EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52008DC0429

Voorontwerp van gewijzigde begroting nr. 6 bij de algemene begroting 2008 -Staat van uitgaven per afdeling - afdeling III - Commissie

/* COM/2008/0429 def. */

52008DC0429

Voorontwerp van gewijzigde begroting nr. 6 bij de algemene begroting 2008 -Staat van uitgaven per afdeling - afdeling III - Commissie /* COM/2008/0429 def. */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 1.7.2008

COM(2008) 429 definitief

VOORONTWERP VAN GEWIJZIGDE BEGROTING Nr. 6 BIJ DE ALGEMENE BEGROTING 2008

STAAT VAN UITGAVEN PER AFDELING Afdeling III - Commissie

(door de Commissie ingediend)

VOORONTWERP VAN GEWIJZIGDE BEGROTING Nr. 6BIJ DE ALGEMENE BEGROTING 2008

STAAT VAN UITGAVEN PER AFDELINGAfdeling III - Commissie

Gelet op:

- het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 272,

- het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name op artikel 177,

- Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen[1], laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1525/2007[2], en met name op artikel 37,

dient de Europese Commissie bij de begrotingsautoriteit het voorontwerp van gewijzigde begroting nr. 6 bij de begroting 2008 in.

INHOUDSOPGAVE

1. Inleiding 4

2. Uitvoerende Agentschappen 4

2.1 Uitvoerend Agentschap voor onderwijs, audiovisuele media en cultuur (EACEA) 5

2.2 Uitvoerend Agentschap voor het volksgezondheidsprogramma (PHEA) 5

2.3 Uitvoerend Agentschap voor het trans-Europees vervoersnetwerk (TEN-T EA) 6

3. Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof (Gemeenschappelijke Onderneming FCH) 7

4. Eurojust 9

5. Programma voor concurrentievermogen en innovatie (CIP) 10

OVERZICHTSTABEL PER RUBRIEK VAN HET FINANCIEEL KADER 11

WIJZIGINGEN IN DE STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING

De wijzigingen in de algemene staat van ontvangsten en in de staat van ontvangsten en uitgaven per afdeling worden afzonderlijk via het SEI-BUD-systeem toegezonden. Ter informatie is een Engelse versie van de wijzigingen in de algemene staat van ontvangsten en de staat van ontvangsten en uitgaven per afdeling als budgettaire bijlage bijgevoegd.

1. Inleiding

Dit voorontwerp van gewijzigde begroting (VOGB) nr. 6 voor 2008 heeft betrekking op de volgende punten:

- de noodzakelijke budgettaire aanpassingen die voortvloeien uit de uitbreiding van het mandaat van de drie uitvoerende agentschappen: het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur (EACEA), het Uitvoerend Agentschap voor het volksgezondheidsprogramma (PHEA) en het Uitvoerend Agentschap voor het trans-Europees vervoersnetwerk (TEN-T EA);

- de instelling van de noodzakelijke begrotingsstructuur voor de opname van de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof (Gemeenschappelijke Onderneming FCH);

- een verhoging van de vastleggingskredieten met 2,2 miljoen euro om een deel van de kosten voor een nieuw gebouw voor Eurojust te dekken;

- een verhoging van de vastleggingskredieten met 3,9 miljoen euro voor het programma voor concurrentievermogen en innovatie (PCI) - Ondernemerschap en innovatie.

Het netto-effect van de wijzigingen op de uitgaven is een verhoging van de vastleggingskredieten met 6,1 miljoen euro. De betalingskredieten blijven ongewijzigd.

2. Uitvoerende Agentschappen

Op 15 april 2008 heeft het bij artikel 24 van Verordening (EG) nr. 58/2003[3] van de Raad ingestelde Comité voor de uitvoerende agentschappen ingestemd met de uitbreiding van het mandaat van drie uitvoerende agentschappen - Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur (EACEA), het Uitvoerend Agentschap voor het volksgezondheidsprogramma (PHEA) en het Uitvoerend Agentschap voor het trans-Europees vervoersnetwerk (TEN-T EA). Vervolgens werd de uitbreiding van het mandaat op 29 mei door de Begrotingscommissie van het Europees Parlement (COBU) goedgekeurd.

Na de goedkeuring door het Comité voor de uitvoerende agentschappen en de Begrotingscommissie van het Europees Parlement zullen de formele besluiten van de Commissie tot uitbreiding van de mandaten van de agentschappen worden genomen.

De ingevolge de uitbreiding vereiste wijzigingen van de drie mandaten worden hierna uiteengezet.

2.1 Uitvoerend Agentschap voor onderwijs, audiovisuele media en cultuur (EACEA)

Op 14 januari 2005 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan Besluit 2005/56/EG[4] van 14 januari 2005 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur, voor het beheer van de communautaire maatregelen op het gebied van onderwijs, audiovisuele media en cultuur.

Het mandaat van het EACEA werd uitgebreid bij Besluit 2007/114/EG[5] van de Commissie van 8 februari 2007 om het agentschap verantwoordelijk te maken voor het beheer van de nieuwe generatie programma's die eerder aan het agentschap waren gedelegeerd (MEDIA 2007, Een leven lang leren, Cultuur, Jeugd in actie, Europa voor burgers); de projecten op het gebied van onderwijs, beroepsopleiding en jongeren, in het kader van de overeenkomsten die op deze werkterreinen tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika en Canada zijn gesloten, alsook andere programmaonderdelen, in het bijzonder het onderdeel externe samenwerking van Erasmus Mundus.

De uitbreiding van het mandaat van het agentschap, die thans is goedgekeurd, heeft betrekking op de tenuitvoerlegging van extra onderdelen externe samenwerking van Erasmus Mundus met betrekking tot Latijns-Amerika, Azië en de Balkan.

De extra taken die ingevolge de voorgestelde uitbreiding van het mandaat aan het EACEA worden toevertrouwd, zullen niet leiden tot een verhoging van de subsidies van het Uitvoerend Agentschap, aangezien zij worden gefinancierd met de bestaande kredieten in het kader van de begrotingsposten 19 01 04 30 Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Subsidiëring van programma’s op het beleidsterrein "Externe betrekkingen" en 22 01 04 30 Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Subsidiëring van programma's van rubriek 4 op het beleidsterrein "Uitbreiding". De personeelsformatie van het agentschap dient evenwel te worden aangepast, aangezien de versterking van het onderdeel externe betrekkingen voorziet in twee tijdelijke functionarissen van rang AD 5[6].

2.2 Uitvoerend Agentschap voor het volksgezondheidsprogramma (PHEA)

Op 15 december 2004 heeft de Commissie Besluit 2004/858/EG[7] tot oprichting van een Uitvoerend Agentschap voor het volksgezondheidsprogramma goedgekeurd en heeft zij de uitvoering van het volksgezondheidsprogramma 2003-2008 tot 31 december 2010 aan dit agentschap toevertrouwd. Begin 2008 heeft de Commissie voorgesteld het mandaat van het agentschap uit te breiden met het oog op de tenuitvoerlegging van het nieuwe communautaire actieprogramma (2008-2013) op het gebied van de volksgezondheid en om nieuwe taken die verband houden met andere communautaire programma's en maatregelen die thans door de Commissie worden beheerd, aan het agentschap toe te vertrouwen. Deze nieuwe taken hebben betrekking op het beheer van het programma op het gebied van consumentenbeleid en communautaire opleidingsmaatregelen op het gebied van voedselveiligheid. Het mandaat van het agentschap moet dus worden verlengd van 1 januari 2011 tot 31 december 2015. Daarnaast wordt de officiële naam van het agentschap gewijzigd in "Uitvoerend Agentschap voor gezondheid en consumenten", als weerspiegeling van de extra taken van het agentschap.

Volgens artikel 12 van Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad worden de uitvoerende agentschappen gefinancierd uit de middelen van de operationele programma's die door hen worden beheerd. Aangezien de begroting 2008 niet voorziet in middelen voor het Uitvoerend Agentschap voor gezondheid en consumenten voor de nieuwe programma's die aan het agentschap zijn toevertrouwd (consumentenbeleid en opleidingsmaatregelen op het gebied van voedselveiligheid), moeten de noodzakelijke financiële middelen ter beschikking van het agentschap worden gesteld.

Aangezien de activiteiten van het agentschap met betrekking tot de nieuwe programma's slechts bij het begin van het laatste kwartaal van 2008 zullen aanvangen, dient de bijdrage van de programma's voor consumentenbeleid en opleidingsmaatregelen inzake voedselveiligheid slechts betrekking te hebben op de laatste drie maanden van het jaar. Het totale bedrag dat met een interne overschrijving aan het agentschap moet worden overgemaakt, beloopt 340 000 euro voor de beide programma's samen. Voor het programma consumentenbeleid is deze bijdrage vastgesteld op 226 800 euro, die door middel van een interne overschrijving moet worden overgeheveld van het administratieve begrotingsonderdeel van het programma consumentenbeleid (17 01 04 03). Voor de maatregelen inzake voedselveiligheid is de bijdrage vastgesteld op 113 200 euro, die moet worden overgeschreven van het overeenkomstige administratieve begrotingsonderdeel (17 01 04 05) binnen hetzelfde hoofdstuk. Alle beleidskredieten van de programma's zullen dus ongewijzigd beschikbaar blijven om operationele acties te financieren.

Daarnaast wordt de in de begroting 2008 opgenomen personeelsformatie van het agentschap aangepast en met drie tijdelijke functionarissen uitgebreid[8].

2.3 Uitvoerend Agentschap voor het trans-Europees vervoersnetwerk (TEN-T EA)

Op grond van Besluit 2007/60/EG van de Commissie van 26 oktober 2006[9] is een uitvoerend agentschap opgericht om te zorgen voor het technisch en financieel beheer van de vervoersprojecten die werden medegefinancierd in het kader van de toen geldende rechtsgrondslag, het TEN-T-programma 2000-2006.

In 2006 was reeds voorzien in de huidige wijziging van het mandaat, die het agentschap in staat stelt de verantwoordelijkheid op zich te nemen voor het beheer van de vervoersprojecten die door het nieuwe TEN-T-programma 2007-2013 worden ondersteund. Daarnaast voorziet het nieuwe programma in nieuwe financiële instrumenten (bv. het leninggarantie-instrument, publiek-private partnerschappen (PPP's)) en legt het de nadruk op het belang van public relations en voorlichting. Voor de tenuitvoerlegging van het programma zijn dan ook aanzienlijk meer menselijke middelen vereist.

In eerste instantie werd uitgegaan van een personeelsverdeling van 60% arbeidscontractanten en 40% tijdelijke functionarissen. Om grotere besparingen tot stand te kunnen brengen, heeft de Commissie het percentage arbeidscontractanten verhoogd tot 68%, waardoor er minder tijdelijke functionarissen nodig zijn dan oorspronkelijk geraamd. Derhalve stelt de Commissie voor de personeelsformatie met 8 tijdelijke ambten te verminderen, waardoor het aantal tijdelijke functionarissen op 32 komt[10].

Zoals in het financieel memorandum bij de voorgestelde wijziging van het mandaat wordt uiteengezet, resulteert deze nieuwe personeelsverdeling in een lager budget van 8 894 600 euro. Aangezien de goedgekeurde begroting voor het agentschap in 2008 voorziet in een bedrag van 10 212 600 euro, stelt de Commissie voor het saldo van 1 318 000 euro door middel van een interne overschrijving over te maken naar begrotingspost 06 01 04 04 "Financiële steun aan projecten van gemeenschappelijk belang van het trans-Europese vervoersnetwerk — Uitgaven voor administratief beheer". De middelen zullen hoofdzakelijk worden gebruikt voor de financiering van onderzoeken die verband houden met de ondersteuning van het groenboek over de toekomst van het TEN-T-beleid, de tenuitvoerlegging van de TEN-T-richtsnoeren (2006-2007) en de verkeersstromen op het kernnetwerk voor regionaal vervoer in Zuidoost-Europa – Horizon 2030.

3. Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof (Gemeenschappelijke Onderneming FCH)

Overeenkomstig artikel 166 van het EG-Verdrag hebben het Europees Parlement en de Raad hun goedkeuring gehecht aan Besluit nr. 1982/2006/EG van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) – het Kaderprogramma[11]. Vervolgens heeft de Raad Beschikking 2006/971/EG van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma "Samenwerking" tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap – de specifieke programma’s[12] vastgesteld.

Voor alle thema's die in aanmerking komen voor communautaire actie en ongeacht het instrument, kan het zevende kaderprogramma voor activiteiten op het gebied van onderzoek in een zeer beperkt aantal gevallen door middel van gezamenlijke technologie-initiatieven ten uitvoer worden gelegd.

In het kader van de gewijzigde begroting nr. 3/2008[13] is de noodzakelijke begrotingsstructuur ingesteld voor de opname van de eerste vier van deze Gemeenschappelijke Ondernemingen[14]. Het huidige voorontwerp van gewijzigde begroting (VOGB) nr. 6 voorziet in de instelling van de noodzakelijke begrotingsstructuur voor de opname van het gezamenlijke technologie-initiatief - Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof (Gemeenschappelijke Onderneming FCH) na de vaststelling door de Raad van Verordening (EG) nr. 521/2008[15] op 30 mei 2008.

De verordening van de Raad tot oprichting van de desbetreffende publiek-private partnerschappen op grond van artikel 171 van het EG-Verdrag en artikel 185 van het Financieel Reglement sluit aan bij vorige gezamenlijke technologie-initiatieven, met inbegrip van kwijting voor de uitvoering van hun begrotingen door het Europees Parlement, op aanbeveling van de Raad.

Derhalve heeft deze gewijzigde begroting betrekking op de instelling van de nieuwe begrotingsposten voor de subsidiëring aan de Gemeenschappelijke Onderneming FCH, alsook op de instelling van de personeelsformatie[16].

Voor de opneming van deze nieuwe begrotingsonderdelen wordt niet verzocht om aanvullende kredieten; de kredieten zullen worden afgetrokken van de begrotingsonderdelen voor de prioriteiten van het zevende kaderprogramma van het beleidsterrein dat deelneemt aan dit gezamenlijk technologie-initiatief.

Vier prioriteiten van het specifieke programma "Samenwerking" tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap zullen bijdragen tot de financiering van de Gemeenschappelijke Onderneming FCH:

- energie,

- vervoer,

- nanowetenschappen, nanotechnologieën, productiematerialen en nieuwe productietechnologieën,

- milieu.

Voor 2008 zal alleen de prioriteit Energie bijdragen tot de financiering van de Gemeenschappelijke Onderneming FCH.

Deze situatie is anders dan bij de vorige Gemeenschappelijke Ondernemingen, waar de financiering tot stand kwam vanuit één enkele thematische prioriteit en er bijgevolg slechts één begrotingsonderdeel bij betrokken was.

Gezien de aanloopfase van de Gemeenschappelijke Onderneming stelt de Commissie voor in 2008 30 000 000 euro vastleggingskredieten en 1 900 000 euro betalingskredieten toe te wijzen aan de nieuwe begrotingsonderdelen, en dezelfde bedragen aan het bestaande begrotingsonderdeel 08 05 01 te onttrekken.

In de onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van de nieuwe posten die in de begroting moeten worden opgenomen en de kredieten die aan de nieuwe posten moeten worden toegewezen:

Nieuwe posten | Omschrijving | Vastleggingskredieten (in miljoen euro) | Betalingskredieten (in miljoen euro) |

08 05 02 | Samenwerking — Energie — Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof (FCH) | 28,100 | 0 |

08 01 04 41 | Ondersteunende uitgaven voor de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof (FCH) | 1,900 | 1,900 |

Rekening houdend met de beoogde bijdrage voor de Gemeenschappelijke Onderneming zal het totale bedrag op het begrotingsonderdeel voor de gerelateerde prioriteit Energie worden verminderd, zoals aangegeven in de navolgende tabel:

Posten | Omschrijving | Vastleggingskredieten (in miljoen euro) | Betalingskredieten (in miljoen euro) |

08 05 01 | Samenwerking — Energie | 99,680 | 62,598 |

4. EUROJUST

In de voorbije jaren is het aantal personeelsleden van Eurojust aanzienlijk gestegen. Dat geldt zowel voor de zogeheten "nationale leden" die de lidstaten in het college van Eurojust vertegenwoordigen, als voor het statutaire personeel, dat is gestegen van 76 tijdelijke functionarissen in 2004 tot 175 in 2008. Momenteel zijn de personeelsleden gehuisvest in het "ARC"-gebouw in Den Haag (194 kantoren voor 229 personeelsleden) en tijdelijk in het "Equinox"-gebouw (27 kantoren). Volgens ramingen zal Eurojust tegen 2014 320-325 kantoren nodig hebben, hetgeen aansluit bij de huidige financiële programmering. Volgens plan zal de lidstaat van ontvangst in 2012 passende huisvesting beschikbaar maken. Ondertussen moet een tijdelijke oplossing worden gevonden.

Voor de periode 2008-2012 heeft de lidstaat van ontvangst een nieuw gebouw aan de "Haagse Veste 1" (HV1) voorgesteld, dat Eurojust zou kunnen delen met het Internationaal Strafhof. Met 160 beschikbare kantoren kunnen de personeelsleden uit het "Equinox"-gebouw enkele personeelsleden die thans nog in het "ARC"-gebouw zijn gehuisvest, en nieuwe personeelsleden in dit gebouw worden gehuisvest. Naar verwachting zal de verhuizing in september 2008 plaatsvinden.

Naar aanleiding hiervan heeft Eurojust verzocht om een verhoging van zijn begroting met 7 339 398 euro om de huur en het onderhoud van het nieuwe gebouw HV 1 te financieren, de nodige aanpassingen in het gebouw HV 1 uit te voeren, het gebouw in te richten en om het nodige beveiligingspersoneel aan te werven (deze kosten worden gedeeld met het Internationaal Strafhof).

Na de beoordeling van het voorstel en overleg met Eurojust stelt de Commissie voor het verzoek in te willigen, met uitzondering van het pakket voor de binnenafwerking (2,6 miljoen euro voor afwerking – muren, vloeren, deuren en voorzieningen voor IT-server). Hierover wordt onderhandeld tussen Eurojust en de lidstaat van ontvangst.

Voor het overblijvende bedrag van 4,7 miljoen euro wordt voorgesteld dat 2,5 miljoen euro wordt gefinancierd met bestemmingsontvangsten (1,8 miljoen euro uit het overschot van 2006 en het resterende bedrag van 2007). Het uiteindelijke verzoek voor de gewijzigde begroting zou dus neerkomen op 2,24 miljoen euro.

Vastleggingskredieten ten belope van 2,24 miljoen euro zijn afkomstig van de marge onder het maximumbedrag van rubriek 3a (19 miljoen euro in 2008). De desbetreffende betalingskredieten zullen worden overgeheveld van 18 06 06 Strafrecht, waarvoor de uitnodigingen tot het indienen van voorstellen minder resultaten hebben opgeleverd dan oorspronkelijk werd verwacht.

Er wordt voorgesteld de extra kredieten als volgt in de begroting op te nemen:

18 06 04 01 EUROJUST – Subsidiëring titels 1 en 2, 1 940 000 euro.

18 06 04 02 EUROJUST — Subsidiëring titel 3, 300 000 euro.

5. PROGRAMMA VOOR CONCURRENTIEVERMOGEN EN INNOVATIE (CIP)

De financiële instrumenten in het kader van het CIP hebben een zeer succesvolle start gehad. In december 2007 werden de begrotingsmiddelen 2007 vastgelegd en de eerste projecten werden vóór het einde van het jaar goedgekeurd. De daarop volgende voorstellen van het Europees Investeringsfonds (EIF) werden zo snel ingediend dat de begrotingsmiddelen 2008 verscheidene maanden eerder moesten worden vastgelegd dan verwacht, namelijk in februari 2008.

Met het EIF vindt op gezette tijden overleg plaats om ervoor te zorgen dat de beschikbare middelen zo doelmatig mogelijk worden benut; maar het is nu al duidelijk dat de in 2008 beschikbare middelen ontoereikend zijn om alle verzoeken te kunnen honoreren. Doordat bij het begin van het jaar reeds zoveel aanvragen zijn ingediend, wordt het moeilijk de goedkeuring van projecten uit te stellen tot 2009, zonder het risico te lopen dat betrokken partijen hun belangstelling verliezen, tenzij de middelen in 2008 verhoogd kunnen worden.

Bij de oorspronkelijke ramingen werd ervan uitgegaan dat het zwaartepunt van de uitgaven enigszins in de eerste twee jaren zou liggen. Verwacht werd dat nieuwe aanvragen zouden moeten worden aangemoedigd met een voorlichtingscampagne, die in 2008 in het kader van het algemene CIP-pakket van start zou gaan. De realiteit is anders. Momenteel worden er reeds zoveel nieuwe aanvragen ingediend dat de voorlichtingscampagne wordt teruggeschroefd om te voorkomen dat verwachtingen niet kunnen worden ingelost.

Er wordt dus voorgesteld om de vastleggingskredieten voor begrotingsonderdeel 01 04 04 Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma voor ondernemerschap en innovatie, met een bedrag van 3,9 miljoen euro te verhogen. De aanvullende middelen zullen worden gecompenseerd met een vermindering van de vastleggingskredieten in de financiële programmering voor het begrotingsonderdeel 01 04 04 in 2011 en 2012.

OVERZICHTSTABEL PER RUBRIEK VAN HET FINANCIEEL KADER

Financieel kader Rubriek/subrubriek | Financieel kader 2008 | Begroting 2008, incl. GB 1-4/2008 en VOGB 5/2008 | VOGB 6/2008 | Begroting 2008+ GB 1-4/2008 + VOGB 5 en 6/2008 |

|VK |BK |VK |BK |VK |BK |VK |BK | | 1. DUURZAME GROEI | | | | | | | | | | 1a. Concurrentiekracht ter bevordering van groei en werkgelegenheid |10 386 000 000 | |11 082 100 000 |9 768 739 600 |3 900 000 |0 |11 086 000 000 |9 768 739 600 | |1b. Samenhang ter bevordering van groei en werkgelegenheid |47 267 000 000 | |47 255 948 720 |40 551 565 026 | | |47 255 948 720 |40 551 565 026 | | Totaal |57 653 000 000 | |58 338 048 720 |50 320 304 626 | | |58 341 948 720 |50 320 304 626 | | Marge[17] | | |-185 048 720 | | | |-188 948 720 | | | 2. BESCHERMING EN BEHEER VAN NATUURLIJKE HULPBRONNEN waarvan: | | | | | | | | | | marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse betalingen |46 217 000 000 | |41 400 082 042 |40 889 550 500 | | |41 400 082 042 |40 889 550 500 | | Totaal |59 193 000 000 | |55 564 715 538 |53 241 270 053 | | |55 564 715 538 |53 241 270 053 | | Marge | | |3 628 284 462 | | | |3 628 284 462 | | | 3. BURGERSCHAP, VRIJHEID, VEILIGHEID EN RECHTVAARDIGHEID | | | | | | | | | | 3a. Vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid |747 000 000 | |728 034 000 |533 196 000 |2 240 000 |0 |7 30 274 000 |533 196 000 | |3b. Burgerschap |615 000 000 | |875 254 197 |968 664 203 | | |875 254 197 |968 664 203 | | Totaal |1 362 000 000 | |1 603 288 197 |1 501 860 203 | | |1 605 528 197 |1 501 860 203 | | Marge[18] | | |19 123 000 | | | |16 883 000 | | | 4. DE EU ALS MONDIALE PARTNER[19] | 7 002 000 000 | | 7 311 218 000 |8 112 728 400 | | | 7 311 218 000 |8 112 728 400 | | Marge | | | -70 000 000 | | | | -70 000 000 | | | 5. ADMINISTRATIE[20]

|7 380 000 000 | |7 279 525 455 |7 280 085 455 | | |7 279 525 455 |7 280 085 455 | | Marge | | | 177 474 545 | | | | 177 474 545 | | | 6. COMPENSATIE | 207 000 000 | |206 636 292 |206 636 292 | | |206 636 292 |206 636 292 | | Marge | | | 363 708 | | | | 363 708 | | | TOTAAL |132 797 000 000 |129 681 000 000 |130 303 432 202 |120 662 885 029 | 6 140 000 |0 |130 309 572 202 | 120 662 885 029 | | Marge | | |3 570 196 995 |9 560 670 956 | | | 3 564 056 995 | 9 560 670 956 | |

[1] PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

[2] PB L 343 van 27.12.2007, blz. 9.

[3] Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd, PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1.

[4] PB L 24 van 27.1.2005, blz. 35.

[5] PB L 49 van 17.2.2007, blz. 21.

[6] De volledige gegevens zijn opgenomen in de budgettaire bijlage.

[7] PB L 369 van 16.12.2004, blz. 73.

[8] De volledige gegevens zijn opgenomen in de budgettaire bijlage.

[9] PB L 32 van 6.2.2007, blz. 88.

[10] De volledige gegevens zijn opgenomen in de budgettaire bijlage.

[11] PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1.

[12] PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86.

[13] Goedgekeurd op 5.6.2008

[14] Het specifieke programma “Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek voorziet in zes gezamenlijke technologie-initiatieven (ARTEMIS, inzake ingebouwde computersystemen; IMI, het Initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen, Clean sky, inzake luchtvaart en luchtvervoer, ENIAC, inzake nano-elektronicatechnologieën en FCH, inzake brandstofcellen en waterstof). Een initiatief bevindt zich thans in de voorbereidingsfase: wereldwijde monitoring voor milieu en veiligheid (GMES).

[15] PB L 153 van 12.6.2008, blz. 20.

[16] Het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en de regels die gezamenlijk door de instellingen van de Europese Gemeenschappen zijn vastgesteld ter uitvoering van genoemd statuut zijn van toepassing op het personeel van het bureau en hun bewindvoerders. Nadere gegevens over de personeelsformatie van de Gemeenschappelijke Onderneming FCH zijn opgenomen in de budgettaire bijlage.

[17] Het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering wordt niet begrepen in de berekening van de marge onder rubriek 1a. Het flexibiliteitsinstrument is aangesproken voor een bedrag van 200 miljoen euro.

[18] Het bedrag voor het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (EUSF) wordt in de begroting opgenomen boven het maximum van de betrokken rubrieken van het financieel kader, overeenkomstig het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 (PB C 139 van 14.6.2006).

[19] De marge voor 2008 in rubriek 4 houdt geen rekening met de kredieten betreffende de reserve voor noodhulp. Het flexibiliteitsinstrument is aangesproken voor een bedrag van 70 miljoen euro.

[20] Om de marge ten opzichte van het maximum van rubriek 5 te berekenen, wordt rekening gehouden met voetnoot 1 van het financieel kader 2007-2013 voor een bedrag van 77 miljoen euro aan bijdragen van de personeelsleden aan het pensioenstelsel.

Top