ontwikkelen en ten uitvoer leggen van maatregelen ter bestrijding van invasieve soorten.

    6. Erkennen van de kwetsbaarheid van de ultraperifere regio's in het kader van het Witboek met betrekking tot de aanpassing aan de gevolgen van klimaatverandering.

    7. Demografische ontwikkeling en migratiestromen

    8. Lanceren van een studie naar de gevolgen hiervan om meer inzicht te kunnen verwerven in de – positieve en minder positieve – effecten van zowel migratie als demografische ontwikkeling op grondgebied, arbeidsmarkt, publieke diensten, onderwijs en gezondheidszorg in de ultraperifere regio's. Op basis hiervan zou voor elke regio een "migratiebalans" kunnen worden opgesteld. Bij de tussentijdse evaluatie van het recente algemene programma "Solidariteit en beheer van migratiestromen 2007-2013" zal de Commissie beoordelen of nieuwe ontwikkelingen nodig zijn, bijvoorbeeld of de instelling van een "Europees fonds voor aanpassing aan de migratie" noodzakelijk en haalbaar is.

    9. Op demografisch gebied nodigt de Commissie de lidstaten en de regionale autoriteiten van de ultraperifere regio's uit hun analytische werkzaamheden voort te zetten en in sommige gevallen te versterken, teneinde de factor demografische ontwikkeling te integreren in de vaststelling van het beleid, met name op het gebied van onderwijs, opleiding en werkgelegenheid, alsmede in de programmeringsprocedure van de Structuurfondsen. Ook nodigt zij de nationale bureaus voor de statistiek uit hun samenwerking met Eurostat voort te zetten.

    10. Landbouw

    11. Bevorderen van het gebruik van alle mogelijkheden van de steunregeling POSEI met betrekking tot het structureren en verdelen van de budgettaire middelen die voor de verschillende ultraperifere regio's zijn toegewezen, aantal te ondersteunen producten, alsmede het toezicht op de milieuproblemen in verband met specifieke vormen van verontreiniging.

    12. Stimuleren van het gebruik van verschillende vormen van vestigings- en investeringssteun voor jonge landbouwers, welke gemoduleerd kunnen worden binnen het betrokken programma voor plattelandsontwikkeling, teneinde rekening te houden met specifieke regionale vereisten.

    13. Benutten van kansen in het kader van de communautaire programma's voor de bevordering van producten[17] en daarin nog meer producten opnemen moet bijdragen tot het stimuleren van afzetmarkten en het tot stand brengen van goed presterende landbouw- en voedingsmiddelensectoren.

    14. Maritiem beleid

    15. Het geïntegreerd maritiem beleid van de Europese Unie en de verschillende sectorale maatregelen van het actieplan aanpassen aan de specifieke kenmerken van de ultraperifere regio's.

    16. Verdiepen van de kennis van maritieme zaken en het mariene milieu en van de waarde van mariene ecosystemen in de ultraperifere regio's door een specifieke analyse in het kader van het project inzake sociaal-economische maritieme gegevens van Eurostat, alsmede in het kader van het Europees marien observatie- en gegevensnetwerk (EMODNet). Dankzij de verworven informatie kan een uitgebreide analyse worden verricht van de ultraperifere regio's in de "maritieme atlas" die de Commissie in 2009 wil publiceren.

    17. Creëren van netwerken die gewijd zijn aan onderzoek en de ultraperifere regio's een rol laten spelen als geprivilegieerde waarnemingscentra voor het mariene milieu in Europa in het kader van de nieuwe strategie voor marien en maritiem onderzoek[18]. In het kader van het 7e Kaderprogramma voor onderzoek en technologische ontwikkeling onderzoek steunen ter bevordering van de kennis, het behoud en het beheer van mariene ecosystemen.

    18. De ultraperifere regio's stimuleren om een strategische rol te spelen op het gebied van bestuur en maritiem toezicht in hun respectieve zones, met name door de ontwikkeling van hun eigen regionale geïntegreerde maritieme beleid en speciale maatregelen en maritieme samenwerkingsacties met derde landen in het kader van communautaire programma's voor territoriale samenwerking of in het kader van het regionaal plan voor toezicht op de visserij in het zuidwestelijke deel van de Indische Oceaan.

    19. Bevorderen van maritieme verbindingen tussen ultraperifere regio's en derde landen/buurlanden ter versterking van de economische en culturele banden. Dit moet gestalte krijgen door uiterlijk bij gelegenheid van de volgende herziening daarvan de communautaire richtsnoeren voor staatssteun ten gunste van het maritieme vervoer aan te passen, teneinde steun voor het starten van dergelijke verbindingen mogelijk te maken. De ultraperifere regio's kunnen voor dergelijke verbindingen eventueel een beroep doen op openbare dienstcontracten, daarbij de criteria in acht nemend van de jurisprudentie betreffende "Altmark"[19].

    20. Versterken van het partnerschap

    21. Bij de goedkeuring van nieuwe communautaire wetgeving: versterken van de analyse van de gevolgen daarvan voor de ultraperifere regio's, teneinde te zorgen voor samenhang. In dit kader kunnen de werkzaamheden van de uit vertegenwoordigers van verschillende diensten bestaande groep Ultraperifere regio's van de Commissie eventueel gepaard gaan met ad hoc-task forces voor specifieke problemen.

    22. Lanceren van een sociaal-economisch onderzoek naar groeifactoren in de ultraperifere regio's, waarbij het accent ligt op essentiële sectoren, zoals in deze mededeling geïdentificeerd, maar waarbij ook de voornaamste hinderpalen voor hun ontwikkeling worden aangeduid en mogelijke oplossingen worden genoemd.

    23. De gedachtewisseling over de ontwikkeling van de strategie voor de ultraperifere regio's integreren in lopende processen en maatregelen en de ultraperifere regio's daarbij ten volle betrekken: het Groenboek inzake territoriale cohesie, de toekomst van het cohesiebeleid na 2013, de hervorming van de EU-begroting, regionale integratie en de ontwikkeling van de ACS-staten, het Groenboek inzake de toekomstige betrekkingen tussen de Europese Unie en de landen en gebieden overzee, en de ontwikkeling van het maritiem beleid van de Europese Unie.

    24. In het kader van de economische partnerschapsovereenkomsten is de hoop dat de ultraperifere regio's constructief deelnemen aan het proces voor de uitvoering en afronding daarvan. Zij worden met name geacht de kansen voor de handel in goederen en diensten te benutten die het gevolg zijn van de versterking van de regionale samenwerking, maar ook op andere gebieden, zoals de dienstensector, intellectuele eigendom en overheidsopdrachten. Vooral op deze gebieden, waarop de ultraperifere regio's over comparatieve voordelen beschikken, kan een daadwerkelijke complementariteit worden ontwikkeld tussen de economieën van deze regio's en die van de ACS-staten. In deze context is het van belang maatregelen te steunen om de capaciteit van de ultraperifere regio's te versterken om zowel de handelsstromen die hen betreffen, als het handelsbeleid van de Europese Unie te volgen.

    25. Samen met de ultraperifere regio's voorlichtingsbijeenkomsten organiseren waarop communautaire instrumenten en beleidsvormen worden toegelicht (7e KPOTO, voorlichting over samenwerkingsmogelijkheden van het EOF en het EFRO enz.).

    26. Samen met de lidstaten en de ultraperifere regio's elke twee jaar een Forum over ultraperifere regio's in Europa organiseren (uitwisseling van beste praktijken, erkenning van initiatieven die bijdragen tot de ontwikkeling van essentiële sectoren, specifieke voorlichtingscampagnes over de uitdagingen van de ultraperifere regio's enz.).

    6. CONCLUSIE

    Met deze mededeling geeft de Commissie gevolg aan het verzoek van de Europese Raad van december 2007, daarbij rekening houdend met de standpunten van belanghebbenden, zoals die naar voren zijn gekomen tijdens de openbare raadpleging.

    De rol van de ultraperifere regio's bij de aanpak van mondiale problemen, zoals de energiecrisis, de voedselcrisis, klimaatverandering, demografische ontwikkeling en migratiestromen, de urgentie van een beter beheer van de oceanen, moet worden gevaloriseerd. Deze regio's zijn echte laboratoria van ideeën waar al deze uitdagingen en verschijnselen geïdentificeerd en geanalyseerd kunnen worden en waar ook modelscenario's voor de oplossing ervan kunnen worden opgezet. Hun ervaring is niet alleen voor hun geografisch gebied belangrijk, maar ook voor de Europese Unie als geheel.

    Dit potentieel, dat een nieuw paradigma vormt, moet in de toekomst ten volle worden benut. Tegelijkertijd moet het sectorale beleid van de Europese Unie verder nauwlettend worden gevolgd en moeten de bestaande mogelijkheden in het kader daarvan volledig worden benut.

    Deze nieuwe aanpak moet de aanzet geven tot nieuwe activiteiten, die een toegevoegde waarde hebben en duurzame ontwikkeling met zich brengen, en die op langere termijn tot een vernieuwde Europese strategie leiden ten gunste van de ultraperifere regio's.

    [1] Consultatie opgestart met de mededeling van de Commissie "De strategie voor de ultraperifere regio's: verwezenlijkingen en toekomstperspectieven", COM(2007)507 definitief.

    [2] Sinds de recente uitbreidingsrondes van de Europese Unie behoren de ultraperifere regio's als geheel niet meer tot de groep van armste regio's. Vergeleken met het communautair gemiddelde in 2005 (EU-27=100) behoren Guyana (BBP per hoofd van de bevolking = 50,5), Réunion (BBP per hoofd van de bevolking = 61,6), maar ook de Azoren (BBP per hoofd van de bevolking = 66,7) en in mindere mate Guadeloupe (BBP per hoofd van de bevolking = 70,6) en Martinique (BBP per hoofd van de bevolking = 75,6) echter tot de minder welvarende regio's van de EU-27. De Canarische eilanden (BBP per hoofd van de bevolking = 93,7) en Madeira (BBP per hoofd van de bevolking = 94,9) liggen steeds dichter bij het communautair gemiddelde.

    [3] Mededeling van de Commissie "De strategie voor de ultraperifere regio's: verwezenlijkingen en toekomstperspectieven", COM(2007)507 definitief van 12 september 2007.

    [4] Staatssteun N 199/2007 inzake de ondersteuning van het vrachtvervoer in de overzeese gebieden.

    [5] Staatssteun N 912/2006 inzake individuele steun met een sociaal karakter voor het binnenlandse luchtverkeer in Guyana en het luchtverkeer in de autonome regio Madeira.

    [6] COM (2008) 306 definitief van 20 mei 2008.

    [7] Mededeling van de Commissie "Een geïntegreerd maritiem beleid voor de Europese Unie", COM(2007) 575 definitief, Blauwboek, SEC(2007) 12/78/2 actieplan.

    [8] Bij wijze van voorbeeld: staatssteun NN 22/2008 inzake de steunmaatregelen in het kader van de AIEM-belastingregeling voor de Canarische eilanden. Beschikking 2008/417/EG van de Raad van 3 juni 2008 betreffende het accijnstarief voor op Madeira geproduceerd bier. Staatssteun N 421/2006 inzake de goedkeuring van een steunmaatregel in de vorm van een verlaagd belastingtarief voor ondernemingen die geregistreerd zijn in de vrijhandelszone van Madeira.

    [9] Bij wijze van voorbeeld: Beschikking 2008/439/EG van de Raad van 9 juni 2008 tot wijziging van de octroi de mer-regeling voor nieuwe producten uit Guyana. Verordening (EG) nr. 645/2008 van de Raad van 8 juli 2008 betreffende de opening en de wijze van beheer van autonome communautaire tariefcontingenten voor de invoer van bepaalde visserijproducten op de Canarische eilanden.

    [10] Het programma Macaronesië is de benaming voor de grensoverschrijdende territoriale samenwerking van de Canarische eilanden, Madeira en de Azoren.

    [11] Mededeling van de Commissie van 24 oktober 2007 aan de Raad en het Europees Parlement over de toekomst van de betrekkingen tussen de Europese Unie en de Republiek Kaapverdië [COM(2007) 641 definitief].

    [12] Alle bijdragen en de synthese van de conclusies van de publieke raadpleging zijn beschikbaar op de website: http://ec.europa.eu/regional_policy/consultation/rup/contri_fr.htm.

    [13] Klimaatverandering, demografische ontwikkeling en migratiestromen, landbouw en maritiem beleid.

    [14] Mededeling van de Commissie van 24 oktober 2007 aan de Raad en het Europees Parlement over de toekomst van de betrekkingen tussen de Europese Unie en de Republiek Kaapverdië [COM(2007) 641 definitief].

    [15] Pôle SEAS Guyane: Surveillance de l'Environnement Amazonien assisté par Satellite.

    [16] Aanbeveling met betrekking tot belangrijke vaardigheden voor levenslang leren (PB L 394 van 30 december 2006).

    [17] Programma ter bevordering van het logo van de ultraperifere regio's (Verordening (EG) nr. 247/2006 van de Raad) en bijlage I bij Verordening (EG) nr. 501/2008 van de Commissie – indicatieve jaarlijkse begroting: 1 miljoen euro, alsmede maatregelen voor de bevordering van producten als voorzien in de bepalingen met betrekking tot de steunregeling POSEI.

    [18] Een Europese strategie voor marien en maritiem onderzoek : een coherent kader voor de Europese onderzoeksruimte ter ondersteuning van het duurzame gebruik van oceanen en zeeën, COM(2008) 534 definitief.

    [19] Arrest van het Hof van Justitie (PB C 226 van 20 september 2003, blz. 1).

    Top