This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52008DC0473
Report from the Commission to the Council and the European Parliament explaining the European Research Council operations and realisation of the objectives set out in the Specific Programme "Ideas" in 2007
Verslag van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over de werkzaamheden van de Europese Onderzoeksraad en de verwezenlijking van de in het specifieke programma "Ideeën" beschreven doelstellingen in 2007
Verslag van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over de werkzaamheden van de Europese Onderzoeksraad en de verwezenlijking van de in het specifieke programma "Ideeën" beschreven doelstellingen in 2007
/* COM/2008/0473 def. */
Verslag van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over de werkzaamheden van de Europese Onderzoeksraad en de verwezenlijking van de in het specifieke programma "Ideeën" beschreven doelstellingen in 2007 /* COM/2008/0473 def. */
[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN | Brussel, 18.7.2008 COM(2008) 473 definitief VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT over de werkzaamheden van de Europese Onderzoeksraad en de verwezenlijking van de in het specifieke programma "Ideeën" beschreven doelstellingen in 2007 VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT over de werkzaamheden van de Europese Onderzoeksraad en de verwezenlijking van de in het specifieke programma "Ideeën" beschreven doelstellingen in 2007 1. Inleiding De Europese Onderzoeksraad (ERC) is een ambitieuze nieuwe component van het onderzoeksbeleid van de Europese Unie. De ERC is overeenkomstig de bepalingen van het zevende kaderprogramma opgericht voor de uitvoering van het specifieke programma "Ideeën", met een budget van 7 510 miljoen euro voor de periode 2007-2013. Hij bestaat uit een onafhankelijke Wetenschappelijke Raad, ondersteund door een specifieke uitvoeringsstructuur, en werkt volgens de beginselen van wetenschappelijke excellentie, autonomie, efficiëntie, transparantie en verantwoordingsplicht. De opdracht van de ERC bestaat erin het beste onderzoek aan de grenzen van kennis op alle wetenschapsgebieden te bevorderen via mededinging op Europees niveau tussen individuele onderzoeksteams. Artikel 4, lid 4, van de beschikking betreffende het specifieke programma "Ideeën" bepaalt: De Commissie staat borg voor de autonomie en integriteit van de Europese Onderzoeksraad, zorgt voor de goede uitvoering van de aan de raad opgedragen taken en stelt jaarlijks een verslag voor de Raad en het Parlement op over de werkzaamheden van de ERC en over de verwezenlijking door de ERC van de in het specifieke programma beschreven doelstellingen. In bijlage 1 van dezelfde beschikking wordt bepaald dat het jaarlijkse verslag in samenwerking met de Wetenschappelijke Raad wordt opgesteld. Dit jaarlijkse verslag van de Commissie over 2007, opgesteld in samenwerking met de Wetenschappelijke Raad van de ERC, bevat de beoordeling door de Commissie van de werkzaamheden van de ERC en van de verwezenlijking van zijn doelstellingen in het eerste jaar van zijn bestaan. 2. Wettelijke en organisatorische basis De Europese Onderzoeksraad (ERC) werd op 2 februari 2007 officieel opgericht bij een besluit van de Commissie[1], in overeenstemming met het besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende het zevende kaderprogramma[2], de regels voor deelname[3] en de beschikking van de Raad betreffende het specifieke programma "Ideeën"[4]. Bij dit besluit van de Commissie werd de Wetenschappelijke Raad van de ERC officieel opgericht en voorzien in de oprichting van de specifieke uitvoeringsstructuur en in de instelling van de functie van secretaris-generaal van de ERC, die tot taak heeft de Wetenschappelijke Raad te assisteren bij het onderhouden van doeltreffende contacten met de Commissie en de specifieke uitvoeringsstructuur[5]. Bij een volgend besluit van de Commissie[6] werd de eerste secretaris-generaal van de ERC, op onafhankelijke wijze aangewezen door de Wetenschappelijke Raad, benoemd in de functie van speciale adviseur bij de Commissie. De Wetenschappelijke Raad is een onafhankelijk orgaan dat de Europese onderzoekswereld vertegenwoordigt en bestaat uit 22 wetenschappers, ingenieurs en geleerden met een zeer goede naam uit een brede reeks onderzoeksgebieden, en is verantwoordelijk voor het vaststellen van de wetenschappelijke strategie voor het specifieke programma "Ideeën". Hij is ten volle bevoegd voor het nemen van besluiten betreffende het type van onderzoek dat moet worden gefinancierd en staat borg voor de kwaliteit van de activiteit vanuit wetenschappelijk oogpunt. Zijn taken omvatten met name de opstelling van het jaarlijkse werkprogramma en de nodige wijzigingen, inclusief uitnodigingen tot het indienen van voorstellen; de methoden en procedures voor "peer review" en voorstelevaluatie, de voortgangs- en kwaliteitscontrole op de uitvoering van het programma vanuit wetenschappelijk oogpunt; en communicatie. Onmiddellijk na het besluit tot oprichting van de ERC heeft de Wetenschappelijke Raad de aanwijzing van zijn voorzitter en twee vice-voorzitters bevestigd en zijn goedkeuring gehecht aan het reglement van orde, met bepalingen voor het functioneren van de Wetenschappelijke Raad; contacten met de specifieke uitvoeringsstructuur via de secretaris-generaal van de ERC; en een gedragscode en verklaring om belangenconflicten te vermijden en vertrouwelijkheid te verzekeren. Om zijn doeltreffend functioneren en de wisselwerking met de Commissie en met de specifieke uitvoeringsstructuur (ERC-DIS) verder te verzekeren, heeft de Wetenschappelijke Raad, in overeenstemming met artikel 5, lid 4, van het besluit tot oprichting van de ERC1, een bestuur van de ERC opgericht, bestaande uit de voorzitter en vice-voorzitters van de Wetenschappelijke Raad en de secretaris-generaal van de ERC. De directeur van de specifieke uitvoeringsstructuur mag aan de vergaderingen deelnemen. De specifieke uitvoeringsstructuur moet worden opgezet als een sobere en kosteneffectieve externe structuur die de vorm aanneemt van een uitvoerend agentschap van de Commissie – het Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad (ERCEA). De rol van de specifieke uitvoeringsstructuur is het specifieke programma "Ideeën" uit te voeren totdat het ERCEA operationeel wordt. De taken van de ERC-DIS worden waargenomen door Directoraat S van DG Onderzoek, een nieuw directoraat dat op 1 oktober 2006 voor dit doel in het leven is geroepen. In 2007 heeft de Commissie aanzienlijke vorderingen gemaakt met de oprichting van het ERCEA. Na raadpleging van de diensten van de Commissie en de overige communautaire instellingen bracht het Regelgevend Comité voor de uitvoerende agentschappen van de lidstaten op 14 november een gunstig advies uit over het ontwerp-voorstel. Voorts viel de stemming binnen de Begrotingscommissie van het Europees Parlement op 27 november positief uit. Het besluit van de Commissie tot oprichting van het ERCEA werd vervolgens op 14 december goedgekeurd[7]. De Commissie keurde ook ERC-specifieke besluiten met uitvoeringsbepalingen goed, met name de ERC Grant Agreement voor grensverleggende onderzoeksprojecten en de hiermee verband houdende ERC Supplementary Agreement waarin de plichten van de gastorganisatie ten aanzien van de hoofdonderzoeker worden uiteengezet[8], alsook de ERC Rules for the submission of proposals and the related evaluation, selection and award procedures relevant to the Ideas Specific Programme[9]. 3. Strategie, werkprogramma en methode voor "peer review" van de ERC Strategie De Wetenschappelijke Raad is verantwoordelijk voor het vaststellen van de wetenschappelijke strategie van de ERC, inclusief het opstellen van het jaarlijkse werkprogramma voor "Ideeën". In 2007 heeft de Wetenschappelijke Raad acht plenaire vergaderingen gehouden. Het door de Wetenschappelijke Raad opgerichte bestuur van de ERC is in de loop van het jaar tienmaal bijeengekomen om de vergaderingen van de Wetenschappelijke Raad te plannen en contacten met de specifieke uitvoeringsstructuur te onderhouden. De Wetenschappelijke Raad heeft, overeenkomstig de doelstellingen van het specifieke programma "Ideeën", twee centrale financieringsregelingen vastgesteld, gebaseerd op het beginsel van een "door onderzoekers aangestuurde" benadering. Deze stellen individuele hoofdonderzoekers aan de leiding van individuele nationale of transnationale teams in staat onderzoeksprojecten met een "bottom-up"-benadering (d.w.z. zonder vooraf gedefinieerde onderwerpen) voor te stellen, inclusief risicovolle, interdisciplinaire projecten, die enkel worden geëvalueerd op basis van het criterium excellentie: De ERC-subsidies voor startende onafhankelijke onderzoekers ("ERC-subsidies voor starters"): ter ondersteuning van de onafhankelijke carrières van excellente onderzoekers, ongeacht hun nationaliteit, die gevestigd zijn in of verhuizen naar de lidstaten en geassocieerde landen en die bezig zijn met het starten of consolideren van een eigen onafhankelijk onderzoeksteam of, afhankelijk van het onderzoeksgebied, met het vaststellen van een eigen onafhankelijk onderzoeksprogramma. De ERC-subsidies voor gevorderde onderzoekers ("ERC-subsidies voor gevorderden"): ter ondersteuning van excellente, innovatieve door onderzoekers gestarte onderzoeksprojecten in de lidstaten en geassocieerde landen, geleid door prominente gevorderde onderzoekers, van welke leeftijd ook, die zich reeds hebben gevestigd als onafhankelijk onderzoeksleider. Deze financieringsregelingen zijn ontwikkeld om onderzoeksexcellentie op alle terreinen van kennis en geleerdheid te bevorderen en het overeenstemmende menselijke kapitaal veilig te stellen, zowel door enkele van de beste onderzoekstalenten van de huidige en de volgende generatie in Europa te houden en gestaag uit het buitenland aan te trekken. Zij voorzien in aanzienlijke middelen (tot 400 000 euro per jaar voor 5 jaar in het kader van de subsidies voor starters en tot 500 000 euro per jaar voor 5 jaar in het kader van de subsidies voor gevorderden) en flexibele voorwaarden. Zij gelden voor de looptijd van het zevende kaderprogramma, met geleidelijk toenemende budgets voor uitnodigingen en met jaarlijks bepaalde sluitingsdata voor uitnodigingen, waardoor ze een hoge mate van continuïteit en voorspelbaarheid voor de onderzoekswereld hebben. Werkprogramma’s De Wetenschappelijke Raad heeft de werkprogramma’s voor 2007 en 2008 voor de ERC/"Ideeën" op basis van voornoemde strategie opgesteld. Het werkprogramma 2007 voor "Ideeën", met lancering van de eerste uitnodiging voor ERC-subsidies voor starters, werd in oktober 2006 door de Wetenschappelijke Raad (toen opererend als "voorloper") aan de Commissie overgelegd. Na het overleg tussen de diensten en het advies van het programmacomité werden de voorlopige werkprogramma’s in december 2006 door de Commissie goedgekeurd en op 22 december 2006 werden uitnodigingen tot het indienen van voorstellen bekendgemaakt. Na de inwerkingtreding van het zevende kaderprogramma, de specifieke programma’s en de regels voor deelname en na de officiële oprichting van de ERC werd het werkprogramma 2007 voor "Ideeën" op 26 februari 2007[10] ongewijzigd goedgekeurd en het werd op 2 oktober 2007 gewijzigd[11]. Het werkprogramma 2008 voor "Ideeën"[12], met lancering van de eerste uitnodiging voor ERC-subsidies voor gevorderden, werd in oktober 2007 door de Wetenschappelijke Raad aan de Commissie overgelegd en op 29 november 2007 ongewijzigd door de Commissie goedgekeurd. Het werkprogramma 2008 omvat ook een uitnodiging voor coördinatie- en ondersteuningsacties, om te komen tot een portefeuille van projecten, studies en hiermee samenhangende initiatieven die zullen bijdragen tot de evaluatie van het effect van de activiteiten van de ERC en relevant bewijsmateriaal zullen opleveren voor de tussentijdse herziening van de ERC (zie punt 7 hierna). Het omvat ook ondersteuningsacties voor de werkzaamheden van specifieke juridische entiteiten (genoemde begunstigden) om de voorzitter en de vice-voorzitters van de Wetenschappelijke Raad op hun plaatsen van werkzaamheden te ondersteunen[13]. Methode voor "peer review" Aangezien de kwaliteit van het evaluatieproces van de "peer review" van de ERC en het vertrouwen dat deze opwekt binnen de onderzoekswereld van wezenlijk belang zijn voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de ERC, heeft de Wetenschappelijke Raad zorgvuldig aandacht besteed aan de methode voor "peer review" van de ERC. Hij heeft een structuur goedgekeurd van "peer review"-panels van hoog niveau die de hele waaier van onderzoeksdisciplines bestrijken en georganiseerd zijn rond drie belangrijke onderzoeksgebieden – natuur- en ingenieurswetenschappen, biowetenschappen en sociale en menswetenschappen. Onder de door de Wetenschappelijke Raad voorgestelde panelleden zijn wetenschappers, ingenieurs en geleerden met grote wereldwijde vermaardheid uit de EU en daarbuiten. Ieder panel bestrijkt een brede reeks onderwerpen, om ervoor te zorgen dat er passende aandacht wordt gegeven aan interdisciplinaire voorstellen van hoge kwaliteit. Voor de eerste uitnodiging voor ERC-subsidies voor starters werden twintig panels opgericht voor alle wetenschappelijke domeinen. Op basis van de ervaring opgedaan bij de eerste uitnodiging is het aantal panels voor de eerste uitnodiging voor ERC-subsidies voor gevorderden verhoogd tot 25. 4. Uitvoering van het programma De ERC-DIS is verantwoordelijk voor alle aspecten van de administratieve implementatie en de uitvoering van het programma, zoals omschreven in het werkprogramma. Deze structuur geeft met name uitvoering aan de evaluatieprocedures, de "peer review" en het selectieproces overeenkomstig de door de Wetenschappelijke Raad vastgestelde beginselen en draagt zorg voor het financiële en wetenschappelijke beheer van de subsidies. De voornaamste activiteiten in 2007 waren de strategische en administratieve ondersteuning van de Wetenschappelijke Raad, de tenuitvoerlegging van de eerste uitnodiging voor ERC-subsidies voor starters, inclusief de operationele ontwikkeling van het beheer van de uitnodiging en "peer review"-systemen, de opstelling van de eerste uitnodiging voor ERC-subsidies voor gevorderden, communicatie met de wetenschappelijke gemeenschap en het waarborgen van de integriteit van procedures en processen. De uitnodiging voor ERC-subsidies voor starters De uitnodiging tot het indienen van voorstellen voor ERC-subsidies voor starters werd op 22 december 2006 bekendgemaakt, met 25 april 2007 als sluitingsdatum en een indicatief budget van 290 miljoen euro; de ERC-DIS paste het "peer review"-systeem van de ERC toe, inclusief de aanwijzing van de panelleden, zoals gedefinieerd door de Wetenschappelijke Raad. In totaal zijn er 9 167 voorstellen ontvangen, waarvan, na een subsidiabiliteitscontrole, 8 794 aan een "peer review" werden onderworpen in een procedure in twee fasen. Aan het eind van de eerste fase werden 559 succesvolle indieners (6%) uitgenodigd om een meer gedetailleerd voorstel in te dienen uiterlijk op de sluitingsdatum van 17 september 2007. De evaluatie in de tweede fase van de "peer review" behelsde individuele beoordelingen op afstand door panelleden en referenten en individuele vraaggesprekken[14] met het betreffende panel, voorafgaand aan de laatste paneldiscussie en de bepaling van de rangorde. De panels bevalen, in overeenstemming met het werkprogramma, het financieringsniveau voor elk succesvol voorstel aan, in sommige gevallen behoudens technische aanpassingen door de ERC-DIS om te zorgen voor een consistente en passende behandeling van de salariskosten volgens de regels voor deelname. Daar de financieringsniveaus van de aanvragen een gemiddelde van iets meer dan 1 miljoen euro bereiken en een gedeelte van beschikbare ontvangsten van derde landen aan het indicatieve budget voor de uitnodiging werd toegevoegd[15], zullen er naar verwachting ongeveer 300 voorstellen worden gefinancierd, strikt volgens de rangorde die door de "peer review"-panels is bepaald. Van deze projecten werden er 95 gescreend door externe ethische beoordelingspanels. 40 hiervan werden aan een volledige ethische beoordeling onderworpen. Eén project heeft betrekking op het gebruik van menselijke embryonale stamcellen en zal ter advies aan het programmacomité worden voorgelegd voor de wettelijke goedkeuring. Beroep De ERC heeft beroepsprocedures ingevoerd volgens het model dat voor het zevende kaderprogramma is vastgesteld[16]. Het comité van beroep, zoals samengesteld voor "Ideeën", boog zich over 245 beroepen met betrekking tot 9 167 voorstellen, ingesteld na de evaluatie in de eerste fase van de "peer review"; dit aantal vertegenwoordigt ongeveer 3% van het totale aantal aanvragen. Het comité van beroep concludeerde dat 15 van deze zaken (6% van klachten; 0,16% van ontvangen voorstellen) een herbeoordeling vereisten, waarna één voorstel naar de tweede fase overging[17]. Na de evaluatieprocedure in de tweede fase werden 27 zaken ontvangen en verwerkt, maar geen enkele hiervan werd gehandhaafd[18]. Beheer van de subsidies De ERC-DIS heeft ook procedures opgezet voor het financiële en wetenschappelijke beheer van de subsidies, waarbij zij heeft voortgebouwd op bestaande goede praktijken en procedures heeft vereenvoudigd, waar nodig. Zij heeft middelen voor de ERC-DIS ontwikkeld en ingevoerd om ERC-subsidieovereenkomsten op te stellen en subsidies op doeltreffende wijze te beheren overeenkomstig de in het specifieke programma "Ideeën" vastgestelde beginselen, waardoor onderzoeksprojecten kunnen opereren op een zeer flexibele manier die ook geheel verantwoord is. De ERC-subsidies staan onder wetenschappelijk en financieel toezicht gedurende de looptijd van het project. Om de administratieve vereisten voor de hoofdonderzoeker tot een minimum beperkt te houden, is in de meeste gevallen slechts een tussentijds wetenschappelijk verslag voorzien. De verslaggeving over financiële aspecten en het gebruik van middelen is frequenter, waarbij de gastinstelling aan het eind van iedere financiële verslagperiode de relevante informatie verstrekt. Om ervoor te zorgen dat hoofdonderzoekers zich aan wetenschappelijke ontwikkelingen kunnen aanpassen en werkzaamheden met onvoorspelbare resultaten kunnen uitvoeren, zijn de projectbetalingen niet afhankelijk van leverbare producten, maar van de inspanningen en het gebruik van middelen (financiering) voor het project. De uitnodiging voor ERC-subsidies voor gevorderden De uitnodiging tot het indienen van voorstellen voor ERC-subsidies voor gevorderden werd op 30 november 2007 bekendgemaakt met drie verschillende sluitingsdata, afhankelijk van het domein (natuur- en ingenieurswetenschappen; biowetenschappen; sociale en menswetenschappen), in het voorjaar van 2008. De uitnodiging heeft een indieningsprocedure in één fase (indieners moeten uiterlijk op de sluitingsdatum een volledig voorstel indienen, met samenvatting en bewijs van hun prestaties op het gebied van wetenschappelijk leiderschap) en een evaluatie in twee fasen. 5. Communicatie In 2007 zijn er aanzienlijke inspanningen geleverd om de activiteiten van de ERC op doeltreffende wijze aan de wetenschappelijke gemeenschap mee te delen en onder de aandacht van een breder publiek te brengen. In 2007 zijn enkele belangrijke communicatiemiddelen, -producten en -kanalen ontwikkeld voor de verspreiding van informatie over de ERC. Deze zijn onder meer het opzetten van de website van de ERC op het adres http://erc.europa.eu, die op 14 februari 2007 werd gelanceerd[19]; de oprichting van nationale contactpunten (ERC NCP’s) in meer dan 36 landen (27 EU-lidstaten, 9 geassocieerde landen en enkele derde landen); de opstelling en brede verspreiding van een brochure ter introductie van de Wetenschappelijke Raad onder 75 000 contacten in Europa, inclusief belangrijke partners in onderzoek, beleid en economie; en de lancering van een bewustmakingscampagne over de ERC, toegespitst op de eerste uitnodiging voor ERC-subsidies voor starters, met meer dan 90 presentaties bij lanceringsevenementen voor het zevende kaderprogramma en de ERC in 23 landen, alsook de verspreiding van 5 000 posters om de uitnodiging aan onderzoeksorganisaties en bemiddelende instanties aan te kondigen. Op 27 en 28 februari 2007 vond in Berlijn een zeer succesvolle conferentie plaats voor de lancering van de ERC, georganiseerd door de Deutsche Forschungsgemeinschaft, DFG, en de Europese Commissie. 6. Middelen In 2007 steeg het aantal personeelsleden van Directoraat S van 84 naar 108. Gelet op het aantal ontvangen en geëvalueerde voorstellen in het kader van de eerste uitnodiging tot het indienen van voorstellen en de vereiste inspanningen voor het opzetten van de structuren, systemen en procedures van de ERC, betekent dit zeer sober beheer[20]. De beleidskredieten van het programma "Ideeën", vastleggingen ten bedrage van 266 790 220 euro en betalingen ten belope van 1 372 598 euro werden volledig uitgevoerd (respectievelijk 99,99% en 99,11%). 7. Monitoring en beoordeling van de ERC In 2007 zijn er maatregelen getroffen om ervoor te zorgen dat de ERC doeltreffend en transparant is in zijn werkzaamheden en verantwoordingsplichtig en dat hij optreedt als een echte "leerorganisatie" door verwezenlijkingen voortdurend te beoordelen en procedures op basis van ervaringen aan te passen en te verbeteren. De Wetenschappelijke Raad heeft regelmatig verslag aan de Commissie uitgebracht, tijdens de normale gang van zaken (met name de goedkeuring van werkprogramma, subsidieovereenkomst en regels voor de indiening van voorstellen) en via speciale vergaderingen met de voorzitter en de vice-voorzitters van de Wetenschappelijke Raad. De vergaderingen van het programmacomité voor "Ideeën", waarvan de leden eind 2006 informeel zijn bijeengekomen, vonden plaats op 26 maart en 27 september. Naast de officiële werkzaamheden van het programmacomité (dat doorgaans adviserend optreedt), werden deze vergaderingen georganiseerd om het comité volledig op de hoogte te houden van de voortgang van de uitvoering van het programma "Ideeën" en de ERC en een open uitwisseling van informatie over strategie en operationele aangelegenheden tussen het comité en de Wetenschappelijke Raad en de secretaris-generaal van de ERC en de ERC-DIS mogelijk te maken. De Wetenschappelijke Raad heeft de ervaringen met en de resultaten van de eerste uitnodiging voor ERC-subsidies voor starters zorgvuldig overwogen, om ervoor te zorgen dat de geleerde lessen in de financieringsregelingen en -procedures van de ERC worden verwerkt; zo zijn er verbeteringen geïntroduceerd om een beter evenwicht te verkrijgen tussen de vraag naar subsidies en het beschikbare budget. Enkele specifieke maatregelen zijn aldus verwerkt in de eerste uitnodiging voor ERC-subsidies voor gevorderden in het kader van het werkprogramma 2008 en er zullen ook verbeteringen worden aangebracht in de regeling voor ERC-subsidies voor starters bij de tweede uitnodiging. De ERC-DIS heeft ook maatregelen getroffen voor de vereenvoudiging van de administratieve procedures, zoals de aanwijzing en de betaling van deskundigen en beoordelaars, om de efficiëntie en de doeltreffendheid van de werkzaamheden te verbeteren. De Wetenschappelijke Raad en de ERC-DIS hebben, in nauwe samenwerking met de evaluatiedienst van DG Onderzoek, de eerste stappen gezet voor het opzetten van een passend monitorings-, beoordelings- en evaluatiekader voor de ERC en de uitvoering van het specifieke programma "Ideeën". Het doel bestaat erin te assisteren bij toekomstige strategiebepaling en te zorgen voor voortdurende feedback over de doeltreffendheid van procedures en de resultaten van besluitvorming, om voortdurend te leren en aan te passen en, op langere termijn, voor de evaluatie achteraf. Teneinde hiertoe bij te dragen, werd in het kader van het werkprogramma 2008 voor "Ideeën" een uitnodiging voor het indienen van voorstellen voor coördinatie- en ondersteuningsacties gelanceerd in november 2007, met 6 maart 2008 als sluitingsdatum, om te komen tot een portefeuille van projecten, studies en hiermee samenhangende initiatieven die zullen bijdragen tot de monitoring, beoordeling en evaluatie van het effect van de ERC en het programma "Ideeën". 8. Conclusies en verwachtingen voor 2008 De Commissie kan melden dat in 2007 de voornaamste institutionele bouwstenen voor de ERC op succesvolle wijze zijn opgericht overeenkomstig het geplande tijdschema en dat het programma is uitgevoerd volgens de in het specifieke programma "Ideeën" uiteengezette beginselen. Er was een sterke en doeltreffende samenwerking tussen de Wetenschappelijke Raad en de ERC-DIS bij de uitvoering van het programma "Ideeën" en bij de bevordering van de oprichting van het ERCEA als autonome en onafhankelijke eenheid. De overweldigende respons op de uitnodiging voor ERC-subsidies voor starters vergde veel van de werkzaamheden van de ERC in een zeer vroeg en mogelijk kwetsbaar stadium. Zij stelde het "peer review"-proces zwaar op de proef, legde een zeer hoge werklast op administratie en panels en zorgde voor ernstige logistieke uitdagingen. De ERC-DIS en andere ondersteunende diensten van DG RTD (met name de IT-infrastructuur: Electronic Proposal Submission Service en Evaluation Support Service) konden het toch aanmerkelijk goed opvangen en zorgden ervoor dat de "peer review" volgens het oorspronkelijke schema en volgens hoge kwaliteitsnormen werd uitgevoerd, zoals de panels zelf oordeelden en zoals werd bevestigd door het relatief lage percentage beroepszaken dat werd gehandhaafd. De structuren, mechanismen en governance zullen zich in de loop van 2008 verder blijven ontwikkelen en aldus een dynamische en uitdagende omgeving voor de ERC vormen op weg naar administratieve autonomie. DG Onderzoek zal in het begin van 2008 een nieuw besluit van de Commissie presenteren betreffende het delegeren van taken aan het uitvoerend agentschap. In 2008 zullen de huidige taken van Directoraat S, naarmate er vorderingen worden gemaakt met de officiële oprichting en start van het ERCEA, aan het agentschap worden overgedragen en zal er extra personeel worden aangeworven. Directoraat S zal worden opgeheven zodra het ERCEA klaar is om zijn plaats als de ERC-DIS in te nemen. De Commissie belooft een efficiënte en doeltreffende structuur te leveren en tegelijkertijd de uitvoering van het programma "Ideeën" te verzekeren. Zij zal in 2008 zorgen voor de nodige ondersteuning om deze doelstellingen te verwezenlijken. In 2008 zal de Commissie ook een mededeling aan het Europees Parlement en de Raad presenteren over de methode en de opdracht voor de herziening van de structuren en de mechanismen van de ERC door onafhankelijke deskundigen tegen 2010 aan de hand van de criteria wetenschappelijke excellentie, autonomie, efficiëntie en transparantie. Hierbij zal uitdrukkelijk worden gekeken naar de voor- en nadelen van een op een uitvoerend agentschap en een op artikel 171 van het Verdrag gebaseerde structuur. Communicatie is en blijft een belangrijke uitdaging – om ervoor te zorgen dat de ERC een goede reputatie geniet en een positief imago heeft in en buiten Europa, wat in belangrijke mate zal worden bepaald door de kwaliteit van de strategie en de werkzaamheden van de ERC en, op langere termijn, de invloed van de ERC op het Europese onderzoek. De door de ERC gefinancierde grensverleggende onderzoeksprojecten zullen vanaf 2008 van start gaan. De ERC zal succesvolle hoofdonderzoekers en projecten onder de aandacht brengen, die als maatstaven en casestudies van Europese onderzoeksexcellentie zullen dienen en daarbij de aandacht en aspiraties van mogelijke indieners zullen wekken. De ERC heeft in het algemeen met zijn verwezenlijkingen in 2007 zeer hoge normen aangelegd. De Commissie en de ERC staan voor de uitdaging om in 2008 op efficiënte en doeltreffende wijze vorderingen te maken met de verwezenlijking van een operationeel onafhankelijke administratieve eenheid en de toegevoegde waarde en de kansen voor het concurrentievermogen en de groei van Europa die een Europees grensverleggend onderzoeksprogramma biedt, waar te maken. [1] 2007/134/EG; PB L 57 van 24.2.2007, blz. 14. [2] 1982/2006/EG van 18.12.2006, PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1. [3] 1906/2006/EG van 18.12.2006, PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1. [4] 2006/972/EG van 19.12.2006, PB L 400 van 30.12.2006, blz. 243 en gerectificeerde versie in PB L 54 van 22.2.2007, blz. 81. [5] Om het opstarten van de ERC voor te bereiden, heeft de Commissie, voorafgaand aan het besluit betreffende het zevende kaderprogramma, voorlopers voor zowel de Wetenschappelijke Raad als de specifieke uitvoeringsstructuur opgericht. De leden van de Wetenschappelijke Raad werden in juli 2005 door commissaris Poto [pic]nik benoemd. Zij hielden een eerste vergadering in oktober 2005. [6] C(2007)467is Potočnik benoemd. Zij hielden een eerste vergadering in oktober 2005. [7] C(2007)4670-3 van 15.10.2007, niet bekendgemaakt. [8] 2008/37/EG; PB L 9 van 12.1.2008, blz. 15. [9] C(2007)1625 van 16.4.2007, zoals laatstelijk gewijzigd door Besluit van de Commissie C(2007)3598 van 31.7.2007, niet bekendgemaakt. [10] C(2007)2286 van 6.6.2007, zoals laatstelijk gewijzigd door Besluit van de Commissie C(2007)4429 van 27.9.2007, niet bekendgemaakt. [11] C(2007)561 van 26.2.2007, niet bekendgemaakt. [12] C(2007)4467 van 2.10.2007, niet bekendgemaakt. [13] C(2007)5746 van 29.11.2007, niet bekendgemaakt. [14] Deze ondersteuningsacties volgden specifieke ondersteuningsacties die met een soortgelijk doel waren vastgesteld als voorbereidende acties in het kader van het zesde kaderprogramma. [15] Het werkprogramma "Ideeën" (C(2007)4467 van 2.10.2007) en de regels van de ERC voor de indiening van voorstellen (C(2007)4429 van 27.9.2007) werden gewijzigd om een voorziening op te nemen voor de vergoeding van de reiskosten van indieners die worden uitgenodigd voor een vraaggesprek met het ERC-panel in Brussel. [16] Besluit van de Commissie tot wijziging van het werkprogramma (C(2008)1640 van 29.4.2008); het totale beschikbare budget voor de uitnodiging steeg tot 335 miljoen euro. [17] PB L 391 en PB L 400 van 30.12.2006 (respectievelijk EG- en EURATOM-regels) en gerectificeerde versie in Euratom PB L 54 van 22.2.2007, blz. 4. [18] Er is nog één verzoek van de eerste fase in behandeling (Ombudsman zaak nr. 485/2008/(IG)IP). [19] Informatie over de beroepsprocedures is te vinden op de CORDIS-website op het adres: http://cordis.europa.eu/fp7/ideas/redress_en.html [20] Met de infrastructuur van de CORDIS-website als host. [21] Er zij opgemerkt dat Directoraat S in 2007 ook verantwoordelijk was voor het beheer van projecten in het kader van NEST (Nieuwe en komende wetenschappen en technologie) van het zesde kaderprogramma, hoofdzakelijk om de capaciteiten op het punt van wetenschappelijk en financieel beheer van de specifieke uitvoeringsstructuur op te bouwen en te onderhouden in de periode voorafgaand aan de uitvoering van ERC-projecten.