Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52007PC0653

    Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautaire statistieken van de buitenlandse handel met derde landen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1172/95 van de Raad

    /* COM/2007/0653 def. - COD 2007/0233 */

    52007PC0653

    Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautaire statistieken van de buitenlandse handel met derde landen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1172/95 van de Raad /* COM/2007/0653 def. - COD 2007/0233 */


    NL

    Brussel, 30.10.2007

    COM(2007) 653 definitief

    2007/0233 (COD)

    Voorstel voor een

    VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

    betreffende communautaire statistieken van de buitenlandse handel met derde landen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1172/95 van de Raad

    (door de Commissie ingediend)

    TOELICHTING

    1. Achtergrond van het voorstel

    1.1. Motivering en doel van het voorstel

    Het doel van dit voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad is een herziening van het huidige statistische systeem voor het goederenverkeer met derde landen (Extrastat), teneinde:

    – de wetgeving duidelijker, eenvoudiger en transparanter te maken;

    – het systeem van de statistiek van de handel met derde landen aan te passen aan de veranderingen die in de procedure inzake de douaneaangifte zullen worden aangebracht door de invoering van grensoverschrijdende vergunningen ten behoeve van de vereenvoudigde aangifte of de domiciliëringsprocedure [1], en door de gecentraliseerde afhandeling in het kader van het gemoderniseerde communautaire douanewetboek (ter vervanging van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992);

    – het "Rotterdameffect" te verkleinen; dit leidt namelijk tot a) een oververtegenwoordiging in de statistiek van de buitenlandse handel van lidstaten waar veel goederen worden afgehandeld of vanwaar veel goederen worden uitgevoerd, maar die alleen land van doorvoer zijn, ten koste van de lidstaten die de uiteindelijke bestemming zijn of vanwaar de goederen zijn verzonden, en b) een dubbele registratie van de goederen, in Extrastat als niet-communautaire goederen en vervolgens in Intrastat als communautaire goederen uit een andere lidstaat, met een vergelijkbare situatie voor de uitvoer;

    – de relevantie, nauwkeurigheid, tijdigheid en vergelijkbaarheid van de statistiek van de buitenlandse handel te verbeteren en een systeem voor kwaliteitsbeoordeling in te voeren;

    – de koppeling van handelsstatistieken met bedrijfsstatistieken mogelijk te maken;

    – te reageren op de behoeften van de gebruikers door met behulp van in de douaneaangiften beschikbare informatie aanvullende handelsstatistieken op te stellen;

    – overeenkomstig de Praktijkcode Europese Statistieken toezicht uit te oefenen op de geprivilegieerde toegang tot gevoelige gegevens over de buitenlandse handel.

    1.2. Algemene context

    In de statistiek van de buitenlandse handel (Extrastat) worden de invoer en de uitvoer van de lidstaten uit resp. naar niet-lidstaten geregistreerd. Deze informatie is van wezenlijk belang voor het Europese economische en handelsbeleid en voor de analyse van marktontwikkelingen voor specifieke goederen. Bij de statistieken gaat het om maandelijkse gegevens over de omvang en de waarde van de in- en uitvoer, ingedeeld naar meldende lidstaat en partnerland, naar goederen overeenkomstig de gecombineerde nomenclatuur, naar wijze van vervoer en naar tariefbehandeling (voor de invoer).

    Afgezien van bepaalde bijzondere bewegingen is Extrastat gebaseerd op gegevens die aan de douaneaangiften worden ontleend. Gebruik van douaneaangiften als bron voor statistische informatie betekent dat handelaren geen directe statistische meldingsplicht hebben. Omdat de informatie van goede kwaliteit is, is het hoogst wenselijk de douaneaangifte voor de productie van statistieken van de buitenlandse handel te blijven gebruiken.

    Hoewel het de bedoeling is dat deze statistieken een beeld van de buitenlandsehandelsstromen voor de Gemeenschap als geheel geven, moet het ook mogelijk zijn deze stromen uit te splitsen naar lidstaat.

    (1) Door de ontwikkeling van nieuwe methoden voor de douaneafhandeling van goederen die gelden voor de gehele Gemeenschap (grensoverschrijdende vergunningen ten behoeve van de vereenvoudigde aangifte, gecentraliseerde afhandeling) is het nodig de opstelling van buitenlandsehandelsstatistieken aan te passen, en in verband daarmee ook de lijst van aan de douaneaangifte ontleende statistische gegevens.

    Dankzij de grensoverschrijdende vergunning ten behoeve van de vereenvoudigde aangifte of de domiciliëringsprocedure, die in 2008 wordt ingevoerd in het kader van het in het vrije verkeer brengen, en de gecentraliseerde afhandeling, die door het gemoderniseerde douanewetboek zal worden ingevoerd, kan iemand op de plaats waar hij gevestigd is een douaneaangifte doen voor goederen die elders worden aangeboden. In het kader van deze procedures kan de douaneaangifte dus worden losgekoppeld van de plaats waar de goederen het douanegebied binnenkomen of verlaten en worden onderzocht, en van de plaats van de uiteindelijke bestemming, voor ingevoerde goederen, of de plaats van de werkelijke verzending, voor goederen die worden uitgevoerd. Daardoor zijn de voor de statistiek benodigde douanegegevens niet beschikbaar in de lidstaat van uiteindelijke bestemming, voor invoer, of de lidstaat van werkelijke verzending, voor uitvoer, maar alleen in de lidstaat waar de aangifte is gedaan. Daarom is het nodig om de begrippen lidstaat "van invoer" of "van uitvoer" vanuit statistisch oogpunt te herzien, de bron voor de douanegegevens aan de hand waarvan de communautaire statistieken worden opgesteld en de te melden gegevens nauwkeuriger te definiëren, en voor een uitwisseling van informatie tussen de nationale instanties van de verschillende betrokken lidstaten te zorgen.

    Bijstelling van de definitie van de lidstaat van invoer en van uitvoer leidt ook tot verkleining van het "Rotterdameffect", dat optreedt wanneer goederen voordat zij de EU verlaten of nadat zij de EU zijn binnengekomen, tussen de lidstaten bewegen, terwijl de douaneformaliteiten worden verricht in de lidstaat waar de goederen de EU binnenkomen of vanwaar zij de EU verlaten. Als gevolg hiervan worden de handelsstromen bij invoer eerst als niet-communautaire goederen gemeld in het Extrastatsysteem en vervolgens als communautaire goederen in het Intrastatsysteem (d.w.z. statistieken voor de goederenverkeer tussen lidstaten). Voor de uitvoer suggereert de statistiek dat de uitvoer plaatsvindt vanuit de lidstaat vanwaar ze de EU verlaten en niet vanuit de lidstaat waar de werkelijke exporteur gevestigd is. Dit maakt de interpretatie van communautaire statistieken gecompliceerd.

    (2) Verbetering van de nauwkeurigheid en de tijdigheid is haalbaar; hierdoor wordt het gebruik van de statistiek van de buitenlandse handel doeltreffender naarmate de elektronische gegevensuitwisseling tussen de douaneautoriteiten onderling (op nationaal vlak en op EU-niveau) en tussen de handelaren en de douaneautoriteiten verder wordt gestandaardiseerd (in het kader van het e-douane-initiatief). Dit voorstel beoogt een voortdurende bijwerking van de in- en uitvoercijfers, waarbij rekening moet worden gehouden met de meest recente beschikbare gegevens, inclusief de bij de douane na de aanvaarding van de aangifte aangebrachte wijzigingen. De tijd waarbinnen de gegevens bij Eurostat moeten worden ingediend, wordt verkort tot 40 dagen na de referentiemaand, met de mogelijkheid deze termijn later nog eens in te korten.

    (3) De Commissie (Eurostat) heeft nieuwe verzoeken van gebruikers ontvangen waarmee in de ontwerpkaderwetgeving rekening is gehouden.

    – De ECB en DG ECFIN hebben informatie nodig om het aandeel van de euro in de internationale goederenhandel te kunnen volgen. Daarom moet de factuurvaluta bij in- en uitvoer op geaggregeerd niveau worden gemeld.

    – DG TRADE en DG AGRI hebben behoefte aan betrouwbaarder informatie over de tariefbehandeling van in de EU ingevoerde goederen, waaronder informatie over contingenten.

    – De statistiek van de buitenlandse handel levert gegevens voor de betalingsbalans en de nationale rekeningen op. De kenmerken die het mogelijk maken de statistiek van de buitenlandse handel aan te passen voor de betalingsbalans, zal worden opgenomen bij de verplichte en de standaardgegevens.

    – Om in het kader van de gecentraliseerde afhandeling de in- en uitvoer van de EU te kunnen indelen naar lidstaat, hebben de gebruikers gegevens nodig over de lidstaat van uiteindelijke bestemming, bij invoer, en de lidstaat van werkelijke uitvoer, bij uitvoer.

    – In het nieuwe Extrastatkader zullen de handelsgegevens van de lidstaten worden ingedeeld naar bedrijfskenmerken, zodat het bijvoorbeeld mogelijk is te zien hoe Europese ondernemingen functioneren in het kader van de mondialisering. Er kan een verbinding tussen bedrijfsstatistieken en handelsstatistieken worden gelegd door gebruik te maken van informatie over de importeur en de exporteur in de douaneaangifte.

    1.3. Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied

    Verordening (EG) nr. 1172/95 van de Raad van 22 mei 1995 betreffende de statistieken van het goederenverkeer van de Gemeenschap en haar lidstaten met derde landen, en Verordening (EG) nr. 1917/2000 van de Commissie van 7 september 2000 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1172/95 van de Raad wat de statistiek van de buitenlandse handel betreft. Dit voorstel en de uitvoeringsbepalingen ervan zullen die verordeningen vervangen.

    1.4. Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU

    In overeenstemming met het gemeenschappelijke macro-economische, handels- en douanebeleid.

    2. Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling

    2.1. Raadpleging van belanghebbende partijen

    Sinds het najaar van 2004 hebben regelmatig discussies over de ontwerp-Extrastatverordening plaatsgevonden in een projectgroep van deskundigen uit de lidstaten en in het Extrastatcomité.

    Er werd een groep voor coördinatie tussen de diensten opgericht (deelnemende DG's: ESTAT, AGRI, ENTR, FISH, TAXUD, TRADE, TREN) die in de verschillende stadia commentaar op het voorstel hebben geleverd.

    Er zijn diverse gesprekken met de ECB gevoerd over de factuurvaluta.

    2.2. Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid

    Er behoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid.

    2.3. Effectbeoordeling

    Voor de statistiek van de buitenlandse handel zijn een aantal opties vastgesteld.

    Optie A: De huidige situatie handhaven en de bestaande wetgeving niet wijzigen.

    Optie B: Met nieuwe Extrastatwetgeving wachten tot het gemoderniseerde douanewetboek ten uitvoer wordt gelegd, tot het invullen van aanvullende gegevens in de douaneaangifte verplicht is en tot de elektronische gegevensuitwisseling tussen de nationale overheidsdiensten functioneert.

    Optie C: In 2009 een nieuw Extrastatsysteem ten uitvoer leggen met voorlopige bepalingen die van kracht zijn tot de douanebepalingen zijn aangepast.

    Optie C, een nieuwe verordening van het EP en de Raad betreffende communautaire statistieken van de buitenlandse handel in 2009 verdient om de volgende redenen de voorkeur.

    – De grensoverschrijdende vergunning ten behoeve van de vereenvoudigde aangifte en de domiciliëringsprocedure heeft nog een proefkarakter en is gebaseerd op bilaterale overeenkomsten tussen de lidstaten. De Commissie (TAXUD) moedigt het gebruik van deze vereenvoudigde procedures echter wel aan; zij ontwikkelt standaardprocedures en stelt voor januari 2008 veranderingen in de uitvoeringsbepalingen op douanegebied voor. Het gebruik, met de grensoverschrijdende vergunning, van de vereenvoudigde aangifte of de domiciliëringsprocedure voor het in het vrije verkeer brengen zal, samen met de gecentraliseerde afhandeling in het kader van het gemoderniseerde douanewetboek, de plaats waar de douaneaangifte wordt gedaan, loskoppelen van de plaats waar de goederen fysiek aanwezig zijn. Het is de bedoeling dat deze procedures overal in de Gemeenschap worden toegepast, wat zou kunnen leiden tot structurele veranderingen bij de afhandelingsprocedures en tot een aanzienlijke vereenvoudiging voor de exporteurs en importeurs in de Gemeenschap.

    – De huidige bepalingen inzake de opstelling van statistieken van de buitenlandse handel zijn dubbelzinnig en sommige lidstaten zijn de gegevens rechtstreeks bij de handelaren gaan verzamelen wanneer de goederen zich met het oog op hun in- of uitvoer op hun grondgebied bevinden, hoewel de douaneaangifte in een andere lidstaat is gedaan. Hierdoor neemt het werk in verband met de statistische rapportage toe, terwijl de kwaliteit van de communautaire statistiek afneemt. Het is de bedoeling dat dankzij de gecentraliseerde afhandeling de komende jaren een groter deel van de handel wordt aangegeven op de plaats van vestiging van de importeur/exporteur en niet meer op de plaats waar de goederen fysiek worden in- of uitgevoerd. Uiteraard heeft deze centralisering voordelen voor de statistiek van de buitenlandse handel, want de werkelijke importeur/exporteur en de werkelijke lidstaat van invoer en uitvoer van de goederen kunnen zo gemakkelijker worden vastgesteld. Deze voordelen kunnen echter teniet worden gedaan wanneer de huidige bepalingen en praktijken in verband met de opstelling van de statistieken van toepassing blijven: deze zou in feite steeds incoherenter, bezwaarlijker en onnauwkeuriger kunnen worden. Een nieuwe regeling is van wezenlijk belang en in het voorstel wordt gespecificeerd welke douaneaangifte in welke lidstaat moeten worden gebruikt zonder dat er rechtstreeks gegevens bij de exporteurs of importeurs moeten worden verzameld. De trend dat de lidstaten elk hun eigen praktijken toepassen, verschillende bronnen gebruiken en handelstransacties op eigen gezag insluiten of uitsluiten, zou hierdoor gaandeweg moeten worden omgebogen.

    – Om de doelstellingen van deze nieuwe verordening te verwezenlijken, zal een verandering van de uitvoeringsbepalingen van het communautaire douanewetboek worden opgesteld en aan het Comité douanewetboek worden voorgelegd; het gaat er hierbij om dat het verzamelen van gegevens over de lidstaat van uiteindelijke bestemming en de lidstaat van werkelijke uitvoer bij de douane verplicht wordt. Momenteel is deze informatie slechts gedeeltelijk beschikbaar en kunnen de lidstaten zelf besluiten deze gegevens te vragen. Bovendien moet rekening worden gehouden met de uitwisseling van gegevens tussen de lidstaten wanneer de douaneautoriteiten het geautomatiseerde in- en uitvoersysteem (AIS & AES) ontwikkelen, zodat de lidstaten in staat zijn hun in- en uitvoercijfers op basis van het begrip lidstaat van uiteindelijke bestemming/werkelijke uitvoer aan elkaar door te geven. Het voorstel bevat specifieke bepalingen om de handelsstatistiek aan te passen naarmate de vereiste gegevens in alle lidstaten beschikbaar zijn. Deze aanpak vermindert de afhankelijkheid van het tijdschema voor het wijzigen van de douanevoorschriften, maar stimuleert de lidstaten zich sneller aan de nieuwe eisen aan te passen. In het bijzonder zal de geleidelijke verzameling van gegevens met betrekking tot de lidstaat van uiteindelijke bestemming of van werkelijke uitvoer het gemakkelijker maken onderzoek te doen naar de steeds grotere discrepantie tussen de lidstaat waar de douaneaangifte wordt gedaan en de beoogde lidstaat van in- en uitvoer. Eurostat zal bij de verspreiding van de handelscijfers uitgaan van de lidstaat waar de douaneaangifte is gedaan, maar de gebruikers kunnen al gedeeltelijke informatie krijgen over de lidstaat van bestemming of van werkelijke uitvoer.

    – Uitstel bij de uitvoering van de wetgeving zal negatieve gevolgen hebben voor alle andere aspecten van het voorstel, zoals de tijdigheid en de nieuwe eisen van de gebruikers.

    3. Juridische elementen van het voorstel

    3.1. Samenvatting van de voorgestelde maatregel

    Dit voorstel biedt het wettelijke kader voor de verbetering van de kwaliteit en transparantie van Extrastat; het is een reactie op wijzigingen in de administratieve omgeving en zal tegemoet komen aan nieuwe behoeften van de gebruikers.

    3.2. Rechtsgrondslag

    Rechtsgrondslag voor de communautaire statistiek is artikel 285 van het Verdrag. Dit artikel bepaalt dat de Raad volgens de medebeslissingsprocedure maatregelen voor de opstelling van statistieken moet aannemen, wanneer zulks voor de uitvoering van de taken van de Gemeenschap nodig is. Het bevat de eisen waaraan bij de productie van communautaire statistieken moet worden voldaan, namelijk onpartijdigheid, betrouwbaarheid, objectiviteit, wetenschappelijke onafhankelijkheid, kosteneffectiviteit en statistische geheimhouding.

    3.3. Subsidiariteitsbeginsel

    Het subsidiariteitsbeginsel is van toepassing voor zover het voorstel niet onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap valt.

    De doelstelling van de voorgestelde maatregel, namelijk de productie van communautaire statistieken van de buitenlandse handel, kan niet voldoende door de lidstaten en derhalve beter op grond van een communautair besluit door de Gemeenschap worden verwezenlijkt. Alleen de Commissie kan immers de nodige harmonisatie van statistische informatie op communautair niveau coördineren, terwijl de lidstaten de gegevensverzameling en de opstelling van vergelijkbare statistieken van de buitenlandse handel kunnen organiseren. De Gemeenschap kan dus maatregelen nemen overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel van artikel 5 van het Verdrag.

    3.4. Evenredigheidsbeginsel

    Het voorstel is om de volgende redenen in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel.

    Deze verordening blijft beperkt tot het minimum dat vereist om haar doel te verwezenlijken, en gaat niet verder dan wat daartoe nodig is. Het voorstel specificeert de behoeften van de Gemeenschap aan gegevens over de goederenhandel met derde landen, waarbij zo veel mogelijk gebruik wordt gemaakt van informatie die de importeurs en exporteurs al voor douanedoeleinden moeten verstrekken (de statistiek van de buitenlandse handel is dus gebaseerd op administratieve bronnen). Om gegronde redenen moeten echter nog enkele in de douaneaangifte verlangde gegevens voor statistische doeleinden worden verzameld.

    In verband met nieuwe eisen van de gebruikers en om ervoor te zorgen dat de statistieken accuraat zijn, voegt het voorstel nieuwe gegevens voor de opstelling van statistieken van de buitenlandse handel toe. Enkele van die gegevens (identificatie van de importeur en de exporteur, land van verzending) worden in de douaneaangifte gevraagd en moeten in de toekomst voor de statistiek worden gebruikt. Dit zal niet tot een verhoging van de responslast voor het bedrijfsleven leiden; de nationale diensten zullen enkel hun systemen voor de indiening en de verwerking van de gegevens enigszins moeten aanpassen.

    Ook wordt in het voorstel gevraagd bij invoer het contingentnummer te vermelden. Hoewel de nationale douaneautoriteiten over deze informatie beschikken, is de opstelling voor statistische doeleinden ingewikkelder, want de informatie wordt vaak niet direct ontleend aan de douaneaangifte en is soms pas beschikbaar nadat de diensten van de Commissie het contingent hebben toegekend.

    Er wordt evenwel nog niet in alle lidstaten in de douaneaangifte gevraagd naar de lidstaat van uiteindelijke bestemming/werkelijke uitvoer, zodat dit gegeven op korte termijn wel tot een extra responslast voor de handelaren zal leiden. Toch wordt deze informatie in verband met de gecentraliseerde afhandeling van wezenlijk belang geacht. Op middellange termijn zullen in totaal minder statistische gegevens hoeven te worden verstrekt omdat het de bedoeling is om niet langer Intrastataangiften over intracommunautaire bewegingen voor of na de douaneafhandeling te vragen als de informatie in de douanegegevens te vinden is. Door een alfanumerieke code van twee digits in de douaneaangifte op te nemen, kunnen twee volledige Intrastataangiften (een bij verzending en een bij aankomst) worden vermeden.

    Verder bevatten de douaneaangiften niet in alle lidstaten volledige gegevens over de factuurvaluta (voor uitvoer) en de aard van de transactie. Het verzamelen van deze gegevens geeft enige extra belasting in de weinige lidstaten waar ze tot dusverre niet worden verzameld.

    Overleg met de gebruikers van de statistiek van de buitenlandse handel heeft ertoe geleid dat niet langer zal worden gevraagd naar de nationaliteit van het actieve vervoermiddel bij de grensoverschrijding. Afschaffing van dit vereiste kan bovenstaand verzoek om aanvullende informatie enigszins compenseren.

    Het is de bedoeling dat in 2008 het MEETS-programma (modernisering van de Europese bedrijfs- en handelsstatistiek) van start gaat. Een deel van de middelen voor dat programma is bestemd voor de functionering van het nieuwe Extrastatsysteem.

    3.5. Keuze van instrumenten

    Voorgesteld instrument: verordening van het EP en de Raad.

    Andere instrumenten zouden om de volgende redenen ongeschikt zijn:

    – algemeen wordt erkend dat een verordening van het Europees Parlement en de Raad doorgaans het aangewezen instrument is voor statistische activiteiten die een gedetailleerde en eenvormige toepassing in de hele Gemeenschap vereisen;

    – een verordening als basisbesluit verdient de voorkeur boven een richtlijn omdat een verordening, anders dan een richtlijn, in de gehele Gemeenschap dezelfde regels vastlegt en de lidstaten een verordening niet onvolledig of selectief kunnen toepassen, noch de vorm en de methoden voor het bereiken van de doelen kunnen kiezen;

    – bovendien is een verordening rechtstreeks toepasselijk, zodat zij niet in intern recht hoeft te worden omgezet, waardoor vertraging in verband daarmee voorkomen wordt en een betere en snellere wetgeving wordt verkregen.

    4. Gevolgen voor de begroting

    De middelen voor het MEETS-programma omvatten ook de uitvoeringskosten voor het nieuwe Extrastatsysteem (in 2010 is 335 000 euro en in 2011, 2012 en 2013 is telkens 600 000 euro bestemd voor aanpassing van de statistiek van de buitenlandse handel).

    5. Aanvullende informatie

    5.1. Vereenvoudiging

    Het voorstel kan leiden tot een vereenvoudiging, waardoor de responslast voor het bedrijfsleven vermindert. De precieze omvang van de vereenvoudiging is nog moeilijk te voorspellen. De voordelen zullen pas op lange termijn volledig kunnen worden gerealiseerd, wanneer de nieuwe douaneregels zijn ingevoerd, alle lidstaten gegevens over de lidstaat van uiteindelijke bestemming/werkelijke uitvoer verzamelen en de elektronische uitwisseling van douanegegevens operationeel is. Vanaf dat moment zullen de communautaire en nationale cijfers volgens dezelfde procedures worden opgesteld en beide op administratieve gegevens (de douaneaangifte) gebaseerd zijn. Bovendien wordt de responslast voor het Intrastatsysteem verlicht wanneer de handelsstatistieken worden verspreid naar lidstaat van uiteindelijke bestemming en werkelijke uitvoer, waardoor het dan niet langer nodig is de desbetreffende bewegingen binnen de Gemeenschap te melden.

    Anderzijds leidt het vragen van aanvullende gegevens uiteraard tot een extra last voor de nationale overheidsdiensten en de respondenten (zie punt 3.4 over de evenredigheid). Wanneer het huidige systeem evenwel wordt gehandhaafd en de wetgeving niet wordt gewijzigd, kan de responslast nog veel sterker toenemen, terwijl tegelijkertijd de kwaliteit van de statistieken afneemt. De nationale statistische diensten zullen dan steeds vaker gegevens voor de statistiek van de buitenlandse handel direct bij de ondernemingen verzamelen omdat de nationale douaneautoriteiten de in het kader van de gecentraliseerde afhandeling verlangde informatie niet kunnen leveren. Wat de situatie nog erger maakt, is dat de meldende ondernemingen niet eens in de desbetreffende lidstaten zijn gevestigd, zodat het niet zo gemakkelijk is de volledigheid en de kwaliteit van de gegevens te controleren (en daarbij komen dan nog de taalproblemen).

    Anders dan in de huidige wetgeving is er in het voorstel niet langer sprake van communautaire statistieken betreffende de doorvoer, de douane-entrepots en de vrije zones en vrije entrepots, omdat de instellingen van de Gemeenschap daarvoor geen belangstelling meer aan de dag legden.

    5.2. Intrekking van bestaande wetgeving

    De goedkeuring van het voorstel heeft de intrekking van bestaande wetgeving tot gevolg.

    5.3. Europese Economische Ruimte

    De voorgestelde maatregel is een EER-aangelegenheid en moet daarom worden uitgebreid tot de Europese Economische Ruimte.

    2007/0233 (COD)

    Voorstel voor een

    VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

    betreffende communautaire statistieken van de buitenlandse handel met derde landen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1172/95 van de Raad

    HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 285, lid 1,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité,

    Gezien het advies van de Europese Centrale Bank,

    Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) Statistische informatie over de handel van de lidstaten met derde landen is van wezenlijk belang voor het economische en handelsbeleid van de Gemeenschap en voor de analyse van de marktontwikkelingen per product. De transparantie van het statistische systeem moet worden verbeterd, zodat het in staat is te reageren op veranderingen in de administratieve omgeving en te voldoen aan nieuwe behoeften van de gebruikers. Verordening (EG) nr. 1172/95 van de Raad van 22 mei 1995 betreffende de statistieken van het goederenverkeer van de Gemeenschap en haar lidstaten met derde landen [2] moet daarom in overeenstemming met de eisen in artikel 285, lid 2, van het Verdrag worden vervangen door een nieuwe verordening.

    (2) Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek [3], hierna "het douanewetboek" genoemd, is de statistiek van de buitenlandse handel gebaseerd op informatie die wordt ontleend aan douaneaangiften. Door de vooruitgang bij de Europese integratie en de daaruit voortvloeiende veranderingen bij de douaneafhandeling van goederen, waaronder de grensoverschrijdende vergunning ten behoeve van de vereenvoudigde aangifte of de domiciliëringsprocedure en de gecentraliseerde afhandeling, die een uitvloeisel zullen zijn van de huidige modernisering van het douanewetboek, is het noodzakelijk de wijze waarop de statistiek van de buitenlandse handel wordt opgesteld aan te passen, de begrippen lidstaat van invoer en lidstaat van uitvoer te herzien en de bron voor de opstelling van communautaire statistieken nauwkeuriger te definiëren.

    (3) Om de fysieke handelsstroom tussen de lidstaten en derde landen te registreren en ervoor te zorgen dat informatie over de in- en uitvoer in de betrokken lidstaat beschikbaar is, moeten er regelingen tussen de douaneautoriteiten en de statistische diensten worden getroffen, die nader moeten worden gespecificeerd. Dit betreft onder meer regels over de uitwisseling van gegevens tussen overheidsdiensten van de lidstaten.

    (4) Om de in- en uitvoer van de EU te kunnen indelen naar lidstaat, moet informatie worden verzameld over de lidstaat van uiteindelijke bestemming, bij invoer, en de lidstaat van werkelijke uitvoer, bij uitvoer. Op middellange termijn moeten die lidstaten voor de statistiek van de buitenlandse handel de lidstaat van invoer en de lidstaat van uitvoer worden.

    (5) Voor de toepassing van deze verordening moet voor de buitenlandse handel in goederen een indeling worden gemaakt volgens de gecombineerde nomenclatuur, die is ingevoerd bij Verordening (EG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief [4], hierna de "gecombineerde nomenclatuur" genoemd.

    (6) Om te voldoen aan de behoefte van de Europese Centrale Bank en de Commissie aan informatie over het aandeel van de euro in het internationale goederenverkeer, moet de factuurvaluta bij de uitvoer en de invoer op geaggregeerd niveau worden gemeld.

    (7) Ten behoeve van handelsbesprekingen en het beheer van de interne markt heeft de Commissie gedetailleerde gegevens nodig over de tariefbehandeling van goederen die in de Europese Unie worden ingevoerd, met inbegrip van informatie over contingenten.

    (8) De statistiek van de buitenlandse handel levert gegevens ten behoeve van de opstelling van de betalingsbalans en de nationale rekeningen op. De kenmerken met behulp waarvan ze voor de betalingsbalans kunnen worden aangepast, moeten deel gaan uitmaken van de verplichte en de standaardgegevens.

    (9) De lidstaten moeten Eurostat geaggregeerde jaargegevens over de handel verstrekken, ingedeeld naar bedrijfskenmerken, met behulp waarvan onder meer gemakkelijker een analyse kan worden gemaakt van de wijze waarop Europese ondernemingen functioneren in het kader van de mondialisering. De verbinding tussen bedrijfsstatistieken en handelsstatistieken wordt gelegd door informatie over de importeur en de exporteur in de douaneaangifte te combineren met informatie die wordt verlangd door Verordening (EEG) nr. 2186/93 van de Raad van 22 juli 1993 betreffende de communautaire coördinatie van de inrichting van ondernemingsregisters voor statistische doeleinden [5], hierna de "ondernemingsregisterwetgeving" genoemd.

    (10) Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad van 17 februari 1997 betreffende de communautaire statistiek [6] vormt een referentiekader voor de bepalingen in de onderhavige verordening. In verband met de zeer gedetailleerde informatie over de goederenhandel zijn evenwel speciale geheimhoudingsregels nodig, willen deze statistieken relevant zijn.

    (11) Bij de productie en verspreiding van communautaire statistieken in het kader van deze verordening moeten de nationale en communautaire statistische diensten rekening houden met de beginselen van de Praktijkcode Europese statistieken, die op 24 februari 2005 door het Comité statistisch programma is goedgekeurd en aan de Aanbeveling van de Commissie van 25 mei 2005 over de onafhankelijkheid, integriteit en verantwoordingsplicht van de nationale en communautaire statistische instanties is gehecht.

    (12) Er zijn speciale bepalingen nodig voor de tijd tot de wijzigingen in de douanewetgeving extra informatie in de douaneaangifte opleveren en tot de communautaire wetgeving de elektronische uitwisseling van douane-informatie verplicht stelt.

    (13) Daar de doelstelling van deze verordening niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve beter door de Gemeenschap kan worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken.

    (14) De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden [7].

    (15) Met name moet de Commissie de bevoegdheid krijgen te specificeren bij welke douaneregelingen het voor de statistiek van de buitenlandse handel om uitvoer of invoer gaat, afwijkende of specifieke regels vast te stellen voor goederen of bewegingen waarvoor om methodologische redenen specifieke bepalingen nodig zijn, de statistische gegevens te specificeren, de handel in te delen naar bedrijfskenmerken en naar factuurvaluta en bijzondere regels voor de verspreiding vast te stellen. Aangezien het maatregelen van algemene strekking betreft, die bedoeld zijn om niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen, onder meer door hieraan nieuwe niet-essentiële onderdelen toe te voegen, moeten deze maatregelen worden vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure met toetsing van artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG van de Raad,

    HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Onderwerp

    Bij deze verordening wordt een gemeenschappelijk kader vastgesteld voor de systematische productie van communautaire statistieken van het goederenverkeer met derde landen (statistiek van de buitenlandse handel).

    Artikel 2

    Definities

    Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

    a) "goederen": alle roerende goederen, met inbegrip van elektriciteit;

    b) "statistisch registratiegebied van de Gemeenschap": het douanegebied van de Gemeenschap zoals gedefinieerd in het douanewetboek, plus Helgoland, dat deel uitmaakt van het grondgebied van de Bondsrepubliek Duitsland;

    c) "nationale statistische diensten": de nationale bureaus voor de statistiek en andere organen die in de lidstaten verantwoordelijk zijn voor de productie van de communautaire statistiek van de buitenlandse handel;

    d) "douaneautoriteiten": de douaneautoriteiten zoals gedefinieerd in het douanewetboek;

    e) "douaneaangifte": de douaneaangifte zoals gedefinieerd in het douanewetboek;

    f) "besluit van de douane": ieder officieel besluit van de douaneautoriteiten met betrekking tot aanvaarde douaneaangiften dat juridische gevolgen heeft voor een of meer personen.

    Artikel 3

    Werkingssfeer

    1. In de statistiek van de buitenlandse handel worden de invoer en de uitvoer van goederen geregistreerd.

    Uitvoer wordt door de lidstaten geregistreerd wanneer goederen het statistische registratiegebied van de Gemeenschap verlaten in overeenstemming met een van de volgende douaneregelingen of douanebestemmingen, zoals neergelegd in het douanewetboek:

    (a) uitvoer;

    (b) passieve veredeling;

    (c) wederuitvoer na actieve veredeling of behandeling onder douanetoezicht.

    Invoer wordt door de lidstaten geregistreerd wanneer goederen het statistische registratiegebied van de Gemeenschap binnenkomen in overeenstemming met een van de volgende douaneregelingen, zoals neergelegd in het douanewetboek:

    (d) in het vrije verkeer brengen;

    (e) actieve veredeling;

    (f) behandeling onder douanetoezicht.

    2. De in lid 1 opgenomen lijsten van douaneregelingen of douanebestemmingen kunnen door de Commissie worden aangepast, met name teneinde rekening te houden met wijzigingen in het douanewetboek of bepalingen die voortvloeien uit internationale overeenkomsten. Maatregelen die zijn bedoeld om niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen, onder meer door deze aan te vullen, worden vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure met toetsing als bedoeld in artikel 11, lid 3.

    3. Voor goederen of bewegingen waarvoor om methodologische redenen specifieke bepalingen nodig zijn ("specifieke goederen of bewegingen"), kan de Commissie afwijkende of specifieke regels vaststellen. Maatregelen die zijn bedoeld om niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen, onder meer door deze aan te vullen, worden vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure met toetsing als bedoeld in artikel 11, lid 3.

    4. Bepaalde goederen en bewegingen zijn om methodologische redenen uitgesloten van de statistiek van de buitenlandse handel. De Commissie stelt een lijst van deze goederen en bewegingen op. Maatregelen die zijn bedoeld om niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen, onder meer door deze aan te vullen, worden vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure met toetsing als bedoeld in artikel 11, lid 3.

    Artikel 4

    Bron

    5. De gegevens over de in artikel 3, lid 1, bedoelde invoer en uitvoer van goederen worden ontleend aan de douaneaangifte, inclusief eventuele wijzigingen van de statistische gegevens als gevolg van besluiten van de desbetreffende douaneautoriteiten.

    Wanneer een vereenvoudigde procedure zoals gedefinieerd in het douanewetboek wordt gebruikt en een aanvullende aangifte wordt verstrekt, worden de gegevens ontleend aan deze aanvullende aangifte.

    6. De Commissie stelt volgens de in artikel 11, lid 2, bedoelde procedure een in waarde of hoeveelheid uitgedrukte statistische drempel vast waarbeneden de douaneaangifte niet als bron voor gegevens over de in- en uitvoer behoeft te worden gebruikt. De statistische drempel kan door de lidstaten alleen worden toegepast indien schattingen voor de in- en uitvoer beneden deze drempel worden gegeven.

    7. De Commissie kan andere bronnen dan de douaneaangifte aanwijzen voor gegevens over de in- en de uitvoer van specifieke goederen of over specifieke goederenbewegingen. Maatregelen die zijn bedoeld om niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen, onder meer door deze aan te vullen, worden vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure met toetsing als bedoeld in artikel 11, lid 3.

    Artikel 5

    Statistische gegevens

    1. De lidstaten ontlenen de volgende gegevens aan de in artikel 3, lid 1, bedoelde geregistreerde gegevens over de invoer en de uitvoer:

    (a) de handelsstroom (invoer, uitvoer);

    (b) de maandelijkse referentieperiode;

    (c) de statistische waarde van de goederen aan de nationale grens van de lidstaat van invoer of van uitvoer;

    (d) de hoeveelheid, uitgedrukt in nettomassa en in bijzondere maatstaf wanneer deze in de douaneaangifte is aangegeven;

    (e) de handelaar, zijnde de importeur/geadresseerde bij invoer en de exporteur/verzender bij uitvoer;

    (f) de lidstaat van invoer of van uitvoer, zijnde de lidstaat waar de douaneaangifte is gedaan en, voor zover aangegeven in de douaneaangifte:

    i) bij invoer, de lidstaat van uiteindelijke bestemming;

    ii) bij uitvoer, de lidstaat van werkelijke uitvoer;

    (g) de partnerlanden, zijnde bij invoer het land van oorsprong en het land van verzending, en bij uitvoer het land van bestemming;

    (h) de goederen volgens de gecombineerde nomenclatuur, zijnde

    i) bij invoer, de goederencode van de TARIC-onderverdeling;

    ii) bij uitvoer, de goederencode van de onderverdeling van de gecombineerde nomenclatuur;

    (i) de codes van de douaneregeling die moeten worden gebruikt om hieraan het statistisch stelsel te ontlenen;

    (j) de aard van de transactie voor zover aangegeven in de douaneaangifte;

    (k) de tariefbehandeling bij invoer, indien deze door de douaneautoriteiten is toegekend, zijnde de preferentiële code en het volgnummer van het contingent;

    (l) de factuurvaluta indien aangegeven in de douaneaangifte;

    (m) de wijze van vervoer, met specificatie van:

    i) de wijze van vervoer aan de grens;

    ii) de wijze van vervoer in het binnenland;

    iii) de container.

    2. De Commissie kan de in lid 1 bedoelde gegevens nader specificeren, met inbegrip van de te gebruiken codes. Maatregelen die zijn bedoeld om niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen, onder meer door deze aan te vullen, worden vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure met toetsing als bedoeld in artikel 11, lid 3.

    3. Wanneer niet anderszins is bepaald en behoudens de douanewetgeving, worden de gegevens in de douaneaangifte opgenomen.

    4. De Commissie kan voor specifieke goederen of bewegingen andere gegevens dan de in lid 1 bedoelde gegevens verlangen. Maatregelen die zijn bedoeld om niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen, onder meer door deze aan te vullen, worden vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure met toetsing als bedoeld in artikel 11, lid 3.

    Artikel 6

    Opstelling van statistieken van de buitenlandse handel

    1. De lidstaten stellen voor elke maandelijkse referentieperiode statistieken op van de in- en uitvoer van goederen, uitgedrukt in waarde en hoeveelheid, naar:

    (a) goederen

    (b) lidstaat van invoer/uitvoer;

    (c) partnerlanden;

    (d) statistisch stelsel;

    (e) aard van de transactie;

    (f) tariefbehandeling, bij invoer;

    (g) wijze van vervoer.

    De Commissie kan volgens de procedure van artikel 11, lid 2, uitvoeringsvoorschriften voor de opstelling van de statistieken vaststellen.

    2. De lidstaten stellen jaarstatistieken van de handel naar bedrijfskenmerken op.

    De statistieken worden opgesteld door de gegevens over de overeenkomstig de ondernemingsregisterwetgeving opgetekende bedrijfskenmerken te koppelen aan de gegevens die overeenkomstig artikel 5, lid 1, over de invoer en de uitvoer zijn opgetekend.

    De Commissie kan uitvoeringsvoorschriften voor de opstelling van de statistieken vaststellen. Maatregelen die zijn bedoeld om niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen, onder meer door deze aan te vullen, worden vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure met toetsing als bedoeld in artikel 11, lid 3.

    3. Om de twee jaar stellen de lidstaten statistieken over de handel naar factuurvaluta op.

    De lidstaten maken bij de opstelling van de statistieken gebruik van een representatieve steekproef van gegevens over de invoer en de uitvoer die zijn ontleend aan douaneaangiften die gegevens over de factuurvaluta bevatten. Indien in het geval van uitvoer de douaneaangifte de factuurvaluta niet vermeldt, wordt een enquête uitgevoerd om de vereiste gegevens te verzamelen.

    De kenmerken van de steekproef, de rapporteringsperiode, de kwaliteitseisen en de mate van aggregatie voor partnerlanden, goederen en valuta's worden door de Commissie vastgesteld. Maatregelen die zijn bedoeld om niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen, onder meer door deze aan te vullen, worden vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure met toetsing als bedoeld in artikel 11, lid 3.

    4. Er kan worden besloten tot de opstelling van aanvullende statistieken voor communautaire of nationale doeleinden door de lidstaten wanneer de gegevens in de douaneaangifte beschikbaar zijn.

    De Commissie kan uitvoeringsvoorschriften voor de opstelling van de aanvullende statistieken voor communautaire doeleinden vaststellen. Maatregelen die zijn bedoeld om niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen, onder meer door deze aan te vullen, worden vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure met toetsing als bedoeld in artikel 11, lid 3.

    5. De lidstaten zijn niet verplicht statistieken van de buitenlandse handel op te stellen en naar de Commissie (Eurostat) te zenden over statistische gegevens die krachtens het douanewetboek of de nationale instructies nog niet beschikbaar zijn in de douaneaangifte die bij hun douaneautoriteiten wordt gedaan. Het betreft de volgende gegevens:

    (a) bij invoer, de lidstaat van uiteindelijke bestemming;

    (b) bij uitvoer, de lidstaat van werkelijke uitvoer;

    (c) de aard van de transactie.

    Artikel 7

    Uitwisseling van gegevens

    1. De nationale douaneautoriteiten leveren de nationale statistische diensten onverwijld en uiterlijk in de maand volgende op die waarin de douaneaangiften werden aanvaard of tot een besluit van de douane ter zake hebben geleid, de gegevens over de invoer en de uitvoer op basis van de aangiften die bij die autoriteiten zijn gedaan of die hun zijn verstrekt.

    De gegevens bevatten ten minste de in artikel 5 genoemde statistische gegevens die volgens het douanewetboek of de nationale instructies op de douaneaangifte beschikbaar zijn.

    2. De lidstaten dragen er zorg voor dat de in- en uitvoergegevens die zijn gebaseerd op een bij hun nationale douaneautoriteiten gedane douaneaangifte worden doorgestuurd naar de nationale statistische diensten van de lidstaat die in die gegevens is aangegeven als:

    (a) bij invoer, de lidstaat van uiteindelijke bestemming;

    (b) bij uitvoer, de lidstaat van werkelijke uitvoer.

    3. Lid 2 verplicht de lidstaten er niet toe in- en uitvoergegevens naar een andere lidstaat door te sturen voordat de douaneautoriteiten in die lidstaat een mechanisme voor de onderlinge elektronische uitwisseling van de desbetreffende gegevens hebben vastgesteld.

    4. Uitvoeringsvoorschriften voor de vaststelling van die doorgifte kunnen volgens de procedure van artikel 11, lid 2, worden vastgesteld.

    Artikel 8

    Indiening van statistieken van de buitenlandse handel bij de Commissie (Eurostat)

    1. De lidstaten sturen de Commissie (Eurostat) de in artikel 6, lid 1, bedoelde statistieken uiterlijk 40 dagen na het eind van elke maandelijkse referentieperiode.

    De lidstaten dragen er zorg voor dat de statistieken informatie over alle invoer en uitvoer in de desbetreffende referentieperiode bevatten, waarbij zij correcties aanbrengen in het geval dat er geen gegevens beschikbaar zijn.

    De lidstaten sturen bijgewerkte statistieken wanneer al ingediende statistieken worden herzien.

    De lidstaten nemen in de bij de Commissie (Eurostat) ingediende resultaten ook statistische informatie op die vertrouwelijk is.

    Bepalingen over de uiterste termijn van indiening, de dekking, herzieningen en de inhoud van de statistieken kunnen door de Commissie worden gespecificeerd. Maatregelen die zijn bedoeld om niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen, onder meer door deze aan te vullen, worden vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure met toetsing als bedoeld in artikel 11, lid 3.

    2. De uiterste termijn voor de indiening van de in artikel 6, lid 2, bedoelde statistieken over de handel naar bedrijfskenmerken, de in artikel 6, lid 3, bedoelde statistieken over de handel naar factuurvaluta en de in artikel 6, lid 4, bedoelde communautaire statistieken bij de Commissie (Eurostat) kan door de Commissie worden vastgesteld. Maatregelen die zijn bedoeld om niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen, onder meer door deze aan te vullen, worden vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure met toetsing als bedoeld in artikel 11, lid 3.

    3. De lidstaten verstrekken de gegevens in elektronische vorm volgens een uitwisselingsnorm. De wijze waarop de resultaten in de praktijk wordt ingediend, wordt volgens de procedure van artikel 11, lid 2, vastgesteld.

    Artikel 9

    Kwaliteitscontrole

    1. Ten behoeve van deze verordening zijn de volgende aspecten van de kwaliteitscontrole van toepassing op de in te dienen statistieken:

    (a) "relevantie" heeft betrekking op de mate waarin statistieken voldoen aan de huidige en potentiële behoeften van de gebruikers;

    (b) "nauwkeurigheid" heeft betrekking op de mate van de schattingen de onbekende werkelijke waarden benaderen;

    (c) "tijdigheid" heeft betrekking op de tijdspanne tussen de beschikbaarheid van de informatie en de gebeurtenis die of het verschijnsel dat door de informatie wordt beschreven;

    (d) "punctualiteit" heeft betrekking op de tijdspanne tussen de datum van publicatie van de gegevens en de datum waarop ze hadden moeten worden gepubliceerd;

    (e) "toegankelijkheid" en "duidelijkheid" hebben betrekking op de voorwaarden waaronder de gebruikers de gegevens kunnen verkrijgen, gebruiken en interpreteren;

    (f) "vergelijkbaarheid" heeft betrekking op het effect van verschillen in de toegepaste statistische begrippen, meetinstrumenten en meetprocedures wanneer statistieken tussen geografische gebieden, sectoren of in de tijd worden vergeleken;

    (g) "coherentie" heeft betrekking op de mate waarin de gegevens op betrouwbare wijze op verschillende manieren en voor verschillende doeleinden kunnen worden gecombineerd.

    2. De lidstaten dienen elk jaar bij de Commissie (Eurostat) een verslag over de kwaliteit van de verstrekte statistieken in.

    3. Bij de toepassing van de in lid 1 genoemde kwaliteitsaspecten op de onder deze verordening vallende statistieken worden de modaliteiten, de structuur en de frequentie van de kwaliteitsverslagen vastgesteld volgens de procedure van artikel 11, lid 2.

    De Commissie (Eurostat) beoordeelt de kwaliteit van de ingediende statistieken.

    Artikel 10

    Verspreiding van statistieken van de buitenlandse handel

    1. De in overeenstemming met artikel 6, lid 1, opgestelde en door de lidstaten ingediende statistieken van de buitenlandse handel worden door de Commissie ten minste op het niveau van de onderverdelingen van de gecombineerde nomenclatuur verspreid.

    Alleen wanneer een importeur of exporteur daarom verzoekt, besluiten de nationale autoriteiten van een lidstaat of de desbetreffende statistieken van die lidstaat, op grond waarvan het mogelijk is de bedoelde importeur of exporteur te identificeren, mogen worden verspreid of op zodanige wijze moeten worden gewijzigd dat er geen inbreuk op de statistische geheimhouding wordt gemaakt.

    2. Teneinde de wezenlijke belangen van de Europese Unie te beschermen, kan de verspreiding van gevoelige gegevens worden beperkt.

    3. De voor de verspreiding van de statistieken van de buitenlandse handel noodzakelijke uitvoeringsbepalingen worden door de Commissie vastgesteld. Maatregelen die zijn bedoeld om niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen, onder meer door deze aan te vullen, worden vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure met toetsing als bedoeld in artikel 11, lid 3.

    Artikel 11

    Comitéprocedure

    1. De Commissie wordt bijgestaan door het Comité voor de statistiek van de buitenlandse handel.

    2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit. De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op drie maanden.

    3. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn artikel 5 bis, leden 1 tot en met 4, en artikel 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.

    Artikel 12

    Intrekking

    Verordening (EG) nr. 1172/95 wordt met ingang van 1 januari 2009 ingetrokken.

    Zij blijft van toepassing op gegevens die betrekking hebben op referentieperioden voor 1 januari 2009.

    Artikel 13

    Inwerkingtreding

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2009.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, […]

    Voor het Europees Parlement Voor de Raad

    […] […]

    De voorzitter De voorzitter

    [1] Artikel 1, lid 13, van Verordening (EG) nr. 2454/93 (bepalingen ter uitvoering van het douanewetboek), zoals dit wordt gewijzigd per 1 januari 2008 (werkdocument TAXUD/1409/2006 Rev. 7).

    [2] PB L 118 van 25.5.1995, blz. 10. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).

    [3] PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1791/2006 (PB L 363 van 20.12.2006, blz. 1).

    [4] PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 733/2007 (PB L 169 van 29.6.2007, blz. 1).

    [5] PB L 196 van 5. 8.1993, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).

    [6] PB L 52 van 22.2.1997, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).

    [7] PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23. Besluit gewijzigd bij Besluit 2006/512/EG (PB L 200 van 22.7.2006, blz. 11).

    --------------------------------------------------

    Top